NL7908372A - Stelsel voor het op afstand bedienen en bewaken van deuren, in het bijzonder nooddeuren. - Google Patents

Description

♦ « ' ' S

Lx 5^39 : Stelsel τοογ het op afstand bedienen en bewaken van deuren, in het bijzonder nooddeuren·

Het is gebruikelijk, en ten dele ook verplicht, gebouwen, waarin betrekkelijk grote aantallen personen aanwezig kunnen zijn, zoals bedrijfsruimten, theater- en vergaderzalen e.d., van nooddeuren te voorzien, die in de vluchtrichting moeten openen, en een 5 slot met een gemakkelijk te bedienen ontgrendeling moeten bezitten, in het bijzonder door middel van een horizontale bedieningsstang, waarmede door het uitoefenen van een lichte druk het slot kan worden ontgrendeld.

Dergelijke deuren worden echter dikwijls ook onder nor-10 male omstandigheden gebruikt. Om een onbevoegd gebruik tegen te gaan een alarminrichting worden 'toegepast, die alleen door middel van een sleutel buiten werking kan worden gesteld. Daartoe is een slot bekend, dat een ingebouwde batterij en een daarmede verbonden alarmtoestel omvat, alsmede een schakelaar, die bij het ontgrendelen 15 van het slot wordt gesloten, waarbij de alarmketen met een sleutel-schakelaar kan worden geopend. Ook bij het van de deur verwijderen van het slot wordt het alarm ingeschakeld.

Sen bezwaar van dergelijke deuren is, dat deze pas worden geopend, wanneer op de bedieningsstang van het slot wordt gedrukt.

20 In het geval van paniek, en vooral bij sterke rookontwikkeling, kan het voorkomen, dat men de nooddeur niet vindt, terwijl ook brandweerlieden niet van buitenaf door de nooddeuren naar binnen kunnen komen. Ook wanneer dergelijke deuren van buitenaf met een sleutel kunnen worden geopend, kan dit nog aanmerkelijk worden vertraagd, 25 wanneer de sleutels niet onmiddellijk of niet in voldoende aantallen beschikbaar zijn. Ook kan het voorkomen, dat, wanneer krachtig tegen de deuren wordt gedrukt, de schoot van het slot door de toegenomen wrijving niet goed of moeilijk wordt teruggetrokken, waardoor het . openen van de deur wordt vertraagd, hetgeen vooral bij paniek ern-30 stige gevolgen kan hebben.

De uitvinding verschaft een stelsel, dat onder gebruikmaking van dergelijke sloten het' vanuit een centraal punt en/of door 790 8372 r ·* 2 tussenkomst van een of meer brandmelders opene» van dergelijke deuren mogelgk maakt, terwijl de deuren afzonderlijk op de gangbare wijze geopend kunnen worden*

Daartoe heeft het stelsel volgens de uitvinding als ken-5 merk, dat de stroombron van elk slot een oplaadbare batterij is, die door middel van een tweedraadsleiding met een laadstroombron in verbinding is of kan worden gesteld, met welke leiding een vergren-delingsmagneet door middel van zodanig gepoolde dioden is verbonden, dat deze magneet in de laadtoestand van de batterij niet wordt be-10 krachtigd, terwijl bij omkering van de laadspanning over de leiding althans ongeveer de som van de laad- en de batterijspanning over deze magneet komt te staan, waardoor deze wordt bekrachtigd, en dat de deur van bijkomende middelen is voorzien, waarmede kan worden verhinderd, dat na het elektrisch ontgrendelen het slot weer werk-15 zaam kan worden', alvorens dit met de hand is teruggesteld.

* Op deze wijze wordt niet alleen de plaatselijke stroom bron op spanning gehouden, doch kan bovendien op eenvoudige wijze door middel van een tweedraadsverbinding de deur op afstand worden geopend, zodat deze ook in geval van paniek of sterke rookontwikke-20 ling gemakkelijk wordt gevonden, en verder ook van buitenaf toegankelijk wordt.

De bijkomende middelen voor het verhinderen van het opnieuw sluiten van de deur kunnen een deurdranger omvatten, waarmede de deur na het ontgrendelen van het slot wordt geopend, terwijl de-25 ze middelen ook een bijkomende ontgrendelingsveer kunnen omvatten, die door middel van een door de ontgrendelingsmagneet te bedienen pal gespannen kan worden gehouden, en na het ontgrendelen de schoot van het slot onwerkzaam maakt, welke veer door middel van een van buitenaf te bedienen spanonderdeel weer kan worden gespannen, een 30 en ander zodanig, dat bij gespannen veer de bediening van de schoot met behulp van een normaal bedieningsonderdeel onafhankelijk van deze veer kan geschieden. Om een mogelijkerwijs op de schoot werkende grote wrijvingskracht te overwinnen kan in het bijzonder tussen deze veer en de schoot of onderdelen daarvan een trage massa 35 worden aangebracht, die bij het ontspannen van de veer wordt versneld, en als een hamer op de schoot inwerkt, terwijl ook schoten 790 8 3 72 % ΐ 3 kunnen worden gebruikt, die bij het openen een afrolbeweging in de slotplaat uitvoeren, en dan een geringe wrijving ondervinden.

In het bijzonder is de voornoemde leiding door middel van deurpostkontakten met de in het slot aanwezige onderdelen verbonden, 5 welke kontakten bij het openen van de deur worden geopend, terwijl in de leiding een voor de stroom gevoelig onderdeel is opgenomen, waarmede het uitvallen van de stroom kan worden vastgesteld, zodat Λ het openen van een deur centraal kan worden aangetoond, en tevens een waarschuwing wordt gegeven voor het uitvallen van de beveiliging 10 door stroomstoringen, beschadiging van de leidingen of dergelijke·

In serie met de ontgrendelingsmagneet kan voorts een scha-kelonderdeel zijn opgenomen, dat normalerwijs geopend is, terwijl over deze serieschakeling een condensator is geschakeld, die bij het omkeren van de spanning over de leiding tot ongeveer de som 13 van de leiding- en de batterijspanning wordt geladen, welke condensator zo groot is, dat de aldus verkregen lading voldoende is om de ontgrendelingsmagneet te bekrachtigen,terwijl voorts over deze condensator een vertragende besturingsketen is geschakeld, waarvan de vertragingstijd althans ongeveer overeenkomt met de laadtijd 20 van de condensator, een en ander zodanig, dat bij het bereiken van de gewenste lading het schakelonderdeel wordt gesloten om de magneet vanuit de condensator te bekrachtigen. Dit heeft het voordeel, dat bij een groter aantal vanuit een punt te bedienen deuren altijd voldoende stroom ter plaatse van de verschillende sloten kan worden 25 geleverd om deze sloten te ontgrendelen.

De voornoemde deurdringer voor het na het ontgrendelen opendrukken van de deur wordt op een niet met het van het slot voorziene deurgedeelte meebewegende ondersteuning bevestigd, en omvat een rond een in hoofdzaak evenwijdig aan het deuroppervlak 30 scharnierende arm, die door een met de as verbonden veer tegen dit deurgedeelte wordt gedrukt, welke veer bij het sluiten van dit deurgedeelte wordt gespannen. In het bijzonder wordt deze dringer op een tweede deurgedeelte bevestigd, dat van de met het op het eerste deurgedeelte bevestigde slot samenwerkende slotplaat is voorzien, 35 waarbij dan de arm voorbij de scharnieras wordt verlengd, en in de gesloten toestand van de beide deurgedeelten met een op het deur- 790 83 72 % *

V

kozijn bevestigde slotplaat in aangrijping kan komen, om aldus na bet aangrijpen van bet slot de beide deurgedeelten ten opzichte van bet kozijn vast te houden·

De uitvinding zal in bet onderstaande nader worden toege-5 licht aan de band van een tekening; hierin toont: fig· 1 een vereenvoudigd ketenscbema van bet elektrische gedeelte van bet stelsel volgens de uitvinding; fig· 2 een gewijzigde uitvoeringsvorm van een deel van deze keten; 10 fig· 3 en ^ aanzichten van een bijzondere deurdringer volgens de uitvinding voor een dergelijk stelsel; en fig. 5 een sterk vereenvoudigd schema van een bijzondere uitvoering van een deurslot voor een dergelijk stelsel·

In fig· 1 is bet beginselscbema van bet stelsel volgens 15 de uitvinding voor bet bedienen van een of meer nooddeuren getoond· Deze deuren zijn daarbij van een slot voorzien, dat de binnen de lijn 1 gelegen onderdelen omvat, en wel een batterij 2, een alarmtoestel 3, een bij bet ontgrendelen van bet slot of bet van de deur verwijderen daarvan te sluiten kontakt en een schakelaar 5» die 20 door middel van een sleutel '6 kan worden geopend. Bet alarm wordt ingeschakeld bij het openen van bet slot, tenzij de sleutel 6 wordt gebruikt* Deze sleutel kan daarbij tevens voor het ontgrendelen van de deur worden gebruikt.

Volgens de uitvinding wordt deze keten door middel van 25 een tweedraadsleiding 7 en een ompoolschakelaar 8 verbonden met een gelijkstroombron 9· De batterij 2 is daarbij een oplaadbare batterij, die in de afgebeelde stand van de schakelaar 8 door tussenkomst van een diode 10 met de stroombron 9 in de laadzin is verbonden.

De spanning van de bron 9 is voldoende boog om over de 30 batterij 2 een spanning in stand te houden, die hoger is dan de batterijspanning, zodat er voortdurend een laadstroom door de leiding 7 zal vloeien, die met een voor de stroom gevoelig ketenonderdeel 11 kan worden vastgesteld· Wanneer de stroomsterkte beneden een bepaalde drempelwaarde afneemt, die onder de ook in de geladen 35 toestand door de batterij 2 vloeiende stroomsterkte is gelegen, wordt een waarschuwingsonderdeel 12 ingeschakeld. Dit geschiedt in 7908372 % * 5 het bijzonder, wanneer de stroom geheel uitvalt, bijvoorbeeld wanneer de stroomvoorziening is gestoord, de leiding 7 wordt doorge-sneden, of wanneer deurpostkontakten 13 worden geopend, die zodanig zijn uitgevoerd, dat de verbinding bij het openen van de deur wordt 3 verbroken·

Over de diode 10 is verder door tussenkomst van een diode een magneetspoel 13 geschakeld, welke diode de normale laadstroom niet doorlaat· Deze spoel 13 is ingericht om bij bekrachtiging het deurslot te ontgrendelen. Vanneer de deur van een dringer of derge-10 lijke is voorzien, zal bij het bekrachtigen van de magneet de deur openspringen, en dan niet meer in het slot vallen.

Om de spoel 13 te bekrachtigen wordt de schakelaar 8 omgelegd, waardoor de beide stroombronnen 2 en 9 ia serie komen te staan, en wel in de doorlaatzin van de diode 14, terwijl de diode 15 10 dan kerend wordt. Zodra de deur openspringt, worden de deur- kontakten 13 geopend, en valt de stroom af, hetgeen door het toestel 12 wordt aangegeven. Tevens komt het alarm 3 in werking, hetgeen bijvoorbeeld bij sterke rookontwikkeling ertoe kan bijdragen, dat de geopende nooddeur gemakkelijk kan worden gevonden. Vanneer de 20 deur weer wordt gesloten, terwijl de schakelaar 8 nog niet 'is.teruggesteld, wordt het slot weer ontgrendeld.

Zoals bij 16 is aangeduid, kunnen verscheidene deursloten 1 parallel met de bron 9 worden verbonden, zodat dan met de schakelaar 8 alle deursloten gelijktijdig worden ontgrendeld. Inplaats 25 van een enkel ketenonderdeel 11 kan ook voor elk slot 1 een bijbehorend onderdeel worden gebruikt, zodat dan kan worden vastgesteld, welke deur is geopend.

Een bezwaar van deze schakeling kan zijn, dat bij een groot aantal deursloten vrij veel stroom moet worden geleverd om 30 alle magneten 15 tegelijk te bekrachtigen. Fig. 2 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van het gedeelte 1 van fig· 1, waarbij in serie met de spoel 15 een bestuurbare diode 17 ie geschakeld, terwijl het geheel met een grote condensator 18 is overbrugd. Deze laatste wordt na het omleggen van de schakelaar 8 eerst opgeladen 35 tot aan de somspanning van de bronnen 9 en 2. Wanneer deze condensator bijvoorbeeld ongeveer 5 ®F groot is, de voornoemde somspanning 790 83 72 * -* 6 ongeveer 20 V bedraagt, en de laadstroom door bijkomende veerstanden en verder door de leiding-, kontakt- en diodeweerstanden tot gemiddeld bijvoorbeeld 50 mA is beperkt, bedraagt deze laadtijd ongeveer 1,5 s. Parallel aan de condensator 18 is nog een serie-5 schakeling van een weerstand 19 en een condensator 20 geschakeld, waarvan de RC-tijd iets langer is dan de voornoemde laadtijd, en bijvoorbeeld 2 s bedraagt· Het verbindingspunt tussen 19 en 20 is door tussenkomst van een bijkomend schakelonderdeel 21, bijvoorbeeld een geschikte transistorschakeling, met de stuurelektrode van 10 de diode 17 verbonden· De laatstgenoemde wordt na het verstrijken van de voornoemde vertragingstijd geleidend gemaakt, zodat de condensator 18 zich dan door de spoel 15 heen kan ontladen. In elk slot is aldus een tijdelijke stroombron aanwezig, die voldoende stroom kan leveren om het slot te ontgrendelen, terwijl met een be-15 trekkelijk zwakke laadstroom ia een voldoende korte tijd de ver-, eiste lading kan worden geleverd.

In de praktijk wordt meestal in het slot 1 nog een stroomverklikker in de vorm van een lichtdiode, glimlarapje of dergelijke aangebracht, zoals in fig«1 schematisch bij 11' is aangeduid, 20 welke verklikker voldoende gevoelig is om ook bij de zwakke reststroom, die in de geladen toestand nog door de batterij 2 vloeit, aan te spreken· Dit heeft het voordeel, dat bij inspectie, bijv· door de brandweer, kan worden volstaan met het nagaan van het branden van de lampjes in de deuren, en een feitelijke beproeving van de 25 deurwerking achterwege kan blijven, daar het vloeien van deze stroom een voldoende aanwijzing voor de werkzaamheid van het deurslot vormt· De door de onderdelen 11 in het centrale punt vastgestelde stroom is geen volstrekt zekere aanwijzing daarvoor, daar deze ook door een isolatielek zou kunnen worden veroorzaakt. De verklikker 11' is 30 door de diode 10 van de batterij 2 gescheiden, en kan dus niet door een ontlaadstrooo van de batterij worden beïnvloed·

Het is overigens ook mogelïjk in het slot of nabij de deur een bijkomende ompoolschakelaar 8 aan te brengen, die bijv· alleen met behulp van een bijzondere sleutel kan worden bediend of toe-35 gankelijk ken worden gemaakt, zodat dan ter plaatse de werking van de deur kan worden nagegaan. Deze sleutel kan bijv, ook de sleutel 6 van fig.1 zijn.

790 8 3 72 7

Het is verder mogelijk de omppolschakelaar 8 voor een deur of een groep van deuren door middel van een plaatselijke brand» of rookmelder te bedienen* zodat dan alleen de branddeuren in het onmiddellijk bedreigde gedeelte van het gebouw worden vrijgemaakt.

5 Om ervoor te zorgen* dat de deur na het ontgrendelen open» springt* kan deze van een geschikte dringer worden voorzien. De uitvinding verschaft een bijzondere dringer, die ook voor dubbele deuren geschikt is, waarbij slechts een deurhelft van een slot be» hoeft te worden voorzien, terwijl de andere helft de bijbehorende 10 slotplaat alsmede deze deurdringer draagt, die bijkomend als ver» grendeling voor deze deurhelft dient. Sen dergelijke dringer is in fig. 3 en k weergegeven.

De van het slot voorziene deurhelft is met 22, en de andere met 23 aangeduid. Op de laatstgenoemde is een kast étk beves» 15 tigd, waarin een as 25 is ondersteund, en waarin voorts, een wringings-veer is opgenomen, die, zoals gezien in fig. 4, deze as linksom tracht te draaien. Op de as 25 is een arm 26 bevestigd, die aan het benedeneinde een rol of andere geschikte aanslag 27 draagt, die te» gen de deurhelft 22 rust, zoals in fig. k met doorgaande lijnen is 20 aangeduid.

Het andere einde 28 van deze arm, dat voorbij de as 25 is gelegen, grijpt in de gesloten toestand van de deur achter een op het kozijn 29 aangebrachte aanslag 30. Wanneer het op de deurhelft 22 aangebrachte slot 1 met de bijbehorende slotplaat op de deurhelft 25 23 in aangrijping is, is tevens door de eerstgenoemde helft de arm 26 geheel naar binnen gedrukt, zodat dan deze helft 25 ten opzichte van het kozijn 29 wordt vergrendeld. Wanneer het slot, hetzij met behulp van de bedieningshefboom, hetzij langs elektrische weg, wordt ontgrendeld, drukt de veer de arm 26 naar buiten, zoals in fig. *l· 30 met onderbroken lijnen is aangeduid, zodat dan de deurhelft 22 naar buiten wordt gedrukt, terwijl tevens de andere deurhelft 23 wordt ontgrendeld, en verder met de hand kan worden opengedrukt zonder daartoe bijkomende grendelmiddelen te moeten bedienen. Dit betekent % derhalve, behalve een vergroting van het bedieningsgemak, een be» 35 sparing aan onderdelen, terwijl voorts op zeer eenvoudige wijze een volstrekt veilige ontgrendeling en opening van de deuren wordt bewerkstelligd.

790 83 72 V -fc .

8

Het kan voorkomen, dat het intrekken van een deurslot-schoot wordt bemoeilijkt, doordat de wrijving tegen de slotplaat, bijvoorbeeld wanneer bij het openen tegen de deur wordt gedrukt, wordt vergroot, zodat ervoor moet worden gezorgd, dat de .schoot ook 5 onder zulke omstandigheden met zekerheid wordt vrijgemaakt· Bovendien moet de deur ook met de normale mechanische bedieningsmiddelen kunnen worden geopend, niet alleen onder normale omstandigheden, doch ook wanneer de elektrische bediening zou weigeren.

Fig.5 toont op sterk vereenvoudigde schematische wijze 10 de voornaamste onderdelen van een aan de voornoemde eisen aangepast slot. Dit slot omvat een op zichzelf bekende schoot 32 met twee symmetrische afgeronde zijvlakken 33 en een afgerond achter-vlak 34* In het afgebeelde geval omvat de schoot 2 langwerpige gleuven 33i waarin vaste pennen 36 steken, zodat de schoot in twee draai-13 zinnen rond steeds een van de pennen 36 kan draaien· In het algemeen worden in plaats daarvan scharnierarmen gebruikt, die eenzelfde effect hebben, doch de getoonde uitvoering is eenvoudiger weer te geven. De kromming van de oppervlakken 33 is daarbij zodanig, dat een afwenteling tegen de naburige rand van een slotplaat 37 plaats-20 vindt, wanneer de schoot daartegen wordt gedrukt. De beweging van de schoot wordt tegengewerkt door een aandrukrol 33, die door een veer 39 tegen het oppervlak 34 wordt gedrukt. Eenvoudigheidshalve is een symmetrisch werkende aandrukrol getekend, die in de openings-en de sluitzin een zelfde weerstand tegen verplaatsing van de schoot 25 uitoefent, doch in de praktijk wordt de rol zodanig onderstéund, dat de schoot bi.j het sluiten van de deur gemakkelijk insnapt, doch het opendrukken van de deur doeltreffend wort verhinderd, tenzij de rol wordt afgelicht.

De rol 33 kan naar binnen worden getrokken om de schoot 30 33 vrij te geven, waarna het volstaat tegen de deur 32 te duwen om deze te openen. Dit kan op twee wijzen geschieden, en wel met behulp van een trekonderdeel 40,dat verder met een niet nader aangeduid bedieningsonderdeel, bijvoorbeeld een drukstang, is gekoppeld, terwijl de rol 38 ook naar binnen kan worden gedrukt met behulp van 315 een stang 41, waarvan een uiteinde 42 is verbreed tot een aanslag-vlak, waartegen het uiteinde van een drukveer 43 kan slaan, wanneer 790 83 72 * 9 9 deze wordt ontspannen. Deze veer 43 wordt door middel Tan een gren-delnok 44 in de gespannen- toestand gehouden, welke nok door de mag** neetspoel 13 kan worden teruggetrokken. Wanneer de veer 4-3 zich dan ontspant, wordt de stang 4-1 met kracht teruggetrokken, waardoor 5 de rol 38 van de schoot 33 wordt afgelicht. Deze kan dan vrij draaien, zodat de deur 32 met de hand kan worden geopend dan wel door de deurdranger wordt opengedrukt· De veer 43 kan weer worden gespannen met behulp van een naar buiten stekende spanknop 43 of met een sleutel of kruk.

10 Daar een dergelijke bijzondere schoot weinig wrijving ondervindt, en verder door de wentelbeweging het openen van de deur niet hindert, zodra de rol 38 is teruggetrokken, zal een dergelijk slot niet gemakkelijk vastlopen. Een verder voordeel is, dat het terugtrekken van de grendelnok 44 met een betrekkelijk geringe mag-13 neetkracht kan geschieden, zodat de magneet 13 dienovereenkomstig weinig stroom zal verbruiken.

Wanneer de veer 43 niet onder alle omstandigheden voldoende kracht kan leveren om de rol 38 terug te trekken, of wanneer een normale schoot wordt gebruikt, die door de veer moet worden te-20 ruggetrokken, kan het gunstig zijn de veer 43 over een betrekkelijk lange weg te laten ontspannen, en daarbij het uiteinde van een onderdeel met betrekkelijk grote trage massa te voorzien, dat onder de door de veer geleverde versnelling aLs een hamer op het uiteinde 42 van de stang 41 kan werken. Door de slagkracht kan dan ook een 23 enigszins vastgeklemde deurschoot worden losgetrokken·

Een voordeel van een slot met een voor een dergelijke ontgrendelingsveer te bedienen of vrij te maken schoot is, dat, ook nadat de bekrachtiging van de magneet 15 heeft opgehouden, de deur niet meer kan worden gesloten voordat de veer 43 weer is ge-30 spannen. Een nooddeur zal derhalve open blijven staan, ook wanneer deze dicht waait of dicht wordt gedrukt, daar de schoot van het slot pas weer normaal kan werken, nadat de veer 43 weer is gespannen.

Deze noodontgrendeling is daarbij geheel onafhankelijk van de normale mechanische ontgrendeling, zodat onder normale omstandigheden 35 de deur op de gangbare wijze kan worden geopend en weer kan worden gesloten, daar dan de veer 43 niet in werking komt.

790 83 72 10

Het zaX duidelijk zijn, dat nog vele wijzigingen kunnen worden aangebracht, in het bijzonder in het elektrische gedeelte er* van, terwijl uiteraard ook het mechanische gedeelte van het deurslot, dat los van de uitvinding staat, nog op vele andere wijzen kan worden 3 uitgevoerd· Ook kan de getoonde deurdringer bij enkelvoudige deuren worden gebruikt, waarbij dan de dringer op het kozijn kan worden geplaatst·

Een belangrijk voordeel van de gebruikte tweedraadsver-binding is, dat bij het aanleggen en aansluiten ook door weinig ge-10 schoolde krachten geen fouten kunnen worden gemaakt· 790 83 72

Claims (6)

1« Stelsel voor het op afstand bedienen en bewaken van deuren, in het bijzonder nooddeuren, waarbij elke deur is voorzien van een slot met een plaatselijke stroombron, die is ingericht voor het voeden van een waarschuwingsmiddel, dat bij het ontgrendelen van 5 het slot of het van de deur verwijderen van dit slot wordt ingeschakeld, met het kenmerk, dat de stroombron een oplaadbare batterij is, die door middel van een tweedraadsleiding met een laadstroombron in verbinding staat, met welke leiding een ontgren-delingsmagneet door middel van zodanig gepoolde dioden is verbon-10 den, dat deze in de laadtoestand van de batterij niet wordt bekrachtigd, terwijl bij ompoling van de laadspanning over de leiding althans ongeveer de som van de laad- en de batterijspanning over deze magneet komt te staan, die dan wordt bekrachtigd, en dat de deur van bijkomende middelen is voorzien, waarmede kan worden ver-15 hinderd, dat na het op afstand bedienen het slot weer werkzaam wordt. ' 2o Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bijkomende middelen een deurdringer omvatten, waarmede de deur na het ontgrendelen van het slot zover wordt geopend, dat de schoot buiten het bereik van de slotplaat komt. 20 3· Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenoerk, dat de bijkomende middelen een veer omvatten, die door middel van een door de ontgrendelingsmagneet te bedienen pal gespannen kan worden gehouden, en na het ontgrendelen de schoot onwerkzaam maakt, welke veer door middel van een van buitenaf te bedienen spanonder-25 deel weer kan worden gespannen, een en ander zodanig, dat bij gespannen veer de bediening van het slot met behulp van een uitwendig bedieningsonderdeel onafhankelijk van deze veer kan geschieden. k. Stelsel volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat de veer met betrekkelijk grote ontspanningsslag op een onderdeel 30 met betrekkelijk grote trage massa kan inwerken, dat door slag-werking de schoot kan vrijmaken·

5· Stelsel volgens conclusie 3 of k, met het kenmerk, dat de schoot in de openingszin een afrolbeweging kan uitvoeren, hetgeen door een onder veerspanning staand aandrukonderdeel wordt 35 verhinderd, welk onderdeel door de ontgrendelingsveer en door een *. 790 83 72 uitwendig bedieningsonderdeel onafhankelijk van elkaar onwerkzaam kan worden gemaakt.

6. Stelsel volgens een van de conclusies 1..5, met bet kenmerk, dat de leiding door middel van deurpostkontakten met 5 de in bet slot aanwezige onderdelen is verbonden, welke kontakten bij bet openen van de deur worden geopend.

7· Stelsel volgens conclusie 6, met bet kenmerk, dat in de leiding een stroomtaster is opgenomen, die bij een verzwakking van de stroom beneden een bepaalde drempelwaarde een waar-10 scbuwingstoestel kan inschakelen·

8. Stelsel volgens een van de conclusies 1..7, met het icenmerk , dat in het slot in de leiding voor de dioden een stroomtaster is opgenomen, die ook in de geladen toestand van de batterij het vloeien van laadstroom kan aangeven·

9. Stelsel volgens een van de conclusies 1..8, met bet kenmerk, dat in serie met de ontgrendelingsmagneet een schakel-onderdeel is opgenomen, dat normalerwijs geopend is, terwijl over deze serieschakeling een condensator is geschakeld, die bij bet omkeren van de spanning over de leiding tot ongeveer de som van de 20 laad- en de batterijspanning- wordt geladen, welke condensator zo groot is, dat de aldus verkregen lading voldoende is om de ontgrendelingsmagneet te bekrachtigen, en dat voorts over deze condensator een vertragende besturingsketen is geschakeld, waarvan de vertra-gingstijd althans ongeveer overeenkomt met de laadtijd van de con-25 densator, een en ander zodanig, dat bij het bereiken van de gewenste lading het schakelonderdeel wordt gesloten om de magneet vanuit de condensator te bekrachtigen. 10o Stelsel volgens een van de conclusies 2..9, met het kenmerk, dat de deurdranger op een niet met het van het slot 30 voorziene deurgedeelte meebewegende ondersteuning is bevestigd, en een rond een in hoofdzaak evenwijdig aan het deuroppervlak scharnierende arm omvat, welke arm door een met de as verbonden veer tegen dit deurgedeelte wordt gedrukt, welke veer bij het sluiten van dit deurgedeelte wordt gespannen. 35 11 o Stelsel volgens conclusie met het kenmerk, dat de deurdranger op een tweede deurgedeelte is bevestigd, dat van de met het op het eerste deurgedeelte bevestigde slot samenwerkende slotplaat is voorzien, en dat de arm voorbij de scharnieras is ver- 790 83 72 lengd, en in de gesloten toestand van de beide deurgedeelten met een op bet deurkozijn bevestigde slotplaat in aanraking kan komen, om aldus na bet aangrijpen van bet slot de beide deurgedeelten ten opzichte van bet kozijn vast te bouden· 790 83 72