NL7908760A - Werkwijze voor het doen verstuiven en verstuivings- inrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal. - Google Patents

Werkwijze voor het doen verstuiven en verstuivings- inrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL7908760A
NL7908760A NL7908760A NL7908760A NL7908760A NL 7908760 A NL7908760 A NL 7908760A NL 7908760 A NL7908760 A NL 7908760A NL 7908760 A NL7908760 A NL 7908760A NL 7908760 A NL7908760 A NL 7908760A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
atomizing
channel
nozzle opening
powder
gas
Prior art date
Application number
NL7908760A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gema Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE2852412A external-priority patent/DE2852412C2/de
Priority claimed from DE19792923451 external-priority patent/DE2923451C2/de
Application filed by Gema Ag filed Critical Gema Ag
Publication of NL7908760A publication Critical patent/NL7908760A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B5/00Electrostatic spraying apparatus; Spraying apparatus with means for charging the spray electrically; Apparatus for spraying liquids or other fluent materials by other electric means
    • B05B5/025Discharge apparatus, e.g. electrostatic spray guns
    • B05B5/03Discharge apparatus, e.g. electrostatic spray guns characterised by the use of gas, e.g. electrostatically assisted pneumatic spraying
    • B05B5/032Discharge apparatus, e.g. electrostatic spray guns characterised by the use of gas, e.g. electrostatically assisted pneumatic spraying for spraying particulate materials
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S239/00Fluid sprinkling, spraying, and diffusing
    • Y10S239/07Coanda

Landscapes

  • Nozzles (AREA)
  • Electrostatic Spraying Apparatus (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

' €-, t T Tj/Se/Gema 2.
Werkwijze voor het doen verstuiven en verstuiving sinrichting , in het bijzonder voor poedervormig bekledingsma-teriaal. ,
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het doen verstuiven van verstuivingsmateriaal, in het bijzonder poedervormig bekledingsmateriaal, dat via een in de stromingsrichting van dit materiaal trech-5 tervormig verwijd kanaalstuk wordt uitgestoten.
Verder betreft de uitvinding een verstuivings-inrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal, met een materiaal kanaal voor ve rs tutving Sr materiaal, een na dit aangebracht, in de stromingsrich-10 ting trechtervormig verwijdend mondstuk, dat vrij is van inbouwelementen, welke het verstuivingsmateriaal in belangrijke mate van richting zouden doen afbuigen, en tenminste één gatskanaal voor het inbrengen van gas in de materiaalstroom, vanaf de zijkant.
15 Dergelijke inrichtingen zijn bekend uit het DE-AS 14.27.642 en DE-OS 17.77.284. Hierbij is. tussen het eigenlijke poederkanaal en de mondstukopening een wervelkamer aangebracht. In deze wervelkamer mondt dichtbij, maar niet direkt bij het begin van de mondstukope-20 ning de uitlaat van een gaskanaal uit voor het inbrengen van gas, normaal lucht, die het poeder in werveling brengt. De eigenlijke verstuiving geschiedt bij deze bekende inrichtingen pas verder stroomafwaarts door de stroming langs een scherpe mondstukrand van de mondstuk-25 opening. Daarmee kan echter slechts een zeer nauw gebun delde verstuivingsstraal worden bereikt. Wanneer daarentegen, zoals in de meeste gevallen, een grotere poeder-wolk moet worden gevormd, dan zijn bij de bekende inrichtingen inbouwelementen in de mondstukopening, zoals weer-30 gegeven in fig.3 t/m 5 van het genoemde DE-OS 17.77.284 noodzakelijk, die een wervel- en geleidingswerking hebben. Het verstuiven van poeder door het toepassen van wer-velplaten is ook bekend uit het DE-OS 15.77.760 en 7908760
. V
-2- DE-PS 17.52.027.
Verder is uit het DE-PS 20.30.388 bekend, om poeder elektrostatisch op te laden, zodat het door de te bekleden voorwerpen wordt aangetrokken, waardoor het - * 5 hier beter aan hecht en minder poeder verloren gaat.
Met de uitvinding moet het doel worden bereikt verstuivingsmateriaal, in het bijzonder poedervormig bekled ingsmateri aal tot een wolk te verstuiven, die dwars op'de stromingsrichting een in hoofdzaak gelijkvormige 10 dichtheid heeft en waarvan de axiale uitbreidingssnelheid belangrijk kleiner is dan de axiale snelheid van het niet-verstoven materiaal. Verder moeten ophopingen van verstuivingsmateriaal aan en in de verstuivingsinrichting worden veamteden.
15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het verstuivingsmateriaal door dwars op de stromingsrichting ingeleide gas radiaal uiteen wordt gedreven, zodanig, dat het naar de wand van het trechtervormige, progressief verwijdende kanaalstuk, door een daar ont-1 20 ’ stane onderdruk wordt gezogen en in hoofdzaak zonder 'om keer stromingen tot aan een uitlaatplaats langs deze kanaal-wand stroomt (Coanda-effekt).
Verder wordt dit doel volgens de'uitvinding bij de verstuivingsinrichting bereikt, doordat 25 a) de mondstukopening in stromingsrichting pro gressief verwijd is en b) het gaskanaal en de mondstukopening zo op elkaar zijn afgestemd, dat het verstuivingsmateriaal door de- gasstroom naar de wand van de mondstukopening uiteen 30 wordt gedreven en tot een uitlaatplaats langs deze mond stuk wand, in hoofdzaak zonder omkeerstromingen stroomt (Coanda-effekt).
De uitvinding betreft in het bijzonder poedervormig, waaronder ook korrelig, verstuivingsmateriaal.
35 Deze kan echter ook gunstig zijn voor vloeibaar verstui vingsmateriaal. Voor het transport van poedervormig tot korrelig verstuivingsmateriaal dient normaal gesproken een gasstroom, welke het verstuivingsmateriaal meesleurt en naar de verstuivingsinrichting transporteert.
7908750 -3- 4.
t
Door de uitvinding wordt voor de eerste maal het zogenaamde Coanda-effekt voor het verstuiven van materialen, die in stroming gebracht kunnen worden,gebruikt. Het Coanda-effekt berust erop, dat vloeistof- en' 5 gasstralen onder bepaalde omstandigheden naar een aan grenzende wand worden afgebogen en langs deze blijven stromen. Een straal heeft normaal gesproken de neiging rechtuit verder te stromen. Deze sleurt gas- of vloeistofdeel-tjes met zich mee, die zich tussen deze stroom en de 10 wand bevinden. Daardoor ontstaat tussen de straal en de wand een onderdruk, welke de straal naar de wand toe afbuigt. Kortgezegd: het Coanda-effekt berust op onder-. druk werking irn het gebied van de straalrand nabij de wand. De wand behoeft niet evenwijdig aan de hartlijn van 15 de straal te verlopen. De helling resp. de hoek tussen de wand en de straalhartlijn kan tot ongeveer 30° bedragen en bedraagt bij voorkeur 7°.
Door de uitvinding bleek, dat de toepassing van het Coanda-effekt op een materiaalstroom op zich alleen 20 nog niet de gewenste gunstige verstuiving met zich mee brengt. Volgens de uitvinding wordt de materiaalstroom in een , in de richting van de stroming trechtervormig verwijdend, en wel progressief wijder wordend kanaalstuk of mondstuk-gedeelte gedreven, waarvan de wand met het man-25 telvlak van de materiaalstroom een zo grote hoek insluit, dat het Coanda-effekt eigenlijk niet op kan treden. Pas door het inleiden van gas met een geschikte richting en sterkte wordt de materiaalstroom radiaal zo ver uiteengedreven, dat het man telvlak van deze uiteengedreven materi-30 aalstroom met de trechtervormige wand het Coanda-effekt veroorzaakt.
Daardoor wordt volgens de uitvinding een wolk van verstuivingsmateriaal gevormd, die in hoofdzaak reeds vanaf het begin dwars op de axiale uitbreidingsrichting 35 over de gehele doorsnede eenin hoofdzaak gelijkvormige dichtheid heeft. Verder is de axiale uitbreidingssnelheid van deze wolk belangrijk kleiner dan de axiale snelheid van het nog niet verstoven materiaal. Daardoor hecht het 7908760 -4- materiaal beter aan de te bekleden voorwerpen, omdat de botsingswerking kleiner is.
Door het overeenkomstig de uitvinding vermijden van inbouwelementen, die het verstuivingsmateriaal in be— 5 langrijke mate van de bewegingsrichting af zouden buigen, vult de wolk de trechtervormige verwijding van de mond-stukopening volledig. De wolk heeft enige centimeters na het verlatten van het mondstuk geen gaten noch een duidelijke straalkern. Deze heeft in het inwendige in hoofd-10 zaak de zelfde dichtheid als nabij de rand van de wolk.
Daardoor worden bij het bekleden van voorwerpen kortere tijden en een gelijkmatige bekleding bereikt, daar een besproeid oppervlak op alle plaatsen gelijkmatig van verstuivingsmateriaal wordt voorzien.
* 15 Het genoemde doel wordt constructief in hoofd- . zaak bereikt doordat: a) de uitlaat van het verstuivingsgaskanaal direkt aan het stroomopwaartse einde van de mondstukope— ning is* aangebracht, 20 b) de mondstukopening van de uitlaat van het verstuivingsgaskanaal af in stromingsrichting continu verwijdend is uitgevoerd, c) de mondstukopening in de stromingsrichting zich progressief verwijdt, en 25 d) de mondstukopening en de volgende poeder- stromingsweg vrij is van inbouwe lemen ten, die geleidings-vlakken voor het poeder omvatten.
Door de uitvinding worden inbouwelementen vermeden, die tot opeenhopingen van verstuivingsmateriaal 30 kunnen leiden. Bij de bekende inrichtingen bestaat het gevaar, dat dergelijke opeenhopingen van tijd tot tijd meegesleurd worden en de bekleding op het betreffende voorwerp vernieuwd moet worden. Bij de uitvinding stroomt het poeder-gasmèngsel langs het wand vlak van de mondstuk-35 opening, zonder omkeerwervelingen, zodat ook een vervui ling van de buitenste inrichtingsvlakken wordt vermeden.
, Bijzonder opmerkelijk is, dat met de inrichting volgens de uitvinding verstoven poeder niet slechts naar verhouding straalvormig, maar ook in de vorm van naar verhouding 7908760 Λ -5- f- grote poederwlken afgegeven kan worden, omdat de openingshoek van de mondstukopening zonder beïnvloeding van de gunstige verstuivingswerking naar verhouding zeer groot kan worden gekozen. Dit zou daardoor kunnen komen, omdat' 5 bij de uitvinding de botsingswerking van de verstuivings- lucht en de diffusorwerking op hetzelfde moment op dezelfde plaats plaatsvinden en daar nog aansluitend tot aan het stroomafwaartse einde van de mondstukopening een continue diffusorwerking bijkomt.
10 Bij voorkeur bedraagt de hoek, welke het wand- vlak van de mondstukopening met een ten opz-ichte van de hartlijn van het poederkanaal loodrecht vlak insluit, aan het stroomopwaartse begingebied minder dan 65° en aan het stroomafwaartse, nog met het poeder in kontakt komende 15 eindgebied tenminste 0°. Bijzonder doelmatig is aan het stroomopwaartse einde een hoek van ten hoogste 50°.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is, dat de uitlaat van het verstuivingsgaskanaal aan het einde van het poederkanaal ligt en de verwijding van 20 de mondstukopening direkt stroomafwaarts van deze uitlaat begint. Dit is dus een uitvoeringsvorm, waarbij het poeder voor de uitlaat van het verstuivingsgaskanaal nog aan geen expansiewerking van betekenis wordt onderworpen.
Bijzonder gunstig is het, om de uitlaat van het 25 verstuivingsgaskanaal als een de stromingsweg van het poeder omgevende ringvormige sleuf uit te voeren. Daardoor wordt een gelijkmatige invloed van het verstuivings-gas op de gehele omtrek van de poederstroom gewaarborgd.
Eet is doelmatig wanneer het verstuivingsgaskanaal stroom-30 opwaarts van de inlaat spiraalvormig, met tenminste één spiraalwinding verloopt.
Verder kan in de stromingsweg van het poeder op op zich bekende wijze tenminste één elektrode voor het elektrisch resp. elektrostatisch opladen van het poeder 35 worden aangebracht.
Volgens een verdere gedachte van de uitvinding is het de mondstukopening omvattende gedeelte demontabel, * bij voorkeur opsteekbaar aangebracht. Daardoor is het mogelijk, naar keuze mondstukopeninaen met andere openings- .303760 < " ' -6- hoeken toe te passen. Een grotere openingshoek heeft een naar verhouding grote poederwolk tot gevolg, terwijl een kleinere openingshoek een straalvormige poeder- .
wolk vormt.
5 Het mondstuk, dat ofwel het de mondstukopening omvattende deel omvat of de mondstukopening zelf vormt, is op doelmatige wijze demontabel, bij voorkeur opsteek-baar, met het resterende gedeelte van de inrichting verbonden en nabij de scheidingsplaats bevinden zich kontak-10 ten voor elektrische aansluitelementen, die in samen gebouwde toestand een elektrische verbinding voor de genoemde elektrode voor het elektrisch opladen van het poeder vormen. Daardoor zijn de elektrische delen gemakkelijk toegankelijk.
15 Een verdere ontwikkeling van de uitvinding is niet tot het verstuiven van poeder beperkt, maar geldt heel in het algemeen bij het verstuiven van kleurstof, b.v. ook lakken. Deze ontwikkeling bestaat-daaruit, dat tenminste één coaxiaal ten opzichte van de hartlijn van 20 het kleurstofkanaal (poeder of vloeistof) aangebrachte sleuf sproeier voor het af geven van een de verstoven keur-stofwolk radiaal naar buiten toe begrenzende gasmantel is aangebracht. Voor het bereiken van een gelijkmatige gasmantel is de sleufsproeier bij voorkeur een ringvor-25 mige sleuf.
Om de werking variabel te maken, is de sleuf-sproeier bij voorkeur instelbaar. Een grootste diameter bereikt men met de door de sleuf af gegeven gasmantel dan, wanneer de slëufsproeier zich aan het stroomafwaartse ein-30 de van de mondstukopening bevindt. Het uit de sleufsproei er afgegeven stuurgas, bij voorkeur lucht, stroomt in hoofdzaak in de richting van de kleurstofwolk. Door de stuurgasmantel wordt op optimale wijze een naar buiten toe scherp begrensde kleurstofwolk bereikt, zonder dat 35 een of ander mechanisch iribouwelement noodzakelijk is.
Door de gasmantel van het stuurgas kunnen niet alleen scherpe overgangen op het te bekleden voorwerp tussen te bedekken vlakken en niet te bedekken vlakken worden be-' 7908760 * . · * l —7 — reikt, maar ook wordt vermeden, dat uit de kleurstof-wolk deeltjes verloren gaan. Al naar gelang de instelling van de sleufsproeier kan een dikwandige of dunwan-dige, cilindrische of kegelvormige gasmantel en een daarin opgesloten kleurstofwolk met een overeenkomstige vorm 5 worden opgewekt.
De uitvinding wordt hierna aan de hand van de tekeningen beschreven.
Figuur 1 is een gedeeltelijke axiale doorsnede van een poederverstuivingsinrichting volgens de uitvin-10 ding.
Figuur 2 is een vergroot detail van fig.l.
Figuur 3 is een schematische weergave van een materiaalwolk, zoals deze met bekende inrichtingen bij het verstuiven van vloeistoffen wordt bereikt.
15 Figuur 4 en 5 zijn met de inrichting volgens de uitvinding verkregen poederwolken.
Figuur 6 is een voorkeursmondstukopening van de uitvinding in axiale doorsnede.
Figuur .7 is een andere voorkeursmondstukopening 20 van de uitvinding in axiale doorsnede.
Figuur 8 is een vergroot detail van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding in axiale doorsnede.
De inrichting volgens fig.l kan de vorm hebben van een pistoollichaam 1. Hiervan is slechts een deel ge-25 tekend. Het lichaam omvat een verstuivingsgaskanaal 2 en een stuurgaskanaal 3 zowel als hoogspanningsleidingen 4 en 5. Aan het pistoollichaam 1 is een zogenaamd verstui-vingsmondstuk 6 demontabel bevestigd, bijvoorbeeld doordat dit daarop gestoken is. Aan de scheidingsplaats van 30 de steekverbinding bevinden zich elektrische stekers 7 en 8 van de hoogspanningsleidingen 4 en 5. Aan de overgang van het verstuivingsgaskanaal 2 naar het mondstuk 6 bevindt zich een afdichting 9. Het verstuivingsgas, normaal gesproken lucht, van het kanaal 2 mondt uit in een ring-35 vormige kamer 10, waaraan een spiraalvormig kanaalgedeel- te 11 aansluit, waarin het verstuivingsgas in een roteren-de beweging wordt gebracht. Het spiraalvormige kanaalge- 79 0 87 60.
*· «Γ -8- deelte 11 wordt gevormd door een schroefdraadgedeelte en een coaxiaal aangrenzende, gladde cilindrische wand.
Daarna treedt het verstuivingsgas met een tangentiale beweging scomponent uit een ringvormige sleuf 12 naar buiten ""*** 5 en brengt op--het via een kanaal 13 toegevoerde verstui vingsmateriaal 14 een wervelbeweging over. Daardoor wordt de verstuiving ingeleid.
Het verstuivingsmateriaal 14 bestaat bij deze uitvoeringsvorm uit drijfgas, normaal gesproken lucht, als transit) portdrager en door dit drijfgas getransporteerd poeder vormig tot korrelig bekledingsmateriaal. Door het verstuivingsgas uit de sleuf 12 wordt de axiale snelheidscompo-nent van het door het kanaal 13 toegevoerde verstuivingsmateriaal belangrijk verkleind.
15 Door het stuurgaskanaal 3 wordt stuurgas in een ringvormige kamer 15 geleid, waarvan verscheidende boringen 6 uitmonden in een tweede ringvormige kamer 17. Van hier komt het stuurgas in een ringvormige spleet 18. Al naar gelang de uittredende gashoeveelheid en de gasuittredings-20 hoek wordt de diameter resp. de verstuivingshoek van de poederwolk verkleind of vergroot, welke aan het einde van het kanaal 13 via een mondstukopening 26a naar buiten treedt. Deze mondstukopening 26a met een mondstukwand 26 is over de gehele diepte continu en progressief in de 25 stromingsrichting trechtervormig verwijd.
De ringvormige spleet 18 kan instelbaar zijn, doordat deze,zoals weergegeven infig.2, tussen een mqnd-stukdeel 29, welke de mondstukopening 26a omvat, en een verstelbaar vastgeschroefde buitenring 30 wordt gevormd.
30 Door axiaal verstellen van de buitenring 30 worden de de ringvormige spleet 18 vormende vlakken van de delen 29 en 30 wat betreft de onderling afstand en de stand ten opzichte van elkaar gewijzigd.
Het poedervormige verstuivingsmateriaal kan op 35 op zich bekende wijze elektrostatisch worden opgeladen (DE-PS 20.30.388). De daarvoor benodigde hoogspannings-leidingen*. 4 en 5 zijn via twee veiligheidsweerstanden 19 en 20 aangesloten aan de stekers 7 en 8. Daardoor kan 7908760 <► -9- 'J» hoogspanning op de leidingen 21 en 21a worden gezet, waarvan de einden oplaadelektroden 22,23,24 en 25 vormen.
Om uit een ringvormige spleet naar buiten treden-de roterende lucht te gebruiken voor het verstuiven van lak— 5 ken is op zich bekend. Deze bekende inrichting heeft echter geen divergerende mondstukopening en daarmee wordt een verstuivingsstraal verkregen, zoals weergegeven infig.3.
De verstoven vloeistofstraal 35 heeft aan het begin een dichte straalkern 36. Verder zijn bij de verstuiving van 10 vloeistoffen andere criteria maatgevend dan bij poedervormige materialen.
Anders dan bij de bekende inrichting wordt bij de inrichting volgens de uitvinding het verstuivingsgas uit het kanaal 2 zodanig ingeleid, dat het verstuivingsmateri-15 aal 14 zich tegen de wand 26 van de zich trechtervormig progressief verwijdende mondstukopening 26a aanlegt. Bij deze werkingswijze vormt zich aan het buitenvlak 27 van het mondstuk 6 een luchtbeweging in de richting van de pijl 28. Daardoor wordt verhinderd, dat zich op dit vlak poeder 20 verzamelt. Een dergelijk verzameld poeder zou periodiek in de vorm van poederklonten op het te bekleden objekt vallen.
De poederwolk 37 heeft bij een ongehinderde uitbreidings-ruiitrfce een vorm zoals weergegeven in fig.4.
Via de ringvormige spleet 18 toegevoerde stuur-25 lucht kan de straal 38 vervormen zoals weergegeven in fig.5. Deze poederwolkvorm 3 8 is in die gevallen gewenst, waarbij;'; in de diepte gespoten moet worden, bijvoorbeeld bij het aan de binnenzijde van een laag voorzien van een U-profiel.
Op deze wijze is het in zekere mate mogelijk de kooi van 30 Faraday te overwinnen.
Een beïnvloeding van de grootte en .de vorm van de poederwolk is ook mogelijk door een wijziging vanc'>de constructie van het de mondstukopening 26a vormende mond-stukdeel 29 en wel zodanig, dat naar keuze verschillende 35 mondstuk-delen 29 opgestoken kunnen worden, die een ver schillende hoek van de wand 26 van het mondstuk ten opzichte van een loodrecht op de hartlijn staand vlak hebben.
De wand 26 van het mondstuk is in de stromingsrichting pro- 7908760 < -1.0- ' . f gressief verwijd.
Bij de constructie volgens de uitvinding legt de poeder-lucht-stroom zich tegen de in fig.l getoonde wand 26 van het mondstuk aan. Wanneer deze mondstukwand 5 26 niet een hoek naar voren (in de uittredingsrichting van het poeder-lucht-mengsel), maar naar achteren zou omvatten, dan zou de poederwolk bij de gekozen instelling een beweging naar achteren, dus tegen de oorspronkelijke toevoer-richting in uitvoeren. Dit effekt treedt ook op bij de 10 eerder genoemde verstuiving van lakken, maar is daar echter ongewenst, omdat dan het gehele voorste gedeelte van de sproei-inrichting onder de lak komt te zitten. Om dit te vermijden, kan ook bij verstuivingsinrichtingen voor vloeistoffen een ringvormige spleet 18 met daaruit, naar buiten 15 tredende stuurlucht op gunstige wijze worden toegepast, om het terugslaan en verontreinigen van de inrichting met lak of een andere vloeistof te verhinderen.
Van de in fig.6 en 7 getoonde hoekverhoudingen is volgens de uitvinding gebleken, dat deze bijzonder gun-20 stig zijn. Bij een hoekCK van ongeveer 65° tussen het poe-derkanaal 13 en het mondstukeinde van de verstuivergas-sleuf 12 bedragen de hoek S tussen de verstuiver- mondstukwand 26 en een loodrecht op de hartlijn staand vlak 13a van het poederkanaal 13 volgens fig.6, tussen ongeveer 40° aan 25 het stroomopwaarts-begin en minimaal 0^, bij voorkeur, ongeveer 5°, aan het stroomafwaartse einde van de mondstukope-ning 26a. Bij een hoeko<{ van ongeveer 85° bedragen de hoe·-ken ö volgens fig. 7 tussen ongeveer 25° nabij het stroom -opwaartse begin en minimaal 0°, bij voorkeur ongeveer 2,5°, 30 aan het stroomafwaartse einde van de mondstukopening 26a.
Het buitenste mondstukdeel 29 is via een schroefdraad 39 axiaal instelbaar en op een binnenste mondstukdeel 40 geschroefd. Door deze axiale verstelmogelijk-heid kan de breedte van de ringvormige sleuf 12 voor het 35 verstuivingsgas worden gewijzigd.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig.8, mondt een verstuivingsgaskanaal 41 met een hoek<?{ van ongeveer 65° schuin uit in de stromingsweg van poedervormig verstuivings- 79 0.8 7 o 0 _ . .
“ Λ -11-
'P
materxaal 42, dat via een materiaalkanaal 43 in een mond-stukopening 44 naar binnen stroomt. Deze is vanaf een begin 44a, dat tegelijkertijd het einde van het materiaalkanaal 43 is, in de stromingsrichting continu en progres-5 sief trechtervormig verwijd. Het gedeelte van de mondstuk-wand 45 tussen het begin 44a en de ringsleufvormige uitlaat van het verstuivingsgaskanaal 41 behoeft niet progressief te verlopen. De kromming van de mondstukwand 45 is zodanig bemeten, dat het Coanda-effekt optreedt en daardoor 10 het verstuivingsmateriaal 42 tot aan een gewenste uitlaat-plaats 46 langs deze mondingswand 45 wordt vastgehouden.
Wanneer een verstuivingswolk 47 met een gelijkvormige dikte zonder duidelijke straalkern 48 op deze wijze moet worden gevormd, dan mag de hoek (b tussen een resulterende 15 energievektor 51 van het verstuivingsmateriaal 42 en een raaklijn 52 van een aangrenzend gedeelte van de mondstukwand 45 ten hoogste 30° bedragen. Bij voorkeur bedraagt deze hoektussen 6° en 10°.
De energievektor 51 wordt verkregen als resul-20 tante uit de axiale energievektor 53 van het verstuivingsmateriaal 42 en de naar de mondstukwand 45 gerichte energievektor 45 van het verstuivingsgas uit het kanaal 41.
Met andere woorden betekent dit, dat het Coanda-effekt dan optreedt, wanneer de hoek/1? tussen het mantelvlak van de 25 met het gas radiaal uiteéngedreven materiaalstroom en de mondstukwand 45 maximaal 30° bedraagt. Bij voorkeur bedraagt de hoek/^? 7°. Het verstuivingsmateriaal bestaat bij deze uitvoeringsvorm uit poedervormig materiaal en een gas als transporteur. Stroomafwaarts van de sleufvormige 30 uitiaatopening 49 van het verstuivingskanaal 41 is de kromming van de mondstukwand 45 zodanig, dat de raaklijnen 55 en 56 van twee in de stromingsrichting op elkaar volgende punten 57 en 58 van deze mondstukwand 45 een hoek van minder dan 30° insluiten. Bij voorkeur ligt deze hoek^tus-35 sen 6° en 10°. Gunstig is ongeveer 7°.
In fig.8 bevindt de uitiaatopening 49 van het verstuivingsgaskanaal'41 zich in het stroomopwaartse be-gingebied van de kromming van de mondstukwand 45, terwijl 7900760 <r -12- deze in f'ig.l direkt voor de trechtervormige verwijding is aangebracht. Verder komt het verstuivingsgaskanaal 41 van fig.7 overeen met het kanaal 2 , 11 van fig.l. De mondstukwand 45 wordt gevormd door een mondstukdeel 60, 5 dat door middel van een schroefdraad, overeenkomend met de schroefdraad 39 van fig.l, axiaal verstelbaar met een binnenste mondstukdeel 61 is verbonden. De beide delen 60 en 61 vormen tezamen een mondstuk 62, dat in hoofdzaak o-vereenkomt met, het mondstuk 6 van fig.l. Door het axiaal 10 verstellen van het buitenste gedeelte 60 ten opzichte van het binnenste gedeelte 61 kan de spleetbreedte van de ringsleufvormige uitlaatopening 49 van het verstuivingsgaskanaal 41 worden gewijzigd.
Door het Coanda-effekt kan tussen het verstui-15 vingsmateriaal 14 resp. 42 en de wand 26 resp. 45 van de mondstukopening 26a resp. 44 een sterke wrijving worden opgewekt. Deze wrijving kan gebruikt worden voor het opwekken ' van een wrijvingselektriciteit, siaardoor het verstuiving s.-\ materiaal zo sterk wordt opgeladen, dat oplaadelektroden • 20 22 t/m 25 kunnen vervallen. Daartoe is het noodzakelijk, dat het de mondstukopening 26a resp. 44 vormende mondstukdeel 29.resp. 60 een in hoofdzaak ander specifiek elektrisch spanningspotentiaal heeft dan het verstuivingsmateriaal. Bijvoorbeeld zijn voor de delen 29 en 60 Teflon bij epoxy-25 verstuivingsmateriaal en polyester bij plexiglas-verstui-vingsmateriaal geschikt.
7908760

Claims (29)

1. Werkwijze voor het verstuiven van verstui-vingsmateriaal, in het bijzonder poedervormig bekledings-materiaal, dat via een in de stromingsrichting van dit materiaal trechtervormig verwijd kanaalstuk wordt uitgestoten, 5 met het kenmerk, dat het verstuivingsmateriaal door dwars op de stromingsrichting daarvan ingeleid gas radiaal uiteen gedreven wordt, zodanig, dat het naar de wand van het trechtervormige progressief verwijde kanaalstuk, door een ontstane onderdruk wordt aangezogen en in hoofdzaak zonder 10 omkeerstromingen tot aan een uitlaatplaats langs deze ka-naalwand stroomt (Coanda.-effekt) .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gas met een hoek, waarvan de top in de stromingsrichting van het verstuivingsmateriaal wijst, van min- 15 der dan 90° in het verstuivingsmateriaal wordt ingeleid.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het gat in de richting naar een wandgedeelte van het trechtervormige kanaalstuk in het verstuivingsmateriaal wordt ingeleid..
4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het verstuivingsmateriaal met het gas een werveldeweging wordt opgedwongen.
5. Verhtuivingsinrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal met een materiaal- 25 kanaal(13,43) voor verstuivingsmateriaal, een na dit kanaal aangebracht in de stromingsrichting zich trechtervormig verwijdende mondstukopening (26a ;44) die vrij is van inbouwelementen, die de bewegingsrichting van. het verstuivingsmateriaal belangrijk zouden afbuigen, en tenminste 30 éên gaskanaal (2,11;41) voor het inbrengen van gas in de materiaalstroom vanaf de zijkant, met het kenmerk, a) . dat de mondstukopening (26;44) in de stromingsrichting progressief verwijd is en b) dat het gaskanaal(2,11;41) en de-mondstukopening (26a; 35 44) zodanig op elkaar zijn afgestemd,, dat het verstuivings materiaal (14;42) van de gasstroom naar de wand (26;45) 7 9 0 B 7 6 0 J* f ' * -14- van de mondstukopening uiteen’ wordt gedreven en tot aan een uitlaatplaats, in hoofdzaak zonder omkeerstromingen, langs deze mondstukwand stroomt (Coanda-effekt).
6. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 5, ^ 5 met het kenmerk, dat het gaskanaal (2,ll;4l) zo is uitgevoerd, dat het uit dit kanaal naar buiten tredende gas het verstuivingsmateriaal (14;42) een wervelbeweging geeft.
7. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de uitlaat (12;49) van het gaskanaal 10 (2,11?41) verstelbaar is.
8. Verstuivingsinrichting volgens een van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat het uitlaateinde (12; 49. van het gaskanaal (2,11;41) met een hoekcL waarvan de top in de stromingsrichting van het verstuivingsmateriaal 15 (14?42) wijst, tussen 60° en 90° ten opzichte van het ma- teriaalkanaal (13;43) verloopt, en bij voorkeur met een hoek ox, tussen ongeveer 65° en 85° .
9‘.Vèrstuivingsinrichting volgens een van de conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het gaskanaal (2,11;41) ! t 2Q dichtbij of in het stroomopwaartse begin (44a) van de mond- ' stukopening (26a;44) uitmondt (12;49) .
10. Verstuivingsinrichting volgens een van de<: .*· i conclusies 5-9, met het kenmerk, dat het uitlaateinde (12; ! 49. van het gaskanaal (2,11;41) naar een gedeelte van de - 22 wand (26;45) van de mondstukopening (26a;44) is gericht.
• 11. Verstuivingsinrichting volgens een van de i conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de kromming van de ! wand (26?45) van de zich in de stromingsrichting continu en progressief verwijdende mondstukopening (26a;44) op geen enkele plaats met meer dan een hoek ^ van 30° toeneemt, waarbij de krommingstoename tussen op elkaar volgende wandplaatsen bij voorkeur tussen een hoek ^“van 6° en 10° ligt. j
12. Verstuivingsinrichting volgens een vai de con- > clusies 5-11, met het kenmerk, dat de wand (26;45) van de 22 mondstukopening (26a? 44) uit een met het verstuivingsmateri- ' aal wrijvingselektriciteitsopwekkend materiaal bestaat, bij voorkeur uit Teflon 'of polyester.
13. Verstuivingsinrichting volgens een van de con- 7908760 j -15- clusies 8-12, met het kenmerk, dat de hoek c> tussen de mondstukwand (26;45) en een loodrecht op de hartlijn van het materiaalkanaal (13;43) staand vlak aan het stroomop- · —— waartse begin van de mondstukopening (26a;44) in het ge- 5 bied tussen 40° en 25° ligt, overeenkomend met een hoekig tussen 65° en 85°, en aan het stroomafwaartse einde van de mondstukopening in het gebied tussen 5° en 10° ligt.
14. Verstuivingsinrichting voor poeder voor het van een laag voorzien van voorwerpen, met een poederkanaal, 10 een na dit poederkanaal aangebracht, zich in de stromings-richting verwijdende mondstukopening, en met tenminste ëën vast kanaal voor het in hoofdzaak tangentiaal inbrengen van verstuivergas in de stromingsbaan van het poeder, met het kenmerk, dat 15 a) de uitlaat (12) van het verstuivergaskanaal (2) direkt aan het stroomopwaartse einde van de mondstukopening (26) is aangebracht, b) de mondstukopening- (26) van de uitlaat (12) van het verstuivergaskanaal (2) in de stromingsrichting 20 continu verwijdend is uitgevoerd, c) de mondstukopening (26) zicli in de stromings-richting progressief verwijdt en d) de mondstukopening (26) en de volgende poeder-stromingsbaan vrij is van inbouwelementen, die geleidings— 25 vlakken voor het poeder omvatten.
15. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de hoek, welke het wandvlak (26) van de mondstukopening met een loodrecht op de hartlijn van het poederkanaal staand vlak insluit, in het stroomopwaartse S0 begingebied kleiner is dan 65° en in het stroomafwaartse nog met het poeder in kontakt komende eindgebied tenminste 0° bedraagt.
16. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de hoek, welke het wandvlak (26) van 35 de mondstukopening met het loodrecht op de hartlijn van het poederkanaal staand vlak insluit, aan het stroomopwaart-se einde kleiner is dan 50°.
17. Verstuivingsinrichting vólgens conclusie 15 7903760 V -16- < · of 16/ met het kenmerk, dat de hoek, welke het wandvlak (26) van de mondstukopening met het loodrecht op de hartlijn van het poederkanaal staande vlak insluit, aan het stroomafwaartse, nog met het poeder in kontakt komende eind-5 gebied groter dan 9° is.
18. Verstuivingsinrichting volgens een van de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de uitlaat (12) van het verstuivergaskanaal (2) aan het einde van het poederkanaal (13) ligt en de verwijding van de mondstukopening 10 direkt stroomafwaarts van deze uitlaat (12) begint.
19. Verstuivingsinrichting volgens een' van de conclusies 14-18, met het kenmerk, dat de uitlaat (12) van | het verstuivergaskanaal (2) een de stromingsbaan van het j poeder omgevende ringvormige sleuf is. I
20. Verstuivingsinrichting volgens een van de j conclusies 14-19, met het ken-merk, dat het verstuivergas-kanaal (2) stroomopwaarts van de uitlaat (12) daarvan spi-raalvormig (11) met tenminste één spiraalwinding verloopt.
21. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 20, 20 met het kenmerk, dat het spiraalvormige gedeelte (11) van het verstuivérgaskanaal (2) door een schroefdraad bij voor keur'een vierkante schroefdraad, en een coaxiaal aan deze schroefdraad grenzende gladde wand wordt gevormd. '
22. Verstuivingsinrichting volgens een van de 25 conclusies 14-21, met het kenmerk, dat langs de'stromingsbaan van het poeder tenminste één elektrode (22-25) voor het elektrostatisch opladen van dit. poeder is aangebracht.
23. Verstuivingsinrichting volgens een van de conclusies 14-22, met het kenmerk, dat het de mondstukope- 30 ning (26) omvattende gedeelte (29) demontabel , bij voorkeur opsteekbaar, is aangebracht.
24. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat het de mondstukopening (26) omvattende mondstuk (6) demontabel, bij voorkeur opsteekbaar, 35 met het resterende gedeelte van de inrichting (1) is verbon- ; den en zich ter plaatse van de scheiding met elkaar in kon- ] takt komende elektrische aansluitelementen (7,8) bevinden, j die in verbonden toestand de stroomverbinding naar de ge- i 7908760 , i -17- noemde elektroden (22-25) vormen.
25. Verstuivingsinrichting voor het bedekkings-materiaal, met een bedekkingsmiddel-kanaal, en een na dit kanaal aangebracht, een diffusorachtige verstuiving van ' Ί 5 het bedekkingsmiddel veroorzakend mondstuk, in het bijzonder volgens een van de conclusies 14-24, gekenmerkt door tenminste ëën coaxiaal ten opzichte van de hartlijn van het bedekkingsmiddel-kanaal (13) aangebrachte sleufsproeier (18) voor het afgeven van een de verstoven bedekkingsmiddel-10 wolk radiaal naar buiten toe begrenzende gasmantel·.
26. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 25, met. het kenmerk, dat de sleufsproeier (18) een ringvormige sleuf is.
27. Verstuivingsinrichting volgens conclusie 25 15 of 26 , met het kenmerk, dat de sleufsproeier (18) instelr baar is.
28. Verstuivingsinrichting volgens een van de conclusies 25-27, met het kenmerk, dat de sleufsproeier (18) aan het stroomafwaartse einde van de mondstukopening voor 20 het verstoven bedekkingsmiddel.mitmondt.
29. Verstuivingsinrichting volgens een van de conclusies 14-28, met het kenmerk, dat de uitlaat (12) van het verstuivergaskanaal (2) in het stroomopwaartse, zich trechtervormig verwijdende begingebied van het wandvlak 25 (26) van de mondstukopening uitmondt. 7908760
NL7908760A 1978-12-04 1979-12-04 Werkwijze voor het doen verstuiven en verstuivings- inrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal. NL7908760A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2852412A DE2852412C2 (de) 1978-12-04 1978-12-04 Zerstäubungseinrichtung für Pulver zum Beschichten von Gegenständen
DE2852412 1978-12-04
DE19792923451 DE2923451C2 (de) 1979-06-09 1979-06-09 Verfahren und Vorrichtung zum Sprühbeschichten von Gegenständen mit Pulver
DE2923451 1979-06-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908760A true NL7908760A (nl) 1980-06-06

Family

ID=25776721

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908760A NL7908760A (nl) 1978-12-04 1979-12-04 Werkwijze voor het doen verstuiven en verstuivings- inrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4324361A (nl)
AR (1) AR221909A1 (nl)
AU (1) AU537004B2 (nl)
BR (1) BR7907867A (nl)
CA (1) CA1125334A (nl)
ES (1) ES485902A1 (nl)
FR (1) FR2443288A1 (nl)
GB (1) GB2038209B (nl)
IT (1) IT1125676B (nl)
NL (1) NL7908760A (nl)
NO (1) NO793684L (nl)
SE (1) SE438966B (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3014133C2 (de) * 1980-04-12 1984-04-19 Ransburg-Gema AG, 9015 St.Gallen Vorrichtung zum Zerstäuben von Pulver
DE3412694A1 (de) * 1983-04-07 1984-10-11 Kopperschmidt-Mueller GmbH & Co KG, 7057 Winnenden Verfahren und vorrichtung zum elektrostatischen aufspruehen von pulverteilchen auf eine zu beschichtende oberflaeche
GB2149691B (en) * 1983-11-12 1987-05-07 Bip Chemicals Ltd Coating and spraying solids
DD232595A3 (de) * 1984-02-08 1986-02-05 Verkehrswesen Hochschule Vorrichtung zum elektrokinetischen aufladen von pulverfoermigen stoffen
US4572438A (en) * 1984-05-14 1986-02-25 Nordson Corporation Airless spray gun having improved nozzle assembly and electrode circuit connections
US4721255A (en) * 1986-03-19 1988-01-26 Graco Inc. Electrostatic resistive stud
US4941617A (en) * 1988-12-14 1990-07-17 United Technologies Corporation Airblast fuel nozzle
US5093602A (en) * 1989-11-17 1992-03-03 Charged Injection Corporation Methods and apparatus for dispersing a fluent material utilizing an electron beam
US5431343A (en) * 1994-03-15 1995-07-11 Nordson Corporation Fiber jet nozzle for dispensing viscous adhesives
US5850976A (en) * 1997-10-23 1998-12-22 The Eastwood Company Powder coating application gun and method for using the same
FR2776946B1 (fr) * 1998-04-01 2000-05-26 Sames Sa Bol de pulverisation et projecteur rotatif electrostatique equipe d'un tel bol
US6311903B1 (en) * 1999-08-18 2001-11-06 The Procter & Gamble Company Hand-held electrostatic sprayer apparatus
US6318647B1 (en) * 1999-08-18 2001-11-20 The Procter & Gamble Company Disposable cartridge for use in a hand-held electrostatic sprayer apparatus
DE10041164B4 (de) * 2000-08-21 2007-09-06 Webasto Ag Niederdruck-Zerstäubungsvorrichtung
DE10138917A1 (de) * 2001-08-08 2003-03-06 Itw Gema Ag Pulversprühbeschichtungsvorrichtung
DE10319916A1 (de) * 2003-05-05 2004-11-25 Itw Gema Ag Sprühgerät für Beschichtungsmaterial, insbesondere Beschichtungspulver
DE10324074B4 (de) * 2003-05-27 2006-01-26 Dürr Systems GmbH Glockenteller für einen Rotationszerstäuber
US7913938B2 (en) * 2004-11-12 2011-03-29 Mystic Tan, Inc. Electrostatic spray nozzle with adjustable fluid tip and interchangeable components
DE102005010835A1 (de) 2005-03-07 2006-09-14 Itw Gema Ag Sprühbeschichtungs-Steuergerät
WO2008073094A1 (en) 2006-12-14 2008-06-19 Tronox Llc An improved jet for in a jet mill micronizer
DE102007060211B4 (de) 2007-12-14 2022-04-28 Gema Switzerland Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum elektrostatischen Sprühbeschichten von Objekten
CN107262320B (zh) * 2017-06-26 2023-08-29 中信戴卡股份有限公司 一种混线式轮毂螺栓孔自动清粉系统及组合式清粉枪
CN112275703A (zh) * 2020-09-30 2021-01-29 南京华易泰电子科技有限公司 一种利用柯恩达效应的水刀结构

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1559625A (en) * 1924-02-21 1925-11-03 Paul W Kutis Burner
US2361144A (en) * 1941-04-07 1944-10-24 Grinnell Corp Method of atomizing liquids
US2988139A (en) * 1956-11-14 1961-06-13 Sebac Nouvelie S A Spraying device
NL127960C (nl) * 1961-12-08
DE1280104B (de) * 1963-09-05 1968-10-10 Firestone Produkte A G Fab F Radialspritzduese zum Zerstaeuben und Mischen eines Pulvers und einer Fluessigkeit
IT992150B (it) * 1973-05-29 1975-09-10 Turbosol A I Srl Testina spruzzatrice di impasti cementizi per l applicazione mec canica di intonaci
FR2236351A5 (en) * 1973-07-05 1975-01-31 Air Ind Electrostatic powder sprat gun - has contrarotating inner and outer swirling air jets
US4171096A (en) * 1977-05-26 1979-10-16 John Welsh Spray gun nozzle attachment
US4225090A (en) * 1979-09-07 1980-09-30 Toyota Jidosha Kogyo Kabushiki Kaisha Device for painting by electrostatic powder spraying

Also Published As

Publication number Publication date
CA1125334A (en) 1982-06-08
GB2038209B (en) 1983-04-27
AR221909A1 (es) 1981-03-31
FR2443288B1 (nl) 1984-02-24
BR7907867A (pt) 1980-07-22
SE438966B (sv) 1985-05-28
ES485902A1 (es) 1980-07-01
IT1125676B (it) 1986-05-14
IT7927223A0 (it) 1979-11-12
FR2443288A1 (fr) 1980-07-04
US4324361A (en) 1982-04-13
GB2038209A (en) 1980-07-23
SE7909191L (sv) 1980-06-05
NO793684L (no) 1980-06-05
AU537004B2 (en) 1984-05-31
AU5344679A (en) 1980-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908760A (nl) Werkwijze voor het doen verstuiven en verstuivings- inrichting, in het bijzonder voor poedervormig bekledingsmateriaal.
US3408985A (en) Electrostatic spray coating apparatus
US3063642A (en) Rotating heads for electrostatic atomizing and spraying apparatus
US4788933A (en) Electrostatic spraying device for spraying articles with powdered material
US4921172A (en) Electrostatic sprayer device for spraying products in powder form
US5922131A (en) Electrostatic powder spray coating apparatus with rotating spray orifice
FI70678C (fi) Process och apparat foer elektrostatisk belaeggning av aemnen eller foeremaol med vaetskor eller pulver
JPH0329464B2 (nl)
US4580727A (en) Atomizer for coating with powder
US4715535A (en) Powder spray gun
US3327948A (en) Method of electrostatic coating including velocity reduction
US3540653A (en) Apparatus for dispersing and electrically charging substances in discrete particulate form
JPH0636891B2 (ja) 粉体荷電装置および静電粉体塗着装置
JP7441235B2 (ja) コーティング製品を噴霧するためのボウル、そのようなボウルを含む回転噴霧装置、およびそのような噴霧装置を洗浄するための方法
US4659019A (en) Spray device for coating articles with powder
JPH0410384B2 (nl)
JPH11221498A (ja) 統合した形成用空気を用いる回転式噴霧装置
JP3842324B2 (ja) 塗装材料の噴霧装置
US5137215A (en) Centrifugal device for atomizing a coating product, particularly for application by electrostatic spraying
GB2154475A (en) Electrokinetic charging of particulate material
US3351285A (en) Spraying apparatus having improved spray controlling means
JPH09503957A (ja) 粉体スプレーコーティングにおける改良およびこれに関する技術
WO2002004127A2 (en) Unipolarity powder coating systems including improved tribocharging and corona guns
US3692241A (en) Spray apparatus with atomization device
US4660772A (en) Electrostatic powder spray gun nozzle

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: RANSBURG-GEMA AG

A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed