NL7811327A - Kinderbeveiliging van een houder. - Google Patents

Description

9 N.O. 26.660

Koninklijke Emballage Industrie VAN LEER B.V., te Amstelveen.

Kinderbeveiliging van een houder.

De uitvinding heeft betrekking op een kinderbeveiliging van een houder, bestaande uit een over het halsgedeelte van de houder te plaatsen kap, die samenwerkt met een grendelorgaan, dat aangrijpt op een ononderbroken vaststaande rand, welk grendelor-gaan zodanig is uitgevoerd, dat het alleen ontgrendelbaar is door 5 de hand van een volwassene.

Een voorbeeld van een dergelijke bekende kinderbeveiliging is te vinden in de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7514516. Bij deze bekende beveiliging is steunend tegen de onderzijde van de flesrand van de hals van de houder een ring aange- 10 bracht met een groot aantal omhoog gerichte afzonderlijke haakvormige grendelorganen, die in een krans zijn geplaatst en die aangrijpen op een naar binnen stekende rand van de mantel van een schroefkap. Voor het ontgrendelen teneinde het losschroeven mogelijk te maken, moeten alle grendelorganen tegelijkertijd naar bin- 15 nen worden gedrukt, hetgeen alleen mogelijk is wanneer met een voldoende grote hand alle grendelorganen met duim en wijsvinger tegelijk worden ingedrukt. Een dergelijke sluiting is gecompliceerd en derhalve duur in de vervaardiging. Na verwijdering van de schroefkap blijft het grendelgedeelte op de houder achter, zodat 20 bij het uitschenken van de houder gemakkelijk resten van de inhoud tussen de grendelorganen terecht, waardoor dit kan vervuilen.

Bovendien is deze bekende beveiliging alleen bruikbaar in combinatie met een schroefkap.

Doel van de uitvinding is een kinderbeveiliging te ver- 25 schaffen, die niet alleen kan worden gecombineerd met een schroefkap, doch ook met andere types sluitingen en die ook kan worden toegepast hetzij als enige sluiting, danwel als afsluiting van de houder na het verwijderen van de normale sluiting.

781 1 3 27 2 ür t

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de kap een binnenvlak heeft dat met geringe speling past over de ononderbroken rand van de hals of van een daarop geplaatste sluitdop zodanig, dat de kap in de werkstand vrij kan draaien, welke kap een onder deze rand grijpende grendelhaak heeft, die 5 door elastische middelen in de werkstand wordt gehouden en die zich bevindt aan het uiteinde van een slechts aan het andere einde open koker, welke grendelhaak nabij het gesloten einde van de koker een in de koker gelegen bedieningsorgaan heeft, welke koker een zodanige lengte heeft, dat dit bedieningsorgaan uit- 10 sluitend kan worden bereikt door de vinger van een hand van iemand ouder dan zes jaar. De beveiliging bestaat dus uit een kap die vrij draaibaar past op de normale sluitkap, bijvoorbeeld een schroefkap of kap met bajonetsluiting, doch die eveneens vrij draaibaar kan passen over een hals van een fles of houder, waar 15 de normale sluiting reeds van is verwijderd, in welk geval de kap draaibaar is op deze hals. De grendelhaak grijpt dan onder de flesrand en belet zo het in axiale richting verwijderen van de kap. Wordt de beveiligingskap geplaatst over een normale sluiting, zoals een schroefkap, dan grijpt de grendelhaak onder 20 de rand van de schroefkap.

In beide gevallen kunnen kantelbewegingen die een losmaken zouden kunnen bevorderen, worden belet door de kap nog op een hoger gelegen plaats te geleiden op de hals respectievelijk op de schroefkap of dergelijke. Het vrij draaibaar zijn is van 25 belang opdat bij plaatsing over een schroefkap het niet mogelijk is door draaiing van de veiligheidskap de sluiting te openen.

Als schroefkap kan elk type schroefkap dienst doen, ook een schroefkap die is voorzien van een borgrand met verbreekbare verbindingsbruggen en in het bijzonder een schroefkap van het 30 type als beschreven in de tegelijkertijd ingediende Nederlandse octrooiaanvrage (ons nummer NO 26661).

Doordat het bedieningsorgaan van de grendelhaak zich nabij het gesloten einde van de koker bevindt en de koker de beschreven lengte heeft, is bediening door een kinderhand uitgesloten. 35

De lengte van de koker dient uiteraard rekening te houden 711 13 27 η .

3 met de verschillen die zich in lichaamsgrootte voordoen hij de diverse volkeren respectievelijk rassen.

Bij voorkeur bevindt de grendelhaak zich aan het uiteinde van een elastische tong, waarvan de basis een geheel vormt met de wand van de koker en die zich in de richting van de binnenwand 5 een van de koker uitstrekt. Dit is/constructief aantrekkelijke en eenvoudige oplossing die het voordeel beidt dat een in de koker komende vinger die te kort is, op de tong alleen maar krachten in de sluitrichting en niet in de ontgrendelrichting kan uitoefenen. 10

Bij voorkeur is het bedieningsorgaan van de grendel ringvormig en bevindt zich dit op afstand van de eindwand van de koker waarbij deze eindwand is voorzien van een drempel of nok onder het van de grendel afgekeerde deel van de ring en met een naar de grendel toegekeerd zijvlak dat in een lijn ligt met het 15 binnenvlak van de ring. Met deze uitvoering is het niet mogelijk, althans niet gemakkelijk het bedieningsorgaan te bewegen met behulp van een in de koker te steken voorwerp, zoals een potlood.'

Dit voorwerp zal dan door de ring steken tot het de eindwand raakt. Beweging in de ontgrendelrichting wordt dan door de drempel of 20 nok belet.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, die de veiligheidskap'in doorsnede weergeeft.

De tekening toont een fles 1 met een van schroefdraad 2 25 voorziene hals 3» cli© tevens is voorzien van een zogenaamde fles-rand 4· Op deze fleshaüs is een schroefkap 5 geplaatst met een verdikte onderrand 6,

De veiligheidskap volgens de uitvinding is aangeduid met 7 en is met geringe speling draaibaar gelegerd op de verdikte rand 6 30 en verder gecentreerd door middel van de naar binnen gerichte rand 8, die op de bovenrand van de schroefkap aangrijpt.

• De grendelhaak is aangeduid met 9 en deze bevindt zich aan het uiteinde van een elastische tong 10, die deel uitmaakt van de binnenwand van een koker 11 en waarvan de basis bij 12 35 een geheel met deze kokerwand vormt.

781 1 3 27

Claims (3)

1. Kinderbeveiliging van een houder, bestaande uit een over het halsgedeelte van de houder te plaatsen kap, die samenwerkt met een grendelorgaan, dat aangrijpt op een ononderbroken vaststaande rand, welk grendelorgaan zodanig is uitgevoerd, dat het alleen ontgrendelbaar is door de hand van een volwassene, 30 met het kenmerk, dat de kap een binnenvlak heeft, dat met geringe speling past over de/onderbroken rand van de hals of van een daarop geplaatste sluitdop zodanig, dat de kap in de werkstand vrij kan draaien, welke kap een onder deze rand grijpende grendelhaak heeft, die door elastische middelen in de werk- 35 stand wordt gehouden en die zich bevindt aan het uiteinde van een 78 1 1 3 27 5 Λ slechts aan het andere einde open koker, welke grendelhaak nabij het gesloten einde van de koker een in de koker gelegen bedienings-orgaan heeft, welke koker een zodanige lengte heeft, dat dit be-dieningsorgaan uitsluitend kan worden bereikt door de vinger van een hand van iemand ouder dan zes jaar. 5

2. Kinderbeveiliging volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de grendelhaak zich bevindt aan het uiteinde van een elastische tong, waarvan de basis een geheel vormt met de wand van de koker en die zich in de richting van de binnenwand van de koker uitstrekt. 10

3* Kinderbeveiliging volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat het bedieningsorgaan van de grendel ringvormig is, dit zich op afstand van de eindwand van de koker bevindt en deze eindwand is voorzien van een drempel of nok onder het van de grendel afgekeerde deel van de ring en met een 15 naar de grendel toegekeerd zijvlak, dat in een lijn ligt met het binnenvlak van de ring. 781 1 3 27