NL2029969B1 - Werkwijze voor het afdichten van een naad in een voertuigcarrosserie en bijhorend afdichtmiddel - Google Patents

Abstract

De uitvinding verschaft een werkwijze voor afdichten van een naad in een voertuigcarrosseriesubstraat, de methode omvattend: verschaffen van een, bij voorkeur metalen, ijzeren of stalen, substraat met een naad; minstens gedeeltelijk aanbrengen van een vloeibaar uithardbaar materiaal in de naad; over het vloeibaar uithardbaar materiaal in de naad aanbrengen van een elastisch lintdeel vervaardigt uit een vervormbaar (silaan gemodificeerd) polymeermateriaal daarbij vullend de naad; vervolgens uitharden van het vloeibaar uithardbaar materiaal daarbij afdichtend de naad met het elastisch lintdeel. De uitvinding verschaft eveneens een elastisch lint vervaardigt uit een vervormbaar (silaan gemodificeerd) polymeermateriaal geschikt voor gebruik in de werkwijze. Het elastisch lint wordt bij voorkeur gebruikt als afdichtmiddel voor het afdichten van een naad in een herstelling van een beschadigde voertuigcarrosserie. De voertuigcarrosserie is bij voorkeur een camionet, jeep, kampeerwagen, vrachtwagen.

Description

WERKWIJZE VOOR HET AFDICHTEN VAN EEN NAAD IN EEN VOERTUIGCARROSSERIE EN BIJHOREND AFDICHTMIDDEL

TECHNISCH VELD De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afdichten van een naad in een voertuigcarrosserie. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een bijhorend afdichtmiddel en gebruik ervan. De uitvinding situeert zich in het domein van schadeherstel aan voertuigen en onderdelen voor het herstellen van voertuigschade. De uitvinding is vooral interessant voor carrosseriewerkplaatsen, schadeherstelbedrijven en de automobielsector.

ACHTERGROND In de auto-industrie is het samenvoegen van twee componenten- zoals bijvoorbeeld panelen of dergelijke — door middel van methoden zoals klinken, lassen, clinchen of andere processen, een gangbare procedure. Bij de fabricage van autocarrosserieën is een regelmatig kenmerk van dergelijke locaties waar twee panelen samenkomen, discontinuiteiten in het carrosserieoppervlak. Deze discontinuiteiten of naden vormen aanvalsplaatsen voor vocht, lucht en verontreinigingen. Het zijn plaatsen met een verhoogde vatbaarheid voor roest. Om deze gevoeligheden te verminderen worden de naden in het carrosserieoppervlak afgedicht door gebruik van een afdichtmiddel. Een bekend afdichtmiddel voor deze toepassing is een vloeibare, viskeuze massa die door middel van een spuitpistool in een naad van een carrosserieoppervlak wordt gespoten. Na aanbrengen wordt het afdichtmiddel uitgehard tot een taaie en elastische afdichting. Uitharding kan bekomen worden door verwarming of door vernetting na contact met luchtvochtigheid. Het uitgeharde afdichtmiddel geeft oppervlaktebescherming. Het probleem met deze werkwijze is het bekomen van een naad met een glad, regelmatig uiterlijk. Bij de assemblage van een voertuig wordt hiervoor gereedschap gebruikt. Doch na de assemblage zijn onderdelen en naden van de carrosserie minder toegankelijk. Het herstellen van fout of slecht aangebracht afdichtmiddel is steeds nadelig voor het bekomen van een glad, regelmatig uiterlijk. Een ander bekend afdichtmiddel is een zelfklevende folie of plaklint met een oppervlak dat na verlijming kan worden geverfd of gelakt. Het gebruik van dit soort afdichtmiddel is moeizaam om een naad in een carrosserieoppervlak te vullen. Een herpositionering van een slecht geplaatst afdichtmiddel is moeilijk. Dit afdichtmiddel geeft aan het herstelde voertuig niet het uiterlijk zoals verschaft door de originele autofabrikant. Er is bijgevolg nood aan verdere alternatieven en verbeteringen. De huidige uitvinding beoogt voor één of meerder van de hierboven vermelde problemen een oplossing te verschaffen.

De uitvinding wil een werkwijze verschaffen die eenvoudig uitvoerbaar is en opgevulde naden oplevert in een carrosseriestuk die glad en een regelmatig uiterlijk hebben. De werkwijze dient robuust te zijn en gemakkelijk te herhalen. De uitvinding wil eveneens een middel verschaffen voor gebruik in de werkwijze.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De uitvinding verschaft hiertoe een werkwijze om een naad in een voertuigcarrosserie af te dichten, de methode omvattend: - verschaffen van een, bij voorkeur metalen, ijzeren of stalen, substraat met een naad, - minstens gedeeltelijk aanbrengen van een vloeibaar en uithardbaar materiaal in de naad, - over het vloeibaar en uithardbaar materiaal in de naad aanbrengen van een elastisch lintdeel vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal daarbij vullend de naad, - vervolgens uitharden van het vloeibaar en uithardbaar materiaal daarbij afdichtend de naad met het elastisch lintdeel. In een tweede aspect verschaft de uitvinding een bijhorend afdichtmiddel. Meer bepaald, verschaft de uitvinding een elastisch lint vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal, bij voorkeur uit een vervormbaar silaan-gemodificeerd polymeermateriaal.

In een derde aspect verschaft de uitvinding in gebruik van het voornoemde elastisch lint uit een vervormbaar polymeermateriaal als afdichtmiddel voor het afdichten van een naad in een beschadigde voertuigcarrosserie. De voertuigcarrosserie is bij voorkeur een camionet, een jeep, of een vrachtwagen. In een laatste aspect verschaft de uitvinding in een voertuigcarrosseriesubstraat met een naad omvattend een naadafdichting in de naad met een elastisch lintdeel vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal waarbij het elastisch lintdeel een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met minstens één afgeplatte kant. Verdere voorkeursvormen worden uitgewerkt in afhankelijke conclusies.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 geeft een schematische weergave van een voertuigcarrosseriesubstraat met een naad met elastisch lintdeel uit een vervormbaar polymeermateriaal. De doorsnede van het elastisch lintdeel is deels cirkelvormig met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen. Figuur 2 geeft een schematische weergave van een alternatieve voorkeursvorm van een voertuigcarrosseriesubstraat met een naad met elastisch lintdeel uit een vervormbaar polymeermateriaal. De doorsnede van het elastisch lintdeel is deels ovaalvormig met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen. Figuur 3 geeft een schematische weergave van een alternatieve voorkeursvorm van een voertuigcarrosseriesubstraat met een naad met elastisch lintdeel uit een vervormbaar polymeermateriaal. De doorsnede van het elastisch lintdeel is een veelhoek met een U-vorm uitstekend uit de naad en een V-vorm in de naad. Figuur 4 geeft een schematische weergave van een alternatieve voorkeursvorm van een voertuigcarrosseriesubstraat met een naad met elastisch lintdeel uit een vervormbaar polymeermateriaal. De doorsnede van het elastisch lintdeel is deels ovaalvormig met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen. De V-vorm is onderaan afgerond.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen. Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis: “Een”, “de” en “het” zoals hier gebruikt, verwijzen zowel naar het enkelvoud als het meervoud, tenzij de context anders aangeeft. “Een compartiment” verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment. “Ongeveer” zoals hier gebruikt, dat verwijst naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat de waarde waarop de term “ongeveer” betrekking heeft, zelf ook specifiek beschreven wordt. “Omvatten”, “omvattende” en “omvat” en “bestaande uit” zoals hier gebruikt, zijn synoniem met “bevatten”, “bevattende” of “bevat” en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv. een component en de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, en niet uitsluiten.

Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten. Met de term “afdichten” zoals gebruikt hierin, wordt bedoeld het afsluiten tegen binnendringen van iets dat ongewenst is. Ongewenst zijn in dit geval, vocht en lucht. Met de term “voertuigcarrosserie” of kortweg “carrosserie” zoals is gebruikt hierin, wordt bedoeld het koetswerk van een motorvoertuig. Hiermee wordt de boven bouw of constructie van het motorvoertuig bedoeld, zonder onderdelen als de motor, de wielen, de aandrijflijn, en het interieur.

Het “carrosseriedeel” of “substraat” met naad dat behandeld wordt in de werkwijze is bij voorkeur een metalen, ijzeren of stalen substraat. Bij voorkeur is het substraat met een naad een stalen substraat.

5 Met de term “uithardbaar materiaal”, zoals gebruikt hierin, wordt bedoeld een materiaal dat kan overgaan van vloeibare naar vaste vorm. Het “uitharden” of “curen” kan verkregen worden door verwarming of door contact met luchtvochtigheid en vernetting van polymeren.

De uitvinding verschaft een oplossing voor het probleem om op een eenvoudige wijze een naadvulling te kunnen verschaffen met een glad en regelmatig uiterlijk in een voertuigcarrosserie.

Meer bepaald voorziet de uitvinding in een eerste aspect in een werkwijze voor afdichten van een naad in een voertuigcarrosserie, de methode omvattend: - verschaffen van een substraat met een naad, - minstens gedeeltelijk aanbrengen van een vloeibaar en uithardbaar materiaal in de naad, - over het vloeibaar en uithardbaar materiaal in de naad aanbrengen van een elastisch lintdeel vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal daarbij vullend de naad, - vervolgens uitharden van het vloeibaar uithardbaar materiaal daarbij afdichtend de naad met het elastisch lintdeel.

Deze twee-steps methode waarbij eerst de naad in de diepte wordt aangebracht en daarna een lint wordt ingebracht om de naad te vullen, heeft als voordeel dat de naad gevuld is, het lint is vastgezet en de naad is afgedicht. Het resultaat van de werkwijze is een naad in een voertuigcarrosserie beschermt tegen vocht, lucht en corrosie. Het eindresultaat is niet gevoelig aan een onregelmatig aangebrachte eerste laag. Het uiterlijk van de naad wordt immers bepaald door het elastisch lintdeel.

Bij voorkeur is het vloeibaar en uithardbaar materiaal dat wordt aangebracht in de naad van het substraat, een silaan-gemodificeerd polymeer. Met de term “silaan- gemodificeerd polymeer”, ook bekend als silyl-getermineerd polymeer of silyl- gemodificeerd polymeer, wordt bedoeld een polymeerhoofdketen die wordt beëindigd door silaangroepen. De silaangroepen kunnen onafhankelijk zijn of worden ondersteund door urethaangroepen. Een voorbeeld van silaan-gemodificeerd polymeer is een silyl-gemodificeerd polyether. Alternatieve materialen die geschikt zijn, zijn vloeibare en uithardbare afdichtmaterialen met kleefeigenschap.

Bij voorkeur wordt voornoemd materiaal uitgehard door gebruik van warmte, meer bij voorkeur door verwarming gelegen tussen een temperatuur van 35°C en 80°C, nog meer bij voorkeur gelegen tussen 40 °C en 75°C, meest bij voorkeur gelegen tussen 50 °C en 70 °C. Bij gebruik van verwarming kan de uithardingstijd verkort worden tot 40 minuten. Zonder gebruik van verwarming wordt de uitharding bij voorkeur bereikt na max. 48 uur bij een voegdiepte van max. 5 mm, 23 °C en 50% relatieve vochtigheid. Bij voorkeur wordt de uitharding bereikt na max. 24 uur bij een voegdiepte van max. 5 mm, 23 °C en 50% relatieve vochtigheid.

In een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het uithardbaar materiaal bij voorkeur gedurende minstens 10 minuten uitgehard. Bij voorkeur duurt het uithardingsproces minstens 30 minuten en maximaal 48 uur, meer bij voorkeur minstens 40 minuten en maximaal 24 uur, meest bij voorkeur 30 tot 45 minuten.

Bij voorkeur is het vervormbaar polymeermateriaal in het lintdeel een silaan- gemodificeerd polymeer. Een silaan-gemodificeerd polymeer is een elastisch vervormbaar materiaal. Meer bij voorkeur is het silaan-gemodificeerd polymeer een solventvrij en isocyanatenvrij silaan gemodificeerd polymeer. Meest bij voorkeur is het silaan-gemodificeerd polymeer een solventvrij en isocyanatenvrij silaan gemodificeerd polymeer dat uithardt ten gevolge van vernetting van polymeren ten gevolge van absorptie van vochtigheid uit de lucht.

Voor een goede hechting en plaatsing van het lintdeel, is het belangrijk dat in een vochtarme omgeving wordt gewerkt. De vakman zal begrijpen dat de werkwijze niet in de regen kan worden uitgevoerd. De relatieve vochtigheid dient kleiner of gelijk te zijn dan 50%.

Met de term “elasticiteit” wordt bedoeld een mate waarin een materiaal een tegenkracht uitoefent als het niet permanent vervormd wordt. Een elastisch materiaal heeft de bekwaamheid om terug te keren naar de originele staat na vervorming.

Het elastisch lintdeel dat gebruikt wordt in de werkwijze, is bij voorkeur uittrekbaar tot minstens 2 en hoogstens 10 keer zijn originele lengte. Meer bij voorkeur is het elastisch lintdeel uittrekbaar tussen 3 en 5 keer zijn originele lengte.

Meer bij voorkeur zijn zowel het vloeibare vervormbaar polymeermateriaal als het elastisch lintdeel voor aanbrengen in de naad, een silaan-gemodificeerd polymeer. Meest bij voorkeur wordt hetzelfde silaan-gemodificeerd polymeer gebruikt voor het vervormbaar polymeermateriaal en voornoemd uithardbaar materiaal. Dit is voordelig voor de compatibiliteit van de materialen.

In een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het elastisch lintdeel bij voorkeur verkregen door uit een elastisch lint een deel met gewenste afmeting te knippen of snijden. De afmeting die gewenst is wordt bepaald door de afmeting van de voeg die afgedicht dient te worden. Gebruik van een elastisch lint heeft als voordeel dat telkens een deel kan afgenomen worden. Er is minder afval dan werken met een spuitpistool dat regelmatig dient ververst te worden wegens uitharding van product in de geopende verpakking. Na plaatsing van het lintdeel in het vloeibare vervormbaar polymeermateriaal, wordt bij voorkeur de plaatsing afgewerkt door aan de plaats waar het lintdeel werd afgesneden of geknipt, een kleine hoeveelheid vloeibaar vervormbaar polymeermateriaal aan te brengen. Dit zorgt voor een propere afwerking. Bij voorkeur wordt het lintdeel lichtjes verwarmd vooraleer het geplaatst wordt. Dit maakt het materiaal minder taai, beter plooibaar en beter plaatsbaar. De verwarmingstemperatuur is bij voorkeur tussen 30°C en 50 °C. Voor de verwarming kan een warme lucht blazer gebruikt worden. Vooraleer verder wordt gewerkt, wordt de plaatsing van het lint bij voorkeur gecontroleerd. Mocht uit de controle blijken dat er gaatjes zijn in de afdichting van de voeg, dan kan als volgt worden gewerkt. Een plaklint wordt over de lintdeel plaatsing en het substraat gekleefd. Er wordt tot 24 uur gewacht om de hechting van het kleeflint aan het substraat te bekomen. In alternatieve stap worden gaatjes met vloeibaar vervormbaar polymeermateriaal gedicht.

Een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft bij voorkeur volgende bijkomende stappen: een laag grondverf wordt aangebracht over het substraat en de met elastisch lintdeel opgevulde naad, de laag grondverf wordt opgeschuurd en de opgeschuurde laag grondverf vervolgens wordt overspoten met verf in de kleur van de voertuigcarrosserie. Het voornoemde elastisch lintdeel heeft bij voorkeur een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met minstens één afgeplatte kant. Meer bij voorkeur heeft het elastisch lintdeel een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen.

Bij voorkeur wordt de minstens één afgeplatte kant van het lintdeel in de naad aangebracht daarbij verschaffend een naadafdichting met een bolstaand oppervlak. Deze stap heeft als voordeel dat het carrosserie substraat een uitzicht verkrijgt zoals in de oorspronkelijke toestand bij productie. De bolstaande naad heeft dezelfde kwaliteit en uiterlijk als de originele OEM-naden.

Bijkomend kan een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding een stap hebben waarbij het lintdeel minstens gedeeltelijk wordt verwarmd tussen 40°C en 80°C. Deze stap is vooral voordelig wanneer het substraat een golvend deel heeft of een hoek vormt. Verwarming van het lintdeel na inbrenging zorgt voor extra vervormbaarheid. Het lintdeel geeft goed mee met de vorm van het substraat. Het effect is een naad die mooi de contour van het substraat mee volgt.

In een tweede aspect verschaft de uitvinding een afdichtmiddel voor gebruik in een werkwijze volgens de uitvinding. Meer bepaald, verschaft de uitvinding een elastisch lint vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal, bij voorkeur uit een vervormbaar silaan-gemodificeerd polymeermateriaal.

Meest bij voorkeur omvat het elastisch lint een vervormbaar polymeermateriaal. Nog meer bij voorkeur omvat het vervormbaar elastisch lint een silaan-gemodificeerd polymeermateriaal. Meest bij voorkeur omvat het vervormbaar elastisch lint een silaan-gemodificeerd polymeermateriaal en is het siliconen-vrij en isocyanaat-vrij.

Bij voorkeur heeft het elastisch lint, een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met minstens één afgeplatte kant. Meer bij voorkeur heeft voornoemd elastisch lint een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen. De punt van de V-vorm kan afgerond zijn.

Het voornoemde vervormbaar silaan-gemodificeerd polymeermateriaal is bij voorkeur siliconenvrij. Dit materiaal is overschilderbaar. Deze selectie heeft als voordeel dat er geen visogen gevormd worden bij overschilderen. Problemen met afbladeren van verf of lak worden verminderd of zelfs vermeden.

Het elastisch lint kan verschaft worden in verschillende kleuren. Bij voorkeur is het elastisch lint wit, grijs of zwart. Het elastisch lint kan verschillende afmetingen hebben. Bij voorkeur is het elastisch lint minstens 2 meter en hoogstens 100 meter. Meer bij voorkeur is het elastisch lint 2 meter 20 centimeter, 4 meter 40 centimeter of een ander veelvoud van 2 meter 20 centimeter. In een alternatieve voorkeursvorm is het elastisch lint minstens 10 meter, minstens 20 meter, minstens 40 meter, minstens 60 meter of minstens 80 meter. Bij voorkeur wordt het lint gestockeerd opgewonden op een rol. Een kartonnen of houten rol is geschikt. De stockage op rol is voordelig voor het behouden van de vorm van het lint. Het lint blijft strak van vorm.

Het elastisch lint kan in verschillende afmetingen verschaft worden. Het elastisch lint heeft bij voorkeur een breedte gelegen tussen 5 en 15 mm. Bij voorkeur heeft het elastisch lint een breedte van 5, 6, 7, 8, 9 of 10 mm. Meest bij voorkeur heeft het elastisch lint een breedte van 5 of 10 mm.

Elastisch lint voor gebruik in een werkwijze volgens de uitvinding kan bekomen worden door vloeibaar, elastisch, uithardbaar polymeermateriaal aan te brengen in een mal met een uitsparing. De uitsparing heeft de gewenste vorm overeenkomstig de af te stoppen carrosserienaad. Na droging wordt het uitgeharde polymeermateriaal in vaste vorm, uit de mal verwijdert.

In een derde aspect verschaft de uitvinding in gebruiken van het voornoemde elastisch lint.

Een elastisch lint vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal, zoals hierboven beschreven, wordt bij voorkeur gebruikt als afdichtmiddel voor het afdichten van een naad in een herstelling van een beschadigde voertuigcarrosserie.

De voertuigcarrosserie is bij voorkeur een camionette, een jeep, een kampeerwagen of een vrachtwagen. Met de term “camionette” zoals gebruikt hierin, wordt bedoeld een kleine vrachtwagen of bestelwagen. Het is een auto bedoeld voor het vervoeren van goederen en spullen. Ambulances en ziekenwagens worden ook hieronder gerekend. In een laatste aspect verschaft de uitvinding in een voertuigcarrosseriesubstraat met een naad omvattend een naadafdichting in de naad met een elastisch lintdeel vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal waarbij het elastisch lintdeel een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met minstens één afgeplatte kant. Bij voorkeur heeft het elastisch lint een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen. De uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van een aantal voorbeelden. Deze zijn niet beperkend. Voorkeursvormen van de uitvinding worden geïllustreerd in Figuren 1 tot 4.

VOORBEELDEN Voorbeeld 1 In voorbeeld 1, met verwijzing naar Figuur 1, wordt een herstelling van een fijne naad 9 in een camionet schematisch voorgesteld. De originele naadvulling geraakte beschadigt bij beschadiging van een plaatdeel van de carrosserie. De naad 9 situeert zich tussen een staalplaat van het dak 5 en een staalplaat van de zijwand 6 van het voertuig. De originele naad was gebold. Om de originele naad te reproduceren, wordt een elastisch lint met gebold oppervlak geselecteerd van 2 meter 20 centimeter lengte. Verder heeft het lint twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen. Een lintdeel 2 met lengte afmeting die overeenkomt met de op te vullen naad van 2 meter 5 centimeter wordt bekomen door het afsnijden of afknippen van een stuk van het lint. De dikte van het lint is 5 mm, overeenstemmend met de te vullen naad. Het geselecteerde lint is een overschilderbaar silaan-gemodificeerd polymeer.

De naad in het stalen carrosseriesubstraat 1 wordt vrijgemaakt.

Vervolgens wordt een vloeibaar en uithardbaar silaan-gemodificeerde polymeer pasta 7 in de naad 9 gespoten daarbij vormend een dunne laag of de plaatstaaldelen 4, 5 die de naad 9 vormen.

Het lintdeel 2 uit overschilderbaar silaan-gemodificeerde polymeer wordt in de vloeibare silaan-gemodificeerde polymeer pasta geduwd en vult de naad 9. Vervolgens wordt het gevulde carrosseriesubstraat 1 gedurende minstens 30 minuten gedroogd bij een temperatuur van 23°C.

Na droging van de opgevulde naad 9 wordt een grondverf aangebracht over de staalplaten 4, 5 en de met elastisch lintdeel 2 opgevulde naad 9. De grondverf laag wordt vervolgens opgeschuurd om hechting van een verf of laklaag te bevorderen.

Vervolgens wordt de geschuurde laag overspoten met verf in de kleur van de voertuigcarrosserie.

Het resultaat is een carrosseriestuk met naadafdichting 10 met bol en egaal oppervlak, zoals bij de originele autofabrikant.

Voorbeeld 2 In voorbeeld 2, met verwijzing naar Figuur 2, wordt een herstelling van een naad 9’ in een ziekenwagen (voertuig carrosseriesubstraat 1’) schematisch voorgesteld.

De originele naadvulling geraakte beschadigt bij beschadiging van een plaatdeel van de carrosserie.

De naad 9’ situeert zich tussen twee staalplaten 5’, 6" van een wand van het voertuig.

Voor deze horizontale naadopvulling aan de zijkant van het voertuig, wordt een lint geselecteerd van 4 meter 40 centimeter lengte.

De originele naad was gebogen.

Om de originele naad te reproduceren, wordt een elastisch lint met gebold oppervlak geselecteerd.

Verder heeft het lint twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen.

Een lintdeel 2’ met lengte afmeting die overeenkomt met de op te vullen naad 9° wordt bekomen door het afsnijden of afknippen van een stuk van het lint.

De dikte van het lintdeel 2 is 10 mm, overeenstemmend met de te vullen naad 9’. Het geselecteerde lintdeel 2’ is een overschilderbaar silaan-gemodificeerde polymeer.

De naad 9' in het stalen carrosseriestuk wordt vrijgemaakt.

Vervolgens wordt een vloeibaar en uithardbaar silaan-gemodificeerde polymeer pasta in de naad gespoten daarbij vormend een dunne laag 7’ op de plaatstaaldelen 5’, 6’ die de naad 9’ vormen. Het elastisch lintdeel 2’ uit overschilderbaar silaan-gemodificeerde polymeer wordt in de vloeibare laag 7’ silaan-gemodificeerde polymeer pasta geduwd en vult de naad 9’, Vervolgens wordt het gevulde carrosseriesubstraat 1’ gedurende 45 minuten gedroogd bij een temperatuur van 30 °C. Na droging van de opgevulde naad 9’ wordt een grondverf aangebracht over de staalplaten en de met elastisch lintdeel 2’ opgevulde naad 9’. De grondverf laag wordt vervolgens opgeschuurd om hechting van een verf of laklaag te bevorderen. Vervolgens wordt de geschuurde laag overspoten met verf in de kleur van de voertuigcarrosserie. Het resultaat is een carrosseriesubstraat 1° met opgevulde naad 10’ met gebogen en egaal oppervlak, zoals bij de originele autofabrikant.

Voorbeeld 3 Met verwijzing naar Figuur 3 wordt een bijkomende uitvoeringsvorm van de uitvinding schematisch weergegeven. De doorsnede van het elastisch lintdeel 2” is een veelhoek met een U-vorm uitstekend uit de naad en een V-vorm in de naad. De V-vorm is afgerond onderaan. De breedte van het geselecteerde lintdeel is 15 mm. Het resultaat is een carrosseriesubstraat 1” met opgevulde naad 10” met egaal oppervlak. Voorbeeld 4 Met verwijzing naar Figuur 4 wordt een bijkomende uitvoeringsvorm van de uitvinding schematisch weergegeven. De doorsnede van het elastisch lintdeel 2” is een gedeeltelijke ovaalvorm met een V-vorm. De V-vorm is afgerond onderaan. De breedte van het geselecteerde lint deel 2” is 10 mm. Het resultaat is een carrosseriesubstraat 1” met opgevulde naad 10” met egaal oppervlak.

Claims (20)

CONCLUSIES

1. Een werkwijze voor afdichten van een naad (9) in een voertuigcarrosserie, de methode omvattend: - verschaffen van een, bij voorkeur metalen, ijzeren of stalen, voertuigcarrosserie substraat (1) met een naad (9), - minstens gedeeltelijk aanbrengen van een vloeibaar en uithardbaar materiaal (7) in de naad (9), - over het vloeibaar en uithardbaar materiaal (7) in de naad (9) aanbrengen van een elastisch lintdeel (2) vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal daarbij vullend de naad (9), - vervolgens uitharden van het vloeibaar en uithardbaar materiaal (7) daarbij afdichtend de naad (9) met het elastisch lintdeel (2).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het elastisch lintdeel (2) en/of het uithardbaar materiaal (7) voor aanbrengen in de naad (2) een silaan-gemodificeerd polymeer is/zijn.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het elastisch lintdeel (2) wordt verkregen door uit een elastisch lint een lintdeel (2) met gewenste afmeting te knippen of snijden.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 3, waarbij het vloeibaar en uithardbaar materiaal (7) gedurende minstens 30 min. wordt uitgehard.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 4, waarbij een laag grondverf wordt aangebracht over het substraat en de met elastisch lintdeel (2) opgevulde naad (9), de laag grondverf wordt opgeschuurd en de opgeschuurde laag grondverf vervolgens wordt overspoten met verf in de kleur van de voertuigcarrosserie.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, waarbij het elastisch lint (2) een ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met minstens één afgeplatte kant.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het elastisch lint (2) een ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met twee afgeplatte kanten (3, 4) die een V-vorm verschaffen.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, waarbij de minstens één afgeplatte kant (3, 4) in de naad (9) wordt aangebracht daarbij verschaffend een naadafdichting (10) met een bolstaand oppervlak (8}.

9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 8, waarbij het lintdeel (2) wordt verwarmd tussen 40°C en 80°C.

10. Een elastisch lint vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal, bij voorkeur uit een vervormbaar silaan-gemodificeerde polymeermateriaal.

11. Elastisch lint volgens conclusie 10, waarbij het elastisch lint een ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met minstens één afgeplatte kant.

12. Elastisch lint volgens conclusie 11, waarbij het elastisch lint een ovalen of cirkelvormige doorsnede heeft met twee afgeplatte kanten die een V-vorm verschaffen.

13. Elastisch lint volgens één der voorgaande conclusies 10 tot 12, waarbij het vervormbaar silaan-gemodificeerde polymeermateriaal een overschilderbaar vervormbaar silaan-gemodificeerde polymeermateriaal is

14. Elastisch lint volgens één der voorgaande conclusies 10 tot 13, waarbij het elastisch lint niet voorzien is van een kleefmiddel.

15. Elastisch lint volgens één der voorgaande conclusies 10 tot 14, waarbij het lint wit, grijs of zwart is.

16. Elastisch lint volgens één der voorgaande conclusies 10 tot 15, met een breedte gelegen tussen 5 en 15 mm, eindpunten inbegrepen.

17. Gebruik van een elastisch lint vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal, bij voorkeur een silaan gemodificeerd polymeermateriaal, als afdichtmiddel voor het afdichten van een naad (9) in een herstelling van een beschadigde voertuigcarrosserie.

18. Gebruik volgens conclusie 17, waarbij de voertuigcarrosserie een camionette, een jeep, een kampeerwagen of een vrachtwagen is.

19. Voertuigcarrosseriesubstraat (1) met een naad (9) omvattend een naadafdichting (10) in de naad (9) met een elastisch lintdeel (2) vervaardigt uit een vervormbaar polymeermateriaal waarbij het elastisch lint (2) een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede (8) heeft met minstens één afgeplatte kant (3, 4).

20. Voertuigcarrosseriesubstraat (1) volgens conclusie 19, waarbij het elastisch lintdeel {2} een deels ovalen of cirkelvormige doorsnede (8) heeft met twee afgeplatte kanten (3, 4) die een V-vorm verschaffen.