NL7904014A

NL7904014A - Centrifuge, voorzien van een slijtbestendige transporteur.

Info

Publication number: NL7904014A
Application number: NL7904014A
Authority: NL
Original assignee: Pennwalt Corp
Priority date: 1979-05-15
Filing date: 1979-05-22
Publication date: 1980-11-25
Also published as: SE7904275L; SE427901B; GB2048728A; GB2048728B; DE2924047A1; CA1171824A

Description

y i % 'l

Pennwalt Corporation, te Philadelphia, Pennsylvania, Ver.St.v.Amerika

Centrifuge, voorzien van een slijtbestendige transporteur.

De uitvinding heeft betrekking op een centrifuge voor het scheiden van vaste stof-vloeistofmengsels, welke centrifuge een draaibare schaal bevat, evenals een slijtbestendige transporteur in de schaal, welke transporteur volgens een gemeenschappelijke hartlijn daarmee draai-5 baar is.

Slijtbestendige transporteurs zijn gewenst in centrifuges voor het verlengen van de levensduur van de centrifuge door het vertragen van slijtage van de transporteur. Bij afwezigheid van een slijtbestendige transporteur, kan de levensduur van de centrifuge onaanvaardbaar kort zijn IQ als gevolg van de aanwezigheid van slijtmaterialen in het ingevoerd vaste stof-vloeistofïnengsel of als gevolg van het zorgeloos invoeren van vaste stof-vloeistofmengsels, waarvoor de centrifuge niet is ontworpen, en die door de constructeurs van de centrifuge niet voorziene, vreemde materialen bevatten (wilde metalen, grote stenen, enz.}. Dergelijke slijtmaterialen J5 doen de transporteur van de centrifuge snel slijten.

Vroegere werkwijzen voor het produceren van een centrifuge met een slijtbestendige transporteur, omvatten het smelten en versmelten van een slijtbestendiger materiaal, zoals een legering van nikkel of kobalt, direkt op de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur onder 20 gebruikmaking van een blaaspijp voor het met een acetyleen en zuurstofgas lassen op een soortgelijke wijze als het gebruikelijke lassen of het hard solderen.

Ook worden voorgevormde delen van slijtbestendig materiaal mechanisch, gewoonlijk met bouten, direkt vastgezet aan de buitenrand van 25 de transporteur (zoals in de beschrijving gebruikt heeft het woord "mechanisch" met betrekking tot middelen voor het constructief verbinden 7904014 v i 2 < en "bevestigen van twee delen, betrekking op middelen, die werkzaam zijn zonder dat het gelijktijdig toevoeren van warmte nodig is aan de twee delen voor het onbeweeglijk aan elkaar vastzetten daarvan). De broze aard van de voorgevormde delen van slijtbestendig materiaal heeft het scheuren 5 en het daaruit voortvloeiende falen tot gevolg van de delen (het merendeel van de bekende slijtbestendige materialen is vrij bros . In het algemeen kan zelfs worden gesteld, dat hoe slijtbestendiger een materiaal is, hoe brozer het is). De voorgevormde delen van slijtbestendig materiaal zijn niet in staat spanningen te weerstaan, die worden opgewekt wanneer vreem-10 de vaste stoffen in het ingevoerde vast stof-vloeistofmengsel tegen de voorgevormde delen van slijtbestendig materiaal botsen. Het gaan loszitten en losschroeven van de bouten resulteert ook in het falen van de voorgevormde delen.

Ook zijn vervolgens voorgevormde delen van slijtbestendig 15 materiaal direkt gebonden aan de schroeflijnvormige meenemer van de trans porteur door middel van plakmiddelen. Bij dergelijke toepassingen is het onmogelijk gebleken een passende binding te bereiken van de delen van slijtbestendig materiaal aan de. transporteur als gevolg van de moeilijkheid bij het op juiste wijze voorbereiden van het oppervlak van de schroef-20 lijnvormige meenemer van de transporteur voor het opnemen van het plakmid del. Ook falen deze met een plakmiddel vastgezette delen van een slijtbestendig materiaal door het losraken van de transporteurmeenemer als gevolg van spanning, opgewekt in de plakmiddelverbindingen wanneer vreemde vaste stoffen in het vaste stof-vloeistofmengsel, botsen op de voorgevormde de-25 len van slijtbestendig materiaal.

Wanneer voorgevormde delen van slijtbestendig materiaal direkt hard worden gesoldeerd aan de schroeflijnvormige meenemer, worden eveneens onbevredigende resultaten verkregen, waarbij de grote toevoer van warmte over een groot gebied van de transporteur veelal het ernstig 30 kromtrekken veroorzaakt van de transporteur, waardoor het onmogelijk wordt een goede hechting door hard solderen te verzekeren van de voorgevormde delen aan de transporteur. In het bijzonder in het geval can centrifuge -transporteurs, die met hoge snelheden werkzaam zijn, zijn onvolkomen, door hard solderen verkregen bindingen tussen de voorgevormde delen en de trans-35 porteur gevoelig voor breken met een daaruit voortvloeiend gevaar van 7904014 ί + 3 "beschadiging aan de omringende onderdelen. Verder zijn transporteurs, voorzien van direkt door hard solderen daarop aangebrachte, voorgevormde delen van slijtbestendig materiaal, moeilijk te herstellen door het op hun plaats door hard solderen aanbrengen van vervangingsdelen van slijt-5 bestendig materiaal, omdat een dergelijk hard solderen weer de toevoer van warmte vereist aan een breed gebied van de transporteur. Dit beïnvloedt nadelig de hard soldeerbindingen tussen de transporteur en de delen van slijtbestendig materiaal, die dicht bij het vervangingsdeel liggen.

Ook worden slijtbestendige materialen (door hard solderen 10 . .

of met plakmiddelen; gebonden aan tussen-steuntegels, gevormd uit metalen, die kunnen worden gelast aan de transporteur, voor het vormen van samenstellen, die vervolgens aan de transporteur worden gelast, zoals geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3-76k.062. De in dit octrooischrift geopenbaarde benadering is vrij succesvol gebleken.

*5 Andere benaderingen voor het verschaffen van een slijtbe stendige transporteur omvatten die volgens het Duitse Offenlegungsschrift 2.1*50.337» dat nokken openbaart, vastgezet aan de transporteur nabij de buitenrand daarvan, waarbij delen van slijtbestendig materiaal in aanraking zijn met de transporteur en in grendelende aangrijping worden gehou-20 den op de nokken door af stands stukken, geplaatst tussen dedèlen van slijt bestendig materiaal en de transporteur of tussen de delen van slijtbestendig materiaal en de nokken. De afstandsstukken wiggen de delen van slijtbestendig materiaal tegen de nokken, waardoor het radiaal naar buiten bewegen wordt voorkomen van de delen van slijtbestendig materiaal met be-25 trekking tot de transporteur. Bij de constructies, geopenbaard in dit

Duitse Offenlegungsschrift, liggen de delen van slijtbestendig materiaal aan tegen de transporteur, en zijn derhalve niet gescheiden van de spanningen in de transporteur.

Nog een andere benadering is beschreven in de Amerikaanse 30 octrooiaanvrage 533.198 van 16 december 197^, welke benadering bestaat uit het lassen van een aantal machinaal bewerkte nokken aan het transpor-teuroppervlak, zodat de hellende zijoppervlakken van de nokken samen met het radiaal zich uitstrekkende oppervlak van de transporteur een aantal zwaluwstaartvormige groeven verschaffen. Delen van slijtbestendig materi-35 aal, voorzien van toelopende onderste gedeelten, passen in de zwaluwstaart- 790 40 1 4 t Λ \ h vormige groeven en vormen het slijthestendige oppervlak van de transporteur. Naburige delen van slijtbestendig materiaal hebben afwisselend rechthoekig en trapezoïdaal gevormde bovenste gedeelten. Wanneer deze afwisselend rechthoekig en trapezoïdaal gevormde delen in de groeven zijn geplaatst, 5 liggen zij tegen elkaar, waardoor hun standen op de buitenrand van de trans porteur worden behouden.

Slijthestendige materialen, die in centrifuges worden gebruikt, bevatten carbiden, keramische materialen, keramische metalen en bijzonder metalen gietstukken, zijn gewoonlijk hard en bros, en hebben 10 zeer weinig schoksterkte (carbiden zijn het gewenste materiaal voor het verkrijgen van de slijthestendige eigenschap op de transporteur, omdat carbiden bestendiger zijn tegen krassen, slijpen en uitdiepen, en taaier zijn dan keramische materialen en andere slijthestendige materialen). Op grond van dergelijke typische eigenschappen vereisen slijthestendige materialen 15 in het algemeen steun wanneer zij onderhevig zijn aan schokbelasting, zo als regelmatig wordt ondervonden bij transporteurs in centrifuges. Een succesvolle benadering voor het verschaffen van steun wanneer slijtbesten-dige materialen worden gebruikt op transporteurs in centrifuges, is de tussen-steuntegelidee, geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 20 3 .76U.062. De steuntegel is bij voorkeur een materiaal, dat buigbaarder en derhalve schok-absorberender en schok-bestendiger is dan het slijtbesten-dige materiaal.

Wanneer slijthestendige materialen worden gebruikt in centrifuges, en worden gesteund door buigbaarder en derhalve schok-bestendiger 25 materialen, moet het slijthestendige materiaal stevig zijn vastgezet aan het steunmateriaal om te verzekeren, dat het steunmateriaal de schokbelas-tingen opneemt, ondervonden door het slijthestendige materiaal. Verder moeten het slijthestendige materiaal, het schok-absorberende steunmateriaal, de middelen voor het vastzetten van het slijthestendige materiaal aan het 30 schok-absorberende steunmateriaal en de middelen voor het vastzetten van het schok-absorberende steunmateriaal aan de transporteur, alle grote centrifugale, thermische, corrosieve en stootbelastingen weerstaan in de centrifuges. Wanneer het slijthestendige materiaal is vastgezet aan het schok -absorberende steunmateriaal en wanneer dit is vastgezet aan de schroeflijn-35 vormige meenemer van de transporteur, moeten bovendien de middelen voor het 7904014 5 * f aan elkaar vastzetten van deze delen worden gekozen voor het voorkomen van het opwekken van restspanningen in het slijthestendige materiaal en het schok-absorberende steunmateriaal. Indien restspanningen, ongeacht de wijze waarop deze zijn opgewekt, aanwezig zijn in een willekeurig gedeelte 5 van de slijthestendige materiaalsamenstellen, vastgezet aan de buitenrand van de transporteur of in de middelen voor het aan elkaar vastzetten van de samènstellen of aan de buitenrand van de transporteur, vergroten de restspanningen noodzakelijker wijze de snelheid van falen van de slijtbe-stendige materiaalsamenstellen, en verkorten dienovereenkomstig de bruik-10 bare levensduur van de transporteur.

Ook is het gewenst fysische aanraking tussen het slijtbe-stendige materiaal en de transporteur tot een minimum te beperken, en bij voorkeur op te heffen, voor het scheiden van het slijthestendige materiaal met betrekking tot de gevolgen van dynamische spanningen en rekken, die ^5 optreden in de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur gedurende het centrifugeren.

Voor het verder verlengen van de bruikbare levensduur van slijthestendige transporteurs, gebruikt in centrifuges, door het tot een minimum beperken van restspanningen in slijthestendige materiaalsamenstel-

pQ

len, vastgezet aan de buitenrand van de transporteur, en door het scheiden van het slijthestendige materiaal met betrekking tot dynamische spanningen en rekken, die optreden in de transporteur gedurende het centrifugeren, verschaft de uitvinding een centrif uge-inrichting, voorzien van slijtbe-stendige materiaalsamenstellen, gemonteerd aan de buitenrand van de trans-porteur, waarbij gebruik is gemaakt van mechanische bevestigingen voor het vastzetten van een slijtbestendig deel aan een schok-absorberende steunte-gel. De mechanische bevestigingen kunnen ook worden gebruikt voor het vastzetten van de schok-absorberende steuntegels aan de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur. De mechanische bevestigingen zijn bij voorkeur ^ gemaakt uit corrosie bestendige materialen, die hun sterkte bij hoge tem peraturen behouden. Het gebruik van dergelijke mechanische bevestigingen maakt het opheffen mogelijk van blootliggende, hard gesoldeerde verbindingen tussen de delen in de centrifuge, waarbij het hard solderingsmateriaal bij voorkeur met betrekking tot het mengsel, dat in de centrifuge wordt geschei-35 den, is afgeschermd. Dit is gewenst, omdat bepaalde mengsels, die in de 7904014 * 4 6 centrifuges worden gescheiden, niet alleen heet zijn, maar tevens chemisch het hard solderend materiaal aangrijpen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 fig. 1 een zijaanzicht is in doorsnede van de onderhavige centrifuge, fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in fig. 1, waarbij de centrifugeschaal met streep-stippellijnen is weergegeven, fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in fig. 2, TO waarbij een voorkeursuitvoeringsvorm is weergegeven van het onderhavige slijtbestendige oppervlaktesamenstel voor de transporteur, fig. b een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig. 3, de fig. 5 en 6 aan fig. 3 gelijke doorsneden zijn van andere uitvoeringsvormen van de slijtbestendige oppervlaktesamenstellen voor 15 de transporteur, fig. 7 een ruimtelijk aanzicht is van een drukdeel van het in fig. 6 weergegeven samenstel, de fig. 8-23 aan fig. 3 gelijke doorsneden zijn van andere uitvoeringsvormen van de slijtbestendige oppervlaktesamenstellen voor de 20 transporteur, fig. 2k een doorsnede is volgens de lijn XIIV-XXIV in fig. 23, de fig. 25 en 26 aan fig. 3 gelijke doorsneden zijn van andere uitvoeringsvormen van de slijtbestendige oppervlaktesamenstellen 25 voor de transporteur, fig. 27 een aanzicht is van een opengebroken schok-absor-berende steuntegel en een slijtbestendig deel van het onderhavige slijtbestendige oppervlaktesamenstel voor de transporteur, waarbij de grendeling tussen de tegels en het deel is weergegeven, 30 fig. 28 een aan fig. 3 gelijke doorsnede is van nog een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel voor de transporteur, fig. 29 een doorsnede toont van de steuntegel, waarin een plintnagel wordt aangebracht door het zadelsmeden voor het op zijn plaats 35 vastzetten van het slijtbestendige deel aan de steuntegel, van de in fig. 17 7904014 * * τ weergegeven uitvoeringsvorm, fig. 30 een doorsnede is volgens de lijn XXX-XXX in fig.

27, fig. 31 een doorsnede is volgens de lijn XXXI-XXXI in fig.

5 27, en fig. 32 een aan fig. 3 gelijke doorsnede is van weer een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel voor de transporteur.

De onderhavige centrifuge is in fig. 1 in vertikale door-10 snede weergegeven en in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijz-ings- cijfer 10. De centrifuge bevat een draaibare schaal 12 met daarin een schroeftransporteur ifc, die volgens een gemeenschappelijke hartlijn met de schaal draaibaar is. Gedurende de werking worden de schaal en de transporteur met enigszins verschillende snelheden gedraaid door motor- en tand-15 wielmiddelen, die in hoofdzaak zijn weggebroken en zijn aangeduid met het verwijzingscijfer 13. De schaal 12 is draaibaar op legers in een huis 15 (dat grotendeels is veggebroken in fig. 1), heeft een afgeknot cilindrische gedaante en bevat een afvoerpoort 17 voor vaste stoffen in het tegeleinde daarvan. De transporteur 1U bevat een in het algemeen in het midden zich 20 bevindende naaf 20 met een radiaal van daar zich uitstrekkende, schroef- lijn^ormige meenemer 22. Bij de buitenranden van de meenemer 22 is een aantal bij voorkeur aanliggende, en in ieder geval dicht bij elkaar geplaatste, slijtbestendige oppervlaktesamensteUen 2k gemonteerd, waarbij het verband van deze samenstellen 2k met de transporteurmeenemer 22 is weergegeven in fig. 2.

Gedurende de werking wordt een toevoer bereid in de centrifuge gebracht door een toevoerbuis 32, en geleid door de inlaatpoort 18 in de naaf 20 tot in de ruimte tussen de schaal 12 en de transporteur 1^.

Wanneer de schaal en de transporteur draaien, doen de centrifugale krach-30 ten de zwaardere, dichtere vaste stoffen radiaal naar buiten bewegen met betrekking tot de transporteur naar plaatsen bij het inwendige oppervlak 3l* van de schaal. De transporteur, die met een enigszins andere snelheid draait dan de schaal, beweegt de gescheiden vaste stoffen naar de afvoerpoort 17 daarvoor. Gescheiden vloeistof beweegt naar een afvoerpoort daar-35 voor, niet weergegeven.

7904014 y t 8

Onder verwijzing naar fig. 2 zijn slijtbestendige oppervlakte samenstellen 2b aan de buitenrand gemonteerd van de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur, welke samenstellen de levensduur van de transporteur verlengen door het vertragen van slijtage van de buiten-5 rand daarvan. Een aantal samenstellen 2b is, bij voorkeur aanliggend, ge monteerd voor het verschaffen van een bij voorkeur in hoofdzaak ononderbroken schroeflijnvormig oppervlak bij de buitenrand van de transporteur voor het transporteren van vaste stoffen naar de afvoerpoort daarvoor, en voor het weerstaan van slijtage als gevolg van vreemde materialen in de 10 vaste stoffen. Elk 'slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2^ is mechanisch aan elkaar vastgezet, en is vervolgens bij voorkeur vastgezet aan de buitenrand van de transporteur, waarbij mechanische bevestigingsmiddelen restspanningen in de slijtbestendige materiaalsamenstellen tot een minimum beperken en het slijtbestendige materiaal in de samenstellen scheiden van 15 dynamische spanningen en rekken, die optreden in de transporteur gedurende het centrifugeren.

Onder verwijzing naar fig. 3 is een eerste uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2b vastgezet aan de buitenrand van de transporteurmeenemer 22, bij voorkeur door lassen 38, welk 20 samenstel een schok-absorberende steuntegel 26 bevat, die bij voorkeur is gelast aan de transporteurmeenemer 22, en een slijtbestendig deel 28, dat mechanisch is vastgezet aan de steuntegel 26 door een grendelstaaf 36.

Het slijtbestendige deel is van de transporteurmeenemer gescheiden door de steuntegel en derhalve gescheiden van schokken en trillingen (voor een 25 aanvullende scheiding tegen schokken van het slijtbestendige deel 28 met betrekking tot de transporteurmeenemer, is bij voorkeur een schok-absor-berend vulmiddel, dat werkzaam is als een kussen, aangebracht tussen het slijtbestendige deel en de steuntegel. Het vulmiddel vult lege ruimten, die aanwezig zijn tussen de samenpassende oppervlakken van het slijtbe-30 stendige deel en de steuntegel, welke lege holten noodzakelijker wijze aanwezig zijn, omdat het niet binnen het kader van de uitvinding van machinaal een volkomen vlak oppervlak te verschaffen. Passende vulmiddelen omvatten porseléinmassa's, loodfoelies, enz. Het vulmiddel is niet een onmisbaar deel van de uitvinding, waarbij echter het gebruik van een vul-35 middel gewenst is, omdat dit verder de betrouwbaarheid vergroot van een- 7904014 k * \ 9 trifuges door het verschaffen van een aanvullende scheiding van schokken van de slijtbestendige delen met betrekking tot de transporteurmeenemer.

Tenzij anderszins gesteld, is bij elke uitvoeringsvorm het gebruik inbegrepen van een vulmiddel tussen het slijtbestendige deel en de schok-ab-5 sorberende steuntegel).

Grendelende, complementaire, samenpassende oppervlakken 27 en 29 van de tegel 26 en het slijtbestendige deel 28 voorkomen een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel 28 met betrekking tot de transporteurmeenemer 22 gedurende het centrifugeren. De gren-10 delstaaf 36 is in aanraking met zowel het slijtbestendige deel als de steun- tegel op plaatsen op afstand van de complementaire, samenpassende oppervlakken 27 en 29 en dient als een middel voor het mechanisch verbinden van het slijtbestendige deel aan de steuntegel. De grendelstaaf 36 irekt zich uit voor althans één doorgang in de steuntegel 26, en heeft een in dvarsrichting zich uitstrekkend gedeelte 36b, dat aanligt tegen een naar binnen schuin staand onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel, zodat de staaf 36 zodoende aanvullend werkzaam is als een middel voor het radiaal naar buiten drukken van het slijtbestendige deel met betrekking tot de transporteumaaf (naar boven gezien in fig. 3) totdat de complemen-taire, samenpassende oppervlakken 27 en 29 stevig m aangrijpmg zijn. Het onderste oppervlak 60 staat schuin naar de transporteumaaf omdat het onderste oppervlak 60 zich uitstrekt vanaf het oppervlak Ui voor het verplaatsen van vaste stoffen van het slijtbestendige deel 28.

De schuine gedaante van het onderste oppervlak 60 heeft . . ...

y het radiaal naar buiten bewegen tot gevolg van het slijtbestendige deel, wanneer de grendelstaaf 36 op zijn plaats wordt gericht gedurende het samenstellen van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2h, voor het aangrijpen van de complementaire, samenpassende oppervlakken 27 en 29. Dergelijke schuine oppervlakken en varianten daarvan worden bij vele van de weergegeven uitvoeringsvormen gebruikt voor het tot stand brengen van de aangrijpingvan complementaire, samenpassende oppervlakken van de steunte-gels en de slijtbestendige delen wanneer de slijtbestendige oppervlakte-samenstellen worden geproduceerd (de uitdrukking "schuin oppervlak" en varianten daarvan wordt gebruikt voor het aanduiden van een gedaante, die 35 soortgelijk is, aan die, welke is weergegeven in fig. 3, dat wil zeggen 790 4 0 1 4 10 een oppervlak, dat naar de transporteurnaaf helt omdat het zich uitstrekt in axiale richting met "betrekking tot de transporteur).

De staaf 36 wordt op zijn plaats gehouden door een halsge-deelte 36c, dat zich uit strekt door de doorgang 11+0 in de steuntegel 26, 5 en door een kopgedeelte 36A, dat wordt vervormd tegen de steuntegel nadat de staaf 36 in de doorgang van de steuntegel is geplaatst. Deze constructie is het duidelijkst weergegeven in fig. H. Het drukgedeelte 36b van de grendelstaaf 36 past bij voorkeur tussen het schuin naar binnen staande onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 28 en de steuntegel 26.

10 De kop 3ÖA van de grendelstaaf is een vervormbaar materiaal, zoals staal, en wordt, nadat de grendelstaaf in een doorgang door de steuntegel is gestoken, vervormd tegen de steuntegel 26 voor het in aanraking met het slijtbestendige deel en de steuntegel houden van het drukmiddel van de grendelstaaf.

15 De gedaante van het slijtbestendige deel en van de steun tegel, welke gedaante een grendelende aangrijping verschaft van deze twee delen voor het voorkomen van een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur, wanneer deze draait, is het duidelijkst weergegeven 20 in de fig. 27, 30 en 31. Het slijtbestendige deel 28 heeft een buitenop pervlak U0, dat op afstand ligt van de transporteurnaaf en ten opzichte daarvan radiaal naar buiten is gericht, verder een radiaal zich uitstrek-kend oppervlak Ui voor het verplaatsen van vaste stoffen, welk oppervlak zich in het algemeen naar buiten uitstrekt met betrekking tot de draai-25 hartlijn van de transporteur en in het algemeen is gekeerd naar de afvoer- poort voor vaste stoffen,een eerste achteroppervlak k2 en een tweede ach-teroppervlak U3, via een onder een hoek geplaatst, complementair samenpassend oppervlak 29 verbonden met de verbindingsplaats tussen het oppervlak 29 en een oppervlak b2, welke verbindingsplaats een radiaal naar buiten gerichte, convexe (met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur) tot 55 vormt, en met de verbindingsplaats van het oppervlak 29 en een oppervlak 1+3, welke verbindingsplaats een radiaal naar buiten gerichte, convexe (met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur) tot 1*1* vormt. Het oppervlak M voor het verplaatsen van vaste stoffen kan loodrecht 35 staan op de draaihartlijn van de transporteur, zoals is weergegeven, of onder 7904014 11 een hoek daarop. De schok-absorberende steuntegel 26 heeft een buitenoppervlak 50, eat naar buiten is gekeerd met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur, verder een eerste voorste oppervlak 52 en een tweede voorste oppervlak 51, verbonden met het oppervlak 52 door een onder een 5 hoek geplaatst (met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur) complementaire samenpassend oppervlak 27« De verbindingsplaats van de oppervlakken 51 en 27 vormt een naar binnen gekeerde (met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur) concave top 5Π, waarbij de verbindingsplaats van de oppervlakken 27 en 52 een naar binnen gekeerde (met betrek-10 king tot de draaihartlijn van de transporteur) concave tot 53 vormt.

De toppen HU, 53, 5Π en 55, gevormd door de verbindingsplaats van twee oppervlakken, zijn gebogen lijnen, zoals het duidelijkst is weergegeven in de fig. 30 en 31. De toppen worden aangeduid als concaaf en convex op grond van de gedaante van de lijn, bepaald door de verbindings-15 plaatsen van de oppervlakken. De verbindingsplaats van de oppervlakken 51 en 27 vormt een top 5Π, die gezien in fig. 30 een rand is aan de steuntegel 26, welk rand concaaf is met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur, zodat dus de top 5¼ als "concaaf" wordt aangeduid. De verbindingsplaats van de oppervlakken 52 en 27 vormt de top 53, die, zoals even-20 eens is te zien in fig. 30, een rand is aan de steuntegel 26, welke rand concaaf is met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur, zodat dus de top 53 eveneens wordt aangeduid als "concaaf". De verbindingsplaats van de oppervlakken Π3 en 29 vormt de top HU, waarbij de verbindingsplaats van de oppervlakken 29 en U2 de top 55 vormt, welke tonpen beide randen 25 zijn van het slijtbestendige deel 28, welke randen "convex" zijn met betrekking tot de draaihartlijn van de transporteur, en derhalve ook zodanig worden aangeduid.

Het slijtbestendige deel 28 wordt in aangrijping geperst op de steuntegel 26 door êên van de verschillende mechanische bevestigings-30 middelen volgens de uitvinding, zoals de in de fig. 3 en H weergegeven grendelstaaf 36, waarbij het slijtbestendige deel 28 radiaal naar buiten beweegt met betrekking tot de transporteurnaaf, en het tweede achteropper-vlak U2 daarvan in schuifaanraking is met het eerste voorste oppervlak 52 van de steuntegel. Bij het samenvoegen van het slijtbestendige oppervlakte-35 samenstel kernen wanneer het slijtbestendige deel op zijn plaats is vastge- 790 40 1 4 12 zet, de complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29 in aanraking, waarbij de naar binnen gekeerde concave top 5¾ wordt opgenomen door de naar buiten gekeerde convexe top IA, en de naar buiten gekeerde convexe top 55 wordt opgenomen door de naar binnen gekeerde concave top 53. De 5 hoekstand van de complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29 met de samenpassende toppen H en 5^, die radiaal verder naar binnen zijn geplaatst met betrekking tot de transporteurnaaf dan de samenpassende toppen 53 en 55, voorkomt een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel wanneer de complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29 in stevige 10 aangrijping zijn en de convexe toppen IA en 55 zijn opgenomen door de con cave toppen 5^ en 53. Deze gedaante en varianten daarvan wordt gebruikt bij vele van de weergegeven uitvoeringsvormen. Wanneer de uitdrukking "complementair samenpassende oppervlakken" en varianten daarvan in de beschrijving wordt gebruikt, duidt dit bovendien een gedaante aan, zoals is weergeld geven in fig. 27, waarbij equivalenten van de complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29 en van de samenpassende paren concave en convex toppen 5^> 53 en 55j*A op een soortgelijke wijze zijn gericht voor het voorkomen van een radiale buitenwaartese beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel wanneer de transporteur draait, en voor het 20 gelijktijdig doeltreffend op zijn plaats bevestigen van het slijtbestendige deel ten opzichte van de schok-absorberende steuntegel.

Fig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel2liA, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 26A en 25 het slijtbestendige deel 2ÖA een wigplaat 62 bevat, die op zijn plaats is vastgezet door één of meer schroeven IA, die zich uitstrekken door de doorgang 150 in de steuntegel 26A en met schroefdraad aangrijpend in overeenkomstig van schroefdraad voorziene gaten in de wigplaat 62. De steuntegel 26a is vastgezet aan de buitenrand van de schroeflijnvormige meenemer 22, 30 bij voorkeur door lassen 30. De wigplaat 62 ligt aan tegen het schuine on derste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 28a. Wanneer de schroef *A wordt aangedraaid, drukt deze de wigplaat 62 naar links in fig. 5, waarbij als gevolg van het schuin staan van het oppervlak 60 en van het niet van een verwijzingscijfer voorziene oppervlak van de wigplaat, welk 35 oppervlak verschuifbaar in aanraking is met het oppervlak 60, een beweging 7904014 13 naar links van de wigplaat 62 het slijtbestendige 2ÖA radiaal naar buiten drukt met betrekking tot de transporteumaaf (naar boven gezien in fig. 5)» waarbij de complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29 dus in stevige aangrijping worden geperst. De schroef UU dient als een middel voor het 5 mechanisch vastzetten van het drukmiddel in de vorm van de wigplaat aan de schok-absorberende steuntegel.

Fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2UB, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 10 26b en het slijtbestendige deel 28B, een wigplaat 62A die op zijn plaats is vastgezet door middel van twee pennen 63, die zich vanaf de wigplaat uitstrekken door een doorgang 180 in de steuntegel en zijn vastgelast aan een achteroppervlak daarvan. De steuntegel 26B is vastgezet aan de buitenrand van de schroeflijnvoimige meenemer 22, bij voorkeur door lassen 30. pe wigplaat 62A ligt aan tegen het schuine onderste oppervlak βθ van het slijtbestendige deel 2δΒ. Wanneer de pennen 63 zijn vastgelast aan het achteroppervlak van de steuntegel 2ÖB, wordt nadat de wigplaat 62A met een tussenpassing is getest in de uitsparing, gevormd door het oppervlak 60 van het slijtbestendige deel en door een niet van een verwijzingscijfer 20 voorziene inkeping in de steuntegel, het slijtbestendige deel 28B doel treffend vastgehouden tegen een beweging door de wigwerking van de wigplaat 62A en de aanraking van de complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29. De gedaante van de wigplaat 62A en de gebogen gedaante van de pennen 63, hetgeen het vastlassen vergemakkelijkt van de pennen aan de steuntegel 26b, zijn het duidelijkst weergegeven in fig. 7.

Fig. 8 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2UC, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 26c en het slijtbestendige deel 28C, een wigplaat 62B bevat, die op zijn plaats is vastgezet door een schroef UUA, die met schroefdraad aangrijpt in een van schroefdraad voorzien gat in de wigplaat 62B, en zich uitstrekt door zowel de schok-absorberende steuntegel 26c als de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur. De schok-absorberende steuntegel 26C is vastgezet aan de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur door 35 ...

J lassen 30 en door de drukkracht, die daarop wordt uitgeoefend door de wig- 790 40 1 4

1U

plaat 62B wanneer de schoref H4a wordt aangeschroefd. De complementair samenpassende oppervlakken 27 en 29 zijn aangebracht aan het slijtbesten-dige deel 28C en de schok-absorberende steuntegel 26C voor het voorkomen van een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met 5 betrekking tot de transporteumaaf. De wigplaat 62B past tussen het schuine onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 2ÖC en een schouder 6U, gevormd in de schok-absorberende steuntegel. Gedurende het samenstellen drukt wanneer de schroef Ma in de wigplaat 62B wordt geschroefd, de schuine gedaante van het oppervlak 60 waar dit aanligt tegen de wigplaat 62B, 10 doeltreffend de complementair samenpassende oppervlakken van het slijtbe stendige deel en de schok-absorberende steuntegel tot in stevige aangrij-ping door het vertikaal naar boven drukken van het slijtbestendige deel 28c, gezien in fig. 8. Hoewel bij de in fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm de schok-absorberende steuntegel aan de transporteur is vastgezet door las-15 sen 30, zijn bij een andere uitvoeringsvormen de gaten door de transporteur- meenemer en de schok-absorberende steuntegel voorzien van schroefdraad (naast het gat in de wigplaat 62B), zodat wanneer de schroef kkA het schroefdraad aangrijpt door de transporteurmeenemer 22, de schok-absorberende steuntegel 26c en in de wigplaat 62B, de samenstellende onderdelen 20 van het slijtbestendige samenstel 2kC aan elkaar zijn vastgezet zonder de noodzaak van de aan de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur lassen van de steuntegel.

Fig. 9 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2^D, waarbij de mechanische verbinding voor 25 de schok-absorberende steuntegel 26d en het slijtbestendige deel 28D is verschaft door middel van een zwaluwstaartvormige opneemholte, uitgesneden in de schok-absorberende steuntegel 2ÖD, en een complementair gevormd zwaluwstaartvormig gedeelte van het slijtbestendige deel 28d, dat verschuifbaar daarin is opgenomen. De schok-absorberende steuntegel 26d is vastge-30 zet aan de transporteurmeenemer 22, bij voorkeur door lassen 30. De top, die het radiaal naar buiten liggende gedeelte vormt van de zwaluwstaart-· vormige groef, aangeduid door A in fig. 9, is in hoofdzaak gevormd, zoals is weergegeven in fig. 27 en hiervoor beschreven onder verwijzing naar deze fig. Deze complementair samenpassende oppervlakken van het slijtbe-35 stendige deel en van de schok-absorberende steuntegel, voorkomen doeltreffend 7904014 15 een "beweging van het slijtbestendige deel radiaal naar buiten met betrekking tot de transporteumaaf. Het schuine onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 2ÖD divergeert vanaf het onder een hoek geplaatste complementair samenpassende oppervlak 29 van het slijtbestendige deel in 5 axiale richting weg vanaf het oppervlak 41 voor het verplaatsen van vaste stoffen. Op soortgelijke wijze vormt de onderste schouder, gevormd in de schok-absorberende steuntegel 26d, welke schouder, gezien in fig. 9, het onderste gedeelte vormt van de zwaluwstaartvormige groef, uitgevoerd voor het complementair opnemen van het oppervlak 60 wanneer het slijtbestendige ^ deel door schuiven in de schok-absorberende steuntegel is geplaatst. Deze uitvoering vóórkant het bewegen van het slijtbestendige deel met betrekking tot de steuntegel, radiaal naar binnen naar de transporteumaaf. Het samenvoegen van het zwaluwstaartvormige gedeelte van het slijtbestendige deel 28D met het zwaluwstaartvormige groefgedeelte van de schok-absorberen-15 de steuntegel 2éD wordt bij voorkeur uitgevoerd voordat de steuntegel 26d aan de schroeflijnvormige meenemer wordt gelast van de transporteur.

Fig. 10 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2^E waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 20 2ÖE en het slijtbestendige deel 28e, is verschaft door een vervormbaar ge deelte 25, dat zich uitstrekt vanaf de schok-absorberende steuntegel 26e en tegen het slijtbestendige deel 28E wordt gebogen gedurende het samenstellen voor het radiaal naar buiten drukken van het slijtbestendige deel met betrekking tot de transporteumaaf en het zodoende in stevige aanra-25 king houden van de complementair samenpassende oppervlakken (die in fig.

10 niet zijn voorzien van verwijzingscijfers) van het slijtbestendige deel 28E en de schok-absorberende steuntegel 26e. De steuntegel is bij 119 ondersneden voor het vervormbaarder maken van het gedeelte 25. De schok-absorberende steuntegel 2ÖE is weer vastgezet aan de schroeflijnvormige meene-30 mer 22 van de transporteur, bij voorkeur door lassen 30. Het slijtbesten dige oppervlaktesamenstel is in fig. 10 in de in elkaar gezette toestand weergegeven, waarbij het vervormbaar gedeelte 25 op zijn plaats is gebogen tegen het slijtbestendige deel 28E. De stand van het vervoimbare gedeelte 25 voorafgaande aan het buigen, is met een onderbroken lijn weergegeven.

35 Fig. 11 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbe- 7904014 * 16 stendige oppervlaktesamenstel 2tF, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schók-absorberende steuntegel 26f en het slijtbestendige deel 28F, uitstekende vervormbare middelen 25A bevat, bij voorkeur, hoewel niet noodzakelijkerwijze uitgevoerd als een 5 gedeelte van de steuntegel 26f. De vervormbare middelen 25A strekken zich bij voorkeur uit vanaf een middengebied van de steuntegel 26F en bevinden zich althans gedeeltelijk in een toelopende doorgang 29 door het slijtbestendige deel 28F. De doorgang 29 loopt toe vanaf een grotere diameter bij het oppervlak Ui voor het verplaatsen van vaste stoffen van het slijtbe-^ stendige deel naar een kleinere diameter bij het tussenvlak van de tegel en het deel. Wanneer de vervormbare middelen 25A worden gescheiden, en de gedeelten daarvan tegen de wanden worden gedrukt van de doorgang 29, gaan de uitstekende vervormbare middelen doeltreffend een radiaal buitenwaartse en radiaal binnenwaartse beweging tegen van het slijtbestendige deel met ^ betrekking tot de tegel. Bij deze uitvoeringsvorm zijn geen complementair samenpassende oppervlakken (in de betekenis, waarin deze uitdrukking is bepaald met betrekking tot fig. 27) nodig, waarbij de vervormbare middelen 25A zich bevinden in de doorgang 29 van het slijtbestendige deel doeltreffend de werking uitvoeren van het weerstaan van een radiaal buitenwaartse on ...

beweging van het slijtbestendige deel wanneer de transporteur draait. De schok-absorberende steuntegel 26F is weer vastgezet aan de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur, bij voorkeur via lassen 30. Als een variant behoeft de doorgang 29 zich niet volledig door het slijtbestendige . deel 28F uit te strekken, en kan de doorgang 29 ook zijn uitgevoerd als een 25 ...

' holte met een gesloten bodem. Als een ver-dere variant kan de m fig. 11 weergegeven uitvoering worden omgekeerd. In een dergelijk geval kan de doorgang of de holte zijn voorzien in de Schok-absorberende steuntegel, waarbij een vervormbaar uitstekend gedeelte voor het daarin aanbrengen zich uitstrekt vanaf het slijtbestendige deel.

30 .

Fig.12 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2Uv, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 26v en het slijtbestendige deel 28Veen klinknagel 150 omvat voorzien van een vervormbaar schachtgedeelte 152, en de klinknagelkop zich bevindt in een tegen-35 boring 15^ in het slijtbestendige deel. Gedurende het samenstellen wordt 7904014 17 het vervormbare gedeelte 152 tegen de vanden gedrukt van de doorgang 156 in de schok-absorberende steuntegel 26v voor het in stevige aanraking tegen de steuntegel 26v houden van het sli j tbestendige deel 28v. De doorgang 156 loopt bij voorkeur uit vanaf een kleinere diameter bij het tussenvlak van 5 de tegel en het deel naar een grotere diameter bij het achteroppervlak van de schok-absorberende steuntegel op afstand van het tussenvlak tussen de tegel en het deel. Bij voorkeur vorden tvee vervormbare klinknagel-tegen-boring-doorgang-samenstellinge gebruikt voor het vastzetten van het slijt-bestendige deel aan de schok-absorberende steuntegel voor het voorkomen 10 van het draaien van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel.

De schok-absorberende-steuntegel is vastgezet aan de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur, bij voorkeur via lassen 30. Soortgelijk aan de in fig. 11 weergegeven uitvoeringsvorm, heeft de in fig. 12 weergegeven uitvoeringsvorm geen complementair samenpassende oppervlakken nodig 15 van de soort, beschreven onder verwijzing naar fig. 27, voor het voorkomen van een beweging van het slijtbestendige deel radiaal naar buiten met betrekking tot de transporteumaaf. Een dergelijke beweging wordt voorkomen door het vervormbare schachtgedeelte 152, dat zich bevindt in en in aanraking is met de wanden van de doorgang 156.

20 Fig. 32 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbe stendige oppervlaktesamenstel 2UG, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor de schok-absorberende steuntegel 26g en het slijtbestendige deel 28G, een klinknagel 80 bevat, die is vastgezet aan het slijtbestendige deel 28G, bijvoorbeeld door hard solderen, dat zodanig wordt uitgevoerd, 25 dat het hard solderingsmateriaal zich volledig tussen de klinknagel 80 en het slijtbestendige deel 28g bevindt, zodat corrosieve materialen, die in de centrifuge worden gescheiden, het hard solderingsmateriaal niet kunnen aangrijpen. De klinknagel verbindt het slijtbestendige deel met de schok -absorberende steuntegel dankzij althans een klinknagelschachtgedeelte 81, 30 dat zich bevindt in althans een gedeelte van de doorgang 82 door de steun tegel 26g. Het schachtgedeelte van de klinknagel wordt vervormd, zoals is weergegeven, of gelast tegen de inwendige wanden van de doorgang 82 gedurende de vervaardiging van de slijtbestendige oppervlaktesamenstellen. Ook kunnen plakmiddelen worden gebruikt voor het vastzetten van het schacht-35 gedeelte 81 van de klink-nagel 80 aan de steuntegel 2ÖG, en ook voor het 7904014 18 vast zetten van de klinknagel 80 aan het slijtbestendige deel 28G, waarbij ook het hard solderen kan worden gebruikt. De steuntegel 2ÖG is vastgezet aan de transporteurmeenemer 22, bij voorkeur door lassen 30. Op soortgelijke wijze als bij de in fig. 11 weergegeven uitvoeringsvorm, heeft de in 5 fig. 32 weergegeven uitvoeringsvorm geen complementair samenpassende opper vlakken nodig van de soort, beschreven onder verwijzing naar fig. 27, voor het voorkomen van een beweging van het slijtbestendige deel radiaal naar buiten met betrekking tot de transporteurnaaf. Een dergelijke beweging wordt voorkomen door het schachtgedeelte 81 van de klinknagel 80, welk 10 schacht gedeelte zich bevindt in en in aanraking is met de wanden van de doorgang 82, en door de klinknagelkop, die zich bevindt in een tegenboring, gevormd in het slijtbestendige deel 26G. Als een variant behoeft bovendien de doorgang 82 zich niet volledig door de schok-absorberende steuntegel 26g uit te strekken, en kan de doorgang 82 ook zijn uitgevoerd als een 15 holte met een gesloten bodem.

Fig. 13 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 24h, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 2βΗ en het slijtbestendige deel 28H, een vervormbare metalen huls 84 omvat, 20 die zich bevindt in zowel een bij voorkeur toelopende doorgang 82 voor de steuntegel 2ÖH, als een bij voorkeur toelopende doorgang 83 door het slijtbestendige deel 28H. De produktie van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 24h wordt tot stand gebracht door het aanbrengen van de huls 84 in de doorgangen 82 en 83 nadat het slijtbestendige deel 28ü zodanig op de steun-25 tegel 26h is geplaatst, dat de twee doorgangen bij het tussenvlak tussen de tegel en het deel in lijn liggen, waarna de huls 84 wordt uitgezet tegen de wanden van de doorgangen 82 en 83 door een geschikt handbedienings- of machinewerktuig. De doorgangen 82 en 83 lopen bij voorkeur elk toe vanaf een bredere mond bij de oppervlakken van de steuntegel en het slijtbesten-30 dige deel, welke oppervlakken op afstand liggen van de verbindingsplaats van de steuntegel met het slijtbestendige deel, naar een smallere toeloop, waar het slijtbestendige deel en de steuntegel tegen elkaar liggen. Op soortgelijke wijze als bij de in fig. 12 weergegeven uitvoeringsvorm, heeft de in fig. 13 weergegeven uitvoeringsvorm geen complementair samenpassende 35 oppervlakken nodig van de soort, beschreven onder verwijzing naar fig. 27, » 7904014 19 voor het voorkomen van een heveging van het slijtbestendige deel naar buiten met betrekking tot de transporteurnaaf. Een dergelijke beweging wordt voorkomen door de aanwezigheid van de huls 8¾ in en in aanraking met de wanden van de bij voorkeur toelopende doorgangen 82 en 83. Als een variant 5 kan bovendien een van de of beide doorgangen 82 en Qb zijn uitgevoerd als holten met een gesloten houder, waarbij in plaats van de huls 8k een massieve stop,vastgezet in de holten door een plakmiddel, daarvoor in de plaats kan worden gesteld.

Fig. 1h toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbe-stendige oppervlaktesamenstel 2hl, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor de schok-absorberende steuntegel 26l en het slijtbestendige deel 28l een naar beneden zich uitstrekkend lipgedeelte 90 omvat van de steuntegel 26l. Het verbindingsmiddel omvat ook een vervormbaar gedeelte 25» dat zich uitstrekt vanaf de schok-absorberende steuntegel 26l en dat gedu-^ renden het in elkaar zetten wordt gebogen tegen het slijtbestendige deel 28I voor het radiaal naar buiten drukken daarvan met betrekking tot de transporteurnaaf en het zodoende in stevige aanraking houden van het slijtbestendige deel en de schok-absorberende steuntegel. Tussen het slijtbestendige deel 281 en de schok-absorberende steuntegel 261 is een hulpinzet-stuk 92 geplaatst, bij voorkeur gevormd uit roestvrijstaal, dat past m de top kb en het slijtbestendige deel opvangt wanneer dit tegen de lip 90 wordt gedrukt wanneer het tegelgedeelte 25 wordt vervormd tegen het schuine onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel. De schok-absorberende steuntegel 26l is bijvoorbeeld gevormd uit een ononderbroken, roestvrij-^ stalen extrusie, die is gewalst, en dan vastgezet aan de transporteurmeene- mer 22 door lassen 30.

Wanneer het bij de in fig. ih weergegeven uitvoeringsvorm gewenst is een versleten of gescheurd slijtbestendig deel te vervangen, wordt het slijtbestendige deel gebroken en dan verwijderd tussen de lip 90 en het vervormbare gedeelte 25 uit. Het vervormbare gedeelte 25 wordt dan open gebogen door het naar beneden buigen van het gedeelte 25 in fig. ih, waarna een nieuw slijtbestendig deel wordt aangebracht samen met een nieuw hulpinzetstuk 92 totdat de top van het hulpinzetstuk in aanraking is met de lip 90, waarna het vervormbare gedeelte 25 tegen het schuine 35 onder-ste oppervlak 60 wordt gebogen. Bij deze uitvoeringsvormen zijn de • 7904014 20 complementair samenpassende oppervlakken van de in fig. 27 weergegeven soort, niet aangebracht waarbij het door persend passen van de lip 90 in de top van het inzetstuk 92 voldoende is voor het voorkomen van een radiale buitenwaarte beweging van het slijtbestendige deel 28l met betrekking tot 5 de transporteumaaf wanneer de transporteur draait. Indien het slijtbesten dige deel is gevormd uit een voldoende pletbaar materiaal, kan als een variant het vervormbare gedeelte 25 zijn vervaardigd als een verlenging van het slijtbestendige deel, waarbij het vervormbare gedeelte wordt gebogen tegen de schok-absorberende steuntegel gedurende het samenstellen van 10 het tegeldeel-samenstel voor het op zijn plaats vastzetten van het slijt bestendige deel.

Fig.«15 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2hJ, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het met elkaar verbinden van de schok-absorberende steuntegel 2éJ 15 en het slijtbestendige deel 28J, is versch-aft door een van harde oppervlak ken voorziene klinknagel 9^» bij voorkeur met een verzonken kopgedeelte 9^A,dat zich bevindt in een verzonken doorgang 160 door het slijtbestendige deel 28J, en met een schachtgedeelte 9^B, dat zich bevindt in een doorgang 162 door de steuntegel 26j, waarbij de klinknagel 9^ is vastgelast aan de ΛΛ steuntegel 26J. De verzonken uitvoering van de kop van de klinknagel 9^ en de bijbehorende verzonken doorgang 16Ο door het slijtbestendige deel 28J dienen voor het op zijn plaats houden van het slijtbestendige deel . wanneer de klinknagel aan de steuntegel is vastgelast. Bij voorkeur worden twee klinknagels gebruikt voor het voorkomen van het draaien van het slijt-bestendige deel. De steuntegel is weer vastgezet aan de transporteurmee-nemer 22, bij voorkeur door lassen 30. Als variant kan de doorgang 160 of de doorgang 162 zijn uitgevoerd als een holte met een gesloten bodem, waarbij de klinknagel 91* zich uitstrekt door de andere doorgang tot in de holte. De klinknagel kan ook worden vastgezet door plakmiddelen of de holte kan

QQ

zijn voorzien van schroefdraad en een plaatschroef m de plaat worden gesteld van de klinknagel.

Fig. 16 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2UK, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel ^ 2éK en het slijtbestendige deel 28K, een wigplaat é2K omvat, die op zijn 7904014 21 plaats is vastgezet door het lassen daarvan aan een schouder, gevormd in de steuntegel 26K. Het slijtbestendige deel 28K heeft een schuin onderste oppervlak 6o, dat aanligt tegen de wi'gplaat 62K. Wanneer de wigplaat 62K is aangebracht en op zijn plaats vastgelast, voorkomen de complementair 5 samenpassende oppervlakken van het slijtbestendige deel 2δΚ en de steun tegel 2éK doelmatig een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de transporteumaaf wanneer de transporteur draait. De schok-absorberende steuntegel 2éK is weer vastgezet aan de transporteurmeenemer 22, bij voorkeur door lassen 30.

10 Fig. 17 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbe- stendige oppervlaktesamenstel 2kL, waarbij het mechanische verbindingsmiddel tussen de schok-absorberende steuntegel 26L en het slijtbestendige deel 28L een van harde oppervlakken voorziene klinknagel 9^L bevat, gepast in een tegengeboorde doorgang 16U in het slijtbestendige deel 28L, welke 15 klinknagel 9¾ zich daardoorheen uitstrekt tot in een doorgang 166 door de schok-absorberende steuntegel 26L. De klinknagel is rondom voorzien van een ringvormige verdieping 95, waarin een gedeelte van de schok -absorberende steuntegel 26L door zadelsmeden is aangebracht voor het aan elkaar vastzetten van de samenstellende onderdelen van het slijtbestendige 20 oppervlaktesamenstel 2Ul. Het in zadels smeden voor het in de ringvormige ring 95 persen van het materiaal van de schok-absorberende steuntegel produceert de verdieping 96 in het achteroppervlak van de schok-absorberende steuntegel 26l>. De schok-absorberende steuntegel is vastgezet aan de transporteurmeenemer 22, bij voorkeur via lassen 30. De van harde oppervlak-^5 ken vooziene klinknagel 9^L die zich althans gedeeltelijk in de tegenge boorde doorgang 16U bevindt door het slijtbestendige deel 28L en op zijn plaats in de doorgang 166 in de steuntegel is vastgezet door het in zadels smeden, verschaft een middel voor het doeltreffend voorkomen van een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot 3° de transporteumaaf wanneer de transporteur draait. De gedaante van de schok-absorberende steuntegel 26L na het in zadels smeden, is weergegeven in fig. 29.

Fig. 18 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2bM, waarbij het mechanische verbindingsmid-35 del voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 26m 7904014 22 en het slijtbestendige deel 28M, een zachte, bij voorkeur roestvrijstalen staaf 196 omvat, die in een zwaluwstaartvormige holte 1U0 is samengeperst, welke holte is gevormd in het slijtbestendige deel 2ÖM, waarbij de staaf dan wordt samengeperst in een doorgang 1^2 door de steuntegel 26M. De door-15 gang 1^2 loopt bij voorkeur toe vanaf een bredere mond bij het oppervlak van de steuntegel 26m op afstand van het slijtbestendige deel 28M naar een smalle mond bij de verbindingsplaats van de steuntegel en het slijtbestendige deel. De zwaluwstaartvormige holte 1^0 in het slijtbestendige deel 28M en de toelopende doorgang 1U2 in de schok-absorberende steuntegel zijn ΙΟ bij voorkeur elk langwerpig in de dwarsrichting (loodrecht op het papier van de tekening), zodat de zachte staaf naast het voorkomen van een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de transporteumaaf wanneer de transporteur draait, het draaien voorkomt van het slijtbestendige deel (rond de staaf) met betrekking tot de schok-absor-15 berende steuntegel. De schok-absorberende steuntegel 26m is bij voorkeur vastgezet aan de schroeflijnvormige meeneraer 22 van de transporteur via lassen 30.

Fig. 19 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2tN, waarbij het mechanische verbindingsmid-20 del tussen de schok-absorberende steuntegel 2ÖN en het slijtbestendige deel 28N is verschaft door een zachte draad 98, die in zadels is gevormd in een zwaluwstaartvormige groef 100, gevormd in de schok-absorberende steuntegel, waarbij de zachte draad 98 aanligt tegen het schuine onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 2δΝ. Wanneer de draad 98 in za-25 dels op zijn plaats wordt gelast tegen het schuine onderste oppervlak βθ, wordt het slijtbestendige deel 28N radiaal naar buiten gedrukt met betrekking tot de transporteumaaf (naar boven in fig. 19), totdat de complementair samenpassende oppervlakken van het slijtbestendige deel en de schok -absorberende steuntegel, welke oppervlakken niet zijn voorzien van ver-30 wijzingscijfer, aangrijpen. Aangrijping van deze oppervlakken voorkomt een verdere radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de schok-absorberende steuntegel wanneer de centrifuge-transporteur draait. De schok-absorberende steuntegel 26n is bij voorkeur vastgezet aan de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur via oc ....

lassen 30. Bij deze uitvoeringsvorm heeft de zachte draad althans een 790 40 1 4 23 gedeelte, dat vervormbaar is en wordt gebroken tegen de tegel of bet slijt-bestendige deel of tegen beide voor het op zijn plaats houden van de draad. De zachte draad is werkzaam als een middel voor het drukken van de niet van een vervij zings cijfer voorziene, complemetair samenpassende oppervlakken 5 tot in aangrijping, en is in aanraking met zowel de tegel als het slijt- bestendige deel. Als variant kan de zachte draad als drukmiddel mechanisch zijn vastgezet aan de tegel of het slijtbestendige deel. Een voorkeuruit-voering van de draad 98 i voordat deze is vervormd, is met een onderbroken lijn weergegeven.

10 Fig. 20 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijt bestendige oppervlaktesamenstel 2UP, waarbij het mechanische verbindingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 26P en het slijtbestendige deel 2δΡ, een vastklemdeel 102 omvat, dat aanligt tegen het schuine onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 28P, en zich uitstrekt door een doorgang in de schok-absorberende steuntegel 26P naar het achteroppervlak daarvan, waar het vastklemdeel 102 is vastgezet aan de schok-absorberende steuntegel 26P, bij voorkeur via lassen 10U. Wanneer het vastklemdeel 102 op zijn plaats tegen het schuine onderste oppervlak 60 aanliggen van het slijtvaste deel 28P wordt vastgezet, wordt het slijtbestendige deel radiaal naar buiten gedrukt met betrekking tot de transporteumaaf, totdat de complementair samenpassende oppervlakken van het slijtvaste deel en de schok-absorberende steuntegel elkaar aangrijpen. Wanneer dir plaats vindt, wordt een verdere beweging 25 van het slijtvaste deel radiaal naar buiten met betrekking tot de trans porteumaaf uitgesloten,waarbij bovendien het' aan-liggen van het vastklemdeel 102 tegen het schuine onderste oppervlak 60 een beweging van het slijtvaste deel 28P voorkomt met betrekking tot de schok-absorberende steuntegel 26P. De schok-absorberende steuntegel is vastgezet aan de 30 schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur, bij voorkeur via las sen 30.

Fig. 21 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2UQ, waarbij het mechanische verbindingsmiddel tussen de schok-absorberende steuntegel 2ÓQ en het slijtvaste deel 28Q., een tussenplaatdeel 106 omvat, bij voorkeur gevormd uit een betrekkelijk 35 zacht schok-absorberend materiaal, op zijn plaats vastgezet door een schroef 7904014 2k 108, geschroef in de plaat 106 door een tegengeboord gat 110 in de schok -absorberende steuntegel 26Q. Het tussenplaatdeel 10é en het slijtbestendi-ge deel 28Q hebben complemetair samenpassende oppervlakken, die bij aan-grijping de radiale buitenwaartse beweging voorkomen van het slijtbesten-5 dige deel 28Q met betrekking tot de transporteumaaf wanneer de transporteur draait. Het schuine onderste oppervlak 60 van het slijtbestendige deel 28Q is opgenomen door een hellende schouder 112, gevormd in de schok-absorbe-rende steuntegel. De schouder 112, het complementair samenpassende opper-vlaktegedeelte van het plaatdeel 106 en het eerste voorste oppervlak 52 1Q van de schok-absorberende steuntegel 26q, vormen samen een zwaluwstaart vormige groef, waarin een zwaluwstaartvormig verlengd gedeelte van het slijtvaste deel 28Q aanwezig is. Het schuine onderste oppervlak 60 en de hellende schouder zijn complementair samenpassende oppervlakken, en zijn beide zodanig onder een hoek geplaatst, dat de twee oppervlakken dichter 15 bij de transporteumaaf van de centrifuge liggen op een plaats verder vanaf het oppervlak 41 voor het verplaatsen van vaste stoffen van het slijtbestendige deel dan bij de verbinding van het onderste qopervlak 60 met het oppervlak k'\ voor het verplaatsen van vaste stoffen. Met deze uitvoering weerstaan het schuine onderste oppervlak 60 en de hellede schouder 112 20 bij aangrijping doeltreffende een radiale binnenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel. De schok-absorberende steuntegel 2ÖQ is bij voorkeur vastgezet aan de schroeflijnvormige meene-mer 22 van de transporteur via lassen 30.

Fig. 22 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbe-25 stendige oppervlaktesamenstel 2i+R, waarbij het mechanische verbindingsmid del voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 2ÖR en het slijtbestendige deel 28R, wordt gevormd door een uitstekend zwaluwstaartvoraig gedeelte 11Ur van het slijtbestendige deel 28R, welk gedeelte zich uitstrekt vanaf een middengebied van het slijtbestendige 30 deel 28R in de richting weg vanaf het radiaal zich uitstrekkende oppervlak ^1R voor het verplaatsen van vaste stoffen. Deze zwaluwstaartvormige verlenging past in een zwaluwstaartvormige groef 116, gevormd in de schok -absorberende steuntegel 2ÖR. De schok-absorberende steuntegel 26R is bij voorkeur vastgezet aan de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transpor-35 teur via lassen 30. Wanneer een centrifuge, waarbij gebruik wordt gemaakt 790 4 0 1 4 25 van de in fig. 22 weergegeven uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel, in elkaar wordt gezet, worden de schok-absorberende steuntegels zodanig geplaatst, dat de zwaluwstaartvormige groeven 116 van naburige schok-absorberende steuntegels in lijn liggen. Wanneer de schok -5 absorberende steuntegels 26r op deze wijze zijn geplaatst, worden de slijt- bestendige delen 28R daarin gepast door het schuiven van een aantal slijt-bestendige delen 28R in de schroeflijnvormig zich uitstrekkende, zwaluv-staartvormige groef, gevormd door de afzonderlijke zwaluwstaartvormige groeven 116 in de afzonderlijke schok-absorberende steuntegels, die zijn IQ gemonteerd aan de buitenrand van de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur. De laatste steuntegel, aangebracht in de groef, moet daarin worden vastgehouden door passende middelen, die een dwarsbeweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de bijbehorende steuntegel voorkomen. Een passend middel is de in de fig. 23 en 2k weergegeven en hierna 15 beschreven constructie.

Als een andere manier voor het samenstellen van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel volgensfig. 22, worden de afzonderlijke slijtbestendige delen eerst in de zwaluwstaartvormige groeven geplaatst in de bijbehorende, afzonderlijke, schok-absorberende steuntegels, waarna 20 ^ # .» de afzonderlijke steuntegels met een of een aantal tegelijk worden vastge- last aan de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur.

Een variait van de in fig. 22 weergegeven uitvoeringsvorm is verschaft wanneer een zwaluwstaartvormige groef voor het direkt opnemen van de zwaluwstaartvormige verleningen 11UR van slijtbestendige delen 28R, 25 is gevormd in de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur. Dit heft de noodzaak op voor de schok-absorberende steuntegel 26r.

De fig. 23 en 2k tonen een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2^S, waarbij het mechanische verbin-30 dingsmiddel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steun tegel 2ÓS en het slijtbestendige deel 28S, is verschaft door een vervormbare kram 118, die bij voorkeur volledig rond de steuntegel 26S past, maar in ieder geval althans gedeeltelijk deze tegel omgeeft, en gedeelten 118S heeft, die kunnen worden vervormd tegen het slijtbestendige deel 28S. De 35 vervormbare gedeelten 118S van de kram 118 passen in een rechthoekige uit snijding 120 in het slijtbestendige deel 28S, en houden het slijtbestendige 790 4 0 1 4 26 deel doeltreffend vast tegen een beweging weg vanaf de schok-absorberende steuntegel. De schok-absorberende steuntegel 26S is bevestigd aan de schroeflijnvormige meenemer van de transporteur, bij voorkeur via lassen 30. Hoewel niet weergegeven is bij een andere uitvoeringsvorm de stand 5 van de kram 118 omgekeerd, waarbij de gedeelten 118s zijn vervormd tegen de schok-absorberende steuntegel, en het hoofdruggegraatgedeelte 118' van de kram 118 aanligt tegen het ‘slijtbestendige deel, in plaats van tegen de schok-absorberende steuntegel, zoals is weergegeven inde fig. 23 en 2k.

Fig. 25 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijt-10 bestendige oppervlaktesamenstel 2^T, waarbij het mechanische verbindings middel voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 26t en het slijtbestendige deel 28T, een tweevoudig zwaluwstaartvormig in-zetstuk 122 omvat, dat zich verschuifbaar bevindt in tegenover elkaar liggende zwaluwstaart vormige groeven 12k en 126, gevormd in de schok-absor-15 berende steuntegel 26T en het slijtbestendige deel 28T. De schok-absorberen de steuntegel 26t is vastgezet aan de. schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur, bij voorkeur via lassen 30. Het tweevoudig zwaluwstaartvormige inzetstuk 122 heeft complementair samenpassende oppervlakken, uitgevoerd voor een nauwsluitende schuifpassing met de zwaluwstaartvormige 20 groeven 12h en 126 voor het tegengaan van een radiaal buitenwaartse be weging van het slijtvaste deel 28T met betrekking tot de schok-absorberende steuntegel 26T. Een dwarsbeweging van het slijtvaste deel 28T en het inzetstuk 122 wordt voorkomen door naburige, bij voorkeur aanliggende, slijtbestendige delen en naburige, bij voorkeur aanliggende, tweevoudig zwaluw-25 staartvormige inzet stukken, samenhangende met een aantal schok-absorberende steuntegeüs, vastgezet rond het radiale einde van de schroeflijnvormige meenemer 22 van de transporteur.

Fig. 26 toont een andere uitvoeringsvorm van het slijtbestendige oppervlaktesamenstel 2kU, waarbij het mechanische verbindingsmid-30 del voor het aan elkaar vastzetten van de schok-absorberende steuntegel 2öU en het slijtbestendige deel 28ü, een inzetstuk 128 omvat, dat een zwaluwstaartvormig gedeelte 130 heeft, dat verschuifbaar aanwezig is in de zwaluwstaartvormige groef 126 in het slijtbestendige deel 28U, en een schachtgedeelte 132 met een verzonken kop, aanwezig in een verzonken, zwa-35 luwstaartvormige opening naar een doorgang 13^ door de schok-absorberende 7904014

Claims

20 Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
1. Centrifuge voor het scheiden van een vaste stof-vloei- stofmengsel, gekenmerkt door een draaibare schaal voor het opnemen en scheiden van het mengsel, door een schroeftransporteur in de schaal, welke schroef-transporteur met betrekking tot de schaal volgens een gemeenschappelijke hartlijn daarmee draaibaar is voor het bewegen van gescheiden vaste stof-30 fen in de schaal in het algemeen in de richting van de hartlijn gedurende het draaien van de transporteurf door motormiddelen voor het met verschillende snelheden draaien van de schaal en de transporteur, en door slijtbestendige oppervlaktesamenstellen,verbonden met de transporteur bij een radiaal buitenoppervlak, waarbij elk samenstel een schok-absorberende 35 steuntegel omvat, vastgezet aan de transporteur, en een slijtbestendig 790 4 0 1 4 deel, dat mechanisch is vastgezet aan de tegel en zodoende is gescheiden van de transporteur.
2. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tegel en het slijtbestendige deel complementair samenpassende oppervlak-5 ken hebben, uitgevoerd voor het tegengaan van een radiale buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel, waarbij verder mechanische verbindingsmiddelen aanwezig zijn in aanraking met het slijtbestendige deel en de tegel op afstand van de samenpassende oppervlakken daarvan voor het tot in stevige aangrijping van deze samenpassende oppervlakken van het slijtbestendige deel en de tegel.
3. Centrifuge volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drukmiddelen door persen zijn gepast tussen een gedeelte van het slijtbestendige deel en het gedeelte van de tegel. 1*. Centrifuge volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drukmiddelen een vervormbaar gedeelte hebben, dat tegen de tegel is gebogen en de drukmiddelen in aanraking houdt met het slijtbestendige deel en de tegel.
5. Centrifuge volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 (ie drukmiddelen een vervormbaar gedeelte hebben, dat tegen het slijtbe stendige deel is gebogen en de drukmiddelen in aanraking houdt met het slijtbestendige deel en de tegel.
6. Centrifuge volgens conclusie 2, gekenmerkt door middelen voor het mechanisch vast zetten van de drukmiddelen aan de tegel.
7. Centrifuge volgens conclusie 2, gekenmerkt door midde« len voor het mechanisch vastzetten van de drukmiddelen aan het slijtbe-bestendige deel.
8. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tegel en het slijtbestendige deel complementair samenpassende opper- 30 vlakken hebben, uitgevoerd voor het tegengaan van een radiale buitenwaart se beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel, die een vervormbaar gedeelte bevat, dat is gebogen tegen het slijtbestendige deel en de complementair samenpassende oppervlakken van het slijtbestendige deel en de tegel in stevige aanraking houdt.
9. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 35 het slijtbestendige deel een opneemholte heeft, waarbij de tegel een 7904014 uitstekend gedeelte heeft» dat zich althans gedeeltelijk in de opneemhol-te bevindt, en de radiaal buitenwaartse beweging weerstaat van het slijt-bestendige deel met betrekking tot de tegel.
10. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 5 de tegel een opneemholte heeft, waarbij het slijtbestendige deel een uit stekend gedeelte heeft, dat zich althsn gedeeltelijk in de opneemholte bevindt en een radiaal buitenwaartse beweging weerstaat van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel.
11. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat IQ het slijtbestendige deel en de tegel elk een doorgang hebben, waarbij ver der middelen aanwezig zijn, die zich in althans een gedeelte van de doorgang van de tegel bevinden en in althans een gedeelte van de doorgang van het slijtbestendige deel voor het tegengaan van een radiaal buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel.
12. Centrifuge volgens conclusie t, met het kenmerk, dat het slijtbestendige deel en de tegel elk een holte daarin hebben, waarbij middelene aanwezig zijn die zich in althans een gedeelte van de tegelhol-te en in althans een gedeelte vande holte in het slijtbestendige deel bevinden voor het tegengaan van een radiaal buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel.
13. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het slijtbestendige deel een doorgang heeft, waarbij de tegel daarin een^ holte heeft, en middelen aanwezig zijn, die zich bevinden in althans een gedeelte van de doorgang in het slijtbestendige deel en in althans een ge-25 deelte van de tegelholte voor het tegengaan van een radiaal buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel. 1U. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het slijtbestendige deel een holte daarin heeft, waarbij de tegel een door-30 gang heeft en middelen aanwezig zijn, die zich bevinden in althans een ge deelte van de holte van het slijtbestendige deel en in althans een gedeelte van de tegeldoorgang voor het tegengaan van een radiaal buitenwaartse beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel; 15.Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tegel en het slijtbestendige deel complementair samenpassende oppervlakken 35 hebben, uitgevoerd voor het tegengaan van een radiaal binnenwaartse 7904014 "beweging van het slijtbestendige deel met betrekking tot de tegel, waarbij middelen aanwezig zijn in aanraking met het slijtbestendige deel en de tegel op afstand van de samenpassende' oppervlakken voor het in stevige aangrijping drukken van deze samenpassende oppervlakken van het slijtbe-5 stendige deel en de tegel.
16. Centrifuge volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen, die zich althans gedeeltelijk rond de tegel en het slijtbestendige deel uitstrekken voor het aan de tegel vastzetten van het slijtbestendige deel. 10 17· Centrifuge voor het scheiden van een vaste stof-vloei- stofmengsel, gekenmerkt door een draaibare schaal voor het opnemen en scheiden van het mengsel, door een schroeftransporteur in de schaad., welke transporteur met betrekking tot de schaal volgens een gemeenschappelijke hartlijn daarmee draaibaar is voor het bewegen van gescheiden vaste stof-15 fen in de schaal in het algemeen inde richting van de hartlijn gedurende het draaien van de transporteur, .die is voorzien van een schroeflijnvormige groef bij de buitenrand daarvan, welke groef een zwaluwstaartvormige gedaante heeft, die bij de bodem daarvan breder is dan bij de bovenkant, door motormiddelen voor het draaien van de schaal en de transporteur met 20 verschillende snelheden, en door een aantal slijtbestendige delen, voor zien van zwaluwstaartvormige uitsteeksels die complemetair passen in de zwaluwstaartvormige schroeflijnvormige groef van de transporteur voor het vormen van een slijtbestendige rand, die zich op afstand van de transporteur uitstrekt.
18. Centrifuge voor het scheiden van een vaste stof-vloei- stofmengsel, gekenmerkt door een draaibare schaal voor het opnemen en scheiden van het mengsel, door een schroeftransporteur in de schaal, welke transporteur met betrekking tot de schaal draaibaar is volgens de gemeenschappelijke hartlijn daarmee voor het bewegen van gescheiden vaste stof-30 fen in de schaal in hoofdzaak in de richting van de hartlijn gedurende het draaien van de transporteur, door motormiddelen voor het met verschillende snelheden aandrijven van de schaal en de transporteur, door slijtvaste oppervlaktesamenstellen, verbonden met de transporteur bij een radiaal buitenoppervlak daarvan, waarbij elke samenstel een schok-absorbe-35 rende steuntegel bevat, vastgezet aan de transporteur, én een slijtbe- 7904014 * ί stendig deel» en door plakmiddelen voor het vastzetten van het slijthe-stendige deel aan de tegel op een plaats bij de buitenrand van de transporteur.
19. Centrifuge in hoofdzaak zoals in de beschrijving 5 beschreven en in de tekening weergegeven. 7904014