NL7902326A - Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild. Download PDF

Info

Publication number
NL7902326A
NL7902326A NL7902326A NL7902326A NL7902326A NL 7902326 A NL7902326 A NL 7902326A NL 7902326 A NL7902326 A NL 7902326A NL 7902326 A NL7902326 A NL 7902326A NL 7902326 A NL7902326 A NL 7902326A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shield
formwork
concrete
tunnel
rings
Prior art date
Application number
NL7902326A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Locher & Cie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Locher & Cie filed Critical Locher & Cie
Priority to NL7902326A priority Critical patent/NL7902326A/nl
Publication of NL7902326A publication Critical patent/NL7902326A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21DSHAFTS; TUNNELS; GALLERIES; LARGE UNDERGROUND CHAMBERS
    • E21D9/00Tunnels or galleries, with or without linings; Methods or apparatus for making thereof; Layout of tunnels or galleries
    • E21D9/06Making by using a driving shield, i.e. advanced by pushing means bearing against the already placed lining
    • E21D9/0635Tail sealing means, e.g. used as end shuttering
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21DSHAFTS; TUNNELS; GALLERIES; LARGE UNDERGROUND CHAMBERS
    • E21D11/00Lining tunnels, galleries or other underground cavities, e.g. large underground chambers; Linings therefor; Making such linings in situ, e.g. by assembling
    • E21D11/04Lining with building materials
    • E21D11/10Lining with building materials with concrete cast in situ; Shuttering also lost shutterings, e.g. made of blocks, of metal plates or other equipment adapted therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21DSHAFTS; TUNNELS; GALLERIES; LARGE UNDERGROUND CHAMBERS
    • E21D9/00Tunnels or galleries, with or without linings; Methods or apparatus for making thereof; Layout of tunnels or galleries
    • E21D9/06Making by using a driving shield, i.e. advanced by pushing means bearing against the already placed lining
    • E21D9/0607Making by using a driving shield, i.e. advanced by pushing means bearing against the already placed lining the shield being provided with devices for lining the tunnel, e.g. shuttering

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Lining And Supports For Tunnels (AREA)

Description

79.3173/Ke/MvC
*
Aanvraagster s LOCHER & CIE te Zürich, Zwitserland.
Titel j Inrichting en werkwijze voor ondergronds houwen met verplaatsing van een schild.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting om ondergronds te houwen, met een tunnelschild bestaande uit een snijkant, een schildmantel en een achterstuk, en een daarop aansluitende bekisting voor de betonnen bekleding.
5 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze om ondergronds te bouwen met verplaatsing van een schild en met inbouwen van een tunnelbekleding uit beton direct achter het schild.
Bouwwerken ondergronds, in open steengangen en tunnels, in gesteente dat niet stabiel is, worden dikwijls tot stand gebracht 10 met toepassing van een schild dat bestaat uit een cilindervormige buis, en waardoor het gesteente wordt gesteund dat op het uitgegraven gebied staat en waardoor er instorting van de tunnel wordt voorkomen. Yoor zover nodig wordt ook het tunnelfront beveiligd met schildvormige platen. Tijdens de voortgang van de graafarbeid wordt het tunnelschild 15 verplaatst. Daarachter moet het tunnelprofiel direct met een binnenwerk worden gesteund. Dit binnenwerk bestaat veelal uit gebogen platen, zogenaamde sehachtringen, bijv. uit gietijzer of uit gewapend beton, die gecombineerd worden tot dragende ringen. Door achteraf de holle ruimten tussen de sehachtringen en het gesteente op te vullen kan de 20 druk van het gesteente overgedragen worden op deze sehachtringen.
Dergelijke tevoren vervaardigde sehachtringen zijn duur in fabricage, en het transport en de plaatsing zijn arbeidsintensief. Bij de uit gewapend "beton vervaardigde sehachtringen bedraagt de extra wapening die nodig is voor de transportsterkte en die vereist 25 is voor het opnemen van de dwars spanningen uit de vijzeldruk voor de verplaatsing, dikwijls meer dan 50% van devapening in zijn geheel.
Ook is gebleken dat tunnelwanden die bekleed zijn met sehachtringen nog vervormingen kunnen ondergaan onder invloed van de ongelijkmatige 7902326 f * 2 ebrok van het gesteente.
Om deze reden werd reeds eerder voorgesteld om in plaats van de schachtringeri gestort beton toe te passen, dat onmiddellijk achter het schild wordt ingebracht.
5 Deze werkmethode is echter tot nu toe slechts inci denteel toegepast, en alleen bij het bouwen van tunnels met kleine middellijn. Daarbij vond tijdens de fase van het aanbrengen van het beton steeds een onderbreking plaats bij 'de graaf- en verplaatsings-werkzaamheden, wat in technisch en organisatorisch opzicht ongewenst is. 10 De uitvinding beoogt nu een inrichting en een werk wijze van de hierboven genoemde soort te verschaffen waarbij deze nadelen ondervangen zijn. In het bijzonder moet het mogelijk zijn om, ondanks het feit dat de bekleding in etappes wordt ingebouwd, het schild continu te verplaatsen, zodat aan het tunnelfront de werkzaam-15 heden niet periodiek behoeven te worden onderbroken. Verder dient met de uüvinding te worden bereikt dat de wapening meestal helemaal achterwege kan blijven, maar minstens belangrijk gereduceerd kan worden.
Dit geschiedt bij de inrichting volgens de uitvinding zo,: dat het achterstuk van het schild bestaat uit een deel dat vast 20 met de mantel van het schild is verbonden, en een ten opzichte daarvan beweegbaar deel, en dat dit beweegbare deel vanaf het achterstuk van het schild onderverdeeld is in meerdere lamellen die afzonderlijk in de. mantel naar voren kunnen worden getrokken, en dat de bekisting voorzien van meerdere, uit gebogen bekistingselementen bestaande be-25 kistingsringen.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de bekistingsringen voorzien van ringvormige ribben en langs-ribben, zodat in de gerede betonnen bekleding een netwerk ontstaat van ringvormige en in lengterichting lopende kerven. Door deze kerven 30 wordt het gewelf van de tunnelbekleding onderverdeeld in afzonderlijke blokken. De kerven vormen verzwakkingsvoegen tussen deze blokken.
Onder invloed van de druk van het gesteente en de daaruit ontstane vervormingen kunnen langs deze kerven scheuren ontstaan die gunstig zijn voor de aanpassing van de bekleding aan het zich vervormende 35 gesteente, omdat de afzonderlijke blokken, die door de zetscheuren van elkaar gescheiden zijn, ten opzichte van elkaar enigszins schar- 780 23 26 4 4 3 nierend beweegbaar worden, op dezelfde wijze als bij een "bekleding uit afzonderlijke gewelfstenen. Daardoor kan in de meeste gevallen een wapening van het gewelf helemaal achterwege blijven of minstens sterk worden gereduceerd, omdat in deze "blokken praktisch geen buig-5 belasting optreedt.
De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat bij een in hoofdzaak continu voortgaande venpLaatsing van het schild in etappes betonnen ringen uit de gestort beton achter het schild worden ingebracht, dat daartoe een uit meerdere gebogen be-10 kistingselementen bestaande bekistingsring per segment achter het schild wordt gemonteerd en met de aangrenzende bekistingsring wordt verbonden, en dat het beton per segment van de vloer via de zijden afwisselend links enirechts steeds hoger tot aan de top van de boog ingebracht wordt tussen de bekistingsring en een ten opzichte van 15 het schild beweegbaar aangebracht deel van het achterstuk van het schild dat bestaat uit lamellen, waarbij tijdens het aanbrengen van het beton van een element de daarbij behorende lamel van het beweegbare deel van het achterstuk in het schild naar voren wordt getrokken, zodat het beton in contact komt met. het gesteente vaa de tunnelwand.
20 Omdat het beton niet mag instorten in de holle ruimte die achterblijft bij het voortdurend verder lopende vaste deel van het achterstuk van het schild, wordi de verplaatsing van het beweegbare deel van het achterstuk ter plaatse van het uithardende beton onderbroken.
25 Zonder het beweegbare deel van het achterstuk van het schild zou het nauwelijks mogelijk zijn om de hele holte volledig op te vullen. Men zou wel kunnen proberen om deze holte vaa het achterstuk van het schild achteraf op te vullen met injectiemateriaal. Zelfs onder hoge persdruk zou het echter nauwëLijks gelukken om tussen het 30 gesteente en het betonnen gewelf op zodanige wijze een veilige ondersteuning te creëren dat er geen delen voor het beton in het injectiemateriaal zouden kunnen vallen, waardoor de verse betonstructuur zou worden verzwakt. Bij storingen in de verplaatsing zou bovendien het injectiemateriaal kunnen verharden en het achterstuk van het schild 35 klem kunnen zetten, maar minstens bij hervatting van de verplaatsing de nu geïsoleerde leemte aan het achterstuk van het schild niet meer 790 2 3 26
Jb ί 4 \ op tijd .kunnen bereiken.
Deze bezwaren worden ondervangen door de werkwijze volgens de uitvinding, omdat het beweegbare achterstuk van het schild tijdens de ononderbroken voorwaartse gang van het schild ten opzichte 5 van de grond stilstaat en pas bij het storten van het beton over de lengte van de etappe in het schild naar voren wordt getrokken, om daarna weer onbeweeglijk stil te blijven staan ten opzichte va de grond.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 10 hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.
Fig. 1 toont een langs do or snede door een tunnelbouw-inrichting die wordt toegepast voor het bouwen van een tunnel in los gesteente;
Fig. 2 is een doorsnede volgens de pijlen II-IX in 15 Fig. 1?
Fig. 3 is een doorsnede volgens de pijlen III-III in
Fig. 2;
Fig. 4 is een doorsnede door het achterstuk van het schild, op grotere schaal; 20 Fig. 5 tot 7 tonen, in de vorm van een doorsnede door de inrichting, drie verschillende fasen van het werk;
Fig. 8 toont perspectivisch een afzonderlijk bekledings- element;
Fig. 9 is een doorsnede door een hydraulische koppeling 25 voor het verbinden van twee bekistingselementen waarbij de koppeling getekend is vd<5r het spannen;
Fig. 10 toont de koppeling uit Fig. 9 in ingebrachte toestand;
Fig. 11 toont de koppeling uit Fig. 9 in gespannen 30 toestand, aangepast aan een tussen de bekistingselementen aangebrachte compensatiering;
Fig. 12 is een doorsnede door het stempel van de front- bekisting;
Fig. 13 is een vooraanzicht op een stempelorgaan van 35 het stempel uit Fig. 12.
7902326 ί 4 5
Se tunnelbouwinrichting omvat een cilindrisch schild 1, dat door middel van verplaatsingsvi j z el s 2 aangedruktplegen het tunnelfront 3 dat wcrdt af gegraven. Het schild 1 bestaat uit de snijkant 4» de mantel 5 en het uit twee delen bestaande achterstuk 6, 7· 3 Het ene deel 6 van het achterstuk tan het schild is vast met de mantel 3 verbonden en wordt tezamen daarmee onder de druk van de verplaatsings-vijzels 2 voortdurend naar voren bewogen. Het beweeglijke» in afzonderlijke lamellen 7a» 7b onderverdeelde achterstuk 7 is ten opzichte van de mantel 5 van het schild in lengterichting verplaatsbaar aangebracht, 10 waarbij elke lamel 7a, 7b afzonderlijk , met behulp van hydraulische vijzels 8 in het achterstuk, naar voren getrokken kan worden in de mantel 3 van het schild. Daarbij zijn de kanten van de lamellen zo uit gevoerd dat de lange kant 9 'van de ene lamel 7a zwenkbaar geleid wordt in een langsgroef 10 die aangebracht is in de kant van de aan-15 grenzende lamel 7b.
De beide delen 6, 7 van het achterstuk zijn door middel van de steun 27 en de rol 28 bevestigd aan het frame van de mantel van het schild.
Om de wrijving tegen de wand bij verplaatsing van het 20 schild te verminderen is de middellijn van de snijkant 4 van het schild iets groter dan de middellijn van de mantel 5» zodat er tussen het uitgegraven gesteente 11 van de tunnelwand en de mantel/Van het schild een cilindrische ruimte 12 aanwezig is.
De zuigers 13 van de hydraulische verplaatsingsvijzels 25 12 zetten zich af tegen de bekisting 14 die aansluit achter het schild 1. De bekisting bestaat uit een aantal bekistingsringen 15» 15a, 15b die door middel van koppelingen 17 met elkaar zijn verbonden, en die op hun beurt bestaan uit een aantal gebogen bekistingselementen 16.
Zowel de verbinding van de afzonderlijke bekistingselementen 16 onder-30 ling als de verbinding van de bekistingsringen 15» 15a met elkaar vindt met dergelijke hydraulische koppelingen 17 plaats.
Het beton 18, 18a, 18b, dat in fasen of etappes wordt ingebracht tussen de bekisting 14 en de grond, wordt met voordeel afgedekt met een provisorische isolatie 19» om het uitharden te ver-35 snellen. Ook de bekisting kan om deze reden voorzien zijn van een isolatie 19.
790 2 3 26 #· « 6
Eet bekisten van het kopvlak vindt plaats met een uit meerdere delen bestaand stempel 20, waarvan de onderverdeling overeenkomst met het aantal bekistingselementen 16 aan een bekistings-ring 15. De druk van het beton op de bekisting aan de kopzijde vindt 5 hydraulisch plaats, bij 21, via legers die aangebracht zijn aan de schildmantel 5· Elk stempelsegment is afzonderlijk manipuleerbaar via een centrale besturing.
De stempelsegmenten 20 zijn door middel van afdichtingen 22 afgedicht ten opzichte van de bekisting 14, het beweeglijke 10 achterstuk 7 van het schild en ten opzichte van elkaar. Ze zijn uitgevoerd als een holle kastconstructie, zodat aan de holten 23 ervan warm water kan worden toegevoerd om een snelle sterkteontwikkeliig van het beton te bereiken. De kopvlakken van het stempel 20 zijn bovendien uitgerust met inrichtingen voor het vacuüm zuigen van het beton ter 15 plaatse van het kopvlak.
Aan de hand van Fig. 5 tot 7 zal hu het verloop van de werkzaamheden bij het bouwen van een tunnel met de beschreven inrichting worde toegelicht. De belangrijkste maatregel van de werkwijze bestaat hierin dat de verplaatsing vaahet schild continu plaatsvindt, 20 terwijl intussen de bekleding in fasen wordt ingebouwd.
Na het inbouwen van de betonnen ring 18 (Fig. 3) moet een wachttijd worden aangehouden, die afhankelijk is van het bereiken van de vereiste stabiliteit van het verse beton. Indien nodig kan deze wachttijd worden verkort door toepassing van voorverwarmde beton-25 mortel. Om het hard warden, minstens ter plaatse van het kopvlak, nog extra te versnellen, wordt om te beginnen door toepassing van vacuüm het water gedeeltelijk aan het beton onttrokken, en daarop aansluitend wordt aan holten 23 in het stempel warm water toegevoerd, om de uit-hardingstemperatuur te verhogen. Tijdens deze wachttijd kunnen de af-30 gravingswerkzaamheden aan het tunnelfront doorgaan. Onder de druk van de verplaatsingsvijzels beweegt het schild 1 zich voortdurend naar voren.
De daarbij op de bekisting 14 uitgeoefende drukkrachten worden door deze bekisting overgebracht op de betonnen bekleding. Ter 35 vergroting van de hechtwrijvingskracht tussen de bekisting en de bekleding is de bekisting 14 voorzien van ringvormige, loodrecht op de 790 23 26 % * 7 tunnelas staande ribben 24, die in het beton steken. Behalve de ringvormige ribben 24 kunnen ook nog langsribben 25 aanwezig zijn, zodat na verwijdering van de bekisting de gerede bekleding voorzien is van een netwerk van ringvormige en in lengterichting lopende kerven, 5 waarvan de functie reeds toegelicht in de inleiding van de beschrijving. Gedurende de uithardingstijd van de betonnen ring 18 kan de verwijdering van de achterste bekistingsring 15b worden uitgevoerd. Zodra het beton aan de kopzijde een voldoende stabiliteit heeft bereikt worden de verplaatsingsvijzels 2 voorlst schild en de vijzels 21 voor het 10 stempel van een segment naar voren getrokken. Indien nodig kan nu een wapening 26 van dit segment worden geplaatst.
Hu worden de bekistingselementen 16 van de achterste bekistingsring 15b naar voren gebracht en wordt een element gekoppeld met de bekistingsring 15 (Fig. 6). Tervolgens worden de verplaatsings-15 vijzels 2 voor het schild weer uitgedrukt tot tegen het pas gemonteerde bekistingselement. Ban wordt op analoge wijze het volgende bekistings-element gemonteerd. Omdat de plaatsing van de nieuwe bekistingsring 15b per segment geschiedt, bLijven steeds voldoende verplaatsingsvijzels werkzaam om een voortdurende verplaatsing van het schild te waarborgen.
20 Het storten van de nieuwe betonnen ring 18b vindt eveneens per segment plaats, van^ de bodem via de zijkanten afwisselaid links en rechts naar boven tot aan de top van de tunnel. Tijdens het storten van het beton van een segment wordt de corresponderende lamel van de het beweeglijke achterstuk 7 van het schild in-.de mantel 5 ge-25 trokken, waardoor de betonmortel in aanraking komt met het gesteente van de tunnelwand (ïig. 7).
Op deze manier kan worden voorkomen dat het natte beton naderhand uitzakt. Het inbrengen van het beton vindt plaats door pompen via aansluitstompen 29 en een stempel 20 of aan de bekisting 14· In 5 30 verband met het betrekkelijk geringe volume van ongeveer 1 tot 2 m van een segment van een betonnen ring, vergt de handeling slechts akele minuten, waarna direct overgegaan kan worden op het volgende segment, totdat de top bereikt is. Birect na het beëindigenmn het storten van het beton worden het vacuüm zuigen en het verwarmen van 35 de kopzone weer hervat, zoals reeds beschreven.
790 2 3 2 6 * * 8
De factoren die de stabiliteit van het beton bein-vloeden worden zo gekozen dat het beton na ongeveer 16 uur een minimale sterkte heeft bereikt van bijv. 200 kg/cm^ en uit de bekisting, kan worden genomen. Bij een verplaatsingssnelheid van 50 cm/u en 5 een breedte van de bekistingsringen van bijv. 1 m moet de bekisting bestaan uit 8 ringen en een lengte -hebben van 8 m. Elke bekistings-ring bestaat met voordeel uit 8 tot 12 bekistingselementen.
Yoor het periodiek centreren van de as van het gewelf ten opzichte van de tunnelas of om een kromming van de tunnel te be-10 reiken kunnen smalle, conische ringvormige platen 30 worden aangebracht tussen de afzonderlijke bekistingsringen. De stand waarin deze ringvormige platen in elk geval worden ingebouwd is afhankelijk van de tolerantiewaarden ten opzichte van de tunnelas en de schildas, respectievelijk is een functie van de gewenste kromming van de tunnel. 15 Deze beki s tings elementen zijn onderling identiek, met uitzondering van het bodemelement en het topelement. let eerste is voorzien van een waterafvóerinrichtihg, en het laatste' is' uitgerust met een tangentiaaldrukinrichting als een sluitringstuk respectievelijk als een ontspanningsstuk bij het verwijderen van de bekisting.
20 Yoor het onderling verbinden van de bekistingselementen en de bekistingsringen werd de hydraulische koppeling 17 ontwikkelt (Eig. 9 tot 1l).Deze bestaat uit een trekstang 31, die in lengterichting verplaatsbaar geleid wordt in een trekhuls 32· Set einde van de trekstang 31 steekt uit de huls 32 naar buiten en draagt de opge-25 schroefde spankop 33 en de uit meerdere delen bestaande spreidkaak 34* De ene einden van deze kaak zijn bij 35 scharnierend gelegerd in de spankop 33· De naar de trekhuls 34 gekeerde andere einden 37 van de bek 34 vormen een kegelvormige verbreding 37» die ligt tegenover de kegelvormige contrakop 38 aan het einde van de spanhuls 32. De koppe-30 ling 17 is hydraulisch te bedienen en hij is op niet weergegeven wijze bevestigd in het inwendige van het bekistingselement 16. De koppeling kan als geheel volledig in het bekistingselement worden geschoven.
De verbinding van de nieuwe bekistingsring 15b met de reeds gemonteerde bekistingsring 15 vindt, zoals vermeld, per seg-35 ment plaats. Een nieuw bekistingselement van de ring 15b wordt in de juiste stand gebracht en de koppeling 17 uit het naburige bekistings- 790 23 26 9 element van de ring 15 hydraulisch naar "buiten geschoven door koppe-lingsopeningen 14 totdat de stelring 59 van de spanhuls 32 tegen de binnenwand aanligt. De beide openingen 40 van <fekoppeling behosren daarbij niet nauwkeurig op elkaar aan te sluiten. De spankop 33 met 5 de spreidbek 34 steekt nu naar binnen in het nieuwe bekistingsele- ment. Nu wordt de trekstang 31 aangetrokken, zodat de eontratrekkop 38 binnendringt in de kegelvormige verbreding 37 van de spreidbek 54 en deze laatste tegen de kacht van de er omheen liggende ringvormige veer 36 uit elkaar drukt. Daardoor worden de beide openingen 40 van 10 de koppeling automatisch gecentreerd. De gespreide bekken 34 liggen met hun flens 41 tegen de binnenzijde van het nieuwe bekistingsele-ment.
De stelring 39 is via schroefdraad 32 met de-spanhuls 32 verbonden, zodat de afstand van de flens 41 van de bek ten opzichte 15 van de stelring 59 kan worden ingesteld, en bijv. rekening te kunnen houden met een compensatiering 30 die aangebracht wordt tussen de beide bekistingsringen 15, 15b (Fig. 11).
Om de verbinding los te maken wordt eerst de trekstang 31 naar buiten gebracht en dan worden de spanhuls en de span-20 stang gezamenlijk door de beide openingen 40 naar binnen getrokken (Fig. 10).
Aan de hand van Fig. 12 en 13 zullen nu nog details worden toegelicht van het stempel 20 van de frontwapening. De aan drie kanten van het afzonderlijke stempelorgaan aangebrachte afdichting 25 22 is met voordeel uitgevoerd als een opblaasbare holle afdichting om de verschillende toleranties tussen het stempel 20 en de ringvormige bekleding 14 respectievelijk het beweeglijke achterstuk 7 van het schild op te vangen.
De vacuftmperen 43» waarvan de kap 44 als zeef is uit-30 gevoerd, worden losneembaar ingestoken in corresponderende openingen in het stempel. De vacuümperen dienen voor het reinigen gemakkelijk demonteerbaar en verwijderbaar te zijn.
De vulstomp 29 en de schuiver 45 voor het pmpbeton zijn conisch uitgevoerd. De na het wegnemen van de bekisting achter-55 blijvende kegels in het beton 18b vormen een vertanding met de erop aansluitende betonnen ring. Er zijn meerdere vulstompen 29 aanwezig, 790232« 10 die naar keuze kunnen worden aangesloten op de pompslang 46.
De aansluitplaatsen voor de toe- en afvoer van het warme water zijn aangeduid door 47.
Aan de hand van Eig. 12 is duidelijk zichtbaar hoe 5 het gestorte beton bij het naar voren trekken van het beweeglijke achterstuk 7 de ontstane holle ruimte 12 opvult.
In organisatorisch opzicht dient met het volgende rekening te worden gehouden.
Hoewel de verplaatsing van het schild voortdurend ge-10 schiedt en de afvoer van het uitgegraven materiaal eveneens continu verloopt, dient steeds een zekere verkeersruimte in het midden van de tunnel vrij gehouden te worden. Voor de montage-en demontagewerk-zaamheden van de bekisting alsmede voor het storten van het beton staan dan dus de beide paden aan weerskanten ter beschikking. Terwijl 15 voor het pompen van het beton geen enkel nadeel ontstaat uit deze plaatsrestricties dient voor de bekisting gelet te worden op gemakkelijke segment-elementen. Eveneens dient de rijdbare werkstellage te worden aangepast aan deze toewijzing van plaatsruimte.
De manipulaties voor de ringsegmentkoppelingen ge-20 sehieden hydraulisch-mechanisch, zodat zonder moeite en snel van bekisting kan worden gewisseld.
De inrichtingen voor vacuüm- en warmtebehandeling kunnen ingebouwd zijn in de constructie van het schild, en hetzelfde geldt voor de bevestiging en besturing van de hydraulisch bediende 25 kopsegmentstempels en de beweeglijke constructie van het achterstuk van het schild.
De bekrachtiging en besturing van de verplaatsings-vijzels voor het schild vindt, evenals bij toepassing van schacht-ringen, plaats met behulp van installaties die ingebouwd zijn in het 30 schild.
De methode van tunnelbouwen volgens de uitvinding veroorzaakt principieel voor de uitvoering geen moeilijkheden. Om echter ook grote waarden van de dagelijkse voortgang te bereiken, van ongeveer 10 tot 12 m, is een betrekkelijk hoge graad van mechanisatie van 35 de twee voornaamste soorten arbeid - plaatsen en verwijderen van de bekisting, en storten en nabehandelen van het beton - onvermijdelijk.
730 2 3 2β

Claims (14)

  1. 5 * COHCLÏÏSIES
  2. 1. Inrichting voor het houwen van tunnels, met een tunnel-schild dat bestaat uit een snijkant, een mantel en een achterstuk, en dat hydraulisch verplaatsbaar is, en een daarop aansluitende bekisting voor de betonnen bekleding, waarbij het achterstuk van het 5 schild bestaat uit een vast met een mantel verbonden deel en een door middel van vijzels ten opzichte daarvan in- en uittrekbaar deel, met het kenmerk, dat het beweeglijke achterste deel (7) van het schild onderverdeeld is in meerdere lamellen (7a, Tb)» die bij het storten van het beton 10 afzonderlijk in de mantel (5) naar voren kunnen worden getrokken, en dat de bekisting (14) meerdere bekistingsringen (15» 15a, 15¾) omvat die bestaan uit gebogen bekistingselementen (16), alsmede een kopbe-kisting, die uitgevoerd is als een uit meerdere delen bestaand stempel (20) waarvan de organen door middel van aan het schild (l) bevestigde 15 hydraulische vijzels (21) afzonderlijk manipuleerbaar zijn.
  3. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stempel (20) voorzien is van inrichtingen (43» 47) voor het toepassen van vacuüm en/of verwarming. 20 3· Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het stempel (20) voorzien is van holten (23) waarin warm water kan circuleren.
  4. 4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de bekistingsringen (15» 15a, 15b) door middel van zelfcentrerende koppelingen (17) met elkaar zijn verbonden.
  5. 5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat de bekisting (14) voorzien is van een verwijderbare isolatielaag (19) voor vocht en warmte.
  6. 6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 7902326 IT «e dat de bekis tingsringen (15) voorzien van ringvormige ritten (24) en langsritten (25) voor het doen ontstaan van een netwerk van ringvormige en in lengterichting lopende kerven in de gerede betonnen bekleding, waarbij de door deze kerven gemarkeerde betonblokken in 5 het algemeen geen wapening vereisen.
  7. 7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter verkrijging van een krommming of een correctie kleine, zich conisch toespittende compensatieringen (30) kunnen worden geplaatst 10 tussen de afzonderlijke bekistingsringen (15, 15b).
  8. 8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een topbekistingselement uitgevoerd is als een ringsluitstuk respectievelijk een ontspanstuk voor de bekisting, en dat dit voorzien 15 fis· van een tangentiaal werkende drukinrichting.
  9. 9. Inrichting volgens één der conclusies 4 tot 8, met het kenmerk, dat de zelfcentrerende koppeling (17) voorzien is van een trekstang (31) met een spankop (33) en spreidbekken (34), dat de trekstang (31) 20 verschuifbaar is in een spanhuls (32) die voorzien is van een contra- kop (38) en een stelring (39), en dat de trekstang (31) en de spanhuls (32) gezamenlijk in heb bekistingselement kunnen worden getrokken.
  10. 10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 25 dat de naar de kegelvormige contrakop (38) gekeerde einden van de spreidbekken (34) een kegelvormige uitsparing begrenzen, én dat bij het spannen van de koppeling de contrakop (38) in deze kegelvormige uitsparing kan dringen om de spreidbekken (34) tegen de werking van een veer (36) uit elkaar te drukken, waardoor de bij de openingen (40) 30 in de koppeling van de bekistingselementen automatisch kunnen worden gecentreerd en aan elkaar grenzende wanden van deze elementen tussen de stelring (32) en een flens (41) van de spreidbekken (34) te kunnen worden ingespannen.
  11. 11. Inrichting volgens conclusie 10, 35 met het kenmerk, dat de stelring (39) door middel van schroefdraad (42) verstelbaar 7 942 3 28 * > 13 aangebracht is aan de spanhuls (32) met het oog op de wijziging van de inspanafstand tussen de flens (41) van de spreidbekken (34) en de stelring.
  12. 12. Werkwijze voor het bouwen van een tunnel met verplaat-5 sing van een schild en met inbouwen van een tunnelbekleding van gestort beton onmiddellijk achter het schild, met het kenmerk, dat bij in hoofdzaak continu voortgaande verplaatsing van het schild betonnen ringen uit gestort beton in fasen achter het schild worden 10 ingebracht, dat daartoe een uit meerdere gebogen bekistingselementen bestaande bekistingsring per segment achter het schild wordt gemonteerd en met een aangrenzende bekistingsring wordt verbonden, en dat het beton per segment, vanaf de vloer via de zijkanten afwisselend links en rechts naar boven gaande tot aan de top wordt ingebracht tussen 15 de bekistingsring en een ten opzichte van het schild beweegbaar aangebracht, uit lamellen bestaand achterste deel van het schild, waarbij tijdens het storten van het beton van een element de daarbij behorende lamel van het beweeglijke achterstuk van het schild in het schild naar voren wordt getrokken, zodat het beton in contact komt 20 met het gesteente van de tunnelwand.
  13. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat ter versnelling van het zetten en uitharden van het beton het gebied van de kop ervan onder vacuQm wordt gebracht en wordt ver-25 warmd,
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13* met het kenmerk, dat bij de montage van de bekistingsring de stempelvijzels van een kopbekisting en de verplaatsingsvijzels vo<r het schild die aandrukken 30 tegen de gewelfbekisting per segment worden ingeschoven en naar voren gebracht, waarna een bekistingselement wordt gemonteerd, en dat dan de vijzels weer worden uitgeschoven. 780 2 3 28
NL7902326A 1979-03-23 1979-03-23 Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild. NL7902326A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902326A NL7902326A (nl) 1979-03-23 1979-03-23 Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902326A NL7902326A (nl) 1979-03-23 1979-03-23 Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild.
NL7902326 1979-03-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7902326A true NL7902326A (nl) 1980-09-25

Family

ID=19832859

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7902326A NL7902326A (nl) 1979-03-23 1979-03-23 Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7902326A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE3043312C2 (de) Gleitschalung zum Einbringen einer Ortbetonauskleidung sowie Verfahren zum Einbringen von Ortbeton im Stollen- und Tunnelbau
EP3832016B1 (en) Adjustable width mold for a slipform paver
US1891160A (en) Sliding form for casting columnar or box shaped concrete structures, such as chimneys, silos, and the like
US4055959A (en) Apparatus for use in mining or tunnelling installations
US4557627A (en) Apparatus and method for tunnel construction with shield drive
US1751147A (en) Method of lining tunnels with concrete and apparatus therefor
CA1091460A (en) Gallery walking lining
JP2519380B2 (ja) 自走式トンネル掘削装置及びトンネル掘削方法
NL7902326A (nl) Inrichting en werkwijze voor ondergronds bouwen met verplaatsing van een schild.
GB2044333A (en) Temporary Tunnel Support for Holing Operations in Tunnels of Underground Mines
NO783236L (no) Fremgangsmaate og innretning for bergdrift med skjoldfremdrift
SE463571B (sv) Saett och gjutform foer tillverkning av byggelement
SU948296A3 (ru) Устройство дл перекрыти межсекционных зазоров в механизированных креп х
KR100558940B1 (ko) 지중굴착장치와 이를 이용한 굴착방법
NO132289B (nl)
US2547946A (en) Inside form for casting elongated hollow concrete structures
CN208473882U (zh) 一种自行式隧道衬砌台车
US4126407A (en) Methods of shifting heavy and/or loaded structures
SU1065608A1 (ru) Передвижна опалубка дл возведени монолитной крепи
KR101646389B1 (ko) 비개착식 터널 구조물 시공용 선단구조체
US4830535A (en) Knife shield driving device and method for the excavating and/or final supporting of galleries or the like
DE1942759B2 (de) Vorrichtung für das Auffahren eines Tunnels im Messervortriebsverfahren
JPS5991298A (ja) シ−ルド掘進装置
KR102212670B1 (ko) 띠장과 흙막이 사이 틈새 메움을 위한 선행하중잭
RU2088761C1 (ru) Способ возведения обделки подземного сооружения из монолитного бетона и щит для возведения обделки подземного сооружения из монолитного бетона

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed