NL2033971A

NL2033971A - LIFT DEVICE FOR LIFTING AND LOWERING VEHICLES AND A LIFT BRIDGE WITH SUCH LIFT TIGHTS

Info

Publication number: NL2033971A
Application number: NL2033971A
Authority: NL
Inventors: Benz Dieter
Original assignee: Gerhard Finkbeiner
Priority date: 2022-01-20
Filing date: 2023-01-17
Publication date: 2023-08-01
Also published as: NL2033971B1; DE102022101295B3

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting en op een hefbrug met dergelijke hefinrichtingen voor het op— heffen en neerlaten van ladingen of voertuigen, met een hefzuil (14) en met een ten opzichte van de hefzuil (14) opwaarts en neerwaarts beweegbare drager (17), met een aan— drijfinrichting (25) voor het opheffen en neerlaten van de drager (17), met een aan de drager (17) aangebracht la— dingopneemmiddel (18), met telkens een aan elk eind van het ladingopneemmiddel (18) aangebrachte draagarm (22) die om een draaias (21) zwenkbaar aan het ladingopneemmiddel (18) is ondersteund, waarbij een afstand (A) van de draaiassen (21) van de zwenkbaar aan het ladingopneemmiddel (18) on— dersteunde draagarmen (22) groter is dan de afstand W van de slag van de drager (17) langs de hefzuil (14). (Hierbij figuur 1).The invention relates to a lifting device and to a lifting bridge with such lifting devices for lifting and lowering loads or vehicles, with a lifting column (14) and with a carrier (17) that can be moved upwards and downwards relative to the lifting column (14). ), with a drive device (25) for raising and lowering the carrier (17), with a load receiving means (18) arranged on the carrier (17), with one each at each end of the load receiving means (18) mounted carrying arm (22) which is pivotally supported on the load-sustaining means (18) about a pivot axis (21), wherein a distance (A) of the pivoting axes (21) of the carrying arms (22) pivotally supported on the load-taking means (18) is greater than the distance W of the stroke of the carrier (17) along the lifting column (14). (Here is figure 1).

Description

1 P141774NL001 P141774NL00

HEFINRICHTING VOOR HET HEFFEN EN NEERLATEN VAN VOERTUIGENLIFT DEVICE FOR LIFTING AND LOWERING VEHICLES

EN EEN HEFBRUG MET DERGELIJKE HEFINRICHTINGENAND A LIFT BRIDGE WITH SUCH LIFTING DEVICES

De uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting voor het heffen en neerlaten van ladingen of voertuigen en op een hefbrug die dergelijke hefinrichtingen omvat.The invention relates to a lifting device for lifting and lowering loads or vehicles and to a vehicle lift comprising such lifting devices.

In EP1357079A2 is een hefbrug voor motorvoertuigen ge- openbaard die twee aan elkaar toegevoegde hefinrichtingen omvat. Elke hefinrichting omvat een heffende zuil met een ten opzichte van de heffende zuil opwaarts en neerwaarts beweegbare drager. Deze drager is met een aandrijfinrichting opwaarts en neerwaarts beweegbaar. Aan elke drager is een ladingopneemniddel aangebracht waarvan de langsas horizon- taal is gericht. Aan elk eind van de drager is een opstelling van een draagarm om een draaias in het ladingopneemmiddel zwenkbaar ondersteund. Deze opstelling van de draagarm omvat een eerste gedeelte van de draagarm waaraan scharnierend een tweede gedeelte van de draagarm is aangebracht. Dit tweede gedeelte van de draagarm is telescopisch uitgevoerd. Door deze opstelling van de draagarm is het telescopische ge- deelte van de draagarm scharnierend opgenomen ten opzichte van het eerste gedeelte van de draagarm, dit op zijn beurt scharnierend ten opzichte van het ladingopneemmiddel.EP1357079A2 discloses a motor vehicle lift comprising two lifts associated with each other. Each lifting device comprises a lifting column with a carrier that is movable upwards and downwards relative to the lifting column. This carrier is movable upwards and downwards with a drive device. A load receiving means is mounted on each carrier, the longitudinal axis of which is directed horizontally. At each end of the carrier, an arrangement of a carrier arm is supported pivotally about an axis of rotation in the load receiving means. This support arm arrangement comprises a first part of the support arm to which a second part of the support arm is hingedly mounted. This second part of the supporting arm is telescopic. Due to this arrangement of the support arm, the telescopic part of the support arm is mounted pivotally with respect to the first part of the support arm, which in turn pivots with respect to the load receiving means.

Weliswaar maakt een dergelijke opstelling grote gebie- den van het vastgrijpen mogelijk teneinde ladingopneemele- menten van voertuigen te positioneren, echter heeft een der- gelijke hefinrichting met deze opstellingen van draagarmen het nadeel dat deze op grond van de tweevoudige uitvoering van scharnieren hoog in de kosten liggen teneinde de nodige ladingen op te heffen en zijn bovendien in de opstelling en het positioneren van de ladingopneemelementen bij de la- dingopneempunten aan het voertuig onhandig.It is true that such an arrangement allows large areas of gripping in order to position load-carrying elements of vehicles, but such a lifting device with these arrangements of support arms has the disadvantage that it is very costly due to the double arrangement of hinges. in order to lift the necessary loads and are moreover inconvenient in the arrangement and positioning of the load-receiving elements at the load-receiving points on the vehicle.

Oogmerk van de uitvinding is een hefinrichting voor het opheffen en neerlaten van ladingen of voertuigen voor teThe object of the invention is a lifting device for lifting and lowering loads or vehicles

2 P141774NL00 stellen door middel waarvan de draagarmen van een dergelijke hefinrichting op een eenvoudige wijze op grote gebieden van het vastgrijpen instelbaar zijn en bij voorkeur een beter toegankelijk zijn van de onderzijde van het voertuig of de lading aanwezig is.2 P141774EN00 by means of which the support arms of such a lifting device can be adjusted in a simple manner to large areas of gripping and preferably better access to the underside of the vehicle or the load is provided.

Dit oogmerk is bereikt door een hefinrichting voor het opheffen en neerlaten van ladingen of voertuigen met een hefzuil en een ten opzichte van de hefzuil opwaarts en neer- waarts beweegbare drager, en met een aandrijfinrichting voor het opheffen en neerlaten van de drager waaraan een la- dingopneemmiddel met aan elk eind van het ladingopneemmiddel om een draaias zwenkbaar aangebrachte draagarm, waarbij een afstand van de draaiassen van de zwenkbaar aan het ladingop- neemmiddel aangebrachte draagarmen groter is dan een afstand van de slag van de drager langs de hefzuil is uitgevoerd.This object has been achieved by a lifting device for lifting and lowering loads or vehicles with a lifting column and a carrier that can move upwards and downwards relative to the lifting column, and with a drive device for lifting and lowering the carrier to which a loader is attached. object receiving means with support arm arranged pivotally about an axis of rotation at each end of the load receiving means, wherein a distance of the rotational axes of the supporting arms pivotally arranged on the load receiving means is greater than a distance of the stroke of the carrier along the lifting column.

De draaiassen van de zwenkbaar ondersteunde draagarmen aan het ladingopneemmiddel zijn vaststaand ten opzichte van el- kaar gericht. Voor deze grote afstand van de assen kunnen in vergelijking kortere draagarmen ten opzichte van de tot nu toe gebruikte draagarmen worden gebruikt, waardoor de verhoudingen van de krachten ten opzichte van het opnemen van de lading worden verbeterd. Bovendien wordt mogelijk gemaakt dat de draagarmen ten opzichte van de ladingopneem- punten aan de voertuigen of de ladingen meer met een stompere hoek of rechthoekig ten opzichte van de langshartlijn van het voertuig of de lading kunnen worden aangebracht. In het bijzonder bij elektrische voertuigen heeft dit een voordeel daar tussen de ladingopneempunten van de voertuigen de accu van het voertuig is gepositioneerd en aldus een eenvoudig toegankelijk zijn en/of een eenvoudiger uitwisselen van de accu van het voertuig mogelijk wordt gemaakt.The axes of rotation of the pivotally supported carrying arms on the load receiving means are fixedly aligned with respect to each other. Comparatively shorter wishbones can be used for this large distance between the axles compared to those used up to now, which improves the ratio of forces to load capacity. In addition, it is made possible for the support arms to be arranged at a more obtuse angle or at right angles to the longitudinal axis of the vehicle or load relative to the load holding points on the vehicles or loads. In the case of electric vehicles in particular, this is an advantage since the battery of the vehicle is positioned between the charge collection points of the vehicles, thus enabling easy access and/or simpler exchange of the battery of the vehicle.

Op voordelige wijze is bepaald dat de afstand van de draaiassen aan het ladingopneemmiddel ligt in een bereik van 1500 mm tot 2500 mm. Dit bereik is bij voorkeur geschikt voor motorvoertuigen en transportinrichtingen teneinde een zo groot mogelijke vrije ruimte te vormen tussen de draag- armen naar het voertuig.It is advantageously determined that the distance of the rotational axes to the load receiving means is in a range from 1500 mm to 2500 mm. This range is preferably suitable for motor vehicles and transporters in order to form the largest possible clearance between the support arms to the vehicle.

3 P141774NL003 P141774NL00

De draagarmen kunnen in een bereik van de zwenkhoek voor het opnemen van de lading zowel van elkaar af gericht als naar elkaar toe gericht zijn aangebracht. Op voordelige wijze omvat het bereik van de zwenkhoek een eerste eindpo- sitie van het zwenken van de draagarm voor het opnemen van de lading, waarbij de draagarm in een verlenging van de langsas van het ladingopneemmiddel of evenwijdig aan de langsas van het ladingopneemmiddel of onder een hoek van tot 10° ten opzichte daarvan en ten opzichte van de andere draagarm vrij buitenwaarts is gericht. Een tweede eindposi- tie van het zwenken van het bereik van de zwenkhoek kan uitgaande van de eerste positie van de eindhoek van het zwenken in een zwenkhoek van tenminste 100° of 120° in de richting naar een kopzijde van het ladingopneemmiddel lig- gen.The support arms can be arranged in a range of the pivot angle for taking up the load both directed away from each other and directed towards each other. Advantageously, the range of the pivoting angle comprises a first end position of pivoting of the load receiving arm, wherein the carrying arm is in an extension of the longitudinal axis of the load receiving means or parallel to the longitudinal axis of the load receiving means or under a angle of up to 10° with respect to it and with respect to the other support arm is directed freely outwards. Starting from the first position of the pivoting end angle, a second end position of the pivoting range of the pivoting angle can lie in a pivoting angle of at least 100° or 120° in the direction towards an end face of the load receiving means.

Verder is bij voorkeur bepaald dat de afstand van de draaiassen van de draagarmen aan het ladingopneemmiddel ge- lijk is aan of groter is dan de anderhalfvoudige lengte van een uitgetrokken telescopische draagarm. De draagarmen van een ladingopneemmiddel zijn bij voorkeur even lang. Volgens een eerste uitvoeringvorm zijn de draagarmen met een vast- staande lengte, derhalve niet telescopisch uitgevoerd. Bij het tweede alternatief kunnen telescopische draagarmen zijn aangebracht die in de naar binnen bewogen of de naar binnen getrokken toestand een lengte omvatten die gelijk is aan of kleiner is dan de helft van de uitgetrokken lengte.It is furthermore preferably determined that the distance of the pivot axes of the support arms to the load receiving means is equal to or greater than one and a half times the length of an extended telescopic support arm. The supporting arms of a load receiving means are preferably of equal length. According to a first embodiment, the supporting arms are of a fixed length and are therefore not telescopic. In the second alternative, telescopic support arms can be provided which, in the retracted or pulled-in position, have a length equal to or smaller than half of the extended length.

Verder kan bij voorkeur zijn bepaald dat de afstand van de draaiassen van de zwenkbare draagarmen aan het ladingop- neemmiddel groter is dan een tweevoudige afstand van het verstellen van een ladingopneemelement dat is aangebracht aan een telescopische draagarm. De afstand van het verstel- len van het ladingopneemelement aan de telescopische draag- arm wordt opgeleverd uit een naar binnen bewogen positie van de draagarm, derhalve de kortste lengte hiervan, en uit het verschil van de naar buiten bewogen positie, derhalve de maximale lengte van de draagarm.Furthermore, it can preferably be determined that the distance of the pivot axes of the pivotable support arms to the load receiving means is greater than twice the distance of the adjustment of a load receiving element arranged on a telescopic support arm. The distance of the adjustment of the load-carrying element to the telescopic support arm is obtained from an inwardly moved position of the support arm, i.e. its shortest length, and from the difference of the outwardly moved position, i.e. the maximum length of the wishbone.

4 P141774NL004 P141774NL00

Een verdere voordelige uitvoering van de hefinrichting bepaalt dat de afstand van de draaiassen van de beide draag- armen aan de drager een lengte omvat die ligt in een bereik van groter of kleiner dan 20% ten opzichte van de hoogte van de hefzuil. Onder de hoogte van de hefzuil wordt bij voorkeur de constructiehoogte verstaan van de hefzuil bij een neer- gelaten drager.A further advantageous embodiment of the lifting device provides that the distance of the rotation axes of the two support arms to the carrier has a length that is in a range of greater or less than 20% with respect to the height of the lifting column. The height of the lifting column is preferably understood to mean the construction height of the lifting column when the carrier is lowered.

Het oogmerk van de uitvinding volgens de uitvinding is verder bereikt door een hefinrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens één der boven toegelichte uitvoe- ringvormen waarbij het ladingopneemmiddel losmaakbaar is bevestigd aan te drager. Deze losmaakbare opstelling maakt het mogelijk dat een hogere dichtheid van het pakket voor het verzenden van dergelijke hefinrichtingen kan worden be- reikt, daar het ladingopneemmiddel voor het verzenden even- wijdig aan de hefzuil kan worden gericht. Bovendien is mo- gelijk gemaakt dat het ladingopneemmiddel afzonderlijk van de drager kan worden vervaardigd en aldus een vereenvoudigen bij het vervaardigen aanwezig is, in het bijzonder bij het toepassen van constructiegroepen voor het lassen, zoals dit gebruikelijk kan zijn bij dergelijke hefinrichtingen. Bo- vendien wordt door een dergelijke losmaakbare opstelling van het ladingopneemmiddel aan de drager het voordeel opgeleverd dat op een en dezelfde hefzuil ladingopneemmiddelen met een verschillende uitvoering zijn aan te brengen.The object of the invention according to the invention is further achieved by a lifting device according to the preamble of claim 1 or according to one of the embodiments elucidated above, in which the load receiving means is releasably attached to the carrier. This detachable arrangement allows a higher density of the parcel to be dispatched from such lifting devices to be achieved, as the load receiving means for dispatching can be directed parallel to the lifting column. In addition, it has been made possible for the load receiving means to be manufactured separately from the carrier, thus simplifying the manufacturing process, in particular when using construction groups for welding, as can be customary with such lifting devices. Moreover, such a detachable arrangement of the load-carrying means on the carrier provides the advantage that load-carrying means of a different design can be arranged on one and the same lifting column.

Bij voorkeur is bepaald dat tussen het ladingopneem- middel en de drager een flensverbinding is aangebracht. Dit maakt een eenvoudig en snel aanbrengen en losnemen van de hefinrichting mogelijk.It is preferably provided that a flange connection is arranged between the charge-absorbing means and the carrier. This enables a simple and quick installation and removal of the lifting device.

Op voordelige wijze is bepaald dat de flensverbinding een bevestigende plaat en een aansluitplaat omvat, waarbij de aansluitplaat een bevestigende positie of tenminste twee in de hoogte van elkaar afwijkende bevestigende posities voor het aanbrengen van de bevestigende plaat omvat. Daar- door kan een afzonderlijk aanpassen in de hoogte van het ladingopneemmiddel ten opzichte van de drager bijvoorbeeld afhankelijk van de uitvoering van het ladingopneemmiddelIt is advantageously determined that the flange connection comprises a fastening plate and a connection plate, wherein the connection plate comprises a fastening position or at least two fastening positions differing in height from each other for fitting the fastening plate. This makes it possible to individually adjust the height of the load-carrying means relative to the carrier, for example depending on the design of the load-carrying means.

P141774NL00 mogelijk zijn gemaakt. Een dergelijke flensverbinding heeft het voordeel dat deze een opstelling zonder speling van het ladingopneemmiddel aan de drager mogelijk maakt. Aanvullend omvat een dergelijke flensverbinding het voordeel dat deze 5 vrij van slijtage is.P141774NL00 have been made possible. Such a flange connection has the advantage that it allows an arrangement of the load receiving means on the carrier without play. In addition, such a flange connection has the advantage that it is free from wear.

In het bijzonder is voor het vergroten van de veilig- heid aan de bevestigende plaat of aan de aansluitplaat een veiligheidelement, bijvoorbeeld een afschuifpen aangebracht die in een boring aan het tegenovergelegen element grijpt.In particular, to increase safety, a safety element, for example a shear pin, is provided on the fastening plate or on the connection plate, which engages in a bore on the opposite element.

Tegelijkertijd kan dit eveneens dienen als een hulp bij het aanbrengen.At the same time, it can also serve as an application aid.

Het ladingopneemmiddel neemt bij voorkeur in het midden ten opzichte van de langsomvang hiervan de bevestigende plaat van de flensverbinding op. Deze bevestigende plaat is op dezelfde afstand van de desbetreffende draaias van de draagarm aan het desbetreffende eind van het ladingopneem- middel bevestigd.The load receiving means preferably receives the mounting plate of the flange joint centrally in relation to its longitudinal extent. This mounting plate is attached to the appropriate end of the load receiving means at the same distance from the respective axis of rotation of the support arm.

De aansluitplaat van de flensverbinding kan op voorde- lige wijze aan te drager zijn gelast of zijn geschroefd.The connection plate of the flange connection can advantageously be welded or screwed to the carrier.

Het oogmerk van de uitvinding is verder bereikt door een hefbrug die tenminste twee ten opzichte van elkaar in spiegelbeeld gerichte hefinrichtingen volgens een der voor- gaande uitvoeringvormen omvat, waartussen een ruimte voor het vastgrijpen is gevormd.The object of the invention is further achieved by a lifting bridge comprising at least two lifting devices according to one of the preceding embodiments directed in mirror image with respect to each other, between which a space for gripping is formed.

De uitvinding en verdere voordelige uitvoeringvormen en verdere ontwikkelingen hiervan worden vervolgens aan de hand van in de tekeningen weergegeven voorbeelden nader ge- illustreerd en toegelicht. De uit de beschrijving en de tekeningen op te merken maatregelen kunnen afzonderlijk of tot een meervoud in willekeurige combinaties volgens de uit- vinding worden toegepast. Hier toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een hefbrug met twee hefinrichtingen, figuur 2 een schematisch aanzicht van boven op de hef- brug van figuur 1 voor het weergeven van een ruimte van het vastgrijpen,The invention and further advantageous embodiments and further developments thereof will subsequently be further illustrated and elucidated on the basis of examples shown in the drawings. The measures to be noted from the description and the drawings can be used individually or in multiples in arbitrary combinations according to the invention. Here: Figure 1 shows a perspective view of a lift bridge with two lifting devices, Figure 2 shows a schematic view from above of the lift bridge of Figure 1 to show a space of the gripping,

6 P141774NL00 figuur 3 een perspectivisch aanzicht van een hefzuil van de hefinrichting van figuur 1, figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een ladingop- neemmiddel van de hefinrichting van figuur 1, en figuur 5 een perspectivisch aanzicht van de hefin- richting van figuur 1 in een opstelling voor het verzenden.6 P141774EN00 figure 3 a perspective view of a lifting column of the lifting device of figure 1, figure 4 a perspective view of a load-carrying means of the lifting device of figure 1, and figure 5 a perspective view of the lifting device of figure 1 in a setup for sending.

In figuur 1 is perspectivisch een hefbrug 11 weergege- ven. Hierbij gaat het om een hefbrug 11 met twee zuilen.In figure 1 a lifting bridge 11 is shown in perspective. This concerns a lifting bridge 11 with two columns.

Deze hefbrug 11 omvat twee aan elkaar toegevoegde hefin- richtingen 12. Deze hefinrichtingen 12 zijn in spiegelbeeld ten opzichte van elkaar gericht. De hefbrug 11 kan eveneens een meervoud van paargewijs aan elkaar toegevoegde hefin- richtingen 12 omvatten.This lifting bridge 11 comprises two lifting devices 12 added to each other. These lifting devices 12 are directed in mirror image with respect to each other. The lifting bridge 11 can also comprise a plurality of lifting devices 12 added to each other in pairs.

Deze hefinrichting 12 omvat een hefzuil 14 die bijvoor- beeld vast is verbonden met een voetplaat 16. Via deze voet- plaat 16 kan de hefinrichting 12 onverplaatsbaar zijn ver- bonden met een ondergrond, bijvoorbeeld door middel van bou- ten. Alternatief kan in plaats van de voetplaat 16 eveneens een onderstel zijn aangebracht, zodat de hefinrichtingen 12 naar een plaats van het opstellen kunnen worden gerold. In een hef-as 15 voor de hefzuil 14 is een drager 17 opwaarts en neerwaarts beweegbaar aangebracht. Deze drager 17 is door niet nader weergegeven leidmiddelen geleid in de hefzuil 14.This lifting device 12 comprises a lifting column 14 which is, for instance, fixedly connected to a base plate 16. Via this base plate 16, the lifting device 12 can be immovably connected to a base, for instance by means of bolts. Alternatively, instead of the base plate 16, an undercarriage can also be provided, so that the lifting devices 12 can be rolled to a place of erection. In a lifting shaft 15 for the lifting column 14, a carrier 17 is mounted for upward and downward movement. This carrier 17 is guided in the lifting column 14 by guiding means (not shown).

Aan de drager 17 is een ladingopneemmiddel 18 aangebracht.A load receiving means 18 is arranged on the carrier 17.

Een langsas 19 van het ladingopneemmiddel 18 is onder een rechte hoek ten opzichte van de hef-as 15, bij voorkeur horizontaal, gericht. Aan het desbetreffende eind van het ladingopneemmiddel 18 is een draaias 21 aangebracht om welke zwenkbaar ten opzichte van het ladingopneemmiddel 18 telkens een draagarm 22 is aangebracht. De draaias 21 is verticaal of evenwijdig aan de hef-as 15 gericht. Deze draagarmen 22 omvatten aan het vrije eind daarvan ladingopneemelementen 23. Deze kunnen met de mogelijkheid van het uitwisselen aan de draagarm 22 zijn aangebracht. Deze ladingopneemelementen 23 kunnen zwenkbaar om een draaias 24 aan de draagarm 22 zijn aangebracht (figuur 2). De draaias 21 en de draaias 24 zijn bij voorkeur evenwijdig ten opzichte van elkaarA longitudinal axis 19 of the load receiving means 18 is oriented at a right angle to the lifting axis 15, preferably horizontally. At the relevant end of the load-carrying means 18 is arranged a rotary shaft 21 about which a supporting arm 22 is arranged pivotally relative to the load-carrying means 18 in each case. The axis of rotation 21 is directed vertically or parallel to the axis of lift 15. These carrying arms 22 comprise load receiving elements 23 at their free end. These can be arranged on the carrying arm 22 with the option of being interchangeable. These load-receiving elements 23 can be arranged pivotally about a pivot axis 24 on the carrying arm 22 (figure 2). The axis of rotation 21 and the axis of rotation 24 are preferably parallel to each other

7 P141774NL00 gericht. De ladingopneemelementen 23 grijpen aan op la- dingopneempunten van een lading of een voertuig. In de draaias 24 van het ladingopneemelement 23 kan eveneens het ladingopneemelement 23 vast zijn aangebracht aan de draagarm 23.7 P141774NL00 aimed. The load-receiving elements 23 engage on load-receiving points of a load or a vehicle. In the axis of rotation 24 of the load-receiving element 23, the load-receiving element 23 can also be fixedly arranged on the supporting arm 23.

De hefinrichting 12 omvat een aandrijfinrichting 25.The lifting device 12 comprises a drive device 25.

Deze aandrijfinrichting omvat een niet nader weergegeven hefcilinder die bijvoorbeeld binnen de drager 17 kan zijn aangebracht. Deze hefcilinder kan elektrisch hydraulisch, hydraulisch of mechanisch worden aangestuurd. Op voordelige wijze is een hydraulische aansturing aangebracht met een hydraulisch aggregaat. Verder omvat de aandrijfinrichting 25 een sturing 26 die de beweging van de slag van de drager 17 aanstuurt en bewaakt. Aanvullend kan een toevoer van energie, bijvoorbeeld door middel van een accumulator 27 zijn aangebracht. In dit geval werkt de sturing 26 op voor- delige wijze zonder kabel. In het bijzonder kan een af- standsbediening zijn aangebracht teneinde de hefinrichtin- gen 12 aan te sturen. Als alternatief voor de accumulator 27 kunnen bijkomend voedingleidingen en/of stuurleidingen zijn aangebracht die eveneens kunnen zijn ingelaten in de vloer.This drive device comprises a lifting cylinder (not shown) which can for instance be arranged within the carrier 17. This lifting cylinder can be electrically hydraulically, hydraulically or mechanically controlled. Advantageously, a hydraulic control is provided with a hydraulic power unit. The drive device 25 further comprises a control 26 which controls and monitors the movement of the stroke of the carrier 17. In addition, a supply of energy, for example by means of an accumulator 27, can be provided. In this case, the controller 26 advantageously operates without a cable. In particular, a remote control may be provided to operate the lifting devices 12 . As an alternative to the accumulator 27, supply lines and/or control lines can also be arranged, which can also be sunk into the floor.

De in figuur 1 weergegeven hefinrichting 12 omvat een hefzuil 14 met een U-vormige dwarsdoorsnede, waarbinnen de drager 17 opwaarts en neerwaarts beweegbaar is geleid. Al- ternatief kan de hefinrichting 12 eveneens een drager in de vorm van een huls of een patroon omvatten die de hefzuil 14 sluit. Bij deze opstelling zijn bijvoorbeeld de sturing 26 en de accumulator 27 aangebracht aan de drager.The lifting device 12 shown in figure 1 comprises a lifting column 14 with a U-shaped cross-section, within which the carrier 17 is guided for upward and downward movement. Alternatively, the lifting device 12 may also comprise a carrier in the form of a sleeve or a cartridge which closes the lifting column 14. In this arrangement, for example, the controller 26 and the accumulator 27 are arranged on the carrier.

Tussen de beide hefinrichtingen 12 is een ruimte 29 voor het vastgrijpen gevormd. Deze ruimte 29 voor het vast- grijpen vormt eveneens een werkruimte teneinde de lading of het voertuig daarin te positioneren en vervolgens op te heffen.A space 29 for gripping is formed between the two lifting devices 12. This gripping space 29 also forms a working space for positioning and then lifting the load or vehicle therein.

In het in figuur 1 weergegeven uitvoeringvoorbeeld zijn de draagarmen 22 enkelvoudig of in meervoud te telescoperen.In the exemplary embodiment shown in Figure 1, the carrying arms 22 can be telescoped in a single or multiple ways.

8 P141774NL008 P141774NL00

Alternatief kunnen deze eveneens een vaste armlengte omvat- ten.Alternatively, they may also include a fixed arm length.

De hefbrug 11 omvat een afstand W van de slag waarlangs de drager 17 ten opzichte van de hefzuil 14 kan worden verplaatst. De drager 17 kan ten opzichte van de hefzuil 14 naar boven worden bewogen. Deze afstand van het verplaatsen komt overeen met de afstand W van de slag. Bij voorkeur kan deze tot 140 mm bedragen. De hefzuil 14 kan vanaf het on- dergelegen eind respectievelijk de voetplaat 16 tot aan het boveneind een hoogte H omvatten van 200 mm tot 250 mm.The lifting bridge 11 comprises a distance W of the stroke along which the carrier 17 can be moved relative to the lifting column 14. The carrier 17 can be moved upwards relative to the lifting column 14. This distance of the movement corresponds to the distance W of the stroke. Preferably, it can be up to 140 mm. The lifting column 14 can have a height H of 200 mm to 250 mm from the lower end or the base plate 16, respectively, to the upper end.

In figuur 2 is een aanzicht van boven op de hefbrug 11 van figuur 1 weergegeven. Elke draagarm 22 aan het ladingop- neemmiddel 18 is zwenkbaar ondersteund om een bereik 31 van de zwenkhoek. Een eerste eindpositie 32 van het zwenken van de draagarm 22 kan in de langsas 19 van het ladingopneem- middel 18 liggen, of evenwijdig ten opzichte van of onder een hoek in een bereik van 1° tot 10° in de richting naar de ruimte 29 voor het vastgrijpen toe gericht zijn aange- bracht. Een tweede eindpositie 33 van het zwenken van het bereik 31 van de zwenkhoek kan uitgaande van de eerste eind- positie 32 van het zwenken na een beweging van het zwenken van een hoek van tenminste 100° worden ingenomen. Het hoek- bereik 31 van het zwenken kan door middel van punten voor het steunen aan het eind aan het ladingopneemmiddel 18 voor het beperken van de beweging van het zwenken van de draagarm 22 zijn uitgevoerd. De draagarmen 22 zijn bij deze uitvoe- ringvorm telescopisch. Deze zijn bij wijze van voorbeeld in een naar binnen bewogen toestand 34 en in een naar buiten bewogen toestand 36 weergegeven teneinde de grootte van het gebied van het vastgrijpen weer te geven. Bij deze uitvoe- ringvorm bij wijze van voorbeeld is bepaald dat in de naar binnen bewogen toestand 34 van de telescopische draagarmen 22 aan beide zijden ten opzichte van de draaias 21 een gedeelte van de draagarm is aangebracht. De draaiassen 21 kunnen op voordelige wijze ten opzichte van de langsas 19 van de draagarm 22 in de richting naar de hefzuil 14 zijn verplaatst, zodanig, dat een eerste positie van het zwenkenFigure 2 shows a view from above of the lifting bridge 11 of figure 1 . Each support arm 22 on the load receiving means 18 is pivotally supported about a range 31 of the pivot angle. A first end position 32 of the swinging arm 22 can be in the longitudinal axis 19 of the load receiving means 18, or parallel to or angled in a range of 1° to 10° towards the space 29 for are arranged in the direction of gripping. A second pivot end position 33 of the pivot angle range 31 can be assumed from the first pivot end position 32 after a pivot movement of an angle of at least 100°. The angular range 31 of pivoting can be provided by means of end bearing points on the load receiving means 18 for limiting the pivoting movement of the support arm 22 . The supporting arms 22 are telescopic in this embodiment. These are shown exemplarily in an inward state 34 and in an outward state 36 to illustrate the size of the gripping area. In this exemplary embodiment, it is determined that in the retracted position 34 of the telescopic support arms 22, a portion of the support arm is provided on both sides relative to the axis of rotation 21. The axes of rotation 21 can advantageously be displaced relative to the longitudinal axis 19 of the support arm 22 in the direction of the lifting column 14, such that a first position of the pivoting

9 P141774NL00 32 kan worden ingenomen, zoals deze in de figuur 2 aan de bovengelegen naar binnen bewogen draagarmen 22 is weergege- ven,9 P141774EN00 32 can be taken in, as shown in figure 2 on the upper arms 22 that are moved inwards,

Een afstand A van de draaiassen 21 aan het ladingop- mneemmiddel 18 is bij voorkeur aangebracht in een bereik van 1500 mm tot 2500 mm. Bijvoorbeeld kan bij telkens naar buiten getrokken draagarmen 22 die zijn aangebracht in een eerste positie 32 van het zwenken, het bereik van het werken 5000 mm omvatten.A distance A from the rotary shafts 21 to the load receiving means 18 is preferably provided in a range of 1500 mm to 2500 mm. For example, with arms 22 pulled out each time and arranged in a first position 32 of pivoting, the working range may comprise 5000 mm.

De telescopische draagarmen 22 hebben in de naar binnen bewogen toestand een lengte D. In de naar buiten bewogen toestand omvatten de telescopische draagarmen 22 de lengteThe telescopic support arms 22 have a length D in the moved-in position. In the extended position the telescopic support arms 22 comprise the length

E de telescopische draagarmen 22 omvatten bijvoorbeeld een afstand van het verstellen die wordt opgeleverd uit het verschil van de afstand E ten opzichte van de afstand D. De afstand van het verstellen van de draagarmen 22 tussen de naar binnen bewogen toestand 34 en de naar buiten bewogen toestand 36 respectievelijk een verschil tussen de afstandFor example, the telescopic support arms 22 include a distance of adjustment which is obtained from the difference of the distance E relative to the distance D. The distance of adjustment of the support arms 22 between the retracted position 34 and the extended position state 36, respectively, a difference between the distance

E tot de afstand D kan 500 mm tot 700 mm zijn. De afstand van het verstellen van de draagarmen 22 kan tot 1200 mm bedragen. De afstand A van de draaiassen 21 komt tenminste overeen met het tweevoudige, in het bijzonder het drievou- dige van de afstand van het verstellen van de draagarmen 22, derhalve het verschil tussen de afstand D en de afstand E.E to the distance D can be 500mm to 700mm. The distance of adjustment of the support arms 22 can be up to 1200 mm. The distance A of the pivot shafts 21 corresponds at least to twice, in particular three times, the distance of the adjustment of the support arms 22, i.e. the difference between the distance D and the distance E.

In figuur 3 is een schematisch aanzicht op de hefzuil 14 met de drager 17 bij een afgenomen respectievelijk niet- aangebracht ladingopneemmiddel 18 weergegeven. De drager 17 en het ladingopneemmiddel 18 zijn volgens figuur 1 door een flensverbinding 41 losmaakbaar met elkaar verbonden. Aan de drager 17 is een afsluitplaat 42 aangebracht. Deze afsluit- plaat 42 omvat een meervoud van in de hoogte van elkaar afwijkende posities 43 voor het bevestigen waarin bijvoor- beeld schroefdraadboringen 44 zijn aangebracht waaraan het ladingopneemmiddel 18 kan worden bevestigd. Op voordelige wijze zijn aan de afsluitplaat 42 boringen 46 aangebracht die dient voor het opnemen van een beveiligingelement 47 (figuur 4).Figure 3 shows a schematic view of the lifting column 14 with the carrier 17 with the load receiving means 18 removed or not fitted, respectively. According to Figure 1, the carrier 17 and the load-carrying means 18 are releasably connected to each other by a flange connection 41. A closing plate 42 is arranged on the carrier 17 . This closing plate 42 comprises a plurality of positions 43 differing in height from each other for mounting, in which, for example, threaded bores 44 are provided to which the load receiving means 18 can be mounted. Advantageously, bores 46 are provided on the closing plate 42, which bores serve to receive a security element 47 (FIG. 4).

10 P141774NL0010 P141774NL00

In figuur 3 is de drager 17 in een naar binnen bewogen respectievelijk neergelaten positie ten opzichte van de hef- zuil 14 weergegeven. Bij voorkeur wordt de hoogte H van de hefbrug 11 door de hoogte van de hefzuil 14 bepaald. Bij voorkeur steekt het boveneind van de drager 17 niet uit voorbij het boveneind van de hefzuil 14. Voor zover het boveneind van de drager 17 uitsteekt voorbij het boveneind van de hefzuil 14, wordt de hoogte H van de hefbrug 11 door het ondereind van de hefbrug 14 bepaald tot het boveneind van de drager 17.In figure 3 the carrier 17 is shown in a moved inward or lowered position relative to the lifting column 14 . The height H of the lifting bridge 11 is preferably determined by the height of the lifting column 14. Preferably, the upper end of the carrier 17 does not protrude beyond the upper end of the lifting column 14. Insofar as the upper end of the carrier 17 protrudes beyond the upper end of the lifting column 14, the height H of the lifting bridge 11 is exceeded by the lower end of the lifting bridge. 14 defined to the upper end of the carrier 17.

In figuur 4 is het ladingopneemmiddel 18 perspectivisch weergegeven. In het midden ten opzichte van de draaiassen 21 van het ladingopneemmiddel 18 is een bevestigende plaat 49 aangebracht. Deze bevestigende plaat 49 en de aansluit- plaat 42 vormen de flensverbinding 41. Aan de bevestigende plaat 49 is het beveiligingelement 47 aangebracht. Door een losmaakbare schroefverbinding is de bevestigende plaat 49 te bevestigen aan de aansluitplaat 42. Deze flensverbinding 41 maakt het mogelijk dat zowel de drager 17 als het la- dingopneemniddel 18 afzonderlijk als constructiegroep tot stand zijn te brengen. Bij voorkeur gaat het telkens om een gelaste constructiegroep.In Figure 4, the charge receiving means 18 is shown in perspective. A mounting plate 49 is provided centrally with respect to the axes of rotation 21 of the load receiving means 18. This fixing plate 49 and the connection plate 42 form the flange connection 41. The security element 47 is mounted on the fixing plate 49. The fixing plate 49 can be fixed to the connection plate 42 by means of a releasable screw connection. This flange connection 41 enables both the carrier 17 and the load receiving means 18 to be realized separately as a construction group. It is preferably always a welded construction group.

Voor het aanbrengen en het opnemen van de telescopische draagarm 22 aan het ladingopneemmiddel 18 is in de draaias 21 een gedeelde bout 51 aangebracht. Met betrekking tot de concrete uitvoeringvorm wordt volledig verwezen naarA split bolt 51 is arranged in the rotary shaft 21 for mounting and receiving the telescopic support arm 22 on the load receiving means 18. With regard to the concrete embodiment, full reference is made to

EP3013729B1.EP3013729B1.

In figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van de hefinrichting 12 van figuur 1 weergegeven in een positie voor het verzenden. Door deze flensverbinding 41 kunnen zo- wel de hefzuil 14 als het ladingopneemmiddel 18 boven elkaar gelegen worden getransporteerd. Op voordelige wijze zijn hulpmiddelen 53 voor het aanbrengen uitgevoerd teneinde het ladingopneemmiddel 18 met de daaraan aangebrachte draagarmen 22 in een bepaalde positie en in een bepaalde afstand van de hefzuil 14 aan te brengen. Door de opstelling die uiteen te nemen is voor de hefinrichting 12 wordt hetIn Figure 5, a perspective view of the lifting device 12 of Figure 1 is shown in a position for shipping. Due to this flange connection 41, both the lifting column 14 and the load receiving means 18 can be transported one above the other. Advantageously, mounting aids 53 are arranged in order to mount the load receiving means 18 with the support arms 22 attached thereto in a predetermined position and at a predetermined distance from the lifting column 14. The arrangement that can be dismantled for the lifting device 12 makes it

11 P141774NL00 transportvolume hiervan duidelijk verkleind, zoals dit door een vergelijken van de opstelling van figuur 5 met de staande opstelling van de hefinrichting 12 van figuur 1 duidelijk blijkt.11 P141774EN00 transport volume thereof is clearly reduced, as this clearly appears from a comparison of the arrangement of figure 5 with the standing arrangement of the lifting device 12 of figure 1 .

Claims

12 P141774EN00 CONCLUSIONS

1. Lifting device for lifting and lowering loads or vehicles, - with a lifting column (14) and with a carrier S (17) that can be moved upwards and downwards relative to the lifting column (14), - with a drive device (25) for lifting and lowering of the carrier (17), - with a load-carrying means (18) arranged on the carrier (17), - with a pivotable support arm (22) arranged at each end of the load-carrying means (18) supported about an axis of rotation (21) on the load-carrying means (18), characterized in that - a distance (A) of the axes of rotation (21) of the supporting arms {22} pivotally supported on the load-carrying means (18) is greater than the distance (W) of its stroke from the carrier (17) along the lifting column (14).

Lifting device according to claim 1, characterized in that the distance (A) of the pivot shafts (21) to the load receiving means (18) is in a range between 1500 mm and 2500 mm.

Lifting device according to claim 1 or 2, characterized in that the support arms (22) are pivotable about the axis of rotation (21) relative to the load-carrying means (18) in a range (31) of the pivoting angle and directed away from and towards each other. targeted are supported.

Lifting device according to claim 3, characterized in that each of the support arms (22) can be arranged in a first pivoting end position (32), the support arm (22) being moved in the longitudinal axis (19) of the charge receiving means (18) or parallel thereto

13 P141774EN00 or is inclined at an angle of up to 10° to the longitudinal axis (18) and is directed freely outwards opposite to the second support arm (22), and that the support arm (22) is in a second end position (33) of the pivoting can be arranged in a pivoting angle with respect to the first end position {32} of the pivoting of at least 110° or 120° and in the direction towards the lifting axis (15) in front of the lifting column (14).

Lifting device according to any one of the preceding claims, characterized in that the distance (A) of the pivot axes (21) of the support arms (22) is equal to or greater than one and a half times the length of the support arms (22). ) or equal to or greater than one and a half times the length of an extended, single or multiple telescopic support arm (22).

Lifting device according to any one of the preceding claims, characterized in that the distance (A) of the rotational axes (21) of the carrying arms (22) to the load receiving means (18) is greater than twice the distance of the adjustment, in in particular the threefold distance of the adjustment of a load receiving element (23) arranged on the telescopic support arm (22).

Lifting device according to any one of the preceding claims, characterized in that the distance (A) of the pivot axes (21) of the carrying arms (22) to the load receiving means (18) has a length in the range of -203 up to +20% with respect to the height (H) of the lifting column (14), with the carrier (17) fitted in a lowered position.

A lifting device according to the preamble of claim 1 or according to any one of the preceding claims, characterized in that the load receiving means (18) is releasably attached to the carrier (17).

Lifting device according to claim 8, characterized in that a releasable flange connection (41) is arranged between the load receiving means (18) and the carrier (17).

Lifting device according to claim 9, characterized in that the flange connection (41) has a fixing plate

14 P141774EN00 (49) and comprises a connecting plate (42), the connecting plate (42) comprising at least two mounting positions (43) which differ in height from each other for mounting the mounting plate (49).

Lifting device according to claim 10, characterized in that a security element (47) is fitted to the fixing plate (49) or the connection plate (42) and can be fitted in a bore (46) on the connection plate ( 42) or the mounting plate (49).

Lifting device according to one of Claims 10 or 11, characterized in that the fixing plate (49) is arranged on the load receiving means (18) centrally in relation to the axes of rotation (21) and preferably the longitudinal axis (19) of the load receiving means (18) can be attached horizontally to the connecting plate (42) of the carrier (17).

Lift bridge for lifting and lowering loads or vehicles, characterized in that the lift bridge (11) comprises at least two mirror-inverted lifting devices (12) according to one of the preceding claims 1-12.