NL2029540B1 - Rolstoel en stoelframe - Google Patents
Rolstoel en stoelframe Download PDFInfo
- Publication number
- NL2029540B1 NL2029540B1 NL2029540A NL2029540A NL2029540B1 NL 2029540 B1 NL2029540 B1 NL 2029540B1 NL 2029540 A NL2029540 A NL 2029540A NL 2029540 A NL2029540 A NL 2029540A NL 2029540 B1 NL2029540 B1 NL 2029540B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- back frame
- frame
- carriage
- actuator
- wheelchair
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G5/00—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
- A61G5/10—Parts, details or accessories
- A61G5/1056—Arrangements for adjusting the seat
- A61G5/1067—Arrangements for adjusting the seat adjusting the backrest relative to the seat portion
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
Abstract
Een rolstoel omvat een onderstel (10) met daarop een stoelframe (20). Het stoelframe omvat een basisframe (21) en een rugframe (30) dat daarmee scharnierende is verbonden. Een eerste actuator (25) is werkzaam tussen het basisframe (21) en het rugframe (30) aangebracht. Het rugframe (30) omvat een eerste deel (31) dat het basisframe is verbonden en een tweede deel (32) dat een rugkussen (23) draagt. Beide delen (31,32) zijn axiaal verstelbaar ten opzichte van elkaar. Daartoe omvat het rugframe (30) een verdere actuator (35) die werkzaam tussen het eerste deel (31) en het tweede deel (32) van het rugframe is aangebracht.
Description
Rolstoel en stoelframe
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een rolstoel, omvattende een rollend onderstel, in het bijzonder een gemotoriseerd zelf-rijdend onderstel, waarop een stoelframe is gemonteerd, welk stoelframe een basisframe omvat dat met het onderstel is verbonden en een zitkussen draagt, althans waarop een zitkussen ontvangbaar is, alsmede een rugframe voor bevestiging van een rugkussen, waarbij het rugframe verstelbaar ten opzichte van het stoelframe met het stoelframe is verbonden, en waarbij een actuator met het rugframe is gekoppeld die in staat en ingericht is om aan het rugframe een verstelling ten opzichte van het basisframe op te leggen, in het bijzonder een neiging. De uitvinding heeft bovendien betrekking op een stoelframe zoals toegepast, althans toepasbaar, in een dergelijke rolstoel.
Een rolstoel van de hiervoor beschreven soort is bijvoorbeeld bekend uit een eerdere Europese octrooiaanvrage die onder nummer EP 2.997.946 werd gepubliceerd. Daarin wordt een gemotoriseerde rolstoel beschreven met een zelf-rijdend onderstel waarop een kantelbaar stoelframe is gemonteerd. Tussen het onderstel en het stoelframe is een actuator aangebracht waarmee het stoelframe vanuit een oorspronkelijke zitpositie naar een grotere hoogte kan worden gelicht en uiteindelijk naar een volledig gestrekte, opgerichte positie kan worden gebracht. In deze laatste stand voorziet het stoelframe in een ondersteuning van de gebruiker die een staande positie wil innemen.
De bekende rolstoel realiseert een conversie van de rolstoel vanuit een lage zitstand naar onderscheidenlijke opgerichte toestanden door middel van een enkele lift cilinder en een complex stelsel van ramen en overbrengingen. Hierdoor is het scala aan in te nemen toestanden van de bekende rolstoel beperkt en zijn individuele verplaatsingen van het zitkussen en het rugkussen onvermijdelijke met elkaar gekoppeld.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een rolstoel die meer flexibiliteit biedt en in mogelijke uitvoeringsvormen daardoor bovendien een ruimer aanbod aan operationele bedrijfstoestanden aanbiedt.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een rolstoel van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het rugframe een eerste deel omvat dat met het basisframe is verbonden alsmede een tweede deel dat het rugkussen omvat, althans waarop
“Da het rugkussen ontvangbaar is, dat het eerste deel en het tweede deel van het rugframe ten opzichte van elkaar axiaal verstelbaar zijn, dat tussen het eerste en het tweede deel van het rugframe een eerste verdere actuator is aangebracht die in staat en ingericht is om aan tweede deel van het rugframe een axiale verstelling ten opzichte van het eerste deel op te leggen, en dat een besturingsinrichting is voorzien die met de eerste actuator en de eerste verdere actuator is gekoppeld en in staat en ingericht is om de eerste actuator en de eerste verdere actuator afzonderlijk en/of in onderlinge afhankelijkheid aan te sturen. Anders dan bij de bekende inrichting zijn hierbij de manipulatie van het basisframe en het rugframe voor een groot deel van elkaar losgekoppeld en voorziet de besturingsinrichting in een individuele aansturing van het tweede deel van het rugframe ten opzichte van het eerste deel. De positie van het rugkussen kan aldus, eventueel gebruikers-specifiek, in iedere stand van het stoelframe optimaal worden ingesteld.
In een bijzonder uitvoeringsvorm heeft de rolstoel volgens de uitvinding als kenmerk dat de actuator proportioneel uitstuurbaar is en in staat en ingericht is om aan het rugframe een continue variabele hoek ten opzichte van het basisframe op te leggen, waarmee het rugframe in een stand kan worden gebracht variërend van een althans in hoofdzaak haakse hoek ten opzichte van het basisframe naar een stand althans in hoofdzaak in een verlengde van het basisframe. Hierbij zijn zowel het rugkussen als het rugframe individueel instelbaar en aanpasbaar aan de wensen van de gebruiker. Dit geeft de gebruiker een individueel instelbare gebruikerspositie en daarmee een optimaal comfort.
Mede door de onafhankelijke aansturing van het rugkussen kan de rolstoel volgens de uitvinding in een breder scala aan ondersteunde gebruikers posities voorzien. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de rolstoel volgens de uitvinding in dat verband gekenmerkt doordat het rugframe onder de hoek met het basisframe in een zitpositie aan de gebruiker verschaft en dat het rugframe in het verlengde van het basisframe liggend respectievelijk staand een ligpositie en een stand ondersteuning aan de gebruiker biedt. De rolstoel voorziet daarmee zowel in een stoelfunctie als in een liggende en staande ondersteuning van de gebruiker.
Gedurende gebruik ondervindt het rugframe niet zelden aanzienlijke krachten doordat het volledige bovenlichaam van de gebruiker daarop afsteunt en zich daartegen afzet. Om deze belasting adequaat op te kunnen vangen, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding als kenmerk dat het rugframe een lineaire geleiding omvat met een slede die daarmee is verbonden en daarover axiaal gangbaar is, dat het eerste en het tweede deel van het rugframe door tussenkomst van de geleiding en de slede met elkaar zijn verbonden, en dat de eerste verdere actuator werkzaam met de slede is gekoppeld en in staat en ingericht is om aan de slede een verplaatsing over de geleiding op te leggen.
Een bijzonder compacte en stabiele uitvoeringsvorm heeft in dat opzicht daarbij als kenmerk dat de geleiding door een centrale rail wordt gevormd en de slede een wagen omvat die over de rail rolt, in het bijzonder een lagerende rollenomloop-wagen. Door aldus uit te gaan van een enkelvoudige centrale geleiding worden eventuele synchronisatie fouten vermeden. Een praktische uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de geleiding van het eerste deel van het rugframe uitgaat en het tweede deel van het rugframe daarover axiaal gangbaar is.
Wanneer de zitpositie wordt gewijzigd door een kanteling mechanisme en/of een hefmechanisme, kan het wenselijk zijn om tegelijkertijd de stand van een armleuning van de rolstoel daaraan aan te passen voor een optimale ondersteuning van de rolstoelgebruiker. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het stoelframe via een anterieure kanteling naar een ligstand wordt gebracht. Tijdens deze gehele gang wordt het als wenselijk ervaren dat een armsteun min of meer parallel aan de grond blijft en dus mee scharniert met het rugframe. Dit geeft vertrouwen aan de rolstoelgebruiker die daardoor tijdens het kantelen houvast blijft houden aan de armsteun. In een zitpositie en opgerichte stand van het stoelframe is het daarentegen comfortabel dat de armsteunen dwars op het rugframe zijn geplaatst.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding voorziet in dergelijke aanpasbare armsteunen en is daartoe gekenmerkt doordat een armleuninginrichting van het tweede deel van het rugframe uitgaat, omvattende een eerste armsteun en een tweede armsteun die om een dwars op de axiale verstelling van het rugframe gerichte rotatieas verstelbaar zijn en daartoe werkzaam zijn gekoppeld met een tweede verdere actuator in het tweede deel van het rugframe, welke tweede verdere actuator met de besturingsinrichting is gekoppeld en daardoor afzonderlijk en/of in onderlinge afhankelijkheid met de eerste actuator en de eerste verdere actuator aanstuurbaar is, Daarbij kan elk van de armsteunen van een eigen tweede verder actuator zijn voorzien. Een voordeliger constructie wordt evenwel geboden door een bijzondere uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de eerste armsteun en de tweede armsteun elk draaibaar om een dwars op de verstelling van het rugframe gerichte rotatieas op een draagarm zijn gemonteerd, en dat de armsteunen door tussenkomst van ieder een stuurstang met een gemeenschappelijke tweede verdere actuator zijn gekoppeld.
Aldus voorziet een onderling gedeelde actuator in een verstelling van beide armsteunen, waarbij een uitsturing van de actuator door afzonderlijke stuurstangen op de beide armsteunen wordt overgebracht. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de rolstoel heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat elk van de stuurstangen een axiaal verstelbare lengte heeft. Dankzij een dergelijke axiale verstelbaarheid kan alsnog een individuele voorinstelling aan elk van de armsteunen worden meegegeven, niettegenstaande de gezamenlijke aansturing daarvan door een onderling gedeelde actuator.
Voor de koppeling van de tweede verdere actuator met de armsteunen wordt met voordeel uitgegaan van een juk dat beide stuurstangen met een stuurstang van de actuator verbindt. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding heeft dan ook als kenmerk dat de stuurstangen enerzijds elk met één van de armsteunen zijn gekoppeld en anderzijds op een gemeenschappelijk juk aangrijpen dat door de tweede verdere actuator wordt gedreven. Met het oog op een stabiele ophanging van het juk binnen het rugframe heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm daarbij als kenmerk dat het rugframe een lineaire geleiding omvat met een eerste slede en een tweede slede die daarmee zijn verbonden en daarover axiaal gangbaar zijn, dat het tweede deel van het rugframe door tussenkomst de eerste slede over de geleiding gangbaar is, dat de eerste verdere actuator werkzaam met de eerste slede is gekoppeld en in staat en ingericht is om aan de eerste slede tezamen met het tweede deel van het rugframe een verplaatsing over de geleiding op te leggen, dat het juk door tussenkomst van de tweede slede over de geleiding gangbaar is, en dat de tweede verdere actuator werkzaam met de tweede slede is gekoppeld en in staat en ingericht is om aan de tweede slede tezamen met het juk een verplaatsing over de geleiding op te leggen.
Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt van een geleiding die reeds aanwezig is voor een axiale geleiding van beide delen van het rugframe ten opzichte van elkaar. Het juk dat beide armsteunen aandrijft, glijdt in deze uitvoeringsvorm over dezelfde geleiding, waartoe daarvoor een extra slede is voorzien. Ook in dit geval wordt met voordeel gebruik gemaakt van een enkelvoudige rails als geleiding. Daartoe heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de rolstoel! volgens de uitvinding als kenmerk dat de geleiding door een centrale rail wordt gevormd en de eerste slede en de tweede slede elk een wagen omvatten die over de rail rolt, in het bijzonder een lagerende rollenomloop-wagen.
Behalve met een basis zitstand en een opgerichte stastand biedt de uitvinding tevens de mogelijkheid een rolstoel met een ligstand uit te voeren. Daartoe heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding als kenmerk dat een tweede actuator werkzaam tussen het onderstel en het stoelframe is aangebracht en in staat en ingericht is om aan het stoelframe een verstelling ten opzichte van het onderstel op te leggen, in het bijzonder een voorwaartse (posterieure) kanteling en/of een achterwaartse (anterieure) kanteling, en dat de tweede actuator met de besturingsinrichting is gekoppeld en daardoor afzonderlijk en/of in onderlinge afhankelijkheid met de eerste actuator en de eerste en tweede verdere actuator aanstuurbaar is. Een posterieure kanteling leidt hierbij naar een opgerichte toestand van het stoelframe waarin aan de staande gebruiker een steun in de rug wordt geboden, terwijl een anterieure kanteling een ligpositie inleidt.
Hoewel voor de actuators op zichzelf van uiteenlopende actuators kan worden uitgegaan, zoals met name ook vloeistof druk gestuurde cilinders, heeft de rolstoel volgens de uitvinding in het bijzonder als kenmerk dat voor elk van de actuatoren een lineaire actuator is toegepast, in het bijzonder een elektronisch aangedreven en bestuurbare schroefspindel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op het stoelframe zoals toegepast, althans toepasbaar, in de hiervoor beschreven rolstoel volgens de uitvinding en zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 een isometrisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een rolstoel volgens uitvinding;
Figuur 2 een isometrisch aanzicht van een stoelframe zoals toegepast op de rolstoel van figuur 1 in een eerste toestand welke een stoelfunctie verschaft;
Figuur 3 een isometrisch aanzicht van het stoelframe zoals toegepast op de rolstoel van figuur 1 in een tweede toestand welke een stand-ondersteuning verschaft;
Figuur 4 een zij-aanzicht van het stoelframe voorzien van een zitkussen en een rugkussen in de eerste toestand;
Figuur 5 een isometrisch aanzicht van het stoelframe voorzien van een zitkussen en een rugkussen in de eerste toestand;
Figuur 6 een zij-aanzicht van het stoelframe voorzien van een zitkussen en een rugkussen in de tweede toestand;
Figuur 7 een isometrisch aanzicht van het stoelframe voorzien van een zitkussen en een rugkussen in de tweede toestand;
Figuur 8 een zij-aanzicht van het stoelframe voorzien van een zitkussen en een rugkussen in een derde toestand, welke een ligfunctie biedt; en
Figuur 9 een isometrisch aanzicht van het stoelframe voorzien van een zitkussen en een rugkussen in de derde toestand,
Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
Een voorbeeld van een rolstoel volgens de uitvinding is in figuur 1 in een isometrisch achteraanzicht weergegeven. De rolstoel omvat een robuust zelf-rijdend gemotoriseerd onderstel 10 dat aan een voorzijde een tweetal aangedreven wielen 11 omvat en aan een achterzijde een stel zwenkwielen 12. De aangedreven wielen 11 worden direct aangedreven door een daarop gemonteerde elektromotor 13 die wordt gevoed door accupack 14 dat in het onderstel is ondergebracht. Het onderstel is verend uitgevoerd ter verhoging van het zit comfort en voor een behoud van wegligging en een contact met een ondergrond. Aan een bovenzijde draagt het onderstel een stoelframe 20 dat in de overige figuren afzonderlijke is weergegeven en hierna nader zal worden omschreven. Het stoelframe is kantelbaar om een dwars op de rijrichting aan een voorzijde gerichte kantelas ten opzichte van het onderstel gemonteerd en wordt daartoe aangedreven door een tussen het onderstel 10 en het stoelframe 20 werkzaam geplaatste lineaire actuator, zoals een drukcilinder of, zoals hier, een schroefspindel, welke in de figuur door het stoelframe aan het zicht wordt onttrokken.
Daarmee voorziet de rolstoel desgewenst in een voorwaartse (posterieure) kanteling om de
~7- bedoelde as om daarmee en opgerichte stand in te nemen waarin een stand-ondersteuning wordt geboden.
Het stoelframe 20 is in figuur 2 en 3 afzonderlijk weergegeven en omvat in wezen een basisframe 21 en een daarmee verstelbaar verbonden rugframe 30. Het basisdeel 21 is, zoals hiervoor beschreven, met het onderstel 10 verbonden en draagt een zitkussen 22, terwijl een rugkussen 23 door het rugframe 30 wordt gedragen, zie ook de figuren 4 t/m 9. Een lineaire actuator 25 is werkzaam tussen het basisdeel 21 en het rugframe 30 gemonteerd is gekoppeld met een, niet nader getoonde, centrale besturingsinrichting van de rolstoel in het onderstel 10 waarmee aan het rugframe een verstelling ten opzichte van het basisdeel kan worden opgelegd. Daarmee scharniert het rugframe 30 om een dwars op de rijrichting gerichte scharnieras 24. Figuur 3 toont het stoelframe in een volledig gestrekte toestand waarbij het rugframe 30 vrijwel 90 graden ten opzichte van het basisframe 20,21 is gezwenkt en in het verlengde van het basisframe 20,21 ligt. De actuator 25 is proportioneel aanstuurbaar, waardoor het rugframe eveneens alle tussenliggende hoeken kan aannemen.
Conform de uitvinding omvat het rugframe 30 een eerste deel 31, dat de verbinding met het basisframe verzorgt, alsmede een tweede deel 32 dat het rugkussen 24 draagt. Daartussen is een lineaire geleiding 33 voorzien, De geleiding omvat in dit geval een centrale enkelvoudige rail 50 waarover een slede 51 loopt. Ten behoeve van een soepele gang van het rugframe 30 is voor de slede 51 uitgegaan van een gelagerde rollenomloop wagen die door de rail 50 wordt vastgehouden maar in axiale richting met slechts beperkte wrijving en nagenoeg spelingvrij daaroverheen rolt. De centrale rail 50 is door middel van schroeven of nagels duurzaam met het eerste deel 31 van het rugframe verbonden. De wagen 51 draagt het tweede deel 32 van het rugframe dat aldus ten opzichte van het eerste deel axiaal verstelbaar is. Daartoe is een verdere actuator 35 werkzaam tussen het eerste deel 31 en het tweede deel 32 van het rugframe gemonteerd. Ook voor deze verdere actuator 35 is hier uitgegaan van een elektrische schroefspindel met een dito drijfstang die op het eerste deel 31 van het rugframe aangrijpt.
Evenals alle andere actuatoren van de rolstoel is ook deze verdere rolstoel gekoppeld met de centrale besturingsinrichting en daardoor aanstuurbaar.
Het tweede deel 32 van het rugframe draagt een armleuninginrichting 40 met een eerste armsteun 41 en een tweede armsteun 42. Beide armsteunen 41,42 worden elk gedragen door een draagarm 43,44 waaromheen zij beiden vrij scharnieren zodat de armsteunen desgewenst omhoog kunnen worden weg geklapt. Inwendig is tussen elk van de armsteunen en de betreffende draagarm een stop voorzien om de armsteunen in de getoonde stand neerwaarts te blokkeren. De draagramen 43,44 zijn roteerbaar om hun hartlijn in het tweede deel 32 van het rugframe opgehangen en elke gekoppeld met een stuurstang 46,47 die van een gemeenschappelijk juk 49 uitgaan. Beide stuurstangen 46,47 zijn axiaal verstelbaar en hun lengte daardoor individueel aanpasbaar aan een gewenste basisstand van de daarmee gekoppelde armsteun 41,42,
De beide stuurstangen 46,47 gaan uit van een gemeenschappelijk juk 49 dat door tussenkomst van een tweede rollen-omloop wagen 52 over de geleiding 50 gangbaar is. Een tweede verdere actuator 45 is werkzaam gekoppeld tussen het tweede deel 32 van het rugframe en dit juk 49 dat daardoor over de geleiding 50 kan worden uitgestuurd, De stuurstangen 46,47 grijpen excentrisch aan op de draagarmen 43,44 die daardoor een rotatie in het tweede deel 32 van het rugframe zullen maken, de armsteunen 41,42 met zich meevoerend. De armsteunen 41,42 kunnen aldus van de in figuur 2 en 3 getoonde positie, circa haaks op het rugframe, in de in figuur 8 en 9 getoonde positie worden gebracht waarbij de armsteunen veelmeer in een verlengde van het rugframe 31,32 liggen. Dit correspondeert met een ligstand van het stoelframe, zodat de armsteunen 41,42 nog steeds circa evenwijdig aan de bodem liggen en circa deze stand behielden bij de overgang van de stoel vanuit de in figuur 4 en 5 getoonde zitstand naar deze ligstand.
Één van de armsteunen 41 is voorzien van een bedieningseenheid 48 waarmee de gebruiker de rolstoel kan bedienen. Vanuit de zitstand van figuur 4 en 5 kan de stoel naar de in figuur 6 en 7 getoonde stand worden gebracht, waarbij een stand ondersteuning wordt geboden. Hiertoe wordt de kantelcilinder of actuator tussen het onderstel 10 en het basisframe 20 uitgestuurd, waardoor dit laatste naar voren kantelt. Hierbij wordt tevens de eerste actuator 25 uitgestuurd waardoor rugframe 30 om zijn zwenkas uitzwaait en het rugkussen 23 meer in het verlengde van het zitkussen 22 komt te staan. Gelijktijdig verstelt de eerste verdere actuator 35 het tweede deel 32 van het rugframe 30 ten opzichte van het eerste deel zodat het rugkussen 23 tevens het zitkussen meer nadert, zie figuur 6. Door de beschreven stappen in omgekeerde volgorde uit te voeren kan de rolstoel naar de zitstand worden terug gebracht.
Om de rolstoel vanuit de in figuur 4 en 5 getoonde zitpositie in de ligstand van figuur 8 en 9 te brengen wordt eveneens de eerste actuator 25 uitgestuurd om het rugkussen 23 van het zitkussen 22 weg te zwenken. De actuator tussen het onderstel 10 en het stoelframe 20 blijft echter ingeschoven. Gelijktijdig met de verstelling van het rugframe 30 wordt ook nu het tweede deel 32 daarvan ten opzichte van het eerste deel 31 versteld door de eerste verdere actuator 35 uit te sturen, zodat ook nu het rugkussen 23 meer zal aansluiten op het zitkussen.
Verder wordt daarbij tevens de tweede verdere actuator 45 uitgestuurd om de armsteunen 41,42 steeds in hoofdzaak parallel aan de ondergrond te houden om de gebruiker daarmee een voortdurend houvast te bieden. Door de beschreven stappen in omgekeerde volgorde uit te voeren kan de rolstoel naar de zitstand worden terug gebracht.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.
Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.
Claims (15)
- Conclusies: 1, Rolstoel, omvattende een rollend onderstel, in het bijzonder een gemotoriseerd zelf-rijdend onderstel, waarop een stoelframe is gemonteerd, welk stoelframe een basisframe omvat dat met het onderstel is verbonden en een zitkussen draagt, althans waarop een zitkussen ontvangbaar is, alsmede een rugframe voor bevestiging van een rugkussen, waarbij het rugframe verstelbaar ten opzichte van het stoelframe met het stoelframe is verbonden, en waarbij een actuator met het rugframe is gekoppeld die in staat en ingericht is om aan het rugframe een verstelling ten opzichte van het basisframe op te leggen, in het bijzonder een neiging, met het kenmerk dat het rugframe een eerste deel omvat dat met het basisframe is verbonden alsmede een tweede deel dat het rugkussen omvat, althans waarop het rugkussen ontvangbaar is, dat het eerste deel en het tweede deel van het rugframe ten opzichte van elkaar axiaal verstelbaar zijn, dat tussen het eerste en het tweede deel van het rugframe een eerste verdere actuator is aangebracht die in staat en ingericht is om aan tweede deel van het rugframe een axiale verstelling ten opzichte van het eerste deel op te leggen, en dat een besturingsinrichting is voorzien die met de eerste actuator en de eerste verdere actuator is gekoppeld en in staat en ingericht is om de eerste actuator en de eerste verdere actuator afzonderlijk en/of in onderlinge afhankelijkheid aan te sturen.
- 2. Rolstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de actuator proportioneel! uitstuurbaar is en in staat en ingericht is om aan het rugframe een continue variabele hoek ten opzichte van het basisframe op te leggen, waarmee het rugframe in een stand kan worden gebracht variërend van een althans in hoofdzaak haakse hoek ten opzichte van het basisframe naar een stand althans in hoofdzaak in een verlengde van het basisframe.
- 3. Rolstoel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het rugframe onder de hoek met het basisframe in een zitpositie aan de gebruiker verschaft en dat het rugframe in het verlengde van het basisframe liggend respectievelijk staand een ligpositie en een stand ondersteuning aan de gebruiker biedt.
- 4. Rolstoel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat het rugframe een lineaire geleiding omvat met een slede die daarmee is verbonden en daarover axiaal gangbaar is, dat het eerste en het tweede deel van het rugframe door tussenkomst van de geleiding en de slede met elkaar zijn verbonden, en dat de eerste verdere actuator werkzaam met de slede is gekoppeld en in staat en ingericht is om aan de slede een verplaatsing over de geleiding op te leggen.
- 5. Rolstoel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de geleiding door een centrale rail wordt gevormd en de slede een wagen omvat die over de rail rolt, in het bijzonder een lagerende rollenomloop-wagen.
- 6. Rolstoel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de geleiding van het eerste deel van het rugframe uitgaat en het tweede deel van het rugframe daarover axiaal gangbaar is.
- 7. Rolstoel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een armleuninginrichting van het tweede deel van het rugframe uitgaat, omvattende een eerste armsteun en een tweede armsteun die om een dwars op de axiale verstelling van het rugframe gerichte rotatieas verstelbaar zijn en daartoe werkzaam zijn gekoppeld met een tweede verdere actuator in het tweede deel van het rugframe, welke tweede verdere actuator met de besturingsinrichting is gekoppeld en daardoor afzonderlijk en/of in onderlinge afhankelijkheid met de eerste actuator en de eerste verdere actuator aanstuurbaar is.
- 8. Rolstoel volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de eerste armsteun en de tweede armsteun elk draaibaar om een dwars op de verstelling van het rugframe gerichte rotatieas op een draagarm zijn gemonteerd, en dat de armsteunen door tussenkomst van ieder een stuurstang met een gemeenschappelijke tweede verdere actuator zijn gekoppeld.
- 9. Rolstoel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat elk van de stuurstangen een axiaal verstelbare lengte heeft.
- 10. Rolstoel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de stuurstangen enerzijds elk met één van de armsteunen zijn gekoppeld en anderzijds op een gemeenschappelijk juk aangrijpen dat door de tweede verdere actuator wordt gedreven.
- 11. Rolstoel volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het rugframe een lineaire geleiding omvat met een eerste slede en een tweede slede die daarmee zijn verbonden en daarover axiaal gangbaar zijn, dat het tweede deel van het rugframe door tussenkomst de eerste slede over de geleiding gangbaar is, dat de eerste verdere actuator werkzaam met de eerste slede is gekoppeld en in staat en ingericht is om aan de eerste slede tezamen met het tweede deel van het rugframe een verplaatsing over de geleiding op te leggen, dat het juk door tussenkomst van de tweede slede over de geleiding gangbaar is, en dat de tweede verdere actuator werkzaam met de tweede slede is gekoppeld en in staat en ingericht is om aan de tweede slede tezamen met het juk een verplaatsing over de geleiding op te leggen.
- 12. Rolstoel volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de geleiding door een centrale rail wordt gevormd en de eerste slede en de tweede slede elk een wagen omvatten die over de rail rolt, in het bijzonder een lagerende rollenomloop-wagen.
- 13. Rolstoel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk een tweede actuator werkzaam tussen het onderstel en het stoelframe is aangebracht en in staat en ingericht is om aan het stoelframe een verstelling ten opzichte van het onderstel op te leggen, in het bijzonder een voorwaartse (posterieure) kanteling en/of een achterwaartse (anterieure) kanteling, en dat de tweede actuator met de besturingsinrichting is gekoppeld en daardoor afzonderlijk en/of in onderlinge afhankelijkheid met de eerste actuator en de eerste en tweede verdere actuator aanstuurbaar is.
- 14. Rolstoel volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat voor elk van de actuatoren een lineaire actuator is toegepast, in het bijzonder een elektronisch aangedreven en bestuurbare schroefspindel.
- 15. Stoelframe zoals toegepast in de rolstoel volgens één of meer der voorgaande conclusies.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2029540A NL2029540B1 (nl) | 2021-10-28 | 2021-10-28 | Rolstoel en stoelframe |
EP22802716.5A EP4422573A1 (en) | 2021-10-28 | 2022-10-26 | Wheelchair and chair frame |
PCT/IB2022/060290 WO2023073578A1 (en) | 2021-10-28 | 2022-10-26 | Wheelchair and chair frame |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2029540A NL2029540B1 (nl) | 2021-10-28 | 2021-10-28 | Rolstoel en stoelframe |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2029540B1 true NL2029540B1 (nl) | 2023-05-26 |
Family
ID=78536536
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2029540A NL2029540B1 (nl) | 2021-10-28 | 2021-10-28 | Rolstoel en stoelframe |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP4422573A1 (nl) |
NL (1) | NL2029540B1 (nl) |
WO (1) | WO2023073578A1 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6425635B1 (en) * | 1999-11-01 | 2002-07-30 | Invacare Corporation | Weight-shifting reclining and tilting wheelchair seat |
US20050088024A1 (en) * | 2003-10-08 | 2005-04-28 | Rozaieski Michael J. | Reclining seat with movable back support |
US20120080919A1 (en) * | 2010-10-01 | 2012-04-05 | Permobil Ab | Wheelchair Backrest Assembly |
EP2441425A1 (fr) * | 2010-10-12 | 2012-04-18 | Segula Matra Technologies | Fauteuil roulant |
EP2997946A1 (en) | 2014-09-19 | 2016-03-23 | Permobil AB | Electrically powered wheelchair with an armrest adjustment arrangement |
-
2021
- 2021-10-28 NL NL2029540A patent/NL2029540B1/nl active
-
2022
- 2022-10-26 EP EP22802716.5A patent/EP4422573A1/en active Pending
- 2022-10-26 WO PCT/IB2022/060290 patent/WO2023073578A1/en active Application Filing
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6425635B1 (en) * | 1999-11-01 | 2002-07-30 | Invacare Corporation | Weight-shifting reclining and tilting wheelchair seat |
US20050088024A1 (en) * | 2003-10-08 | 2005-04-28 | Rozaieski Michael J. | Reclining seat with movable back support |
US20120080919A1 (en) * | 2010-10-01 | 2012-04-05 | Permobil Ab | Wheelchair Backrest Assembly |
EP2441425A1 (fr) * | 2010-10-12 | 2012-04-18 | Segula Matra Technologies | Fauteuil roulant |
EP2997946A1 (en) | 2014-09-19 | 2016-03-23 | Permobil AB | Electrically powered wheelchair with an armrest adjustment arrangement |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2023073578A1 (en) | 2023-05-04 |
EP4422573A1 (en) | 2024-09-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6158810A (en) | Chair back tilt apparatus | |
CN110290728B (zh) | 躺椅或具有可变升降姿态的升降躺椅 | |
US5297021A (en) | Zero shear recliner/tilt wheelchair seat | |
US5803545A (en) | Chair, especially a chair for the handicapped | |
US6382725B1 (en) | Examination chair with lifting and tilting mechanism | |
US9010787B2 (en) | Tilt-in-space wheelchair using multiple controlling paths | |
EP2004124B1 (fr) | Fauteuil multipositions pour handicape | |
FI73873C (fi) | Laenstol. | |
AU736690B2 (en) | A constant center of gravity tiltable chair of a wheelchair | |
AU2004235712B2 (en) | Patient chair with a vertically movable seat | |
CA2029917C (en) | Adjustable chair | |
CA2626159C (en) | Seat supporting assembly and wheelchair including same | |
US20050046129A1 (en) | Constant center of gravity lift and tilt mechanisms for a wheelchair seat | |
EP2214536B1 (en) | Multi function chair with adjustable armrest | |
CA2990652A1 (en) | Tilt-in-space wheelchair with dynamic tilt range | |
JP2002537882A (ja) | ベッドおよびその他のリクライニング家具のための機構 | |
BE1025933B1 (nl) | Zitconstructie voor verbeterde zitting, ergonomische stoelen of rolstoelen | |
NL2029540B1 (nl) | Rolstoel en stoelframe | |
EP0920268B1 (en) | Adjustable piece of furniture | |
NL1004736C2 (nl) | Regelbare ondersteuningsinrichting. | |
JP3740072B2 (ja) | 連動式リクライニング機構を備えた椅子 | |
CN114980849A (zh) | 用于运输工具座椅的调节设备 | |
GB2582213A (en) | Adjustable chair | |
DK181472B1 (en) | Relief device for relieving pressure exerted against a wheelchair user | |
NL1003532C2 (nl) | Opvouwbare stoel. |