NL7902898A - Uitrijdbare tribune. - Google Patents

Uitrijdbare tribune. Download PDF

Info

Publication number
NL7902898A
NL7902898A NL7902898A NL7902898A NL7902898A NL 7902898 A NL7902898 A NL 7902898A NL 7902898 A NL7902898 A NL 7902898A NL 7902898 A NL7902898 A NL 7902898A NL 7902898 A NL7902898 A NL 7902898A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
row
rollers
rows
grandstand
support
Prior art date
Application number
NL7902898A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nijha Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nijha Nv filed Critical Nijha Nv
Priority to NL7902898A priority Critical patent/NL7902898A/nl
Priority to DE19803013529 priority patent/DE3013529A1/de
Publication of NL7902898A publication Critical patent/NL7902898A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H3/00Buildings or groups of buildings for public or similar purposes; Institutions, e.g. infirmaries or prisons
    • E04H3/10Buildings or groups of buildings for public or similar purposes; Institutions, e.g. infirmaries or prisons for meetings, entertainments, or sports
    • E04H3/12Tribunes, grandstands or terraces for spectators
    • E04H3/123Telescopic grandstands

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chairs For Special Purposes, Such As Reclining Chairs (AREA)

Description

* Λ da/m/i 12.856 - 1 -
" "Tr ' I
; ! • liijha η.7. te Lochem.
j Uitrijdbare tribune.
De uitvinding heeft betrekking op een uitrijdbare tribune met een aantal rijen, die op verende wielstellen steunen, waarbij elke rij een dragende bok heeft met een staander, een zich naar voren uitstrekkende bovenligger 5 en een zich naar voren uitstrekkende benedenligger.
Uitrijdbare tribunes van het bovenaangegeven type zijn in verschillende vormen in de praktijk bekend.
Het is gewenst, dat dergelijke tribunes aan een aantal voorwaarden voldoen.
10 De eerste hiervan is, dat zij een niet te hoge speci fieke belasting van de vloer mogen geven, omdat deze veelal, in het bijzonder bij sporthallen, van een betrekkelijk zacht materiaal is vervaardigd. Hierdoor zijn de veerge-stellen van belang, waarbij uiteraard het gebruikelijk is, 15 dat de veerstijfheid van deze gestellen zodanig is, dat bij ; het uitrijden, wanneer de tribune onbelast is, de wielstellen op de wielen steunen, maar dat bij invering door de belasting draagstempels op de vloer komen en de belasting boven degene die optreedt op het ogenblik dat deze stempels 20 met de grond in aanraking komen, opnemen.
: Bekende uitrijdbare tribunes met dergelijke wielstellen i | hebben in het algemeen aan de voorzijde en aan de achterzijde van een bok een wielgestel. Daardoor.is de stabiliteit, zov/el in de ingereden toestand als gedurende het uitrijden 25 betrekkelijk gering, omdat elke bok uitsluitend verend is afgesteund.
— Verder kan bij een der^elijke constructie, wanneer deze 7902898 V \ - 2 - uitgereden is en de tribunes belast gaan worden, ongelijke in- zakking van de ene rij ten opzichte van die van de andere rij optreden, waardoor delen ten opzichte van elkaar bewegen met het gevaar dat men zich erin kan klemmen en dergelijke.Boven-·
5 dien zijn dergelijke tribunes in onbelaste toestand per rij I
nogal wiebelig en lawaaiig, vooral als de draagstempels de vloer treffen vanaf een hoogte, die met een belangrijk deel ; | van de mogelijke invering overeenstemt. Dit is minder gewenst, nog afgezien van de mogelijkheden dat het publiek een derge- I 10 lijke rij, voor die volledig op de vloer rust, in een schom-j melende beweging kan trekken. Maar ook afgezien hiervan is het ongewenst, dat bij het betreden van de tribune door het ; publiek de ene rij kan veren ten opzichte van de andere.
Een verdere moeilijkheid is het verkrijgen van een vol-15 doende gelijkmatige belasting van eventuele aangedreven wielen om daarmede de tribune in en uit te rijden.
De uitvinding beoogt een uitrijdbare tribune te verschaffen, die zowel in ingereden toestand als gedurende het uitrijden als in uitgereden toestand stabiler is, waarbij de ver-20 schillende rijen weinig hoogteverschil in afhankelijkheid van de belastingstoestand kunnen vertonen en waarbij, wanneer aangedreven wielen voor het uitrijden worden aangebracht, deze een betrekkelijk gelijkmatige belasting kunnen hebben.
De bovengenoemde doeleinden worden volgens de uitvinding 25 bereikt doordat de wielgestellen de staanders steunen en dat ; voor de ondersteuning van de benedenliggers, deze beneden-liggers van alle bokken, behalve die van de eerste rij, door een dragende verbinding gekoppeld zijn met de bijbehorende benedenligger van de aan hem voorafgaande rij. Doordat bij 30 de uitvinding de vooreinden van de benedenliggers een dragende verbinding met de benedenliggers van de voorafgaande rij hebben steunen zij via de benedenliggers van die voorafgaande rij op de staanders van die voorafgaande rij, waardoor de verschillende rijen dezelfde hoogte innemen bij 35 verschillende inveringen van de wielgestellen.
_ Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding wordt 790 2 8 98 > 4 - 3 - ^^————^— I "" ·Τ I j ;erin voorzien dat de eerste rij aan zijn voorzijde afsteunt i ] ï jop vaste steunwièlen. Deze maatregel zorgt voor een goede •afsteuning van de eerste rij in de volledig ingeschoven toestand van de tribune, waardoor alle bokken via de genoemde 5 ; dragende verbindingen op deze niet verend aangebrachte steun-:wielen afsteunen, hetgeen het geheel zeer stabiel maakt, de mogelijkheid geeft van een stabile vlakke wand, die uit de ;verschillende, dat boven elkaar gelegen tribunedelen is opgedouwd en bovendien een voldoende belasting van de steunwielen 10 ;waarborgt om hen de aandrijvende kracht te laten overbrengen om de tribune uit te rijden. Daarbij wordt erop gewezen, dat bij het begin van het uitrijden alle rijen op de laatste na meegenomen moeten worden en dus een grote kracht moet worden uitgeoefend hetgeen ook bereikt wordt, omdat dan een gedeelte 15 van alle bokken op deze steunwielen steunt. Wanneer al een aantal rijen is uitgereden neemt de gewichtsbelasting van· de steunv/ielen weliswaar af, maar is ook het aantal rijen, dat nog meegevoerd moet worden, kleiner.
De bovenliggers van een tribune zijn in het algemeen 20 de draagorganen van de eigenlijke tribunedelen, zoals de zit-of staanplaatsen. Deze bovenliggers zullen, wanneer het publiek erop Icomt, enigszins doorbuigen en om deze door-buiging te beperken, een lichtere constructie mogelijk te maken en ook in de door het publiek belaste toestand van de 25 tribune een goede verdeling en afleiding naar de vloer van de krachten mogelijk te maken wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien dat de bovenligger van elke rij behalve de eerste rij door middel van een normaal niet belaste overbrenging gekoppeld is met de 30 staander van de voorafgaande rij. De ervaring heeft geleerd, dat hier een geringe speling voldoende is om de overbrenging de krachten direkt te laten plaatsvinden op de staander van de voorafgaande bok, zonder dat in onbelaste toestand onnodige wrijving optreedt. j_n 35 Om erin te voorzien, dat/de ingereden toestand de be- 7902898 5 Λ - 4- lasting door de voorzijde van de bokken direkt op de eerste rij wordt overgedragen wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien dat de eerste rij draagrollen heeft, waarop in de ingereden toestand de benedenliggers 5 van de andere rijen steunen. Hierdoor steunen de voorzijden van alle bokken behalve die van de eerste rij direkt op de steunwielen zonder dat daarvoor de overbrenging door middel van de dragende verbindingen tussen de benedenliggers nodig zijn. Bij het uitrijden komen de desbetreffende belastingen 10 dan één voor één op de voorafgaande bok te rusten, tot de tribune geheel is uitgereden.
Een verder voordeel van de uitvinding is, dat eventuele! oneffenheden van de vloer nauwelijks aanleiding kunnen geven tot onderlinge hoogteverschillen van de opeenvolgende rijen.] 15 Bij toepassing van de uitvinding steunen de bokken ! enerzijds op verende wielstellen en anderzijds aan hun voor-j zijde op liggers van voorafgaande rijen die weer hetzij op i een verend wielgestel, hetzij op de daaraan voorafgaande j ligger steunen, waardoor de mogelijkheid van kanteling van j 20 een bok om een vertikaal vlak door de in- en uitrijrichting * beperkt is. j
De voorspanning van de wielgestellen kan bij toepassing! van de uitvinding zodanig gekozen worden, dat in de uitgereden toestand de veergestellen net- aan invering toe zijn. Ook 3 25 dit verhoogt de stabiliteit. Dan kan de dimensionering van de veergestellen zodanig zijn, dat in uitgereden, doch lege toestand van de tribune net de voorspanning is bereikt, i zodat reeds bij betrekkelijk weinig publiek de wielgestellen met hun stempels op de vloer steunen. ! 30 De bovenstaande en andere bijzonderheden van de uit- * vinding zullen worden toe gelicht aan de hand van de tekening', waarin fig. 1 een schematisch zijaanzicht is van de tribune in gedeeltelijk uitgereden toestand; 35 fig. 2 schematisch een bovenaanzicht van een zijkant v^an de tribune volgens fig. 1 in de stand van fig. 1 toont, 7902898 - 5 - ♦ * ! waarbij de bovenliggers met zit- en staanplaatsen zijn weg- j | gelaten; ! ! fig. 3 op grotere schaal een henedenaanzicht van een I dragende verbinding toont; 5- fig. 4 een doorsnede over de lijn IT-17 van fig. 3 ; toont; • fig. 5 schematisch de belasting in ingereden toestand toont; en I fig. 6 dient ter toelichting van een bij de uitvinding 10*toepast vergrendelingsstelsel.
In fig. 1 en 2 is schematisch een tribune weergegeven met een viertal rijen. Eli: van de rijen rust aan één zijde :op een wielgestel, dat met 1 is aangeduid voor de eerste rij .en alleen zichtbaar is in fig. 2 en met 2, 3 en 4 voor 15 respectievelijk de tweede, derde en vierde rij.
Elk van de wielgestellen draagt een staander aangeduid met 11, 21, 51 resp. 41, waarbij het eerste cijfer van de .referentie wijst op de rij waarbij de staander hoort.
|[ niet de staanders zijn benedenliggers 12, 22, 32, resp.
20 42 verbonden, waarvan de liggers van de derde en vierde rij dus 32 en 42 aan hun einde een terugspringing 33 resp. 43 hebben.
niet de benedenliggers van de tweede en derde rij zijn door middel van draaipennen 25 resp. 35 grendels 26 resp. 36 25 verbonden, die rollen 27 resp. 37 dragen, die op de aan hen voorafgaande benedenliggers dus 32 resp. 42 lopen. Deze loopvlakken van de benedenliggers eindigen bij cfe naar beneden gerichte terugspringing 33 resp. 43.
üet de staanders 11, 21, 31 resp. 41 zijn bovenliggers 30 ;19> 29, 39 resp. 49 verbonden. De liggers 29, 39, en 49 hebben de vorm van een omgekeerde U en vormen geleidingen voor rollen-110. 210 resp. 310, die gedragen worden door .._ uX6 vertxkale assen/met de bijbehorende staanders 11, 21 resp. 31 zijn verbonden. Deze rollen 110, 210 en 310 zijn met een 35 geringe speling vrij van de bovenvlakken van de ligger 29, 3-9-, resp. 49, waar zij in lopen.
790 2 8 98 é -6 - j De benedenliggers 22, 32 en 42, dus alle benedenliggers jbehalve die van de eerste rij dragen een schuin naar achteren gericht steunorgaan 211, 311» 411, die aan hun uiteinden een ver-jtikale flens 212,312 resp. 412 dragen, waar een as door steekt, 5 !die aan weerszijden een looprol 213, 313 resp. 413 draagt. *
In fig. 3 en 4 is het steunorgaan 211 nader toegelicht. ]
In het benedenaanzicht van fig. 3 is zichtbaar, dat door, jmiddel van een boet 214 het steunorgaan 211 bevestigd is aan j jde benedenligger 22. De benedenligger 22 heeft, evenals de an--10 'dere benedenliggers 12, 32 en 42 aan zijn bovenzijde een koker-jbalk 215 voor een voldoende stijfheid, aan welke kokerbalk aan: de benedenzijde over iets minder dan 90° omgebogen flenzen 216 ;zijn bevestigd. Deze omgebogen einden 217 liggen vast op een yulstuk 218, terwijl zich binnen de door de flenzen 216 besloten 15 ruimte eveneens een vulstuk 219 bevindt met daarop een moer 22.
i
Het losse einde van het draagorgaan 211 draagt, zoals reeds is vermeld, een vertikale flens 212. Deze flens draagt een as 220 voor de rollen 213, die, zoals in het bijzonder uit fig. 4 blijkt, een enigszins afgeronde tapse vorm hebben,.
20 die in hoofdzaak is aangepast aan de stand van de draagvlakken 317 van de flenzen 316. Verder hebben deze rollen een vlakke uitstulping 221, die met een geringe speling tegenover de binnenzijde van de flenzen 316 ligt en als geleiding dienst kan doen. De draagorganen, zoals 211 hebben, behalve een i 25 gewichtsoverbrengende taak ook de functie, dat zij als aan- slagorgaan dienst doen om te verhinderen dat de uitrijdbare | rijen uit de tribune worden gereden.
De benedenligger 12 van de eerste rij is dragend verbonden met een gestel 121, dat door middel van niet verende 30 steunwielen 122 op de vloer draagt.
j De belasting van de tot dusver beschreven tribune is nader toegelicht aan de hand van fig. 5, waarin met een onderbroken lijn en pijlen de belastingen zijn aangeduid.
j In principe worden de krachten, die door de van de « 35 staanders afgelegen einden van de benedenliggers 12, 22, 32 jen 42 worden uitgeoefend, overgebracht door de draagorganen Γ211, 311 en 411 op het steunwiel 122.
7902898 _ 7_ ïeneinde deze krachtsoverbrenging te verbeteren is, ] zoals meer in het bijzonder in fig. 3 en 4 zichtbaar is een drietal draagrollen 123, 124 en 125 aangebracht, waarop de benedenliggers 22, 32 resp. 42 kunnen rusten. Deze rollen 5 123, 124 en 125 zijn vast verbonden met het met de eerste rij verbonden draaggestel 121.
In de ingereden toestand is bijgevolg de krachtenver-j deling zodanig, dat enerzijds aan de zijde van de staanders I de wielgestellen met hun wielen op de grond afsteunen en ! 10 i anderzijds de benedenliggers via de rollen 123, 124 en 125 ! door middel van het wiel 122 op de grond steunen. Hierdoor ; | komt in ce praktijk ongeveer een derde van de gewichtsbe- | lasting van de ingeschoven tribune op het steunwiel 122, , . hetgeen een voldoende normale druk betekent om bij aandrijving ï 15 : van het wiel de eerste, tweede en derde rij gezamenlijk te i laten uitrijden. j •anneer het uitrijden begint zal eerst de ligger 42 van de bijbehorende rol 125 aflopen, waarna het draagorgaan 411 de op het einde van deze ligger werkende gewichtsbelasting i : 20 door middel van de rollen 413 overbrengt op de ligger 32.
Daardoor wordt een gedeelte van het door de ligger 42 aan zijn uiteinde uitgeoefende vertikale kracht via de ligger ; I 32 overgebracht op de staander 31 en vandaar op het vloer- ' ] gestel 3, terwijl, in afhankelijkheid van de mate waarin 25 | uitgereden is ook een gedeelte van dit gewicht via de rol j 124 direkt wordt overgedragen op het steunwiel 122.
) De bovenliggers 29, 39 en 49 zijn zodanig gedimensioneerd, I dat zij bij een onbelaste tribune geen vertikale krachten I overbrengen op de bijbehorende rollen 110, 210 en 310 en 30 bijgevolg op de staanders 11, 21 en 31.
Deze gewichtsverdeling wordt in principe gedurende het : gehele uitrijden van de tribune gehandhaafd, waarbij gaandeweg een verschuiving van het door het steunwiel 122 gedragen gewicht plaats heeft naa?de wielgestellen 2 en 3. Deze zijn 35 } zodanig gedimensioneerd, dat zij daarbij hun voorspanning t « 7902898 _ 8_ niet overschrijden, met andere woorden in de uitgangsstand en vrij van de vloer blijven.
Door hun gewichtsbelasting hebben de verschillende rijen de neiging linksom te kantelen, hetgeen opgevangen 5 wordt, hetzij door de steunrollen 123» 124 en 125 in het begin en later bij het uitrijden door de draagorganen 211, 311 en 411, waarbij dus de staanders geen gelegenheid krijgen te kantelen. Dit betekent dat de wielgestellen 2, 3 en 4 geen stijfheid behoeven te hebben tegen kanteling in het 10 vlak van tekening in fig. 1, hetgeen de constructies van deze wielgestellen aanmerkelijk kan vereenvoudigen.·
Wanneer de tribune is uitgereden en belast wordt worden! de bovenliggers 19, 29, 39 en 49 door het publiek belast. j Daarbij wordt enerzijds de kracht overgebracht op de staander 15 waarmede de desbetreffende ligger verbonden is en anderzijds] geven deze liggers iets mee, waardoor de krachten kunnen j worden overgebracht via de rollen 110, 210 en 310 op de staanders van de voorafgaande rijen, terwijl de linkerzijde i in fig. 1 van de eerste rij uiteraard direkt blijft afsteunen 20 op hetsteunwiel 122. ;
Doordat de speling tussen een rol, zoals 210 en een ] s bovenligger, zoals 39 zeer beperkt gekozen kan worden zal j ook weinig beweging door verschillende gewichtsbelasting , van de ene rij ten opzichte van de andere kunnen voorkomen. ' 25 Bovendien zal, wanneer één rij zwaar belast wordt en de andere slechts in geringe mate er toch weinig vertikaal bewegingsverschil zijn tussen deze rij en de andere, omdat ] hij zijn eigen staander naar beneden drukt tot zijn eigen ! wielgestel volledig op de vloer rust, waarbij de er boven 30 gelegen rij slechts een geringe belasting nodig heeft om -j via de bijbehorende rol zoals 310 mee naar beraden te bewegen:, terwijl de zwaar belaste rij zelf via de onder hem aange- j brachte rol, zoals 210 de staander van de voorafgaande rij j laat inveren. Dit beperkt in hoge mate het lawaai dat kan op- 35 treden,als het publiek de tribune vult-en de draagstempels _op de vloer stuiten.
_ Het resultaat ia een Trnmhinfl.ti.fi van een aantal vcc-rdelen; 790 2 8 98 _ 9- -?V' f ’ * Λ» f in de geheel ingereden toestand rusten alle rijen aan hun van de staanders afgekeerde zijde op het steunwiel 22, dat niet verend is opgesteld. Dit betekent een stabiel geheel, waardoor het mogelijk is dat de voorwand van de tribune, 5 die gevormd wordt door opeenvolgende zitsecties 126, 226, 326 resp. 426 vlak en stabiel is. Bij het uitrijden is een voldoende gewicht werkzaam op het steunwiel 122, om dit te kunnen aandrijven met als gevolg dat de eerste, tweede en derde rij meegenomen kunnen worden, zonder dat dit wiel 10 slipt. Gedurende het uitrijden heeft een geleidelijke verdeling van de gewichrsbelasting plaats van het steunwiel 122 naar de wielgestellen 2 en 3, waarbij deze gemakkelijk zodanig gedimensioneerd kunnen zijn dat hun voorspanning j voldoende is deze belasting op te vangen, wanneer nu het j } 15 publiek de tribune belast zal deze spoedig met de beneden- j zijde van de verende wielgestellen 2, 3 en 4 op de vloer « rusten, terwijl bij een ongelijkmatige aanbrenging van deze ‘ belasting weinig ongelijke vertikale bewegingen mogelijk j zijn, die bij bestaande tribunes tot onaangename zaken, i 20 zoals het vastklemmen van lichaamsdelen of kleren kunnen ; ΐ leiden. j
Sen verder voordeel is, dat, naar de ervaring geleerd ; heeft, een zeer goede onderlinge geleiding van de verschil- j i lende rijen verkregen kan worden, met andere woorden dat de -25 tribune "goed spoort".
In het bovenstaande is aangenomen, dat het uitschuiver ; van de tribune in die opeenvolging plaats heeft, dat eerst j de rijen 1, 2 en 3 gezamenlijk uitschuiven, tot zij de stand! bereikt hebben waarin de derde rij moet achterblijven, dat ! s 30 vervolgens de eerste en tweede rij gezamenlijk uitschuiven, j tot zij de stand bereikt hebben waarin de tweede rij moet | achterblijven en dat tenslotte de eerste rij verder kan j uitschuiven tot in zijn eindstand. Bij het inschuiven is er \ vanuit gegaan, dat eerst de eerste rij alleen beweegt, tot { 35 hij de stand bereikt heeft waarin de tweede rij ook naar j 7902898
_ 1CL
binnen zou moeten bewegen waarna deze eerste en tweede rij i gezamenlijk: naar binnen bewegen, tot de stand bereikt is j waarin ook de derde rij naar binnen moet bewegen en deze rij] met de eerste en tweede rij gezamenlijk verder gaat tot deze 5 drie rijen de eindstand bereikt hebben.
Een dergelijke opeenvolging van het uitrijden en inrijden van de tribune kan op eenvoudige wijze bereikt worden met het in fig. 6 nader toegelichte grendelstelsel.
In deze figuur is de grendel 26 en de met hem samen-10 werkende constructiedelen op grotere schaal, weergegeven. . .
Deze grendel kan draaien om een draaipunt 25 en draagt aan ! i zijn einde de rol 27. ]
Een met de eerste rij verbonden draagbalk 127 draagt ]
door middel van een bout 128 een beugel 129, die een vaste j 15 grendelpen 130 draagt. Deze pen is bijgevolg vast met de I
i eerste rij verbonden. In fig. 6 is de rol 27 in de uitspa- \ i ring 38 gevallen van de benedenligger 32. Het draagorgaan ! j 311 komt met het uiteinde van de daaraan bevestigde verti- ; kale flens 312 in aanraking met de staander 21, zodat de | 20 tweede rij iets verder naar links kan bewegen. !
Wanneer uitgaande van de stand van fig. 6 een uitrij-beweging plaats heeft is, omdat de rol 27 in de uitsparing 38 is gevallen de grendelpen 130 vrij van de uitsparing 262 ! in het bovenvlak van de grendel 26, zodat verder uitschuiven* 25 mogelijk is. In de kort daaraan voorafgaande stand liep de | rol 27 van de benedenligger 32, waardoor de grendel 130 in de uitsparing 262 valt, zodat dan de ; benedenligger 32 en de bijbehorende derde rij vast gekoppeld; is met de eerste rij. Bij terugbeweging, dus het inrijden, 50 zal de pen 130 in aanraking komen met het oplocpvlak 261 j van de grendel 26, daardoor deze grendel om het draaipunt 25* laten zwenken tot de rol 27 uit de uitsparing 38 is gelicht,; waarna de rol 27 over het bovenoppervlak van de ligger 32 kan lopen. De aangegeven grendels zorgen er voor, dat bij 55 het uitrijden eerst de eerste, tweede en derde rij volledig 790 2 8 98 -11- :met elkaar zijn gekoppeld, tot de rol 37 in de uitsparing 43 | jvalt, waarna de derde rij ontkoppeld wordt van de pen 130,niet. terug kan bewegen omdat de rol 37 in de uitsparing 48 ligt en .niet verder kan bewegen omdat het uiteinde van de flens 412 5 :dit in samenwerking met een niet getekende aanslag dan wel de staander 31 verhindert. Een zelfde procedure herhaalt zich voor ;de grendel 26, die nadat hy in werking is getreden de eerste 'en de tweede rij van elkaar los koppelt waarna de eerste rij alleen nog door beweegt tot de eindstand bereikt is. Bij het | 10 weer inschuiven zal de grendelpen 130 eerst in aanraking komen met het oploopvlak van de grendel 26 en daarbij de rol 27 oplichten zodat dan de tweede rij naar de ingeschoven stand toe kan bewegen, waarbij wanneer deze rij gelijk gekomen is met de derde rij de grendelpen 130 samenwerkt met het oploopvlak van 15 de grendel 36, zodat dan de eerste, tweede en derde rij gezamenlijk naar binnen bewegen.
Se in het bijzonder in fig. 4 weergegeven doorsnede van de benedenliggers 22, met een kokerbalk 215 j 315 enzovoorts en de beide flenzen 216 met hun schuin staande benedenflenzen 20 217 heeft, in kombinatie met de vorm van de rollen 213 het voordeel van niet alleen een goede sporing, maar ook van een automatische stofverwijdering. Sr kan zich namelijk in een dergelijk gevormde ligger nauwelijks een stofnest handhaven op de hellende vlakken, in het bijzonder wanneer de rollen 25 erover lopen waarbij automatisch afvoer plaats heeft naar de centrale 3pleet tussen de ombuigingen zoals 317 van de flenzen 316. De beschreven constructie is voldoende stijf en betrekkelijk goedkoop te vervaardigen.
De rollen, zoals 213? zijn bij voorkeur, maar niet noodza-30 kelijk, van kunststof, bijvoorbeeld nijlon en hebben licht bollende tapse loopvlakken en aan hun buitenzijde een vlak voor geleiding in de bijbehorende benedenligger.
Hoewel in het bovenstaande een uitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven is, zal hst duidelijk zijn, dat daarop 35 veie variaties mogelijk zijn, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
7902898

Claims (8)

1. Uitrijdbare tribune met een aantal rijen, die op j | verende wielstellen steunen, waarbij elke rij een dragende ! bok heeft met een staander, een zich naar voren uitstrekkende | bovenligger en een zich naar voren uitstrekkende beneden-5 | ligger, met het kenmerk, dat de wielgestellen de staanders ; ! steunen en dat voor de ondersteuning van de benedenliggers ! deze benederiLiggers van alle bokken, behalve die van de eerste f ] rij, door een dragende verbinding gekoppeld zijn met de | bijbehorende benedenligger van de aan hem voorafgaande rij. 10
; 2. Uitrijdbare tribune volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste rij aan zijn voorzijde afsteunt op : vaste steunrollen.
3. Uitrijdbare tribune volgens conclusie 1 of 2, met | het kenmerk, dat de bovenligger van elke rij behalve de 15 ' eerste rij door middel van een normaal niet belaste over-. brenging gekoppeld is met staander van de voorafgaande rij.
4. Uitrijdbare tribune volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de dragende verbindingen worden gevormd door een vast met de ene benedenligger ver-20 ' bonden steunorgaan, dat aan zijn einde één of meer rollen : draagt, die^een baan van de andere benedenligger, waartussen: i . de desbetreffende dragende verbinding werkzaam is, lopen.
5. Uitrijdbare tribune volgens conclusie 4, met het ; kenmerk, dat het steunorgaan aan zijn einde een vertikale 25 1 flens heeft, ter weerszijden waarvan een rol is aangebracht, i
6. Uitrijdbare tribune volgens conclusie 5* met het ; kenmerk, dat de baan een benedenoppervlak heeft met een ‘ langssleuf, waar de flens doorheen steekt.
7. Uitrijdbare tribune volgens conclusie 6, met het 30 kenmerk, dat het benedenvlak van de baan naar de sleuf toe afhelt en dat de rollen taps of hol taps zijn.
8. Uitrijdbare tribune volgens één of meer van de iconclusies 4-7, met het kenmerk, dat de baan een zodanige I hoogte heeft, dat de rol of rollen in een vertikale richting 35 ;"ër met een kleine speling in passen. 790 2 8 9 8 - 15-__ ! 9. üitrijdbare tribune volgens één of meer van de I voorafgaande conclusies, met biet kenmerk, dat de bovenliggers i geleidingen hebben voor aan de staanders van de aan hen il ' voorafgaande bokken bevestigde rollen. 5 . 10. üitrijdbare tribune volgens conclusies 9, met het - kenmerk, dat de as van de rollen vertikaal is en dat de ;bovenzijde van de rollen met een kleine speling beneden het ; horizontaal vlak van de desbetreffende geleiding ligt. , 11. üitrijdbare tribune volgens één of meer van de 10 lvoorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het midden van de wielgestellen vóór de staander, die zij dragen, ligt. 12. üitrijdbare tribune volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wielgestellen weinig stijfheid hebben tegen kanteling van de met hen ver- 15 bonden staander. 13. Üitrijdbare tribune volgens één of meer van de conclusies 2-12, met het kenmerk, dat de eerste rij draag-rollen heeft, vvaarop in de ingereden toestand de beneden-liggers van de andere rijen steunen. 20 14. üitrijdbare tribune volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, gekenmerkt door een grendelstelsel, dat is ingericht bij het uitrijden eerste alle rijen op de laatste na te laten uitrijden tot de één na laatste volledig .is uitgereden, vervolgens de overige rijen gezamenlijk uit 25 te laten rijden, tot de twee na laatste volledig is uitgereden en zo vervolgens tot alle rijen zijn uitgereden. 15. Üitrijdbare tribune volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn om eerst de eerste rij volledig te laten inrijden, vervolgens de eerste en de 30 tweede gezamenlijk enzovoorts, tot tenslotte alle rijen op ide laatste na gezamenlijk ingereden ?/orden. 16. üitrijdbare tribune volgens één of meer van de conclusies 4 t/m 15» met het kenmerk, dat het steunorgaan is ingericht samen te werken met de andere ligger ter beperking van het uitrijden. 7902898
NL7902898A 1979-04-12 1979-04-12 Uitrijdbare tribune. NL7902898A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902898A NL7902898A (nl) 1979-04-12 1979-04-12 Uitrijdbare tribune.
DE19803013529 DE3013529A1 (de) 1979-04-12 1980-04-08 Schiebetribuene

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902898A NL7902898A (nl) 1979-04-12 1979-04-12 Uitrijdbare tribune.
NL7902898 1979-04-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7902898A true NL7902898A (nl) 1980-10-14

Family

ID=19832978

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7902898A NL7902898A (nl) 1979-04-12 1979-04-12 Uitrijdbare tribune.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3013529A1 (nl)
NL (1) NL7902898A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2498236B1 (fr) * 1981-01-19 1986-09-19 Sarrazin Ensemble tribune a gradins telescopiques a usage de salles de spectacles ou de terrains de sport
JPH0427962Y2 (nl) * 1988-03-02 1992-07-06
FR2959262A1 (fr) * 2010-04-22 2011-10-28 Rocco Compagnone Gradins telescopiques a pente variable

Also Published As

Publication number Publication date
DE3013529A1 (de) 1980-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4934113A (en) Portable stage with telescopic stage sections
US5641082A (en) Pull-out shelf support systems
US5160153A (en) Barrow having high and low positioned wheels
JP6367955B2 (ja) 引出し用の引出しガイド機構
US2706835A (en) Retractable bleacher assemblage
US5683155A (en) Hidden track file storage system
NL7902898A (nl) Uitrijdbare tribune.
US3450446A (en) Heavy-duty chassis track
US2818267A (en) Nesting hand truck
US4909000A (en) Folding grandstand
US2921643A (en) Retractable step structure
US3834724A (en) Nestable car order cart
NL8502638A (nl) Trap.
US7337583B1 (en) Extendable deck for seating system
NL7902899A (nl) Uitrijdbare tribune.
US2459275A (en) Hand truck with stair climbing shoe
US3810674A (en) Chair aggregates
US2578440A (en) Utility cart
US3047304A (en) Cart support
US3541968A (en) Service car for tiered poultry cages
US2933322A (en) Hand trucks
EP0624327B1 (en) Improvements relating to pull-out shelf support systems
US2868556A (en) Movable load carrying platform for nesting cart
JPS6312091Y2 (nl)
NL1008246C2 (nl) Trolley voor een golftas.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed