NL7907045A - Ondersteuningsconstructie voor het tijdelijk afstellen van een opstaand onderdeel. - Google Patents

Description

* J? ί * Götaverken Arendal AB, te Arendal, Göteborg, Zweden

Ondersteunings constructie voor het ti.ideli.ik afstellen van een ópstaand onderdeel.

De uitvinding heeft betrekking op een ondersteunings constructie voor het tijdelijk afstellen van een opstaand onderdeel.

Wanneer balken aan zware platen moeten worden gelast, hetgeen een gebruikelijke procedure is in de scheepsbouwindustrie, worden de 5 balken eerst in hun juiste posities ingesteld, en worden deze dan afge steld door middel van steunen, die aan de plaat worden gelast. De balken zijn vaak zwaar, en wanneer het om L- of T-profielen gaat, bovendien topzwaar, hetgeen tot een zorgvuldige ontwerpopzet en toepassing van de draagsteunen noodzaakt.

10 De verwijdering van de steunen zal bovendien de vlakken van de balk en de plaat aantasten, en indien de vlakken geverfd of op andere wijze een oppervlakbehandeling ondergaan hebben zullen merkbare be-schadigingen achterblijven.

Overeenkomstige problemen zullen optreden, wanneer webplaten 15 en schotten aangebracht moeten worden, en zullen ook tegengekomen wor den in andere takken bijvoorbeeld in de woningbouwindustrie, waar het wenselijk kan zijn om balken, wandsecties en dergelijke tijdelijk te v ondersteunen tot de uiteindelijke aanbrenging-kan worden uit gevoerd.

Het oogmerk van de onderhavige uitvinding is om een onder-20 steuningsconstructie voor te stellen, die zich leent voor de tijdelijke afstelling van een ópstaand onderdeel ten opzichte van een onderlaag.

Deze ondersteuningsconstructie zal niet aan de onderlaag, of aan het onderdeel, bevestigd behoeven te worden, maar het gewicht van deze laatste verschaft de essentiële opsluitfunctie.

25 Een ondersteunings constructie volgens de uitvinding bestaat uit een paar in hoofdzaak L-vormige schragen, die elk voorzien zijn van een sleuf, die in gebruik een hoek met het vlak van de onderlaag zal 7907045 2 Λ. * < vormen, "beginnende vanaf de basis flens van de L, aangrenzend aan de door de basisflens en bet middelgedeelte van de schraag gevormde hoek, en tenminste êên plaatonderdeel, elk bestaande uit een middengedeelte dat de dikte van het opstaande onderdeel overtreft, alsmede twee flenzen die 5 een voortzetting vormen van het middengedeelte en zich elk lenen om te worden aangebracht in een sleuf ter plaatse van elke schraag van het paar, die aan elke zijde van het opstaande onderdeel is aangebracht.

Elke schraag is bij voorkeur voorzien van ten^minste één aan-haalschroef voor het opsluiten van de flens van een plaatonderdeel dat 10 in de schraag ingebracht is, waarbij de hoek van de groef bij voorkeur ongeveer 1*5° is.

Een uitvoering van de uitvinding, zoals gebruikt wordt bij het lassen van balken aan grote plaatvlakken, zal in het volgende worden beschreven aan de hand van de tekening, waarin: 15 fig. 1 een gedeelte van een groot plaatvlak toont, waaraan balken moeten worden gelast, fig. 2 een doorsnede over de ondersteuningsconstructie volgens II-II in fig. 1 toont, en fig. 3 op een iets grotere schaal een eindaanzicht van een 20 plaatonderdeel weergeeft.

In fig. 1 is met het verwijzingscijfer TO een gedeelte van een plaatvlak aangeduid, en met 11 twee balken, met L-vormige doorsnede, daaraan bevestigd. Ter plaatse van de linker balk is de lasverrichting beëindigd, terwijl het lassen nog wordt uit gevoerd ter plaatse van de 25 rechter balk, welke laatste wordt vast gehouden in de gewenste positie .

door middel van twee ondersteunings constructies 12, die in het volgende zullen worden beschreven aan de hand van fig. 2.

Het lassen wordt · uitgevoerd door middel van een inrichting, die schematisch met 13 aangeduid is, maar het is duidelijk dat een voornaam-30 ste gedeelte van de lasverrichting kan worden uit gevoerd - door middel van automatische lasmachines van een willekeurig, bekend type.

Zoals duidelijk uit fig. 2 blijkt, bestaat een ondersteunings-eonstructie uit twee in hoofdzaak L-vormige schragen Xk, die elk een basisflens 15 hebben, die naar de plaat 10 toegekeerd is, en een middel-35 gedeelte 16, dat in gebruik verticaal, opwaarts gericht zal zijn vanaf deze laatste.

7907045 er* 3

De basisflens is bij voorkeur niet vlak over bet volle vlak daarvan dat naar de plaat toegekeerd is, maar heeft één vlak oppervlak aangrenzend aan de hoek tussen de basisflens en het middelgedeelte alsmede een verder vlak oppervlak langs de afgelegen rand daarvan, waarbij 5 de basisflens ondersneden is tussen deze twee oppervlakken.

De schragen 1¼ zijn op geschikte wijze gefabriceerd van dik plaatmateriaal, en zijn voorzien van zijwaarts uitstekende nokken 22, bijvoorbeeld korte lengten of T-staven, die aan de hoofdromp van de L gelast zijn.

10 Elke schraag is, ter plaatse van het vlakke oppervlak van zijn basisflens 15, aangrenzend aan de hoek tussen de basisflens en het middelgedeelte, voorzien van een sleuf 17, die in gebruik schuin buitenwaarts/opwaarts gericht is vanaf het’ plaatvlak, bij voorkeur onder een hoek van ongeveer ^-5°· Deze sleuven zijn zijwaarts gedeeltelijk gesloten 15 door nokken 22, die echter niet geheel langs de sleuven reiken, maar hun buitenwaartse einden toegankelijk laten voor inspectie.

De schragen 1U zijn in spiegelstand aangebracht aan weerszijden van een balk 11, en worden in hun wederzijdse posities vastgehouden door een plaat onderdeel 18, van het op grotere schaal in fig. 3 weergegeven 20 type.

Elk plaatonderdeel bestaat uit een middengedeelte 19,dat een lengte heeft dat de dikte van het middel van de.balk 11 iets overtreft. Twee flenzen 20 komen .uit het middengedeelte, waarbij de hoekstanden en de afmetingen van de flenzen met de sleuven 17 in de schragen 14 samengaan.

25 De balk 11 zal aanvankelijk geheel vrij staan op de plaatonder- delen 18, met een geringe speling ten opzichte van de middelgedeeltaal6 van de schragen. Het gewicht van de balk 11 zal een bevredigende opsluiting voor de afstelling verzekeren, en het zal niet nodig zijn om enige verbinding aan de plaat,of. aan de balk, te lassen.

30 Elke schraag 1U is voorzien van een schroef 21, die in een van schroefdraad voorziene boring in de schraag past, en is uitzet-baar tot een gedeelte van de sleuf 17, waar de flens 20 ingebracht wordt.

Het plaatonderdeel 18 is bij voorkeur gefabriceerd van een 35 lengte van staalstrip, dat de nodige sterkte heeft om bestand te zijn tegen de spanningen die door een kantelneiging van de balk veroorzaakt 7907045 k worden. Indien een dergelijke neiging mocht optreden, zal het middel van de balk als een hefboom optreden, die op de bovenrand van de' ene schraag rust en een kracht uitoefent ter plaatse van het onderste gedeelte van de andere schraag. Het plaatonderdeel 18 zal dan een 5 spanningswerking ondergaan, maar zal gedurende deze omstandigheden, in staat zijn om aanzienlijke spanningen op te hemen. Het kan gebeuren, dat de hoekgedeelten van de schragen7.iets van de plaatonderlaag gelicht zullen worden, en dat de einden van de basisflenzen 15 naar elkaar toe getrokken worden, wanneer de boveneinden van de middelgedeelten 16 uit-10 een gedreven worden, maar een aanzienlijke uitwijking zal vereist zijn om de balk te laten omkantelen.

Wanneer de positie van de balk ingesteld is, wordt een korte las aan êên einde van de balk aangebracht , en daarna worden lasnaden aangebracht tussen de ondersteuningsonderdelen om te verzekeren dat de 15 balk in de verkozen positie blijft.

Daarna worden de schroeien 21 losgedraaid, en worden de schragen 1 k verwijderd.. De plaat onderdelen 18 worden uit getrokken, wat gewoonlijk mogelijk is wanneer een ,,wiegel"beweging op het onderdeel wordt uit geoefend. Het kan nodig zijn om een van de flenzen 20 neerwaarts te 20 drukken, of deze af te snijden, voor het plaatonderdeel zijwaarts terug getrokken kan worden.

De uitvinding kan worden toegepast bij gebogen balken alsmede bij iets gewelfde plaatvlakken.Het aantal ondersteuningsconstructies zal gekozen moeten worden in overeenstemming met de lengte van de balk 25 in kwestie, maar gewoonlijk moeten tenxminste twee ondersteuningscon- .

structies ter plaatse van elke balk worden gebruikt.

De uitvinding kan, zoals in het voorgaande vermeld is, ook toegepast worden in andere takken van de industrie, en de vorm en afmeting van de schragen, alsmede het materiaal daarvan kunnen op vele 30 wijzen variëren zander buiten het kader daarvan te treden, afhangende van de beoogde toepassing van de ondersteunings construct ie.

Kort samengevat is in het voorgaande een ondersteuningscon-structie voor:laswerkzaamheden beschreven, waarbij wanneer balken 11 aan grote platen 10 gelast moeten worden, tijdelijke ondersteuningseon-35 structies 12, bestaande uit een paar L-vormige schragen 11, worden toe gepast, en elke schraag voorzien is van eenfcleuf 17, die zich hoofdza- 7907045 * 5 kelijk onder ^5° opwaarts/"buitenwaarts uitstrekt vanaf de koek gevormd, door de "basisflens en het middel van de L. Een plaatonderdeel, dat een middengedeelte 19 heeft, corresponderende met de dikte van de "balk,en twee flenzen 20, die onder e.en hoek staan ten opzichte van het middenge-5 deelte, verbindt de twee schragen.

In gebruik rust het gewicht van de balk op het middengedeelte 19 van het plaatonderdeel en sluit dit de schragen in onderst eunings-positie op. De schragen zijn bij voorkeur voorzien van schroeven 21 voor het vast klemmen van de flenzen 20 in de sleuven 17.

7907045

Claims (3)

1. Ondersteuningseonstructie voor het tijdelijk afstellen van een ópstaand'.onderdeel ten opzichte van een onderlaag, waaraan het onderdeel moet worden bevestigd, gekenmerkt door een paar in hoofdzaak L-5 vormige schragen (14), die elk voorzien zijn van een sleuf (17), die in gebruik een hoek zal vormen met het vlak van de onderlaag (10), beginnende vanaf de basisflens (15) van de L, aangrenzend aan de hoek die door de basisflens en het middelgedeelte (16) van de schraag wordt gevormd, en tenminste eên plaat onderdeel (18), elk bestaande uit een 10 middengedeelte (19) dat de dikte van het opstaande onderdeel (11) over treft, alsmede twee flenzen (20) die een voortzetting vormen van het middengedeelte en zich elk lenen om te worden aangebracht in een sleuf (17) ter plaatse van elke schraag (1U) van het paar, die aan elke zijde van het opstaande onderdeel (11) zijn aangebracht.

2. Ondersteuningsconstructie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat elke schraag (1U) voorzien is van tenvminste éên aanhaalschroef (21) voor het opsluiten van de flens (20) van een plaat onder deel, dat in de schraag ingebracht wordt.

3. Ondersteuningsconstructie volgens conclusie 1 of 2, geken-_____ 20 merkt doordat de hoek van de sleuf (17) ongeveer ^5° is. h. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening. 7907045