NL7901866A

NL7901866A - HAND Firearm.

Info

Publication number: NL7901866A
Application number: NL7901866A
Authority: NL
Original assignee: Heckler & Koch Gmbh
Priority date: 1978-03-11
Filing date: 1979-03-08
Publication date: 1992-06-01
Also published as: NO113603C; IT1235564B; GB2253029A; FR2677444A1; PT69326A; DE2810613C1; NO790795L; GB2253029B

Description

Heckler & Koch GmbH.Heckler & Koch GmbH.

Oberndorf/Neckar, Bondsrepubliek Duitsland.Oberndorf / Neckar, Federal Republic of Germany.

Handvuurwapen.Small arms.

De uitvinding heeft betrekking op een handvuurwapen met een kamer voor een hulsloze patroon, die een met het achterste uiteinde daarvan in een stuwladingslichaam ingébracht projectiel omvat en in de afvuurpositie met een steunvlak tegen een contravlak van de kamer rust.The invention relates to a handgun with a barrel for a cartridge-less cartridge, which comprises a projectile inserted into the propellant body with its rear end and which rests in the firing position with a support surface against a counter-face of the chamber.

De kamer is in het algemeen zodanig uitgevoerd, dat deze het stuwladingslichaam aan alle zijvlakken omsluit, waarbij de voorste kopzijde van het stuwladingslichaam als steunvlak dient, dat tegen een contravlak van de kamer komt te rusten wanneer de patroon zich in de afvuurpositie bevindt. Het volume van de kamer is in het algemeen groter dan dat van het stuwladingslichaam en vormt een expansie-ruimte, welke voor een drukbegrenzing bij het afvuren dient.The chamber is generally designed to enclose the propellant body on all side surfaces, the front end of the propellant body serving as a support surface to rest against a counter face of the chamber when the cartridge is in the firing position. The volume of the chamber is generally larger than that of the propellant body and forms an expansion space which serves to limit the pressure during firing.

Wanneer een groot aantal schoten snel na elkaar wordt gelost, worden de kamer, het sluitstuk en de loop warm.When a large number of shots are fired in rapid succession, the chamber, breech and barrel become warm.

Wanneer nu bij een zich in de kamer bevindende patroon een bepaalde tijd tot het afgeven van het volgende schot verstrijkt, dan kan het gebeuren, dat zoveel warmte aan het stuwladingslichaam wordt afgegeven, dat plaatselijk de zelf-ontstekingstemperatuur wordt bereikt, waarop het schot afgaat. Dit is zeer gevaarlijk. Bijzonder warm is de zóne waarin een vernauwing van kamerdwarsdoorsnede naar loop-dwarsdoorsnede plaats vindt en in het achterste loopgebied. Bij patronen met een uit het stuwladingslichaam uitstekend projectiel stroomt de warmte door het metallische contact vanuit het, het projectiel omsluitende loopeind of sluitstuksectie naar het stuwladingslichaam aangezien het projectiel met het warmste gebied van het wapen in metal- ' lisch contact staat. Doch ook bij patronen waarbij het projectiel niet of slechts weinig uit het stuwladingslichaam uitsteekt, kunnen zelf-ontstekingen optreden omdat in dit geval de kopzijde van het stuwladingslichaam tegen het warmste gebied rust.When, in a cartridge in the chamber, a certain time elapses until the next shot is released, it may happen that so much heat is delivered to the propellant loading body that the self-ignition temperature at which the shot goes off is reached locally. This is very dangerous. Particularly warm is the zone in which a narrowing from chamber cross-section to barrel cross-section takes place and in the rear barrel region. In cartridges with a projectile projecting from the propellant body, the heat flows through the metallic contact from the projectile-enclosing barrel end or breech section to the propellant body since the projectile is in metallic contact with the hottest region of the weapon. However, also with cartridges in which the projectile does not protrude or only slightly protrudes from the propellant body, self-inflammations can occur because in this case the front side of the propellant body rests against the hottest area.

De uitvinding stelt zich ten doel een handviiurwapen van het bovenbeschreven type zodanig uit te voeren, dat het gevaar van een zelf-ontsteking sterk wordt gereduceerd.The object of the invention is to design a hand-held weapon of the above-described type in such a way that the danger of self-ignition is greatly reduced.

Daartoe is het steunvlak van de patroon bij het stuw-ladings1ichaam op een afstand van het voorste uiteinde daarvan gelegen en is tussen het projectiel en het naastgelegen metaal van kamer respectievelijk loop alzijdig een afstand aanwezig. Bij een handvuurwapen volgens de uitvinding wordt derhalve het projectiel door het stxiwladings-lichaam buiten contact met de onderdelen van het wapen gehouden. Daardoor is een binnenstromen van warmte uit de f naastgelegen verwarmde delen door een direkt metallisch contact via het projectiel naar het stuwladingslichaam uitgesloten. Door de opstelling van het steunvlak bij het stuwladingslichaam op een afstand van het voorste uiteinde daarvan bevindt zich steunvlak zich niet meer in het gebied van de warmste zöne, welke zich bevindt waar de gassen met grote snelheid stromen, n.l. bijvoorbeeld bij de overgang van de grote kamerdwarsdoorsnede naar de kleinere dwarsdoorsnede van de projectielgeleiding, respectievelijk het achterste loopeind. Daarbij kan de patroon zodanig zijn tiitgevoerd, dat het projectiel uit het stuwmiddellichaam uitsteekt, doch ook zodanig, dat het projectiel sterk in het stuwmiddellichaam is verzonken. Ofschoon het projectiel op het moment van ontsteken van de stuwlading niet wordt geleid, bereikt het projectiel, zoals uit proeven is gebleken, zonder verkanten het achterste eind van de loop. Bij een volgens de uitvinding opgebouwd wapen verkrijgt men, zoals is gebleken, goede afvuureigenschappen.For this purpose, the support surface of the cartridge is located at a distance from the front end thereof at the propellant charge body and a distance is present on all sides between the projectile and the adjacent metal of chamber or barrel. In the case of a handgun according to the invention, the projectile is therefore kept out of contact with the parts of the weapon by the textile loading body. As a result, an inflow of heat from the adjacent heated parts is excluded by direct metallic contact via the projectile to the propellant charge body. Due to the arrangement of the support surface at the propellant body at a distance from the front end thereof, the support surface is no longer in the region of the hottest zone, which is where the gases flow at high speed, i.e. for example, at the transition from the large chamber cross-section to the smaller cross-section of the projectile guide, or the rear barrel end. The cartridge can herein be designed such that the projectile protrudes from the propellant body, but also such that the projectile is strongly sunk into the propellant body. Although the projectile is not guided at the moment of firing the propellant charge, the projectile, as shown by tests, reaches the rear end of the barrel without tipping. As has turned out, a weapon constructed according to the invention provides good firing properties.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het projectiel uit het stuwladingslichaam uitsteekt, vormt de, het projectiel omgevende ruimte een expansieruimte. Dit heeft het voordeel, dat geen extra ruimte aanwezig behoeft te zijn om de druk van de stuwgas-sen tot een voorafbepaalde waarde te begrenzen.In a preferred embodiment according to the invention, in which the projectile protrudes from the propellant charge body, the space surrounding the projectile forms an expansion space. This has the advantage that there is no need for additional space to limit the pressure of the propellant gases to a predetermined value.

Het stuwladingslichaam kan een cirkelvormige dwarsdoorsnede, doch ook een rechthoekige, of andere dwarsdoorsnede bezitten. Men past een rechthoekige dwarsdoorsnede toe wanneer bij een als een automatisch wapen uitgevoerd handvuurwapen een goede benutting van de ter beschikking staande magazijnruimte nodig is. Het is daarbij bekend het ontsteeksas in het mantelgebied van het stuwladingslichaam onder te brengen en door een zijdelingse slagpen te ontsteken, waarbij het ontsteeksas tegen het zich in het stuwladingslichaam bevindende achterste projectieleind steunt. Zijdelingse ontsteeksasopstellingen hebben echter het bezwaar, dat de patronen geöriënteerd in het magazijn moeten worden ingebracht opdat het ontsteeksas na het inbrengen van de patronen in de patroonkamer zich tegenover de slagpen bevindt. Wanneer men een rondgaand ontsteeksas toepast, dan doet zich het gevaar van een ontsteken in het magazijn voor wanneer een van de patronen een zijdelingse stoot ondergaat. Het gebruik van een zich aan de achterzijde bevindend ontsteeksas biedt een verdere mogelijkheid. Bij voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding, waarbij het ontsteeksas zich aan het achterste uiteinde van het stuwladingslichaam bevindt, is tussen het ontsteeksas en het projectiel een extra stuwsas aangebracht, dat sneller of vóór het overige deel van het stuwladingslichaam verbrandt. Dit extra stuwsas veroorzaakt een primaire verschuiving, welke het projectiel vóór het verbranden van het stviwladingslichaam naar het eind van de loop transporteert, waarbij het, het projectiel nog omgevende gebied van het sttiwladingslichaam als geleiding dient. Daarbij is bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de afstand tussen het achterste loopeind en het gebied van het projectiel, waarin het kegelvormige gedeelte daarvan overgaat in cilindrische, in de loop bij het afvuren geleide deel, maximaal even groot als de zich in het stuwladingslichaam bevindende projectielsectie. Deze configuratie leidt ertoe, dat het voorste gebied van het projectiel het, het projectiel leidende deel van het achterste loopeind bij het afvuren op zijn laatst bereikt wanneer het achterste uiteinde van het projectiel het voorste eind van het stuwladingslichaam verlaat. Deze maatregelen waarborgen een betrouwbaar inbrengen van het projectiel bij het afvuren in de loop.The propellant loading body can have a circular cross section, but also a rectangular or other cross section. A rectangular cross-section is used when a small handgun designed as an automatic weapon requires good use of the available storage space. It is known to accommodate the firing shaft in the jacket area of the propellant body and to ignite it by a lateral firing pin, the firing shaft resting against the rear projection end located in the propellant body. Lateral firing shaft arrangements, however, have the drawback that the cartridges must be oriented oriented in the magazine so that the firing shaft is opposite the firing pin after the cartridges have been introduced into the cartridge chamber. When a circumferential firing shaft is used, there is a danger of ignition in the magazine when one of the cartridges undergoes a side impact. The use of a rear ignition shaft provides a further option. In preferred embodiments of the invention, wherein the firing shaft is located at the rear end of the propellant charge body, an additional propeller shaft is provided between the firing shaft and the projectile, which burns faster or in front of the rest of the propellant load body. This additional propeller shaft causes a primary displacement, which transports the projectile to the end of the barrel before the combustion of the fire charge body, whereby the area of the fire charge body still surrounding the projectile serves as a guide. In a further preferred embodiment the distance between the rear barrel end and the area of the projectile, in which the conical part thereof turns into a cylindrical part guided in the barrel during firing, is at most the same size as the projectile section located in the propellant loading body. This configuration causes the front region of the projectile to reach the projectile leading portion of the rear barrel end at firing at the latest when the rear end of the projectile leaves the front end of the propellant charge body. These measures ensure reliable introduction of the projectile when firing into the barrel.

De uitvoering van het extra stuwsas kan in sterke mate vrij worden gekozen. Het verdient daarbij de voorkeur de diameter van het extra stuwsas ongeveer gelijk te kiezen aan de diameter van het projectiel. Het overige, langzamer of later verbrandende deel van het stuwladingslichaam omgeeft dit extra stuwsas, zoals het ook het projectiel omgeeft. Daarbij reikt het extra stuw&as tot het bij het achterste uiteinde van de patroon aangebrachte ontsteeksas.The design of the extra propeller shaft can be freely chosen. It is preferable to choose the diameter of the additional thrust shaft approximately equal to the diameter of the projectile. The remaining, slower or later burning part of the propellant body surrounds this extra propellant, as it also surrounds the projectile. The additional propulsion shaft extends to the ignition shaft mounted at the rear end of the cartridge.

Bij het aan het achterste uiteinde aangebrachte ontsteeksas is het opstellen van het steunvlak van de patroon op niet de volle waarde van de lengte van het stuwladingslichaam ten opzichte van het achterste uiteinde van de stuwlading in zoverre van voordeel, dat tengevolge van de daardoor verkorte afstand tussen het ontsteeksas en het steunvlak de door het stuwmiddellichaam veroorzaakte vering en demping bij inslaan van de slagpen wordt verminderd, Deze vering en demping vindt zijn oorzaak in de materiaaleigenschappen van de stuwlading, welke eigenschappen sterk afwijken van de eigenschappen van metallische materialen.With the firing shaft arranged at the rear end, arranging the support surface of the cartridge at not the full value of the length of the propellant body relative to the rear end of the propellant charge is advantageous in that, due to the shortened distance between the firing axis and the supporting surface the suspension and damping caused by the propellant body is reduced upon striking the firing pin. This suspension and damping is caused by the material properties of the propellant charge, which properties differ strongly from the properties of metallic materials.

De plaats van het steunvlak bij het stuwmiddellichaam kan binnen bepaalde grenzen vrij worden gekozen. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding ligt het steunvlak bij het s tuwmidclell ichaam vóór het achterste uiteinde van het projectiel. Dit heeft het voordeel, dat de patroon een zich uit stuwlading en projectiel wederzijds ondersteunende eenheid vormt en derhalve een grote weerstand bezit tegen een uiteénvallen in de patroon-componenten. De bereikte laadvastheid komt overeen met die van de gebruikelijke patronen. Door het steunvlak vóór het achterste uiteinde van het projectiel te leggen wordt een groter hechtvlak tussen het projectiel en het stuwladings-1ichaam voor het overdragen van de vertragingskrachten ge-b ruikt.The location of the support surface at the propellant body can be freely chosen within certain limits. In a preferred embodiment of the invention, the support surface at the propellant body is in front of the rear end of the projectile. This has the advantage that the cartridge forms a propellant and projectile mutually supporting unit and therefore has a high resistance to a drop in the cartridge components. The load resistance achieved corresponds to that of the usual cartridges. By placing the support surface in front of the rear end of the projectile, a larger bonding surface between the projectile and the propellant charge body is used to transmit the retardation forces.

Bij.voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding ligt het steunvlak ongeveer ter halver lengte van de patroon en is het contravlak ongeveer ter halver lengte van de kamer opgesteld.In preferred embodiments of the invention, the support surface is approximately halfway the cartridge and the counterplane is approximately halfway the chamber.

Bij een bekend handvuurwapen voor het afvxiren van > hulsloze patronen is het sluitstuk als een walssluitstuk uitgevoerd. Bij een dergelijk handvuurwapen biedt de volgens de uitvinding uitgevoerde patroon verdere mogelijkheden. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding met een sluitstukwals, die dwars op de hartlijn van de loop is opgesteld en waarbij de kamer zich dwars door de wals uitstrekt, is de kamer symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van een dwarsvlak, waarop de hartlijn van de kamer loodrecht staat. Dit betekent, dat de patroon naar keuze vamiit twee tegenover elkaar gelegen zijden in de kamer kan worden gebracht. Dit heeft het voordeel, dat de, de kamer bevattende wals niet meer uit de laadpositie in de afvuurpositie en hieruit door een tegengestelde rotatie weer in de laadpositie behoeft te worden gebracht, doch dat een continue rotatie van de sluitstukwals met eenzelfde rotatierichting mogelijk is. Ook heeft dit bovendien het voordeel, dat voor het uitstoten geen tussenpositie voor de sluitstukwals behoeft te kunnen worden ingesteld, doch dat bf de volgende patroon de uitstootfunctie uitvoert doordat deze met de punt van het projectiel op de projec-tielpunt van de uitgestoten patroon bij het inbrengen in de kamer stoot of doordat in plaats van een patroon een uitstootorgaan in de kamer in de normale laadpositie daarvan wordt gebracht wanneer zich geen patroon meer in het magazijn bevindt of wanneer het wapen moet worden ontladen. Het is verder bij deze uitvoeringsvorm volgens de uitvinding mogelijk, dat het bedieningsstelsel voor de wals in verband met de gelijkblijvende rotatierichting en in verband met het ontbreken van een extra uitstootpositie aanmerkelijk kan worden vereenvoudigd, hetgeen de vervaardiging vergemakkelijkt en een reductie van het gewicht van het wapen toelaat.In a known small handgun for firing sleeve-free cartridges, the closing piece is designed as a roller closing piece. The cartridge designed according to the invention offers further possibilities with such a small handgun. In a preferred embodiment according to the invention with a breech roller, which is arranged transversely to the axis of the barrel and wherein the chamber extends transversely through the roller, the chamber is symmetrical with respect to a transverse plane, on which the axis of the chamber is perpendicular . This means that the cartridge of choice can be introduced into the chamber from two opposite sides. This has the advantage that the roller containing the chamber no longer has to be brought back from the loading position into the firing position and from this by an opposite rotation into the loading position, but that a continuous rotation of the closing roller with the same direction of rotation is possible. This also has the additional advantage that it is not necessary to set an intermediate position for the breech roller before ejection, but that the following cartridge performs the ejection function in that it carries out the ejection function with the tip of the projectile on the projectile tip of the ejected cartridge. insertion into the chamber or because instead of a cartridge, an ejector in the chamber is brought into its normal loading position when a cartridge is no longer in the magazine or when the weapon is to be discharged. It is furthermore possible in this embodiment according to the invention that, in view of the constant direction of rotation and in the absence of an additional ejection position, the operating system for the roller can be considerably simplified, which facilitates the production and a reduction in the weight of the weapon permits.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een langsdoorsnede van een kamer met ingebrachte patroon; fig. 2 een langsdoorsnede van een kamer in een wals-sluitstuk met een door een streep-stippellijn aangegeven ingebrachte patroon; fig. 3 een zij-aanzicht van een patroon voor een kamer volgens fig. 2; fig. h een zij-aanzicht van een patroon volgens fig.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a longitudinal section of a chamber with inserted cartridge; FIG. 2 is a longitudinal sectional view of a chamber in a roller breech with a cartridge inserted by a dash-dotted line; FIG. 3 is a side view of a cartridge for a chamber of FIG. 2; fig. h is a side view of a cartridge according to fig.

3 in de richting van de pijl IV van fig. 3; en fig. 5 een bovenaanzicht van een patroon volgens fig.3 in the direction of arrow IV of FIG. 3; and fig. 5 shows a top view of a cartridge according to fig.

3 in de richting van de pijl V van fig. 3·3 in the direction of the arrow V of fig. 3 ·

Bij een handvuurwapen van niet nader aangegeven constructie sluit op een van trekgroeven 1 voorziene loop 2 een kamer 3 aan, welke is voorzien van een op het loopeind aansluitende, kegelvormige sectie 4, een daarin aansluitende cilindrische sectie 5* een op de cilindrische sectie 5 aansluitende kegelvormige schouder 6 en een verdere cilindervormige sectie 7. In de kamer 3i die aan de tegenover de loop 2 gelegen zijde door een niet nader aangegeven sluitstuk 9 is afgesloten, bevindt zich een huls-loze patroon 8. De patroon 8 omvat een projectiel 10, dat met het cilindrische achterste gebied daarvan in een stxiw- ladingslichaam 11 is ingebed. Voor het verkrijgen van een betere ondersteuning is in de buurt van het achterste uiteinde van het projectiel 10 tenminste een ringvormige gleuf 12 aangebracht. Het stuwladingslichaam 11, dat een cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit, omvat een achterwaartse sectie ik in de vorm van een holle cilinder, waarvan de buitendiameter bij benadering gelijk is aan de diameter van de cilindrische sectie 7 en waarvan de binnendiameter ongeveer gelijk is aan de diameter van de cilindrische sectie van het projectiel 10; in het voorste gebied daarvan gaat het stuwladingslichaam over in een hulsvormige sectie 13, die stevig tegen het projectiel 10 rust en waarvan de buitendiameter kleiner is dan de diameter van de cilindrische sectie 5» zodat tussen de sectie 13 en de naastgelegen wand van de kamer 3 een vrije ruimte aanwezig is. De overgang van de sectie 13 naar de overgang 1^ is als een kegelvormig steunvlak 15 uitgevoerd, dat in de weergegeven afvuurpositie tegen de schouder 6 van de kamer 3 rust. De op het achterste uiteinde van het projectiel 10 aansluitende holle ruimte van de achterste sectie lk van het sttiwladingslichaam 11 is voorzien van een ten opzichte van het stuwladingslichaam 11 sneller verbrandend extra stuveas 16, waarvan het achterste kopvlak een ontsteek-3as 17 bevat. Het sluitstuk 9 is voorzien van een centrale boring 18 met een daarin geleide slagpen 19. Het projectiel 10 reikt met het voorste gebied daarvan slechts tot de kegelvormige sectie 4 of eventueel nog in geringe mate in het achterste uiteinde van de loop 2, waarbij overal een ruimte tussen het projectiel 10 en de tegenovergelegen wand van de kamer 3 respectievelijk het oppervlak van de loop 2 aanwezig is. Daardoor wordt verhinderd, dat tengevolge van metallisch contact een grote hoeveelheid warmte vanuit de verhitte loop respectievelijk de kamer via het projectiel 10 naar het stuwladingèichaam 11 vloeit. Slechts in het gebied van de schouder 6 en de cilindrische sectie 7 kan warmte direkt vanuit de kamer naar het stuw-ladingslichaam 11 stromen; dit gebied van de kamer is echter niet zo warm als de kegelvormige sectie k en het achten ste uiteinde van de loop 2, omdat dóór de loop 2 en de kegelvormige sectie k bij afvuren de warme gassen met een grote snelheid stromen en daarbij een relatief grote hoeveelheid warmte naar het aangrenzende metaal wordt overgedragen, welk metaal deze hoeveelheid warmte opslaat en ten dele naar de volgende patroon in de kamer overdraagt.In the case of a handgun of an unspecified construction, a chamber 3 connects to a barrel 2 provided with pull grooves 1, which chamber is provided with a conical section 4 connecting to the barrel end, a cylindrical section 5 * connecting thereto and a cylindrical section 5 connecting thereto. Cone-shaped shoulder 6 and a further cylindrical section 7. In the chamber 3i which is closed on the side opposite the barrel 2 by an unspecified closing piece 9, there is a sleeve-free cartridge 8. The cartridge 8 comprises a projectile 10, which is embedded with a cylindrical rear region thereof in a textile loading body 11. At least one annular slot 12 is provided in the vicinity of the rear end of the projectile 10 to obtain better support. The propellant body 11, which has a circular cross-section, comprises a rear section I in the form of a hollow cylinder, the outer diameter of which is approximately equal to the diameter of the cylindrical section 7 and whose inner diameter is approximately equal to the diameter of the cylindrical section of the projectile 10; in the forward area thereof, the propellant charge body merges into a sleeve-shaped section 13, which rests firmly against the projectile 10 and whose outer diameter is smaller than the diameter of the cylindrical section 5, so that between section 13 and the adjacent wall of chamber 3 there is a free space. The transition from section 13 to transition 11 is in the form of a conical support surface 15 which rests in the shown firing position against the shoulder 6 of chamber 3. The hollow space of the rear section 11 of the propellant charge body 11 adjoining the rear end of the projectile 10 is provided with an additional stub shaft 16, which burns faster than the propellant charge body 11, the rear end face of which has an ignition shaft 17. The closing piece 9 is provided with a central bore 18 with a firing pin 19 guided therein. The projectile 10, with its front region, only extends to the conical section 4 or possibly still to a small extent in the rear end of the barrel 2, whereby everywhere space between the projectile 10 and the opposite wall of the chamber 3 or the surface of the barrel 2 is present. This prevents a large amount of heat from flowing from the heated barrel or the chamber through the projectile 10 to the propellant charge body 11 as a result of metallic contact. Only in the region of the shoulder 6 and the cylindrical section 7 can heat flow directly from the chamber to the propellant charge body 11; however, this area of the chamber is not as hot as the conical section k and the eighth end of the barrel 2, because through the barrel 2 and the conical section k the hot gases flow at a high velocity upon firing, and thereby have a relatively large amount of heat is transferred to the adjacent metal, which metal stores this amount of heat and partially transfers it to the next cartridge in the chamber.

Terwijl het stuwladingslichaam bij de patroon volgens fig. 1 een cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit, zijn de stuwladingslichamen van de in fig. 2-5 afgebeelde patronen in wezen uitgevoerd met een rechthoekige dwarsdoorsnede, omdat dit een aanmerkelijk betere benutting van een bepaalde magazijnruimte toelaat.Dienovereenkomstig is ook de kamer van een rechthoekige dwarsdoorsnede voorzien. Ook is bij de afbeelding volgens fig. 2 geen normaal sluitstuk aanwezig, dat op de wijze van een ten opzichte van de vuur-richting coaxiale cilinder is uitgevoerd, doch is, zoals bij handvuurwapens voor het afschieten van hulsloze patronen bekend is, een walssluitstuk aanwezig, waarvan de hartlijn de hartlijn van de loop loodrecht snijdt. Volgens fig. 2 sluit op het achterste uiteinde van een loop 22 met trek-gleuven 21 een kamer 23 aan, die evenals een zich daarin bevindende patroon 28 een rechthoekige dwarsdoorsnede bezit De als sluitstuk dienende wals 29 is in een boring bo van een niet nader weergegeven en star met de loop 22 verbonden onderdeel om een as ^1 draaibaar gelegerd. In de wals 29 is een kamerlichaam b2 met cilindrisch buitenoppervlak in een boring bj ondergebracht, welke boring in de vuurrich-ting van de wals 29 coaxiaal ten opzichte van de hartlijn van de loop 22 is georiënteerd.While the propellant body of the cartridge of FIG. 1 has a circular cross-section, the propellant bodies of the cartridges shown in FIGS. 2-5 are essentially of rectangular cross-section, since this allows for significantly better utilization of a particular warehouse space. also provide the chamber with a rectangular cross section. Also in the illustration according to Fig. 2 there is no normal closing piece, which is designed in the manner of a cylinder coaxial with respect to the fire direction, but, as is known in small arms for firing caseless cartridges, there is a roller closing piece. , whose centerline intersects the centerline of the barrel perpendicularly. According to FIG. 2, a chamber 23, which, like a cartridge 28 therein, has a rectangular cross-section, connects to the rear end of a barrel 22 with pull-slots 21. The roller 29 serving as the closing piece is in a bore bo of an unspecified shown and mounted rotatably on a shaft ^ 1 rigidly connected to the barrel 22. In the roller 29, a chamber body b2 with a cylindrical outer surface is accommodated in a bore bj, which bore is oriented coaxially with respect to the axis of the barrel 22 in the direction of fire of the roller 29.

De kamer 23 bezit een voorste kamerruimte 2b in het gebied waarvan zich een projectiel 30 van de patroon 28 met het voorste uiteinde daarvan bevindt. Het tegenoverge- legen achterste uiteinde van de loop 22 is iets kegelvormig verwijd. Het kopvlak van het projectiel 30 ligt op een afstand van het mantelvlak van de boring ko en daardoor op afstand van het achterste uiteinde van de loop 22. Het noch door een stuwaldingslichaam 31 noch het projectiel 30 ingenomen deel van de voorste kamerruimte 2k dient als ex-pansieruimte om de druk van de verbrandende stuwlading te begrenzen. Aangrenzend aan de as ^1 is aan de van de loop 22 afgekeerde zijde van de kamer 23 een in de binnendwars-doorsnede van de kamer uitspringende schouder 26 in elk van de vier hoeken, deze steeds driehoekigvormig overspannend aangebracht. Tegen deze schouders 26 rusten overeenkomstige steunvlakken 35 van het stuwladingslichaam 31 wanneer de patroon 28 in de kamer 23 wordt geschoven. Tussen tegenover elkaar gelegen hoeken van de schouders 26 bevindt zich steeds een langsgeleidingsvlak 25» waarvan de breedte slechts een fractie van de overeenkomstige breedte van de kamer 22 is. De steunvlakken van het stuwladingslichaam 31 bij de wand van de kamer 23 worden daarbij gereduceerd. Het in het stuwladingslichaam 31 stekende deel van het projectiel heeft een zodanige lengte, dat dit buiten de steunvlakken 35 uitsteekt. Het deel is voorzien van een met de gleuf 12 overeenkomende gleuf en op het projectiel sluit een extra stuwsas met ontsteeksas aan, zoals eveneens in fig. 1 is aangegeven en zoals ook geldt voor de patronen volgens fig. 3-5, waar deze details terwille van de eenvoud niet nogmaals zijn weergegeven.The chamber 23 has a front chamber space 2b in the area of which is located a projectile 30 of the cartridge 28 with the front end thereof. The opposite rear end of the barrel 22 is flared slightly conically. The end face of the projectile 30 is spaced from the lateral surface of the bore ko and thereby away from the rear end of the barrel 22. The part of the anterior chamber 2k occupied by neither a thrust body 31 nor the projectile 30 serves as an ex -pansion space to limit the pressure of the burning propellant charge. Adjacent to the shaft 1, on the side of the chamber 23 facing away from the barrel 22, a shoulder 26 projecting in the inner cross-section of the chamber in each of the four corners is arranged in a triangular manner. Corresponding support surfaces 35 of the propellant body 31 rest against these shoulders 26 when the cartridge 28 is slid into the chamber 23. Between longitudinal corners of the shoulders 26 there is always a longitudinal guide surface 25, the width of which is only a fraction of the corresponding width of the chamber 22. The support surfaces of the propellant loading body 31 at the wall of the chamber 23 are thereby reduced. The part of the projectile projecting into the propellant body 31 has a length such that it projects beyond the supporting surfaces 35. The part is provided with a slot corresponding to the slot 12 and an additional thrust shaft with firing shaft connects to the projectile, as also indicated in fig. 1 and as also applies to the cartridges according to fig. 3-5, where these details are for the sake of of simplicity have not been reproduced.

2 Bij het afvuren wordt door een slag van de slagpen op het ontsteeksas 17 dit sas ontstoken en brandt eerst het extra stuwsas 16 weg, dat het projectiel tot in de loop drijft, waarbij het, het projectiel omgevende gebied van het stuwladingslichaam 11 respectievelijk 31 als geleiding dient. De kegelvormige verbreding van de loop 22 respectievelijk de kegelvormige sectie U dienen voor een meer gemakkelijk inbrengen van het projectiel 10 respectieve- lijk 30 in de loop 2 respectievelijk 22. De opstelling van de steunvlakken 15 respectievelijk 35 in het gebied vóór het achterste uiteinde van het projectiel 10 respectievelijk 30 zorgt ervoor, dat niet bij een snel en in de eerste plaats bij een automatisch inbrengen van een patroon in de kamer het stuwladingslichaam afscheurt wanneer op het moment, waarop de steunvlakken 15 respectievelijk 35 tegen de schouder 6 respectievelijk 26 rusten, het projectiel 10 respectievelijk 30 zeer snel wordt vertraagd.2 When firing, this stroke is ignited by a stroke of the firing pin on the firing shaft 17 and first the additional propeller shaft 16 burns away, which drives the projectile into the barrel, whereby the area of the propellant loading body 11 and 31 surrounding the projectile is conduction. The conical widening of the barrel 22 and the conical section U serve for a more easy introduction of the projectile 10 and 30 respectively into the barrel 2 and 22. The arrangement of the supporting surfaces 15 and 35 in the area in front of the rear end of the projectile 10 and 30, respectively, ensures that the propellant body does not tear off when the moment the supporting surfaces 15 and 35 rest against the shoulder 6 and 26, however, and when the cartridge is automatically introduced into the chamber, projectile 10 and 30 are slowed down very quickly.

De in fig. 2 afgebeeïde kamer kan ook symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van een dwarsmiddenvlak, waarin de as hl is gelegen en waarop de hartlijn van de loop en de hartlijn van de kamer loodrecht staat. Er zijn dan aan beide zijden van dit dwarsmiddenvlak geschikte schouders 26 aanwezig. Men kaïn dan projectielen afvuren door de wals 29 steeds over 180° te roteren.The chamber defined in Fig. 2 may also be arranged symmetrically with respect to a transverse central plane, in which the axis h1 is located and on which the axis of the barrel and the axis of the chamber are perpendicular. Suitable shoulders 26 are then present on both sides of this transverse central plane. Projectiles are then fired by rotating the roller 29 by 180 ° each time.

Het stuwladingslichaam 31 bezit een ongeveer rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij in het voorste, het dichtst bij het projectiel gelegen gebied daarvan afschuiningen h6 aanwezig zijn, waarvan het achterste uiteinde door de steunvlakken 35 wordt gevormd. In twee tegenover elkaar gelegen zijvlakken zijn vlakke geleidingsgleuven bj aanwezig, die een vasthouden van de patroon in een vorkvormige laadstrook mogelijk maken. Alle buitenzijden van het stuw-ladingslichaam 31 zijn afgerond. De tussen de afschuiningen k6 overblijvende langsstroken met een, een rechthoekige dwarsdoorsnede begrenzende buitencontour rusten bij ingebrachte patroon tegen de langsgeleidingsvlakken 25. Er kan derhalve slechts een warmte-overdracht vanuit de kamer naar het stuwladingslichaam langs deze relatief smalle langsvlakken en langs de steunvlakken 35 door warmte-geleiding plaats vinden.The propellant body 31 has an approximately rectangular cross-section, in the front of which, closest to the projectile, its chamfers h6 are present, the rear end of which is formed by the supporting surfaces 35. Flat guide slots bj are provided in two opposite side surfaces, which allow the cartridge to be held in a fork-shaped loading strip. All outer sides of the propellant charge body 31 are rounded. The longitudinal strips with an outer contour delimiting a rectangular cross-section, which remain between the chamfers k6, rest against the longitudinal guide surfaces 25 when the cartridge is inserted, and therefore only heat transfer from the chamber to the propellant loading body along these relatively narrow longitudinal surfaces and along the supporting surfaces 35 by heat conducting.

Het is duidelijk, dat de uitvinding niet tot de weergegeven uitvoeringsvorm is beperkt. Zo is het bijvoorbeeld duidelijk, dat het s tuwl'adings lichaam ook andere vormen kan hebben, waarbij er evenwel steeds op gelet dient te worden, dat de raakvlakken tussen het stuwladingslichaam en de kamer in een minder aan de verwarming blootstaand achterwaarts gebied aanwezig zijn en het projectiel in de afvuurpositie voor het ontsteken niet in metallisch contact staat met delen van de loop of de kamer.It is clear that the invention is not limited to the illustrated embodiment. For example, it is clear that the propellant body can also have other shapes, but care must always be taken that the interfaces between the propellant body and the chamber are present in a less rearward area exposed to the heating and the projectile in the firing position before firing is not in metallic contact with parts of the barrel or chamber.

De inrichting volgens de uitvinding kan ook worden toegepast bij in dwarsrichting beweegbare sluitstukken, zoals bijvoorbeeld revolvertrommels, schuifsluitstukken of bloksluitstukken voor hulsloze en ook conventionele hulspatronen en van groot voordeel aangezien decentreringen aanmerkelijk minder invloed op het projectiel hebben dan bij gedeelde lopen, aangezien n.l. in het sluitstuk nog een op het loopeind aansluitende loopsectie aanwezig is.The device according to the invention can also be used with transversely movable keepers, such as, for example, revolver drums, slide seals or block seals for caseless and also conventional sleeve cartridges, and of great advantage since off-centerings have considerably less influence on the projectile than with split barrels, since in the closing piece there is still a running section connecting to the barrel end.

Claims

A handgun having a barrel for a cartridge-less chamber, comprising a projectile inserted into its propellant body with its rear end and resting in the firing position with a support surface against a counter-surface of the chamber, characterized in that the support surface (15 and 35, respectively) of the cartridge 8 and 28, respectively, at the propellant charge body (11 and 31, respectively) at a distance from the front end thereof and between the projectile (10 and 30, respectively) and the adjacent metal of the chamber (3, 23, respectively), the barrel (2 and 22 respectively) a distance is present on all sides.

A handgun according to claim 1, characterized in that the projectile (10 and 30, respectively) protrudes from the propellant charge body (11 and 31, respectively) and the area surrounding the projectile forms an expansion space.

A cartridge-free handgun with a firing shaft mounted on the rear end of the propellant body, characterized in that between the firing shaft (17) and the projectile (10 and 307, respectively, there is an additional propelling shaft (16), which is faster or in front of the remaining parts of the propellant body (11 and 11, respectively) burns Small arms according to claim 3, characterized in that the distance between the rear barrel end and the region of the projectile (10 and 30 respectively) in which the conical region thereof merges into the cylindrical firing into the barrel guided section is at least as large as the projectile section located in the propellant body.

A handgun according to claim 3 or k, characterized in that the diameter of the additional thrust shaft (16) is approximately the same size as the diameter of the projectile.

A handgun according to any one of the preceding claims, characterized in that the stop surface or support surface (15 and 35, respectively) is present at the thrust body (11 and 31, respectively) in front of the rear end of the projectile (10 and 30 respectively).

A handgun according to any one of the preceding claims, characterized in that the supporting surface is approximately halfway the cartridge (3 and 23, respectively) and the counterplane (6, 26) is approximately halfway the chamber (3, 23, respectively). iff. Hand gun according to any one of the preceding claims, provided with a breech roller which is arranged transversely to the center line of the barrel and wherein the chamber extends transversely through the roller, characterized in that the chamber (23) is symmetrical with respect to of a transverse central plane (4l), on which the center line of the chamber is perpendicular.