NL7907278A - Leidingstelsel met in willekeurige punten aftakbare leidingkokers. - Google Patents

Description

t- i . ‘ Lx 6ΟΟ3 Octrooibureau Lux

Drs.J.H.Mommaerts Den Haag

Aanvrager : Gijsbertus Attema, te Goxinchem

Titel : Leidingstelsel set in willekeurige punten aftakbare leidingkokers.

Er zijn de laatste tijd vele leidingstelsels voorgesteld, die een of meer kokers omvatten, waarin een aantal in hoofdzaak blanke strooageleiders op isolerende wijze is ondersteund, met welke kokers kontaktonderdelen in willekeurige punten kunnen worden 5 verbonden, die van kontaktpennen zijn voorzien, die met overeenkomstige geleiders in een koker in kontakt kunnen worden gebracht·

Een belangrijk voordeel is, dat op deze wijze de kontaktonderdelen, die bijvoorbeeld als een drager voor een lamphouder of voor een kontaktdoos of dergelijke kunnen zijn uitgevoerd, in wil-10 lekeurige punten in de koker kunnen worden geplaatst, en dat dergelijke kontaktonderdelen naar behoefte kunnen worden toegevoegd en verwijderd. Dit heeft uiteraard voordelen bij het aanbrengen van lamphouders in woon-, kantoor-, winkel- en tentoonstellingsruimten.

Daar zulke kokers op zeer eenvoudige wijze kunnen worden aangebracht, -< 5 en verder alle gewenste geleiders omvatten, kan het soms wat de plaatsingskosten betreft gunstig zijn zulke kokers te gebruiken bij het aanleggen of vervangen van elektrische leidingen in reeds bestaande gebouwen, in het bijzonder wanneer de arbeidskosten voor het leggen van de gangbare leidingen in buizen of kabels te hoog 20 worden.

De bekende leidingstelsels kunnen in twee groepen worden verdeeld, en wel enerzijds die, waarbij de geleiders naast elkaar op het bodeaoppervlak van een Ti-voraige koker zijn gelegen en/cf in een Bin of meer stijve platte kabel zijn aangebracht, en anderzijds 23 die, waarbij de geleiders op de zijwanden van een U-vormige koker zijn aangebracht· In het eerste geval kan een van kontaktpennen voorzien kontaktonderdeel in de koker of op de kabel worden gestoken, waarbij de kontaktpennen aet de geleiders in aanraking worden gebracht. In het tweede geval moet het kontaktonderdeel van naar 30 buiten te draaien kontaktpennen zijn voorzien, die na het insteken in de koker met de zijdelings aangebrachte geleiders in aanraking 7907278 r * ,'t 2 worden gebracht, waarbij tevens het kontaktonderdeel op de koker wordt vergrendeld·

Verder kannen de geleiders in twee soorten worden verdeeld, en wel in hoofdzaak aassieve geleiders, waarbij de kontakt-5 pennen van een kontaktonderdeel met het oppervlak daarvan in aanraking worden gebracht, en daarbij meestal onder veerspanning moeten worden gehouden, en anderzijds holle geleiders net een langsgleuf, waarin de kontaktpennen kunnen worden gestoken, waarbij de randen van een gleuf de zijkanten van de kontaktpennen verend omgrijpen· 10 Deze bekende leidingstelsels hebben verschillende bezwa ren· Zo zijn dikwijls de blanke geleiders gemakkelijk van buitenaf toegankelijk, zodat de daarvan voorziene kokers buiten normaal bereik moeten worden opgesteld en gebruik daarvan als plintkoker of « dergelijke niet mogelijk is. Er zijn stelsels, waarbij deze toe-15 gankelijkheid is verminderd, doch deze vereisen het gebruik van betrekkelijk kostbare isolatiemantels of platte kabels. Een bezwaar van de massieve blanke geleiders is, dat het kontaktoppervlak met de pennen van een kontaktonderdeel betrekkelijk klein is, en dat deze kontaktpennen onder een aanmerkelijke veerdruk moeten worden 20 gehouden om de overgangsweerstand zo gering mogelijk te houden, terwijl bovendien oxydelaagjes op de geleiders of de kontaktpennen de kontaktweerstand ongunstig kunnen beïnvloeden· Bij de holle geleiders verschaffen de bij het invoeren van een kontaktpen verend naar buiten gebogen randen van de gleuf de gewenste kontaktdruk, terwijl 25 bij het in- en uitvoeren van een geleider mogelijkerwijs aanwezige oxydelaagjes worden afgeschaafd, doch ook hier is het kontaktoppervlak betrekkelijk gering, terwijl de veerkracht van een dergelijke holle geleider onvoldoende is om de kontaktdruk voortdurend te handhaven, wanneer kontaktonderdelen herhaaldelijk worden ingestoken en JO verwijderd.

De uitvinding beoogt een dergelijk stelsel te verschaffen,, dat de nadelen van de bekende stelsels niet bezit, en dat bovendien op in verhouding goedkope wijze kan worden vervaardigd.

Het leidingstelsel volgens de uitvinding omvat een of meer 35 kokers met ir hoofdzaak U-vormige doorsnede, met isolerend op of in de bmenwanden daarvan aangebrachte blanke geleiders, door de opening 7907278 ' ί· ί van een dergelijke koker naar binnen te steken kontaktonderdelen, die door middel een beweegbare grendel op de koker kunnen worden vastgezet, met welke onderdelen kontaktpennen zijn verbonden, die bij het insteken dan wel vergrendelen met een bijbehorende geleider 5 in aanraking worden gebracht, en verbindingsonderdelen, waarmede ’ een verbinding tussen de geleiders van een koker en toevoerleidingen .dan wel overeenkomstige geleiders van een andere koker kunnen worden gevormd, welk stelsel daarbij volgens de uitvinding als kenmerk heeft, dat de geleiders elk bestaan uit een doorlopende strook van 10 een veerkrachtig geleidend materiaal, in het bijzonder fosforbrons, welke strook tot een in hoofdzaak gesloten buis is gebogen, waarvan de eindranden naar buiten zijn teruggebogen, een en ander zodanig, dat de binnenzijden van de aldus verkregen buitenwaartse bochten in de ontspannen toestand op een afstand van elkaar zijn gelegen, 15 die kleiner is dan de dikte van een kontaktpen van een kontaktonder-deel, en bij het openbuigen door een kontaktpen of dergelijke klemmend tegen de zijkant daarvan komen te rusten, en dat aan de betrokken binnenwanden van de koker goten zijn gevormd, in elk waarvan een dergelijke geleider klemmend past, welke goten door middel van· een 20 smalle gleuf met een breedte, die overeenkomt met de dikte van een kontaktpen van een kontaktonderdeel, met het inwendige van de koker in verbinding staan, waarbij de doorsnede van deze goten zodanig is, dat de geleiders daarin onverdraaibaar passen, waarbij de naar buiten teruggebogen randen van de geleiders symmetrisch 25 ten opzichte van de betrokken smalle gleuf zijn gelegen· In het bijzonder bestaan daarbij de kokers uit kunststof, zodat de geleiders zonder bijkomend isolatie in de goten van deze kokers ’kunnen worden aangebracht·

Doordat de geleiders in goten zijn aangebracht, die 50 slechts door middel van een smalle gleuf met een breedte van bijv. niet meer dan 2 mm met öetinwendige ruimte van de koi?sr in verbinding staan, zijn deze geleiders niet rechtstreeks toegankelijk, terwijl deze geleiders op zeer eenvoudige wijze in de goten van de kokers kunnen worden gestoken, en daarin door hun eigen veer-55 kracht stevig worden vastgehouden· De bijzondere vorm van deze geleiders zorgt er verder voor, dat deze steeds in de juiste stand 790 7 27 8 • 1 J' * * 4 in de betrokken goot zijn gelegen* terwijl het zijdelingse kontakt een ingestoken kontaktpen onder alle omstandigheden roldoende is en onder een voldoende veerspanning wordt gehouden, welke veerspan-ning door de bijzondere τοra van deze geleiders onder alle omstan-5 digheden gehandhaafd blijft. Doordat de kontaktoppervlakken van deze geleiders zijn afgerond* wordt het insteken van kontaktpennen aanmerkelijk vereenvoudigd* daar de afrondingen richtend werken* zodat geen beschadiging van de geleiders kan plaatsvinden, zoals dit bij de gangbare holle geleiders kan voorkomen. Vanneer de kokers 10 geheel uit kunststof worden vervaardigd, behoeven geen bijkomende isolatiemiddelen te worden gebruikt. Voor het maken van een elektrische verbinding met een dergelijke geleider kunnen koppelpennen worden gebruikt* die in de langsrichting van deze geleider in de inwendige opening daarvan worden gestoken, en daarbij een zodanige 15 dikte hebben, dat de geleiders voldoende worden opengebogen om een goed kontakt met deze pennen te waarborgen. Deze pennen kunnen deel uitmaken van een koppelonderdeel voor het met elkaar koppelen van in eikaars verlengde gelegen kokers, terwijl ook verbindingsdozen voor het maken van aftakkingen kunnen worden gebruikt, die van in-80 wendige elkaar kruisende verbindingen zijn voorzien, waarmede kon-taktbussen of -pennen aan verschillende zijden van de doos met elkaar worden verbonden, welke verbindingen in het bijzonder worden gevormd door - kruisvormige kontaktstroken, die op ver schillende hoogte zijn gelegen, teneinde vrij van elkaar te blijven, 25 terwijl bijkomende vulplaatjes kunnen worden gebruikt, waarmede de i plaats van deze stroken nader wordt bepaald.

In het bijzonder kan de bodem van een koker zijn voorzien van een tegenover de opening gelegen goot, die van een aard- of nul-leiding is voorzien, waarbij dan de in tegen de zijwanden van de 30 koker gelegen goten aangebrachte geleiders als spanningvoerende en event, omschakelbare geleiders dienen.

Het is ook mogelijk in de bodem van een koker een metalen verstijvingsstaaf aan te brengen, die tevens als aardverbinding kan dienen, waarbij middelen aanwezig zijn om staven van verschillen-35 de kokers met elkaar te koppelen, terwijl deze staven binnen de koke kers voor het maken van een aardverbinding toegankelijk zijn.

7907278 * > t ί 5

Voor het bevestigen van dergelijke kokers kunnen deze in het bijzonder aan of nabij de onderzijde van uitsparingen zijn voorzien, waarmede op een ondersteuning vast te maken bevestigings-onderdelen klemmend in aangrijping kunnen worden gebracht.

5 Het kontaktonderdeel, waarmede in willekeurige punten een verbinding net een dergelijke koker kan tot «tand worden gebracht, oavat een kontaktdragerlichaam, dat in het inwendige van de koker kan worden gestoken, en dat van dwars uitstekende kontaktstroken is voorzien, die bij draaiing van de kontaktdrager in de openingen van 10 de geleidergoten worden gezwenkt, en dan met de daarin aanwezige geleiders in aanraking worden gebracht, terwijl deze drager tevens ie voorzien van dwars uitstekende kleanokken, die aehter een rand van de koker kunnen grijpen. Dit lichaam is in het bijzonder van * langsholten voorzien, waarin vlakke geleidingsstrok$n kunnen worden 15 gestoken, die aan het ene uiteinde van draadklemmen zijn voorzien, en daarmede op het lichaam kunnen worden vastgehouden, terwijl het andere uit het lichaam uitstekende uiteinde na het insteken haaks wordt omgezet, en dan geschikt is om met de geleiders in aanraking te worden gebracht.

20 Deze kontaktdrager kan voorts aan het vrije uiteinde zijn voorzien van een bijkomend kontakt, dat in een aan de bodem van een koker aanwezige goot kan worden gestoken, dan wel met een daar aanwezige verstijsingsstrook in aanraking kan worden gebracht.

Daar «en dergelijk· koker aan de strengste veiligheids-25 eisen voldoet, doordat de geleiders ervan wegens de nauwe toegange-spleet van de goten niet toegankelijk zijn, welke nauwe spleten pas mogelijk zijn geworden, doordat de geleiders door hun bijzondere vorm symmetrisch ten opzichte van de spleet in de goten komen te liggen, en door de afronding van de kontaktoppervlakken zichzelf 50 op de kontaktpennen zullen instellen, kunnen dergelijke goten ook op toegankelijke plaatsen worden aangebracht, in het bijzonder op plint-of vensterbankhoogte en vertikaal langs wanden, zodat nog behoefte bestaat aan een hoekstuk, waarmede verbindingen tussen op onderling loodrecht gerichte wanden aangebrachte kokers tot stand 35 kunnen worden gebracht, welk hoekstuk weer van kontaktbussen en/of pennen is voorzien, waarmede een eenvoudige verbinding met de ge- 7907278 §* * 6 leiders van de aansluitende kokers kan worden gevormd, terwijl zonodig bijkomende middelen voor het doorverbinden van de verstij-vingsstroken aanwezig kunnen zijn·

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toege-5 licht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig. 1 een afbeelding in perspectief van de verschillende onderdelen van het stelsel volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede op grotere schaal van een van geleiders voorziene koker van dit stelsel; 10 fig· 5Af$.*C doorsneden op nog grotere schaal door de ge leiders van een dergelijke koker in de ontspannen toestand reep· in de toestand na het insteken van een kontakt- reep· koppelpen; fig· 4 een doorsnede door een koppelonderdeel voor het met elkaar verbinden van in eikaars verlengde gelegen kokers; 15 fig* 5A en B een bovenaanzicht reep· dwarsdoorsnede van een verbindingsdoos voor het maken van verbindingen tussen dwars op elkaar gerichte kokers; fig· 6 een vereenvoudigde doorsnede door het voornaamste gedeelte van een kontaktonderdeel voor een dergelijk stelsel; 20 fig.7 een met fig.1 overeenkomende afbeelding in perspec tief van enige onderdelen van een andere uitvoeringsvorm van het stel-sen volgens de uitvinding; fig.8 een met fig.2 overeenkomende doorsnede door een koker van het stelsel volgens fig.7; en 25 fig.9A» B en C een aanzicht en twee doorsneden van een verbindingsdoos voor het stelsel van fig. 7.

Ia fig· 1 zijn de voornaamste onderdelen van het stelsel volgens de uitvinding in perspectief weergegeven· Deze onderdelen omvatten een koker 1, een aansluitdoos 2 voor het maken van een 30 verbinding net een toevoerleiding 3, een verbindingsonderdeel k voor het maken van verbindingen tussen twee in eikaars verlengde gelegen kokers 1, een aftakdoos 5 voor het maken van verbindingen tussen loodrecht op elkaar staande kokers 1, een kontaktonderdeel 6, waarmede een verbinding tussen een aangesloten toestel en een koker 1 7907278 * / 7 tot stand kan worden gebracht, en een hoekverbindingsstuk 7 voor het naken van verbindingen tnssen kokers 1, die op onderling loodrecht gerichte ondersteuningen zijn bevestigd·

De koker 1, die in fig· 2 op grotere schaal in doorsnede 5 is weergegeven, bestaat uit kunststof, en heeft een in hoofdzaak rechthoekig-U-voraige doorsnede aet een bodea 8, zijwanden 9 en naar binnen gerichte eindranden 10· Aan de binnenzijde van elke zijwand 9 is een in hoofdzaak gesloten goot 11 aangevorad, die door aiddel van een saalle spleet 12 zijdelings toegankelijk is· ïïiter-10 aard kunnen ook aeer van dergelijke goten op een zijwand worden aangebracht, wanneer de afaetingen van de koker dit toelaten. In elke goot 11 bevindt zich een geleider 13 uit fosforbrons of soortgelijk goed geleidend en veerkrachtig aateriaal· Sen dergelijke geleider is in fig· 3nop nog grotere schaal afzonderlijk weergegeven· 15 De geleider 13 is op de afgeheelde wijze tot een gesloten buis dichtgebogen, waaxvan de eindranden 14 weer naar buiten zijn afgebogen, waarbij de afaetingen zodanig zijn, dat de geleider klea-aend in de goot 11 past, terwijl de eindranden 14 sjaaetrisch ten opzichte van de spleet 12 koaen te liggen· De bochten 15* die op 20 deze eindranden 1¼ aansluiten, rusten daarbij onder veerspanning tegen elkaar.~De vrije uiteinden 1½ kunnen voldoende zijdelings uitwijken, wanneer de geleider door een kontaktpen of dergelijke wordt uitgebogen, waarbij deze uiteinden in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van de spleet 12 blijven liggen· 25 Eet aaken van kontakt aet een dergelijke geleider is

rechts in fig- 2 en op grotere schaal in fig. 3B en C verduidelijkt tfanneer een kontaktonderdeel 6 op de koker 1 wordt geplaatst, kan een kontaktlichaaa aet behulp van een uitwendig bedieningsonderdeel 16 worden verdraaid, zoals in het onderstaande nog nader zal worden 30 beschreven, welk lichaam is voorzien van grendelnokken 17, waarvan er een in fig· 2 is weergegeven, die elk achter een rand 10 van de koker 1 kunnen grijpen oa het onderdeel 6 op de koker te vergrendel len. Tevens draagt dit lichaam kontaktpennen 18, die, wanneer het kontaktlichaam in de koker 1 is gestoken, tegenover de spleten 12 35 koaen te liggen, en bij het draaien van dit lichaaa naar binnen worden gezwenkt· Zoals duidelijk uit de fig.2 (rechté en. fig· 3B

7907278

t I

8 blijkt, koet dan de binnenzijde van elke bocht 15, die door de in het bijzonder afgeschuinde rand van de kontaktpen 18 uiteen zijn gedrukt, net de betrokken zijkant van deze pen in aanraking, waardoor een goed kontakt met de gehele zijkant van deze pen wordt ver-5 kregen· Deze pen 18 kan voorts zodanig zijn uitgevoerd, dat in de nitgezvenkte toestand het kopvlak ervan net het dvarsstuk van de geleider 13 in aanraking komt, zoals in fig· is weergegeven.

Voorts kunnen voor het maken van een verbinding met de geleiders 13 ronde verbindingspennen 19 worden gebruikt, die, zoals 10 eveneens uit het rechtergedeelte van fig. 2 en van fig. JiO blijkt, in de langsriehting van een geleider 13 aan het vrije uiteinde daarvan naar binnen kunnen worden gestoken, waarbij de dikte van een dergelijke pen 19 zodanig is gekozen, dat de zijkanten van de geleider 13 voldoende ver worden uitgebogen om een goed klemmend kon-15 takt te verkrijgen. Het dvarsstuk van de geleider 13 kan daarbij, zoals in fig. 3C is weergegeven, bij 20 enigszins zijn doorgebogen om ook daar een goede klemming te waarborgen.

In beide gevallen geschiedt de vervorming van de geleider 13 zodanig, dat alleen de uiteinden 1½ tegen de binnenwand van de 20 goot 11 ter weerszijden van de spleet 12 zijdelings worden verschoven, waarbij de vervorming zodanig over de gehele doorsnede is verdeeld, dat geen overbelasting zal plaatsvinden, zodat de veerkracht altijd gehandhaafd blijft. Doordat de geleider verder niet kan draaien, blijven de eindranden 1½ symmetrisch ten opzichte van de 25 gleuf 13 bewegen, terwijl de afronding het invoeren van een kontaktpen 18 vergemakkelijkt.

De verbindingspennen 19 kunnen bijvoorbeeld losse pennen zijn, die, zoals in fig. 1 is afgebeeld, aan het uiteinde van een koker 1 in de geleiders 13 worden gestoken, teneinde een verbinding 30 net het aansluitonderdeel 2 te kunnen vormen. Daar het onderdeel 2 met een stroomtoevoergeleider 3 dient te worden verbonden, is het. niet toegestaan dit onderdeel zelf van vaste pennen te voorzien, en moet dit onderdeel van verzonken kontaktbussen worden voorzien, waarin de pennen 19 passen.

35 De koker 1 is voorts voorzien van een stalen verstijvings- stang 21, die tussen de bodem 8 en de benedenwend van de goten 11 7907278 i ƒ 9 past, en die in het bijzonder Tan opstaande zijranden kan zijn voorzien. Deze stang 21 zorgt voor een doeltreffende verstijving van de kunst stof koker 1, waardoor beschadiging daarvan wordt verin eden. De stang 21 kan op regelmatige afstanden van gaten 22 zijn voorzien, 5 die tegenover gaten 23 in de bodem 8 kunnen worden geplaatst, waarna verbindingsschroeven 2h door deze gaten kunnen worden gestoken om de koker op een ondersteuning vast te schroeven. De gaten 23 kunnen in het bijzonder als naar behoefte door te prikken verzwak-kingaplaatsen in de bodem 8 zijn uitgevoerd, terwijl het ook moge-10 lijk is gaten 23 naar behoefte in de bodem 8 te boren, waarbij de gaten 22 van de stang 21 als richtmal kunnen dienen.

Zoals in fig. 1 is afgebeeld, kan de stang 21 ten opzichte van de koker 1 worden verschoven, zodat een eindstuk ervan voorbij het kopvlak van de koker 1 uitsteekt· Dit eindstuk kan dan in een • 15 in het verlengde van de koker 1 geplaatst onderdeel worden gestoken.

In fig. 1 is het aansluitonderdeel 2 van een overeenkomstig uitstekend gedeelte 21' voorzien, dat in het naburige uiteinde van de koker 1 wordt gestoken, en dat, zoals afgebeeld, van een kontaktveer of -lip 25 is voorzien, waarmede een elektrische verbinding met de 20 in de koker 1 aanwezige stang 21 tot stand kan worden gebracht, waartoe zonodig van een bijkomende schroef gebruik kan worden gemaakt.

Het is uiteraard ook mogelijk de stang 21 naar de andere zijde te doen uitsteken, en dan binnen de omhulling van het onderdeel 2 naar bianen te doen steken, teneinde tussen beide een mechanische ver-25 binding tot stand te brengen, terwijl tevens een elektrische verbinding kan worden gevormd. Een dergelijke verbinding is nodig, wanneer het stelsel van een doorgaande aardverbinding moet worden voorzien, waartoe dan de stang 21 kan worden gebruikt. Daar echter alle onderdelen, en in het bijzonder het kontaktonderdeel 6, uit kunat-30 stof kunnen worden vervaardigd, is een sgn. dubbel-gelsoleerde uitvoering mogelijk, en is de aardverbinding dikwijls overbodig.

Het eenvoudige verhindingsonderdeel k is in fig. k op grotere schaal in doorsnede weergegeven, en dient voor het met elkaar verbinden van in eikaars verlengde gelegen kokers 1o Daartoe kan op 35 zichzelf worden volstaan met losse pennen 19, die in de overeenkomstige geleiders 13 van de beide kokers worden gestoken, terwijl het 7907278 * ' * 10 uitstekende gedeelte van de verstijvingsstang 21 van de ene koker voor het uitrichten dient. Het onderdeel 4 zorgt echter voor een isolatie tegen kruipstromen, terwijl tevens de voeg tussen de aansluitende kokers wordt afgedekt, bijv. tegen het insteken van een 5 mes, dat dan de geleiders zou kunnen raken. Dit onderdeel omvat een U-vormige mantejj 26 met een halverwege gelegen tussenschot 2? met twee gaten 28, in-elk waarvan een dubbele verbindingspen 19 past en zonodig kan worden vastgezet· Het schot 26 reikt niet tot aan de onderzijde van de mantel , teneinde een uitstekend gedeelte van 10 de veretijvingsstang 21 door te laten. Ook bij een dergelijke verbinding kunnen de stangen 21 van met elkaar aansluitende goten 11 met behulp van een kontaktveer of vast te schroeven kont&ktbeugel elektrisch met elkaar worden verbonden.

De verbindingsdoos 5 is in fig· 5 nader afgebeeld. Deze 15 omvat een huis 29# dat met een alleen in fig. 1 aangeduid deksel 30 kan worden afgedekt, welk deksel aan de zijkanten van openingen of breekpoorten 31 is voorzien. Het huis 29 omvat een vierkante middenholte 32, waarop aan elke zijde twee kamers 33 resp. 34 aansluiten. De kamers 33 staan door middel van een diepe doorgang 35 20 met de holte 32 in verbinding, en de kamers 34 door middel van een ondiepe doorgang 36· In dit huis zijn tweeasymmetrisch-kruisvormige verbindingsgeleiders 37 reap. 3d aangebracht, die elkaar op verschillende hoogte kruisen, en uit plaatmetaal zijn uitgeponst· Drie van de vier vrije uiteinden van elke geleider zijn verbreed en tot 23 een verende kontaktbus 39 omgebogen, terwijl het vierde uiteinde van elke geleider haaks is omgezet, aan welk uiteinde een vaste kontaktpen 19 is vastgeklonken. Deze kontaktbussen 39 passen daarbij in de overeenkomstige kamers 33 resp. 34, welke kamers verder door middel van een opening 40 met de buitenwand in verbinding 30 staan, terwijl de pennen 19 door overeenkomstige openingen 40 naar buiten zijn gestoken. Zoals duidelijk uit fig. 5B volgt, worden aldus de geleiders 37 en 38 op verschillende hoogte van elkaar gehouden, waarbij zonodig tussen beide nog een isolerend plaatje kan worden aangebracht· Dit plaatje kan van bijkomende nokken zijn voor-35 zien on de geleiders op hun plaats te houden, welke nokken overigens ook ««n het deksel 30 of op een afdekplaatje kunnen worden aangebracht. Het zal duidelijk zijn, dat de bussen 39 ook aan alle uiteinden 7907278 * r 11 kunnen worden aaagebracht, in welk geval veer net losse koppelpen-nen 19 kan worden gewerkt. Het knie 29 Heeft in het afgeheelde ge-▼al een geringere hoogte dan het deksel 301 zodat daaronder een ruiste vrij blijft voor het opnemen van uitstekende delen van ver-5 stijvingsstangen 21« of soortgelijke verbindingsonderdelen, die in de aangrenzende kokers 1 kunnen worden gestoken. Het zal duidelijk zijn, dat het huis 29 ook zodanig kan worden uitgevoerd, dat aard- * verbindingen tussen de stangen 21 binnen dit huis tot stand kunnen worden gebracht.

• 10 Fig. 6 toont een vereenvoudigde schematische doorsnede van het inwendige kontaktlichaam van het kontaktonderdeel 6. Bit lichaam 41 bestaat uit kunststof, en omvat een door een tussenschot 42 in twee delen verdeelde aansluitkaaer 43 en twee ter weerszijden van dit schot gelegen doorgangen 44. £ontaktstroken( 49 zijn aan het 15 ene uiteinde van aansluitschroeven 46 voorzien, terwijl rechte gedeelten 4? ervan door de overeenkomstige doorgangen 44 zijn gestoken, en daarna tegen het kopvlak van het lichaam 41 naar buiten zijn gebogen, welke ongebogen uiteinden dan de kontaktpennen 18 vormen. Het huis 41 is verder van het bedieningsonderdeel 16 voorzien.

20 Het kopvlak van het lichaam 41 kan zonodig van een verend kontakt 48 worden voorzien, dat met een aardverbindingsleiding kan worden verbonden, en dat met de stang 21 in aanraking kan komen.

Het hoekverbindingsstuk 7 dient voor het maken van een verbinding tussen de kokers 1, die op onderling loodrechte wanden zqn 25 aangebracht· Dit onderdeel omvat weer aan ten minste een zijde kontaktpennen 19 en aan de andere zijde overeenkomstige kontakt-bussen, terwijl ook aan twee zijden kontaktbussen kunnen zijn aangebracht· In het afgebeelde geval is er een uitsparing 49 aanwezig, waarin een verstijvingsstaaf 21 van een kontaktkoker 1 past, ter-30 wijl verder een aardingskontakt 50 schematisch is weergegeven, waarmede een verbinding tussen een inwendige aardverbinding en deze staaf tot stand kan worden gebracht. Een soortgelijke verbinding kan aan de andere zijde aanwezig zijn. Het is uiteraard ook mogelijk, zoals bij het aansluitonderdeel 2 is aangeduid, een uitstekend 35 aardingsonderdeel te gebruiken, dat in de aansluitende koker kan worden gestoken· 7907278 * *

“· * V

12

In fig.7..9 is een tweede uitvoeringsvprm van het stelsel volgens de uitvinding weergegeven, waarbij overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingsgetallen als in fig.1..6 zijn aangeduid· : De in fig.7 weergegeven onderdelen komen in hoofdzaak met die van fig.

5 fig.1 overeen, waarbij het aansluitonderdeel 2 en het kontaktonder-deel 6 eenvoudigheidshalve zijn weggelaten.

De koker 1' van fig.7 is in fig.8 op grotere schaal in doorsnede weergegeven. Deze onderscheidt zich van de koker 1 van fig.1 en 2 doordat op de bodem 8 in het midden eveneens een goot 11' 10 is gevormd, waarin zich een geleider 13' bevindt. Deze kan als aard-geleider worden gebruikt, doch het is ook mogelijk deze als nul-geleider te gebruiken, waarbij dan de geleiders 13 in de zijdelingse goten 11 als fasegeleiders voor twee verschillende groepen kunnen dienen, die event, door middel van bijbehorende schakelaars naar 15 wens kunnen worden in- of uitgeschakeld·

Een ander verschil is, dat in de zijwanden 9 uitsparingen ^9 zijn aangebracht. Hierin passen verende uiteinden 50 van klembeu-gels 51i die elk met behulp van een bevestigingsschroef 21*' op een ondersteuning kunnen worden vastgezet, waarna een koker 1' daarin 20 kan worden vastgesnapt. De bodem 8' van de koker is daarbij enigszins „ terugwijkend t.o.v. de benedeneinden 9' van de wanden 9 gelegen, ten einde ruimte voor de kop van deze schroef 24' te verschaffen.

Het is ook mogelijk de eindgedeelten 9' van naar binnen gerichte randen te voorzien, waarachter een verende klembeugel kan grijpen, 25 in welk geval de bevestiging van buitenaf onzichtbaar wordt. Het zal duidelijk zijn, dat deze wijze van bevestigen ook bij de koker van fig.2 kan worden toegepast, terwijl ook in het geval van fig.8 een verstijvingsstaaf 21 kan worden aangebracht, die uiteraard van de geleider 13' dient te zijn geïsoleerd.

30 Het in fig.7 afgebeelde onderdeel 4* onderscheidt zich van het onderdeel van fig.1 en k door dai nu in het schot 27 gaten voor drie pennen 19 zijn aangebracht. Wanneer de geleider 13' als aard-geleider dient, kan event, het koppelonderdeel k van fig.1* worden gebruikt, waarbij dan de voor de aardverbinding dienende pennen 19 35 onder het schot 27 door worden gestoken.

Het hoekverbindingsonderdeel 7* van fig.7 verschilt van het onderdeel 7 van fig.1 alleen door de aanwezigheid van drie pen- * 7907278 < * 13 nen 13 aan de ene zijde én drie overeenkomstige gaten aan de andere zijde.

In fig. 9 is een aftakdoos 5' in aanzicht en doorsnede afgeheeld. Het huis 29' ervan heeft ongeveer dezelfde breedte als een 5 koker 1', zodat het deksel 30*» dat met onderbroken lijnen is aangeduid, en dat iets langer is dan het huis 29', een aansluitende koker enigszins kan overdekken· Dit huis omvat een diepe langskamer 32*, waarmede in het midden twee diepe dwarskamers 33' in verbinding staan, terwijl boven deze kamers ondiepe*zijkamers 3^* zijn gelegen· 10 In de kamers 32’ en 33’ bevindt zich een symmetrisch kruis vormige verbindingsgeleider 37*% die op de bodem van deze kamers rust, terwijl boven in de kamer 32' en in de zijkamers 3^* twee asymmetrisch krnisvormige geleiders 38' zijn gelegen, die aan elkaar gelijk zijn, doch die over 180° rond hun langsas ten opzicht van elkaar 15 zijn gedraaid, zoals duidelijk uit fig.9C blijkt. Doordat de zijdelings uit het middenstuk uitstekende delen van deze geleiders op de afgeheelde wijze zijn geknikt, kunnen de middenstukken van elkaar gescheiden blijven. De hoogste geleider 38' rust daarbij op nokken 52. Verder kan het deksel van naar binnen gerichte nokken zijn voor-20 zien die met verschillende delen van deze geleiders in aanraking kunnen komen, ten einde deze geleiders op hun plaats te houden·

Uiteraard kunnen isolerende en zo nodig van nokken voorziene tussen-plaatjes worden gebruikt om de scheiding tussen de verschillende geleiders te verbeteren.

25 De voornoemde geleiders 37' en 38' bestaan weer uit metalen stroken, waarbij eindgedeelten daarvan tot kontaktbussen 39 zijn rondgebogen, terwijl aan een uiteinde kontaktpennen 19. zijn bevestigd· De kontaktbussen liggen tegenover geten ko in de zijwand resp. eindwand van het huis 29', terwijl de zijwanden van het dek-30 sel, zoals in fig.9B ia aangeduid, van een opening 31' kunnen zijn voorzien, welke openingen met de vorm en afmetingen van een kokèr 1' overeenkomen.

Het zal duidelijk zijn, dat ook in het geval van de uitvoeringsvorm van fig.1 een dergelijk verbindingsonderdeel kan 35 worden gebruikt, i.h.b. wanneer de verstijvingsstaven 21 van geschikte verbindingsmiddelen zijn voorzien.

Het kontaktonderdeel 6 van fig.6 kan voor het stelsel 790 7 2 7 8 • » 14 van fig.7 worden aangepast door het middengedeelte 42 vast in het omgevende huis te bevestigen, waarbij dan de overige delen van het lichaam 41 rond dit middengedeelte kunnen draaien. ‘Het middengedeelte kan dan van een doorgang worden voorzien, waarin een platte kontakt-5 pen past, die, wanneer het onderdeel 6 in een koker 1 wordt gestoken, in de goot 11' naar binnen dringt,en dan met de daarin aanwezige geleiders 13’ kontakt maakt. Dit vindt al plaats voordat de andere kon-taktpennen met de betrokken geleiders 13 in aanraking komen, hetgeen bij een aardverbinding gewenst is.

10 Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uit vinding nog vele wijzigingen kunnen worden aangebracht.

7907278 • >

Claims (14)

1. 2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kokers uit kunststof bestaan, en dat de geleiders zonder bijkomend isolatie in de goten van deze kokers zijn geklemd.
2. 3· Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat'voor 30 het onderling koppelen van verschillende kokers en/of verbindingsonder-delen koppelpennen dienen, die klemmend in de asrichting van de geleiders van de te koppelen kokers kunnen worden gestoken.
3. 4. Stelsel volgens conclusie 3»®et het kenmerk, dat de geleiders in het tegenover de naar elkaar toe gebogen randen gelegen dwars-35 stuk enigszins binnenwaarts zijn doorgebogen, een en ander zodanig, dat een in de asrichting ingestoken koppelpen behalve met zijgedeelten 790.7 2 7 8 Y W ook met dit doorgebogen gedeelte in aanraking komt.
4. 5. Stelsel volgens conclusie 3 of met· het kenmerk, dat een aantal koppelpennen in een dwarsschot van een de met elkaar te verbinden kokers omgrijpende isolerende houder passen, en aan de beide zijden 5 daarvan uitsteken.
5. 6. Stelsel volgens een van de conclusies 1..5» met het kenmerk, dat de bodem van een koker is voorzien van een tegenover de opening van de koker gelegen goot, die van een aard- of nülleiding is voorzien.
6. 7· Stelsel volgens een van de conclusies 1...6, met het kenmerk, 10 dat aan of nabij de onderzijde van een koker uitsparingen zijn aangebracht, waarmede op een ondersteuning vast te maken bevestigingsonderde-len klemmend in aangrijping kunnen worden gebracht.
7. 8· Stelsel volgens een van de conclusies 3··»7» omvattende een in hoofdzaak rechthoekige doos met aan de zijden daarvan gelegen koppelmiddelen, 15 en binnen de doos gelegen verbindingen tussen overeenkomstige koppelmiddelen aan de verschillende zijden, met het kenmerk, dat deze verbindingen worden gevormd door im hoöfdzaak kruisvormig vertakte geleidende stroken, < waarbij aan de uiteinden van de armen ervan kon-taktbussen of pennen zijn aangebracht, die in zodanig gevormde kamera 20 van de dooe passen, dat de verschillende stroken op verschillende hoogte in de doos worden ondersteund, in welke bussen koppelpennen voor het maken v^n een verbinding met geleiders van een koker passen.
8. 9. Stelsel volgens conclusie 8, gekenmerkt door in de kamers stekende isolerende nokken, die aan een deksel of isolerende vulplaat zijn 25 aangevormd, en zijn ingericht om met overeenkomstige armen van de geleidende stroken in aanraking te komen om deze op de gewenste hoogte vast te houden.
9. 10. Stelsel volgens een v*>n de conclusies 2. .5 of 7. .9, m e t het kenner k, dat in het bodemgedeelte van een koker een metalen versty- 30 vingsstaaf past, die tevens als aardverbinding kan dienen, waarbij de staven van .aansluitende kokers elektrisch met elkaar kunnen worden verbonden, en binnen de kokers voor het maken van een aardverbinding toegankelijk zijn.
10. 11. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ver-35 stijvingsstaven van gaten zijn voorzien, waardoorheen bevestigings- schroeven kunnen worden gestoken, die verder door aanwezige dan wel te vormen gaten in de kokerbodem kunnen worden gestoken. 7907278 a — V
11. 12. Stelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de verstijvingsstaven in de langsrichting verschuifbaar zijn, ten einde deze aan een einde van de koker naar buiten te laten uitsteken en in een aangrenzend einde van een te koppelen koker of in een aange- 5 past gedeelte van een verbindingsonderdeel te kunnen steken, en dat verbindingsonderdelen zijn voorzien van een in een daarmede te verbinden koker te steken verstijvingsstaafgedeelte· *
12. 13. Stelsel volgens een van de conclusies 1..12, met het kenme merk , dat het kontaktonderdeel bestaat uit een op een koker passend 10 huis, waarin een kontaktdrager draaibaar is ondersteund, welke kontakt-drager in het inwendige van de koker kan worden gestokej, en van dwars uitstekende kontaktstroken is voorzien, die bij draaiing van de kontaktdrager in de openingen van de zijdelingse geleidergoten worden gezwenkt om met de daarin aanwezige geleiders in aanraking te wor-15 den gebracht, welke drager tevens van met de koker in aangrijping komende grendelnokken is voorzien. 1½. Stelsel volgens conclusie 6 en 13, met het kenmerk, dat in het midden van de kontaktdrager een aan het uiteinde uitstekende kontaktpen is aargebracht, die in een boderagoot van de koker past, 20 en niet met de kontaktdrager meedraait.
13. 15· Stelsel volgens conclusie 13 en 10, met het kenmerk, dat de kontaktdrager aan het uiteinde van een verend eindkontakt is voorzien, dat met de verstijvingsstaaf van de koker in aanraking komt, wanneer het kontaktonderdeel in de koker wordt gestoken.
14. 16. Stelsel volgens een van de conclusies 13..15, met he t ken - merk, dat de kontaktdrager van langsholten is voorzien, - waarin vlakke geleidende stroken zijn gestoken, die aan het ene einde van een sansluitklem zijn voorzien, terwijl het andere uit de drager uitstekende uiteinde haaks is omgezet en als kontaktpen werkt. > 790 7 2 7 8