NL7906875A - Vastzetinrichting voor de bladen van een luchtturbine. - Google Patents
Vastzetinrichting voor de bladen van een luchtturbine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7906875A NL7906875A NL7906875A NL7906875A NL7906875A NL 7906875 A NL7906875 A NL 7906875A NL 7906875 A NL7906875 A NL 7906875A NL 7906875 A NL7906875 A NL 7906875A NL 7906875 A NL7906875 A NL 7906875A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- shaft
- sleeve
- blade
- bolts
- circumference
- Prior art date
Links
- RLQJEEJISHYWON-UHFFFAOYSA-N flonicamid Chemical compound FC(F)(F)C1=CC=NC=C1C(=O)NCC#N RLQJEEJISHYWON-UHFFFAOYSA-N 0.000 title 1
- 239000002131 composite material Substances 0.000 claims description 15
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 5
- 238000000034 method Methods 0.000 description 9
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 7
- 239000000835 fiber Substances 0.000 description 6
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 5
- 239000011159 matrix material Substances 0.000 description 4
- 230000000903 blocking effect Effects 0.000 description 3
- 239000003822 epoxy resin Substances 0.000 description 3
- 239000000463 material Substances 0.000 description 3
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 3
- 229920000647 polyepoxide Polymers 0.000 description 3
- OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N Carbon Chemical compound [C] OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 2
- 239000000853 adhesive Substances 0.000 description 2
- 230000001070 adhesive effect Effects 0.000 description 2
- 230000008859 change Effects 0.000 description 2
- 229920006332 epoxy adhesive Polymers 0.000 description 2
- 239000003365 glass fiber Substances 0.000 description 2
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 2
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 2
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 2
- 230000008569 process Effects 0.000 description 2
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 2
- ZOXJGFHDIHLPTG-UHFFFAOYSA-N Boron Chemical compound [B] ZOXJGFHDIHLPTG-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 239000004593 Epoxy Substances 0.000 description 1
- 239000004677 Nylon Substances 0.000 description 1
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 description 1
- 229910052796 boron Inorganic materials 0.000 description 1
- 229910052799 carbon Inorganic materials 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 238000011161 development Methods 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 1
- 238000005516 engineering process Methods 0.000 description 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 239000011152 fibreglass Substances 0.000 description 1
- 239000002657 fibrous material Substances 0.000 description 1
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 1
- 229910002804 graphite Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000010439 graphite Substances 0.000 description 1
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 239000004745 nonwoven fabric Substances 0.000 description 1
- 229920001778 nylon Polymers 0.000 description 1
- 229940094537 polyester-10 Drugs 0.000 description 1
- 229920005989 resin Polymers 0.000 description 1
- 239000011347 resin Substances 0.000 description 1
- 238000012546 transfer Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F03—MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F03D—WIND MOTORS
- F03D1/00—Wind motors with rotation axis substantially parallel to the air flow entering the rotor
- F03D1/06—Rotors
- F03D1/065—Rotors characterised by their construction elements
- F03D1/0658—Arrangements for fixing wind-engaging parts to a hub
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/70—Wind energy
- Y02E10/72—Wind turbines with rotation axis in wind direction
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Sustainable Development (AREA)
- Sustainable Energy (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Wind Motors (AREA)
- Discharge By Other Means (AREA)
- Feeding Of Articles By Means Other Than Belts Or Rollers (AREA)
- Folding Of Thin Sheet-Like Materials, Special Discharging Devices, And Others (AREA)
Description
49 271/GB/MV 1 ·, ί UNITED TECHNOLOGIES CORPORATION, Hartford, Ct.,
Verenigde Staten van Amerika..
Vastzetinrichting voor de bladen van een lucbtturbine.
De uitvinding heeft betrekking op een luchtturbineblad met een ligger en een mantel vervaardigd uit een vezel-versterkte matrix, waarbij de ligger is verbonden met de naaf via een blad-vastzetconstructie met een vergrote 5 krachtsdoorvoerende baan, waardoor een zeer betrouwbare verbinding wordt verkregen.
Verschillende vastzetinrichtingen voor rotorbladen, zoals luchtvaart-schroeven zijn bekend en omvatten onderdelen zoals flenzen, drukringen, druklegers, borgringen en 10 gedeelde kragen. Elk van deze onderdelen vereist een bepaald type aanpassing van de schacht van het blad, zoals het daarin aanbrengen van loopvlakken of het erop aanbrengen van verhoogde vlakken. Verder vormt bij vele van deze bekende vastzetinrichtingen het schachtdeel een integraal 15 geheel met een instelmechanisme voor de spoed van het blad, en is structureel geschikt voor het absorberen en overbrengen van zowel centrifugale als transversale belastingen vanaf het blad en de bedieningsinrichtingen voor het wijzigén van de spoed.
20 Bij de ontwikkeling van grote rotorbladen zoals die voor door de wind aangedreven turbines of windmolens, waarbij de rotors dikwijls een diameter hebben van 30 tot 60 meter, vereisen de bladen speciale fabricagetechnieken voor het verminderen van het gewicht en de kosten ervan. Verder 25 oefenen de grote roterende bladen aanmerkelijke belastingen uit op de vastzetinrichtingen en het verbeteren van de constructie van dergelijke vastzetinrichtingen is gewenst om een juiste verdeling van de belastingen te verzekeren.
Een techniek voor het verminderen van het gewicht 30 en de kosten van een blad, zonder een compromis te moeten 7906875 > *’ ................... " 2 treffen met de structurele sterkte, omvat het gebruik van samengestelde materialen voor het vormen van het blad.
Een samengesteld blad uit een vezelversterkte matrix kan worden vervaardigd met behulp van geautomatiseerde wikkel-5 machines, waardoor een vermindering wordt bereikt van de mate waarin de structurele stijfheid van het blad afhankelijk is van verbindingen. Gebleken is dat gebruik kan worden gemaakt van vezels uit glas, koolstof, grafiet, Kevl&r en borium in een matrix uit een epoxy of polyester-10 hars. Ook kan gebruik worden gemaakt van samengestelde banden. Bij bladen van dit type zal de ligger, die ook uit filamenten is gewikkeld, het voornaamste belasting-dragende element vormen. Het gebruik van een vezelwikkel-proces maakt het mogelijk de wanddikte en de vezeloriëntatie 15 te wijzigen voor het verkrijgen van een optimale sterkte en stijfheid langs het blad, terwijl bijzonder goede af-schuif-eigenschappen worden verkregen en het blad grote belastingen kan dragen. De meeste bekende samengestelde bladen hebben stalen liggers die de structurele onder-20 steuning vormen voor het blad over de gehele lengte daarvan en die het gebruik mogelijk maken van standaard-bladvast-zetinrichtingen waarbij bladinstelmechanismen die een geheel vormen met de schacht van de bladligger. Bij bladen voorzien van vezelgewikkelde liggers zijn de bekende 25 technieken voor het verbinden van het blad met de naaf niet geschikt ten gevolge van het verschil in het materiaal van, de ligger. Bij samengestelde liggerbladen is het gewenst gebleken om het bladinstelmechanisme te scheiden van het blad, waarbij de bladinstelkrachten worden over-30 gebracht vanaf het bladinstelmechanisme, aangebracht in de naaf, op het blad zelf via blad-naafverbindingsorganen. Dientengevolge mqet de bladvastzetinrichting in staat zijn om de samengestelde ligger stevig vast te houden, terwijl het tegelijkertijd de instelkrachten vanaf het 35 instelmechanisme op het blad over moet brengen, terwijl dit gedaan moet worden onder het opnemen van de hoge belas- 7906875 t .3 tingen die het gevolg zijn van de grote afmetingen van het blad.
Een doel van de onderhavige uitvinding is daarom het verschaffen van een bladvastzetinrichting, die geschikt is 5 om een bladelement uit een samengesteld materiaal te verbinden met de rotornaaf.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een bladvastzetinrichting voor grote rotorbladen vervaardigd uit samengestelde materialen, zoals die welke 10 gebruikt worden bij windturbines.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een bladvastzetinrichting voor vezelgewikkelde bladen waarbij een binnenste verbindingsbus wordt gebruikt als een deel van de wikkeldoorn voor de bladligger.
15 Nog een verder doel van de uitvinding is het ver schaffen van een bladvastzetinrichting voor rotorbladen uit samengestelde materialen, waarbij de bladbelastingen worden overgebracht op de naaf via vergrote doorvoerings-banen voor het verkrijgen van een zeer betrouwbare ver-20 binding.
Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een bladvastzetinrichting voor een bladligger gevormd uit een filamentgewikkeld matrixmateriaal, waarbij het uiteinde van de ligger zodanig is gevormd 25 dat het een tegengestelde blokkeringstapsheid bezit voor het verkrijgen van een veilige blokkering onder centrifugale bladbelastingen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn metalen binnenste en buitenste 30 verbindingsbussen concentrisch ten opzichte van het binneneinde van de ligger daarmee verbonden en de bussen en de ligger worden ten opzichte van elkaar vastgehouden door een eerste serie afschuifbouten en -moeren, die radiaal door de bussen en de ligger heengaan. Een tweede 35 serie afschuifbouten en -moeren gaan door de bussen om deze met elkaar te verbinden, waarbij deze tweede serie iets 7906875 * t' _____________________________. 4 ___________ naar binnen toe ten opzichte van het binneneinde van de ligger is aangebracht. Het uiteinde van de ligger waarmee de bussen worden verbonden, is iets conisch en bezit een verkleinde diameter ten opzichte van het naastliggende 5 buitenste deel van de ligger waardoor het einde van de ligger op effektieve wijze wordt vastgezet tussen de bussen en de centrifugaalkrachten, die inwerken op het blad, de neiging zullen hebben om de blokkering steviger te maken, waardoor losgaan van het blad van de vasthoudbussen wordt 10 voorkomen.
Een gunstig kenmerk van de uitvinding is, dat de binnenste vastzetbus kan worden gebruikt als een deel van de wikkeldoorn voor de ligger, waarbij de vezels of samengestelde banden volledig worden gewikkeld rond de 15 binnenbus en later worden weggesneden op het gewenste punt voor het vormen van een zuivere eindbegrenzing van de ligger. Deze techniek verbetert de wikkelbewerking en de winding van de binnenbus met de samengestelde ligger.
De bouten kunnen eveneens worden gebonden met de 20 delen die zij met elkaar verbinden, voor het verkrijgen van een verbinding met· geen enkele speling, waardoor de verplaatsing tussen bepaalde onderdelen minimaal wordt gemaakt.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de 25 hand van een uitvoeringsvorm, weergegeven in de tekening, __ waarin: fig. 1 een dwarsdoorsnede toont over de bladvastzet-inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en fig. 2 een.gedeeltelijke doorsnede toont volgens de 30 lijn II-II van fig. 1.
Fig. 1 toont een bladligger 10, gevormd uit een . samengesteld materiaal, waar omheen een bladmantel 12 is gewikkeld. De voorkeurssamenstelling van de ligger en de mantel is een samenstelling uit epoxyhars en glasvezel, 35 hoewel ook andere filamenten en basismaterialen, evenals banden kunnen worden gebruikt. De wikkeling kan worden 7906875 i 5 Ί* uitgevoerd met behulp van bekende technieken die geen deel uitmaken van de onderhavige uitvinding. Het blad en de ligger kunnen elke grootte hebben, maar in het bijzonder wordt gedacht aan een groot blad voor een windturbine met 5 een rotordiameter boven 30 meter. Dergelijke bladen wegen meer dan 900 kg en wanneer zij zijn gemonteerd in een windturbine kunnen bijzonder hoge belastingen worden opgewekt op de mechanische bladvasthoud- en ondersteuningsconstruc-ties.
10 De meeste bladen van dit type zijn eveneens geschikt voor het instellen van de spoed ervan, waarbij het blad om zijn hartlijn wordt verdraaid, wat een extra bron van belastingen vormt. Verdere belastingen worden uitgeoefend door windvlagen,, die zeer verschillende snelheden en/of 15 richtingen kunnen hebben langs de hartlijn van het blad of op verschillende plaatsen tijdens het draaien ervan. Dientengevolge is de mechanische vastzetting van deze bladen een belangrijke faktor voor zowel wat betreft de veiligheid als de levensduur van het blad en voor de 20 constructie die de belasting op moet nemen. Door het gebruik van vezelgewikkelde samengestelde materialen voor het blad en de ligger ervan wordt het gewicht verkleind, maar er is zorg vereist bij de uitvoering van de geschikte mechanische vastzetinrichtingen, ten gevolge van de bij-25 zondere eigenschappen van samengestelde materialen.
Een bladvastzetinrichting, die vergrote krachts-doorvoeringsbanen levert, is weergegeven in de tekening en bestaat uit een binnenste metalen vastzetbus 14 en een buitenste metalen vastzetbus 16, bij voorkeur ver-30 vaardigd uit staal. De bussen lopen concentrisch met de hartlijn van het blad en een deel van elke bus strekt zich uit nabij en -is in aanraking met de bladligger 10, die opgenomen is tussen de bussen 14 en 16. De ligger 10 is vastgezet tussen de bussen 14 en 16 door middel van een 35 aantal afschuifbouten 18 en moeren 20, die zich uitstrekken door de omtrek van de ligger en gaan door openingen die 7906875
P
β ' geboord zijn in de bussen en de ligger. De bouten kunnen eveneens zijn verbonden met de ligger en de bussen zoals door het inbrengen van een kleine hoeveelheid van een geschikte epoxyhars in de boutopeningen voorafgaand aan 5 het inbrengen van de bouten 18. De bussen 14 en 16 zijn eveneens verbonden met de ligger 10, zoals hierna zal worden uiteengezet.
De bussen 14 en 19 strekken zich eveneens uit over een korte afstand buiten het binnenliggende einde van de 10 ligger 10, waarbij de buitenbus 16 is voorzien van een flensdeel 22, dat zich radiaal naar binnen toe uitstrekt en samenwerkt met het naar binnen toe lopende deel van de binnenbus 14 voor het vormen van een verbinding 24.
Het flensdeel 22 van de buitenbus ligt op korte afstand 15 van het binnenèinde van de ligger 10, waarbij een kleine ruimte 26 vrijblijft om elke direkte belasting tussen het einde van de ligger en het flensdeel 22 te vermijden.
In aanvulling op de serie bouten 18, die de binnenste en buitenste bussen 14 en 16 met elkaar verbinden via 20 de ligger 10, is een tweede serie afschuifbouten 38, vastgezet door moeren 40, aangebracht in openingen geboord door de bussen 14 en 16 op een punt iets binnen het einde van de ligger 10. De bouten 38 kunnen eveneens, gebonden zijn voor het verkrijgen van een grotere sterkte.
25 De bladvastzetinrichting, omvattende bussen 14 en 16, zal de bladligger 10 stevig vasthouden. Er. zijn middelen vereist voor het verbinden van de ligger en de ligger-vasthoudinrichting met de rotornaaf. Afhankelijk van een bepaalde constructie is het mogelijk de bladvastzetbus 30 direkt te verbinden met de rotornaaf. Bij veie toepassingen is het echter noodzakelijk een binnenste verbindingselement aan te brengen, zoals bijv. weergegeven, in fig. 1, waarbij een kegelvormig verbindingselement 32 bij het ene einde door middel van bouten is vastgezet met de bladvastzet-35 inrichting· en bij het andere einde met de naaf as 36.
Een aantal draadgaten 28 zijn axiaal aangebracht in 7906875 7 het flensdeel 22 van de buitenbus 16 en daarin zijn tapbouten 30 gemonteerd voor het vastzetten van het flenseinde van het kegelvormige blad-naafverbindingselement 32 aan de buitenbus 16. Eén of meer bouten 30 kunnen vervangen worden door de 5 pen 34, weergegeven in fig. 2, voor het verkrijgen van een minimale relatieve verplaatsing en zwenkbelastingen tussen de buitenbus 16 en het blad-naafverbindingselement 32.
De bouten 30 kunnen eveneens in de gaten 28 worden vastgezet door middel van een geschikte epoxyhars. De bouten 30 10 kunnen gemakkelijk worden verwijderd wanneer het gewenst is een rotorblad van de naaf te verwijderen. Het blad-naafverbindingselement 32 is door bekende middelen zoals bouten' vastgezet aan de naafas 36, die wordt ondersteund door niet weergegeven legers en die draaibaar om zijn as is gemonteerd 15 voor het verschaffen van een spoedverandering van de bladen.
De naaf is natuurlijk geschikt om op de wijze van bekende rotors of schroeven te draaien.
Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 1 heeft het binneneinde ofwel schachtdeel van de ligger 10 een diameter, 20 die iets kleiner is dan het direkt naastliggende buitenste deel van de ligger, zodat het binneneinde van de ligger iets conisch is en taps naar binnen toe loopt naar de naaf.
Deze constructie verschaft een positieve blokkering van de bladligger, daar centrifugaalkrachten zullen trachten de 25 ligger weg te trekken, waardoor eveneens een krachtscompo-nent optreedt, die radiaal inwerkt op de bussen 14 en 16, die op hun beurt de krachtscomponent zullen tegengaan en zullen zorgen voor een steviger afdichting geleverd door de binnenste en de buitenste bus, dat wil zeggen dat de 30 bussen werken als een wig voor het vasthouden van de ligger.
Zoals eerder gezegd kan de ligger 10 zijn verbonden met de binnenste en buitenste bevestigingsbussen 14 en 16. Volgens een voorkeurstechniek wordt gebruik gemaakt van de binnenste verbindingsbus 14 als deel van de doorn waarop 35 het vezelglas wordt gewikkeld bij het vormen van de ligger 10. Om te beginnen wordt het vezelmateriaal integraal ge- 7906875 ...8-.
t> wikkeld over de binnenste bevestigingsbus 14 en er wordt een epoxykleefmiddel aangebracht op het verbindings-oppervlak van de bus 14. De dikte van de vezels vereist tussen de binnen- en de buitenbus wordt bepaald door 5 tussenvoeging van een vezelvlies met de vezellagen. De eerste vlieslagen worden direkt aangebracht over het kleefmiddel op de binnenbus 14 en de eerste schroeflijnvormige vezellaag wordt gewikkeld over het vlies, waarna een volgende vlieslaag wordt aangebracht, een volgende 10 schroeflijnvormige vezellaag over het vlies wordt gewikkeld, enz., totdat de gewenste dikte is verkregen. Aanvullende vlieslagen kunnen worden gebruikt in het vastzetgebied van de ligger indien dit noodzakelijk is, maar de uiteindelijke laag wordt gewikkeld. In de praktijk wordt een 15 uitwendige af te pellen nylon laag gebruikt voor het beschermen van het liggeroppervlak tegen verontreiniging tijdens de erop volgende verbindingsbewerkingen met de verbindingsbus.
De gereedgemaakte ligger wordt bij kamertemperatuur 20 uitgehard gedurende 48 uren, zodat het materiaal in het ligger-vastzetgehied· bewerkt kan worden. Het uiteinde van de ligger wordt dan op de juiste plaats ten opzichte van de binnenbus afgesneden daar bij het wikkelproces de gehele binnenbus met glasvezel wordt bedekt. Het 25 ligger-bindingsvlak wordt dan bewerkt en epoxykleefmiddel wordt aangebracht op de met elkaar te verbinden oppervlakken van ligger en buitenbus. De bpitenbus wordt dan op de ligger geduwd tot de gewenste radiale plaats en vastgehouden totdat het kleefmiddel is uitgehard. De boutgaten in de 30 buitenbus worden bij voorkeur vooraf geboord en gebruikt, als bussen voor het boren en ruimen van de gaten in de ligger en de binnenbus. De bouten 38 worden dan aangebracht en de bouten 18 worden naderhand aangebracht wanneer de liggerdoorn is verwijderd. Natuurlijk kunnen ook andere 35 procedures worden toegepast.
Zoals aangegeven levert de bladvastzetinrichting 7906875 -- 9 * **r volgens de onderhavige uitvinding twee verschillende banen op voor de belastingen die worden opgewekt door het blad op de vastzetconstructie. Ten eerste lopen de afschuif-krachten vanaf de ligger naar de binnen- en de buitenbus 5 14 resp. 16 via de daartussen aanwezige verbindingen en de belasting op de binnenbus wordt verder overgebracht naar de buitenbus via de bouten 38 en dan op de ondersteu-ningsconstructie via bouten 30. Ten tweede leveren de bouten 18 een andere baan voor dezelfde belasting. Wanneer 10 dus de ene krachtsdoorvoeringsbaan zou bezwijken kan de andere baan op veilige wijze de belasting overbrengen, waardoor een zeer betrouwbare vastzetinrichting wordt verkregen.
Hoewel de ligger 10 en het schachtdeel daarvan bij 15 voorkeur cirkelvormig en hol zijn, kunnen ook andere constructies worden aangepast op de vastzetinrichting volgens de onderhavige uitvinding. Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm, zal duidelijk zijn dat vele wijzigingen kunnen worden 20 aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.
- conclusies - 7906875
Claims (7)
1. Vastzetinrichting voor een rotorblad/ welk blad een belastingsoverbrengende ligger heeft met een holle cilindrische binnenliggende schacht die er éën geheel mee vormt, met het kenmerk, dat de inrichting 5 bestaat uit: een eerste cilindrische metalen buselement geschikt om aan te liggen tegen de schacht tegen de binnenomtrek daarvan, welk eerste buselement zich iets uitstrekt tot buiten het einde van de schacht? een tweede cilindrische metalen buselement geschikt om aan te liggen tegen de 10 schacht over de buitenomtrek daarvan, welk tweede bus element zich uitstrekt tot iets buiten het einde van de schacht en is voorzien van een radiaal naar binnen toe stekend flensdeel dat aanligt tegen het uitstekende deel van het eerste buselement nabij het einde van de schacht? 15 middelen voor het verbinden van het eerste en het tweede buselement met de schacht langs de aanliggende oppervlakken daarvan? een eerste aantal bouten aangebracht rond de omtrek van de schacht waarbij elk der bouten zich radiaal uitstrekt door de buselementen en de schacht en de 20 schacht vastzet tussen de buselementen? en een tweede aantal bouten aangebracht op een punt iets buiten het einde van de schacht, waarbij elk van deze tweede bouten zich radiaal uitstrekt door het eerste en het tweede buselement _ en deze met elkaar verbindt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een verbindingselement aanwezig is met een geflensd cirkelvormig einddeel en middelen aanwezig zijn omvattende een derde aantal bouten aangebracht rondom de omtrek van het verbindingselement en gaande door het 30 geflensde deel daarvan in het flensdeel van het tweede buselement axiaal in het vlak van de schacht, waardoor het verbindingselement is verbonden met het tweede buselement. 7906875 4
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat ten minste één van het derde aantal bouten gevormd wordt door een pen met een perspassing.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de rotorbladligger met inbegrip van de schacht is samengesteld uit een vezel-gewikkeld samengesteld materiaal.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schacht in axiale 10 richting conisch is waarbij het einde van de schacht een omtrek heeft die iets kleiner is dan het deel van de schacht direkt daarbuiten, waarbij de schacht taps loopt in een richting waardoor een deel van de belasting, geleverd door centrifugaalkrachten inwerkend op het blad, wordt 15 overgebracht op de buselementen in een dwarsrichting waardoor de schacht door wigwerking wordt vastgehouden tussen de buselementen.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kènmerk, dat het eerste en het tweede 20 aantal bouten zijn vastgezet aan de betreffende onderdelen die zij met elkaar verbinden.
7. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. * 7906875
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US94422278 | 1978-09-20 | ||
US05/944,222 US4236873A (en) | 1978-09-20 | 1978-09-20 | Wind turbine blade retention device |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7906875A true NL7906875A (nl) | 1980-03-24 |
Family
ID=25481016
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7906875A NL7906875A (nl) | 1978-09-20 | 1979-09-14 | Vastzetinrichting voor de bladen van een luchtturbine. |
Country Status (18)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4236873A (nl) |
JP (1) | JPS5543294A (nl) |
AU (1) | AU524715B2 (nl) |
BR (1) | BR7905704A (nl) |
CA (1) | CA1117428A (nl) |
DE (1) | DE2937895C2 (nl) |
DK (1) | DK150022C (nl) |
FI (1) | FI66240C (nl) |
FR (1) | FR2436891A1 (nl) |
GB (1) | GB2029911B (nl) |
IL (1) | IL58197A (nl) |
IN (1) | IN151726B (nl) |
IT (1) | IT1123234B (nl) |
NL (1) | NL7906875A (nl) |
NO (1) | NO151432C (nl) |
SE (1) | SE438013B (nl) |
SU (1) | SU1122236A3 (nl) |
ZA (1) | ZA794660B (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19733372C1 (de) * | 1997-08-01 | 1999-01-07 | Aloys Wobben | Rotorblatt und Rotor einer Windenergieanlage |
US6514043B1 (en) | 1998-06-04 | 2003-02-04 | Forskningscenter Risø | Wind turbine hub |
NL1013807C2 (nl) * | 1999-12-09 | 2001-07-05 | Aerpac Holding B V | Windturbinerotor, alsmede naaf en extender daarvoor. |
US6745619B2 (en) | 2001-10-22 | 2004-06-08 | Ford Global Technologies, Llc | Diagnostic method for variable compression ratio engine |
DE10224439C5 (de) * | 2002-06-01 | 2009-12-31 | Aloys Wobben | Verfahren zur Montage/Demontage von Komponenten einer Windenergieanlage |
DE10303555B4 (de) * | 2003-01-29 | 2007-01-25 | Aloys Wobben | Verfahren zur kranlosen Montage eines Rotorblattes einer Windenergieanlage |
DK2309120T3 (da) * | 2003-04-12 | 2017-01-02 | Gen Electric | Nav til rotoren på en vindmølle |
US7993103B2 (en) * | 2006-01-05 | 2011-08-09 | General Electric Company | Wind turbine blades and methods of attaching such blades to a hub |
US7427189B2 (en) * | 2006-02-13 | 2008-09-23 | General Electric Company | Wind turbine rotor blade |
DE102006008428B4 (de) * | 2006-02-23 | 2013-07-18 | Repower Systems Ag | Montage/Demontage eines Rotorblattes |
DE102006014742B4 (de) * | 2006-03-30 | 2008-01-24 | Nordex Energy Gmbh | Rotorblatt für Windenergieanlagen |
US7517194B2 (en) * | 2006-04-30 | 2009-04-14 | General Electric Company | Rotor blade for a wind turbine |
DE102006022272C5 (de) * | 2006-05-11 | 2013-07-25 | Repower Systems Ag | Rotorblattanschluss |
US7740453B2 (en) * | 2007-12-19 | 2010-06-22 | General Electric Company | Multi-segment wind turbine blade and method for assembling the same |
US8171633B2 (en) * | 2007-12-19 | 2012-05-08 | General Electric Company | Method for assembling a multi-segment wind turbine blade |
US8075280B2 (en) * | 2008-09-08 | 2011-12-13 | Siemens Energy, Inc. | Composite blade and method of manufacture |
US8562301B2 (en) | 2010-04-20 | 2013-10-22 | Hamilton Sundstrand Corporation | Turbine blade retention device |
ES2713496T3 (es) * | 2012-06-22 | 2019-05-22 | Lm Wind Power Int Tech Ii Aps | Un sistema y método para proporcionar un alineamiento exacto al montar una pala de turbina eólica |
US9279325B2 (en) | 2012-11-08 | 2016-03-08 | General Electric Company | Turbomachine wheel assembly having slotted flanges |
US9464622B2 (en) | 2013-05-31 | 2016-10-11 | General Electric Company | Rotor blade assembly having a stiffening root insert |
US20140377072A1 (en) * | 2013-06-24 | 2014-12-25 | General Electric Company | Root stiffener for a wind turbine rotor blade |
US20140377078A1 (en) * | 2013-06-24 | 2014-12-25 | General Electric Company | Root stiffener for a wind turbine rotor blade |
GB2529158A (en) * | 2014-08-11 | 2016-02-17 | Marine Current Turbines Ltd | Turbine blade coupling |
US9869295B2 (en) * | 2015-05-07 | 2018-01-16 | General Electric Company | Attachment method to install components, such as tip extensions and winglets, to a wind turbine blade, as well as the wind turbine blade and component |
US9869296B2 (en) * | 2015-05-07 | 2018-01-16 | General Electric Company | Attachment method and system to install components, such as tip extensions and winglets, to a wind turbine blade |
US10190571B2 (en) | 2015-07-01 | 2019-01-29 | General Electric Company | Ring insert for a wind turbine rotor blade |
CN106640558B (zh) | 2016-12-30 | 2019-04-12 | 北京金风科创风电设备有限公司 | 风力涡轮机的变桨轴承、叶片、叶轮及连接方法 |
DE102017004056A1 (de) * | 2017-04-27 | 2018-10-31 | Senvion Gmbh | Blattadapter für Windenergieanlagen |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3768A (en) * | 1844-09-27 | X n nathan | ||
US1438413A (en) * | 1920-09-21 | 1922-12-12 | Vessey Ernest Abington | Screw propeller |
GB722968A (en) * | 1951-12-28 | 1955-02-02 | Sncaso | Improvements in blades for rotary-wing aircraft |
DE1045810B (de) * | 1957-05-17 | 1958-12-04 | Allgaier Werke G M B H | Aus faserverstaerkten Kunststoffschalen oder -platten bestehender Koerper, insbesondere Trag- oder Antriebsfluegel, und Verfahren und Werkzeug zu seiner Herstellung |
US2951541A (en) * | 1957-05-27 | 1960-09-06 | Parsons Corp | Root retention structure for molded rotor blades |
US3168144A (en) * | 1962-08-31 | 1965-02-02 | United Aircraft Corp | Blade sealing means |
US3237697A (en) * | 1963-02-11 | 1966-03-01 | Boeing Co | Helicopter rotor blade |
FR1492333A (fr) * | 1966-07-18 | 1967-08-18 | United Aircraft Corp | Pale composite pour un rotor d'hélicoptère |
US3603701A (en) * | 1969-08-28 | 1971-09-07 | Tadeusz Tarcrynski | Composite rotor blade retention |
US3734642A (en) * | 1971-06-29 | 1973-05-22 | United Aircraft Corp | Aerodynamic blade root end attachment |
-
1978
- 1978-09-20 US US05/944,222 patent/US4236873A/en not_active Expired - Lifetime
-
1979
- 1979-07-31 CA CA000332867A patent/CA1117428A/en not_active Expired
- 1979-09-03 GB GB7930424A patent/GB2029911B/en not_active Expired
- 1979-09-04 AU AU50554/79A patent/AU524715B2/en not_active Ceased
- 1979-09-04 ZA ZA00794660A patent/ZA794660B/xx unknown
- 1979-09-04 DK DK370079A patent/DK150022C/da not_active IP Right Cessation
- 1979-09-05 BR BR7905704A patent/BR7905704A/pt unknown
- 1979-09-06 IL IL58197A patent/IL58197A/xx unknown
- 1979-09-13 JP JP11868679A patent/JPS5543294A/ja active Granted
- 1979-09-14 NL NL7906875A patent/NL7906875A/nl not_active Application Discontinuation
- 1979-09-14 IN IN966/CAL/79A patent/IN151726B/en unknown
- 1979-09-18 SE SE7907722A patent/SE438013B/sv not_active IP Right Cessation
- 1979-09-18 NO NO792997A patent/NO151432C/no unknown
- 1979-09-18 FR FR7923179A patent/FR2436891A1/fr active Granted
- 1979-09-19 SU SU792816298A patent/SU1122236A3/ru active
- 1979-09-19 FI FI792920A patent/FI66240C/fi not_active IP Right Cessation
- 1979-09-19 DE DE2937895A patent/DE2937895C2/de not_active Expired
- 1979-09-20 IT IT25841/79A patent/IT1123234B/it active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT7925841A0 (it) | 1979-09-20 |
AU524715B2 (en) | 1982-09-30 |
BR7905704A (pt) | 1980-05-13 |
SE438013B (sv) | 1985-03-25 |
CA1117428A (en) | 1982-02-02 |
FI66240C (fi) | 1984-09-10 |
ZA794660B (en) | 1980-08-27 |
SE7907722L (sv) | 1980-03-21 |
JPS6340942B2 (nl) | 1988-08-15 |
GB2029911B (en) | 1982-07-21 |
FR2436891B1 (nl) | 1983-12-09 |
DK150022C (da) | 1987-07-06 |
GB2029911A (en) | 1980-03-26 |
IL58197A0 (en) | 1979-12-30 |
FR2436891A1 (fr) | 1980-04-18 |
US4236873A (en) | 1980-12-02 |
NO151432C (no) | 1985-04-10 |
FI66240B (fi) | 1984-05-31 |
NO151432B (no) | 1984-12-27 |
DK370079A (da) | 1980-03-21 |
IT1123234B (it) | 1986-04-30 |
SU1122236A3 (ru) | 1984-10-30 |
IN151726B (nl) | 1983-07-16 |
DK150022B (da) | 1986-11-17 |
FI792920A (fi) | 1980-03-21 |
DE2937895C2 (de) | 1986-07-31 |
AU5055479A (en) | 1980-03-27 |
DE2937895A1 (de) | 1980-04-03 |
NO792997L (no) | 1980-03-21 |
IL58197A (en) | 1982-01-31 |
JPS5543294A (en) | 1980-03-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7906875A (nl) | Vastzetinrichting voor de bladen van een luchtturbine. | |
EP2217792B1 (en) | A wind turbine, a method for coupling a first drive train component of the drive train of a wind turbine to a second drive train component of the drive train and use of a wind turbine | |
US7481624B2 (en) | Butt connection for hollow profile members | |
EP1798412B1 (en) | Connection of wind turbine blade to rotor hub | |
US6443701B1 (en) | Blade root for propeller and rotor blades | |
EP0747573B1 (en) | Gas turbine rotor with remote support rings | |
CN100339557C (zh) | 多级轴向结构形式的压缩机 | |
JP3062700B2 (ja) | Vtol及びvstol航空機回転翼用の冗長保持システム | |
US20100086409A1 (en) | Wind turbine rotor | |
US5024297A (en) | Torque transmitting beam for wheel having brake torque drives | |
FR2570328A1 (fr) | Longeron en materiau composite renforce de fibres pour un aeronef a voilure tournante | |
DE602005000185T2 (de) | Turbomaschine mit einem Blockiersystem für die Haupttriebwerkswelle mit Lager-Sollbruchstelle | |
US4465434A (en) | Composite turbine wheel | |
JPS5853224B2 (ja) | はずみ車 | |
CN109563808A (zh) | 具有转子锁定系统的风力涡轮机及其方法 | |
US4585393A (en) | Fiber reinforced/epoxy matrix composite helicopter rotor yoke | |
JP6301461B2 (ja) | ブレード取り付けのためのシステム及び方法 | |
JPH06509766A (ja) | 回転翼航空機用ピッチ制御システムにおける動力学的短縮効果の補正装置および方法 | |
DE4017586A1 (de) | Verbindungseinrichtung fuer flugzeugpropellerschaufeln | |
US3810713A (en) | Helicopter rotor systems | |
CN103708030A (zh) | 平面柔性梁单元 | |
EP0967405B1 (de) | Anordnung zur Befestigung eines Rotors auf einer Welle | |
US7309166B2 (en) | Hub joint for transferring load from a rotating shaft to a stationary body | |
RU2040432C1 (ru) | Композиционная лопасть воздушного винта | |
CN116857020A (zh) | 一种基于陶瓷材料的涡轮转子结构 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |