NL7811983A

NL7811983A - Machine tool operations on work-pieces in series - has hydraulic cylinder manipulators for succession of working positions on horizontal rails stopping for different operations

Info

Publication number: NL7811983A
Application number: NL7811983A
Authority: NL
Original assignee: Multinorm Bv
Priority date: 1978-12-08
Filing date: 1978-12-08
Publication date: 1980-06-10

Abstract

The system enables a number of machine tools to be operated in series, each operation consisting of three stages, a preliminary adjustment, a long operational stage and a short return stage. The appts. involves a central frame with rails, and workpieces moving between a horizontal serial row of working positions (3X, 3X) along a horizontal carriage moved at the ends by hydraulic cylinders (10, 11). At each working position, a tool head is brought down to perform a different operation using the appropriate machine tool, the individual workpiece being moved stepwise into the next position. A typical sequence of operations would be (3X) manual, (3F) clamping, (3J) boring, (3K) cutting, (3Y) (reverse position), (3M) tapping, (3N) cutting (3P) measuring, (3R) cutting, (3T) undercutting, (3U) measuring, (3Y) (reverse position), (3V) scouring, (3W) drying, (3G) unclamping, and (3Z) removal.

Description

•ï Μ Κοη/ΗΗ,395 ___________ . . . .............. . .... .• ï Μ Κοη / ΗΗ, 395 ___________. . . ............... .....

MUITINORM Β.Υ. te ÏTieuw-YennepMUITINORM Β.Υ. in New Yennep

Werkwijze en inrichting voor het in serie bewerken van werkstukken______________Method and device for serial machining of workpieces______________

De uitvinding betreft een werkwijze voor het in serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen bewerken van werkstukken, waarbij de afzonderlijke hydraulische motoren voor het bewegen van het gereedschap van de werktuigen ten 5 opzichte van het werkstuk elk worden bekrachtigd in drie fasen, namelijk een snel uitgevoerde naderfase, een langzaam uitgevoerde bewerkingsfase en een snel uitgevoerde terugtrek-fase.The invention relates to a method for machining workpieces in series at a plurality of machining locations, wherein the separate hydraulic motors for moving the tools of the tools relative to the workpiece are each energized in three phases, namely a rapidly executed follow-up phase , a slow processing stage and a fast retraction phase.

Sen dergelijke werkwijze vergt de levering van veel 10 drukvloeistof.Such a method requires the delivery of a lot of pressure fluid.

* De uitvinding heeft ten doel met een betrekkelijk kleine capaciteit van de de drukvloeistof leverende middelen de werkstukken te kunnen bewerken in een betrekkelijk kort’ durende be we rkings cyclus. Dit wordt volgens de uitvinding 15 bereikt, doordat ter reduktie van de benodigde pompcapaciteit van de de vloeistof voor de hydraulische motoren leverende pompinstallatie in elke bewerkingscyclus op een aantal van het veelvoud van bewerkingsplaatsen met het uitvoeren van de naderfasen, ofschoon de werkstukken daar reeds ter bewerking 20 klaar staan, wordt gewacht tot na voltooiing van de naderfasen op andere bewerkingsplaatsen. Deze pompinstallatie is minder kostbaar, vergt minder energie voor het aandrijven ervan en maakt minder lawaai.The object of the invention is to be able to process the workpieces with a relatively small capacity of the pressure liquid supplying means in a relatively short operating cycle. This is achieved according to the invention in that, in order to reduce the required pump capacity of the pumping installation supplying the liquid for the hydraulic motors, in each machining cycle at a number of the plurality of machining sites, the subsequent phases are carried out, although the workpieces are already there for machining 20 are waiting until after the completion of the follow-up phases at other processing sites. This pump installation is less expensive, requires less energy to drive it and makes less noise.

De uitvinding betreft én verschaft tevens een in-25 richting voor het onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding in serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen van de inrichting bewerken van werkstukken, omvattende een 781 1 9 83 ' ν· 2.The invention also relates to and provides an apparatus for machining workpieces in series at a plurality of processing locations of the device using the method according to the invention, comprising a 781 1 9 83 '2.

( ' freem, een veelvoud van ten opzichte van het freem bewegende dragers voor het dragen van werkstukken, aandrijfmiddelen voör het verplaatsen van de dragers langs de bewerkings-plaatsen, fixeermiddelen voor het ten opzichte van het freem 5 fixeren van de dragers bij de bewerkingsplaatsen en werktuigen die elk bij. een bijbehorende bewerkingsplaats zijn aangebracht en elk voorzien zijn van een afzonderlijke hydraulische werktuigmotor voor het verplaatsen van het gereedschap ten opzichte van het werkstuk, welke werktuigmotoren zijn 10 aangesloten op een hydraulische schakeling voor het achtereenvolgens bedienen van een snelle beweging tijdens een na-' derfase, een langzame beweging tijdens een bewerkingsfase en een snelle beweging tijdens een terugtrekfase, welke inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt is door een geprogram-15 meerd schakelsysteem dat de werktuigmotoren voor het uitvoeren van de naderfasen van het gereedschap op een aantal van het veelvoud van bewerkingsplaatsen eerst doet bekrachtigen na voltooiing van de naderfasen op andere bewerkingsplaatsen.'frame, a plurality of carriers moving workpieces with respect to the frame, driving means for moving the carriers along the processing locations, fixing means for fixing the carriers at the processing locations relative to the frame and tools each located at an associated machining location and each provided with a separate hydraulic tool motor for moving the tool relative to the workpiece, which tool motors are connected to a hydraulic circuit for sequentially operating a rapid movement during a approach phase, a slow movement during a machining phase and a fast movement during a retraction phase, the device according to the invention characterized by a programmed switching system which implements the tool motors for carrying out the approach phases of the tool on a number of the multiple machining locations ee rst does ratify upon completion of follow-up phases at other processing sites. "

De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding 20 zullen in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening bij wijze van voorbeeld worden verduidelijkt.Said and other features of the invention 20 will be elucidated in the following description by way of example by way of drawing.

In de tekening stellen voor: figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een inrichting voor het in serie vervaardigen van werkstukken, 25 : figuur 2 op grotere schaal een zijaanzicht van de .inrichting van figuur 1, ’ · ' figuur 3 een weggebroken perspektivisch aanzicht ; van de inrichting van figuur 1, ", figuur 4 op grotere schaal een weggebroken perspek- ! f.In the drawing: figure 1 shows a schematic top view of a device for manufacturing workpieces in series, figure 2: an enlarged side view of the device of figure 1, figure 3 a broken away perspective view; of the device of figure 1, "figure 4, on a larger scale, a broken away pitch.

78 1 1 9 83 • · - ' 3 < tivisch aanzicht van detail IV van figuur 3, figuur 5 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van het freem van details VII, VIII, XI en IX van figuur 1, .78 1 1 9 83 • - - '3 <tivic view of detail IV of figure 3, figure 5 an enlarged perspective view of the frame of details VII, VIII, XI and IX of figure 1,.

5 figuur 6 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail VI van figuur 1, - figuur 7 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail VII van het freem van de inrichting van . figuur 1 , 10 figuur 8 op grotere schaal een perspektivisch aan zicht van detail VIII van het freem van de inrichting van figuur 1, figuur 9 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail IX van het freem van de inrichting van 15’ figuur 1, figuur 10 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail X van het freem van de inrichting van figuur 1, figuur.11.op grotere schaal een perspektivisch aan-20 zicht van detail XI van het freem van de inrichting van ^ figuur 1, figuur 12 een geëxplodeerd perspektivisch aanzicht van het detail VIII, figuur 13 een perspektivisch aanzicht van detail 25 VIII tijdens het bewerken ervan met behulp van een op zich zelf bekende freesbank, figuur H op grotere schaal een doorsnede over de lijn XIV-XIV van figuur 11, figuur 15 op grotere schaal een perspektivisch aan-30 zicht van het detail XV van figuur 8 tezamen met daaraan te bevestigen onderdelen, figuur 16 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van een detail XI en twee details X tijdens het samenstellen van een freem van de inrichting van· figuur 1 35 figuur 17 op grotere schaal een perspektivisch weg gebroken aanzicht van detail XVII van figuur 16, figuur 18 op grotere schaal een perspektivisch weg- 781 1 9 83 .4 ..Figure 6 shows on a larger scale a perspective view of detail VI of figure 1, figure 7 on a larger scale a perspective view of detail VII of the frame of the device of. figure 1, 10 figure 8 an enlarged perspective view of detail VIII of the frame of the device of figure 1, figure 9 an enlarged perspective view of detail IX of the frame of the device of 15 'figure 1, figure 10 a larger-scale perspective view of detail X of the frame of the device of FIG. 1, FIG. 11. a larger-scale perspective view of detail XI of the frame of the device of FIG. 1, FIG. 12 a exploded perspective view of detail VIII, figure 13 a perspective view of detail 25 VIII during machining with the aid of a milling machine known per se, figure H, on a larger scale, along the line XIV-XIV of figure 11, figure 15 on a larger scale a perspective view of the detail XV of figure 8 together with parts to be attached thereto, figure 16 a partly broken away perspective view of a detail XI and second tails X during the assembly of a frame of the device of figure 1, figure 17 an enlarged perspective view of detail XVII of figure 16, figure 18 a larger perspective view 781 1 9 83 .4 ..

gebroken aanzicht van detail XYIII'van figuur 1, figuur 19 op grotere schaal een doorsnede over de lijn XIX-XIX van figuur 18, figuur 20 op grotere schaal een doorsnede over de 5 lijn XX-XX van figuur 18, figuur 21 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail XXI van figuur 6, figuur 22 een schema van de bewerkingscyclus van de inrichting van figuur 1, 10 figuur 23 een hydraulisch schakel systeem voor de · inrichting van figuur 1, figuur 24 een variant van een freemelement voor een andere inrichting volgens de uitvinding, en figuur 25 een doorsnede over de lijn XXY-XXY van 15 . figuur 2.broken view of detail XYIII 'of figure 1, figure 19 on a larger scale, a section along the line XIX-XIX of figure 18, figure 20 on a larger scale, a section on the line XX-XX of figure 18, figure 21 on a larger scale a perspective view of detail XXI of figure 6, figure 22 a schematic of the machining cycle of the device of figure 1, figure 23 a hydraulic switching system for the device of figure 1, figure 24 a variant of a frame element for another device according to the invention, and figure 25 shows a section along the line XXY-XXY of 15. figure 2.

De ’inrichting 1 is bestemd om werkstukken 2 in serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen 3 te bewerken (zie figuur'3)· De inrichting 1 omvat een freem 4 met rails 5 en 6, waarop een veelvoud van dragers 7 voor het dragen van 20 werkstukken 2 met hun als wiélen 8 uitgevoerde steunorganen steunen, wanneer zij in de pijlrichting 9 in een heengaand trajekt stapsgewijs ten opzichte van het freem 4 worden verplaatst langs de bewerkingsplaatsen 3» Elke drager 7 heeft tevens leidrollen 99, waarmee hij wordt géleid langs de rails 25 5 en 6 en heeft aan elk van zijn beide einden twee verende buffers 100 (figuren 18 en 19), elk bestaande uit een scho-telveer 101, een metalen dop 102 en een verzonken bevesti-gingsbout 103. Aldus sluiten twee op elkaar volgende dragers 7 verend op elkaar aan, wanneer zij als een trein worden ver-30 plaatst door. aandrijfmiddelen bestaande uit hydraulische cilinders 10 en 11 die middels aandrukelementen 17 en 18 een serie dragers 7 in de richting van deze serie tussen zich inklemmen en die dan de serie als een geheel over de lengte van een bewerkingsplaats 3 verder verplaatsen. Daartoe wordt 35 het aandrukelement 18 eerst in pijlrichting 104 tegen de laatste drager 7 aan bewogen en wordt vervolgens het aandruk-• element 17 tezamen met de gehele serie dragers 7 en het aan- 78 1 1 9 8 3 * 4 5 drukelement 18 in pijl richting 9 gedreven. -Hierbij wordt verwijzend naar het hydraulische schakelschema van figuur 23 -öpgemerkt, dat de olieafvoer uit de kamer 106 van de cilinder 11 plaats vindt via een klep 107 en parallel daaraan via een 5 smoor 108 die in tegengestelde richting door een terugslagklep 109 kan worden gepasseerd. De klep 107 wordt geleidelijk gesloten door een nokvlak 110 van het aandrukelement 18 voor het in de laatste bewegingsfase van de verplaatsing van de dragers 7 smoren van de vloeistofafvoer uit de kamer 106 van 10 de cilinder 11, ten einde de beweging in de pijlrichting 9 af te remmen.The device 1 is intended for working workpieces 2 in series on a plurality of processing places 3 (see figure 3). The device 1 comprises a frame 4 with rails 5 and 6, on which a plurality of carriers 7 for carrying 20 support workpieces 2 with their support members designed as wheels 8, when they are moved stepwise in relation to the frame 4 in the direction of arrow 9 in the forward direction 4 along the working places 3. Each carrier 7 also has guide rollers 99, with which it is guided along the rails 5 and 6 and has at each of its ends two resilient buffers 100 (Figures 18 and 19), each consisting of a shell spring 101, a metal cap 102 and a countersunk mounting bolt 103. Thus, two consecutive carriers 7 resiliently when moved like a train by. drive means consisting of hydraulic cylinders 10 and 11 which clamp a series of carriers 7 in the direction of this series between pressing elements 17 and 18 and which further move the series as a whole over the length of a processing location 3. For this purpose, the pressing element 18 is first moved in the arrow direction 104 against the last carrier 7, and then the pressing element 17 together with the entire series of carriers 7 and the pressing element 18 in arrow is driven towards 9. Referring to the hydraulic circuit diagram of Fig. 23, it is noted that the oil is discharged from the chamber 106 of the cylinder 11 through a valve 107 and parallel thereto through a throttle 108 which can be passed in the opposite direction through a check valve 109 . The valve 107 is gradually closed by a cam surface 110 of the pressing element 18 for throttling the liquid discharge from the chamber 106 of the cylinder 11 in the last movement phase of the movement of the carriers 7, in order to end the movement in the arrow direction 9 to brake.

Daarna wordt het aandrukelement 17 in pijlrichting 104 terugbewogen en veren de dragers 7 een weinig, bijvoorbeeld 1 mm, uit elkaar. Dan worden.de dragers 7 middels fi-15 xeermiddelen gefixeerd ten opzichte van het freem 4 bij een groot aantal van de bewerkingsplaatsen 3, doordat van een hydraulische klem 12 een bewegende klembek 13 met een conisch vlak 250 op een aangepast conisch vlak 1.4 in het midden van de ene zijkant van de drager 7 aangrijpt en aldus twee zich 20 horizontaal langs de andere zijkant uitstrekkende prismatische pasvlakken 15 van de drager 7 tegen een aangepast profiel 16 van het freem 4 aandrukt. De fixeermiddelen heffen . daarbij de drager 7 van de rails 5 en 6 op, doordat de fixeermiddelen de drager 7 op het conische vlak 250 van de 25 üembek 13 en daarmede van het freem 4 doen aansluiten, welk conisch vlak 250 op een, bijvoorbeeld 1 mm, hoger niveau 111 ligt dan het niveau 113 van het overeenkomstige conische vlak 1-4 van de nog op de rails 5 en 6 steunende drager 7. Evenzo liggen de prismatische pasvlakken 15 van de drager 7 dan op 30 het lagere niveau 113, dat wil zeggen onder het niveau 111 van het V-vormige profiel 16 (zie figuur 20). De rail 5 heeft uitsparingen 114 met schuine flanken 115 (figuur 18), waarin de leid rollen 99 van de dragers 7 met enige tussenruimte worden opgenomen, wanneer de dragers 7 tegen de profielen 16 aan 35 worden gedrukt. Bij aanvang van de beweging in pijlrichting 9 worden de dragers 7 meteen door de flanken 115 van het profiel 16 afgedrongen.Then the pressing element 17 is moved back in arrow direction 104 and the carriers 7 spring apart a little, for instance 1 mm. Then the carriers 7 are fixed with respect to the frame 4 by means of fixing means at a large number of the working places 3, because of a hydraulic clamp 12 a moving clamping jaw 13 with a conical surface 250 on an adapted conical surface 1.4 in the engages in the middle of one side of the carrier 7 and thus presses two prismatic mating surfaces 15 of the carrier 7 extending horizontally along the other side against an adapted profile 16 of the frame 4. Lift the fixatives. thereby supporting the carrier 7 of the rails 5 and 6, in that the fixing means make the carrier 7 connect to the conical surface 250 of the frame jaw 13 and therewith of the frame 4, which conical surface 250 at a, for example 1 mm, higher level 111, the level 113 of the corresponding conical surface 1-4 of the carrier 7 still supporting on the rails 5 and 6 then lies. Likewise, the prismatic mating surfaces 15 of the carrier 7 are then at the lower level 113, i.e. below the level 111 of the V-shaped profile 16 (see figure 20). The rail 5 has recesses 114 with inclined flanks 115 (Figure 18), into which the guide rollers 99 of the carriers 7 are received with some spacing when the carriers 7 are pressed against the profiles 16 to 35. At the start of the movement in the direction of arrow 9, the carriers 7 are immediately pushed through the flanks 115 of the profile 16.

78 1 1 9 8 3 --6 - ** ' '78 1 1 9 8 3 --6 - ** ''

Ten ëirïde de prisma’s1 6, de pasvlakken 14 en 15 van de dragers 7 en de kLembekken 13 schoon en vooral vrij van spanen te houden, reiken stationaire schermplaten 235 liefst vanaf de bewerkingsplaats 3F tot de bewerkingsplaats 5 3U tot in langsgroeven 236 van de dragers 7 en zijn er van plaats tot plaats de pasvlakken 14 en 15 poetsende, statio-' naire borstels 237 aan het freem 4 bevestigd. Elke drager 7 heeft twee dwarsbalken 27 aan weerszijden van het centrale gat 122, zodat de spanen gemakkelijk neerwaarts kunnen worden 10 · afgevoerd door de uitsparingen .53 aan de einden van de drager 7» Tevens verschaffen die uitsparingen 53 gemakkelijk toegang tot de onder de drager 7 aanwezige ruimten.In order to keep the prisms 16, the mating surfaces 14 and 15 of the carriers 7 and the clamping jaws 13 clean and, above all, free of chips, stationary shield plates 235 preferably extend from the processing location 3F to the processing location 5 3U into longitudinal grooves 236 of the carriers 7 and the mating surfaces 14 and 15 polishing stationary brushes 237 are attached to the frame 4 from place to place. Each carrier 7 has two cross beams 27 on either side of the central hole 122, so that the chips can be easily discharged downwardly through the recesses .53 at the ends of the carrier 7. Also, those recesses 53 provide easy access to the under the carrier 7 available spaces.

De rails 5 en 6 sluiten aan op railstukken 19 en 20 van een middels een hydraulische cilinder 21 respektievelijk 15 , 22 op en neer bewogen lift 23 respektievOlijk 24 (figuur 3)·The rails 5 and 6 connect to rail sections 19 and 20 of a lift 23 moved up and down by means of a hydraulic cylinder 21 and 15, 22 respectively (Figure 3).

Een met een drager 7 beladen lift 24 beweegt neerwaarts tot de railstukken 20 aansluiten op rails 25, waarna deze drager 7 volgens pijlrichting 26 door middel van aandrijfmiddelen volgens een teruggaand trajekt over de rails 25 tot op de -20 inmiddels neerwaarts gelaten, lege lift 23 wordt verplaatst.A lift 24 loaded with a carrier 7 moves downwards until the rail pieces 20 adjoin rails 25, after which this carrier 7, according to arrow direction 26, travels down the rails 25 to the -20, which has meanwhile been left empty, by means of drive means in a retreating path. is moved.

* Deze aandrijfmiddelen (zie figuur 4) omvatten een telkens op een drager 7 aangrijpende slangpletter 117 die een zich evenwijdig aan het teruggaande trajekt uitstrekkende slang 118 .plettend wordt aangedreven door afwisselend aan elk van de 25 beide einden 119 en 120 toegevoerd fluidum, bij voorkeur druklucht. De dragers 7 zijn telkens slechts in het teruggaande trajekt met een aan de' slangpletter. 117 bevestigde meenemer 121 gekoppeld, doordat de meenemer 121 uit een bovenop de slangpletter 117 staande pen bestaat, die centraal 30_ in een gat 122 telkens op een drager 7 volgens een pen-gat-verbinding aangrijpt, wanneer de lift 24 neerwaarts beweegt boven de slangpletter 117. De slangpletter 117 bestaat uit een slede die verschuifbaar is in rails 123 en uit twee in de slede roteerbaar gelegerde rollen 124 die de slang t18 tussen 35 zich in pletten. De aan het ene. einde 119 toegevoerde'druklucht stuwt de slangpletter 117 naar het andere einde 120 en transporteert de drager 7 tot op de aansluitende railstukken 78 1 1 9 8 3 <* • 7 - *» 19 van de lift 23* Ten einde de slangpletter 117 zonder drager 7 tot onder de lift 24 terug te brengen, wordt de druk-luchtbron op het einde 120 aangesloten. Ten behoeve van het teruggaande trajekt van de dragers ‘7 zijn aan de onderzijde 5 van dwars op het teruggaande trajekt staande freemplaten 127 doorlaten 148 uitgespaard. De inbouwhoogte van deze de slangpletter 117 omvattende aandrijfmiddelen is gering, terwijl de lengte van het op deze wijze te realiseren transport vrijwel onbeperkt is, hetgeen deze aandrij fmiddelen bij uitstek ge-10 schikt maakt bij een inrichting 1. Het teruggaande trajekt is in hetzelfde vertikale vlak onder het heengaande bewerkings-trajekt gelegen, waarbij aan elk van de beide einden van deze trajekten een lift 23 en 24 aanwezig is.These drive means (see figure 4) comprise a hose splitter 117 which engages in each case on a carrier 7 and which is driven a hose 118 extending parallel to the return path, by fluid supplied alternately to each of the two ends 119 and 120, preferably compressed air. The carriers 7 are each only in the return path with a hose splitter. 117 is attached to the carrier 121, in that the carrier 121 consists of a pin standing on top of the hose splitter 117, which engages centrally in a hole 122 each time on a carrier 7 according to a pin-hole connection, when the lift 24 moves downwards above the hose splitter 117. The hose splitter 117 consists of a slide which is slidable in rails 123 and of two rollers 124 rotatably mounted in the slide which flatten the hose t18 between them. The one on the one. pressure air supplied at the end 119 pushes the hose splitter 117 to the other end 120 and transports the carrier 7 up to the connecting rail pieces 78 1 1 9 8 3 <* • 7 - * »19 of the elevator 23 * In order to terminate the hose splitter 117 without a carrier 7 below the elevator 24, the compressed air source is connected to end 120. For the purpose of the return path of the carriers 7, passages 148 are recessed at the bottom 5 of frame plates standing transversely of the return path. The installation height of these drive means comprising the hose splitter 117 is small, while the length of the transport to be realized in this way is virtually unlimited, which makes these drive means ideally suited for a device 1. The return path is in the same vertical located just below the outward processing path, with lifts 23 and 24 present at each of the two ends of these paths.

De liften 23 en 24 hebben elk holten 126 voor het 15 gefixeerd opnemen van de wielen 8 tijdens het vertikale transport van de dragers 7* De slang 118 en de door de rails 123 gevormde geleiding van de slangpletter 117 die zich evenwijdig aan het teruggaande trajekt uitstrekken, zijn aan de onderzijde van de drager 7’ opgesteld tussen de rails 25 , 20 die de drager 7 aan zijn beide zijden ondersteunen.The lifts 23 and 24 each have cavities 126 for fixedly holding the wheels 8 during the vertical transport of the carriers 7 * The hose 118 and the guide of the hose splitter 117 formed by the rails 123 extending parallel to the return path , are arranged on the underside of the carrier 7 'between the rails 25, 20 which support the carrier 7 on both its sides.

De met een drager 7 beladen lift 23 en de lege lift 24 worden middels de cilinders 21 en 22 opgeheven en dan kan weer voor het doen aanvangen van een volgende bewerkingscy-clus de serie dragers.7 een bewerkingsplaats 3 verder worden 25 verplaatst, nadat alle bewerkingen op de bewerking splaatsen 3 beëindigd zijn en de klemmen 12 zijn gelost.The lift 23 loaded with a carrier 7 and the empty lift 24 are lifted by means of the cylinders 21 and 22 and the series of carriers 7 can then again be moved a processing location 3 before starting a next processing cycle, after all operations on the machining locations 3 have been completed and the clamps 12 have been released.

. In de figuren 1 en 2 ziet men achtereenvolgens in pijl richting 9 achter de lift 23 de bewerkingsplaatsen 3 met de daarbij genoemde werktuigen, bestaande uit: 30 een aantal, bijvoorbeeld twee, laadplaatsen 3X» getekend zonder werktuig voor het geval met de hand wordt geladen of voorzien van een niet getekende laad robot, een opspanplaats 3F met een opspanner 128, een hoorplaats 3J met een boormachine 129, 35 een voordraaiplaats 3K met een kottermachine 130, een reserveplaats 37 nog zonder werktuig, . ' ' een tapplaats 3M met een tapmachine-131, 78 1 1 9 83 • _ * · · 3... Figures 1 and 2 show successively in arrow direction 9 behind the lift 23 the processing places 3 with the implements mentioned therein, consisting of: 30 a number, for instance two, loading places 3X »drawn without tools in case of manual loading or provided with a loading robot (not shown), a clamping location 3F with a tensioner 128, a hearing location 3J with a drilling machine 129, a pre-turning location 3K with a boring machine 130, a spare location 37 still without tools,. '' a tap location 3M with a tap machine-131, 78 1 1 9 83 • _ * · · 3 ..

een nadraaiplaats met een kottermachine 132, een meetplaats 3P met een meetmachine 155» een voordraaiplaats 3R met een kottermachine 154» een nadraaiplaats 5T met .een kottermachine 155, 5 een meetplaats 5U met een meetmachine 156, een reserveplaats 37 nog zonder werktuig, ' een schoonspoelplaats 3V met een spoeler-15T, een droogplaats 5W met een droger 158, een ontspanplaats 30 met een ontspanner 159, en 10 een losplaats 5Z zonder werktuig of met een niet getekende robot, gevolgd door de lift 24·a finishing place with a boring machine 132, a measuring place 3P with a measuring machine 155 »a pre-turning place 3R with a boring machine 154» a finishing place 5T with a boring machine 155, 5 a measuring place 5U with a measuring machine 156, a spare place 37 still without tools, a rinsing place 3V with a rinse-15T, a drying place 5W with a dryer 158, a relaxing place 30 with a release valve 159, and a unloading place 5Z without tools or with a robot (not drawn), followed by the lift 24

Elke drager 7 (figuren 18 en 20) heeft aan zijn bovenzijde vier middels pennen 140 gesteunde klemmen 141 die 15 tegen de werking van veren 142 in middels schroeven 145 op de opspanplaats 5P neerwaarts worden geschroefd middels door een pneumatische rotatiemotor 240 aangedreven sleutels 144 van de opsp.anner 128 en die'op de ontspanplaats 30 worden gelost middels door een pneumatische rotatiemotor 240 aangedreven 20 sleutels 145 voor het opspannen respektievelijk ontspannen.Each carrier 7 (Figures 18 and 20) has at its top four clamps 141 supported by pins 140, which are screwed downwards against the action of springs 142 by means of screws 145 on the clamping location 5P by means of keys 144 of the pneumatic rotary motor 240. clamping clamp 128 and which are released on the release point 30 by means of 20 keys 145 driven by a pneumatic rotary motor 240 for clamping and releasing, respectively.

van een in figuur 18 met streeplijnen aangeduid werkstuk 2 op een drager 7. Voor de op- en neergaande beweging van elke motor'240 tezamen met de sleutels 144 respektievelijk 145 is., telkens een pneumatische cilinder 242 aanwezig. Deze opspan— 25 respektievelijk ontspanbewerkingen geschieden eVenals de andere, verspanende bewerkingen en meetbewerkingen op de be-werkingsplaatsen 3F en 50 respektievelijk 3J, 3K, 5M, 5®", 3?, ; 3R, 3! en 3U, terwijl de desbetreffende drager 7 ten opzichte van het freem 4 is gefixeerd middels een klem 12.of a workpiece 2 indicated by dashed lines in figure 18 on a support 7. For the up and down movement of each motor 240 together with the keys 144 and 145, respectively, a pneumatic cylinder 242 is provided. These clamping and clamping operations, respectively, take place as well as the other machining and measuring operations at the machining points 3F and 50 and 3J, 3K, 5M, 5® ", 3, 3R, 3 and 3U, respectively, while the respective carrier 7 is fixed relative to the frame 4 by means of a clamp 12.

30 De boormachine 129 boort met boren 125 gaten 146 en 147· De kottermachine 130 draait met haar beitel(s) 150 een boring 157 voor. De tapmachine 131 met een tappen 149 tapt schroefdraad in de gaten 146. De kottermachine 132 kottert met haar beitel(s) 156 de boring 157 nauwkeurig op maat. De 35 . meetmachine 133 meet met een middels een pneumatische cilinder 164 naar en van het werkstuk 2 bewogen meetkop 151 als een op zich zelf bekende pneumatische taster of de boring. 157 78 1 1 9 83 • 9 . ' dê vereiste maat heeft en zendt bij een overmatige afwijking een signaal uit voor het doen stoppen van de inrichting 1. De .werktuigen op de bewerkingsplaatsen 3R, 3$ en 3ÏÏ bewerken op overeenkomstige wijze de horizontale boring 152.The drilling machine 129 pre-drills 125 holes 146 and 147 with drills 125 · The boring machine 130 pre-drills a hole 157 with its chisel (s) 150. The tapping machine 131 with a tapping 149 taps threads in the holes 146. The boring machine 132, with its chisel (s) 156, accurately cuts the bore 157. The 35. measuring machine 133 measures with a measuring head 151 moved to and from workpiece 2 by means of a pneumatic cylinder 164 as a per se known pneumatic probe or the bore. 157 78 1 1 9 83 • 9. The required size is, and in the event of an excessive deviation, sends a signal to stop the device 1. The tools at the processing locations 3R, 3, and 3i process correspondingly the horizontal bore 152.

5 Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden de verspanend bewerkte werkstukken 2 op de bewerkingsplaats 37 schoongespoeld middels de spoeler- 137/ omvattende een aantal op een vloeistofleiding 153 aangesloten spuitmondstukken 154 die in het bijzonder zijn gericht op de bewerkte vlakken van 10 het werkstuk 2 en op de vlakken 14 en 15 van de drager 7. De vloeistof bestaat bijvoorbeeld uit goed vloeibare olie die vanuit een tank 158 door een pomp 159 met een windketel 155 aan de leiding 153 wordt geleverd. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt de op de schoonspoelplaats 37 in een goot 15 160 opgevangen spoelvloeistof gebruikt voor het naar een ge meenschappelijk verzamel reservoir 161 (figuur 5) transporteren van de bij de verspanende bewerkingen op de bewerkings-plaatsen 3J, 3K, 3M, '3H, 3R en 3T gevallen en daar in een en dezelfde goot 160 opgevangen spanen. De goot 160 bestaat uit 20 een stuk en strekt zich neerwaarts hellend vanaf de schoonspoelplaats 37 onder al de het werkstuk 2 verspanend bewerkende werktuigen tot in het verzamel reservoir 161 uit. Op de • be werking splaatsen 3J, 3K, 3M, 3H, 3R en 3T wordt vanuit een andere op de pomp 159 aangesloten leiding 162 spoelvloeistof 25 nabij het verspanende gereedschap toegevoerd en wordt ook deze spoelvloeistof daar in de goot 160 opgevangen en verder gebruikt als transportmedium voor het naar het gemeenschappe-ljke verzamel reservoir 161 brengen. Het verzamel reservoir 161 bestaat uit een filter dat weer via een leiding 163 is aange-30 sloten op de tank 158. De spanen kunnen gemakkelijk uit het gemeenschappelijke verzamelreservoir 161 worden verwijderd.In the method according to the invention, the machined workpieces 2 at the processing site 37 are rinsed clean by means of the rinser 137 / comprising a number of spray nozzles 154 connected to a liquid line 153 and which are in particular directed on the machined surfaces of the workpiece 2 and on the surfaces 14 and 15 of the carrier 7. The liquid consists, for example, of good liquid oil which is supplied from a tank 158 by a pump 159 with a wind boiler 155 to the pipe 153. In the method according to the invention, the rinsing liquid collected at the clean rinsing site 37 in a trough 160 is used for transporting the machining operations 3J, 3K, 3M to a common collection reservoir 161 (Figure 5). , '3H, 3R and 3T fell and 160 chips collected in one gutter. The trough 160 consists of one piece and extends downwardly from the rinsing location 37 under all the tools machining the workpiece 2 into the collection reservoir 161. At the operation locations 3J, 3K, 3M, 3H, 3R and 3T, flushing liquid 25 is supplied from another pipe 162 connected to the pump 159 near the cutting tool and this flushing liquid is also collected there in the chute 160 and further used as transport medium for conveying to the common collection reservoir 161. The collection reservoir 161 consists of a filter which is again connected to the tank 158 via a conduit 163. The chips can be easily removed from the common collection reservoir 161.

Het freem 4 wordt opgebouwd uit een veelvoud van achter elkaar opgestelde, telkens bij een bewerkingsplaats 3 behorende freemelementen 28, 29, 30, 31 en 32 (zie de figuren 35 7-11) die elk in zich voldoende star en stijf worden vervaar digd om vervorming van het freemelement onder invloed van de bewerkingen van de bijbehorende werktuigen te voorkomen.The frame 4 is built up of a plurality of frame elements 28, 29, 30, 31 and 32 (see Figures 35 7-11), which are arranged one behind the other and each associated with a processing location 3, each of which is manufactured sufficiently rigid and rigid to prevent deformation of the frame element under the influence of the machining operations of the associated tools.

781 1 9 83 - ..10 ..781 1 9 83 - ..10 ..

Van het freemelement 28 zijn de onderdelen getekend die aan elkaar worden gelast voor het vormen van een onnauw-.keurig freemelement 29 dat volgens figuur 13 wordt opgesteld op een draaibare, in een bepaalde stand te fixeren opspanta-5 fel 165 van een op zich zelf bekende freesbank 166 die een .The parts of the frame element 28 are shown which are welded together to form an inaccurate frame element 29 which, according to Figure 13, is arranged on a rotatable clamping strip 165 which can be fixed in a specific position. known milling machine 166 which has a.

roterende freeskop 167 heeft die zwenkbaar is om de vertikale aslijnen 168, 169 en 171 en om een horizontale aslijn 172, en die in vertikale richting langs een kolom 173 verplaats-. baar is, waarbij de onderlinge verplaatsingen respektievelijk - 10 ' verdraaiingen van de draaitafel. 165 en van de freeskop 167 ^ nauwkeurig kunnen worden geprogrammeerd en/of kunnen worden bediend met een bediening so rg aan 175 en geregistreerd kunnen worden op een registratiepaneel 174. Op deze wijze worden de . freemelementen 29, 30, 31 en 32 nauwkeurig op maat gemaakt, 15 dat wil zeggen dat ten minste een eerste referentievlak 176 voor het aan het freemelement bevestigen van een werktuig enerzijds en ten minste een tweede referentievlak 177 voor ' het ten opzichte daarvan richten van de klem 12 anderzijds ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd en gericht.rotating milling head 167 which is pivotable about the vertical axes 168, 169 and 171 and about a horizontal axis 172, and which moves vertically along a column 173. is capable, with the mutual displacements respectively - 10 'rotations of the turntable. 165 and of the milling head 167 ^ can be accurately programmed and / or operated with an operation of 175 and recorded on a registration panel 174. In this manner, the. frame elements 29, 30, 31 and 32 are accurately tailored, that is to say that at least a first reference plane 176 for attaching a tool to the frame element on the one hand and at least a second reference plane 177 for aligning the tool with respect thereto clamp 12 on the other hand are positioned and aligned with respect to each other.

2.0 In de figuren 8 en 13 is het referentievlak 176 het eerste referentievlak, dat gevormd wordt door een horizontale tafel, waarop direkt of met tussenvoeging van vulplaten met nauwkeurig evenwijdige vlakken of onder tussenvoeging van een console met twee nauwkeurig loodrecht op elkaar staande 25 vlakken een werktuig kan worden geplaatst. In het tweede referentievlak 177 dat uit een groef bestaat, worden twee elk eveneens tot de tweede referentievlakken behorende pasgaten 178 (zie figuur 15) ook op deze freesbank 166 gepositioneerd en gericht, doord.at zij worden aangebracht middels een in de 30 freeskop 167 op de plaats van een frees 179 ingespannen boor. Bij voorkeur worden evenzo gaten 180 die later van schroef-, draad worden voorzien aangebracht.2.0 In Figures 8 and 13, the reference plane 176 is the first reference plane, which is formed by a horizontal table, on which, directly or with the insertion of shims with precisely parallel planes or with the insertion of a console with two precisely perpendicular planes, a implement can be placed. In the second reference plane 177, which consists of a groove, two pass holes 178, each also belonging to the second reference planes (see figure 15), are also positioned and aligned on this milling bench 166, by means of which they are provided by means of a milling head 167 in the the location of a router 179 clamped drill bit. Likewise, holes 180 which are later provided with screw thread are preferably also provided.

Zoals te. zien is in figuur 15 worden de profielen 16 elk gepositioneerd bevestigd aan het referentievlak 177 35 middels paspennen 227 en schroeven 228. De voor- en achter— vlakken van dit prisma 16 zijn uiteraard nauwkeurig evenwijdig. Bij voorkeur worden zoals getoond in de figuren 11 en 78 1 1 9 83 _ 11. · " 14, in plaats van volgens figuur 15, onder het te frezen referentievlak 177 eerst nokken 230 aan het freemelement 32 en hij voorkeur ook aan elk ander freemelement 29» 30 en 31 gelast en wordt een groef 231 gefrees.d met een vertikaal eerste 5 referentievlak 177 en een horizontaal tweede referentievlak 233 aan de bovenzijde van elke nok 230. Verder wordt er weer een zuiver prisma 16 met schroeven 228 vastgeschroefd, terwijl het prisma 16 op het referentievlak 233 steunt. ïijdens het telkens door het freemelement 32 vastklemmen van een dra-10 ger 7 wordt deze drager 7 opgeheven ten opzichte van het prisma 16 dat dientengevolge steeds in de richting naar het referentievlak 233 toe wordt gedrukt, hetgeen het omhoog gaan 'van het prisma 16 met zekerheid voorkomt.Like too. It is seen in Figure 15 that the profiles 16 are each positioned positioned on the reference plane 177 35 by means of dowel pins 227 and screws 228. The front and rear surfaces of this prism 16 are of course precisely parallel. Preferably, as shown in Figs. 11 and 78, 1, instead of Fig. 15, instead of Fig. 15, under the reference face 177 to be milled, cams 230 are first mounted on the milling element 32 and he is also preferred on any other milling element 29, 30 and 31 and a groove 231 is milled.d with a vertical first reference plane 177 and a horizontal second reference plane 233 on the top of each cam 230. Furthermore, a pure prism 16 is again screwed with screws 228, while the Prism 16 rests on the reference plane 233. During each clamping of a carrier 7 by the frame element 32, this carrier 7 is lifted relative to the prism 16, which is consequently always pressed in the direction towards the reference plane 233, which upward movement of the prism 16 with certainty.

Ook met behulp van de freesbank 166 worden pasgaten 15 181 in het referentievlak 176 geboord alsmede gaten 182 in de beide zijplaten 183 van het freemelement 29. Verder worden tweede referentievlakken vormende steunvlakken 184 met pasgaten 186 voor het positioneren en richten en met schroef-gaten 187 voor het bevestigen van de hydraulische .cilinder 20 185 van de klem 12 nauwkeurig aangebracht. Om de gaten 182 worden nauwkeurig ten opzichte van het eerste referentievlak gerichte aansluitvlakken 188 gefreesd die als derde referentievlakken dienen. Uiteraard kunnen op de freesbank 166 nog andere vlakken worden bewerkt, zoals rails 5 en 6.Also using the milling machine 166, pilot holes 15 181 are drilled in the reference plane 176 as well as holes 182 in the two side plates 183 of the milling element 29. Furthermore, second reference planes form supporting surfaces 184 with locating holes 186 for positioning and alignment and with screw holes 187 for fastening the hydraulic cylinder 20 185 of the clamp 12 accurately mounted. Around the holes 182, precision faces relative to the first reference plane 188 are milled, which serve as third reference planes. Of course, other surfaces can also be machined on the milling machine 166, such as rails 5 and 6.

25 be freemelem enten 30, 31 en 32 worden in hoofd zaak op dezelfde wijze op de freesbank 166 vervaardigd. Bij het samenstellen van het freem 4 worden de freemelementen 29, 30, 31 en 32 in de. in de figuren 1 en 2 aangeduide volgorde op een ondergrond 192, bijvoorbeeld bestaande uit een betonvloer 30 van 10 cm dikte, geplaatst. Zoals de figuren 16 en 17 tonen, worden de aansluitvlakken 188 loodrecht op de langsrichting van het freem 4 aangebracht en worden tijdens de samenstelling van het freem 4 de aansluitvlakken 188 van aangrenzende freemelementen onder tussenvoeging van afstandsstukken 189 35 met bepaalde dikte tegen elkaar getrokken middels bouten 190, waarna deze freemelementen ten opzichte van elkaar worden gericht middels provisorische steunmiddelen, bijvoorbeeld 78 1 1 9 83 12 ·25 milling elements 30, 31 and 32 are manufactured on the milling machine 166 in substantially the same manner. When assembling the frame 4, the frame elements 29, 30, 31 and 32 are placed in the frame. in the order indicated in figures 1 and 2 placed on a surface 192, for instance consisting of a concrete floor 30 of 10 cm thickness. As figures 16 and 17 show, the connection surfaces 188 are arranged perpendicular to the longitudinal direction of the frame 4 and during the assembly of the frame 4, the connection surfaces 188 of adjacent frame elements are drawn together with spacers 189 35 of certain thickness by means of bolts 190, after which these frame elements are aligned with respect to each other by means of temporary support means, for example 78 1 1 9 83 12

VV

'wiggen.....Ί95, tussen de freem element en en de ondergroncM 92, ten einde de railstukken van de aangrenzende freemelementen .vloeiend op elkaar te laten aansluiten. Ten slotte wordt de ruimte tussen de ondeigrond 192 en.de freemelementen met · · 5 betonspecie 194 opgevuld.Wedges ..... Ί95, between the frame element and the substrate 92, in order to allow the rail sections of the adjacent frame elements to flow smoothly together. Finally, the space between the foundation ground 192 and the frame elements is filled with concrete mortar 194.

Bij voorkeur wordt het freem 4 opgebouwd uit een serie freemelementen die elk - in langsrichting van het freem 4 gezien - eenzelfde lengtemoduul hebben, welke in hoofdzaak —^ overeenkomt met de lengte van "een drager 7· Bij voorkeur 10 hebben de freemelementen of althans, een belangrijk aantal daarvan eenzelfde lengte _s.Preferably, the frame 4 is built up from a series of frame elements, each of which - viewed in the longitudinal direction of frame 4 - has the same length module, which substantially corresponds to the length of a carrier 7. Preferably, the frame elements have, or at least, a significant number of which have the same length _s.

In figuur 24 is een freemelement 195 voor een variant van de inrichting 1 getoond,, waarvan de lengte a gelijk is aan 3s* Dit freemelement 195 bestaat uit twee freemelemen-15 ten 29 en een freemelement 52 die tót een star geheel zijn samengelast en eerst daarna als een geheel bewerkt zijn op een freesbank 166, zodat vervormingen ten gevolge van lassen niet na het nauwkeurig richten en positioneren van een eerste referentievlak 176 op het freemelement ten opzichte van een • 20 tweede referentievlak 177 op het buitenste freemelement 29 .Fig. 24 shows a frame element 195 for a variant of the device 1, the length a of which equals 3s. * This frame element 195 consists of two frame elements 29 and a frame element 52 which are welded together to form a rigid unit and first subsequently machined as a whole on a milling machine 166 so that deformations due to welding are not after accurately aligning and positioning a first reference plane 176 on the milling element relative to a second reference plane 177 on the outer milling element 29.

ontstaan. Dit alles is nodig ingeval bij een schuingericht werktuig 1 97 dë opspanplaats niet binnen het moduul van het freemelement 29 bij de· freeskop 198 aanwezig is. In dit geval is de· bewerkingsplaats 3 op te vatten als zich uitstrekkende 25 over de "lengte a. Bij voorkeur wordt op het referentievlak ' 1-76 van het freemelement 52 nog een ander werktuig opgespannen, evenals nog weer een ander werktuig op het tussengelegen freemelement 29, zodat op deze uitgebreide bewerkingsplaats 3 drie bewerkingen op drie elk op een afzonderlijk met een klem •30 12 gefixeerde, aparte drager 7 opgespannen werkstukken 2 plaats vinden.originate. All this is necessary if the clamping location is not present within the module of the milling element 29 at the milling head 198 with a slant-oriented tool. In this case, the processing location 3 can be regarded as extending over the length a. Preferably, another tool is clamped on the reference plane '1-76 of the frame element 52, as is yet another tool on the intermediate frame element 29, so that at this extensive machining location 3 three machining operations on three each take place on workpieces 2 clamped separately with a clamp • 12 fixed.

Op de bewerkingsplaats 3R (figuur 25) heeft het freemelement 30 twee eerste referentievlakken 176, en wel aan weerszijden van het bewerkingstrajekt, opdat op een ‘en de-35 zelfde bewerkingsplaats 3R twee bewerkingen tegelijk kunnen worden uitgevoerd. Het Werktuig 200 bewerkt met beitel(s) 20Ί een boring 203, terwijl een werktuig 204 met beitel(s) 78 1 1 9 83 . 13 .At the machining location 3R (Figure 25), the frame element 30 has two first reference planes 176, on either side of the machining path, so that two machining operations can be performed simultaneously on one and the same machining location 3R. The Tool 200 machined with chisel (s) 20Ί a bore 203, while a Tool 204 machined with chisel (s) 78 1 1 9 83. 13.

* 205· een coaxiale boring 206 bewerkt. Het werktuig 200 bestaat in hoofdzaak uit een op het referentievlak 176 gepositioneerde hydraulische cilinder 207, waarvan de zuigerstang 208 met zuiger 209 in horizontale richting -verplaatsbaar is door be-5 stuurde toe- en afvoer van olie naar en van de kamers 210 respektievelijk 211. Binnen in de zuigerstang 208 is een aandrijfas 213 in legers 212 roterend gelegerd. Deze aandrijfas 213 draagt aan zijn ene einde de beitel(s) 201 en is aan het andere einde via een drijfwerk 214 door een elektromotor 10 215 aangedreven. Het drijfwerk 214 is opgenomen in een drijf- werkkast 216 die vast is verbonden met de zuigerstang 208 en het huis 217 van de motor 215. De drijfwerkkast 216 is tevens vast verbonden met' een console 219 die schakelaars 220. draagt, welke samenwerken met vast aan de cilinder 207 opge-15 stelde nokken 223 voor het bedienen van het aan- en uitzetten van de motor 215 en voor het bedienen van de regelorganen voor de aan- en afvoer van olie aan de kamers 210 en 211. Het werktuig 204 is in principe hetzelfde gekonstrueerd als het werktuig 200 met dien verstande, dat de motor 215 aan de 20 andere zijde van de drijfwerkkast 216 is opgesteld.* 205 · machined a coaxial bore 206. The tool 200 mainly consists of a hydraulic cylinder 207 positioned on the reference plane 176, the piston rod 208 of which with piston 209 is displaceable horizontally by controlled supply and discharge of oil to and from the chambers 210 and 211, respectively. Inside the piston rod 208, a drive shaft 213 is rotatably mounted in bearings 212. This drive shaft 213 carries the bit (s) 201 at one end and is driven at the other end by a gear motor 214 by an electric motor 215. The gearbox 214 is contained in a gearbox 216 which is fixedly connected to the piston rod 208 and the housing 217 of the motor 215. The gearbox 216 is also fixedly connected to a console 219 carrying switches 220, which cooperate with fixed cams 223 disposed on the cylinder 207 for operating the engine 215 on and off and for operating the oil supply and discharge controls to the chambers 210 and 211. The tool 204 is in basically constructed the same as the tool 200 except that the motor 215 is disposed on the other side of the gearbox 216.

Het is duidelijk dat zo'n werktuig 200 of 204 ook bruikbaar is voor het verspanend bewerken van een vertikale boring, in welk geval het werktuig tegen een vertikaal op-spanvlak wordt bevestigd, hetgeen geschiedt bij de bewer-25 kingsplaatsen 3K en· 3H. Bij de bewerkingsplaats 3! is precies dezelfde opstelling van werktuigen als bij de bewerkingsplaats 3R aanwezig, met dien verstande, dat de beitel(s) voor het nadraaien op een iets grotere radius zijn opgesteld.It is clear that such a tool 200 or 204 can also be used for the machining of a vertical bore, in which case the tool is mounted against a vertical clamping surface, which is done at the machining locations 3K and 3H. At machining point 3! exactly the same arrangement of tools is present as at the working location 3R, with the proviso that the bit (s) are positioned at a slightly larger radius before finishing.

De overige nog niet in detail beschreven werktuigen 30 behoeven in deze beschrijving niet nader te worden toegelicht, daar zij op zich zelf bekend zijn en/of in hoofdzaak overeenstemmen met reeds nader beschreven werktuigen.The other tools 30 not yet described in detail need not be further elucidated in this description, since they are known per se and / or substantially correspond to tools already described in more detail.

Zo bestaat de droger 138 uit een bekende blaasin-richting die, bijvoorbeeld continu, via een aantal luchtmond-35 stukken al of niet verwarmde lucht over de werkstukken 2 blaast.The dryer 138 consists of a known blower which, for example continuously, blows heated or unheated air over the workpieces 2 via a number of air nozzles.

Yolgens figuur 23 wordt olie uit een tank 35 78 1 1 9 83 14.„ 'middels een pomp 34 in één lage drukleiding 35' met een druk P.j van 25 "bar gepompt, die voorzien is van een accumulator .36. Evenzo wordt olie uit de tank 33 middels een pomp 37 in een van een accumulator 39 voorziene hoge drukleiding 38 met 5 een druk P2 van 70 har gepompt. Een retourleiding 40 voert de olie na verwerking weer tot in de tank 33 terug. Vanuit de leiding 35 worden gevoed: de cilinder 10 via een wisselschuif 41; de cilinder 11 via een wisselschuif 42 en de eerder besproken klep 107; en de cilinders 21 en 22 via wisselschuiven 10 '43 respektievelijk 44· De tien cilinders 185 worden tegelijk •vanuit beide leidingen 35 en 38 gevoed via een wisselschuif 45. Eerst echter het meest vanuit de lage drukleiding 35, omdat de toevoer vanuit de leiding 38 wordt gesmoord door ‘smoor 46. Nadat de druk in de cilinders 185 is gestegen hoven 15 Pj, heeft de voeding verder plaats vanuit de leiding 38, totdat een drukschakelaar 47 bij het bereiken van de vereiste druk P^ gelegen tussen P^ en P2 voor het verkrijgen van voldoende klemspanning op klemmen 12 wordt ingeschakeld en . deze schakelaar 47' een signaal afgeeft, dat de volgende be-20 werkingen op het tijdstip t^ (figuur 22) kunnen beginnen.According to figure 23, oil is pumped from a tank 35 78 1 1 9 83 14. "" by means of a pump 34 into one low pressure pipe 35 "with a pressure Pj of 25" bar, which is provided with an accumulator. 36. Likewise, oil pumped out of the tank 33 by means of a pump 37 into a high pressure line 38 provided with an accumulator 39 with a pressure P2 of 70 har with 5. A return line 40 returns the oil after processing back into the tank 33. From the line 35 are fed : the cylinder 10 via a changeover slide 41; the cylinder 11 via a changeover slide 42 and the previously discussed valve 107; and the cylinders 21 and 22 via changeover slides 10 '43 and 44, respectively. fed via a changeover slide 45. First, however, most from the low pressure line 35, because the supply from the line 38 is throttled by throttle 46. After the pressure in the cylinders 185 has risen above 15 Pj, the feed continues from the line 38 until a pressure switch ar 47 is turned on upon reaching the required pressure P ^ located between P ^ and P2 to obtain sufficient clamping voltage at terminals 12 and. this switch 47 'gives a signal that the next operations can start at time t t (Figure 22).

Evenzo geeft een drukschakelaar 48 bij het ontkrachtigen van de klemmen 12 aan, dat de druk in de cilinders 185 is weggevallen en dat na het tijdstip t^y wat die.klemmen .185 betreft de volgende bewerkingscyclus kan aanvangen.Likewise, when the clamps 12 are de-energized, a pressure switch 48 indicates that the pressure in the cylinders 185 has been released and that the next operating cycle may commence after the time t ^y for those clamps .185.

25 De cilinders 185 van de klemmen 12 worden weliswaar gelijktijdig bekrachtigd (figuur 23), doch hun slag bedraagt slechts enkele centimeters, zodat zij elk een kLein vloeistof! ebiet veigen. Een aanzienlijk groter vloeistof! eb iet vergen de cilinders 207 van de het werkstuk 2 verspanend be-30 werkende werktuigen. Op de zes bewerk-ingsplaatsen 3J, 3K, 3M, 3N, 3R en 3ï worden de afzonderlijke cilinders 207 voor het axiaal bewegen van het gereedschap van de bijbehorende werktuigen ten opzichte van het werkstuk elk bekrachtigd in drie fasen, namelijk een snel uitgevoerde naderfase, een langzaam 35 uitgevoerde bewerkingsfase en een snel uitgevoerde terugtrek-fase. Daartoe wordt elke cilinder 207 eerst.gevoed met olie vanuit de'lage drukleiding 35.via de in de getekende stand 781 1 9 8 3 15 'staande"wisselschuif 51 en de in figuur 25 naar rechts geschoven wissel schuif 52. Bij het hij-na "bereiken van het werkstuk 2, hetgeen met een nok 225 wordt gesignaleerd, wordt de wisselschuif 52 bediend door een schakelaar 220 naar rechts 5 verplaats, zodat dan de cilinder 207 op de hoge drukLeiding 58 is aangesloten en het gereedschap, bijvoorbeeld beitel(s) 201, met lage snelheid, doch wel star gestuurd, ten opzichte van het werkstuk 2 wordt bewogen tijdens de bewerkingsfase, aan het einde waarvan door omschakeling van de beide wissel-10 ; schuiven 51 en 52 een snelle terugtrekfase plaats vindt.Although the cylinders 185 of the clamps 12 are energized simultaneously (figure 23), their stroke is only a few centimeters, so that they each have a small liquid! ebiet veegen. A considerably larger liquid! The cylinders 207 of the workpiece 2 do not require machining tools. At the six machining locations 3J, 3K, 3M, 3N, 3R, and 3i, the individual cylinders 207 for axially moving the tool of the associated tools relative to the workpiece are each energized in three phases, namely, a rapidly completed follow-up phase, a slow processing stage and a fast retraction phase. To this end, each cylinder 207 is first supplied with oil from the low pressure line 35 via the switch slide 51 in the position shown in the drawing 781 and the switch slide 52 pushed to the right in figure 25. after reaching the workpiece 2, which is signaled with a cam 225, the switch slide 52 is operated by a switch 220 moved to the right, so that the cylinder 207 is then connected to the high-pressure line 58 and the tool, for example chisel (s) 201, at a low speed, but rigidly controlled, is moved relative to the workpiece 2 during the machining phase, at the end of which by switching the two turnouts 10; sliders 51 and 52 a rapid retraction phase takes place.

Vooral bij de nader- en terugtrekfase is het ver- eiste vloeistofdebiet naar en van de betreffende hydraulische ;cilinder 207 groot, vandaar dat de naderfasen op ten minste 50^ en liefst op een nog aanzienlijker aantal van het genoem-15 de zestal bewerkingsplaatsen, gerekend vanaf het tijdstip dat de werkstukken 2 daar reeds ter bewerking klaar staan, later worden uitgevoerd.Especially in the retraction and retraction phases, the required fluid flow rate to and from the respective hydraulic cylinder 207 is large, which is why the retreat phases are counted at at least 50 ^ and preferably at an even more significant number of the six processing stations mentioned above. from the moment that the workpieces 2 are already there ready for machining, are later executed.

Dit is verduidelijkt in figuur 22 die in de kolom b 'in de volgorde van figuur 1 de behandelingsplaatsen opsomt, 20 die in kolom c het verwijzingscijfer van de betreffende hydraulische cilinder aangeeft en die daarnaast een bijbehorende handelingstijdlijn toont. De geen aandrij fvloeistof vergende handelingen zijn met streeplijnen en de wel aandrijf-vloeistof vergende handelingen zijn met volle lijnen gete— 25 kend, waarbij de vette lijnen de perioden van vloeistofver-plaatsing gedurende de nader- en terugtrekfase aanduiden, en waarbij de bewerkingsfasen met kruislijnen zijn aangegeven.This is illustrated in Figure 22 which lists the treatment sites in column b 'in the order of Figure 1, 20 which indicates in column c the reference number of the hydraulic cylinder concerned and which additionally shows an associated operation timeline. The no-drive fluid-consuming operations are in dashed lines, and the drive-fluid-requiring operations are in solid lines, the bold lines indicating periods of fluid displacement during the draw-back and retraction phases, and the machining stages with cross lines are indicated.

Het cyclusschema van figuur 22 is als kortschrift van de werkingswijze van de inrichting 1 te beschouwen.The cycle diagram of figure 22 can be regarded as a shortcut of the mode of operation of the device 1.

30 ' Het 'schakelsysteem voor het bedienen van de werk- tuigmotoren (cilinders 207) is zodanig geprogrammeerd (zie figuur 22), dat de naderfasen na het tijdstip t^, waarop de dragers 7 zijn gefixeerd, niet allen tegelijk beginnen. Slechts bij drie cilinders 207 die zelfs nog een vrij kleine 35 · slag vergen, beginnen de naderfasen gelijktijdig, namelijk de beide cilinders 207 op de bewerkingsplaats 52 en een cilinder 207 op de bewerkingsplaats 5R· De. andere cilinders 207 .The shifting system for operating the tool motors (cylinders 207) is programmed (see Figure 22) so that the approach phases after the time t, at which the carriers 7 are fixed, do not all start at the same time. The approach phases start simultaneously with three cylinders 207, which require even a relatively small stroke, namely, the two cylinders 207 at the processing location 52 and one cylinder 207 at the processing location 5R · De. other cylinders 207.

αη ' ^ 781 1 9 83 * -, J.0 beginnen op de bewerkingsplaatsen 5R, 3M en 3N.later èn die op de bewerkingsplaatsen 3J en 3K nog weer later.αη '^ 781 1 9 83 * -, J.0 start at machining locations 5R, 3M and 3N, and later at machining locations 3J and 3K.

Een en ander is verder weer zo geprogrammeerd, dat de cilinders 207 hun terugtrekfasen. niet met meer dan drie tegelijk en liefst slechts met niet meer dan twee tegelijk uitvoeren.All this is further programmed in such a way that the cylinders 207 have their retraction phases. not with more than three at a time and preferably only with no more than two at a time.

781 1 9 83781 1 9 83

Claims

A method for machining workpieces in series at a plurality of machining locations, wherein the separate hydraulic motors for moving the tools of the tools relative to the workpiece are each energized in three phases, namely a rapidly executed follow-up phase, a a slow machining phase and a fast withdrawing phase, characterized in that: to reduce the required pump capacity of the pumping installation supplying the liquid for the hydraulic motors in each machining cycle at a number of the plurality of machining sites, although the subsequent phases are carried out, although the workpieces are already there for machining: Wait until after the completion phases at other machining centers.

2. A method according to claim 1, characterized in that in each machining cycle at least 50% of the plurality of machining sites performing the follow-up phases, although the workpieces are already there for machining, wait until after the completion of the further phases at other machining locations.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the further phases on the plurality of machining positions are distributed over at least two successive periods in the machining cycle.

Method according to claim 3, characterized in that the follow-up phases at the plurality of machining locations are distributed over at least three successive periods in the machining cycle.

Apparatus for working workpieces in series at a plurality of machining locations of the apparatus using the method according to any one of the preceding claims, comprising a frame, a plurality of carriers moving workpieces relative to the frame, drive means for moving the carriers along the working places, fixing means 781 1 9 83 ..18. o t. . , for fixing the carriers relative to the "working" position at the working places and tools, which are each arranged at an associated working place and each are provided with a separate hydraulic tool motor for moving the tool relative to the workpiece which implement motors are connected to a hydraulic circuit for successively operating a rapid movement during an approach phase, a slow movement during a machining phase and a rapid movement during a retraction phase, characterized by a programmed switching system which implements the implement motors of the approach phases of the tool at some of the plurality of machining locations only after completion of the approach phases at other machining locations.

Device according to claim 5, characterized in that the switching system first activates the tool motors for performing the approach phases of the tool at at least 50 µ of the plurality of machining positions after completion of the approach phases at other machining positions.

Device according to claim 5 or 6, characterized in that the programmed switching system divides the subsequent phases at the plurality of machining locations over at least two successive periods in the machining cycle.

Device according to claim 7, characterized in that the programmed switching system divides the further phases at the plurality of machining locations over at least three consecutive periods in the machining cycle.

9. Device according to any one of claims 5-8, characterized in that the device is provided with two hydraulic drive sources, namely a low-pressure liquid with a large flow rate, supplying a first drive source and a high-pressure liquid with a small flow rate. flow rate providing second drive source. "

10. Device according to claim 9, characterized in that one and the same hydraulic tool motor of at least one tool is energized successively from the first, the second and again the third drive source. 78 ί19 8 3