NL7906319A

NL7906319A - Stabiel geeemulgeerd eetbaar vloeibaar zetmeelproduct en werkwijze voor het gebruik daarvan.

Info

Publication number: NL7906319A
Application number: NL7906319A
Authority: NL
Original assignee: Nelson R W
Priority date: 1979-04-16
Filing date: 1979-08-21
Publication date: 1980-10-20
Also published as: GB2055034A; DE2934675A1; IT1221913B; PT70109A; GB2055034B; IT7950129A0; JPS55138366A; ES483721A1; DK348679A; FR2454274B1; SE7907262L; FR2454274A1; JPS5842749B2; CA1129239A; US4247561A

Description

»; 4 t r ... 1

Rolland Wade Nelson, te Des Moines, Iowa, Ver.St.v.Amerika

Stabiel geëmulgeerd eetbaar vloeibaar zetmeelproduct en werkwijze voor het gebruik daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een stabiel geëmulgeerd eetbaar vloeibaar zetmeelproduct en werkwijze voor het gebruik daarvan, in het bijzonder voor vee en andere dieren. Het product is geschikt oa te worden gebruikt door dieren met één maag# zoals varkens# 5 kuikens en ander gevogelte# herkauwers# zoals vee# schapen en geiten en pseudo-herkauwers, zoals paarden# konijnen en dergelijke. Het product is kortom een geschikt voer of voeraanvulmiddel# in het bijzonder voor huisdieren.

Ofschoon vloeibare zetmeelproduct en in het verleden 10 reeds zijn bereid# hebben dergelijke producten niet een grote mate van commercieel succes gehad. Dit werd in de eerste plaats veroorzaakt door inherente tekortkomingen van het product. Vele tot nu toe bekende vloeibare producten waren bijvoorbeeld niet geschikt ten gevolge van het gebrék aan emulsie-stabiliteit. Vele van deze andere producten vertonen 15 ook een sterke afscheiding van zetmeel. Zo geven de producten bij transport en opslag gedurende lange duur een afscheiding in een onderste laag van vaste stoffen en een slecht tonende maar duidelijke vloeistof bovenlaag. Dit maakt het product onaanvaardbaar om te worden gebruikt zonder chemische emulgatoren of mengen voor het gebruik. Als gevolg van 20 dergelijke slechte gedragskenmerken zijn dergelijke producten niet van ganser harte ontvangen door veevoederbedrijven.

Het product volgens de uitvinding verschaft een vloeibaar zetmeelproduct in emulsievorm# dat emulsie-stabiliteit bezit gedurende een tijdsduur van zelfs 9 maanden# maar gebruikelijker verscheidene 25 maanden# dat wil zeggen 3-6 maanden. Als gevolg daarvan bezit het product goede opslageigenschappen en een lange houdbaarheid.

Naast het voordeel van emulsie-stabiliteit# goed'- op-slagvermogen en lange houdbaarheid# bezit het product volgens de uitvinding 7906319 J* Λ 2 ook het uitzonderlijke vermogen om tot zelfs 5-10 % van het droge graan in een droog voerrantsoen te vervangen· Het werkt ook als een voertoaberei-der en vermijdt de noodzaak tot pilvorming voor sommig voer, zonder dat enige aanmerkelijke afwijking in gewichtstoename van het dier of voer-5 omzetting wordt waargenomen. Als gevolg daarvan kunnen de voerkosten aan zienlijk worden verlaagd door een hoeveelheid van een goedkoper voexpro-duct te gebruiken zonder enigerlei afname van de voerdoelmatigheid, omdat de voeromzetting in eiwit (vlees) constant blijft. Derhalve zijn de voornaamste doeleinden van de uitvinding het'verschaffen van een werkwijze 10 voor het bereiden van een vloeibaar eetbaar product op zetmeel basis, dat een goede houdbaarheid bezit, een langdurig opslagvermogen heeft, dat een stabiele emulsie is en dat doelmatig gebruikt kan worden als een vervanger voor ofwel een gedeelte van droog graan of mechanische pilvorming, of beide, waardoor de voerkosten worden verlaagd. En het is van belang dat 15 de vervanging geschiedt zonder enige overeenkomstige vermindering van de voerdoelmatigheid.

Een verder doel is het ontwikkelen van een werkwijze voor het bereiden van een verbeterd vloeibaar zetmeelproduct met een verbeterde maltose-waarde, een natuurlijk hoog lactosegehalte en dat minder 20 grote verminderings voorbehandeling behoeft dan eerdere bewerkte zetmeel-producten.

Nog een ander doel bestaat in het bereiden van een product dat gebruikt kan worden als een doelmatig en voedend graan en/of opslagafdichter.

25 De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde werk wijze voor het bereiden van een stabiel, geëmulgeerd, vloeibaar zetmeelproduct, met een verhoogde maltosewaarde, en derhalve verbeterde verteerbaar heid. Het bezit ook een natuurlijk hoog lactosegehalte en het is minder gevoelig voor oorspronkelijke grote vermindering voorbehandelings-30 trappen, waardoor het energieverbruik tijdens de totale bewerking wordt verminderd.

Haltosewaarden worden verbeterd en de noodzaak tot verkleining tot bijzonder kleine deeltjesgrootte bij de voorbehandelings-trap van de oorspronkelijke deeltjes, wordt tot een minimum beperkt door-35 dat gevonden is dat een bewerkingsduur van 1-4 min. bij een temperatuur 7906319 i £ 3 waarbij het materiaal uit de hydrothermische kookketel treedt in vele gevallen de maltosewaarden verdubbelt en een inherente vermindering verschaft van deeltjesgrootte in deze trap van de bewerking. Ook is gevonden, dat gedeeltelijke recirculering van brijwater uit het bewaarvat voor hydro-5 thermisch bewerkt materiaal naar het oorspronkelijke mengvat leidt tot een verhoging van het me Ik zuur gehalte tot in het traject van 3-10 gew.% en gebruikelijker tot in het voorkeurs traject vein 4-6 gew,%.

Het is belangrijk op te merken, dat het zetmeel bevattende materiaal, dat gebruikt wordt voor het bereiden van het vloeibare 10 zetmeelproduct volgens de uitvinding, een volledig zetmeelmateriaal is.

De uitdrukking "volledig zetmeelmateriaal" wordt hierin gebruikt om een onderscheid te maken van geïsoleerde zetmelen, waarin een zetmeel bronmateriaal wordt gescheiden in zetmeelmaterialen en niet-zetmeelmaterialen.

Bij de uitvinding is het bronmateriaal niet gescheiden. Als gevolg daarvan 15 bevat het volledig··· zetmeel-bevattende materiaal, dat gebruik wordt, het zetmeel, alsmede cellulose en eiwitmaterialen.

Het bepaalde zetmeel dragende bronmateriaal dat bij de uitvinding gebruikt wordt is niet kritisch zolang het maar gebruikt wordt in zijn volledige vorm. Het kan bestaan uit gebruikelijke granen, zoals 20 mais, tarwe, milo, gerst, haver, rogge, sojabonen, rijst, tuber zetmelen, zoals aardappelen of enig ander zetmeel bevattend uitgangsmateriaal.

Als een oorspronkelijke voorbehandelingstrap verdient het de voorkeur dat het volledige zetmeel bevattende materiaal door een graanafsnijder of dergelijke wordt gevoerd teneinde verontreinigende 25 vreemde materialen te verwijderen.

In de oorspronkelijke trap van de genoemde lopende aanvrage wordt het volledige zetmeel bevattende bronmateriaal in grootte verkleind tot een gemiddelde deeltjesgrootte van 300 ym of kleiner.

Er is nu gevonden, dat wanneer de vereiste bewaart!jd als hieronder be-30 schreven voor materialen die uit de hydrothermale kookpot treden gebruikt worden, de grootte-verkleining niet behoeft te worden uitgevoerd tot de kleine afmeting van 300 ym of kleiner. Zo kan overeenkomstig de verbeterde werkwijze volgens de uitvinding de oorspronkelijke grootte-verkleining geschieden tot afmetingen van 400-500 ym en het is nog mogelijk om daarmee 35 een stabiele emulsie te bereiden. Het netto resultaat is een totale 7906319 * ♦ \ 4 vermindering van energiebehoefte, die leidt tot een energie besparing.

Grootte-verkleining van het volledige zetmeel uitgangsmateriaal kan geschieden met gebruikelijke middelen, zoals een hamennolen, kogelmolen, gebruikelijk malen, entolatoren, of penmolens· De belangrijke 5 factor is niet het bepaalde mechanische apparaat voor de grootte-vermin- dering, maar dat de grootte van de deeltjes voldoende verminderd wordt zodat een stabiel vloeibaar emulsieproduct wordt gevormd in de hieronder beschreven trappen. In het algemeen kan, wanneer de verbeterde bewaartrap die een verhoogd koken en gelatineren volgens de uitvinding versehaft*~~-™J~. ‘ 10 wordt uitgevoerd, de oorspronkelijke grootte-verkleining tot deeltjes van 400-500 urn bedragen.

Nadat het volledige zetmeelmateriaal in grootte verkleind is, wordt het zetmeelmateriaal daarna tot een brij opgeslagen met een eetbare vloeistof, bij voorkeur water.

15 Wanneer vet moet worden toegevoegd, kan 0,5-25 gew.% vet, betrokken op het product vóór het koken aan de brij worden toegevoegd.

Het toegevoegde vet dient warm en vloeibaar te zijn. Er werd geen vetlaag waargenomen in het eindproduct na 3 maanden bewaren. Zelfs wanneer oliezaden, zoals sojabonen, aardnoten, zonnebloemzaden, gebruikt worden als 20 de zetmeelbron, werd geen laagvorming van het natuurlijk voorkomende vet waargenomen gedurende een tijdsbestek van 3 maanden. Indien toegevoegd vet wordt gebruikt treedt dit in de plaats van een overeenkomstige hoeveelheid water.

De brij dient 45-85 % water te bevatten en dienover-25 eenkomstig 15-55 % vaste stoffen. Bij voorkeur bevat de brij 60-75 * vloeistof en 25-40 % vaste stoffen of met andere woorden 25-40 % van het volledige zetmeel bronmateriaal dat in grootte verkleind is. Het is belangrijk, dat het vaste stof-gehalte van de brij wordt gehandhaafd binnen de hierin aangegeven trajecten opdat een gelijkmatige brij wordt 30 verkregen met goede vloeikenmerken, uitstekende hanteringskenmerken, en die geschikt is voor daaropvolgende verwerkingstrappen. Wanneer het percentage hierin aangegeven vaste stof niet wordt gebruikt, worden dikwijls geen stabiele productemulsies verkregen.

Het tot een brij opslaan kan worden bewerkstelligd 35 op iedere gebruikelijke manier en een gebruikelijke discontinue vloeistof- 7906319 • 1 5 menger kan worden gebruikt of een continu mengapparaat kan worden gebruikt in een gebruikelijke brijvat. Het in de brij gebruikte water kan warm of koud water zijn, en de temperatuur is in deze trap van het proces niet kritisch* 5 Nadat het mengen ie voortgeschreden tot het punt waar de brij gelijkmatig en homogeen is, is het tot brij opgeslagen volledige zetmeelmateriaal gereed voor de hydrothermale kooktrap.

In de hydrothermale kooktrap wordt het tot brij opgeslagen volledige zetmeel uitgangsmateriaal met een deeltjesgrootte zoals 10 hierboven gedefinieerd, gekookt om het zetmeelmateriaal tenminste gedeel telijk te gelatineren. Set koken kan geschieden met of zonder druk en de tijdsduur voor het koken is niet kritisch zolang maar tenminste gedeeltelijke gelatinering plaatsvindt.

Het is de vakman goed bekend, dat gelatinering of nauw-15 keuriger nog de mate daarvan, met gebruikelijke middelen kan worden vast gesteld.

Wanneer druk wordt gebruikt tijdens het kookproces kunnen temperaturen tot 121° C geschikt worden gebruikt tijdens het koken.

Een voorkeurstype hydrothermaal kookapparaat bestaat uit een straalkook-20 apparaat omdat het vrijwel onmiddellijk het volledige zetmeeluitgangs- materiaal kookt en gedeeltelijk gelatineert. Een dergelijk straalkook-apparaat bestaat in het algemeen uit een omaantelde buis met een vernauwde opening aan één kant. Stoom wordt door de mantel geleid en het te koken materiaal loopt door het inwendige van de buis. Een dergelijk kookappa-25 raat wordt weergegeven in Amerikaans octrooischrift 3.988.483.

Een karakteristiek straalkookapparaat wordt vervaardigd en verkocht door Hydrothermal Corporation of Milwaukeer, Wisconsin.

Zeer bevredigende resultaten zijn verkregen bij gebruikmaking van hun

Hydro-Heater 800 (handelsnaam) die een doorstromingscapaciteit heeft van 2 30 13.940 1/uur, lage druk stoom tot 7 kg/cm in de mantel gebruikt, kookt bij een temperatuur in het traject van 96-121° C en vrijwel onmiddellijk koken en gedeeltelijk gelatineren veroorzaakt van het daarin gebruikte zetmeelmateriaal. Bij gebruik van andere typen niet onder druk staande kookvaten zal het duidelijk zijn, dat een langere procesduur nodig kan 35 zijn om gelatineren van het zetmeelmateriaal te bewerkstelligen. Een 7906319 + ♦ 6 kookduur van tot zelfs 1 uur kan bijvoorbeeld nodig zijn bij of nabij het kookpunt van water,

In het eerdere proces werd materiaal dat uit de hydro-thermale kookinrichting, zoals een straalkookinrichting, treedt, onmiddel-5 lijk naar een bewaarvat gevoerd. Er is nu gevonden, dat wanneer het materiaal op de temperatuur wordt gehouden waarop het uit de hydrothermale kookinrichting treedt gedurende een periode van 1-4 min. en bij voorkeur 2-3 min., de maltosewaarde van het product opmerkelijk verhoogd wordt.

Zoals de vakman weet, zijn maltosewaarden «en maatstaf 10 voor de mate van koken en gelatineren en zijn derhalve een indicatie van de kookgraad. Hogere waarden vertegenwoordigen een sterkere mate van koken. Dienovereenkomstig wordt, wanneer de maltosewaarde verhoogd wordt, de l verteerbaarheid en de beschikbaarheid van voedingsstoffen in het materiaal als een voerenergiebron verhoogd. Maltosewaarden wórden gemeten in mg mal-15 tose per g monster. Voor een karakteristiek hydrothermaal gekookt product bedragen maltosewaarden 200 tot zelfs 350. Voor een product volgens de uitvinding met gebruikmaking van de verbeterde bewaarperiode verwerkings-trap liggen de maltosewaarden in het traject van 400-550 en karakteristiek __ 500-550. Aangenomen wordt dat de toename van de maltosewaarde plaatsvindt 20 doordat het product op de hydrothermale kooktemperatuur wordt gehouden gedurende de verlengde tijdsduur, waardoor een verdergaand koken en gelatineren van het volledige zetmeel uitgangsmateriaal mogelijk wordt.

Deze bewaartrap kan gemakkelijk worden uitgevoerd door een geïsoleerde bui3 aan te brengen die loopt van een hydrothermale 25 kookinrichting naar het bewaarvat voor het gekookte product. Zo is bij de hierboven beschreven karakteristieke drukken voor de hydrothermale kook-trap gevonden, dat een transportbuis met een middellijn van 7,6-10,2 cm en een lengte van 9,03 x 12,04 cm, die voldoende geïsoleerd is om een warmte-retentiecapaciteit te verschaffen, een voldoende retentietijd ver-30 schaft om de gewenste resultaten te verkrijgen.

Nadat het materiaal door de geïsoleerde transportbuis is gevoerd naar het bewaarvat voor de gekookte brij, kan aan het mengsel een kleine maar doelmatige hoeveelheid worden toegevoegd van een zetmeel verterend enzyme. Het doel van het enzyme is om tenminste gedeeltelijk 35 een deel van het gekookte zetmeelmateriaal te hydrolyseren met als 7906319 « 4 7 resultaat een gedeeltelijke omzetting in suikers. Het bepaalde gebruikte enzyme voor deze partiële hydrolyse is niet kritisch, ofschoon de voorkeur wordt gegeven aan amylase. Het zal echter duidelijk zijn, dat een cellulase en protease ook gebruikt kunnen worden of mengsels van cellulase, amylase 5 en protease. Het toevoeggehalte van het zetmeel verterende enzyme kan variëren binnen het traject van 0,01-0,1 % en ligt bij voorkeur in het traject van 0,01-0,02 %. Zeer bevredigende resultaten zijn verkregen met een enzyme toevoeggehalte van 0,05 %. De juiste hoeveelheid enzyme is niet kritisch, vooropgesteld dat een voldoende hoeveelheid wordt toegevoegd om 10 tenminste gedeeltelijke enzymatische hydrolyse te bewerkstelligen van het gekookte zetmeelmateriaal tot suikers.

Het zal duidelijk zijn, dat het enzyme niet toegevoegd dient te worden tot de temperatuur van het gekookte volledige zetmeel uitgangsmateriaal gedaald is tot tenminste 93° C of lager. Wanneer het 15 enzyme wordt toegevoegd boven 93° C wordt het enzyme dikwijls geactiveerd, gedood of pp andere wijze onwerkzaam gemaakt voor hydrolyse.

Wanneer het enzyme wordt toegevoegd aan de gekookte volledige zetmeelbrij wordt het bij voorkeur toegevoegd onder mengomstan-digheden. Het mengen kan geschieden in iedere geschikte menger, zoals een 20 Hobart menger, een lint menger, een vin menger of dergelijke. Het mengen dient te worden voortgezet gedurende tenminste 5 min. maar niet langer dan 15 min» Voorkeursmengduur bedraagt 5-10 min. Tijdens de mengbewerking dient men er, terwijl het enzyme enzymatisch het gekookte zetmeelmateriaal hydrolyseert, voor te zorgen dat niet te weinig of te veel gemengd wordt.

25 Wanneer onvoldoende mengen wordt toegepast, stijft het zetmeelmateriaal op als een gel. Dienovereenkomstig wordt het product, wanneer het mengen te lang plaatsvindt, dun en waterig, waardoor het verkrijgen van een stabiele emulsie onmogelijk wordt. Er is gevonden, dat wanneer mengtijden in het hierin aangegeven traject worden gebruikt, goede resultaten worden 30 verkregen uit het oogpunt van gewenste productviscositeit en emulsie-stabiliteit.

Tijdens deze mengtrap is het gewenst het product in een temperatuurtraject te houden van 116-93° C en altijd beneden het kookpunt.

35 Er is ook gevonden, dat tijdens de koelcyclus van de 7906319 * · 8 gekookte zetmeelbrij aanmerkelijke hoeveelheden melkzuur worden gevormd.

Er is gevonden, dat een warmte-stabiele lactobacilli bacterie aanwezig is in de gekookte zetmeelbrij. Deze warmte-stabiele lactobacilli organismen vormen aanmerkelijke hoeveelheden melkzuur. Het totale melkzuurgehalte 5 van het product wordt verhoogd tot in het traject van 3-10 % en meest kenmerkend 4-6 %. Het bezit van een verhoogd melkzuurgehalte is van belang, omdat daardoor ook de resultaten van de levende have, zoals vee, schapen, geiten, varkens en gevogelte, worden verbeterd.

Nadat de gelijktijdige meng- en enzymatische hydrolyse-10 trap voltooid is, moet het enzyme worden gedesactiveerd alvorens het product gereed is voor verpakking en transport. Het enzyme kan worden gedesactiveerd door toevoeging van een desactiverend mineraal zuur, zoals zoutzuur, verdund zwavelzuur, fosforzuur of dergelijke. Bij voorkeur wordt fosforzuur gebruikt als enzyme desactiveringszuur omdat het ook 15 werkt als een voedingsstof. Het gehalte desactiveringszuur is niet kritisch; bevredigende resultaten zijn echter verkregen wanneer de enzyme desacti-vator wordt toegevoegd in een gehalte van h-lh gew.%.

Een chemisch conserveringsmiddel voor het belemmeren van schimmel en verspilling kan worden toegevoegd aan het product vooraf-20 gaande aan opslag en transport. Dergelijke conserveringsmiddelen bestaan in het algemeen uit combinaties van minerale zuren en organische zuren en kunnen worden toegevoegd in een gehalte van >x-l gew.%. Andere ondergeschikte bestanddelen die toegevoegd kunnen worden aan het product voorafgaande aan opslag en transport zijn smaakstoffen, kleurstoffen of dergelijke.

25 Bovendien kan een vriespunt verlagend middel worden toegevoegd aan het product, zoals zout, in een gehalte dat karakteristiek omstreeks 1 gew.% bedraagt.

Zoals hierboven vermeld, verschaft het product volgens de uitvinding, vooropgesteld dat het op de hierboven beschreven wijze is 30 bereid en dat de fysische kenmerken voldoen aan de hierboven beschrevene, een emulsie met goede stabiliteit, uitstekende opslag en hanterings-eigenschappen, met inbegrip van een viscositeit die gewenst is uit het oogpunt van de uiteindelijke gebruiker van het product. Het product is niet te dun en te waterig en toch is het niet zo dik, dat het niet gego-35 ten kan worden. Bovendien verschaft het een opslagstabiliteit voor bepaalde 7906319 - ; 9 gevallen van zelfs 9 maanden en meer, karakteristiek in het traject van 3-6 maanden. Een opslagstabiliteit van 3-6 maanden is in het algemeen bevredigend omdat het product in de meeste gevallen gekocht wordt en verbruikt wordt binnen dit tijdsbestek.

5 Een ander verrassend voordeel van het product volgens de uitvinding is, dat gebleken is, dat het een aanzienlijk voordeel verschaft als een opsproei-af dichter voor sileren of opgeslagen mals of dergelijke. Wanneer het vloeibare emulsieproduct volgens de uitvinding wordt verspzoeid op silering of graan dat moet worden opgeslagen, ver-10 schaft het een doelmatige afdichtdeklaag op het behandelde materiaal. De deklaag stijft op binnen 2-3 uur. Het resultaat is, dat gebruikelijke afdichtingsmiddelen niet gebruikt behoeven te worden. Bovendien verschaft het product volgens de uitvinding niet alleen een doelmatige afdichting, maar verhoogt het ook de voedingswaarde.

15 Gebruikelijke versproeiingsapparatuur kan worden gebruikt om het product volgens de uitvinding te versproeien. Desgewenst kan, bij gebruik als een afdichtingsmiddel voor verschillende ruwe niet verwerkte landbouwproducten, zoals hooi, silering en graan, de viscositeit ervan ietwat worden verlaagd door toevoeging van een verhoogd enzyme-20 gehalte waardoor het product minder visceus wordt. In het algemeen ge sproken is de hoeveelheid enzyme iets hoger dan het hierboven beschreven minimum gehalte van 0,01 %, en karakteristiek is het dan een gehalte van 0,0125-0,0130 %. De juiste hoeveelheid is niet kritisch, vooropgesteld dat het product dun genoeg is om te worden versproeid door gebruikelijke 2 5 zuigerpompver sproeier s.

Het product kan worden gebruikt als een rechtstreeks voer in de toestand waaring het gekocht wordt, het kan worden vermengd met een meelvoer, het kan worden versproeid op droog meelvoer of tot pillot gevormd voer of het kan worden gestort op droog voer als een 30 bovenbekleding. In het kort lean het worden gevoerd op dezelfde algemene manieren als tegenwoordig melasse wordt gebruikt.

Zoals hierboven vermeld kunnen verras senderwij ze tot zelfs 5-10 % gebruikelijk droog graan voer in de vorm van een meel, pillen of dergelijke, worden vervangen door het vloeibare zetmeelproduct volgens 35 de uitvinding op een droog gewicht basis zonder enige aanmerkelijke afname 7906319 10 *· * van de gewichtstoename van het dier en zonder enig verlies aan voerdoel-matigheid of voeromzetting. Dit wordt in de onderstaande voorbeelden nader toegelicht.

De onderstaande voorbeelden dienen ter nadere toelich-5 ting van de uitvinding.

Voorbeeld I

Gehele malskernen werden verkregen en een hoeveelheid daarvan werd door een graanreiniger gevoerd teneinde eventueel verontreinigende materialen te verwijderen. Daarna werd de gehele maïskorrel in 10 grootte verkleind in een hamermolen tot een grootte voor alle deeltjes die door een 0,05 cm zeef gaan. De gemiddelde deeltjesmiddellijn bleek minder dan 300 ym volgens meting te bedragen. Daarna werd water toegevoegd tot het gehalte 70 % water en 30 % volledig mals waarvan de grootte verkleind was tot de hierboven vermelde deeltjesgrootte. Dit product werd 15 continu gemengd waarbij water de kamertemperatuur bezat, tot een gelijk matige brij werd verkregen. Daarna werd het product door een hydrothexmale straalkookinrichting gevoerd als vervaardigd door de Hydrothermal Corporation, Milwaukee, Wisconsin. De bereikte temperatuur bedroeg 121° C en het product werd uit de straalkookinrichting afgelaten, die voorzien 20 was van een stoommantel die op ongeveer 7 kg/cm werd gehouden en een temperatuur bleek te bezitten van 93° C. Het product werd onderzocht en het bleek vrijwel volledig gegelatineerde zetmeel te bevatten. De gelatinering vond vrijwel gelijktijdig plaats met het koken in de hydrokook-inrichting 800 zoals hierboven beschreven. Daarna werd het product in een 25 discontinue menger gevoerd on-der warmte-uitwisselingsomstandigheden ten einde de temperatuur van het product te verlagen tot omstreeks 66° C. Amylase enzyme werd toegevoegd in een gehalte van 0,05 gew.% en de menger werd continu gebruikt gedurende een tijdsbestek van 5 min. De gebruikte menger was een Sprout-Waldren menger (handelsnaam). Na 5 min. mengen werd 30 1 gew.% fosforzuur toegevoegd en het product werd afgekoeld. Na afkoelen werd h % conserveringsmiddel toegevoegd dat bestond uit een mengsel van propionzuur, azijnzuur en benzoëzuur.

Het product bleek een gelig gekleurde stabiele emulsie te zijn, die zich niet in lagen afscheidde. Onderzoeking van het product 35 liet zien, dat het enzyme het zetmeel gedeeltelijk in suikers had omgezet.

7906319 • -f 11

Dit product en de proef van voorbeeld II zijn het product van ons eerdere octrooi.

Voorbeeld II

Een onderzoek werd uitgevoerd om de invloed te bepalen 5 van het vervangen van gemalen mals door het vloeibare hydrothermaal bewerkte en gekookte volledige zetmeelproduct volgens de uitvinding. Het onderzoek werd uitgevoerd om de invloed te bepalen op de groeisnelheid, voeropname en voeromzetting in braadkuikens. Een dag oude braadkuikens werden willekeurig verdeeld in 24 groepen van ieder 10 kuikens. Drie groepen werden 10 willekeurig op één van de acht proefdiëten gezet. Kooien werden willekeurig over de groepen verdeeld. Alle vogels werden gewogen na 0, 1, 2, 4, 6 en 8 weken ouderdom.

Samenstelling van de proefdiëten is weergegeven in onderstaande tabel A. Een 24 % eiwit braadkuiken begindieet diende als 15 vergelijkingsmateriaal. De proefdiëten werden bereid door 5 %, 10 % of 15 % (op droge stof basis) op te nemen aan vloeibaar zetmeelproduct volgens de uitvinding in plaats van de gemalen mafs. De helft van ieder rantsoen werd tot pillen gevormd en verkruimeld. Het product volgens de uitvinding zoals dit gebruikt werd was het product dat bereid was op de wijze als 20 beschreven in voorbeeld I.

Alle groepen kregen een vergelijkingsdieetpuree gevoerd gedurende de eerste week en daarna werden ze omgeschakeld op hun respectieve proefdieet. De gezamenlijke gewichtstoename, voeromzetting en voeropname gegevens werden geanalyseerd op significante verschillen.

25 De gemiddelde gezamenlijke gewichtstoenamegegevens zijn vermeld in tabel B. Er waren geen significante verschillen in gezamenlijke gewichtstoename in enige periode. Ofschoon de totale toenamen overeenkomstig waren of iets geringer waren bij 5 % en 10 % vervanging van het product volgens de uitvinding in plaats van het gemalen maisdieet, 30 leidde het gebruik van 15 % vervanging van het product volgens de uitvinding tot de hoogste gewichts toename. In het geval van een 15 %-ige vervanging leidde de dieetpuree tot een iets hogere gewi chts toename ten opzichte van de kruimels, terwijl het omgekeerde van kracht was voor alle andere diëten.

35 De gezamenlijke voeropname gegevens zijn vastgelegd 7906319 t 12 in tabel c. Er waren geen significante verschillen behoudens in de tweede week. In het geval van het vergelijkingsdieet was de totale opname van de puree meer dan 300 g meer per vogel dan voor kruimels. Voor alle andere diëten was dit verschil veel geringer. Dit kan er op duiden, dat enkele 5 van de inherente voordelen van pilvorming, dat wil zeggen minder afval, gemakkelijker hanteren en betere voerdoelmatigheid, nog verkregen werden bij gebruik van het vloeibare zetmeelproduct volgens de uitvinding in het dieet.

Tabel D geeft de gemiddelde gezamenlijke jraeromzetting -10 (voer/gewichtstoename verhouding). Alle diëten die vloeibaar zetmeelpro duct volgens de uitvinding bevatten bezaten een betere voeromzetting dan het vergelijkingspureedieet. Ook is hier de verbetering die verkregen wordt door pilvorming van diëten die het product volgens de uitvinding bevatten, veel geringer dan de verbetering die verkregen wordt door pil-15 vorming van het vergelijkingsdieet.

Ofschoon er geen significante verschillen zijn in de gewichtstoename bij gebruik van de controlediëten of het vloeibare zetmeelproduct volgens de uitvinding, blijkt uit de resultaten van dit onderzoek, dat enkele van de voordelen van pilvorming van de vergelijkings-20 puree nog verkregen kunnen worden door vervangen van* een deel van de gemalen mals door het product volgens de uitvinding.

25 79 0 6 3 1 9 9 13

TftBEL A

Samenstelling van experimentele diëten, die gebruikt werden bij het groei-onderzoek voor kuikens.

5 Vergelij- 5 % LSPb 10 % LSP 15 % LSP

kingsdieet dieet dieet dieet

Sojabonenmeel, kg 17,56 17,79 17,56 17,56

Gemalen mais, kg 10,58 8,44 6,08 3,82

Hydrothermaal bewerkte mals, kg --- 6,75 13,51 20,27

Sorghum graan, gemalen, kg 10,13 10,13 10,13 10,13

Alfalfa meel, kg 1,12 1,12 1,12 1,12

Vismeel, kg 1,80 1,80 1,80 1,80

Dierlijk vet, kg 2,25 2,25 2,25 2,25

Dicalciumfosfaat, kg 0,45 0,36 0,27 0,18 15 Kalksteen, kg 0,45 0,50 0,56 0,61

Zout, kg 0,23 0,23 0,23 0,23

Vitamine A (10.000 iE/g), g 20,0 20,0 20,0 20,0

Vitamine D3 (15.000 IE/g)L,_g 8,0 8,0 8,0 8,0

Vitamine B12 (44mgAg)/9 10,0 10,0 10,0 10,0 B-complex (1233), g 45,0 45,0 45,0 45,0 D-L-Methionine, g 35,0 35,0 35,0 35,0

Cholinechloride (50 %), g 40,0 40,0 40,0 40,0

Sporemineraalmengsel (Z-10), g 23,0 23,0 23,0 23,0

Mais, gemalen, g 273,0 273,0 273,0 273,0 25 ——- a. De helft van ieder dieet werd tot pillen gevormd en verkruimeld.

b. Hydrothermaal verwerkte mats die 30 % droge stof, 1 % fosforzuur en 0,5 % propionzuur bevat. LSP 9 vloeibaar zetmeelproduct volgens de uitvin- 30 ding, bewerkt op de wijze als beschreven in voorbeeld i, dat 30 % volledi ge mais, 1,0 % fosforzuur, enzyme gedesactiviteerd, en 0,5 % propionzuur bevat, 35 7906319

TABEL· B

Gemiddelde cumulatieve gewichtstoename (g per vogel).

14

Vergelij- 5 % LSP 10 % LSP 15 % LSP 5 king 0-1 week (alle groepen kregen gedurende deze periode vergelijkingspuree gevoerd)

Puree 81,3 79,0 76,7 80,3

Kruimels 84,3 77,3 80,0 79,3 10 Gemiddeld 82,8 78,2 78,4 79,8 0-2 weken

Puree 249,3 246,0 232,0 246,0

Kruimels 253,0 245,0 243,3 252,3

Gemiddeld 251,0 245,5 237,7 249,0 15 0-4 weken

Puree 806,0 820,7 781,0 823,7

Kruimels 836,3 822,0 816,3 835,0

Gemiddeld 821,2 821,4 798,7 829,4 0-6 weken 20 Puree 1535,7 1565,3 1479,1 1658,7

Kruimels 1578,0 1568,0 1595,3 1618,7

Gemiddeld 1556,9 1566,7 1537,5 1638,7 0-8 weken

Puree 2272,7 2282,7 2226,3 2356,7 25 Kruimels 2344,0 2310,7 2254,0 2346,7

Gemiddeld 2308,4 2296,7 2240,2 2351,7 30 7906319

TABEL C

Gemiddelde cumulatieve voeropname (g per vogel) 15

Vergelij- 5 % LSP 10 % LSP 15 % LSP 5 _^_ 0-1 week (alle groepen kregen gedurende deze periode vergelijkingspuree gevoerd)

Puree 106,3 106,3 106,7 109,0

Kruimels 117,7 108,7 113,3 111,0 10 Gemiddeld 112,0 107,5 110,0 110,0 0-2 weken

Puree 343,0 379,7 418,3 419,3

Kruimels 361,0 309,7 398,0 378,0

Gemiddeld 352,0 34,7 408,2 398,7 15 0-4 weken

Puree 1377,0 1460,7 1341,3 1439,0

Kruimels 1356,7 1427,7 1405,3 1388,3

Gemiddeld 1366,9 1444,2 1373,3 1413,7 0-6 weken 20 Puree 3853,7 3803,0 3648,7 3923,3

Kruimels 3647,7 3757,7 3696,7 3827,0

Gemiddeld 3750,7 3780,4 3672,7 3875,2 0-8 weken

Puree 6022,3 5943,7 5757,7 6095,0 25 Kruimels 5699,0 5949,0 5752,3 5927,3

Gemiddeld 5860,7 5946,4 5755,0 6011,2 30 7906319

TABEL D

Gemiddelde cumulatieve voeromzetting (voer/toename) 16

Vergelij- 5 % LSP 10 % LSP 15 % LSP king 0-1 week (alle groepen kregen gedurende deze periode vergelijkingspuree gevoerd)

Puree 1,312 1,352 1,389 1,360

Kruimels 1,328 1,406 1,429 1,398 10 Gemiddeld 1,320 1,379 1,409 1,379 0-2 weken

Puree 1,374 1,546 1,806 1,697

Kruimels 1,427 1,265 1,638 1,501

Gemiddeld 1,401 1,406 1,722 1,599 15 0-4 weken puree 1,708 1,780 1,719 1,745

Kruimels 1,622 1,736 1,721 1,663

Gemiddeld 1,665 1,758 1,720 1,704 0-6 weken 20 Puree 2,511 2,431 2,476 2,365

Kruimels 2,315 2,397 2,317 2,365

Gemiddeld 2,413 2,414 2,397 2,365 0-8 weken

Puree 2,651 2,604 2,586 2,585 25 Kruimels 2,432 2,574 2,553 2,527 curt «Meld 2,542 2,589 2,570 2,556 30 79 0 6 3 1 δ 17

Voorbeeld III

Het product van voorbeeld I werd op precies dezelfde wijze als beschreven in voorbeeld 1 bereid, behoudens de volgende wijzigingen : in de oorspronkelijke grootteverminderingstrap werd de gemiddelde 5 deeltjesgrootte slechts tot het traject van 400-500 ym verkleind. Nadat het product uit de hydro-cooker 800 (handelsnaam) kwam, werd het gedurende 3 min. op deze verhoogde temperatuur gehouden in een geïsoleerde transport-buis terwijl het uit de kookinrichting naar het koelvat werd gevoerd.

Het gemeten melkzuurgehalte van het product volgens dit 10 voorbeeld bedroeg 5 %. De gemeten maltosewaarde voor het product van voorbeeld I bedroeg 200 en die voor dit voorbeeld bedroeg 500.

Het product dat bereid is in overeenstemming met dit voorbeeld werd gebruikt als een afdichtmiddel voor hooi en gepelde mals door het materiaal uit een zuigerpompversproeier te versproeien met een 2 15 druk in het traject van 14-17,5 kg/cm op hooi en gepelde mals. Er werd geen andere sileringssproei-afdichtingsbehandeling gebruikt. Het product werd 6 maanden bewaard en daarna onderzocht. Het bleek, dat de gedroogde film van het vloeibare emulsieproduct volgens de uitvinding als een doelmatig afdichtingshulpmiddel fungeerde.

20 Voorbeeld IV

Het product dat bereid is op de wijze als aangegeven in voorbeeld III werd gebruikt voor voervervangingsproeven voor vee pp de wijze als hieronder beschreven.

170 Hereford x Angus stieren werden gekocht. De stieren 25 kregen de gebruikelijke voervaccinaties, werden geoormerkt en gewogen*

De stieren kregen ruimschoots tijd om te gewennen aan hun omgeving en te herstellen van transportspanningen. De stieren werden gerangschikt naar gewicht en daarna willekeurig verdeeld over 17 stallen voor ieder 10 stieren. 4 Stallen werden voor iedere behandeling gebruikt. Eén stal van 30 10 stieren werd aangeduid als een begin slachtgroep en werd geslacht voor bepaalde gewichtsanalyses. De behandelingen bedroegen 0, 5 %, 10 % en 15 % van het vloeibare zetmeelproduct (L.S.P.) in het totale dieet. De gedurende de 125 dagen durende proef gevoerde rantsoenen zijn vermeld in tabel E. De rantsoenen werden geformuleerd zodat ze een gelijk stikstofgehalte 35 bezaten met 11,5 % eiwit in ieder rantsoen. Het vloeibare zetmeelproduct 7906319 τ- ·· 18 werd op "als zodanig" basis aan alle rantsoenen toegevoegd* De berekende chemische samenstelling van ieder- rantsoen is ook weergegeven in tabel E. Het begin- en eindgewicht werden gemeten na een nacht lang vasten voor voer en water. Tussengewichten werden bepaald met tussenperioden van 28 5 dagen. De dieren werden eens per dag uit voerbakken ad libitum gevoerd.

De voeropname werd op dagelijkse basis vastgelegd.

De stieren werden geslacht en gegevens van de karkassen van al het vee werden verkregen. Drie stieren uit iedere stal werden uitgekozen op grond van hun groeigedrag en bepaalde gewichtsgegevens van 10 het karkas werden voor deze dieren verkregen. De kriteria die gebruikt worden om het vloeibaar zetmeelproduct te beoordelen waren gewichtstoename, voerdoelmatigheid, bepaalde gewichtsgegevens en parameters van het karkas.

TABEL E

Samenstelling rantsoen 15

Rantsoen nummer

Bestanddeel, % van het rantsoen (als zodanig) 123 4

Katoenzaad kaf 15,0 15,0 15,0 15,0 2Q Gestoomde milovlokken 71,4 64,6 58,3 51,9

Katoenzaad meel 1,6 3,4 4,7 6,1

Supplement 6,0 6,0 6,0 6,0

Rietsuikermelasse 6,0 6,0 6,0 6,0

Vloeibaar zetmeelproduct 0,0 5,0 10,0 15,0 25 Berekende chemische samenstelling (als gevoerd)

Eiwit 11,5 11,5 11,5 11,5 ME mcalAv* 2,31 2,18 2,08 1,92 NEm* 1,49 1,41 1,32 1,24 3Q NEp* 1,03 0,97 0,90 0,84

Ca.* 0,42 0,42 0,42 0,43 P.* 0,28 0,28 0,28 0,28

Droge stof

XX

ME metaboliseerbare energie NEm Netto energie handhaving NEp Netto energie productie 7906319 19 * Veronderstelt geen bijdrage van vloeibaar zetmeelproduct.

** Deze waarden worden berekend uit de bepaalde gewichtsgegevens van het karkas zoals verkregen door de Loffgreen methode* Zie Loffgreen en K.K. otagaki 1960. De netto energie van blackstrap melasse voor het 5 vetmesten van stieren, bepaald volgens een vergelijkingsslachttechniek, J. Ania. Science» 19:392.

Het voergedrag en de karkaskenmerken zijn vermeld in tabel F.

TABEL F

10 Invloed van vloeibaar zetmeelproduct als een energiebron voor het mesten van stieren op voerinvloed en karkas kenmerken van stieren; 125 dagen

Behandeling Vergelij- 5 % LSP 10 % LSP 15 % LSP

king 15 Invloed voertype

Aantal stieren 40 40 40 40

Oorspronkelijk gew., kg. 302,6 304,5 302,4 301,0

Eindgew. kg. 455,3 465,5 455,4 449,5

Toename, kg. 152,7 161,0 153,0 148,5

Gemiddelde dagelijkse toename, kg 1,22 1,29 1,22 1,19

Voer/dag 22,97 25,03 24,79 25,39 2Q Voer/toename 8,46 8,74 9,11 9,62

Karkas kenmerken

Karkas gewicht (kg) 275,8 279,2 272,0 271,4

Schoon gew. % 61 60 59,7 60

Karkas veredeld 11,6 11,8 11,3 11,9

Dooraderingsgraad a 5,34 5,42 5,17 5,42

Opbrengstgraad 2,645 2,80 2,65 2,65 25 Snijdbaarheid, * 50,82 50,45 50,83 50,76

Rngvet, cm 1,054 1,245 1,067 1,067

Niervet, % _ 2,85 2,85 2,86 2,83

Riboog oppervlak cm2 77,29 78,52 76,97 77,29

Ontstoken lever, % 10 12,5 7,5 5 a) Gering 5; beperkt 6; matig 7; enz.

30

De gegevens werden statistisch geanalyseerd met behulp van variatie-analyse. De gemiddelde scheiding geschiedde met behulp van de techniek van het minst significante verschil. Er waren geen significante verschillen in gemiddelde dagelijkse gewichtstoename bij één van 35 de vier behandelingen. Alle drie vloeibare zetmeelbehandelingen 790631» ·* · 20 verbruikten echter meer voer dan de vergelijkingsproef. Er was geen significant verschil in voerdoelmatigheid tussen de vergelijking en het 5 % gehalte aan vloeibaar zetmeelproduct; de vergelijkingen waren echter significant doelmatiger dan hetzij het met 10 % of 15 % vloeibaar zetmeel-5 product gevoerd vee.

De theoretische berekening wat betreft de netto ener-giewaarde van vloeibaar zetmeelproduct wordt vermeld in tabel G.

TABEL G

Berekende waarden voor L.S.P. in vetmestrantsoenen.

10 _____________

Vergelij- 5 % 10 % 15 % king

Berekende NEm, mcalAg 1,49 1,41 1,32 1,24

Werkelijke NEm, mcal/kg 1,49 1,49 1,45 1,39 15

Berekend NEp, mcal/kg 1,03 0,97 0,90 0,84

Werkelijk NEp, mcal/kg 1,10 1,04 0,99 0,94

Voorspelde toename 2,56 2,63 2,36 2,23

Werkelijke toename 2,71 2,86 2,72 2,64

Waarden voor L.S.P. bij dit gebruik- 20 gehalte in het dieet NEm, mcal/kg 0 1,87 1,34 1,00 NEp, mcal/kg 0 1,21 0,87 0,65 25 In tabel G werd het vergelijkingsrantsoen berekend met NEm van 1,49 en NEp van 1,03. Het gebruik van bepaalde gewichtsgegevens en gewichtstoenamegegevens geven aan, dat NEm 1,49 moet zijn en de werkelijke NEp 1,10. Het gebruik van deze werkelijke NEm, en NEp's geeft dan de correcte voorspelling van de gewichtstoename van 2,71. De rantsoenen 30 met 5, 10 en 15 % vloeibaar zetmeelproduct werden berekend met een ver onderstelde 0-waarde voor alle parameters voor het vloeibare zetmeelproduct. Deze berekende NEm, NEp's werden daarna gebruikt om de gewichtstoename te voorspellen. De werkelijke gewichtstoenamegegevens en bepaalde gewichtsgegevens werden daarna gebruikt om de waarde van vloeibaar zet-35 meelproduct in deze rantsoenen bij de verschillende gehalten te berekenen.

7906318 21

Het sommeren van alle gegevens zou er op duiden, dat bij 5 % van het rantsoen het vloeibare zetmeelproduct een zeer doelmatige energiebron kan zijn alsrade een voer installer in het rantsoen van gemeste stieren. Bij gehalten van meer dan 10 « wordt geen verhoogde waarde waargenomen, 5 7906319

Claims

1. Werkwijze voor het bereiden van een stabiel vloeibaar zetmeel emulsie dierlijk voerproduct, met het kenmerk# dat men een volledig» niet-zetmeel geïsoleerd uitgangsmateriaal verkleint tot een 5 deeltjesgrootte die klein genoeg is om doelmatige enzymevertering van dergelijke materialen mogelijk te maken, dit verkleinde materiaal tot een brij opslaat met een eetbare vloeistof om een brij te verschaffen met een vochtgehalte in het traject van 45-85 gew.%, dit tot brij opgeslagen mengsel hydrothermisch kookt bij een temperatuur die hoog genoeg is om 10 het zetmeel van het zetmeel uitgangsmateriaal tenminste gedeeltelijk te gelatineren, het hydrothermisch gekookte materiaal op de temperatuur houdt waarbij het koken is voltooid, gedurende 1-4 min., aan deze gekookte brij een kleine maar werkzame hoeveelheid van een zetmeel verterend enzyme toevoegt om het zetmeel tenminste gedeeltelijk enzymatisch te hydrolyse- 15 ren tot suikers en vervolgens het gekookte product behandelt met een enzyme desactiveringsmiddel om een stabiel vloeibaar emulsieproduct te verschaffen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het bewaren uitvoert gedurende 2-3 min.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men in de verkleiningstrap het niet-zetmeel geïsoleerde uitgangsmateriaal in grootte verkleint tot een deeltjesgrootte van tenminste 400-500 ym.

4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat men een product bereidt met een maltose- waarde in het traject van 400-500.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat men een product bereidt met een maltose-waarde van 500-550,

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 30 men een product bereidt met een melkzuurgehalte in het traject van 3-10 gew.%.

7. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men een product bereidt met een melkzuurgehalte van 4-6 gew.%. 35

8, Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande 7906319 conclusies, Biet het kenmerk» dat oen een hoeveelheid enzyme gebruikt van 0,0125-0,0130 %.

9. Stabiel, vloeibaar, zetmeel emulsie, diervoerpro-duct, verkregen met de werkwijze volgens één of meer van de voorgaande 5 conclusies.

10, Werkwijze voor de doelmatig afdekking van graan en hooi of dergelijke om verspilling daarvan te voorkomen, met een volledig voedzame maar toch doelmatige afdichter, met het kenmerk, dat men een vloeibaar zetmeel emul-sieproduct bereidt door een volledig, niet-zetmeel 10 geïsoleerd bronmateriaal te verkleinen tot een deeltjesgrootte die klein genoeg is om doelmatige enzymevertering van dergelijke materialen mogelijk te maken, dit in grootte verkleinde materiaal tot een brij opslaat met een eetbare vloeistof waardoor een brij wordt verkregen met een vochtgehalte in het traject van 45-85 gew.%, dit tot brij opgeslagen mengsel 15 hydro thermisch kookt bij een temperatuur die hoog genoeg is om het zetmeel van het zetmeel uitgangsmateriaal althans gedeeltelijk te gelatineren, het hydrothermisch gekookte materiaal op de temperatuur houdt waarop het token voltooid wordt, gedurende 1-4 min., aan de gekookte brij een kleine maar doelmatige hoeveelheid toevoegt van een zetmeel verterend enzyme, teneinde 20 het zetmeel tenminste gedeeltelijk enzymatisch te hydrolysean tot suikers en vervolgens het gekookte product behandelt met een enzyme desactiverings-middel waardoor een stabiel, vloeibaar emulsieproduct wordt verkregen, dit vloeibare zetmeel emulsiemateriaal versproeit op graan silering of dergelijke waardoor een filmachtige deklaag daarop wordt verkregen die in 25 droge toestand een doelmatige afdichting verschaft en verspilling van het versproeide materiaal voorkomt. 30 790 63 1 9