NL7908631A - Inrichting voor het automatisch openen en sluiten van broeikasvensters. - Google Patents

Description

- 1 - >

U.O. 28.515 V

Inrichting voor het automatisch openen en sluiten van broeikas-vensters.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch openen en sluiten van zwenkbaar gelagerde broeikasvensters, broeikasafdekjalouzieën, ventilatiekleppen en dergelijke, met een aan een vloeistofreservoir aangesloten cilin-5 der-zuigereenheid, die bediend wordt door een van de temperatuur afhankelijke volumeverandering van de vloeistof, welke eenheid enerzijds op een vaste plaats is gelagerd en anderzijds aangrijpt op een heforgaan, dat is opgesteld onder het venster of dergelijke en zwenkbaar is om een as, die evenwijdig is met de zwenkas van 10 het venster of dergelijke.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offenle-gungsschrift 2.659-028. Deze bekende inrichting bevat een frame, dat steunt op de voor- en de achterwand van de broeikas. Het frame draagt daarbij een zwenklager voor de cilinder-zuigereenheid en 15 op afstand daarvan de lagerplaats voor de as van het heforgaan. In plaats van voor- en achterwand van de broeikas kunnen ook aan één of beide zijden van het bekende frame aangebrachte dwarsbalken van de broeikas dienen als ondersteuning in die gevallen, waarin de broeikas als gevolg van haar uitbreiding voorzien is van een rij 20 evenwijdig liggende vensters en aan ieder venster een eigen inrichting voor het automatisch openen is toegevoegd. In alle gevallen is het slechts noodzakelijk, dat de lengte van het frame overeenkomstig de afstand van de steunen is gedimensioneerd of het frame-deel, dat zich vanaf de lagerplaats van het heforgaan tegengesteld 25 aan de cilinder-zuigereenheid uitstrekt, in lengterichting verstelbaar is uitgevoerd. De eerste oplossing vereist telkens meetwerk-zaamheden en bemoeilijkt de toepassing van de inrichting bij een andere of omgebouwde broeikas. De genoemde lengteverandering verhoogt de vervaardigingskosten van het frame.

30 De onderhavige uitvinding heeft tot doel een inrichting van het bovengenoemde type met de meest eenvoudige middelen zo uit te voeren, dat zij universeel gebruikt kan worden bij broeikassen van willekeurige afmetingen en daardoor ook verwisselbaar is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de as 55 van het heforgaan is aangebracht aan een draagarm, die uitgaat van een vasthoudorgaan, dat geklemd kan worden aan een wand of een dwars- T9 0 863 1 * p * deel van het frame van de broeikas, welke draagarm eindigt in de buurt van de lagerplaats van het heforgaan.

De draagarm voor de as van het heforgaan steekt vrij uit ten opzichte van het vasthoudorgaan. Er is geen contrasteun nodig op be-5 paalde afstand. Daardoor vormt de inrichting een gesloten eenheid, die zonder rekening te houden met de afmetingen van de broeikas overal toegepast kan worden. De gesloten eenheid kan zonder meer verplaatst worden van de ene broeikas naar een andere, die andere afmetingen heeft. De inrichting kan dus overal worden toegepast, waar 10 de automatische ventilatie op dat moment noodzakelijk is. De inrichting steekt slechts zo over een breed gebied van de broeikas, dat overeenkomt met de lengte van de draagarm; de overige ruimte blijft volledig vrij. Een verder belangrijk voordeel van de inrichting volgens de uitvinding bestaat daarin, dat de inrichting steeds 15 toegepast wordt in het gebied van de voorste vensterkant en daardoor de openingshoogte gelijk blijft, onafhankelijk van de lengte van het venster. Er bestaat niet het gevaar, voor een aanpassing aan een grotere steunlengte de eigenaar het framedeel verlengt, dat zich uitstrekt van het vasthoudorgaan van de cilinder-zuigereenheid naar 20 de voorwand en daarmede het aangrijppunt van het heforgaan aan het venster in de richting van het scharnier verschuift. Dit zou een aanzienlijke verandering van de openingsbeweging tot gevolg hebben.

Een zeer eenvuudig te vervaardigen en stabiele uitvoeringsvorm van de inrichting wordt verkregen, wanneer de draagarm één geheel 25 vormt met het vasthoudorgaan.

Het vasthoudorgaan kan in hoofdzaak U-vormig zijn uitgevoerd met een het venster toegekeerd dwarslijf en een eerste been, dat de cilinder-zuigereenheid en de draagarm draagt. De inrichting kan dan met het vasthoudorgaan op eenvoudige wijze gehangen worden over 30 de bovenkant van de wand van de broeikas of, wanneer het gaat om reeds genoemde opstelling van meerdere vensters achter elkaar aan dwarsbalken, over een dergelijke dwarsbalk gehangen worden. Het tweede been, dat zich uitstrekt aan de buitenwand van de broeikas , zorgt voor een stabiele ligging van de inrichting, van de stand van 35 het heforgaan en van het draaimoment, dat door het geopende venster wordt uitgeoefend. Het tweede been kan bovendien een vaststelorgaan bevatten voor het vormen van een verbinding met de wand van de broeikas.

79 0 8 6 3 1 ν

Toor een inrichting, die een oplegvlak "bevat voor het hefor-gaan in de sluit stand, kan het dwarsbeen van het vasthoudorgaan als oplegvlak zijn uitgevoerd en het heforgaan een verlengingsdeel bevatten om te steunen op het dwarsbeen.

5 TTitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn in de tekeningen weergegeven.

Fig. 1 toont een inrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht, ingebouwd in een schematisch aangegeven broeikas, en fig. 2 toont op grotere schaal een andere uitvoeringsvorm van 10 de inrichting in zijaanzicht, in ingebouwde toestand.

Fig. 1 toont schematisch een kas 1 met een voorwand 1a en een achterwand 1b. Aan de achterwand is een raam 2 zwenkbaar om een lager 3 bevestigd. Een als geheel met 4 aangegeven inrichting voor het automatisch openen en sluiten van het raam 2 is met behulp van 15 een vasthoudorgaan 5 bevestigd aan de voorwand van de broeikas. De inrichting 4 bevat een als geheel met 6 aan gegeven cilinder-zuiger-eenheid, bestaande uit een zuiger 7» een cilinder 8 en een vloei-stofreservoir 9· Het vloeistofreservoir 9 is ongeveer in dezelfde hoofdrichting uitgestrekt als de cilinder 8 en is daarmede ver-20 bonden. Aan het vasthoudorgaan 5 is een vasthoudlip 10 bevestigd, die een zwenklager 11 voor de cilinder-zuigereenheid bevat. De zuiger 7 draagt aan zijn van de cilinder afgekeerde einde een steunorgaan 12, dat aan het vrije einde vorkvormig is uitgevoerd en via een schroefdraad 13 in lengterichting verschuifbaar is ten opzichte van 25 de zuiger.

Het vasthoudorgaan 5 is in hoofdzaak ïï-vormig uitgevoerd met een op de voorwand 1a van de broeikas liggend dwarslijf 5&> een. tegen de binnenzijde van de wand 1b aanliggend eerste been 5"b en een tweede been 5c· Hit been is voorzien van een vastzetschroef 14» 30 waarmede het vasthoudorgaan 5 bevestigd kan worden aan de voorwand 1 a«

Yanuit het eerste been 5b strekt zich vrijdragend een draagarm 15 nit met een richting, die ongeveer overeenkomt met de hoofdrichting van de cilinder-zuigereenheid 6. De draagarm 15 is enigs— 55 zins omgebogen. Aan zijn vrije einde draagt de draagarm een lager-plaats 16 voor een heforgaan 17. De as 18, waarom het heforgaan 17 draaibaar is in de lagerplaats, verloopt horizontaal.

Aan het heforgaan 17 zijn op afstand van de lagerplaats ié en van elkaar boringen 19 aangebracht, waarin een lagertap 20 geplaatst 7903831 “ - 4 - ' 7 **» kan worden, die kan samenwerken met het vorkvormige steunorgaan 12. Het heforgaan 1J bevat aan zijn van het lager afgekeerde einde een verlengingsdeel 21, Het gebied van de broeikas volgens fig. 1 nabij de voorwand 1a op grotere schaal met een uitvoeringsvorm 4' van de 5 inrichting voor het openen.De inrichting 4' verschilt van de eerder beschreven inrichting uitsluitend, doordat het vloeistofreservoir 9' niet is opgesteld in de verlenging van de cilinder 8, maar dwars daarop.

De inrichting volgens de uitvinding 4 respektievelijk 4' kan met 10 behulp van haar vasthoudorgaan 5 op eenvoudige wijze als eenheid aangebracht worden aan iedere broeikas zonder rekening te houden met de afmeting tussen voor- en achterwand. Hen behoeft uitsluitend het vasthoudorgaan 5 over de voor wand van de broeikas te hangen en eventueel de vastzetschroef 14 aan te draaien. Daar het vasthoud-15 orgaan onafhankelijk van de breedte van de broeikas steeds aangrijpt aan de voorkant van het raam, ontstaan bij de zelfde temperaturen, welke de vloeistof verwarmen in het vloeistofreservoir en daardoor een zuigerbeweging veroorzaakt, overeenkomt met de temperatuur, steeds dezelfde openingshoogten. Hetzelfde geldt, wanneer in een 20 uitgebreide broeikas met meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde ramen aan ieder raam een eigen inrichting is toegevoegd. De inrichting kan dezelfde wijze als aan de voorwand van de broeikas beves- e tigd worden op een dwarssteun, die bijvoorbeeld het scharnier vormt voor het voorafgaande venster en/of oplegging voor het door de in-25 richting te openen venster.

De uitvinding is niet beperkt tot de uitvoeringsvoorbeelden. Belangrijk is de uitvoering als eenheid met een draagarm, die vrijuit steekt ten opzichte van het vasthoudorgaan en die het heforgaan lagert. Het vasthoudorgaan voor het bevestigen aan een broeikaswand 50 kan ook worden uitgevoerd met slechts één oplegvlak voor de binnenzijde van de broeikaswand of een extra verzet dwarslijf voor het opleggen op het bovenvlak, maar het vasthoudorgaan heeft dan toch extra bevestigingselementen zoals schroeven of dergelijke nodig, om te zorgen voor een goed vasthouden. Behalve de kosten voor de 35 vervaardiging en materiaal heeft een dergelijke uitvoering echter nog het nadeel, dat verplaatsen van de openingsinrichting naar een andere broeikas meer werk kost en wegens de optredende belastingen zeer stabiele voorwanden voor de broeikasten vereist.

70 0 8 6 3 t

Claims (6)

1. Inrichting voor het automatisch ópenen en sluiten van zwenk-baar gelagerde broeikasvensters, broeikasafdekjalouzieën, ventila-tiekleppen en dergelijke, met een aan een vloeistofreservoir aangesloten cilinder-zuigereenheid, die bediend wordt door een van de 5 temperatuur afhankelijke volumeverandering van de vloeistof, welke eenheid enerzijds op een vaste plaats is gelagerd en anderzijds aangrijpt op een heforgaan, dat is opgesteld onder het venster of dergelijke en zwenkbaar is om een as, die evenwijdig is met de zwenkas van het vester of dergelijke, met het ken-lOierk , dat de as (18) van het heforgaan (7) is aangebracht aan een draagarm (15), die uitgaat van een vasthoudorgaan (5), dat geklemd kan worden aan een wand (l.a) of een dwarsdeel van het frame (1) van de broeikas, welke draagarm (15) eindigt in de buurt van de lagerplaats (16) van het heforgaan (7).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de draagarm (15) één geheel vormt met het vasthoudorgaan (5).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk , dat het vasthoudorgaan (5) in hoofdzaak U-vormig 20 is uitgevoerd met een naar het venster (2) toegekeerd dwarslijf (5a) en een eerste been (5b), dat de cilinder-zuigereenheid (6) en de draagarm (15) draagt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat het tweede been (5c) van het vasthoudorgaan (5) van 25 een vastzetschroef (14) voorzien is.

5. Inrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met een oplegvlak voor het heforgaan, met het kenmerk, dat het dwarsbeen (5a) van het vasthoudorgaan (5) is uitgevoerd als oplegvlak en het heforgaan (7) aan zijn vrije einde een ver-30 lengingsdeel (21) bevat.

6. Inrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een eenheid vormt, die met behulp van het vasthoudorgaan (5) willekeurig aangebracht kan worden. 7908031