NL7901047A - Koofrasterstelsel voor een plafond in de vorm van een rasternetwerk. - Google Patents

Description

4^ ïïw ?216

Gouda Holland Holdings S.A.

Luxemburg,

Luxemburg.

Koofrasterstelsel voor een plafond in de vorm van een rasternetwerk.

De uitvinding beeft betrekking op een koofstelsel voor plafonds in de vorm van een rasternetwerk van elkaar kruisende kanaalvormige elementen.

5 Bij de bouw van moderne gebouwen in het bijzonder kantoren, theaters, stations enz., wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van in metaal of kunststof uitgevoerde hangplafonds die een artistieke waarde vertegenwoordigen.

Bij het monteren van een plafond in de vorm van de reeds genoemde 10 elkaar kruisende kanaalvormige elementen of balken is het van belang een dergelijk plafond op eenvoudige wijze te monteren. Vooral bij de kruispunten van de elementen geeft dit moeilijkheden.

Bovendien is het wenselijk dat deze kanaalvormige elementen tevens kunnen dienen voor het daarin onderbrengen van verlichtingsarmatu-15 ren. met bijbehorende elektriciteitsleidingen, van luchtconditionerings-kanalen voor het, door middel van in deze kanalen aangebrachte openingen, in de ruimte blazen van lucht, dan wel deze daaruit te verwijderen, enz., zonder dat aan de estetische waarde van het roosterplafond afbreuk wordt gedaan, en zonder dat dit ten koste gaat van een ingewikkelde construc-20 tie en montage en eventueel demontage.

Verder is het wenselijk dat wanneer een woon/werkruimte door scheidingswanden in een aantal kleinere ruimten wordt onderverdeeld, , 1 de kanaalvormige elementen te benutten voor het daarin 'opnemen van de bovenrand van een scheidingswand. Een bijkomend voordeel hiervan is, dat 25 wanneer naderhand in een woon/werkruimte waarin een dergelijk roosterplafond reeds is aangebracht, een scheidingswand moet worden aangebracht dit op eenvoudige wijze zonder enige verandering van het bestaande roos-terpatroon kan worden uitgevoerd. Het op deze wijze integreren van de scheidingswanden met de kanaalvormige elementen van het roosterplafond 790 1 0 47 2 Λ·' verhoogt de estetische waarde van het geheel.

De uitvinding "beoogt een plafond in de vorm van een aantal elkaar kruisende kanaalvormige elementen dat aan de genoemde eisen voldoet. Volgens de uitvinding wordt hierin voorzien doordat de elkaar kruisende 5 kanaalvormige elementen van het rasternetwerk worden gevormd door een aantal van steeds twee op afstand tegenoverelkaar gelegen geprofileerde langwerpige zijplaten voor het vormen van een koof waarbij elke zij-plaat aan zijn ene langwerpige einde een eerste U-vormig gebogen gedeelte bevat, zodanig dat de beide benen in hoofdzaak loodrecht staan op 10 het lijf van de zijplaat, en welke zijplaat op afstand van het eerste U-vormige gedeelte over zijn langszijde een tweede U-vormig gebogen gedeelte bevat, zodanig dat het open gedeelte daarvan wijst in de richting van het eerste U-vormige gedeelte, waarbij elke geprofileerde .zijplaat aan elk van zijn kopse uiteinden met zijn tweede U-vormige gedeelte los-15 neembaar ondersteund kan worden door een plaatpositie-element in de vorm van een hoekprofiel, welke hoekprofielen verbonden zijn met een, op de ...... kruispunten van de elkaar kruisende rasterlijnen van het rasternetwerk aangebrachte ondersteuningsplaat, waarbij de hoekprofielen in hoofdzaak • vertikaal ten opzichte van de horizontaal zijn aangebracht en waarvan 20 de benen ten opzichte van de ondersteuningsplaat naar buiten wijzen, teneinde van twee aangrenzende, bij een kruispunt samenkomende en onder een hoek ten opzichte van elkaar staande zijplaten, het tweede U-vormige · gedeelte van de ene zijplaat, alsook het tweede U-vormige gedeelte van de andere zijplaat om de bovenrand van het ene been respektievelijk an-25 dere been van een hoekprofiel te laten aangrijpen.

De uitvinding zal onderstaand aan de hand van enige uitvoerings-voorbeelden en onder verwijzing naar de figuur nader worden uiteengezet. Hierbij toont: fig. 1 een plafond bestaande uit een rasternetwerk van elkaar 30 kruisende kanaalvormige elementen; fig. 2 een verbindingswijze van de kanaalvormige elementen bij een kruispunt; fig. 3 een doorsnede van een kanaalvormig element van fig. 1 volgens de lijnen III-III in een uitvoeringsvorm, waarbij in het kanaalvor-35 mige element een lichtarmatuur is aangebracht; 790 1.0 47 * '3 & fig. 4 een doorsnede van een kanaalvormig element van fig. 1 volgens de lijnen I7-IV in een uitvoeringsvorm, waarbij in het kanaalvormi-ge element een luchtconditioneringskanaal is aangebracht.

In fig. 1 is een roosterplafond 1 weergegeven bestaande uit een 5 aantal elkaar kruisende kanaalvormige elementen 2, die in hun kruispun ten 3, en zoals in fig. 2 in detail is aangegeven, worden ondersteund door ondersteuningsplaten k. In deze kanaalvormige elementen 2 kunnen lichtarmaturen 5s luchtkokers 6, enz., worden aangebracht. Verder kunnen in deze kanaalvormige elementen eveneens de bovenranden van niet 10 nader aangegeven scheidingwanden worden opgenomen.

De in fig. 2 weergegeven ondersteuningsplaat ^ is in hoofdzaak vlak en vierkant van vorm met in het midden een doorboring 7 waardoorheen, zoals in fig. 3 is aangegeven, een stang 8 past, die enerzijds met het plafond 9 en anderzijds met een bout 10 aan de ondersteuningsplaat 15 k is bevestigd. Het is duidelijk dat de ondersteuningsplaat ook op andere wijze met het plafond verbonden kan worden.

Op elk van de hoekpunten van de ondersteuningsplaat b is een zij-plaatpositie-element 6, in de vorm van een hoekprofiel 11 aangebracht, welke hoekprofielen loodrecht op het vlak van de ondersteuningsplaat 20 staan, en waarvan de benen 11a en 11b, die loodrecht op elkaar staan, ten opzichte van het ondersteuningsvlak naar buiten wijzen, en waarvan de hoekpunten wijzen naar het middelpunt van de ondersteuningsplaat.

In fig. k is een andere ondersteuningsplaat 12 weergegeven.

Deze bestaat in hoofdzaak uit een U-vormig gebogen materiaalstrook, 25 waarbij het bodemvlak 12a in hoofdzaak een vierkant vlak is, met in het midden daarvan een doorboring 7a waardoorheen een stang 8a past, die i enerzijds met het plafond 9 en anderzijds met een bout 10a aan de onderst euningsplaat 12 is bevestigd. Aan de hoekpunten van de uiteinden van de benen 12b van de ondersteuningsplaat 12 zijn hoekprofielen 11 30 aangebracht die identiek zijn aan de hoekprofielen van de ondersteuningsplaat. Ook hier staan de hoekprofielen 11 loodrecht op het vlak 12a van de ondersteuningsplaat 12, en wijzen de benen 11a en 11b ten opzichte van de ondersteuningsplaat 12a naar buiten, en zijn de hoekpunten gericht naar een gemeenschappelijk middelpunt.

35 Eventueel kunnen in de benen 12b van de ü-vonnige ondersteunings- 790 1 0 47 <r k plaat 12 uitsparingen gemaakt worden om een doorgang te verkrijgen voor de kanaalvormige elementen die uitmonden tegen deze "benen 12b.

In plaats van een vierkante ondersteuningsplaat b en een vierkant bovenvlak 12a van de ondersteuningsplaat 12 kan de ondersteuningsplaat 5 en het bovenvlak 12a ook rechthoekig worden gekozen. Men verkrijgt dan de mogelijkheid de elkaar kruisende kanaalvormige elementen een verschillende breedte te geven.

Een kanaalvormig element 2 bestaat in het algemeen uit twee identieke tegenover elkaar gelegen geprofileerde langwerpige zijplaten 13.

10 Een dergelijke zijplaat 13 bestaat uit een langwerpige materiaalstrook, van bijvoorbeeld metaal of kunststof, waarvan de beide langwerpige einden omgebogen zijn tot een U-vorm ih, 15, welke U-vormen in het algemeen aan verschillende zijden van het tussen deze U-vormen gelegen lijf 16 van de materiaalstrook zijn gelegen. Het eerste U-vormig gebogen gedeelte 15 1U staat in hoofdzaak loodrecht op het lijf 16. Het tweede U-vormige ge deelte 15 is zodanig aangebracht dat het vrije been 15a daarvan wijst in de richting van het eerste U-vormige gedeelte 1U.

Het uiteinde 15b van het vrije been 15a kan eventueel ten opzichte van het lijf 16 uitgebogen worden voor het vormen van een onderst eu-20 ning van de in fig. b weergegeven luchtkoker 6.

Zoals in de fig. 2, 3 en U is te zien zijn de eerste U-vormige gedeelten 1U ten opzichte van het lijf 16 buitenwaarts gericht, maar het is duidelijk dat, indien gewenst, deze eerste U-vormige gedeelten ook ten opzichte van het lijf 16 naar binnen zijn gericht.

25 In fig. 2 is behalve de geprofileerde zijplaat 13 nog een tweede geprofileerde zijplaat 13a weergegeven, die identiek is aan de zijplaat 13 met dien verstande dat de zijplaat 13a nog een derde U-vormig gedeelte 17 bezit, waarvan de opening wijst in een richting tegengesteld aan de opening van het tweede U-vormige gedeelte 1 . -Dit derde U-vormige 30 gedeelte 17 kan als kabelgoot dienen, zie fig. 3, voor de in'de kanaalvormige elementen 2 toegepaste verlichtingsarmaturen 5· De zijplaten 13 en 13a zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat het been 15a van het tweede U-vormige gedeelte 15 ongeveer de lengte heeft van het gedeelte van het been 11a, 11b van het hoekprofiel 11 dat boven de ondersteunings-35 plaat uitsteekt, en dat de afstand tussen het eerste en het tweede 79 0 1 0-47 < 5 U-vormige gedeelte tenminste gelijk is aan de lengte van een hoekpro-fiel 11.

Het monteren van een plafond in de vorm van elkaar kruisende kanaalvormige elementen 2 kan als volgt worden uitgevoerd.

5 Eerst worden de ondersteuningsplaten h en of 5 op -de gewenste af standen van elkaar in de vorm van een roosterpatroon met behulp van bijvoorbeeld de stangen 8, 8a tegen bet plafond 9 bevestigd, waarna op zeer eenvoudige wijze de tweede U-vormig gebogen gedeelten van de geprofileerde zijplaten 13, 13a van boven af tussen twee aangrenzende onder-10 steuningsplaten 1(- en of 5 over de bovenranden van een van de benen 11a9- i 11b van de hoekprofielen 11 geschoven kunnen worden. Zonodig kunnen deze zijplaten aan de hoekprofielen gefixeerd worden met behulp van bijvoorbeeld fixatieschroeven 18 die passen door respectievelijke doorboringen 19 en 20 in de zijplaten 13, 13a en de hoekprofielen 11. In fig. 2 is 15 duidelijk te zien hoe de zijplaten 13a van twee loodrecht op elkaar staande kanaalvormige elementen 2 aan een hoekprofiel 11 worden bevestigd. De aldus aangebrachte zijplaten 13, 13a vormen een koof.

Worden de koven benut voor het daarin aanbr$ngen van verlichtings-armaturen 5 dan kan het rooster bijvoorbeeld t staan uit de ondersteu-20 ningsplaten 1(- in combinatie met de zijplaten 13a, zoals in fig. 3 is aangegeven, waarbij de kabelgoten 17 kunnen worden gebruikt voor de aan te brengen verlichtingsarmaturen 5· lu fig.- 3 is verder te zien dat onder het verlichtingsarmatuur 5.een rooster 2b ia aangebracht dat tussen de eerste U-vormige gedeelten 11(- van de zijplaten 13a geklemd is. In 25 het rooster 21 kan nog een lichtdoorlatende plaat 22 van bijvoorbeeld plexiglas worden aangebracht.

Worden de koven benut voor het daarin aanbrengen van luchtkokers 6 dan kan het roosterpatroon bijvoorbeeld bestaan uit de ondersteunings-platen 12 in combinatie met; de zijplaten 13, zoals in fig. 1(- is aangege-30 ven. In fig. 1»- is verder te zien dat de luchtkoker 6 een toevoer of af-voeropening 6a bezit. Een dergelijke luchtkoker 6 kan aan het gezicht onttrokken worden met behulp van een ventilatierooster 23, dat tussen de eerste U-vormige gedeelten 11(- van de zijplaten 13 geklemd is.

Verder is het mogelijk diverse combinaties te maken.· Zo kan een 35 kanaalvormig element 2 worden opgebouwd uit twee verschillende zijpla- 790 1 0 47 * 6 ten, 13 en 13a waarbij dan tussen de kabelgoot 17 van de zijplaat 13a en het tweede U-vormige gedeelte 15 van de zijplaat 13 een aangepaste luchtkoker wordt aangebracht, Men heeft dan een mogelijkheid verkregen om in hetzelfde kanaalvormige element 2 zowel een verlichtingsarmatuur 5 5 als een luchtkoker 6 aan te brengen. Deze luchtkoker kan in de kruispun ten bijvoorbeeld boven de ondersteuningsplaat Λ geleid worden.

Door de aanwezigheid van de ten opzichte van de zijplaten 13, 13a naar buiten uitstekende eerste U-vormige gedeelten 1U heeft men tevens een middel verkregen op zeer eenvoudige wijze tussen de rooster-<I0 openingen van het roosterplafond 1, een lamellen rooster 2b, of panelen 25 aan te brengen. In fig. 3 is aangegeven de wijze waarop het lamellenrooster 2b en de panelen 25 aangebracht kunnen worden. Tussen twee overstaande kanaalvormige elementen 2 wordt op de uitstekende eerste U-vormige gedeelten 1U daarvan de lamelondersteuningselementen 26 ge-15 plaatst waaraan de lamellen 27 zijn bevestigd. Voor de panelen geldt een overeenkomstige bevestigingswijze, door middel van paneelondersteu-ningselementen 27· * 4 79 0 1 0 47

Claims (9)

1. Koofstelsel voor plafonds in de vorm van een rasternetwerk van elkaar kruisende kanaalvormige elementen, met het kenmerk, dat de elkaar kruisende kanaalvormige elementen (2) van het rasternetwerk worden 5 gevormd door een aantal van steeds twee op afstand tegenover elkaar ge legen geprofileerde langwerpige zijplaten (13; 13a) voor het vormen van een koof waarbij elke zijplaat (13; 13a) aan zijn ene langwerpige einde een eerste U-vormig gebogen gedeelte (1^-) bevat, zodanig dat de beide benen in hoofdzaak loodrecht staan op het lijf (16) van de zijplaat, en Ίq welke zijplaat op afstand van het eerste U-vormige gedeelte (lU) over zijn langszijde een tweede U-vormig gebogen gedeelte (15) bevat, zodanig dat het open gedeelte daarvan wijst in de richting van het eerste U-vormige gedeelte, waarbij elke geprofileerde zijplaat aan elk van zijn kopse uiteinden met zijn tweede U-vormige gedeelte (15) losneembaar onder-15 steund kan worden door een plaatpositie-element in de vorm van een hoek-profiel (11), welke hoekprofielen verbonden zijn met een, op de kruispunten (3) van de elkaar kruisende rasterlijnen van het rasternetwerk aangebrachte ondersteuningsplaat (k, 12), waarbij de hoekprofielen in hoofdzaak vertikaal ten opzichte van de horizontaal zijn aangebracht en 20 waarvan de benen (11a; 11b) ten opzichte van de ondersteuningsplaat naar buiten wijzen, teneinde van twee aangrenzende, bij een kruispunt samenkomende en onder een hoek ten opzichte van elkaar staande zijplaten (13; 13a), het tweede U-vormige gedeelte van de ene zijplaat, alsook het tweede U-vormige gedeelte van de andere zijplaat om de bovenrand van het 25 ene been (11a) respektievelijk andere been (11b) van een hoekprofiel (11) te laten aangrijpen.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ondersteu ningsplaat in hoöfazaak een vlakke vierkante plaat (U) is, op de hoeken waarvan 'de hoekprofielen (11) zijn aangebracht, welke profielen zowel bo-30 ven als onder het vlak van de ondersteuningsplaat zich kunnen uitstrekken, en waarbij de hoekpunten van de hoekprofielen wijzen naar het middelpunt van de ondersteuningsplaat.

3- Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ondersteu- 790 1 0 47 It 4 ningsplaat (U) in hoofdzaak rechthoekig is. k. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onder st euningsplaat een U-vormig getogen in hoofdzaak rechthoekige vlakke ondersteuningsplaat (12) is, -waarbij de hoekprofielen (11) ten opzichte 5 van de horizontaal vertikaal zijn aangebracht op de hoekpunten van de uiteinden van de benen (12b) van de U-vormig gebogen ondersteuningsplaat (12) en -waarbij de hoekpunten van de hoekprofielen wijzen naar een gemeenschappelijk middelpunt.

5· Stelsel volgens conclusie if-, met het kenmerk, dat het bodem- 10 vlak (12a) van de U-vormig gebogen ondersteuningsplaat (12) een vier--' kante of rechthoekige vorm heeft.

6. Stelsel volgens conclusies ^ en 5, met het kenmerk, dat de be nen (12b) van de U-vormig gebogen ondersteuningsplaat (12) een uitsparing bezit voor het maken van een doorgang van tegen de benen (12b) uit-15 mondende kanaal'von&ige elementen (1). de

7· Stelsel volgens conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat/ónder- steuningsplaat (U; 12) door middel van een aan de ondersteuningsplaat gekoppelde plafondstang (8; 8a) met het plafond (9) verbindbaar is. ----------- 8. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vrije 20 uiteinde van het gebogen been (15a) van het tweede U-vormige gedeelte haaks en buitenwaarts ten ppzichte van dit been is uitgebogen voor het vormen van een ondersteuningsflens (1Jb).

9. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan het vrije uiteinde van het gebogen been (15a) een goot (17) is aangevormd waarvan 25 bet open gedeelte wijst in een richting tegengesteld aan het open gedeelte van het tweede U-vormige gedeelte (15).

10. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van het vrije been (15a) van het tweede U-vormige gedeelte (15) in hoofdzaak gelijk is aan het gedeelte van het hoekprofiel (11) 30 dat boven het vlak van de ondersteuningsplaat {k) uitsteekt.

11. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van het lijf (16) van de zijplaat (13; 13a) tussen het eerste en tweede U-vormige gedeelte (1U; 15) tenminste gelijk is aan de lengte van een hoekprofiel (11).. 790 1 0 47