NL7807040A - Werkwijze en inrichting voor het rondwalsen van een profiel. - Google Patents

Description

4'

V

« N.O. 26.206 REYNOLDS ALUMINIUM HOLLAND B.Y., te Harderwijk.

Werkwijze en inrichting voor het rondwalsen van een profiel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het rondwalsen van een profiel, in het bijzonder bestemd voor een rijwielvelg, waarbij het aanvankelijk rechte profiel aan de einden wordt voorgebogen en daarna door een driepuntswalsinrichting wordt gevoerd. * 5

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7602645· Hierbij wordt de middelste wals van de driepuntswal s-inrichting tijdens het walsen ingesteld afhankelijk van de gemeten afwijking in diameter van het te walsen profiel.

Deze werkwijze is tamelijk gecompliceerd, omdat de driepunts- 10 walsinrichting tijdens het walsen bestuurd moet worden om gemeten afmetingen in diameter reeds tijdens het walsen te corrigeren.

De verkregen diameter is nl. afhankelijk van diverse faktoren, zoals walsdruk, aard van het te walsen materiaal, waarbij bijvoorbeeld hardheid en 0,2-rekgrens een rol spelen, afwijk- 15 ingen in de walsinrichting zelf, zoals spelingen en onrondheid van de walsrollen enzovoort. Een ander probleem is, dat de einden van het werkstuk moeilijk de juiste diameter aannemen.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen, die uiterst eenvoudig is en die zonder meten en instellen tijdens het walsen 20 een spanningsvrij rondgewalst profiel oplevert, in het bijzonder een rijwielvelg, met de juiste diameter.

Dit wordt met de werkwijze volgens de uitvinding bereikt, doordat tijdens het walsen de hartlijnen van de drie walsen van door de walsinrichting ten opzichte van elkaar op hun plaats blijven,/ 25 dat de hartlijn van de middelste wals vóór het walsen zodanig wordt ingesteld ten opzichte van de hartlijnen van de beide andere walsen, dat de straal van de gevormde ronding iets kleiner is fla/n vereist is voor het eindprodukt en/^clat het rondgemaakte profiel 7807040

J

2 * >· weer wordt teruggebogen tot de gewenste straal door een extra wals, die aan dezelfde kant van het profiel als de genoemde middelste wals is opgesteld.

Door dit heen- en terugwalsen wordt het beoogde doel bereikt.

Om ook het voorgebogen achterste einde van het profiel dè 5 juiste diameter te geven ondergaat volgens een verdeas uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding dit voorgebogen achterste einde van het profiel een extra buiging op het moment, waarop dit einde de eerste wals van de walsinrichting passeert.

De uitvinding heeft vanzelfsprekend ook betrekking op de 10 inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarin schematisch werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Het aanvankelijke rechte geprofileerde werkstuk is aangegeven 15 met 1. In dit voorbeeld wordt dit werkstuk 1 gevormd door een in dwarsrichting geprofileerde aluminiumstrip, bestemd voor het maken van een rijwielvelg. Een rijwielvelg heeft een verdiepte bodem, waarop de spaken bevestigd moeten worden en opstaande zijwangen, waarbinnen de luchtband moet worden vastgehouden. 20

De in dwarsrichting geprofileerde rechte aluminiumstrip 1 wordt van te voren aan beide einden voorgebogen, in de tekening in bovenwaartse richting, doch niet in de tekening weergegeven.

Dit voorbuigen heeft ook plaats bij de stand der techniek.

De walsinrichting, die gebruikt wordt voor de werkwijze 25 volgens de uitvinding bestaat in feite uit twee driepuntswals-inrichtingen achter elkaar, waarbij de hartlijnen van geen der walsen tijdens het walsen worden versteld.

De eerste driepuntswalsinrichting bestaat uit de aan de omtrek geprofileerde walsen 2, 5 en 4· Deze drie walsen worden met be- 50 hulp van een ketting of getande riem 5 aangedreven, vanaf een aangedreven tandwiel 6.

De walsen 2, 3 en 4 zijn hiertoe ieder voorzien van een vast daarmede verbonden tandwiel 2a, 5a en 4a.

Het is duidelijk, dat de walsen 2, 5 en 4 in de met pijlen 35 aangégeven richtingen zullen roteren, wanneer zij vanaf het tand- 7807040 # · t 3 - wiel 6 worden aangedreven.

Met 7 is nog een niet-essentiele steunwals aangegeven,

De walsen 3 en 4 zijn niet instelbaar, doch het wiel 2 wel, zoals met een dubbele pijl is aangegeven. Yanzelfsprekend moet dan ook de steunwals 7 instelbaar zijn. 5

In tegenstelling tot de bekende walsinrichting heeft het instellen van de wals 2 niet plaats tijdens het walsen. De wals 2 wordt alleen eventueel van te voren versteld, wanneer overgegaan moet worden op een andere velgdiameter.

De wals 2 wordt volgens de uitvinding zo ingesteld.ten op- 10 zichte van de walsen 3 en 4» dat het aanvankelijk rechte werkstuk 1 bewust tot een iets kleinere diameter wordt gewalst. De afwijking bedraagt maximaal 10%.

Aan dezelfde zijde als de wals 2 is nog een vierde wals 8 aanwezig, die eveneens aan de omtrek op bekende wijze is geprofi- 15 leerd.

Deze wals 8 wordt niet aangedreven, doch is wel instelbaar, aangegeven met de dubbele pijl. Echter ook deze instelling heeft niet plaats tijdens het walsen.

De hartlijn van de wals 8 is zo opgesteld, dat de wals 8 het 20 rondgebogen werkstuk 1, dat in de walsen 2, 3 en 4 een iets te kleine diameter heeft gekregen, weer terugbuigt tot de juiste diameter. Door dit heen- en weerterugbuigen, wordt zonder ingewikkelde meet- en regelinrichtingen een velg met de juiste diameter verkregen en is de velg volkomen spanningsvrij geworden. 25

In feite vormen de walsen 2, 8 en 4 een tweede driepunts-walsinrichting.

Met deze uiterst eenvoudige inrichting is het mogelijk profielen, in het bijzonder rijwielvelgen, te walsen met de juiste diameter. · 30

Er kunnen zich echter nog problemen voordoen bij het achtereinde van het werkstuk. Ondanks het voorbuigen, is het mogelijk dat dit voorgebogen deel niet de juiste diameter verkrijgt.

Om dit bezwaar te vermijden bestaat de wals 3 uit twee spiegel-symmetrische delen, gescheiden door een platte schijf 9> die 35 7807040

Claims (6)

1. Werkwijze voor het rondwalsen van een profiel, in het bijzonder bestemd voor een rijwielvelg, waarbij het aanvankelijk 35 . 7807046 Y 5 - ...... " " ~........... 1 rechte profiel aan de einden wordt voorgebogen en daarna door een driepuntswalsinrichting wordt gevoerd, met het kenmerk , dat tijdens het walsen de hartlijnen van de drie walsen van de walsinrichting ten opzichte van elkaar op hun plaats blijven, dat de hartlijn van de middelste wals vóór het 5 walsen zodanig wordt ingesteld ten opzichte van de hartlijnen van de beide andere walsen, dat de straal van de gevormde ronding iets kleiner is dan vereist is voor het eindprodukt en dat het rondgemaakte profiel weer wordt teruggebogen tot de gewenste straal door een extra wals, die aan dezelfde kant van het profiel 10 als de genoemde middelste wals is opgesteld. i

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken- j merk , dat op het moment waarop het voorgebogen achterste einde i van het profiel de eerste wals van de walsinrichting passeert, diti voorgebogen einde een «tra buiging ondergaat. j 15

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, bestaande uit een driepuntswalsinrichting, met het kenmerk, dat achter de middelste wals van de driepuntswalsinrichting, aan dezelfde zijde van het te walsen profiel, een vierde wals is opgesteld, waarvan de hartlijn tijdens 20 het walsen op zijn plaats blijft en die tezamen met twee walsen van de driepuntswalsinrichting een in tegengestelde richting werkende tweede driepuntswalsinrichting vormt. j

4· Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk,/ dat op dezelfde 25 hartlijn als de eerste wals van de driepuntswalsinrichting een schijf met een nokvlak is gelagerd, die normaal stilstaat, doch j bij het passeren van het voorgebogen achterste einde van het pro- j fiel wordt meegenomen om de extra buiging uit te oefenen. i

5. Inrichting volgens conclusie 4, 'net het ken- ' 30 i merk, dat de schijf normaal wordt stilgehouden door een stangep- mechanisme, waarvan één einde aanligt tegen een aanslag op de schijf en een ander einde aanligt tegen de naar de schijf gerichte zijde van het te walsen profiel, zodat Wanneer dit andere einde komt aan te liggen tegen het voorgebogen achterste einde van het 35 , r 7807040 '«· profiel de blokkering van de schijf wordt opgeheven en de schijf met de wals meeroteert om de extra buiging uit te oefenen.

6-. Inrichting volgens conclusie 4 of 5) met het kenmerk , dat de schijf over het grootste deel van zijn omtrek een cirkelvormige gedaante heeft met een zodanige diameter, 5 dat déze aanligt tegen het hoogste deel van het profiel, bij een rijwielvelg te bodem. 7807040