NL2028178B1 - Vlot voor het dragen van zonnepanelen - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een vlot voor het dragen van zonnepanelen, welk vlot omvat: — een zich in een referentievlak uitstrekkend frame; — twee op afstand van elkaar en aan weerszijden van het frame aangebrachte parallelle, langwerpige drijvers; waarbij elk van de langwerpige drijvers een vlak bovenoppervlak heeft, welk bovenoppervlak een hoek groter dan 0° met het referentievlak maakt en waarbij de snijlijn van twee vlakken, die elk samenvallen met een van de beide bovenoppervlakken, parallel is aan het referentievlak.

Description

Vlot voor het dragen van zonnepanelen De uitvinding betreft een vlot voor het dragen van zonnepanelen, welk vlot omvat: - een zich in een referentievlak uitstrekkend frame; - twee op afstand van elkaar en aan weerszijden van het frame aangebrachte parallelle, langwerpige drijvers.

Een dergelijk vlot voor zonnepanelen is bijvoorbeeld bekend uit KR 102015595. Dit vlot bestaat uit een aantal parallelle drijvers waarop een vlak frame van balken is aangebracht. Op dit frame van balken kunnen vervolgens de frames voor zonnepanelen met daarop de zonnepanelen gemonteerd worden. De drijvers kunnen van roestvast staal vervaardigd zijn om zo bestand te zijn tegen zout zeewater, alsook tegen bevriezing van het water, waarin de drijvers drijven.

Ook KR 101843354 toont een dergelijk vlot voor zonnepanelen. Ook hier is op een aantal parallelle drijvers een vlak frame voorzien, waarop vervolgens de frames voor de zonnepanelen aangebracht kunnen worden.

Het nadeel van deze constructie is dat twee afzonderlijke frames gebruikt worden, namelijk een frame voor het vlot en een frame voor de zonnepanelen, waardoor de gehele constructie relatief zwaar wordt. Hierdoor moeten de drijvers weer groter gedimensioneerd worden om voldoende drijfkracht te bieden. Zeker wanneer deze drijvers uit aluminium plaatmateriaal of roestvast staal plaatmateriaal vervaardigd worden, zal dit de kosten van het vlot aanzienlijk doen toenemen.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt bereikt met een vlot volgens de aanhef, dat gekenmerkt wordt doordat elk van de langwerpige drijvers een vlak bovenoppervlak heeft, welk bovenoppervlak een hoek groter dan 0° met het referentievlak maakt en waarbij de snijlijn van twee vlakken, die elk samenvallen met één van de beide bovenoppervlakken, parallel is aan het referentievlak.

Doordat de bovenoppervlakken van de drijvers onder een hoek staan en dus een hellend vlak vormen, kunnen de zonnepanelen hier direct op gemonteerd worden, zonder dat een aanvullend frame benodigd is om de benodigde helling van de zonnepanelen te bewerkstelligen. Hierdoor kan het vlot lichter uitgevoerd worden, waardoor de kosten gereduceerd kunnen worden.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het vlot volgens de uitvinding omvat verder ten minste twee V-vormige draagbalken, waarbij de benen van elke draagbalk aanliggen tegen en parallel verlopen met één van de beide bovenoppervlakken.

De V-vormige draagbalken vormen samen met het in het referentievlak uitstrekkend frame een driehoekige dwarsdoorsnede en daarmee een bijzonder stevige constructie. Dit maakt het mogelijk om de constructie lichter uit te voeren en kosten te reduceren.

In een verdere uitvoeringsvorm van het vlot volgens de uitvinding is tussen de ten minste twee V-vormige draagbalken ten minste één zonnepaneel aangebracht.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het vlot volgens de uitvinding wordt het omtreksvlak van elke drijver gevormd wordt door maximaal twee, bij voorkeur maximaal één, tot een koker gevouwen metaalplaten, zoals aluminium plaat, die door in langsrichting aangebrachte lassen een waterdicht omtreksvlak vormen.

Het aanbrengen van een las in een drijver is lastig, omdat de las volledig waterdicht moet zijn. Wanneer het aantal lassen beperkt kan worden, kunnen daarmee de kosten teruggebracht worden.

Volgens deze uitvoeringsvorm is het omtreksvlak van de drijver gevormd door maximaal twee metaalplaten, die tot een koker gebogen zijn. De twee metaalplaten kunnen door twee lasnaden in langsrichting met elkaar verbonden worden. Bij voorkeur wordt slechts één enkele, gebogen metaalplaat gebruikt, zodat slechts maar één lasnaad in langsrichting benodigd is.

De kopse einden van de drijvers kunnen door middel van kappen, die op deze einden worden gelast of vastgelijmd, waterdicht worden afgesloten.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het vlot volgens de uitvinding is een eerste langsrand met een las aangebracht tegen één van de maximaal twee metaalplaten op afstand van en parallel aan een tweede langsrand, waardoor een vlakke, zich over de lengte uitstrekkende flens gevormd is, welke flens een deel van het bovenoppervlak vormt.

Deze flens bevindt zich dus buiten de kokervorm van de drijver en daarmee het waterdichte compartiment van de drijver. Hierdoor kan de flens eenvoudig gebruikt worden voor het bevestigen van zonnepanelen en kunnen in de flens naar wens gaten aangebracht worden.

Bij voorkeur zijn op het bovenoppervlak bevestigingsbeugels aangebracht voor het bevestigen van draagbalken en/of zonnepanelen.

Deze bevestigingsbeugels zijn bij voorkeur op het bovenoppervlak gelast en kunnen bijvoorbeeld in combinatie met de gevormde flens gebruikt worden voor het bevestigen van draagbalken en/of zonnepanelen.

In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van het vlot volgens de uitvinding ligt de hoek tussen elk bovenoppervlak en het referentievlak in het gebied van 10° en 25°, en is deze hoek bij voorkeur 15°. In het bijzonder voor een optimale opbrengst van een zonnepaneel is een hellingshoek van 15° gewenst.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een vlot volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de uitvoering volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van tweede uitvoeringsvorm van een vlot volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een vlot 1 volgens de uitvinding getoond. Het vlot 1 heeft een plat frame van liggers 2, waaraan aan weerszijden twee parallelle, langwerpige drijvers 3, 4 zijn aangebracht. Elke drijver 3, 4 heeft een hellend bovenoppervlak 5, 6 respectievelijk.

Het bovenoppervlak 5, 6 heeft een naar het midden gerichte flens 7, 8, die gevormd is doordat elke drijver 3, 4 uit een enkele plaat tot een koker is gevouwen en aan de kopse kanten is afgedicht met kappen 9, 10.

In figuur 2 is te zien dat het imaginaire vlak 11 samenvalt met het bovenoppervlak 5 en het imaginaire vlak 12 samenvalt met het bovenoppervlak 6. De twee imaginaire vlakken 11, 12 snijden elkaar over de snijlijn 13, die parallel loopt aan het referentievlak 14, waarin het platte frame van liggers 2 ligt. Het bovenoppervlak 5 maakt een hoek B met het referentievlak 14 en het bovenoppervlak 6 maakt een hoek o met het referentievlak 14.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een vlot 20 volgens de uitvinding. Hierin is dezelfde constructie 1 als getoond in figuren 1 en 2 toegepast, waarbij een V-vormige draagbalk 21 met de benen op de bovenoppervlakken 5, 6 ligt en zo, samen met de drijvers 3, 4 en de liggers 2 een driehoekige dwarsdoorsnede vormt, die extra stevigheid geeft.

Op de V-vormige draagbalk 21 zijn tenslotte zonnepanelen 22 aangebracht.

Claims (7)

Conclusies

1. Vlot voor het dragen van zonnepanelen, welk vlot omvat: - een zich in een referentievlak uitstrekkend frame; - twee op afstand van elkaar en aan weerszijden van het frame aangebrachte parallelle, langwerpige drijvers; met het kenmerk, dat elk van de langwerpige drijvers een vlak bovenoppervlak heeft, welk bovenoppervlak een hoek groter dan 0° met het referentievlak maakt en waarbij de snijlijn van twee vlakken, die elk samenvallen met één van de beide bovenoppervlakken, parallel is aan het referentievlak.

2. Vlot volgens conclusie 1, verder omvattende ten minste twee V-vormige draagbalken, waarbij de benen van elke draagbalk aanliggen tegen en parallel verlopen met één van de beide bovenoppervlakken.

3. Vlot volgens conclusie 2, waarbij tussen de ten minste twee V-vormige draagbalken ten minste één zonnepaneel is aangebracht.

4. Vlot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het omtreksvlak van elke drijver gevormd wordt door maximaal twee, bij voorkeur maximaal één, tot een koker gevouwen metaalplaten, zoals aluminium plaat, die door in langsrichting aangebrachte lassen een waterdicht omtreksvlak vormen.

5. Vlot volgens conclusie 4, waarbij een eerste langsrand met een las is aangebracht tegen één van de maximaal twee metaalplaten op afstand van en parallel aan een tweede langsrand, waardoor een vlakke, zich over de lengte uitstrekkende flens gevormd is, welke flens een deel van het bovenoppervlak vormt.

6. Vlot volgens conclusie 4 of 5, waarbij op het

: bovenoppervlak bevestigingsbeugels zijn aangebracht voor het bevestigen van draagbalken en/of zonnepanelen.

7. Vlot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen elk bovenoppervlak en het referentievlak ligt in het gebied van 10° en 25°, en bij voorkeur 15° is.