NL7812680A

NL7812680A - Werkwijze voor het lossen van poedervormige melamine uit een container, container geschikt voor het transport van melamine en hopper geschikt voor deze werkwijze.

Info

Publication number: NL7812680A
Application number: NL7812680A
Authority: NL
Original assignee: Stamicarbon
Priority date: 1978-12-30
Filing date: 1978-12-30
Publication date: 1980-07-02
Also published as: DE7908438U1; FR2445283B1; GB2038786B; JPS5594816A; BE880887A; IT7951204A0; GB2038786A; SE7910680L; IT1164037B; NO794347L; SE431974B; US4301943A; FI794086A; CA1108568A; DE2911802A1; FR2445283A1

Description

* v.

f STAMICARBON B;V.

1 3050 WERKWIJZE VOOR HET LOSSEN VAN POEDERVORMIGE MELAMINE UIT EEN CONTAINER,

CONTAINER GESCHIKT VOOR HET TRANSPORT VAN MELAMINE EN HOPPER GESCHIKT

VOOR DEZE WERKWIJZE

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het lossen van poedervormige melamine uit een container.

Het is tot nu toe gebruikelijk om poedervormige melamine te transporteren in zakkeh van bijvoorbeeld 25 of 50 kg, die opgestapeld 5 zijn op pallets. Ook wordt melamine, mits van een kwaliteit die geen 'bakkende' eigenschappen vertoont, wel·getransporteerd in zogenaamd bulk-zakken (Intermediate Bulk Containers) met een inhoud van ca.

1500 kg.

Deze werkwijzen hebben het nadeel, dat de totale kosten van 10 transport hoog zijn. Een belangrijk onderdeel van de totale kosten wordt namelijk veroorzaakt door de verpakkingskosten. Bovendien is het laden en lossen bewerkelijk en tijdrovend, terwijl gemakkelijk storingen, vertragingen en verlies van melamine kunnen optreden.

Het is ook bekend om melamine in bulk te vervoeren in speciaal 15 daarvoor geconstrueerde tankwagens. Deze hebben echter het nadeel, dat zij alleen bruikbaar zijn voor melaminetransport, zodat de tankwagens geen retourvracht kunnen vervoeren. Dit betekent een aanzienlijke verhoging van de transportkosten.

De meest economische wijze voor het transporteren van poeder-20 vormige melamine vooral voor transport over zee, zou het transport als stortgoed in ISO-containers zijn. Hierbij doet zich echter het probleem voor, dat de poedervormige melamine niet, of slechts zeer moeilijk uit de container te verwijderen is. Het is namelijk gebleken, dat 7812680 "Λ! f i 2 melamine de eigenschap heeft, om de middelen te verstoppen, die gebruikt worden om de uit de container stromende melamine op te vangen en verder te transporteren. Het is echter niet goed mogelijk om de melamine vrij uit de container te storten, omdat dit ten eerste de aanwezigheid 5 van een kostbare ondergrondse bunker vereist en ten tweede het los storten van melamine aanleiding geeft tot zeer veel stofoverlast, verlies van melamine en verontreiniging daarvan.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een werkwijze voor het probleemloos lossen van poedervormige melamine uit een ISO-10 container.

In dit verband wordt onder de term container een ISO-container verstaan met een gestandaardiseerde lengte van 20, 35 of 40 voet.

Dit wordt nu toegelicht aan de hand van een tekening, waarin fig. 1 schematisch een bovenaanzicht van de hopper weergeeft; 15 fig. 2 schematisch een zijaanzicht van deze hopper weergeeft, en fig. 3 schematisch een zijaanzicht van een container met hopper weergeeft.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat 20 men de poedervormige melamine via een uitstroomopening 15 aan de achterzijde van de container 1, in een schuin toelopende hopper laat uitstromen, welke hopper 2 tijdens het lossen verbonden is met de container 1, welke hopper 2 voorzien is van een opening 6, die eventueel via een verbindingsstuk 16 uitmondt in een poedertransportmiddel, en 25 waarbij de hoeken die de hopper 2 met het vlak van de achterzijde van de container 1 maken niet kleiner zijn dan 40° en waarbij de lengte (C) van de hopper 2 niet groter is dan 0,5 maal de breedte (A) van de hopper 2 ter plaatse van de bevestiging aan de container 1.

Bij voorkeur past mén als poedertransportinrichting een 30 cellenrad voor pneumatisch transport ('rotary' pomp) toe. Een dergelijke inrichting, die op zichzelf bekend is, bestaat uit een huis met daarin een as waaraan in de lengterichting een aantal bladen zijn aangebracht. De vaste stof komt via een opening in het huis in een richting loodrecht op de as in het huis terecht, wordt via de roterende bladen naar dat 7812680 ·* . 3 » deel van het huis getransporteerd dat tegenover de toevoeropening ligt.

Vanuit dit deel van het huis wordt de vaste stof via pneumatisch transport verwijderd. De vaste stof wordt vervolgens op bekende wijze naar een opslagbunker getransporteerd en opgeslagen.

5 Bij de werkwijze volgens de uitvinding blijkt verrassender wijs dat de poedervormige melamine wel uit de container te verwijderen en verder te transporteren i's. Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk geworden poedervormige melamine in bulk te transporteren in de bekende ISO-containers zonder dat bijzondere maatregelen genomen 10 behoeven te worden om deze te lossen.

De procedure die gevolgd moet worden voor het lossen van de poedervormige melamine uit de container is zeer eenvoudig.

Nadat de container aangekomen is op de plaats waar de melamine gelost moet worden, bevestigd men de schuin toelopende hopper aan de 15 achterzijde van de container. Aan deze hopper bevestigd men het cellenrad. Men brengt, vervolgens de voorzijde van de container omhoog, zodat de poedervormige melamine onder invloed van de zwaartekracht in de schuintoelopende hopper stroomt. Via het cellenrad, dat direkt aan de hopper bevestigd is, wordt de melamine verder getransporteerd.

20 Bij voorkeur liggen de hoeken (0.) die de zijkanten van de o hopper met de korte zijde van de container maken tussen 40 en 55 , terwijl de hoeken die de boven- en onderzijde van de hopper (en )

O

maken met de korte zijde van de container, maximaal 90 bedragen.

Meer in het bijzonder zijn de hóeken β^ en β^ gelijk en liggen deze o 25 tussen 70 eh 85 . *

In een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het cellenrad 8 bevestigd aan de opening 6 van de hopper 2 door middel van een verbindingsstuk 16 dat voorzien is van een ontluchting 17, waarbij de hartlijnen van de openingen van het verbindingsstuk 16 een hoek δ met 30 elkaar maken die bij benadering overeenkomt met de hoek (90° + γ).

In de prakijk betekent dit dat de hoek δ bij voorkeur tussen 130 en 150° ligt.

De hopper is voorzien van flensen die dienen om de hopper aan de container te bevestigen. De meest voor de hand liggende wijze 7812680 * t 4 is een losneembare boutverbinding. De voorkeur wordt er echter aan gegeven dat de flensen achter de randen van de overeenkomstige opening aan de achterzijde van de container kunnen grijpen. Op deze wijze kan de hopper op eenvoudige wijze aangebracht worden, terwijl er geen 5 risico'is, dat de hopper tijdens het lossen losraakt omdat de flensen door het gewicht van de melamine vastgedrukt worden.

De hoek (γ) die de container tijdens het lossen met het horizontale vlak maakt wordt hoofdzakelijk bepaald door de installatie die gebruikt wordt voor het omhoog brengen van de voorzijde van de 10 container en de lengte van de hopper, die aan de achterzijde bevestigd o is. Men zal er in het algemeen naar streven deze hoek γ tussen 40 en 60 te kiezen, omdat bij dérgelijke hoeken een optimale werkwijze wordt verkregen, waarbij nagenoeg alle melamine met hoge snelheid gelost wordt.

15 Voor het omhoog brengen van de voorzijde van de container zijn een tweetal systemen gebruikelijk. Het eerste systeem, dat verderop aan de hand van een figuur nog nader verduidelijkt wordt bestaat daaruit, dat de transportwagen waarop de container vervoerd wordt zelf voorzien is van een hefinrichting.

20 Bij het andere systeem wordt de container, tezamen met het chassis waar deze op is aangebracht, geplaats op een hefinrichting, waarbij het geheel van container en chassis omhoog gebracht wordt.

Zoals gebruikelijk bij het vervoer van stortgoed in een ISO-container brengt men voor het vullen van de container een z.g.

25 liner aan. Dit is een kunststoffolie, die de vorm heeft of aanneemt van de container en die voorkomt dat het stortgoed met de container-wanden zelf in aanraking komt. Na het lossen van het stortgoed verwijdert men de liner, waarna de container weer gereed is voor een willekeurig ander transport, terwijl geen nauwgezette reiniging, van de gebruikte 30 container nodig is.

De uitvinding is ook gericht op een container geschikt voor het transport en het lossen van poedervormige melamine en een hopper geschikt voor het lossen van poedervormige melamine uit een ISO-contai-ner.

7812580 t 5

De uitvinding wordt nu uitgebreid toegelicht aan de hand van de tekening.

In fig. 1 is een bovenaanzicht van een container 1 met poeder-opvanginrichting 2, geschikt voor hét uitvoeren van de werkwijze 5 volgens de uitvinding weergegeven. De poederopvanginrichting 2 is met zijde 3 via flensen 4 aan de achterzijde van container 1 bevestigd.

De zijkanten 5 van de poederopvanginrichting maken hoeken a, bij voorkeur tussen 45P en 60°, met de achterzijde van de container 1. De hopper 2 is voorzien van een uitstroomopening 6 die via verbindingsstuk 10 16 en flens 7 verbonden is met een cellenrad 8. Dit cellenrad heeft een tweetal aansluitingen 9 én 10 voor toevoer van transportlucht en afvoer van poeder/lucht mengsel.

De breedte van de zijde 3 van de hopper is aangegeven met A en de breedte van uitstroomopening 6 met D. De lengte van de hopper is 15 aangegeven met C. Bij de werkwijze volgens de uitvinding is de lengte C maximaal J A, terwijl de breedte D tenminste 1/8, maar bij voorkeur tenminste i van A bedraagt.

In fig. 2 is een gedeeltelijk zijaanzicht van de container (1) met hopper 2 geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de 20 uitvinding weergegeven.

De container 1 rust op een voertuigframe 10 en is via 11 scharnierend aan dit frame bevestigd. Op dezelfde wijze als in fig. 1 is de hopper 2 aan de container bevestigd. De onder- en bovenkant van de hopper 12 en 13 maken een hoek van resp. en (3^, met de achterzijde _ _ _o 25 van de container. Deze hoeken liggen bij voorkeur tussen 70 en 85 .

Als men echter uitgaat van een ronde hopper kunnen deze hoeken gelijk zijn aan de hoek a. De voorkeur wordt echter gegeven aan een rechthoekige hopper.

De hoogte van de hopper is aan de zijde van de container 1, B, en bij 30 de uitstroomopening 6, E. De verhouding van E staat tot B is bij voorkeur groter dan 1/6 meer in het bijzonder groter dan 1/3.

Het cellenrad 8 is via een kort verbindingsstuk 16 verbonden met de opening 6 van de hopper 2. Dit verbindingsstuk 16 heeft tenminste dezelfde hoogte en breedte als de opening 6, terwijl de hartlijnen van 7812680 9 r 6 de openingen van het verbindingsstuk een hoek δ met elkaar maken die tussen 130 en 150° ligt.

In fig. 3 is het zijaanzicht van de container 1 op het voer-tuigframe 10 weergegeven. De container is door middel van een hefinstal-5 latie 14 onder een hoek γ met het horizontale vlak gebracht, zodat de melamine volledig via hopper 2 en cellenrad 8 afgevoerd kan worden.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van voorbeelden.

Voorbeeld I

Aan een container zoals beschreven in de figuren met 18 ton o 10 poedervormige melamine werd een hopper bevestigd waarvan de hoek α 50 was en de hoeken β^ en beiden 80° waren. De verhouding C/A van de hopper was 0,44, de verhouding D/A was 0,27 en de verhouding Ξ/Β was 0,44. Een cellenrad was via een verbindingsstuk met een hoek δ van 140° op opening 6 aangesloten.

o 15 De container werd onder een hoek van 45 met het horizontale vlak getild, waarna de pomp gestart werd. De container werd zonder storing volledig geleegd met een snelheid van 5 kg melamine per seconde.

Vergelijkende voorbeelden II en III

Een experiment als in voorbeeld 1 werd uitgevoerd, waarbij de o o 20 hoek α van de zijkanten van de hopper 35 was in plaats van 50 . Reeds na enkele seconden verstopte de hopper.

Ook na herhaalde pogingen bleek de melamine niet uit de container te verwijderen te zijn.

In een ander experiment als in voorbeeld*1, waarbij echter 25 de pomp niet rechtstreeks op de opening 6 van de hopper was aangebracht maar via een leiding met dezelfde afmetingen als de hopper en een lengte gelijk aan | C deden zich dezelfde problemen voor. Reeds na enkele seconden kon door verstopping geen melamine meer gelost worden.

7 8 1' 2 S 3 0

Claims

1. Werkwijze voor het lossen van poedervormige melamine uit een ISO-container, met het kenmerk, dat men de poedervormige melamine vié een opening (15) aan een achterzijde van de container (1) in een schuin toelopende hopper (2) laat uitstromen, welke hoppeer (2) 5 tijdens het lossen verbonden is met de container (1) en welke hopper (2) voorzien is van een opening (6) die uitmondt in een poeder transportinrichting (8) en waarbij de hoeken α, β1 _ welke de hopper (2) met het'vlak van de achterzijde van de container (1) Ö maken niet kleiner zijn dan 40 en waarbij de lengte (C) van de 10 hopper (2) niet groter is dan 0,5 maal de breedte (A) van de hopper (2) ter plaatse van de bevestiging aan de container (1).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men als poeder-transportmiddel (8) een cellenrad toepast.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men de o o 15 hoeken CL tussen 40 en 55 instelt.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat men de o o hoeken p1 en p tussen 70 en 85 instelt. X Λ

5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat men de verhouding van de breedte (D) van de opening (6) tot de breedte (A) 20 van de hopper (2) ter plaatse van de bevestiging aan de container (1) groter dan 1/8, meer in het bijzonder groter dan 1/4 kiest.

6. Werkwijze volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat men de verhouding van de hoogte (E) van de opening (6) tot de hoogte (B) van de hopper (2) ter plaatse van de bevestiging aan de container 25 (1) groter dan 1/6, meer in het bijzonder dan 1/3 kiest. 7812630 «1 9 t S' (

7. Werkwijze volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat men de container (1) tijdens het lossen onder een hoek γ met het horizon tale vlak tussen 40 en 60° brengt.

7 3050

8. Werkwijze volgens conclusie 1-7, met het kenmerk, dat het transport- 5 middel (8) aan de opening (6) van de hopper (2) bevestigd is door middel van een verbindingsstuk (16) waarvan de hoogte en breedte tenminste gelijk zijn aan de hoogte en breedte van opening (6), en waarvan de hartlijnen van de openingen een hoek δ maken die ligt tussen 130 en 150°.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat men het verbin dingsstuk (16) voorziet van een ontluchtingsopening (17).

10. Container geschikt voor de werkwijze volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat de ISO-container·(1) voorzien is van een hopper (2) welke bevestigd is aan de achterzijde van de container (1) en van 15 welke hopper (2) de zijkanten (5) hoeken-α met de achterzijde van o de container (1) maken die niet kleiner zijn dan .40 en waarvan de lengte (C) ten hoogste 0,5 maal de breedte (A) van de hopper (2) ter plaatse van de bevestiging aan de container (1) bedraagt.

11. Container volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat men als poeder- 20 transportmiddel (8) een cellenrad toepast.

12. Container volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de o o hoeken α tussen 40 en 55 liggen.

13. Container "volgens conclusie 10-12, met het kenmerk-, dat de hoeken - rs n 0 0 p1 en p tussen 70 _ en 85 liggen. X Δ

14. Container volgens conclusie 10-13, met het kenmerk,“"dat de verhou- ding van de breedte (D) van de opening (6) tot de breedte (A) van de hopper (2) ter plaatse van de bevestiging aan de container (1) groter is dan 1/8, meer in het bijzonder groter dan 1/4.

15. Container volgens conclusie 10-14, met het kenmerk, dat de 30 verhouding’van de hoogte (E) van de opening (6) tot de hoogte (B) van de hopper (2) ter plaatse van de bevestiging aan de container groter (1) is dan 1/6, meer in het bijzonder dan 1/3.

16. Centainer volgens conclusie 10-15, met het kenmerk, dat de container (1) tijdens het lossen aan hoek γ met het horizontale vlak 35 maakt welke ligt tussen 40 en 60°. «04 0 .:7 -b Λ j v l JL ') ^ V V Hi··

17. Container volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het transportmiddel (8) aan de opening (6) van de hopper (2) bevestigd is door middel van een verbindingsstuk (16) waarvan de hoogte en breedte tenminste gelijk zijn aan de hoogte en breedte van opening (6), 5 en waarvan de hartlijnen van de openingen een hoek δ maken die ligt o tussen 13Q en 150 ...

18. Container volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het verbindingsstuk (16) voorzien is van een ontluchtingsopening (17).

19. Hopper voor het ledigen van container voor het vervoer van poeder- 10 vormige melamine en die aan het uiteinde voorzien is van een transportmiddel voor af te voeren melamine, met het kenmerk, dat de hopper (2) aan de onderzijde van de achterzijde van de container (1) bevestigbaar is en daarmede in open verbinding staat, van welke hopper (2) 15. de zijwanden t.o.v. het open scheidingsvlak (3) met de container (1) een hoek maken van meer dan 40°; - de onder- en bovenwanden t.o.v. dit open scheidingsvlak (3) een hoek maken die tussen 70 en 85° ligt; - de verhouding van de breedte van de open aansluiting aan het 20 transportmiddel (8), tot de breedte van de open aansluiting aan de’ container (3) groter is dan 1/8, meer in het bijzonder groter is dan 1/4; - de verhouding van de hoogte van de open aansluiting aan het , transportmiddel (8) tot de hoogte van de open aansluiting aan de 25 container (1) groter is dan 1/6, meer in het bijzonder 1/3; - het transportmiddel (8) een cellenrad is, dat voorzien is van middelen voor pneumatisch transport van de melamine;

20. Hopper volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat deze rondom de opening (3) voorzien is van flensen (4) die achter de randen 30 van de overeenkomstige opening van de container (1) kunnen grijpen. 7812330