NL7906062A - Werkwijze en inrichting voor het ontassen van vezelsus- pensies bij de opwerking van oud papier. - Google Patents

Description

\ . ^ t K/O/lh/8 * J.M. Voith GmbH te Heidenheim, Bondsrepubliek Duitsland.

Werkwijze en inrichting voor het ontassen van vezelsuspensies bij de opwerking van oud papier.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het ontassen van vezelsuspensies bij de opwerking van oud papier, vooral volgens een wijze van bezinking, waarbij chemicaliën voor het verwijderen van drukverf worden 5 gebruikt, door middel van een scheidingsbewerking en het daarna klaren van het ashoudende water. Bij de bereiding van bepaalde papiersoorten, bijvoorbeeld toiletpapier op basis van oud papier, dient de grondstof zo asarm mogelijk te zijn.

Daarbij wordt het papier vervezeld, gevolgd door het zeven 10 en bezinken ter verwijdering van drukverf (zie de Duitse octrooiaanvrage 2.610.581). Daarvoor worden/wordt als chemicaliën over het algemeen onder andere natriumhydroxide (NaOH), waterstofperoxide (H^C^) of natriuraperoxide (Na^07), waterglas (Na2 + 1,7. Si02)/ vetzuurmengsels en/of dergelijke gebruikt.

15 Bij de bezinking worden echter vooral as (vulstof- deeltjes), doch ook gebroken vezels, fijnstof, enz., in onvoldoende mate verwijderd. Bij de totnutoe bekende werkwijzen wordt dan ook zodanig ontast, dat het gehele op te werken materiaal wordt gezeefd, gefiltreerd of gesedimenteerd. De 20 bij het ontassen gebruikte grote hoeveelheden water vereisen bovendien het klaren van het waswater ter verwijdering van de as, gebroken vezels, fijnstof, zodat het heldere water weer in het proces terüggevoerd kan worden.

In de Duitse octrooiaanvrage 2.610.581 is een werk-25 wijze voor het opwerken van oud papier beschreven, waarbij as (vulstofdeeltjes) na het bezinken en uitwassen, in een wasinrichting wordt afgescheiden. Het waswater wordt dan in een bezinkingsinrichting gereinigd.

Een nadeel van voornoemde werkwijze is de betrekke-30 lijk grote investering voor de daarvoor benodigde inrichting. Bovendien behoeft de werkwijze veel ruimte en energie. Ook vereisen de grote hoeveelheden waswater het gebruik van een kostbare klaarinrichting.

7906062 • · s . , -0' y -Ι- Όβ onderhavige uitvinding beoogt het verschaffen yan een werkwijze en inrichting voor het ontassen van vezel-suspensies bij de opwerking van oud papier, waardoor het opwerken van oud papier economischer wordt.

5 Volgens de uitvinding wordt de vezelsuspensie voor af gesorteerd met een zeef met gaten van geschikte afmetingen, waarbij as en een fraktie van korte vezels door de zeef wordt doorgelaten, gevolgd door het op bekende wijze scheiden in as en bruikbare vezels, terwijl het zich voor de zeef bevindende 10 bruikbare materiaal ter verdere verwerking wordt afgevoerd. ,

Volgens de uitvinding geschiedt slechts een scheiding van het gehele materiaal voor de ontassingsinrichting in een asarme en een asrijke fraktie. De asarme fraktie, die bij een juiste keus van de zeefopening, bij bijvoorbeeld 80% 15 kan liggen, kan daardoor zonder verdere behandeling naaf het volgende opwerkingsproces gevoerd worden. Slechts een geringe hoeveelheid, dus bijvoorbeeld 20%, behoeft een ontassings-bewerking.

Het voornaamste voordeel van de werkwijze van de 20 uitvinding bestaat hieruit, dat voor de eigenlijke ontassing slechts een kleine inrichting nodig is, waardoor de doelmatigheid van de ontassingsinrichting door de lagere kosten voor investering, ruimte en energie wordt vergroot. De kosten voor • de extra zeef-inrichting zijn daarbij vergeleken gering. Een 25 verdere vergroting van de doelmatigheid wordt verkregen door het vrijkomen van minder waswater. Daardoor wordt het klaren van het water vereenvoudigd en goedkoper.

Het zeven voor het ontassen kan na het bezinken geschieden. Uiteraard kan ook de volgorde anders zijn of een 30 andere werkwijze toegepast worden, waarbij geen bezinkings-inrichting wordt gebruikt.

Volgens een aspect van de uitvinding geschieden de scheiding in ashoudend water en het terugwinnen van bruikbare vezels in een wasinrichting.

35 Bij een geschikte uitvoeringsvorm van de uitvinding geschiedt het zeven met een zeef met openingen van circa 0,6- 1,2 mm diameter of met spleten van gelijkwaardige afmetingen. Daarmee worden goede resultaten bereikt, waarbij de voorkeur 7906082 -3- 1« « * uitgaat naar openingen van 1 ram diameter.

Volgens een ander aspect van de uitvinding geschiedt de scheiding in as en bruikbare vezels met een zeef met een maaswijdte van circa 0,3 mm.

5 Een inrichting, ten gebruike bij de werkwijze van de uitvinding, bevat voor het zeven een bekende druk-zeef me.t een van binnen naar buiten te doorstromen zeef-mand, waarbij de afvoerleiding voor de ashoudende fraktie zich achter de zeef aan de omtrek en de toevoerleiding voor bruikbaar 10 materiaal aan de voorzijde van de druk-zeef bevindt.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van de in het volgende te noemen tekeningen.

Figuur 1 is een schematische weergave van het ont- assen volgens de huidige stand van de techniek.

* 15 Figuur 2 is een schematische weergave van het ont- assen volgens de werkwijze van de uitvinding.

Figuur 3 is een zeef voor het ontassen.

Volgens figuur 1 geschiedt het vezelen van oud papier in een vezelinrichting 1 ter verschaffing van een vezel-20 suspensie, die via een hydrocycloon 2, een ontwatering- en zeefinrichting 3 en een andere hydrocycloon 4 naar een bezin-kingsinrichting 5 wordt toegevoerd, waarna het materiaal in een hydrocycloon 6 en een drukzeef 7 wordt gereinigd en gesorteerd, voor het geheel in een tweetraps wasinrichting 8 25 ter ontassing aankomt. Het water wordt via de leidingen 9 toegevoerd. Het ashoudende water wordt via een leiding 10 in een klaarbekken 11 geleid, terwijl het gereinigde water via een leiding 12 naar het proces wordt teruggevoerd,

In figuur 2 geschiedt het ontassen volgens de uit-30 vinding. Daarbij geschiedt het opwerken, reinigen, zeven en bezinken tot en met de drukzeef 7 op dezelfde wijze als bij de in figuur 1 aangegeven werkwijze. Na de drukzeef 7 wordt de suspensie echter in een zeefinrichting 13 gevoerd teneinde ze in een asarme en een asrijke fraktie te scheiden. Gebroken 35 vezels, as en fijnstof worden door de zeef met fijne openingen of spleten doorgelaten en dan in de wasinrichting 8 onder toevoer van waswater uit de leidingen 9 weggewassen. Het ashoudende waswater wordt op dezelfde wijze via een leiding 10 naar 7906062

- ~ - V

. :v f · ' t -4- een klaar-bekken 11 geleid, waarvandaan het gereinigde water via een leiding 12 eveneens in het proces wordt teruggevoerd.

De op de zeef 13 achtergebleven vezelsuspensie wordt via de leiding 14 afgevoerd. De op de wasinrichting 8 achtergebleven 5 vezels worden via een leiding 15 eveneens naar de leiding 14 teruggevoerd. In plaats van een klaarbekken kan voor het klaren van het ashoudende water ook een andere scheidingsinrich-ting worden gebruikt.

De zeefinrichting 13 is in figuur.3 nader weergege-10 ven. Ze bestaat uit een vertikaal opgestelde cilindrische behuizing 16 met daarin coaxiaal een stilstaande zeefmand 17.

>

Langs de binnenzijde van de zeefmand roteren vleugels 18, waarmee de zeef vrij van verontreinigingen en verspinningen wordta gehouden. De te ontassen suspensie wordt via een opening •15 19 in de behuizing 16 gevoerd. De zeef heeft openingen van 1 mm of spleten van gelijkwaardige grootte. Daardoor kunnen as, gebroken vezels, fijnstof en dergelijke door de zeef worden doorgelaten en via de afvoerleiding 20 uit de behuizing 16 verwijderd. De vezelsuspensie voor de zeef wordt via een 20 uitlaat 21 voor' bruikbaar materiaal uit de zeef verwijderd en via de leiding 14 verder geleid.

7906062

Claims (6)

1. Werkwijze voor het ontassen van vezelsuspensies bij de opwerking van oud papier, vooral volgens een werkwijze, waarbij het bezinken geschiedt met chemicaliën voor het verwijderen van drukverf wordt gebruikt, door middel van een 5 scheidingsbewerking en het daarop aansluitende klaren van het ashoudende water, met het kenmerk, dat de vezelsuspensie wordt gezeefd met een zeef met openingen of spleten van geschikte afmetingen, waarbij as en een fraktie met korte vezels door de zeef wordt doorgelaten, gevolgd door het op bekende wijze 10 scheiden in as en bruikbare vezels, terwijl het voor de zeef bevindende materiaal ter verdere verwerking wordt afgevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met' het kenmerk, dat het scheiden in ashoudend water en bruikbare vezels in een wasinrichting geschiedt*

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het sorteren geschiedt met een zeef met openingen van circa 0,6-1,2 mm of met spleten van gelijkwaardige afmetingen.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, 20 met het kenmerk, dat het scheiden in as en bruikbare vezels geschiedt met een zeef met een maaswijdte van circa 0,3 mm.

5. Inrichting, ten gebruike bij de werkwijze van conclusie I, met het kenmerk, dat voor het sorteren een bekende drukzeef (13) met een van binnen naar buiten te doorstromen 25 zeefmand (17) is verschaft, waarbij de afvoerleiding (20) voor de ashoudende fraktie zich achter de zeef in de wand van de behuizing (16) en de afvoer (21) voor bruikbaar materiaal aan de voorzijde van de zeef bevindt.

6. Vezelstof, verkregen met de werkwijze van con- 30 clusies 1-4-of de inrichting van conclusie 5. 7906062