NL7905080A - Monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectros- copie. - Google Patents

Monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectros- copie. Download PDF

Info

Publication number
NL7905080A
NL7905080A NL7905080A NL7905080A NL7905080A NL 7905080 A NL7905080 A NL 7905080A NL 7905080 A NL7905080 A NL 7905080A NL 7905080 A NL7905080 A NL 7905080A NL 7905080 A NL7905080 A NL 7905080A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sample
tube
cavity
gaseous substance
chamber
Prior art date
Application number
NL7905080A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Beckman Instruments Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beckman Instruments Inc filed Critical Beckman Instruments Inc
Publication of NL7905080A publication Critical patent/NL7905080A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/62Systems in which the material investigated is excited whereby it emits light or causes a change in wavelength of the incident light

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Investigating, Analyzing Materials By Fluorescence Or Luminescence (AREA)

Description

\ » BECKMAN INSTRUMENTS, INC., te Fullerton, Californië, Ver.St.v.Amerika.
Monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie.
De uitvinding heeft betrekking op vlamloze emissiespectroscopie en in het bijzonder op een monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie, waardoor volledige verdamping en ontleding van een monster wordt veroorzaakt.
5 Een verscheidenheid van werkwijzen en stelsels bestaat voor de kwantitatieve en kwalitatieve detectie en analyse van atomen en moleculen in monsters zoals lichaamsvloeistoffen.
Twee van de meer gebruikelijke technieken zijn emissievlamfotometrie en atoom-absorptiefotometrie. Bij de emissie-fotovlammetrie wordt het 10 monster aangezogen in een propaanvlam. De metaalionen in het monster absorberen warmte en worden in een aangeslagen toestand gebracht, terwijl de overmaat energie dan wordt uitgezonden in de vorm van licht als de ionen terugvallen naar hun uitgangsstand. De golflengte en intensiteit van het uitgezonden licht zijn respectievelijk bepaald voor de identiteit 15 en concentratie van de aanwezige metaalionen.
Bij atoomabsorptie-fotometrie zendt een holle kathodelamp, welke het te analyseren element bevat, lichtkarakte-ristiek van de metalen stof uit. Het monster wordt verstoven in een vlam en het licht, uitgezonden door de holle kathodelamp, wordt gevoerd 20 door de lamp. Neutrale metalen stoffen in de vlam absorberen dan het licht van de holle kathodelamp, waarbij de hoeveelheid geabsorbeerd licht een aanwijzing is omtrent de concentratie van de metalen stof welke moet worden bepaald. De metalen stof zoals gebruikelijk geanalyseerd door deze technieken omvat natrium, kalium, lithium, calcium en magnesium.
25 Het hoofdnadeel van deze en andere technieken voor de analyse van de samenstelling van een monster is, dat de detectie-inrichting het licht uitgezonden door de monstercomponenten moet isoleren tegen de achtergrond van het licht, uitgezonden door de lamp, waarbij het 790 5 0 80 2
'J
ƒ* laatste aanzienlijk sterker in intensiteit is. Vanwege de grote intensiteit van het achtergrondlicht zijn deze technieken beperkt tot betrekkelijk hoge concentraties van de monsterstof.
Teneinde dit nadeel te vermijden is een andere 5 werkwijze ontwikkeld voor het analyseren van de elementaire of moleculaire samenstelling van een monster. Deze techniek omvat het aanslaan van de monsteratomen door botsing met een actieve meta-stabiele gasvormige stof in een Lewis-Rayleigh nagloeien, waarbij de aangeslagen atomen kenmerkende golflengte van licht uitzenden wanneer zij terugvallen naar 10 hun aanvangstoestand. In het bijzonder wordt het te analyseren monster ingevoerd in een gasstroom, welke een overmaat bevat van een actieve meta-stabiele stof van stikstof of ander edelgas, waarna het materiaal, indien atomeer, snel en herhaald wordt aangeslagen of, indien moleculair, wordt ontleed en bepaalde component-atomen van het molecuul worden aan-15 geslagen, waarbij de aangeslagen stof karakteristieke lichtgolflengten uitzendt. De golflengte en de intensiteit van hun uitgezonden licht zijn bepalend respectievelijk voor de identiteit en de concentratie van de atomen van de verschillende aanwezige elementen.
Er zijn tenminste twee voordelen voor deze techniek. 20 De eerste is dat bij het terugvallen naar de begintoestand, de atomen kunnen botsen opnieuw met een actief stikstofmolecuul, onder voorwaarde dat de actieve stikstof in overmaat aanwezig is, waardoor het atoom opnieuw wordt aangeslagen met een opvolgend opnieuw uitzenden van een karakteristiek foton. Dit veroorlooft het gebruik van deze techniek bij 25 zeer lage concentraties van atomen. Een tweede voordeel is dat in tegenstelling tot vlamfotometrie of atoom-absorptie-fotometrie, de achtergrondstraling in het Lewis-Rayleigh nagloeigebied bijzonder gering is in het richtbare licht en het ultraviolet, waardoor de karakteristieke emissie-spectra kunnen worden waargenomen tegen een zwakke achtergrond.
30 De combinatie van deze twee voordelen maakt deze techniek uiterst gevoelig en geschikt voor uiterst goede lineariteit. Als resultaat is een aantal stelsels gevormd waarbij deze techniek wordt gebruikt.
Bij het ontwerpen van een stelsel volgens deze techniek moet een aantal facturen zorgvuldig in overweging worden genomen 35 om te verzekeren dat een nauwkeurig resultaat wordt verkregen. Aanvanke- 790 5 0 80 ι 3 lijk is het nodig een vloeistofmonster in te voeren in de ontladings-kamer op zodanige wijze, dat het monster volledig wordt verdampt en wordt gehandhaafd in de gasfase. Indien een deel van het monster onvolledig is verdampt en achterblijft in de monsterinvoersonde of ander orgaan, 5 kan dit deel van het monster worden overgehouden voor een volgende test en een onnauwkeurig resultaat leveren bij die volgende test. Buitendien is het, wanneer het ingevoerde monster moleculair is nodig het moleculaire monster totaal te ontleden in zijn atoomcomponenten dit is nodig, zodat de componentatomen kunnen worden aangeslagen tot fluorescentie.
10 In de tot nu toe voorgestelde stelsel is er met een of de andere of beide van deze factoren onvoldoende rekening gehouden met het resultaat dat die stelsels niet de gewenste resultaten leverden.
Volgens de uitvinding wordt voorzien in een werkwijze en inrichting voor het analyseren van de elementaire of 15 moleculaire samenstelling van een monster door gebruik van de techniek van vlamloze emissiespectroscopie, welke deze problemen oplost op een tot nu toe onbekende wijze. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een vloeistofmonsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie, waardoor volledige ontleding van een monster wordt ver-20 zekerd. Voor dit doel wordt een nieuwe monsterinvoersonde beschreven.
Buitendien passeren het monster en het draaggas door de microgolfontla-ding en de sterke elektronenenergie van de ontlading verzekerd volledige ontleding van het monster. Bij voorkeur worden beide resultaten verkregen door het aanzuigen van het monster direct in de microgolfholte, 25 waarin de actieve stikstof zelf wordt gevormd. Aangezien de holte waar met een frequentie van typerend 2,45 GHz, wordt een vloeistofmonster direct verdampt en ontleed. Aldus worden zowel de verdamping van een vloeistofmonster en het vormen van actieve stikstof verkregen binnen dezelfde microgolfholte, terwijl de waarneming van het emissiespectrum 30 wordt uitgevoerd op verscheidene centimeters afstand van de microgolf-ontlading in het gebied van de Lewis-Rayleigh nagloeiing.
Het is dus een doel van de uitvinding te voorzien in een monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie.
Een verder doel van de uitvinding is te voor-35 zien in een monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie, waar- 790 5 0 80 J 4 Μ t » * » door volledige verdamping van een vloeistofmonster wordt verzekerd.
Nog een doel van de uitvinding is te voorzien in een monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie waardoor volledige ontleding van een moleculair monster tot zijn component-5 atomen wordt verzekerd.
Een verder doel van de uitvinding is te voorzien in een stelsel voor vlamloze emissiespectroscopie, waarbij een monster direct wordt aangezogen in de microgolfholte, waarin een actieve meta-stabiele gasvormige stof wordt gevormd.
10 De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.
Men ziet in de tekening een gedeeltelijk schematisch en gedeeltelijk doorgesneden vlamloos -emissiespectroscopisch stelsel voor het analyseren van de elementaire of moleculaire samenstel-15 ling van een monster, voorzien van een monsterinvoerstelsel geconstrueerd volgens de uitvinding·.
Volgens de tekening omvat het huidige stelsel,, algemeen aangegeven met 10, voor vlamloze emissiespectroscopie een reactiekamer 11, bij voorkeur gevormd uit een stuk gesmolten kwarts-buis 20 12, welke op een lage druk wordt gehouden, bij voorkeur 1-10 Torr, door middel van een vacuumpomp 13 verbonden met een einde van de buis 12 door een rubberen buis 14. De lengte van de buis 12 is onbelangrijk en de diameter kan ongeveer 10 mm zijn. Een microgolfkamer 15 is gevormd binnen de buis 12 door de buis 12 te omgeven met een microgolfholte 16, welke 25 is gekoppeld met een microgolfgenerator 17, welke bij voorkeur werkt met 2,45 GHz. In het algemeen wordt stikstof of een ander geschikt inert gas toegevoerd vanaf een gasfles 18 in de kamer 15 waar energie wordt toegevoerd vanaf de generator 17, zodat de moleculen worden gebracht naar een actieve elektronische aangeslagen toestand. De hoeveelheid ge-30 vormde actieve stikstof is een functie van de microgolfenergie, druk, stroomsnelheid en stikstofzuiverheid.
Indien een monster wordt gedwongen in de gasfase en wordt gemengd met de actieve stikstof, wordt het materiaal, indien atomair, snel en herhaald aangeslagen of indien moleculair, ontleed in 35 zijn componentatomen en deze atomen worden snel en herhaald aangeslagen.
7905080 ··* 5
In elk van deze gevallen zenden de in het monster aanwezige atomen licht uit bij speciale golflengten, waardoor de golflengten bepaald zijn voor de identiteit van de atomen en de intensiteit van het uitgezonden licht bij elke golflengte bepalend is voor de concentratie van de aanwezige 5 atomen. Op een vaste afstand van ongeveer 5-30 cm stroomafwaarts vanaf de microgolfholte 16 wordt in het gebied bekend als het Lewis-Rayleigh nagloeigebied de fluorescentie getest voor het bepalen van de golflengten en overeenkomende intensiteiten voor het bepalen van de identiteit en concentraties van de aanwezige elementen. Het uitgezonden licht kan worden 10 gebundeld door een collector-optisch stelsel 20, dat het licht bundeld in een detectiestelsel 21, dat de licht-intensiteit van de betreffende golflengten meet.
Wanneer de moleculaire samenstelling van het monster wordt gewenst, is het mogelijk het detectiestelsel 21 te spatieren 15 vanaf de holte 16 overean waarde, waardoor recombinatie van de atomen tot moleculen mogelijk zal zijn, waarna de moleculen zullen bootsen met de actieve stikstof en licht zullen uitzenden bij een golflengte karakteristiek voor het molecuul. Aldus kan het stelsel 10 worden gebruikt hetzij voor elementaire of moleculaire analyse.
20 Het stelsel 10 kan met voordeel worden gebruikt voor het analyseren van verschillende componenten in lichaamsvloeistoffen of andere vloeistoffen. In het geval van een vloeistofmonster is het nodig het monster in te voeren in het stelsel 10 op zodanige wijze, dat de moleculen volledig worden ontleed tot hun atoomcomponenten en de 25 atoomcomponenten volledig worden verdampt. Dit wordt verkregen met het onderhavige monsterinvoerstelsel, aangegeven met 30.
Bij het monsterinvoerstelsel 30 wordt het monster eerst verdund zoals met water, in een vat 31 bijvoorbeeld. Het vat 31 ontvangt een einde van een stuk buis 42, waarvan het andere einde 30 is verbonden met een einde van een dunne capillaire buis 33. Het andere einde van de buis 33, de top, strekt zich uit in de buis 12. De buis 33 is bij voorkeur van een metaal of een keramisch materiaal en heeft een voorkeursdiameter in het gebied van 0,025-0,25 mm. De buis 33 is geplaatst binnen een tweede metalen of keramische buis 34, waarvan een einde, de 35 top, zich uitstrekt voorbij de top van de buis 33 en taps is tot een kleine 790 50 80
J
6 * * , diameter. De top van de buis 34 strekt zich bij voorkeur uit voorbij de top van de buis 33 over ongeveer 1-2 mm en taps neerwaarts op een diameter in het gebied van 0,127-0,762 mm. Het andere einde van de buis 34 is verbonden door een stuk buis 35 met de gasfles 18.
5 De buis 34 met de capillaire buis 33 daar binnen, kan worden geplaatst in een stop 36, welke zich uitstrekt in het einde van de buis 12 af gekeerd van het einde verbonden met een pomp 13.
Een verhittingsspoel 37 omgeeft de buis 34 nabij de top daarvan om de buis 34 en de buis 33 daarin te verhitten. De geleiders vanaf de spoel 10 37 lopen door de stop 36 voor verbinding met een geschikte spanningsbron.
Bij deze beschreven constructie wordt het vloeistofmonster aangezogen in uiterst kleine druppeltjes door het monster toe te laten door de buis 33, welke een zeer kleine diameter heeft, over de uitgangstop waarvan een stroom van droog stikstof gas wordt 15 geblazen. Verder worden de toppen van de buizen 33 en 34 verhit en hangen neerwaarts in de buis 12. Zulk een constructie resulteert in een volledige verdamping van het monster en verzekert de afwezigheid van monsterover-dracht van de ene test naar de andere.
Volgens de uitvinding wordt het monster in-20 gevoerd in het draaggas en worden het draaggas' en het monster gevoerd door de ontlading in de holte 16. Volgens de beste werkingswijze voor het uitvoeren van de principes van de uitvinding strekt de top van de buis 34 zich uit in de kamer 15, zodat het monster direct wordt aangezogen in de microgolfontlading waarbinnen de actieve stikstof wordt gevormd.
25 Aangezien de holte werkt bij een hoge frequentie, absorberen het water, waarin het monster is verdund, en het monster zelf microgolfenergie en worden direct verdampt. Verder veroorzaakt de energie van de ontlading dat de monstermoleculen worden ontleed tot hun componentatomen.
Het is daarom het belangrijkste van de 30 uitvinding om het stelsel 30 te gebruiken voor het invoeren van het draaggas en een vloeistofmonster via verhitte coaxiale buizen voor het verkrijgen van volledige verdamping van het monster. Het stelsel 30 kan ook worden gebruikt voor gasvormige of vaste monsters, maar deze worden gebracht in oplossing of gasvormige monster kunnen worden ingevoerd 35 direct via de buis 33. Een andere aanwijzing van de uitvinding is het plaatsen van het stelsel stroomopwaarts van de ontlading in de holte 16, * S' 790 50 80 7 zodat de energie in de kamer 15 wordt gebruikt voor het ontleden van het gasvormige monster in zijn componentatomen.
Ook is een aanwijzing van de uitvinding om het monster direct aan te zuigen in de microgolfontlading waarbinnen het 5 actieve stikstof-wordt gevormd. In dit laatste geval verzekert de energie in de ontlading volledige verdamping en ontleding van een monster, zelfs zonder het monsterinvoerstelsel 30, ofschoon dit monsterinvoerstelsel 30 de voorkeur heeft. Evenwel kunnen andere monsterinvoerstelsels worden gebruikt onder deze omstandigheden. Bijvoorbeeld kan de monsteroplossing 10 worden ingevoerd via een zeer dunne capillaire buis in een hete draad binnen de kamer 15.
Bij het mengen van het monstergas met de actieve stikstof botst de aangeslagen gasvormige stof tegen de actieve stikstof voor het aanslaan van de gasvormige stof. Bij het terugvallen 15 naar de aanvangstoestand zendt de gasvormige stof een karakteristiek foton uit bij speciale golflengten. Het uitgezonden licht wordt gebundeld door de collector-optica 20, waardoor het licht wordt gebundeld in het detec-tiestelsel 21.
Een typerend detectiestelsel, dat bekend is, 20 bestaat uit collectorlenzen, een monochromator, een vidicondetector en een analysator met een aantal kanalen. De optica 20 bundelt het licht vanaf de kamer 11 naar de ingangsgleuf van de monochromator. De vidicondetector is geplaatst in het brandvlak van het monochromatorraster, bij de normale plaats van de uitgangsgleuf. De vidicondetector heeft een 25 reeks kleine fotodioden, welke elk daarom een klein deel van het spectrum zien. De analysator met een aantal kanalen geeft een uitgang, waarvan de amplitude evenredig is met de lichtintensiteit op elk van de fotodioden, resulterend in een spectrum van de amplitude van de lichtintensiteit als een functie van de golflengte. Aangezien elk van de gasvormige stoffen 30 lichtuitzendt bij een speciale golflengte, kan door het testen van de amplitude van de intensiteit bij een speciale fotodiode, of door het sommeren van verscheidene dioden, de concentratie van de verschillende stoffen worden bepaald.
Aangezien het gehele spectrum continu wordt 35 waargenomen door het passeren van het monster door de reactiekamer 11, 790 50 80 8 » * kan de concentratie van een aantal verschillende stoffen worden bepaald tegelijk, van een enkel monster, gedurende een korte tijdsperiode in de orde van enige seconden tot een minuut.
De amplitude van het uitgezonden licht bij een 5 bepaalde golflengte is daarom evenredig met de momentele concentratie van een gegeven stof binnen de reactiekamer 15 op dat tijdstip. Ten einde dit te relateren aan de concentratie van de stoffen in het oorspronkelijke monster, moet het stelsel 10 worden gecalibreerd en een verscheidenheid van verschillende technieken voor calibratie is daartoe bekend.
10 Bijvoorbeeld kan een test worden uitgevoerd met een standaard met een bekende concentratie van een gegeven stof en de gedetecteerde uitgang kan worden gebruikt voor het calibreren van het stelsel. Alternatief kan de standaard worden gebracht in het verdunningsmiddel voor het monster en de concentratie van de standaard worden bepaald tegelijk met 15 de concentratie van de onbekenden in het monster.
Men kan dus zien, dat er volgens de uitvinding een werkwijze en een inrichting zijn gevormd voor het analyseren van de elementaire of moleculaire samenstelling van een monster, waarbij gebruik wordt gemaakt van vlamloze emissiespectroscopie, welke de tot nu toe 20 opgetreden problemen oplossen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een vloeistofmonsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectroscopie, waarbij volledige verdamping en ontleding van een monster wordt verzekerd. Voor dit doel veroorzaakt een monsterinvoersonde, bestaande uit de buizen 33 en 34, volledige verdamping van het monster.
25 In het bijzonder passeren het monster en het draaggas door de microgolf-ontlading en de hoge elektronenenergie van deze ontlading verzekert volledig ontleden van het monster. Bij voorkeur worden beide resultaten verkregen door het aanzuigen van het monster direct in de microgolfholte 16, waar de actieve stikstof wordt gevormd. Het waarnemen van het emissie-30 spectrum wordt uitgevoerd op verscheidene centimeters van de microgolf-ontlading af in het gebied van het Lewis-Rayleigh nagloeien.
Het zal duidelijk zijn dat wijzigingen binnen het kader van de uitvinding mogelijk zijn.
35 7905080

Claims (22)

1. Werkwijze bij een stelsel voor het analyseren van de samenstelling van een vloeistofmonster waarbij de monstercomponent- 5 en worden aangeslagen door botsing met een actieve meta-stabiele gasvormige stof terwijl de aangeslagen monstercomponenten een karakteristieke lichtgolflengte uitzenden welke kan worden gedetecteerd, waarbij het stelsel is voorzien van een microgolfholte waardoor de gasvormige stof loopt en een microgolfbron gekoppeld met deze holte terwijl de bron en de holte 10 de gas vormige stof aanslaan, met het kenmerk, dat het monster direct wordt aangezogen in de microgolfholte voor het volledig ontleden van het monster.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het monster in oplossing wordt gebracht en een verhittingsorgaan wordt geplaatst in de microgolfholte voor het verhitten van het monster om dit 15 verdampen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het monster in oplossing wordt gebracht en een gloeidraad wordt geplaatst in de microgolfholte voor het verhitten van het monster om dit te verdampen.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk een capillaire buis wordt geplaatst met een einde daarvan uitstékend in de microgolfholte voor het aanzuigen van het monster naar de gloeidraad, en het monster wordt geleid naar het andere einde van de buis.
5. Stelsel voor het analyseren van de samenstel-25 ling van een vloeistofmonster waarbij de monstercomponenten worden aangeslagen door bootsing met een actieve metastabiele gasvormige stof terwijl de aangeslagen monstercomponenten een karakteristieke lichtgolflengte uitzenden welke kan worden gedetecteerd, welk stelsel is voorzien van een kamer waardoor de gasvormige stof loopt, een microgolfholte rond deze 30 kamer en een microgolfbron gekoppeld met de holte terwijl de bron en de holte de gasvormige stof doen aanslaan, met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn voor het aanzuigen van het monster direct in de microgolfholte voor het volledig ontleden van het monster.
6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, 35 dat de aanzuigorganen buitendien werkzaam zijn voor het invoeren van de 7905080 i* . gasvormige stof in de holte.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aanzuigorganen bestaan uit een eerste buis voor het voeren van het monster in de holte/ en een tweede buis coaxiaal 5 geplaatst met en rond de eerste buis voor het voeren van de gasvormige stof in de holte, de einden van de eerste en tweede buis in de holte dichtbij elkaar zijn gelegen waardoor het monster binnentreedt in de stroom van de gasvormige stof bij het uittreden uit de eerste buis.
8. Stelsel volgens conclusie 7, 10 met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn voor het verhitten van het einde van de tweede buis binnen de holte.
9. Stelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat dat einde van de tweede buis zich uitstrekt voorbij het einde van de eerste buis.
10. Stelsel voor het analyseren van de samenstel ling van een monster waarbij de monstercomponenten worden aangeslagen door botsing met een actieve meta-stabiele gasvormige stof, terwijl de aangeslagen monstercomponenten een karakteristieke lichtgolflengte uitzenden welke kan worden gedetecteerd, waarbij het stelsel is voorzien van een 20 kamer waardoor de gasvormige stof loopt, een microgolfholte rond deze kamer en een microgolfbron gekoppeld met deze holte, waarbij deze bron en deze holte de gasvormige stof aanslaan, organen voor het invoeren van een vloeistofmonster en de gasvormige stof in de kamer, met het kenmerk, dat een eerste buis aanwezig is waarbij het ene einde van de eerste 25 buis het vloeistofmonster ontvangt, terwijl het andere einde van de eerste buis zich uitstrekt in de kamer, een tweede buis aanwezig is, coaxiaal geplaatst met en rond de eerste buis, waarbij een einde van deze tweede buis de gasvormige stof opneemt, terwijl de andere einde van deze tweede buis is geplaatst nabij het andere einde van de eerste buis waar-30 door het monster binnentreedt in de stroom van de gasvormige stof als deze komt uit het andere einde van de eerste buis, en organen voor het verhitten van het andere einde van de tweede buis voor het verdampen van het monster.
11. Stelsel volgens conclusie 10, met het- kenmerk 35 dat de eerste buis is gemaakt van metaal of een keramisch materiaal. 790 5 0 80
12. Stelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de tweede buis is gemaakt van metaal of een keramisch materiaal.
13. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk 5 dat de capillaire buis een binnendiameter heeft in het gebied van ongeveer 0,025-0,25 mm.
14. Stelsel volgens conclusie 10 of 13, met het kenmerk, dat het andere einde van de tweede buis zich uitstrekt voorbij het andere einde van de eerste buis.
15. Stelsel volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het andere einde van de tweede buis zich uitstrekt voorbij het andere einde van de eerste buis over ongeveer 1 tot 2 mm.
16. Stelsel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het andere einde van de tweede buis een binnendiameter 15 heeft in het gebied van ongeveer 0,127-0,762 mm.
17. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het verhittingsorgaan bestaat uit een verhittings-spoel rond het andere einde van de tweede buis.
18. Stelsel volgens conclusie 17, 20 met het kenmerk, dat de coaxiale eerste en tweede buizen stroomopwaarts van de microholte zijn geplaatst.
19. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het andere einde van de tweede buis zich uitstrekt tot in de microgolfholte.
20. Stelsel voor het analyseren van de samen stelling van een monster waarbij de monstercomponenten worden aangeslagen in een kamer door botsing met een actieve metastabiele gasvormige stof terwijl de aangeslagen monstercomponenten een karakteristieke lichtgolf-lengte uitzenden en het stelsel is voorzien van een microgolfholte rond 30 de kamer en een microgolfbron gekoppeld met de holte, terwijl organen dienen voor het invoeren van het monster in de kamer, met het kenmerk, dat eerste en tweede coaxiale buizen aanwezig zijn, waarvan de eerste einden zich uitstrekken tot in de reactiekamer, organen voor het verhitten van deze eerste einden van de buizen, en organen voor het voeren van het 35 monster en de gasvormige stof in de andere einden van de buizen. 7905080 A* *»
21. Stelsel volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de eerste buis is geplaatst binnen de tweede buis, het monster wordt gevoerd in de eerste buis en de gasvormige stof wordt gevoerd in de tweede buis.
22. Werkwijze en inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 790 5 0 80
NL7905080A 1978-07-10 1979-06-29 Monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectros- copie. NL7905080A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US05/922,938 US4225235A (en) 1978-07-10 1978-07-10 Sample introduction system for flameless emission spectroscopy
US92293878 1978-07-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905080A true NL7905080A (nl) 1980-01-14

Family

ID=25447830

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905080A NL7905080A (nl) 1978-07-10 1979-06-29 Monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectros- copie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4225235A (nl)
EP (1) EP0015284B1 (nl)
JP (1) JPS55500450A (nl)
AU (1) AU523522B2 (nl)
DE (1) DE2966405D1 (nl)
NL (1) NL7905080A (nl)
WO (1) WO1980000273A1 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1982002091A1 (en) * 1980-12-10 1982-06-24 Instruments Inc Beckman Entraining vaporized sample in metastable gas
US4470699A (en) * 1982-08-12 1984-09-11 The United States Of America As Represented By The United States Department Of Energy Micro-column plasma emission liquid chromatograph
US4532219A (en) * 1984-01-27 1985-07-30 Minnesota Mining And Manufacturing Company High frequency radiation-induced plasma analysis of volatile or non-volatile materials
US4794230A (en) * 1984-02-16 1988-12-27 The United States Of America As Represented By The United States Department Of Energy Low-pressure water-cooled inductively coupled plasma torch
US4575609A (en) * 1984-03-06 1986-03-11 The United States Of America As Represented By The United States Department Of Energy Concentric micro-nebulizer for direct sample insertion
US5066125A (en) * 1987-03-06 1991-11-19 Geochemical Services, Inc. Electrothermal direct injection torch for inductively coupled plasma
US5083004A (en) * 1989-05-09 1992-01-21 Varian Associates, Inc. Spectroscopic plasma torch for microwave induced plasmas
US5382804A (en) * 1993-07-15 1995-01-17 Cetac Technologies Inc. Compact photoinization systems
US5353113A (en) * 1993-07-15 1994-10-04 Cetac Technologies Incorporated Single and multiple radiation transparent afterglow electric discharge detector systems
ES2109158B1 (es) * 1995-04-26 1998-08-01 Univ Alicante Nebulizador por microondas para la introduccion de aerosoles liquidos en espectrometria atomica.
US5892364A (en) * 1997-09-11 1999-04-06 Monagle; Matthew Trace constituent detection in inert gases
US6867400B2 (en) * 2002-07-31 2005-03-15 Cem Corporation Method and apparatus for continuous flow microwave-assisted chemistry techniques
US10477665B2 (en) * 2012-04-13 2019-11-12 Amastan Technologies Inc. Microwave plasma torch generating laminar flow for materials processing
US20230088971A1 (en) * 2021-09-21 2023-03-23 Robert Bosch Gmbh Soil samplers for monitoring soil conditions

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3467471A (en) * 1963-10-21 1969-09-16 Albright & Wilson Mfg Ltd Plasma light source for spectroscopic investigation
US3843257A (en) * 1971-11-30 1974-10-22 Monsanto Res Corp Microwave-excited emission detector
US4148612A (en) * 1976-02-19 1979-04-10 The United States Of America As Represented By The United States Department Of Energy Method and apparatus for detecting and measuring trace impurities in flowing gases
DE2643650C2 (de) * 1976-09-28 1978-08-10 Max-Planck-Gesellschaft Zur Foerderung Der Wissenschaften E.V., 3400 Goettingen Verfahren zur quantitativen Bestimmung leicht zu verflüchtigender Elemente
US4150951A (en) * 1977-09-19 1979-04-24 The Aerospace Corporation Measurement of concentrations of gaseous phase elements

Also Published As

Publication number Publication date
AU523522B2 (en) 1982-07-29
WO1980000273A1 (en) 1980-02-21
DE2966405D1 (en) 1983-12-22
EP0015284A1 (en) 1980-09-17
EP0015284B1 (en) 1983-11-16
AU4867179A (en) 1980-02-28
JPS55500450A (nl) 1980-07-24
US4225235A (en) 1980-09-30
EP0015284A4 (en) 1980-05-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Winefordner et al. Determination of Zinc, Cadmium, and Mercury by Atomic Fluorescence Flame Spectormetry.
NL7905080A (nl) Monsterinvoerstelsel voor vlamloze emissiespectros- copie.
Winefordner et al. Novel uses of lasers in atomic spectroscopyPresented at the 2000 Winter Conference on Plasma Spectrochemistry, Fort Lauderdale, FL, USA, January 10–15, 2000.. Plenary Lecture
US5991020A (en) Method for determining the concentration of atomic species in gases and solids
US3825345A (en) Method of and apparatus for use in measuring the particle size distribution and/or the concentration of particles in suspension in a gaseous dispersing medium
Štádlerová et al. Atomic fluorescence spectrometry for ultrasensitive determination of bismuth based on hydride generation–the role of excitation source, interference filter and flame atomizers
Calzada et al. Determination of bromide by low power surfatron microwave induced plasma after bromine continuous generation
JPH03170846A (ja) マイクロピペット・アダプタとこれを用いた光学的測定方法
US7054008B2 (en) Method and apparatus for elemental and isotope measurements and diagnostics-microwave induced plasma-cavity ring-down spectroscopy
CN108593631A (zh) 一种气溶胶辅助激光探针检测分子自由基光谱的方法
WO2011129189A1 (ja) 元素分析装置及び方法
Hieftje Atomic emission spectroscopy—it lasts and lasts and lasts
JPH01321340A (ja) レーザ二段励起発光分析法及び装置
JPH05240784A (ja) 原子吸収分光法における吸収補正装置および方法
US4402606A (en) Optogalvanic intracavity quantitative detector and method for its use
EP0015282B1 (en) Method of generating nitrogen for flameless emission spectroscopy and a system using the method
Rose et al. Modified oscillating mirror rapid scanning spectrometer as a detector for simultaneous multi-element determination
Tian et al. Optical characterization of miniature flexible micro-tube plasma (FμTP) ionization source: A dielectric guided discharge
CN111948193A (zh) 一种等离子体固样分析发射光谱仪
Hood et al. Determination of sulfur-and phosphorus-containing compounds using metastable transfer emission spectrometry
US4255052A (en) Method of generating nitrogen for flameless emission spectroscopy
LeBlanc et al. Spatially resolved laser-induced fluorescence studies on a three-electrode direct current plasma
Schlemmer 2 Atomic absorption spectrometry and atomic fluorescence spectrometry
US3503686A (en) Atomic absorption spectrophotometer
KR20030054084A (ko) 레이저 유기 플라즈마 원자 발광 분광방법 및 그 장치

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed