NL7908530A - Werkwijze en inrichting voor het gieten van keramische waar. - Google Patents

Description

«* * VO 8650

Werkwijze en inrichting voor het gieten van Keramische waar.

De uitvinding heeft betrekking op een· installatie voor het uit een kleisuspensis gieten van reservoirs met zijwanden, bodemwand en open top, terwijl de uitvinding tevens betrekking heeft op een werkwijze cm dergelijke reservoirs te gieten.

5 Onder reservoirs worden verstaan een tetrekkelijk diep bad of houder waarvan de diepte, d.w.z. de hoogte van de zijwanden, groter is dan de kleinste afmeting van de open top. De uitvinding is in het bijzonder, zo niet uitsluitend, toepasbaar bij het gieten van spoel- of stortbakken voor waterclosets.

IQ Dergelijke spoelbakken worden in het algemeen in ópstaan de toestand gegoten d.w.z. met de open top van de bak naar omhoog gekeerd. Om te kunnen gieten is de vormholte van het negatieve vormdeel naar omhoog gekeerd terwijl het positieve vormdeel, dat de kern bevat voor het vormen van de binnenzijde van 15 de bak, in verticale zin in het negatieve vormdeel gebracht, resp. daaruit verwijderd wordt. De vormdelen zijn vervaardigd uit gips dat tijdens het gieten het vocht uit de kleisuspensie absorbeert. Na enige tijd worden de vormdelen van elkaar gescheiden door het positieve deel d.w.z. de kern, uit het nega-20 tieve deel te verwijderen. Het lichten van de kern is tijdrovend wanneer dit met de hand geschiedt aangezien de kern vrij zwaar is, niet alleen door zijn eigen gewicht maar tevens als gevolg van het vocht dat daarin opgencmen is.

Het lichten van de kern kan geschieden of worden bevor-25 berd door mechanische hefmiddelen doch deze vereisen een geschikt sterk freemwerk dat zich boven de vorm moet bevinden.

30 «ί 1 - - 2 -

Een verder probleem bij het gebruikelijk gieten van stortbakken is dat zeer sterke klemmen toegepast moeten worden om de kern precies op zijn plaats in het negatieve vormdeel te houden om te voorkomen dat de kern gaat verplaatsen wanneer de vorm 5 met de kleisuspensie wordt gevuld en opwaartse krachten op de kern worden uitgeoefend. Het gips waaruit de vormdelen zijn vervaardigd is bros en niet sterk, zodat de klemmen zorgvuldig bemeten moeten worden teneinde de gewenste klemkracht te verkrijgen zonder dat de vormdelen breken. De vereiste klemkrachten 10 kunnen worden verminderd door de kern zwaarder te maken doch dit maakt het lichten van de kern veel maeilijker. Wanneer omgekeerd het gewicht van de kern wordt verlaagd teneinde het lichten gemakkelijker te maken, b.v. door de kern hol uit te voeren, dan wordt de opwaartse druk groter en is weer een sterkere klem-15 kracht noodzakelijk.

Verlagen van de klemkracht en het vergemakkelijken van het lichten zijn dus niet te verenigen maatregelen.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een installatie voor het üit keramisch materiaal in suspensievorm gie-20 ten van bakken met zijwanden, bodemwand en een open top, welke installatie een aantal vormen omvat welke in een horizontale rij op een steuncanstructie zijn gezet, waarbij elke vorm bestaat uit een negatief vormdeel met een holte voor het vormenvan de buitenvlakken, de zijwanden en bodemwand van de te gieten bak 25 en een positief vormgedeelte met een kern welke dient om in de holte van het negatieve vormdeel geplaatst te worden en voor het vormen van de binnenvlakken van de zijwanden en de bodem van de bak, alsmede middelen voor het klemmend in de gesloten stand houden van de vormen tijdens het gieten, waarbij‘de vormdelen wor-30 den gesteund door transportmiddelen welke over de steunconstruc-tie kunnen bewegen in de langsrichting van de vormrij voor het van elkaar verwijderen of sluiten van de vormdelen, waarbij de vormdelen zodanig op de transportmiddelen zijn geplaatst, dat 79 0 8 5 30 t - 3 - *»· de bakken gegoten worden in de stand waarbij de open einden evenwijdig aan de langsrichting van de rij vormen gericht zijn.

Bij voorkeur zijn alle vormen in dezelfde richting geplaatst zodat het einde van elk . negatief vormdeel voor het 5 maken van de bodem aan de bak gelegen is nabij de top van het positieve vormdeel van een naburige vorm in de rij. Naburige vormdelen van naburige vormen zijn bij voorkeur star met elkaar verbonden. Dit heeft het voordeel dat de opwaartse krachten welke optreden wanneer de vormen worden gevuld, beter weerstaan woΓΙΟ den terwijl ook bij het lossen, wanneer het negatieve vormdeel in de richting van de rij wordt bewogen, het positieve vormdeel van een volgende vorm met de kern gelijktijdig uit het betreffende, negatieve vormdeel wordt getrokken.

Doelmatig worden alle vormen in een rij samengedrukt door 15 een gemeenschappelijke kleminrichting bestaande uit een ondersteuning aan het ene einde van de rij en een inrichting welke druk kan uitoefenen, aan het andere einde.

Stort- of spoelbakken hebben in het algemeen de vorm van een kast met platte wanden, hoewel deze ook iets gebogen kunnen 20 zijn, waarbij de zijwanden aan de voor- en achterzijde breder zijn dan de dwarswanden.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn bij de nieuwe installatie de vormen zodanig opgesteld, dat · de bakken met de grootste afmetingen van de dwarsdoorsnede ver-25 ticaal staan d.w.z. met de smalle dwarswanden van de bak boven elkaar terwijl de voor- en achterwanden eveneens in hoofdzaak verticaal staan. Daardoor worden de dwarsafmetingen van elke rij kleiner dan wanneer de bakken worden gegoten met de voor- en achterwanden boven elkaar terwijl ook de bakken in een meer geschikts 3G stand voor het drogen worden gegoten.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding hebben de negatieve en positieve vormdelen uitsteeksels welke daar dwars op staan of daarboven gelegen zijn welke uitsteeksels positieve

/ 9 ö 8 ü v V

v - 4 - en negatieve vormdelen vormen met een kleine vormholte welke dient voor het gieten van een deksel dat op de open top op de bak geplaatst kan worden. Het positieve en negatieve vormdeel voor..het deksel zijn zodanig opgesteld, dat de vormholte gelijk-5 tijdig wordt geopend en gesloten met het openen en sluiten van de vormholte voor de bak. Dit geeft produktietechnische voordelen, doordat de bakken met hun deksels in dezelfde gietoyclus worden vervaardigd waarbij de deksels direct met de betreffende bak verenigd kunnen worden zodra zij uit de vormen zijn gehaald 10 zelfs in een nog zeer verse toestand.

Voor het verhogen van de produktiecapaciteit is het voorts mogelijk op een enkele ondersteuning twee rijen naast elkaar gelegen vormen voor een bak aan te brengen dan wel gecombineerde bak en deksel vormen, waarbij elk stel van twee naast elkaar 15 gelegen vormen gelijktijdig wordt geopend en gesloten. Eventueel is het mogelijk twee vormen voor een bak of twee gecombineerde vormen voor een bak en een deksel boven elkaar te plaatsen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt voorzien • in een werkwijze voor het uit een kleisuspensie gieten van bak-, 20 ken met zijwanden, een bodemwand en een open top in een installatie welke een aantal vormen omvat welke in een horizontale rij op een steunconstructie zijn geplaatst, waarbij elke vorm.bestaat uit een negatief vormdeel met een holte voor het maken van de uitwendige vlakken van de zijwanden en een bodemwand van een 25 te gieten bak en een positief vormgedeelte met een kern welke dient om in de holte van het negatieve vormgedeelte geplaatst te worden voor het maken van de binnenvlakken van de zijwanden en de bodemwand, welke vormen zodanig zijn opgesteld dat de bakken in een stand worden gegoten waarbij de open topvlakken evenwijdig 30 gericht zijn aan de langsrichting van de rijen vormen, welke werkwijze bestaat uit het sluiten van alle vormen in de rij, het vullen van de vormen met een kleisuspensie waarna men de giettijd laat verstrijken, alle vormen in de rij worden geopend teneinde de kernen buiten contact te brengen met de zacht gegoten bakken 790 85 30 - 5 - in de negatieve vormgedeelten over een afstand welke voldoende is om er zeker van te zijn dat de bakken niet op de kernen klemmen wanneer zij als gevolg van de beginnende droogperiode gaan krimpen, men een vooraf bepaalde droogtijd laat verstrijken en 5 dan de gegoten vlakken achter elkaar uit de vormen verwijdert.

Door een aanvankelijke droogtijd te laten verstrijken met gedeeltelijk open vormen, kunnen de bakken voldoende drogen en verharden om verder behandeld te worden; gedurende het aanvankelijk drogen treedt krimp op doch aangezien de kern is terugge-10 nomen zal de vers gegoten bak niet op de kern vastkrimpen.

Het aanvankelijk over een kleine afstand openen van de vormen geschiedt door het toevoeren van perslucht in geschikt gebied tussen de positieve en negatieve vormdelen waarbij het mogelijk is op deze wijze alle vormen gelijktijdig te openen.

15 In het geval dat de installatie vormen omvat welke ge schikt zijn cm zowel een bak als een deksel in gescheiden vorm-hoitsn te gieten binnen eenzelfde vormeenheid, kan het voordelig zijn wanneer nadat alle vormdelen zijn gesloten en vastgeklemd, de vormholtes voor het deksel reeds zijn gevuld voordat het vul-20 len van de vormholtes voor de bak begint; het kan gewenst zijn een bepaalde vertraging te doen optreden nadat het vullen van de vormholtes voor het deksel is voltooid alvorens de vormholtes voor de bak warden gevuld. Het gieten van de deksels voor het gieten van de bakken vcorziet op deze wijze in een langere 25 giettijd voor de deksels zodat deze wanneer de bakken en de deksels uit de vorm worden genomen, de deksels reeds wat harder zijn zodat zij direct op de open top van de bak geplaatst kunnen worden.

Lesneembare inrichtingen van hetzuigtype worden bij voor-3G keur gebruikt voor het lichten van het deksel van het positieve vormdeel van de gietvorm en deze naar een Pak te brengen waarop het deksel later gemonteerd moet worden.

Ce uitvinding kan op verschillende manieren verwezenlijkt 780 85 30 ♦ - δ - worden en in de bijgaande tekening worden enkele uitvoeringsvormen besproken. In de tekening toont:

Fig.l schematisch een zijaanzicht van een installatie volgens de uitvinding voor het gieten van spoel- of stortbakken 5 voor waterclosets;

Fig.2 een perspectivisch aanzicht van twee naburige vormen in de rij vormen volgens fig.l;

Fig.3 een perspectivisch aanzicht overeenkomstig fig.2 van een tweede uitvoeringsvorm, waarbij elke vorm een gietholte 10 heeft voor een bak en voor een deksel;

Fig.4 een vooraanzicht van een rij vormen weergegeven in fig.3;

Fig.5 een perspectivisch aanzicht van een van de vormdelen volgens fig.3 in de richting van de rij vormen gezien; 15 Fig.6 een aanzicht van een deksel dat uit een vorm vol gens fig.3 en 5 is verwijderd;

Fig.7 schematisch een bovenaanzicht van een dubbele rij gecombineerde bak- en dekselvormen naast elkaar;

Fig. 8 een eindaanzicht van een dubbele rij vormen val-20 gens fig.7;

Fig.9 een eindaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een dubbele rij gecombineerde bak- en dekselvormen welke boven elkaar zijn geplaatst; en

Fig.10 een perspectivisch aanzicht van een mal voor het 25 verwijderen van de bakken uit de vormen, nadat deze gegoten zijn.

De uitvoeringsvorm volgens fig.l en 2 omvat een installatie voor het gieten van stortbakken voor waterclosets.

Een aantal gelijke vormen 10 bevinden zich op een in hoofdzaak horizontale rij. Elke vorm heeft een negatief vorm-30 deel 11 dat een vormholte 14 vormt met gietvlakken voor het maken van de buitenvlakken van de zij- en bodemwanden van de bak en een positief vormdeel 12 met een kern 15 welke binnen de holte 14 van het negatieve vormdeel 11 een vooraf bepaalde afstand beft 790 85 30 f· - 7 - paalt ten opzichte van de gietvlakken, in overeenstemming met de dikte van de wand van de te gieten bakj de kern is zodanig gevormd dat hiermede de binnenvlakken van de zijden en de bodem van de bak gegoten kunnen worden. Zoals gebruikelijk loopt elke 5 kern naar da bodem van de bak iets taps toe teneinde het lossen van de bak na het gieten te bevorderen. De uitdrukkingen ’’zijden” en "bodem” zijn gebruikt in verband met de werkzame toestand van de bak wanneer deze in een wc is geplaatst.’ De top van elke bak blijft open ofschoon in bedrijf een losneembaar deksel op de 10 top van de bak rust.

Zoals blijkt uit fig.l en 2 zijn de vormen 10 op een rij geplaatst zodat elke vormholte zodanig is gericht dat elke bak niet rechtopstaand, zoals gebruikelijk, wordt gegoten doch rustend op één zijde, waarbij de open top van de bak horizontaal 15 gericht is, evenwijdig aan de langsrichting van de rij.

Elke te gieten bak is van gebruikelijke vorm met een voar-en achterwand, welke breder zijn uitgevoerd dan de dwarswanden.

In het in fig.l en 2 weergegeven geval zijn de vormen met de giet-holtes zodanig opgesteld, dat de bakken met hun grootste afme- ψ 20 ting verticaal staan d.w.z. elke bak rust met één van de smalle zijden op de ondersteuning terwijl de achter- en de zijwanden rechtop staan. Het is duidelijk dat in de praktijk de voor- en achterwand resp. de zijwanden van elke bak licht gekromd uitgevoerd kunnen zijn.

25 2e vormen kunnen zodanig zijn opgesteld, .dat de bakken met hun voor- of achterwand, d.w.z. over 30° gedraaid om de langs-as evenwijdig aan de rij vanuit de stand volgens fig.2 geplaatst kunnen werden doch dit geeft moeilijkheden zoals nog besproken zal worden.

3D Ce vormen 10 liggen met hun einden naar elkaar toe in de rij waarbij de top van elk positief vormdeel 12 star verbonden is met de bodem van elk negatief vormdeel 11 van een naburige vorm in de rij. Elk stel star verbonden positieve en negatieve 790 8 5 30 4 - 8 - vormdelen wordt ondersteund op een wagentje 18 dat voorzien is van rollen of dergelijke lopers welke gemakkelijk over sporen 19 kunnen verplaatsen welke zich bevinden op de steunconstruc-tie,· zoals blijkt uit fig.l en 2 steken de kern 15 en het star 5 daarmee verbonden negatieve vormdeel 11 van een naburige vorm ter weerskanten van het wagentje 18 uit waardoor een stabiel geheel wordt verkregen. De lengte van de sporen 19 is iets groter dan de 'rij vormen zodat een ruimte ontstaat, waardoor de gegoten bakken achter elkaar verwijderd kunnen worden. De gehele 10 rij vormen, waarvan er 30 aanwezig kunnen zijn, omvat een klem-inrichting Cniet weergegeven] bestaande uit een steun aan het ene uiteinde van de rij en een druk uitoefenende inrichting, b.v. een schroef of een hydraulische of pneumatische zuiger, aan het andere einde van de rij.

15 Langs de rij en onder de steunconstructie loopt een toe- vaerleiding 21 voor de kleisuspensie met aftakkingen 22 die verbanden zijn met de inlaatpijpen 23 van de betreffende vormen.

Elke inlaatpijp 23 loopt via een kanaal naar een opening 24 nabij het midden van de bodem van elke bak waar een holte in de 20 gerede bak moet worden gemaakt voor de afvoer van water uit de bak. Tegenover de inlaatopening 24 voor de suspensie in de bodem van de kern 15 is een opening 26 aanwezig welke is bedekt met een zeef van 0,074 mm waar doorheen de suspensie niet kan passeren, welke opening 26 in verbinding staat met een kanaal 27, 25 dat door stippellijnen is aangeduid, en dat door de kern 15 van het positieve vormdeel 12 heen loopt naar één zijde van de rij.

De kernen 15 kunnen zoals bij gietvormen voor bakken gebruikelijk, hol zijn uitgevoerd, in welk geval de kanalen 27 gevormd warden door buizen, b.v. plastic buizen, welke door de holle kernen heen 30 lopen. De kanalen 27 zijn aan de buitenzijde verbonden met flexibele pijpen 30 naar een aftakleiding 31 welke boven de vormen loopt. De kanalen 27 kunnen eventueel ook eindigen in openingen aan de topzijde van elk positief vormdeel.

> 790 85 30 «· - 9 - -r-

Bij het gieten worden de vormdelen 11 en 12 van de vormen in de rij gesloten en door de kleminrichting tegen elkaar aan gedrukt. Met gesloten persluchtleiding 31 wordt een kleisuspensie onder druk via de leiding 21 gelijktijdig in alle vormholtss 5 geperst, waarbij de lucht welke zich in elke vormholte bevindt, door kleine ventilatiekanalen kan ontwijken welke zodra de vormholte gevuld is, worden afgesloten met kleisuspensie en dan verder geen dienst meer doen.

Men laat nu b.v. 1 uur verstrijken terwijl de suspensie, 10 tenminste aanvankelijk onder druk wordt gehouden om het mogelijk te maken dat de suspensie het vochtvolume kan aanvullen dat door het gips van de vormdelen is geabsorbeerd.

Wanneer de giettijd verstreken is wordt de voedingslijn gesloten en wordt de kleminrichting vrijgemaakt, terwijl de 15 aftakleiding 31 wordt geopend waardoor perslucht via het kanaal 27 in de kern wordt toegelaten en via de zeef in de opening 26 komt. Deze druk treedt gelijktijdig in alle vormen op zodat lucht tussen de kern en de bak kan komen en alle vormen 10 eniger- Λ mate b.v. 10 cm, wouden geopend.

20 Wanneer de kanalen 27 eindigen in openingen in de top van elk positief vormgedeelte, kan lucht in elke vorm afzonderlijk worden toegelaten door gebruik te maken van een mondstuk. 0e druk van de lucht alleen is al voldoende om de vormhelften te openen of van elkaar te scheiden hetgeen eventueel bevorderd kan worden 25 door een bedienaar welke de vormen cpentrekt. De vormen kunnen tot aan de hoogte van elke kern geopend werden doch een belangrijk punt is dat het openen geschiedt over een afstand welke tenminste voldoende is cm er zeker van te zijn dat de bakken niet op de kernen kunnen klemmen wanneer zij gedurende de beginperic-3G de van het drogen krimpen.

Wanneer alle vormen 10 geopend zijn iaat men de vormstuK-ken enige tijd dregen zodat de nog zachte bakken beginnen te verharden. Een dergelijke verharding kan gepaard gaan met krimp /9535 30 - IQ - doch aangezien de Kern 15 uit de baK getrokken is zal deze niet op de kern vastkrimpen. Tijdens het drogen kan lucht in de vormen toegelaten worden teneinde het snel drogen te bevorderen. De lucht kan eventueel verhit zijn. De kanalen 27 waar doorheen 5 lucht wordt toegevoerd kunnen ook worden gebruikt voor de toevoer van drooglucht.

Nadat enige tijd gedroogd is, een half uur is voldoende, worden de vormen geheel geopend en de betreffende bakken daaruit gehaald. Dit geschiedt door de kern 15 van de eerste vorm in de 10 rij uit het negatieve vormdeel 11 te verwijderen en wel zover, tot een bak uit het negatieve vormdeel 11 getrokken kan worden.

De bedienaar drukt dan de mal volgens fig.10 in de bak en licht deze voorzichtig uit het vormdeel. Wanneer de bak vrij van het vormdeel 11 is gekomen wordt deze in de rechtop staande toe-15 stand gekanteld en op een nabij gelegen rek geplaatst. Vervolgens wordt een volgende vorm gelost door het vrijgemaakte, negatieve vormdeel 11 te verwijderen zo ook het daarmee verbonden positieve vormdeel 12 van een volgende vorm in de rij waardoor een volgende vorm toegankelijk wordt, derhalve de daarin aanwezi-20 ge bak.

In plaats van elke bak met de hand uit de negatieve vorm te halen kunnen ook mechanische hefmiddelen worden gebruikt.

De constructie van de vorm kan ook anders zijn dan weergegeven, bestaande uit twee vormdelen, b.v. kan het negatieve 25 vormdeel verder zijn onderverdeeld waarbij elk deel afzonderlijk kan worden verwijderd voor het vereenvoudigen van het lossen van de gegoten bak, b.v. in verticale zin.

Het is duidelijk dat gedurende de aanvankelijke droogpe-riode, wanneer alle vormen gedeeltelijk open zijn, de dwarswand 30 van een bak welke bovenin de vorm gelegen is sterk genoeg moet zijn om niet als gevolg van zijn eigen gewicht door te zakken.

Een dergelijke moeilijkheid treedt niet op wanneer, zoals weergegeven, de smalle zijde boven ligt aangezien de breedte daarvan » 7908530 - 11 - betrekkelijk klein is. Wanneer de vormen worden gegoten in de stand welke 30° om de langsas van de rij is gedraaid, dan zal een .grotere voor- of achterwand van de bak welke aan de bovenzijde en in hoofdzaak horizontaal ligt de neiging hebben om geduren-5 de het drogen door te zakken.

□f doorzakken plaats vindt hangt uiteraard af van de afmetingen en de vorm van de bak. Dit doorzakken kan worden verhinderd door de giettijd te verlengen of te voorzien in een ondersteuning voor de bovenwand wanneer de vermen gedurende de aanvan-10 kelijke droogperiede worden geopend.

De fig.3, 4 en 5 tonen een uitvoeringsvorm waarbij elke vorm aan één zijde van de rij extra vormdelen bevat voor het gieten van het deksel voor de bak.

Elk negatieve vormdeel 11 draagt een positief vormdeel 15 40 van de vorm voor het deksel en de top van elk negatief vorm deel 12 draagt een corresponderend negatief vormdeel 41 voor de vormmiddelen van het deksel. De positieve en negatieve vormdelen 40 en 41 van het deksel zijn zodanig opgesteld, dat de met elkaar samenwerkende vlakken in hetzelfde vlak liggen als de met. elkaar 20 samenwerkende vlakken van de positieve en negatieve vormdelen 12 en 11, zodat de twee haltes van elke vormeenheid gelijktijdig geopend en gesloten kunnen worden. De vormdelen 40 en 41 worden aan de achterzijde gesteund door een versterkingsribbe of hoek-steun 43.

25 Zoals blijkt uit fig.4 zijn de gecombineerde vormeenheden enigermate zijdelings verzet naar die kant waar de vormholten voor de bak zijn gelegen, op het wagentje 18 gezet waardoor de bedienaar gemakkelijker bij de bakken kan komen nadat zij gegoten zijn.

30 De wijze van gieten is dezeifce als besproken met betrek king tot de uitvoeringsvorm volgens fig.l en 2.

Alle gietnoltes voor de bak en alle gietholtes voor het deksel worden met suspensie gevuld, waarbij vulleidingen aanwe- 7 3 Q 8 5 3 0 Λ - 12 - zig zijn voor het vullen van de dekselholten enerzijds en de bakholtes anderzijds, in het bijzonder wanneer de deksels hol uitgevoerd moeten zijn zodat teveel aan suspensie na het gieten kan worden verwijderd, waarbij na het verstrijken van een giet-5 tijd de vormen worden geopend j'door perslucht en een begindroog-tijd kan verstrijken waarna de gegoten artikelen worden verwijderd. Elke bak wordt op de bovenbeschreven wijze uit de vorm gehaald en op een nabijgelegen rek geplaatst, waarbij het deksel 44 uit dezelfde vorm wordt gehaald met behulp van een zuignap 10 45 als weergegeven in fig.S welk deksel 44 dan direct op de open top van een bak wordt gezet; alle verdere noodzakelijke handelingen kunnen dan worden verricht zonder het deksel van de bak af te halen.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kunnen de gietholtes 15 voor het deksel in een rij vormen met kleisuspensie worden gevuld voordat de vormholtes voor de bak worden gevuld zodat een giettijd reeds is verstreken voordat de bakken worden gegoten.

Dit betekent dat de deksels in een verder stadium zijn wanneer de vormen worden geopend zodat ook de deksels wat ster-20 ker zijn wanneer zij uit de vormholtes worden gehaald.

De uitvoeringsvormen volgens fig.7 en 8 dienen voor het vergroten van de produktiecapaciteit waarbij twee rijen gecombineerde bak- en dekselgietvormen 50A en 50B zijn getekend, elk met een vormholte 52 voor een bak en een vormholte 53 voor een 25 deksel-, welke· naast elkaar op dezelfde steunconstructie zijn geplaatst, en een wagentje 51 de naast en met elkaar verbanden vormdelen van naburige vormen ondersteunt. Door een openende beweging worden de vier gietholtes gelijktijdig geopend nl. twee gietholtes voor de bak en twee gietholtes voor het deksel.

30 In een gietcyclus kunnen derhalve tweemaal zoveel bakken en deksels vervaardigd worden.

Een andere uitvoeringsvorm voor het vergroten van de pro-duktie toont fig.9 waarbij in plaats van een dubbele rij vormen » 790 3 5 30 - 13 - naast elkaar, de twee rijen boven elkaar zijn gezet. Elke vorm-eenheid omvat een bovenste vorm 54 voor een bak en een bovenste vorm 55 voor een deksel, alsmede een onderste vorm 56 voor een bak en een onderste vorm 57 voor een dekselj met elkaar carres-5 panderende bovenste en onderste vormdelen vormen één geheel of zijn stijf met elkaar verbonden.

Bij al deze uitvoeringsvormen geeft het lichten van de kernen voor het verwijderen van de bakken nadat deze gegoten zijn, en het klemmen van een rij vormen door één inrichting geen 10 enkele moeilijkheid; in elk geval is de vereiste klemkracht kleiner dan tot nog toe met het oog op het richten van de vormholtes, aangezien de bakken op hun zijde staand, worden gegoten waarbij ook de opwaartse druk welke op de vormdelen werkt wanneer de vormholtes met suspensie worden gevuld kleiner zijn en doelmati-15 ger in de vormconstructie opgenomen kunnen worden.

De ontwikkelingen in de keramische gietindustrie hebben geleid tot compacte installaties zodat ook grotere aantallen vormen in één gietcyclus gevuld kunnen worden welke door één man bediend kunnen worden. De vormen vereisen in dit geval min-20 der vloerruimte. Hiertoe draagt ook het boven of naast elkaar aanbrengen van de rijen vormen, bij.

700 85 3 Q

Claims (14)

1. Installatie voor het uit vloeiend keramisch materiaal gieten van bakken voorzien van zijwanden, een bodemwand en een open top, welke installatie een aantal vormen omvat elk bestaande uit een negatief vormdeel met een holte voor het maken van de 5 buitenvlakken van de zijwanden en bodemwand van de te gieten bak en een positief vormgedeelte met een kern welke in de vormholte van het negatieve vormdeel gebracht kan worden voor het maken van de binnenvlakken van de zijwanden en de bodemwand van de bak alsmede middelen voor het in de gesloten stand vastklemmen 10 van de vormen tijdens het gieten, met het kenmerk, dat een aantal vormen (10) op een horizontale rij op een ondersteuningscon-structie (19) is geplaatst waarbij de vormdelen (11, 12) welke gesteund worden door transportmiddelen (18) een beweging mogelijk maken in de langsrichting van de rij vormen voor het schei-15 den en sluiten van de vormdelen, welke vormdelen geplaatst zijn op transportmiddelen zodat de bakken gegoten worden in de stand waarbij de open vlakken evenwijdig gericht zijn aan de langsrichting van de rij vormen.

2. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 vormen in dezelfde richting verlopen zodat het uiteinde van een negatief vormdeel dat wordt gebruikt voor het maken van de bodem van de bak, gelegen is nabij de tap van een positief vormdeel van de volgende daarnaast liggende vorm in de rij.

3. Installatie volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, 25 dat naburige vormdelen van naast elkaar liggende vormen onderling verbonden zijn.

4. Installatie volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de vormen op een rij samen worden geklemd door een gemeenschappelijke kleminrichting bestaande uit een steun aan het ene 30 uiteinde van de rij en een druk leverende inrichting aan het an- 790 85 30 - 15 - dere einde.

5. Installatie volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vormen zodanig zijn uitgevoerd, dat bakken met in hoofdzaak vlakke wanden gemaakt kunnen worden waarbij de zijwanden 5 aan de voor- en achterzijde breder zijn dan de dwarswanden, welke vormen zodanig zijn opgesteld, dat de bakken met hun grootste afmeting verticaal staan d.w.z. met de smalle zijwanden boven elkaar terwijl de voor- en achterwanden in hoafdzaak verticaal staan.

8. Installatie volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat voor het openen van de vormen na het gieten een luchtinlaat (28] aanwezig is in elke vormeenheid n a bij het eindvlak van de kern (15] welke het binnenvlak van de bodem van de bak vormt, welke luchtinlaat verbonden kan worden met een bron voor pers-15 lucht via een kanaal (17] dat zich in de kern bevindt.

7. Installatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke luchtinlaat een opening omvat welke is afgedekt met een zeef waar doorheen de kleisuspensie niet kan passeren.

8. Installatie volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, 20 dat de negatieve en positieve vormdelen uitsteeksels (40, 413 hebben welke zich bevinden naast af boven de vormdelen voor de bak, welke uitsteeksels positieve en negatieve vormdelen zijn voor het bepalen van een gescheiden vormholte voor het maken van een deksel dat op de open bak gezet kan worden, waarbij de pcsi-25 tieve en negatieve vormdelen van de deksel zodanig zijn opgs-steld, dat de vormholte gelijktijdig wordt geopend en gesloten met het openen en sluiten van de vormholte van de bak. S. Installatie volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat elke vormeenheid twee vormholtes voor een bak heeft dan wel 30 twee gecombineerde vormdelen voor het deksel en een bak welke naast elkaar zijn gelegen waarbij elk paar naast elkaar gelegen vormdelen gelijktijdig geopend en gesloten kunnen worden.

10. Installatie volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, 780 85 30 - 16 - * dat elke vormeenheid bestaat uit twee vormdelen voor een bak of twee gecombineerde vormen voor een bak en een deksel, welke delen boven elkaar zijn gelegen waarbij elk stel boven elkaar gelegen vormen gelijktijdig geopend en gesloten kan worden.

11. Werkwijze voor het uit keramisch materiaal in suspensie gieten van bakken met zijwanden, een bodemwand en een open top, in een installatie welke bestaat uit een aantal vormen elk met een negatief vormdeel voorzien van een holte voor het maken van de buitenvlakken van de zijwanden en de bodemwand van de bak, 10 welke gegoten moet worden, en een positief vormdeel met een kern welke dient voor het in de vormhalte van het negatieve deel plaatsen en het vormen van de binnenvlakken van de zijden en de bodemwand, met het kenmerk, dat de vormen CIO] worden opgesteld in een in hoofdzaak horizontale rij op een steunconstructie C19D 15 zodanig, dat de bakken in een stand worden gegoten waarbij de open top evenwijdig loopt aan de langsrichting van de rij vormen, waarbij allereerst de vormen in de rij worden gesloten, deze worden gevuld met een kleisuspensie en na enige tijd de vormen worden geopend teneinde de kernen C15D uit de zachte, 20 gegoten bakken in het negatieve vormdeel til] te halen over een afstand welke tenminste voldoende is om er zeker van te zijn dat de bakken niet om de kernen klemmen wanneer zij gedurende de beginperiode van het drogen krimpen, waarna nadat enige droogtijd is verstreken de gegoten bakken achter elkaar uit de 25 vorm worden gehaald.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het aanvankelijk openen van de vormen over een kleine afstand geschiedt door het toevoeren van perslucht op een geschikte plaats tussen de positieve en negatieve vormdelen van de gietvorm.

13. Werkwijze volgens conclusies 11 - 12, met het kenmerk, dat de installatie vormen omvat welke zowel een bak als een deksel kunnen gieten in afzonderlijke gietholtes binnen dezelfde vormeenheid, waarbij nadat de vormeenheden alle gesloten en vast- T. 790 85 30 - 17 - geklemd zijn, ds vormholtes voor ds deksels eerder worden gevuld dan die van de bakken.

14. Werkwijze volgens conclusies 11 - 13, met het kenmerk, dat de installatie vormen omvat waarin zowel een bak als een dek- 5 sel gegoten kan worden in gescheiden vormholtes binnen de vorm-eenheid waarbij na het aanvankelijk drogen elke bak uit de vorm wordt genomen, rechtop wordt gezet en voorzien van een deksel dat uit dezelfde vormeenheid is gehaald en gezet wordt op de open top van de bak, terwijl deze zich in de nog vers gegoten IQ toestand bevindt.

15, Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat elk deksel uit de vorm wordt gehaald en op een bijbehorende bak wordt geplaatst met behulp van een zuignap C45]. 790 35 30