NL7808557A - Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80) - Google Patents

Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80) Download PDF

Info

Publication number
NL7808557A
NL7808557A NL7808557A NL7808557A NL7808557A NL 7808557 A NL7808557 A NL 7808557A NL 7808557 A NL7808557 A NL 7808557A NL 7808557 A NL7808557 A NL 7808557A NL 7808557 A NL7808557 A NL 7808557A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
machine according
soil cultivation
cultivation machine
rotation
Prior art date
Application number
NL7808557A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Patent Concern Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patent Concern Nv filed Critical Patent Concern Nv
Priority to NL7808557A priority Critical patent/NL7808557A/en
Priority to DE19792932635 priority patent/DE2932635A1/en
Priority to FR7920661A priority patent/FR2433275A1/en
Priority to US06/066,639 priority patent/US4298070A/en
Priority to GB7928306A priority patent/GB2028622A/en
Publication of NL7808557A publication Critical patent/NL7808557A/en
Priority to FR8414594A priority patent/FR2549680B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/02Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel
    • A01B33/021Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel with rigid tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/10Structural or functional features of the tools ; Theoretical aspects of the cutting action
    • A01B33/103Structural or functional features of the tools ; Theoretical aspects of the cutting action the rotating shaft being oriented horizontally

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

The carrier has attachments extending parallel to its axis of rotation. Plate-shaped tools (6) are fixed to the attachments and one at right angles to the carrier. Adjacent tools partly overlap viewed in the longitudinal direction of the carrier. The overlap corresponds to about a third of the tool surface. The soil working tools are pref. formed of sheet metal which is about 6mm thick. The tools can be designed to extend circumferentially for at least 120 deg. about the tool carrier.

Description

? _ _? _ _

Patent Concern N.V., Willemstad, Curapao j " Grondbewerkingsmachine1*Patent Concern N.V., Willemstad, Curapao j "Soil cultivation machine1 *

De uitvinding heeft betrekking op een grondbe-werkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één j in het gestel gelegerde rotor, die een roteerbare drager en een aantal daarop aangebrachte bewerkingsorganen omvat.The invention relates to a tillage machine provided with a frame and at least one rotor mounted in the frame, which comprises a rotatable carrier and a number of working members mounted thereon.

Bij machines van deze soort is de bevestiging van de bewerkingsorganen op de drager vooral indien de bewerkings organen een relatief groot werkzaam oppervlak 1 hebben, tijdens het bedrijf aan een dusdanige belasting onderworpen dat een zware constructie vereist is, hetgeen | in de regel resulteert in een ingewikkelde en dure opbouw ; van de rotor. !In machines of this type, the attachment of the working members to the carrier, especially if the working members have a relatively large working surface 1, is subjected to such a load during operation that a heavy construction is required, which | as a rule results in a complicated and expensive construction; of the rotor. !

Met de constructie volgens de uitvinding kan dit j nadeel nu worden opgeheven doordat de drager een aantal | zich althans nagenoeg evenwijdig aan zijn draaiingsas uit- j strekkende uitsteeksels omvat waaraan zich ongeveer haaks j op de drager uitstrekkende plaatvormige bewerkingsorganen j zijn bevestigd. Met behulp van deze constructie wordt met ! behoud van de bedrijszekerheid de bevestiging van de ge- j makkelijk in de grond dringende mesvoimige bewerkingsorganen zodanig vereenvoudigd dat op simpele wijze een rotor kan worden samengesteld en aldus de fabricagekosten kunnen worden verminderd.With the construction according to the invention this drawback can now be overcome by the fact that the carrier has a number of extends at least substantially parallel to its axis of rotation, to which are attached plate-shaped working members j extending approximately perpendicular to the carrier. With the help of this construction,! retention of operating reliability simplifies the mounting of the knife-type working members, which easily penetrate the ground, so that a rotor can be assembled in a simple manner and thus the manufacturing costs can be reduced.

Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de * uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below on the basis of an exemplary embodiment.

Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings-machine weer voorzien van een rotor volgens de uitvinding, j Fig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II : in fig. 1, ;Fig. 1 is a plan view of a soil cultivation machine provided with a rotor according to the invention, FIG. 2 shows a view according to the arrow II: in FIG. 1;

Fig. 3 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer j van de rotor Volgens de lijn III-III in fig. 1, terwijlFig. 3 is an enlarged view of the rotor taken on the line III-III in FIG. 1, while

Fig. 4 een aanzicht weergeeft volgens de pijl IV ! In fig. 3, q 78 0 8 5 5 7 \ - 2 -Fig. 4 represents a view according to the arrow IV! In fig. 3, q 78 0 8 5 5 7 \ - 2 -

Fig. 5 geeft een aanzicht weer volgens de lijn III-III in fig. 1 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens de uitvinding, terwijlFig. 5 shows a view along the line III-III in FIG. 1 of a second embodiment of a construction according to the invention, while

Fig. 6 een aanzicht weergeeft volgens de pijl VI 5 in fig. 5,Fig. 6 shows a view according to the arrow VI 5 in fig. 5,

Fig. 7 geeft een aanzicht weer volgens de lijn j III-III in fig. 1 van een derde uitvoeringsvoorbeeld van | de constructie volgens de uitvinding, terwijl jFig. 7 is a view taken on the line III-III in FIG. 1 of a third embodiment of | the construction according to the invention, while j

Pig. 8 een aanzicht weergeeft volgens de pijl VIII ! 10 in fig. 7· j i i i ] ! i i ' j i | i i ! i i ö 8 0 8 5 5 7 | 3Pig. 8 represents a view according to arrow VIII! 10 in fig. 7 · j i i i]! i i 'j i | i i! i i ö 8 0 8 5 5 7 | 3

De in de figuren weergegeven constructie betreft een grond-bewerkingsmachine, voorzien van een gestel dat twee zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende, achterelkaar gelegen gestelbalken 1 en 2 om-5 vat, waarvan de einden door middel van zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 3 en 4 met elkaar zijn verbonden.The construction shown in the figures relates to a soil cultivating machine, provided with a frame which comprises two frame beams 1 and 2 situated one behind the other, extending transversely of the direction of travel A of the machine, the ends of which are arranged in upward direction extending plates 3 and 4 are joined together.

De platen 3 en 4 hebben, zoals uit figuur 2 blijkt, in zijaanzicht in hoofdzaak een ruitvorm en zijn zodanig opge-10 steld dat de voorste gestelbalk 1 in een hoekpunt is bevestigd. Tussen de platen 3 en 4 is een drager 3 aangebracht, waaraan een aantal bewerkingsorganen 6 zijn bevestigd. De drager 5 met de bewerkingsorganen 6 vormt een rotor 7 en is met behulp van tappen en legers in de platen 15 3 en 4 draaibaar ondersteund. De drager 5 is kokervormig en samengesteld uit vier indentieke platen 8 waarvan de langs zijden zijn omgezet en door middel van bouten 9 tegen elkaar zijn geklemd, een en ander zodanig dat de drager een vierkante dwarsdoorsnede heeft, waarbij deTtegen elkaar 20 geklemde langszijden van de respectieve plaatdelen zich in de langsrichting van de drager en evenwijdig aan zijn langs-hartlijn uitstrekkende radiale uitsteeksels vormen. De bewerkingsorganen 6 zijn op de drager 5 door middel van de bouten 9 en de door de langszijden van de platen 8 gevorm-25 de uitsteeksels aangebracht. Zoals uit figuur 3 blijkt, wordt een bewerkingsorgaan 6 gevormd door een uit plaat vervaardigd mes. Elk raesvormig bewerkingsorgaan 6 heeft aan zijn buitenomtrek gevormd door de van de drager 5 afgekeerde zijde een praktisch evolvent verloop dat een 30 omtrekshoek van 180° beslaat. De ten opzichte van de rotatierichting B van de rotor 7 voorste zijde van de buiten omtrek van het mesvormige bewerkingsorgaan 6 is dichter bij de rotatieas van de drager 5 gelegen dan de ten opzichte van deze draairichting praktisch tangen-35 tiaal verlopende achterste zijde. Alvorens in een evol- , t 7808557 4 vent verloop over te gaan verloopt de voorzijde vanaf de bevestiging aan de drager althans nagenoeg tangentiaal.As can be seen from Figure 2, the plates 3 and 4 have a substantially diamond-shaped side view and are arranged such that the front frame beam 1 is fixed in a corner point. A support 3 is arranged between the plates 3 and 4, to which a number of processing members 6 are attached. The carrier 5 with the working members 6 forms a rotor 7 and is rotatably supported by means of taps and bearings in the plates 3 and 4. The carrier 5 is tubular and composed of four identical plates 8, the sides of which are turned and clamped together by means of bolts 9, such that the carrier has a square cross-section, the clamped longitudinal sides of the respective sheet members form in the longitudinal direction of the support and radial protrusions extending parallel to its longitudinal axis. The working members 6 are mounted on the support 5 by means of the bolts 9 and the projections formed by the longitudinal sides of the plates 8. As can be seen from figure 3, a processing member 6 is formed by a knife made from plate. Each razor-shaped working member 6 has on its outer circumference formed by the side remote from the carrier 5 a practically progressive course covering a circumferential angle of 180 °. The front side of the outer circumference of the knife-shaped working member 6 with respect to the direction of rotation B of the rotor 7 is located closer to the axis of rotation of the carrier 5 than the tangentially extending rear side with respect to this direction of rotation. Before going into an evolution, the front extends at least substantially tangentially from the attachment to the carrier.

De breedte van het mesvormige bewerkingsorgaan aan de voorzijde bedraagt _+ 1/6 van de breedte van de achter-5 zijde. Aan de naar de dragers gekeerde binnenzijde is elk mes voorzien van over omtrekshoeken van +_ 90° van elkaar gelegen haaksomgezette bevedigingsdelen 10, die door middel van bouten 9 aan de door de langs-zijden van de plaatvormige delen 8 gevormde uitsteeksels 10 zijn bevestigd. Aan de achterzijde vindt de bevestiging van het mesvormig bewerkingsorgaan 6 aan een uitsteeksel , plaats door middel van een einde van een zich in radiale richting over de gehele breedte van het bewerkingsorgaan uitstrekkende haaks omgezette rechte rand 11, 15 die een hoek insluit met de draaiingsrichting B van de rotor. Tussen zijn bevestigingen is elk mesvormig bewerkingsorgaan 6 voorzien van een uitsparing, die bij een bevestigd mes tussen de voorste en middelste bevestiging praktisch evenwijdig verloopt aan een 20 plaatvormig deel 8 van de drager 5 en tussen de middel ste en achterste bevestiging naar achteren in breedte af neemt. De opvolgende bewerkingsorganen 6 zijn in de langsrichting van de drager 5 gezien over een omtreks-hoek van 90° verdraaid schroeflijnvormig achter elkaar 25 aangebracht waarbij zij elkaar over +, 1/3 van hun totale oppervlakte overlappen. Hierdoor wordt tussen opvolgende bewerkingsorganen tijdens het bedrijf een goede samenwerking verkregen. De afstand tussen opvolgende bewerkingsorganen 6 bedraagt ongeveer de breedte van de 30 afgebogen rand 11. Door middel van de drie in de langs richting van de drager gezien, niet op één rechte lijn gelegen bevestigingspunten, die over omtrekshoeken van +, 90° van elkaar zijn aangebracht wordt een betrouwbare bevestiging van het mesvormig bewerkingsorgaan 6 verkre-35 gen, welke bevestiging bij uitstek geschikt is om de Q 7808557 5 grote tijdens het bedrijf op de mesvormige bewerkingsorga-nen werkende zijdelingse krachten effectief op te vangen.The width of the blade-shaped front machining member is about 1/6 the width of the rear side. On the inner side facing the carriers, each knife is provided with hook-turned fastening parts 10 spaced about + 90 ° from each other, which are fastened by means of bolts 9 to the projections 10 formed by the longitudinal sides of the plate-shaped parts 8. At the rear, the knife-shaped working member 6 is attached to a projection by means of an end of a right-angled bent straight edge 11, 15 extending radially over the entire width of the working member, which encloses an angle with the direction of rotation B of the rotor. Between its attachments, each knife-shaped processing member 6 is provided with a recess, which, with a mounted knife, extends practically parallel to a plate-shaped part 8 of the carrier 5 between the front and middle attachment and in width between the middle and rear attachment. takes. The successive machining members 6 are arranged helically one behind the other in a longitudinal angle of 90 °, viewed in the longitudinal direction of the carrier 5, overlapping about 1/3 of their total area. This ensures good cooperation between successive processing members during operation. The distance between successive working members 6 is approximately the width of the bent edge 11. By means of the three mounting points, seen in the longitudinal direction of the carrier, which are not in a straight line, which are 90 ° apart at circumferential angles. A reliable fastening of the knife-shaped working member 6 is provided, which fastening is ideally suited to effectively absorb the large lateral forces acting on the knife-shaped working members during operation.

De plaat, waaruit een bewerkingsorgaan 6 is vervaardigd, heeft bij voorkeur een dikte van 6 mm terwijl de diameter 5 van de door de drager 5 en de erop aangebrachte mes vormige bewerkingsorganen 6 gevormde rotor 7 + 50 cm bedraagt. Aan de achterzijde van de platen 3 en 4 zijn zich naar achteren uitstrekkende armen 12 verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar aangebracht. Tussen 10 de achtereinden van de armen 12 is vrij draaibaar een rol 13 aanwezig, die een aantal aan de omtrek gelegen, zich in de langsrichting van de rol uitstrekkende schroeflijnvormig verlopende langselementen 14 omvat, die aan de omtrek van plaatvormige dragers 13 zijn ondersteunde 15 De rotor 7 is aan de bovenzijde omgeven door een scherm- kap 16, die tussen de platen 3 en 4 is aangebracht.The plate, from which a working member 6 is made, preferably has a thickness of 6 mm, while the diameter 5 of the rotor 6 formed by the carrier 5 and the working members 6 formed by the knife-shaped working members is 7 + 50 cm. Rearwardly extending arms 12 are pivotable at the rear of plates 3 and 4 and can be secured in several positions. Between the rear ends of the arms 12 there is freely rotatable a roller 13, which comprises a number of circumferentially extending longitudinal elements 14 extending in the longitudinal direction of the roller, which are supported on the periphery of plate-shaped carriers 13. rotor 7 is surrounded at the top by a screen cap 16, which is arranged between plates 3 and 4.

De aandrijving voor een rotor 7 vindt aan de zijde van een plaat 4 plaats met behulp van een in een schermkast 17 ondergebrachte tandwieloverbrenging, die drie boven-20 elkaar gelegen identieke tandwielen 18 omvat, waarvan er een op een verlengde astap 19 van de drager 5 is aangebracht. Het op de astap 19 van de drager 5 aangebrachte tandwiel 18 staat, via een tussen gelegen tandwiel 18 in aandrijvende verbinding met een tandwiel 18 op een as 25 20 die zich evenwijdig aan de drager 5 uitstrekt en met zijn andere einde is gelegerd in een tandwielkast 21.The drive for a rotor 7 takes place on the side of a plate 4 by means of a gear transmission housed in a screen box 17, which comprises three identical gears 18 situated one above the other, one of which is on an extended shaft journal 19 of the carrier 5 has been applied. The gear wheel 18 mounted on the axle journal 19 of the carrier 5 is, via an intermediate gear wheel 18, in driving connection with a gear wheel 18 on a shaft 25 which extends parallel to the carrier 5 and is mounted with its other end in a gear box 21.

De as 20 is ondergebracht in een tussen de plaat 4 en de tandwielkast 21 gelegen pijp 22. Binnen de tandwielkast 21 is de as 20 voorzien van een conisch tandwiel 23 dat 30 kan samenwerken met een conisch tandwiel 24 op een as 25» die aan de voorzijde uit de tandwielkast steekt en met behulp van een tussenas 26 met de aftakas van een trekker koppelbaar is. Aan de voorzijde is de gestelbalk 1 op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 27 35 voor aankoppeling aan de onderste armen van de hefin- L 7808557 \ 6 richting van een trekker. Ter hoogte van de paren lippen 27 is op de gestelbalk een zich naar hoven uitstrekkende steun 28 aangebracht, die aan de bovenzijde door middel van een verbindingsbalk 29 met elkaar zijn verbonden.The shaft 20 is housed in a pipe 22 located between the plate 4 and the gearbox 21. Inside the gearbox 21, the shaft 20 is provided with a bevel gear 23 which can cooperate with a bevel gear 24 on a shaft 25 which is attached to the protrudes from the gearbox and can be coupled with the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 26. At the front, the frame beam 1 is equidistant from the center with pairs of tabs 27 35 for coupling to the lower arms of the lift mechanism of a tractor. At the level of the pairs of lips 27, an upwardly extending support 28 is arranged on the frame beam, which are connected to each other at the top by means of a connecting beam 29.

5 Nabij het midden is de balk 29 voorzien van platen 30, waartussen de bovenste arm van de hefinrichting van een trekker aanbrengbaar is. De achterzijde van de balk 295 is door middel van schuin naar beneden verlopende divergerende schoren 31 verbonden met de einden van de 10 achterste gestelbalk 2.Near the center the beam 29 is provided with plates 30, between which the upper arm of the lifting device of a tractor can be mounted. The rear of the beam 295 is connected to the ends of the rear frame beam 2 by means of inclined downwardly diverging struts 31.

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt. Tijdens het bedrijf is de inrichting met behulp van de paren lippen 2? en de platen 30 met de respectieve armen van de driepunthefinrichting van een 15 trekker gekoppeld en is de as 25 via de tussenas 26 met de aftakas van de trekker verbonden. Vanaf de aftakas van de trekker kan via de in het voorgaande beschreven overbrenging een zodanige aandrijving van de rotor 7 plaatsvinden, dat deze in de in de figuur aangegeven 20 richting B roteert. Met behulp van de aan de achter zijde gelegen rol 13 ? kan alvorens met het werk te beginnen de werkdiepte van de rotor 7 worden ingesteld. Tijdens de voortbeweging van de machine in de richting volgens pijl A, wordt door de met een bepaalde snelheid roterende 25 mesvormige bewerkingsorganen 6 van de rotor 7 een aan eengesloten strook grond bewerkt. Tijdens de rotatie van de drager 5 in de aangegeven richting B dringt de althans nagenoeg tangentiaal gerichte voorzijde van een mesvormig bewerkingsorgaan het eerst in de grond, waarna het 30 praktisch volgens een evolvente naar achteren verlopende overige deel van de buitenomtrek van het bewerkingsorgaan volgt. Door de speciale vorm van de buitenomtrek van het mesvormig bewerkingsorgaan wordt een geleidelijk in de grond dringen verkregen, waarbij op effectieve wijze 35 plantenresten zoals stro kunnen worden ondergewerkt.The operation of the machine described above is as follows. During operation, the device is operated with the aid of the pairs of lips 2? and the plates 30 are coupled to the respective arms of the three-point lifting device of a tractor and the shaft 25 is connected to the PTO shaft of the tractor via the intermediate shaft 26. The rotor 7 can be driven from the power take-off shaft of the tractor via the transmission described above, so that it rotates in the direction B shown in the figure. Using the rear roller 13? the working depth of the rotor 7 can be adjusted before starting work. During the advancement of the machine in the direction according to arrow A, the blade-shaped working members 6 of the rotor 7, which rotate at a certain speed, work a continuous strip of soil. During the rotation of the carrier 5 in the indicated direction B, the substantially tangentially oriented front side of a blade-shaped working member first penetrates into the ground, after which it follows substantially the other part of the outer circumference of the working member running backwards, in accordance with an involute. Due to the special shape of the outer circumference of the blade-shaped working member, a gradual penetration into the ground is obtained, whereby plant residues such as straw can be effectively incorporated.

( T 7808557 l 7(T 7808557 l 7

Met behulp van de aan de achterzijde gelegen haaks afgebogen rand kan een goede verkruimeling van de door het voorgaande deel van het bewerkingsorgaan losgesneden grond worden verkregen. De door de langszijden van de platen 8 5 van de drager 5 gevormde uitsteeksels vormen een effec tieve bevestigingsmogelijkheid voor de mesvormige zich in hoofdzaak dwars op de drager en evenwijdig aan de draaiingsrichting van de rotor uitstrekkende bewerkings-organen. De respectieve mesvormige bewerkingsorganen 6 10 kunnen op simpele wijze door stansen uit plaat worden vervaardigd terwijl hun bevestiging zodanig is dat zij te-samen met de drager gemakkelijk kunnen worden gemonteerd en indien noodzakelijk gemakkelijk kunnen worden vervangen. Het geheel geeft een goedkope en toch betrouwbare con-15 structie mogelijkheid voor een van mesvormige bewerkings organen voorziene rotor voor een grondbewerkingsmachine.A good crumbling of the soil cut loose by the previous part of the cultivating member can be obtained with the aid of the perpendicularly bent edge at the rear. The protrusions formed by the longitudinal sides of the plates 8 of the carrier 5 form an effective attachment possibility for the blade-shaped machining members extending substantially transversely of the carrier and parallel to the direction of rotation of the rotor. The respective blade-shaped machining members 610 can be simply die-cut from plate while their attachment is such that they can be easily assembled together with the carrier and easily replaced if necessary. The whole gives an inexpensive yet reliable construction possibility for a rotor provided with blade-shaped working members for a tillage machine.

Bij het in de figuren 5 θώ 6 weergegeven uitvoeringsvoor-beeld van een drager 32 met erop aangebrachte mesvormige bewerkingsorganen 33» is de drager samengesteld uit zes 20 platen 34, die door middel van met bouten 9 tegen elkaar geklemde omgezette langszijden aan elkaar zijn bevestigd, een en ander zodanig,· dat de drager een dwarsdoorsnede heeft die een regelmatige zeshoek vormt. De respectieve door de tegen elkaar geklemde omgezette langszijden ge-25 vormde uitsteeksels strekken zich ook hier in althans nagenoeg radiale richting ten opzichte van de langs-hartlijn van de drager 32 uit. De mesvormige bewerkingsorganen 33 zijn ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld uit plaat gevormd. De van de drager afgekeerde buitenomtrek van 30 elk mesvormig bewerkingsorgaan 33 verloopt praktisch volgens een evolvente. Echter sluit het evolvente sterker gekromde verloop aan de ten opzichte van de rotatierichting B voorste zijde via een praktisch radiaal gelegen deel op de bevestiging aan. De beves-35 tiging van een mesvormig bewerkingsorgaan 32 stemt over- 78 0 8557 / 8 een met die bij het bewerkingsorgaan 6. Echter strekt het bewerkingsorgaan zich bij dit uitvoeringsvoorbeeld over een omtrekshoek van ± 120° uit en zijn de respectieve bevestigingspunten over omtrekshoeken van 60° van elkaar 5 gelegen. De achterste bevestiging maakt ook hier deel uit van een haaks omgezette rand, die evenals bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld een radiaal verloop heeft.In the exemplary embodiment shown in Figures 5-6 of a carrier 32 with knife-shaped working members 33 »mounted thereon, the carrier is composed of six plates 34, which are fastened together by means of bent longitudinal sides clamped together with bolts 9, all this in such a way that the carrier has a cross section which forms a regular hexagon. Here, too, the respective protrusions formed by the clamped bent longitudinal sides extend in an at least substantially radial direction with respect to the longitudinal axis of the carrier 32. The knife-shaped processing members 33 are also formed from sheet metal in this exemplary embodiment. The outer circumference of each blade-shaped processing member 33 remote from the carrier proceeds practically according to an involute. However, the involutely more curved course on the front side relative to the direction of rotation B connects to the mounting via a practically radially located part. The attachment of a blade-shaped machining member 32 agrees with that of the machining member 6. However, in this exemplary embodiment, the machining member extends over a circumferential angle of ± 120 ° and the respective attachment points over circumferential angles of Located 60 ° apart. The rear mounting is also part of a perpendicularly bent edge, which, like the previous embodiment, has a radial course.

Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de respectieve mesvormige bewerkingsorganen 33 in de langsrichting van een Ί0 drager 32 gezien schroeflijnvormig opgesteld, waarbij op eenvolgende bewerkingsorganen over omtrekshoeken van 60° ten opzichte van elkaar zijn verdraaid ten opzichte van de langshartlijn van de drager en deze bewerkingsorganen elkaar voor + een derde overlappen. De diameter van de 15 door de drager 32 met de erop aangebrachte mesvormige bewerkingsorganen 33 gevormde rotor is bij dit uitvoeringsvoorbeeld eveneens +.50 cm, terwijl de onderlinge afstand tussen twee op elkaar volgende bewerkingsorganen praktisch overeenstemt met de breedte van de af-20 gebogen rand 35* De werking van de bewerkingsorganen stemt praktisch met die van de bewerkingsorganen 6 overeen; de snijdende werking is echter meer naar voren verplaatst, doordat zoals uit figuur 5 blijkt de grootste breedte zich vóór de achterzijde bevindt. Bij het in de 25 figuren 7 en 8 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, is de drager 36 kokervormig en uit lên stuk materiaal vervaardigd, met een hoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede. Elk van de eveneens uit plaat gevormde mesvormige bewerkingsorganen 37 heeft aan de buitenomtrek het in 30 figuur 7 weergegeven verloop, dat praktisch overeenstemt met het evolvente verloop van de buitenomtrek van de bewerkingsorganen 6 bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld en dat aan de voorzijde praktisch tangentiaal is. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is elk bewerkingsorgaan aan de naar de 35 drager gekeerde binnenzijde voorzien van een uitsparing, \\ \ _ 7808557 9 die zich over een omtrekshoek van +_ 180° uitstrekt en correspondeert met de hoekige vorm van de drager 36. De uitsparing is zodanig gelegen, dat de voorzijde van de buitenomtrek van het bewerkingsorgaan 57 ook hier op een 5 afstand van de drager is gelegen, die +_ een zesde bedraagt van de afstand waarop zich de achterzijde van het bexirer-kingsorgaan van de drager bevindt. De achterzijde van het bewerkingsorgaan 57 is voorzien van een omgebogen rand 38 die zich althans nagenoeg in radiale richting uitstrekt 10 en vanaf de buitenomtrek over drie kwart van zijn lengte over een hoek van ± 60° is omgezet. De rand 38 gaat over in een over 90° omgezette rand 39» die overgaat in een rand 40 welke de in het voorgaande genoemde uitsparing begrensd en die overgaat in een tot de voorzijde van het Ί5 bewerkingsorgaan reikende praktisch in het verlengde van de rand 38 gelegen rand 41, Tegen de randen 39 en 41 zijn voor de bevestiging van een bewerkingsorgaan de einden van een beugel 41A geklemd, een en ander zodanig dat de rand 40 van het bewerkingsorgaan en de beugel voor de 20 klemming om de drager zorgen. Opeenvolgende op de boven beschreven wijze bevestigde bewerkingsorganen 37 zijn over omtrekshoeken van +_ 90° ten opzichte van de langshartlijn van de drager verdraaid, een en ander zodanig, dat in de langsrichting van de drager gezien, de respectieve mes-25 vormige bewerkingsorganen 37 schroeflijnvormig staan op gesteld, op een afstand van elkaar die wat groter is dan die tussen op elkaar volgende bewerkingsorganen bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden. Ook bij dit uitvoerings-voorbeeld kunnen de respectieve bexverkingsorganen 37 30 uit de plaat worden gestanst en is de bevestiging zo danig, dat zij zowel bij de montage als bij een eventuele vervanging gemakkelijk kunnen worden aangebracht. De x*er-king van de bewerkingsorganen stemt met die van de bewerkingsorganen van het eerste uitvoeringsvoorbeeld over-35 een. De uitvinding is niet beperkt tot het vooraanstaande \ ~ 7808557 10 doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.Also in this exemplary embodiment, the respective knife-shaped working members 33 are arranged in a helical direction in the longitudinal direction of a Ί0 carrier 32, with subsequent working members being rotated relative to each other over circumferential angles of 60 ° with respect to the longitudinal axis of the carrier and these working members for each other + overlap a third. In this exemplary embodiment, the diameter of the rotor formed by the carrier 32 with the knife-shaped working members 33 mounted thereon is also +.50 cm, while the mutual distance between two successive working members practically corresponds to the width of the bent-off edge. 35 * The working of the working members practically corresponds to that of the working members 6; however, the cutting action has been moved more to the front because, as shown in Figure 5, the greatest width is located in front of the rear. In the exemplary embodiment shown in Figures 7 and 8, the support 36 is tubular and made of a single piece of material, with an angular, preferably square cross-section. Each of the blade-shaped working members 37, which is likewise formed from sheet metal, has on the outer circumference the course shown in Figure 7, which corresponds substantially to the involute course of the outer circumference of the working members 6 in the first embodiment and which is practically tangential at the front. In this exemplary embodiment, each working member is provided on the inside facing the carrier with a recess, which extends over a circumferential angle of + 180 ° and corresponds to the angular shape of the carrier 36. The recess is located such that the front of the outer periphery of the processing member 57 is also here at a distance from the carrier, which is + one-sixth of the distance at which the rear of the treating member of the carrier is located. The rear side of the working member 57 is provided with a bent edge 38 which extends at least substantially in the radial direction and which is turned over an angle of ± 60 ° from the outer circumference over three quarters of its length. The edge 38 merges into an edge 39 turned 90 °, which merges into an edge 40 which delimits the above-mentioned recess and which merges into a practically in line with the edge 38 extending to the front of the Ί5 processing member. edge 41, The edges of a bracket 41A are clamped against the edges 39 and 41 for the attachment of a processing member, such that the edge 40 of the processing member and the bracket provide clamping around the wearer. Successive machining members 37 mounted in the manner described above are rotated through circumferential angles of + 90 ° relative to the longitudinal axis of the wearer, such that viewed in the longitudinal direction of the wearer, the respective knife-shaped working members 37 are helical are arranged at a distance from each other which is somewhat larger than that between successive processing members in the previous embodiments. Also in this exemplary embodiment, the respective exploration members 37 can be punched out of the plate and the attachment is such that they can be easily fitted both during assembly and in case of replacement. The operation of the processors corresponds to that of the processors of the first embodiment. The invention is not limited to the pre-eminent 7808557, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

o T 7808557o T 7808557

Claims (35)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in het gestel gelegerde rotor, die een roteerbare drager en een aantal daarop aangebrachte bewerk kingsorganen omvat, met het kenmerk, dat de drager een aantal zich althans nagenoeg evenwijdig aan zijn draaiingsas uitstrekkende uitsteeksels omvat, waaraan zich ongeveer haaks op de drager uitstrekkende plaatvormige bewerkings- | organen zijn bevestigd.Soil cultivation machine provided with a frame and at least one rotor mounted in the frame, which comprises a rotatable carrier and a number of working members mounted thereon, characterized in that the carrier comprises a number of projections extending substantially parallel to its axis of rotation, to which plate-shaped machining parts extend approximately perpendicular to the carrier organs are attached. 2. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de langsriehting van de drager gezien opvolgende bewerkingsorganen elkaar althans voor een deel overlappen. iSoil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that successive working members, seen in the longitudinal direction of the carrier, overlap at least partly. i 3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ! t ten minste één in het gestel gelegerde rotor die een ro- * teerbare drager en een aantal daarop aangebrachte bewer-ingsorganen omvat, met het kenmerk, dat in de langs-richting van de drager gezien twee opvolgende bewerkingsorganen elkaar althans voor een deel overlappen.3. Tillage implement equipped with a frame and! at least one rotor mounted in the frame and comprising a rotatable support and a number of machining members arranged thereon, characterized in that two successive machining members, seen in the longitudinal direction of the support, at least partly overlap. 4· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de overlap + een derde van de opper-i vlakte van het bewerkingsorgaan bedraagt. jSoil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that the overlap + is one third of the surface of the cultivating member. j 5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande ! conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen mes-! vormig zijn uitgevoerd en een deel omvatten dat zich vanaf: de drager althans nagenoeg evenwijdig aan de draaiings- j richting van de rotor uitstrekt en een deel dat een hoek ! met de draaiingsrichting van de rotor insluit. i5. Soil cultivation machine according to one of the preceding! claims, characterized in that the machining members are shaped and comprise a part which extends from: the carrier at least substantially parallel to the direction of rotation of the rotor and a part which is at an angle. with the direction of rotation of the rotor. i 6. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en 1 ten minste een in dit gestel gelegerde rotor die een ro- j teerbare drager en een aantal daarop aangebrachte bewerkingsorganen omvat, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan dat mesvormig is uitgevoerd is voorzien van een deel dat zich althans nagenoeg evenwijdig aan de draaiingsrich-1 ting van de rotor uitstrekt en van een deel dat een hoek 78 0 8 5 5 7 f %4 i -12- I ' ·~ ‘ i met de draaiingsrichting van de rotor insluit.6. Soil cultivation machine provided with a frame and at least one rotor mounted in this frame, which comprises a rotatable carrier and a number of working members mounted thereon, characterized in that the working member, which is knife-shaped, is provided with a part which is at least substantially parallel to the direction of rotation of the rotor and of a part which encloses an angle of 78 0 8 5 5 7 f% 4 i -12-i with the direction of rotation of the rotor. 7. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hewerkingsorgaan is . gevormd uit plaat.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that it is the plowing member. formed from plate. 8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de plaat een dikte heeft van + 6 mm.Soil cultivation machine according to claim 7, characterized in that the plate has a thickness of + 6 mm. 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande i conclusies, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan zich over een omtrekshoek van + 180° om de drager uit strekt.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the cultivation member extends around the carrier over a circumferential angle of + 180 °. 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1- 8, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan zich over een omtrekshoek van + 120° om de drager uitstrekt. iSoil cultivation machine according to Claims 1 to 8, characterized in that the cultivating member extends around the carrier at an angle of + 120 °. i 11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan aan i , j 15 zijn van de drager afgekeerde buitenomtrek een gebogen ver- j loop heeft.11. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the cultivating member has a curved course on its outer circumference remote from the carrier. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het gebogen verloop zich over het grootste; i deel van de buitenomtrek uitstrekt. !Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that the curved course extends over the largest; i extends part of the outer circumference. ! 13. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten opzichte van de rotatierichting van een drager voorste zijde van de buitenomtrek van het bewerkingsorgaan dichter bij de draaiingsas | van de drager is gelegen dan de achterzijde. |Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the front side of the outer circumference of the cultivating member closer to the axis of rotation relative to the direction of rotation of a carrier | the carrier is then located at the rear. | 14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11-13, i met het kenmerk, dat de buitenomtrek van een bewerkings- j orgaan aan de voorzijde aanvankelijk in tangentiale richting | ten opzichte van de draaiingsas van de drager verloopt.14. Soil cultivation machine according to claims 11-13, characterized in that the outer circumference of a cultivating member at the front initially in tangential direction | with respect to the axis of rotation of the carrier. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11-13, ! 30 met het kenmerk, dat de buitenomtrek van een bewerkingsor- ί i gaan zich aan de voorzijde aanvankelijk in radiale richting verloopt. j15. Tillage machine as claimed in claims 11-13,! 30, characterized in that the outer circumference of a processing member at the front initially extends in the radial direction. j 16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande i conclusies, met het kenmerk, dat de kromming van de buiten-! 35 omtrek van het bewerkingsorgaan een praktisch evolvent r) 7808557 1 - 13- ! verloop heeft. i 17· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande ! conclusies, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan aan ’ zijn achterzijde ten opzichte van de draairichting van de 5 i drager is voorzien van een afgebogen rand.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the curvature of the outer 35 circumference of the processing unit a practical evolvent r) 7808557 1 - 13-! has a course. i 17 · Soil cultivation machine according to one of the preceding! Claims, characterized in that the processing member is provided with a bent edge on its rear side relative to the direction of rotation of the carrier. 18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met ! het kenmerk, dat de rand over + 90° is af gebogen.Soil cultivation machine according to claim 17, with! characterized in that the edge is bent by + 90 °. 19· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de rand over + 60° is afgebogen. 10 ""Soil cultivation machine according to claim 17, characterized in that the edge is bent by + 60 °. 10 "" 20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17 - 19» i met het kenmerk, dat de rand vanaf de buitenomtrek van het bewerkingsorgaan zich althans nagenoeg in radiale richting ' uitstrekt. i , i20. Soil cultivation machine according to claim 17-19, characterized in that the edge extends at least substantially in radial direction from the outer circumference of the cultivating member. i, i 21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17 - 19» ^ met het kenmerk, dat de rand vanaf de buitenomtrek van het bewerkingsorgaan tot de drager reikt.21. Soil cultivation machine according to claim 17-19, characterized in that the edge extends from the outer circumference of the cultivating member to the carrier. 22. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorzijde van de buitenomtrek van het bewerkingsorgaan op een afstand van de PO ! omtrek van de drager is gelegen die + een zesde bedraagt | van de afstand waarop de achterzijde van de buitenomtrek j i van een bewerkingsorgaan zich van de drager bevindt. ~Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the front side of the outer periphery of the cultivator is at a distance from the PO! the circumference of the carrier is located which is + one sixth | from the distance at which the rear of the outer periphery j i of a working member is from the wearer. ~ 23· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande ; conclusies, met het kenmerk, dat de binnenzijde van het be- ! ^ werkingsorgaan is voorzien van op afstand van elkaar ge- legen bevestigingsmiddelen voor bevestiging aan de drager, welke bevestigingsmiddelen in de langsrichting van de drager gezien zodanig zijn opgesteld dat zij niét op één lijn zijn gelegen. 1 ^ 24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met ! het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen over omtreks-hoeken van + 90° van elkaar zijn gelegen. 123 · Soil cultivation machine according to one of the foregoing; claims, characterized in that the interior of the The operating member is provided with spaced apart fasteners for attachment to the wearer, which fasteners viewed in the longitudinal direction of the wearer are arranged so that they are not aligned. 1 ^ 24. Soil cultivation machine according to claim 23, with! characterized in that the fasteners are located at circumferential angles of + 90 ° from each other. 1 25· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met i het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen zich op een af- j ^ stand van elkaar bevinden die een omtrekshoek van +60° O 7808557 -14- beslaat.Soil cultivation machine according to claim 23, characterized in that the fastening means are at a distance from each other, which occupies a circumferential angle of + 60 ° 7808557-14. 26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23 - 25» met liet kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen worden ge- l vormd door lippen die aan op de drager aanwezige uitsteek- | i 5. seis bevestigbaar zijn. j ; 27· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 26 en j een der voorgaande conclusies 17 - 25, met bet kenmerk, I dat bet ten opzichte van de rotatiericbting voorste en middelste bevestigingsmiddel wordt gevormd door een lip, i 10 terwijl bet achterste bevestigingsmiddel deel uitmaakt van j de omgezette rand van bet bewerkingsorgaan.26. Soil cultivation machine according to claims 23-25, characterized in that the fastening means are formed by lips which are attached to protruding parts on the carrier. i 5. seis can be confirmed. j; 27. Soil cultivation machine according to claim 26 and one of the preceding claims 17 - 25, characterized in that the front and middle fasteners relative to the rotation are formed by a lip, while the rear fasteners are part of the converted edge of the processor. 28. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande : conclusies, met bet kenmerk, dat de uitsteeksels van een ; i drager worden gevormd door de omgezette langszijden van i i 15 platen waaruit de drager is samengesteld en de bevestjgings- i middelen zijn aangebracht door middel van bouten die tevens i voor bet tegen elkaar klemmen "ran de respectieve langszijden zorgdragen. ;Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the protrusions of a; The carrier are formed by the bent longitudinal sides of plates of which the carrier is composed and the fastening means are arranged by means of bolts which also ensure clamping together of the respective longitudinal sides. 29. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat een drager uit vier identieke platen is samengesteld, een en ander zodanig dat een drager een na- ; i ' ! genoeg vierkante dwarsdoorsnede beeft. I29. Soil cultivation machine according to claim 28, characterized in that a carrier is composed of four identical plates, all this in such a way that a carrier has an after-; i '! tremble enough square cross-section. I 30. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande j 25 conclusies, met bet kenmerk, dat de drager is samengesteld j uit zes identieke platen, een en ander zodanig dat de' ; - drager een dwarsdoorsnede beeft die een althans nagenoeg ' j regelmatige zeshoek vormt. I 3tv ~' -.Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies i 30 3-23, met het kenmerk, dat de drager pijpvormig is met een hoekige dwarsdoorsnede en een bewerkingsorgaan door middel 1 van zijn binnenzijde en een beugel door klemming op de dra-; i ger is bevestigd. j30. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the carrier is composed of six identical plates, all such that the '; carrier has a cross-section which forms an at least practically regular hexagon. Soil cultivation machine according to any one of claims 3-23, characterized in that the carrier is pipe-shaped with an angular cross-section and a working member by means of its inner side and a bracket by clamping on the carrier; i ger is confirmed. j 32. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 31» net j 35 het kenmerk, dat de bewerkings organen aan hun binnenzijde zijn voorzien van een zich over de gehele lengte van de S 78 0 85 57 -15“ ι " ' “ — - —· ; binnenzijde uitstrekkende omgezette rand, waarvan een tussen de randen gelegen deel een uitsparing begrenzd die correspondeert met de vorm van de drager. jSoil tillage implement according to claim 31, characterized in that the tillage members are provided on their inner side with an inner side extending over the entire length of the S 78 0 85 57 -15. converted edge, of which a part located between the edges delimits a recess corresponding to the shape of the carrier. 33. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 32, met ! 5 het kenmerk, dat vanaf de buitenomtrek de rand over een hoek . . I van =$r 60° is omgezet. j33. Soil cultivation machine according to claim 32, with! 5 characterized in that from the outer circumference the edge is angled. . I of = $ r 60 ° has been converted. j 34. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 38, met ! het kenmerk, dat het overige deel van de rand over een hoek ; van ± 90° is omgezet. j34. Soil cultivation machine according to claim 38, with! characterized in that the rest of the edge is at an angle; of ± 90 °. j 35. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 33 en ! 34, met het kenmerk, dat de over + 60° omgezette rand zich aan de ten opzichte van de rotatie-richting achterste , zijde van een bewerkingsorgaan bevindt.Soil cultivation machine according to claim 33 and! 34, characterized in that the edge which is turned over + 60 ° is located on the side of a processing member which is rearwardly relative to the direction of rotation. 36. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande i 15 conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de door de 1 drager en de erop aangebrachte bewerkingsorganen gevormde i rotor, + 15 cm bedraagd. j36. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the diameter of the rotor formed by the carrier 1 and the working members mounted thereon is + 15 cm. j 37· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande | conclusies, met het kenmerk, dat de drager van de rotor i 20 zich in althans nagenoeg in horizontale richting dwars op ί de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt.37 · Soil cultivation machine according to one of the preceding | claims, characterized in that the carrier of the rotor 20 extends at least substantially in a horizontal direction transverse to the direction of travel of the machine. 38. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande j conclusies, met het kenmerk, dat achter de bewerkingsor- j ganen een zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegings- 1 25 richting van de machine uitstrekkende rol is aangebracht en : de machine aan de voorzijde van middelen voor aankoppeling ί aan de driepuntshefinrichting van een trekker.38. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a roller extending at least substantially transverse to the direction of advancement of the machine is arranged behind the cultivation organs and: the machine at the front of means for coupling to the three-point linkage of a tractor. 39. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het ; voorgaande en weergegeven in de figuren. 1 i ! · I j i j % 78085*7 i39. Soil cultivation machine as described in the; previous and shown in the figures. 1 i! I j i j% 78085 * 7 i
NL7808557A 1978-08-18 1978-08-18 Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80) NL7808557A (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7808557A NL7808557A (en) 1978-08-18 1978-08-18 Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80)
DE19792932635 DE2932635A1 (en) 1978-08-18 1979-08-11 TILLAGE MACHINE
FR7920661A FR2433275A1 (en) 1978-08-18 1979-08-14 AGRICULTURAL MACHINE FOR THE PREPARATION OF THE SOIL, OF THE CHIPPER OR EXCAVATOR TYPE
US06/066,639 US4298070A (en) 1978-08-18 1979-08-14 Soil cultivating machines
GB7928306A GB2028622A (en) 1978-08-18 1979-08-14 Soil cultivating machines
FR8414594A FR2549680B1 (en) 1978-08-18 1984-09-24 AGRICULTURAL MACHINE FOR THE PREPARATION OF THE SOIL, OF THE CHIPPER OR EXCAVATOR TYPE

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7808557 1978-08-18
NL7808557A NL7808557A (en) 1978-08-18 1978-08-18 Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80)

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7808557A true NL7808557A (en) 1980-02-20

Family

ID=19831390

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7808557A NL7808557A (en) 1978-08-18 1978-08-18 Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80)

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7808557A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004448A (en) Vertical axis rotary harrow - has side-by-side tine-bearing members with guards around shafts
US4103476A (en) Mowing device
US2754744A (en) Rotary moldboard plow
NL8100992A (en) SOIL TILLER.
US2816410A (en) Tractor mounted rotary disc cutting assembly
US4044839A (en) Soil cultivating machines
US4397136A (en) Agricultural slasher
NL8301254A (en) SOIL TILLER.
US4298070A (en) Soil cultivating machines
US4280565A (en) Soil working machine
NL8202359A (en) SOIL TILLER.
NL7808557A (en) Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80)
GB2098046A (en) Mower-conditioners
NL192071C (en) Soil cultivation machine.
NL7808608A (en) SOIL TILLER.
NL7809814A (en) SOIL TILLER.
US2408361A (en) Rotary tiller
NL7808558A (en) Power driven rotary cultivator - has overlapping tools formed of sheet metal and extending radially from common carrier (NL 20.2.80)
GB2127262A (en) A soil cultivating machine
US4207949A (en) Machine for the root-pruning of plants growing in rows
US4206814A (en) Knife sled cultivator with weeder bar
NL8802987A (en) Protective plate in earth working machine - is fitted to edge of frame lower part having U=shaped cross=section with top cover plate
NL8105506A (en) SOIL TILLER.
EP0304120B1 (en) A soil cultivating machine
NL8304356A (en) SOIL TILLER.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed