NL2027580B1 - Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron. - Google Patents

Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron. Download PDF

Info

Publication number
NL2027580B1
NL2027580B1 NL2027580A NL2027580A NL2027580B1 NL 2027580 B1 NL2027580 B1 NL 2027580B1 NL 2027580 A NL2027580 A NL 2027580A NL 2027580 A NL2027580 A NL 2027580A NL 2027580 B1 NL2027580 B1 NL 2027580B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cam disc
cam
arm
counter
blocking arm
Prior art date
Application number
NL2027580A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2027580A (nl
Inventor
Pieter Hendrikus Blom Robbert
Wolkers Frank
Pieter Cornelis Koopman Arie
Original Assignee
Hoermann Alkmaar Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hoermann Alkmaar Bv filed Critical Hoermann Alkmaar Bv
Priority to NL2027580A priority Critical patent/NL2027580B1/nl
Priority to EP22075003.8A priority patent/EP4046947A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2027580A publication Critical patent/NL2027580A/nl
Publication of NL2027580B1 publication Critical patent/NL2027580B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/003Restraining movement of a vehicle at a loading station using means not being part of the vehicle
    • B65G69/005Restraining movement of a vehicle at a loading station using means not being part of the vehicle the means engaging at least one wheel of the vehicle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mechanical Control Devices (AREA)

Abstract

Inrichting voor het blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron, met een evenwijdig naast de rijbaan verlopende 5 geleiding en een daarop verplaatsbare wagen met een blokkeerarm die beweegbaar is tussen een beginstand, waarin de blokkeerarm zich naast de rijbaan uitstrekt, en een eindstand, waarin de blokkeerarm zich gedeeltelijk boven de rijbaan uitstrekt, met vergrendelingsmiddelen voor het tot stand brengen van een vergrendeling van de wagen aan de geleiding, waarbij met een bewegen van de blokkeerarm vanuit de 10 beginstand naar de eindstand de vergrendelingsmiddelen worden bediend. 15 20 25 30

Description

i Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een tijhaan voor een gevel met een laad- en losperron.
De onderhavige uitvinding hoeft betrekking op een inrichtmg voor het blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron, met een evenwijdig naast de rijbaan verlopende geleiding on cen daarop verplaatsbare wagen met cen blokkeeram die beweegbaar is tussen cen beginstand, waarbij de blokkeerarm zich naast de rijbaan uitsteekt, en sen eindstand, waarbij de blokkeerarm zich gedeeltelijk boven de rijhaan uitstrekt en daarin blokkerend kan aanliggen tegen bet wiel van een vrachtwagen, waarbij de geleiding en de wagen zijn voorzien van met elkaar samenwerkende vergrendelingsmiddelen voor het tot stand brengen van een vergrendeling van de wagen aan de geleiding, waarbij de inrichting is voorzien van niddelen met behulp waarvan, met een bewegen van de blokkeerarm vanuit de beginstand naar de eindstand, de vergrendelingsmiddelen worden bediend, waarbij cen van de vergrendelingsmiddelen is gemonteerd aan een stelorgaan dat beweegbaar aan de wagen is voorzien en dat een of meer in het oppervlak van een gedeelte daarvan aangebrachte oneffenheden heeft, welke samenwerken met een of meer in het oppervlak van cen gedeelie van de blokkeeram voorziene oneffenheden, zodanig,
dat met een bewegen van de blokkeerarm de aan de blokkeerarm voorziene cen of meer oneffenheden over de aan het stelorgaan voorziene een of meer oneffenheden worden bewogen, waardoor het stelorgaan in beweging wordt gebracht, en het aan bet stelorgaan gemonteerde vergrendelingsmidde! in de aangrijping met het aan de geleiding voorziene vergrendelingsmiddel wordt gebracht, met tenminste een veer die enerzijds aan de wagen on anderzijds aan het stelorgaan is gemonteerd, zodanig, dat het in de aangrijping met het aan de geleiding voorziene vergrendelingsmiddel brengen van het aan het stelorgaan gemonteerde vergrendelingsmiddel onder veerkracht plaatsvindt,
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese ocirooiaanvrage EP 3 028 966 A.
Het is een oogmerk van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen met sen verbeterd mechanisme voor het tot stand brengen en weer opheffen van de vergrendeling van de wagen gan de geleiding, Een verder oogmerk is om een eenvoudiger wijze van bedienen van de inrichting te verschaffen, De inrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat het stelorgaan sen lichaam omvat aan de bovenzijde waarvan de cen of meer oneffenheden zijn voorzien, en dat verder is voorzien van tenminste cen, twee, of drie, of meer, doorvoeropeningen met daardoorheen gevoerd cen aan de wagen gemonteerde geleidepen, en ten opzichte waarvan het stelorgaan in vertieale richting beweegbaar is.
{0 Volgens cen kemnerk van de inrichting volgens de uitvinding worden de oneffenheden gevormd door een of meer nokken en sen of meer uitsparingen, en hebben volgens zen verder kenmerk de aan de blokkeerarm voorziene een of meer wokken en witsparingen de vorm van een nokkenschijf en wordt het aan het £5 stelorgaan voorziene lichaam gevormd door een contra-nokkenschijf. Volgens nog ven kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding heeft de blokkeerarm de vorm van cen staaf of balk waarvan het ene uiteinde bestemd is om in de eindstand aan te liggen tegen het wiel van de vrachtwagen, en waarvan het anders uiteinde de vorm heeft van een in de wagen opgenomen draaias, waarbij de nokkenschijf aan de onderzijde van dere draalas is aangebracht. Volgens nog een kenmerk van de mrichtiing volgens de uitvinding is de blokkeeram voorzien van een bedieningsarm met behulp waarvan de blokkeerarm vanuit de 35 beginstand naar de eindstand en weer terug kan worden gedraaid. Volgens sen verder kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding is de bedieningsarm san de bovenzijde van de drasias voorzien, terwijl volgens een verder kenmerk cen scharnier is gemonteerd waarin de bedieningsarm is aangebracht, op zodanige wijze dat de bedieningsarm in verticale richting tassen twee eïndstanden draaibaar is, Verdere kenmerken en bijzonderheden van de inrichting volgens de uitvinding zullen worden beschreven aan de hand van de tekeningen van cen uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een laad- en losperron met daarop getoond twee naast elkaar gelegen rijbanen met elk cen inrichting volgens de uitvinding, Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een geleiding met daarop een inrichung volgens de uitvinding, Figuur 3 toont gen perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de blokkeerarm in de beginstand is gedraaid. Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van de andere zijde van het | uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting. waarbij de blokkeeram in de cindstand is gedraaid. Figuur Sa toont sen doorsnede van een detail van de inrichting volgens de uitvinding, met een bedieningsarm. Figuur 5b toont een doorsnede van cen detail van de inrichting volgens figuor Sa, met in streeplijn aangegeven cen omlaag gedraaide bedieningsam, Figuur 6 toon! cen perspectivisch aanzicht van onder, gedeeltelijk in doorsnede, van de inrichting. Figuur 7 toont een perspectivisch aanzicht van boven, gedeeltelijk in doorsnede, van een detail van de richting, Figuur 8.2 toont sen perspectivisch zijaanzicht van boven, gedeeltelijk uit elkaar genomen, van zen deel van de inrichting volgens de uitvinding, Figuur 8.b toont zen perspectivisch zijsanzicht van onder, gedeeltelijk uit elkaar genomen, van een deel van de iarichting.
Figuur 8,0 toom gedeeltelijk in doorsnede een voorsanzicht van een detail van de richting, waarbij de blokkeorarm in de beginstand is. Figuur 8.d toont zen perspectivisch zijaanzicht van boven, gedeeltelijk opengewerkt, van een deel van de inrichting | waarbij de blokkeerarm in de beginstand is. Figuur 8.¢ toont gedeeltelijk in doorsnede een vooraanzicht van een detail van de tnrichting, waarbij de blokkeerarm gedeeltelijk is uitgedraaid naar de eindstand. Figunr 8.f toont een perspectivisch zijaaazicht van boven, gedeeltelijk opengewerkt, van een deel van de inrichiing, waarbij de blokkeerarm gedeeltelijk is uitgedraaid, Figuur 8.6 toont gedeeltelijk in doorsnede cen vooraanzicht van cen detail van de inrichiing, waarbij de blokkeerarm in de cindstand is.
‚ | Piguur Bh, toont een perspectivisch zijaanzicht van boven, gedeeltelijk opengewerkt, van een deel van de inrichting , met de blokkeerarm in de eindstand. Zoals iste zen in figuur 1 omvat de nrichtiag 1 voor het blokkeren van het wiel 3 3 van een vrachtwagen 2 op een rijbaan 5 voor een gevel 7 met een laad- en losperron 4 een naast en evenwijdig aan de rijbaan 5 aangebrachte, van cen wepzijde 6 naar gen gevelzijde 7 verlopende, peleiding 8. Zoals iste zien inde figren 1 en 2 isop de geleiding 8 cen wagen 9 verplaalsbaar met rollen, De wagen 9 heeft cen blokkeerarm 10 die beweegbaar is tussen een beginstand 11, getoond in figuur in de tekening van de geleiding &a rechts, wambij de blokkeerann 10 zich naast de rijbaan 3 uitstrekt, on een eindstand 12, getoond in figure 1 in de tekening van de geleiding 8b links bij de vrachtwagen on in figuur 2, waarbij de blokkeerarm 10 zich boven de rijbaan 5 uitstrekt en daarin blokkerend kan aanliggen tegen het wiel 3 van de vrachtwagen 2.
13 In het getoonde witvoeringsvoorbeeld in figuur 1 heeft de blokkeerarm 10 de vorm van een staal of balk waarvan het ene een uiteinde bestemd Is om in de eindstand gan te Hggen tegen hef wiel 3 van de vrachtwagen, en waarvan het andere uiteinde de vorm heeft van een in de wagen 9 opgenomen draaias 26, zoels is te zien in figuur 6, De blokkeerarm 19 is zodanig zangebracht, dat deze alleen in de richting van de wegzijde 6 naar opzij kan worden uitgedraaid, Op de blokkeerarm 10 is verder een bedieningsarm 18 aangebracht, met bebulp waarvan de blokkeerarm 10 opzij Kan worden gedraaid, Aan de onderzijde van de draalas 26 van de blokkeerarm 10, te zien in Hgour 8b, zijn rondom onetfenheden 33a, 359 | 49a voorzien. In het getoonde î uitvoeringsvoorbeeld zijn deze opgenomen in ven nokkenschijf 28. Deze nokkenschijf 28 roleert mee bij hel draaien van de blokkeerarm 10.
De geleiding 8 en de wagen 9 zijn voorzien van met elkaar samenwerkende vergrendelingsnuddelen voor het tot stand brengen van een vergrendeling van de wagen 9 aan de geleiding 8. Zoals is te zien In figuur 2 is in dit uitvoeringsvoorbeeld aan de geleiding § cen vertanding 34 aangebracht.
De wagen 9 is voorzien van een stelorgaan 51 dat ten opzichte van de wagen 9 op en neer verplaatsbaar is, te zien in de figuren 7 en Ba. Aan bet stelorgaan 31 is con comtra-vertanding 32 aangebracht, Het stelorgaan 31 omvat aan de bovenzijde rondom oneffenheden 33b, 355, d49b, In 3 het getoonde uitvoeringsvoorbeeld hebben deze de vorm van een contra-nokkenschijf
29. Verder is het stelorgaan $1 voorzien van, in dit uitvoeringsvoorbeeld drie, langs cen omtrekgebied 32 gelijkelijk verdeelde, radiaal uitstekende benen 53. Deze benen 33 zijn elk voorzien van een doorvoeropening 54 met daardoorheen gevoerd ven geletdepen 30 die aan de wagen 9 is gemonteerd, on ten opzichte waarvan het stelorgaan 51 in verlicale riching beweegbaar is, De geleidepennen 30 zijn voorzien van veren 31 door niiddel waarvan de contra-nokkenschijf 29 naar boven wordt gedrukt, De contra-nokkenschijf 29 is alleen in verlicale richting op en neer beweegbaar, on kan niel draaien, | De verlanding 34 en de contra-vertanding 32 zijn zodanig gepositioneerd dat bij een beweging omlaag van het stelorgaan 31 en de contra-nokkenschijf 29 de tanden van de contra-vertanding 32 weg van de tanden van de vertanding 34 bewegen, Omgekeerd, bij een beweging omhoog van de contra-nokkenschijf 29 bewegen de tanden van de contra-vertanding 32 in de richting van de tanden van de vertanding
34. | Zoals in de figuren is te zien zijn om de geleidepennen 30 veren 31 aangebracht, Deze duwen de contra-nokkenschijf 29 omhoog en trekken de contrs-vertanding 32 in de ingrijping met de verlanding 34. Het uit de ingrijping houden van de contra- vertanding 32 met de verlanding 34 dient derhalve plaats te vinden tegen de kracht | van de veren 31 in, De nokkenschjf 28 is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen nokken 534, waarbij iedere nok 53a een lang nokdeel 49a, cen hoog nokdeel 33a en een daar tussen schuin verlopend verbindingsdeel 56a omvat, waarbij de nokken 55a van elkaar gescheiden zijn door aan weerszijden voorziene uitsparmgen 35a.
& De contra-nokkenschijf 29 1s voorzien van twee tegenover elkaar gelegen nokken 35b waarbij iedere nok §5b ven Jaag nokdeel 49b, een hoog nokdeel 33b en cen daar tusssen schuin verlopend verbindingsdeel 56b omvat, waarbij de nokken S5b van elkaar gescheiden zijn door aan weerszijden voorziene uitsparingen 35b, §
De positie van de blokkeerarm 10 bepaalt de stand van vergrendeling van de wagen 9 aan de geleiding 8, een on ander als volgt, De nokken 53a, 35b en uitsparingen 352, 35b op de nokkenschijf 28 resp. contra vokkenschijt 29 zijn zodaug gepositioneerd, dat wanneer de blekkeerarm 10 in de beginstand 11 15, de lage nokdelen 49a van de nokkenschijf 28 op de lage nokdelen ib van de contra-nokkenschijf 29 staan, In deze stand wordt de contra-nokkenschijf 29, en daarmee de contra-vertanding 32 naar beneden gehouden, uit de ingriiping met de verlanding 34, waarbij de wagen 9 vrij verschuifbaar over de geleiding & is,
13 Wanneer de blokkeerann 10 ui de beginstand wordt gedraaid, verplaatsen de hoge vokdelen 33a van de nokkenschijf 28 zich over de schuin oplopende verbindingsdelen 36b tussen de lage nokdelen 49b en de hoge nokdelen 33b op de conire-nokkenschijf 29 naar een positie waarin de hoge nokdelen 33a zich bevinden op de hoge nokdelen 33b van de contra-nokkensehijf 29. Hierdoor wordt de contra~ nokkenschijf 29 en daarmee de contra-vertanding 32 naar beneden bewogen, tegen de druk van de veren 31 in, Omdat deze veerdruk moet worden overwonnen om de blokkeerarm uit de beginstand te draaien, zal de blokkeerarm 10 nooit uit zichzelf uit de beginstand konnen draaien, Dit zorgt er dus voor dat de blokkeerarm uit zichzelf in de beginstand blijft staan.
De bediener kan deze kracht echter eenvoudig OVErWIEN, In deze positie, waarin de hoge nokdelen 33a van de nokkenschijf 28 op de hoge uokdelen 33b van de contra-nokkenschijf 29 staan, neemt de blokkeersem ten opzichte van de geleiding cen hoek in gelegen tussen ongeveer 10% 101 85°, De blokkeerarm is dan nog nist helemaal naar de eindpositie uitgedraaid, De hoge nokdelen blijven ten opzichte van vikaar in deze positie staan, totdat de blokkeeram: 10 volledig in de eindstand 12 is gedraaid.
De nokken 53a, 55b en uitsparingen 33a, 35b op de nokkenschijf 28 resp. contra nokkenschijf 29 zijn zodanig zijn gepositioneerd, dat wanneer de blokkeerarm 10 ten opzichte van de geleiding $ cen hoek van 99° inneemt, en in de cindstand staat, de hoge nokdelen 33a van de nokkenschijf 28 in de nitsparingen 35b van de contra- nokkenschijf 29 vallen en de hoge nokdelen 33b van de contranokkenschijf 29 in de uitsparingen 35a van de nokkenschijf 28 vallen, De contra-nokkenschijf 29 beweegt door de druk van de veren 31 omhoog, on daarmee de aan de contra-nokkenschijf 29 verbonden contra-verlanding 32 ook, waarbij de contrs-vertanding 32 in de verlanding 34 van de geleiding ingrijpt. De zijwanden van de hoge nokdelen 33a, 33b liggen aan legen de zijwanden van de uitsparingen 554, 35b, d.w.z, de hoge nokdelen 33a, 33b en de uitsparingen 33a, 35b hebben een zodanige geometrie dat de nokdelen 33a, 33b in doze positie min of meer zijn opgesloten in de uitsparingen 35a, 35b, Hiermge is de wagen vergrendeld.
De geometrie van de vertanding is dosdanig gekozen, dat de wagen 9 nog wel naar de gevel toe kan worden bewogen, maar wel naar de wegzijde. Dit kan omdat de contra-nokkenschijf 22 verend is opgehangen en daarmee kan “ratelen” over de vertanding 34, | De hlokkeerarm 10 is bij de draalas 26 voorzien van een bedieningsarm 18, niet behulp waarvan de blokkeararm 10 vanuit de beginstand naar de eindstand en weer terug kan worden gedraaid. Am de bovenzijde van de draaias 26 is cen schammier 22 gemonteerd waarin de bedieningsarm 18 is aangebrach, op zodanige wijze dat de bedieningsarm 18 in verticale richting tussen twee eindstanden kan draalen, te zien in figuur 3b. De bedieningsarm 18 heeft ven handvat 57 met een hoofdzakelijk | 23 horizontaal verlopende staafvormige handgreep 58, waarvan de lengterichting in de beginstand van de blokkeerarm 10 ten opzichte van de geleiding een hoek van ongeveer 30° inneenit, hetgeen is getoond in figuur | bij de inrichting op de rechts op de tekeumg afgebeelde geleiding #a, 39 Aan de wagen is ven pen 23 voorzien met daar omheen ven drukveer 24 die mei een ondereind steunt op de bovenzijde van de dranias 26 en met een hovensind steunt tegen een aan de pen 23 voorziene aanslag 39. De drukveer 24 duwt de pen 23 naar boven tegen een drukas 25, die aan de bedieningsarm 18 is bevestigd, zodanig dat de
& bedieningsaum 18 onder de veerdruk in een bijna verticale stand {ongeveer 10° ten opzichte van verticaal } omhoog gedraaid wordt gehonden. In de draaias 26 van de blokkeerarm 10 en in de nokkenschijf 29 zijn verticaal en met elkaar in hijn verlopende doorvoeropeningen 60 en 61 aangebracht, De pen 23 loopt door deze opening 60 in de draaias 26 en door de opening 61 in de vokkenschijf, en wordt met zen omlaag draaien van de bedieningsarm 18 naar beneden door de openingen 60, 61 bewogen, Hierdoor is draalen van de blokkeerarm en op en negr bewegen van de bedieningsarm 18 gelijktijdig mogelijk, De 10 bediener kan hiermee de bedieningsam 18 tegen de druk van de veer 24 in op zijn gewenste ergonomische hoogte bedienen, Bedienen houdt in het geval van het iu de blokkeerstand brengen het volgende in: het bewegen van de wagen 9 over de geleiding en het gelijktijdig draaien van de blokkeerarm 10 uit de beginstand 11 naar de eindstand 12 tegen de band 3.
Bij de bedieningsam 18 is een systeem voor het leveren van een tegenkracht aangebracht, i dit uitvoeringsvoorbeeld cen torsieveer 48, die zo is gekozen, dat wanneer de blokkeeram 10, bij een draaien in de richting naar de eindstand 12 toe, ten opzichte van de geleiding S een positie in eon hoek van ongeveer 70° heeft ingenomen (zie figuor Se en figoor 8.5), de torsieveer 48, bij cen verder draaien van de blokkeerarm in de richting naar de cindstand toe, een tegenkracht uitoefent van zen dermale grootte, dat het volledig naar de eindstand, in cen hoek van 90 “ ten opzichte van de geleiding, draaten van de blokkeerarm 10, sterk wordt bemoeilijkt. In plaats van cen torsieveer kan ook gebruik worden gemaakt van een gasveer of 23 drukveer of dergelijke, De tegendruk van de torsieveer 48 is dermate groat dat het afleggen van de laatste 20° van bet traject van de blokkeerarm van de beginstand naar de eindstand riet kan worden bereikt door draaien van de biokkeerarm, bijvoorbeel! door middel van draaien van de bedieningsarm 18, alleen. Om de tegendruk te kunnen overwimen dient de bediener de blokkeerarm 10 tegen de band 3 aan te bewegen en dan de wagen 9 naar de gevelzijde 7 toe te bewegen. Ie door de torsigveer 38 te geven tegendruk is zo gekozen, dat de bediener de blokkeerarm alleen maar direct tegen de band 3 kan plaatsen, en hierbij dus nooit gen grotere speling tussen blokkeerarm 10 en band 3 onstaat dan de in de vergrendeling aanwezige tandsteek {van 10 mm), De wagen is daarbij verder voorzien van een sensor 27, die kan zien of er cen object voor de blokkeerarm staal, en van een sensor die kan zien of de vertanding goed is ingegrepen, Hiermee wordt de hoogst mogelijke veiligheid behaald.
Omdat de besieningsam 18 onder zen hoek van 39° gedraaid staat ten opzichte van de blokkeerarm, wordt de bediener intuitief geleid van de beweging van het duwen van de wagen 9 en het draaien van de blokkeerarm 10, waarbij de bediener aan de wegzijde 6 staat, naar het draaien en het afleggen van de laatste 20° van het dragitraject van de blokkeererm 10 naar de eindstand 12. DH gaat hel eenvoudigst if door met de bedieningsarn 18 aan de wagen te trekken, waarbij de bediener dus aan de gevelzijde 7 staat, Di geldt dan, als de bediener de bedieningsarm 18 in de verticale positie houdt bij het naar de band dowen en draaien, In de drasipositie, waarm de hoge nokdelen 33a van de nokkenschijf 28 op de hoge nokdelen 33b van de contra-pokkenschijf 29 staan, neemt de hlokkeerarm 10 ten opzichte van de geleiding 8 sen hoek in gelegen tussen ongeveer 10°-85° De blokkeerarm is dan nog niet helemaal uitgedraaid, Als de blokkeerarm dan wel al tegen de band aan ligt, terwijl! de blokkeerarm alleen nog maar is gedraaid tot in ven hoek van 70° ten opzichte van de geleiding 8, dan zorgen de druk van de bediener near de pevelzijde toe 7, en de tegendruk van de band 3, en de dan dus in een hoek van 10° {307-20°} ten opzichte van de geleiding 8 staande bedieningsam 18 ervoor, dat de bedieningsarm 18 naar de gevelzijde 7 en omlaag “klapt” en zodoende wordt de bediener intultief naar het trekken van de wagen en bet tegen de band trekken van de blokkeerarm, en het daardoor volledig uitdraaien van de blokkeeranm, geleid, Op dezs wijze wordt zo min mogelijk speling toegelaten tissen blokkeerarm en band. De inrichting is verder voorzien van ontgrendelingsmiddelen met behulp waarvan, wanneer de hoge nokdelen 33a van de nokkenschijf 28 in de uitsparingen 35b van de contranokkenschijf 29 vallen en de hoge nokdelen 33% van de conira- nokkenschijf 29 in de uitsparingen 33a van de nokkenschijf vallen, de contra- vertanding 32 uit de ingrijping met de vertanding 34 kan worden gebracht,
Daartoe is cen bedieningsorgaan voorzien, met behulp waarvan de contra- nokkenschijf tegen veerdruk in naar beneden kan worden geduwd en de aan het stelorgaan verbonden contra-tandreep nit de ingrijping met de tandreep wordt gebracht.
In het in de figuren getoonde nitvoeringsvoorbeeld zijn daarioe in de draatas 26 en in de nokkenschijf 28 in het midden de met elkaar in lijn verlopende doprvoeropeningen 60, 61 aangebracht, waardoorheen de pen 23 is gevoerd, Warmeer de bedieningsarm 18 naar beneden wordt bewogen wordt de pen 23 door de opening 60 in de draaias 26 en de opening 61 in de nokkensehijf 28 naar beneden geduwd, en komt daarbij aan tegen een in het bovenoppervlak van de conira- nokkenschijf 29 voorzien raakvlak 37, zoals is getoond in figure 7. Daarmee wordt de contra~-nokkenschiif 29 tegen de druk van de veren 31 in naar beneden geduwd en wordt daarmee ook de contra-vertanding 32 uit de vertanding 34 getrokken, Als de bedieningsarm 18 niet verder dan een bepaalde afstand naar beneden wordt bewogen, wordt daarmee ook de contra-nokkenschijf 29 niet verder dan deze afstand naar beneden bewogen, In deze stinatie bevinden de hoge nokdelen 33a, 33b van de ene nokkerschit 28, 29 zich nog steeds in de uitsparingen 35a, 356 van de andere vokkenschijf, zij het gedeeltelijk, d‚w‚z. de zijwanden van de boge nokdelen 33a, 33b Hegen nog aan tegen de zijwanden van de nitsparingen 354, 35h. De blokkeeramm kan niet uit de eindstand worden gedraaid. Als de bedieningsarm 18 op dit moment wordt losgelalen, draait deze onder de druk van de veren weer omhoog, en daarmee ook de vontanokkenschtjf 29 en de contra~vertanding 32, en is de wagen weer vergrendeld. | 23 Als de bedieningsarm 18 verder naar beneden wordt bewogen drukt de pen 23 de contre nokkenschijf 29 verder naar beneden, zo ver naar beneden, dai de hoge nokdelen 334, 33b van de ene nokkenschijf riet meer de uitsparingen 33a, 35b van de andere nokkenschijf raken, ook niet zijdelings, en kan de bediener de blokkeerarm 10 vanait de eindstand 12 weg draaien, Zodra de blokkeerarm uitde eindsland is Heggen de bovenzijden van de hoge nokdelen 33a van de nokkenschijf 28 en de hoge nokdelen 33b van de contra-nokkenschijf 29 tegen elkaar, De contra- vokkerschijf 29 en daarmee de contra-vertanding 32 worden naar beneden gehouden en de wagen is niet meer vergrendeld, Zodra de bediener de bedieningsarm 18
1} loslaat, zorgt de kracht van de torstevger 48 ervoor dat de blokkeerarm 10 cen gedeelte van het traject vanzelf terugdraatt in de richting naar de beginstand. in plaats van de hierboven beschreven uitvoeringsverm is het ook mogelijk om aan de inrichting, vaast de bedieniugsarm 18 voor het draaien van de blokkeerarm 19, ven aparte bedienmgshendel voor het doen bewegen van het stelorgaan 51 op te vemen Daarbij is te denken, bijvoorbeeld, aan sen bedieningshendel die via cen daartoe in de behuiziig aanwezige doorvoer aangrijpt op het stelorgaan of de contra vokkensehijf 29 (niet getoond in de figuren).
14 Hen belangrijke wikomst van hot in de figuren beschreven uitvoeringsvoorbeeld is vchier dat alle functies in cen enkel bedieningsorgsan zijn gevoegd. waardoor de bediening zeer genvoudig is on de kans op ven fout bediening (bijvoorbeeld cen verkeerde volgorde) bijna uitgesloten is.
De lengle van de bedieningsarm 18 is zo gekozen, dat er door middel van de hefboomoonstructie met werg kracht zeer verl kracht op de contra-nokkenschijf 29 gegenereerd kan worden, waardoor ontgrendelen altijd mogelijk ts, ook al geeft de geblokkeerde vrachtwagen 2 zeer veel druk tegen de blokkeerarm 10 en daarmee op 24 Je vertandingen. De bedienkeaeht is tevens door het lichaamsgewicht van de bediener te vergrolern. De nwichting heeft verder middelen togen onbedoeld ontgrendelen van de wagen 9 aan de gelekling 8, Daartoe is in do contra-nokkenschijf 29 een daarin horizontaal tassen twee eindstanden beweegbare interkack-as 3ö opgenomen, zoals is te zien in fignur 7. Eon gedeelis van de nrierlock-as 36 vont cen raakvlak 37 voor de pen 23, ensen naastgelegen gedesiis beval een opening of gat 38 voor een doorvoer van de pen 23. In een oerste stand van de interlock-as 26 is het raakvlak 37 gepositioneerd in de bewegingsbuan van de pen 23, en In deze stand kan de pen 23 de contre nokkenschijf 29 naar beneden bewegen, In zen tweede stand van de inierlock-as 38 is het gat 28 gepositioneerd in de bewegingsbaan van de pen 23. Wanneer de pen 23 onbedoeld naar beneden wordt bewogen kan deze door het gat 38 10 de imierlock-as 36 naar beneden bewegen, zonder dat de contranokkenschijf 29 maar beneden wordt geduwd. De interlock-as 36 wordt tussen de eerste stand en de tweede stand bewogen rut behudp van con van een solenoide 3%, In het geval dat de deur van het doek dicht is, Is deze solenoide niet bekrachtigd, en is het gei 38 in de interlock-as 36 miet uitgelijnd met de pen 23,
Zodra de deur 40 van het dock 4 open is, wordt de solenoids bekrachtigd en lint het gat 38 van de interlock-as 38 uit met de pen 23. Lode de bedieningsam waar benden bewogen wordt, beweegt de pen 23 naar beneden door dit gat 38 heen, De vontrenokkenschijf 29 on de contra-vertanding 32 kennen dan niet naar beneden bewogen worden en het systeem: kan zo niet outgrendeld worden, Hiermee is id voorkomen dat de wagen 9 onbedoeld ontgrendeld werdt, Doordst de beding in dit geval Hobter gast omdat de tegendruk van de veren 31 van de cemtra-nokkenschijf 29 wet overwonnen hoeft te worden , geeli dit divert feedback aan de gebruiker dat bet systeem niet ontgrendeld kan worden,
1s Le stand van de interlock-as kan worden bewaakt door middel van cen sensor,
28
36

Claims (1)

  1. £3 Conclusies
    1. Inrichting voor het blokkeren van het wiel van cen vrachtwagen op ven rijbaan voor oen gevel met cen laad- en losperron, met zen evenwijdig naast de rijbaan 3 verlopende geleiding en cen daarop verplaatshare wagen met een blokkeerarm die beweegbaar is tussen cen beginsland, waarbij de blokkeerarm zich naast de rijbaan uitstek, en een eindstand, waarbij de blokkeerarm zich gedeeltelijk boven de rijbaan uitstrekt en daarm blokkerend kan aanliggen tegen het wiel van een vrachtwagen, waarbij de geleiding en de wagen zijn voorzien van met elkaar samenwerkende i vergrendelingsmiddelen voor het tot stand brengen van cen vergrendeling van de wagen aan de geleiding, waarbij de inrichting is voorzien van middelen met belly waarvan, met een bewegen van de biokkeeramm vanuit de beginstand naar de eindstand, de vergrendelingsmiddelen worden bediend, waarbij ven van de vergrendelingsmiddelen is gemonteerd aan een stelorgaan dat beweegbaar aan de wagen is voorzien en dat een of meer in het oppervlak van een gedeelte daarvan aangebrschte oneffenheden heeft, welke samenwerken met sen of meer in het opperviek van cen gedeelte van de blokkeeramm: voorziene oneffenheden, zodanig, dal met een bewegen van de blokkeerarm de aan de blokkeeranm voorziene een of acer oneffenheden over de aan het stelorgaan voorziene sen of meer oneffenheden worden bewogen, waardoor het stelorgaan in beweging wordt gebracht, en het san het stelorgaan gemonteerde vergrendelingsmiddel in de aangrijping wet het aan de peleiding voorziene vergrendelingsmmddel wordt gebracht, niet tenminste een veer die enerzijds aan de 23 wagen en anderzijds aan bet stelorgaan is gemonteerd, zodanig, dat het in de zangrijping met het san de geleiding voorziene vergrendelingsmiddel brengen van het aan het stelorgsan gemonteerde vergrendelingsmiddel onder veerkracht plaatsvindt, met het kemmerk, dat het stelorgaan cen lichaam omvat aan de bovenzijde waarvan de cen of meer oneffenheden zijn voorzien, en verder is voorzien van temminste een, twee, drie, of meer doorvoeropemagen met daardoorheen gevoerd een aan de wagen gemonteerde geleidepen, en ten opzichte waarvan het stelorgasn in verljcale richting beweegbaar
    18.
    2. turichiing volgens conclusie 1, met hel kenmerk, dat de doorvoeropeningen zijn voorzien langs ven buitenomtrek, 3 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, det tenminste een, wee, drie of meer langs de buitenomtrek voorziene, radiaal uitstekende benen zijn voorzien in ok waarvan cen doorvoeropening met daardoorheen een geleidepen is VOOrZIETL id 4. Inrichting volgens conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de benen hooldzskelijk gelijkelijk verdeeld langs de buitenomtrek zijn voorzien,
    3. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met bet kenmerk, dat de oneffenheden worden gevormd door een of meer nokken en zen of meer uitsparingen.
    6. larichting volgens conchsie 1,2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de aan de blokkeerarm voorzieus een of meer nokken en uitsparingen zijn opgenomen in een nokkenschijf en het aan het stelorgaan voorziene lichaam wordt gevormd door een contra-nokkenschiif.
    7. Inrichting volgens sen der voorgaande conclasies, met het kenmerk, dat de blokkeerarm de vorm heeft van ven staaf of balk waarvan het ene een uiteinde bestemd is om in de eindstand san te liggen tegen het wiel van de vrachtwagen, en waarvan bef andere uiteinde de vorm heeft van cen in de wagen opgenomen draalas, waarbij de nokkenschijf aan de onderzijde van deze draaizs is aangebracht.
    3. Dulchiing volgens gen der voorgaande conclusies 6 en volgende, met het kenmerk, dat de nokkenschijf is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen nokken, waarbij tedere nok zen laag nokdeel, een hoog nokdes! en een daar tussen schuin verlopend verbindingsdeel omval, waarbij de nokken van elkaar gescheiden zijn door aan weerszijden voorziene uitsparingen.
    9. Inrichting volgens exn der voorgaande conchusies 6 en volgende, met het kenmerk, dat de contra-nokkenschijf is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen nokken, waarbij iedere nok oen laag nokdeel, een hoog nokdeel en een daar tossen schuin verlopend verbindmgsdeel omvat, waarbij de nokken van elkaar gescheiden zijn door aan weerszijden voorziene pitsparingen.
    3 10. Inrichting volgens eon der voorgaande conclusies 6 en volgende, met het kenmerk, dat de nokken en uitsparingen op de nokkenschtjf resp. contra nokkenschijf zodanig zijn gepositioneerd, det wameer de blokkeeran in de beginstand is, de lage nokdelen van de nokkenschijf op de lage nokdelen van de contra-nokkensehijf staan, id LL Inrichting volgens cen der voorgaande conclusies & on volgende, met het kenmerk, dat de nokken eu offsparingen op de nekkenschijf resp, contra- nokkenschijf zodanig zijn gepositioneerd, dat waneer de blokkeerarm ten opzichte van de geleiding een hoek gelegen tussen ongeveer 107101 85° mneent, de hoge ts nokdelen van de nokkenschtjf op de hoge nokdelen van de contra-nokkenschijf staan, LZ. Inrichting volgens cen der vorgaande conclusies © on volgende, met het kerguerk, dat de nokken en uilsparingen op de nokkenschijf resp. contra- 26 nokkenschijf zodanig zijn gepostioneerd, dat wanneer de blokkeerarm ten opzichte van de geleiding ven boek van 90° inneemt, de hoge nokdelen van de nokkenschijf in de uitsparingen van de contra-nokkenschijf vallen en de hoge nokdelen van de vontranokkenschijf in de nitsparingen van de nokkenschijf vallen, 23 13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een systeem voor het leveren van cen tegenkracht, zoals een torsieveer, sen drukveer, een gasverr, of dergelijke, welks zodanig is gekozen, dat wanneer de blokkeerzm, bij ven draaien in de richting near de eindstand toe, ten opzichte van de geleiding een positie in cen hoek vaa ongeveer 70° heeft ingenomen, het systeem, bij cen verder draaien van de blokkeeramm in de richting naar de eindstand toe, zen tegenkracht wordt uitgeoefend van een dermate grootte, dat het naar de eindstand draaien van de hlokkeerarm sterk wordt bemoeilijkt.
    ie 1 Inrichting volgens eon der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van cen bedieningsarm met behulp waarvan de blokkeerarm vanuit de beginstand naar de eindstand en weer terug kan worden gedraaid.
    3 15. Inrichiing volgens van de voorgaande conclusie 14 en volgende, met het kenmerk, dat aan de bovenzijde van de draaias een schamier is gemonteerd waarin de bedieningsarm is aangebracht, op zodanige wijze dat de bedicningsarm in verticale richting draaibaar is, to. Inrichting volgens een der voorgsande vonclasies, met het kenmerk, daf de inrichting is voorzien van ontgrendelingsmiddelen met behulp waarvan de contra- tandreep ait de ingrijping met de tandreep kan worden gebracht, 17, Inrichting volgens conchsie 16, met bet kenmerk, dat de middelen hierdoor worden gevormd, dat in de draaias en in de nokkenschijf verticaal en met elkaar in lijn verlopende doorvoeropeningen zijn aangebracht, waarin een pen omlaag en omhoog beweegbaar is, zodanig, dat met een omlaag bewegen van de pen deze met de onderzijde tegen een in het bovenoppervlak van de contra-nokkenselijf voorzien raakvlak aankomt, en daor midde] waarvan de venta-nokkenschijf tegen veerdruk in naar beneden wordt geduwd en de aan het stelorgaan verbonden comra~-tandrecp uit de ingrijping met de tandresp wordt gebracht.
    18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien met behulp waarvan de pen door sen in verticale richting draaien van de 23 bedisningsarm omlaag en omhoog kan worden bewogen.
    19, lunchiing volgens conclusie 18, met het kenmerk, de middelen hierdoor worden gevormd dat de pen aan de bovenzijde aanligt een drukas die aan de bedieningsarm 1 bevestigd.
    20, Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de middelen hierdoor worden gevormd, dat een aparte bedieningshendel is voorzien, met behulp waarvan het stelorgaan naar beneden kan worden bewogen en de aan het stelorgsen verbonden conira-tandreep uit de ingrijping met de tandreep kan worden gebracht,
    21. Inrichting volgens een van de conclusies 14 en volgende, met het kenmerk, dat de bedieningsarm zen handvat heeft met cen hoofdzakelijk horizemaal verlopende staafvormige handgreep, waarvan de lengierichting in de beginstand van de blokkeerarm ten opzichte van de geleiding een hoek van ongeveer 30° inneemt.
    22. Inrieling volgens conclusies IB en volgende, met het keomerk, dat middelen aanwezig zijn tegen onbedoeld ontgrendelen van de wagen aan de geleding, welke worden gevormd door zen in de comtra-nokkensehijf opgenomen, daarin horizontaal 16 tussen Twee emdstanden beweegbare interlock-as, waarvan eeu gedeelte het raakvlak voor de pen vormt, on ven ander gedeelte een gat voor een doorvoer van de pen bevat, waarbij, in een eerste stand van de interlock-as, het raakvlak is gepositioneerd in de bewegingsbaan van de pen, en in een Tweede stand van de interlock-as de opening is gepositioneerd In de bewegingsbaan van de pen. ts
    23. inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het bewaken van de stand van de interlock-as. | 20
NL2027580A 2021-02-18 2021-02-18 Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron. NL2027580B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027580A NL2027580B1 (nl) 2021-02-18 2021-02-18 Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.
EP22075003.8A EP4046947A1 (en) 2021-02-18 2022-02-10 Device for the manual blocking of the wheel of a truck on a lane in front of a facade with a loading and unloading platform

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027580A NL2027580B1 (nl) 2021-02-18 2021-02-18 Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2027580A NL2027580A (nl) 2022-09-15
NL2027580B1 true NL2027580B1 (nl) 2022-09-15

Family

ID=80461595

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2027580A NL2027580B1 (nl) 2021-02-18 2021-02-18 Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4046947A1 (nl)
NL (1) NL2027580B1 (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8499897B2 (en) * 2008-02-05 2013-08-06 Rite-Hite Holding Corporation Manual wheel chocks with enhanced bracing upon deployment
NL2004466C2 (nl) * 2010-03-29 2011-10-03 Stertil Bv Inrichting en werkwijze voor het blokkeren van een voertuig en laad-losstation daarvan voorzien.
NL1041083B1 (nl) 2014-12-05 2016-10-11 Hörmann Alkmaar B V Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.

Also Published As

Publication number Publication date
EP4046947A1 (en) 2022-08-24
NL2027580A (nl) 2022-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100434305C (zh) 汽车座椅
US9187248B2 (en) Roller conveying module with separating device
NL2027580B1 (nl) Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.
KR101679184B1 (ko) 차량 시트, 특히 자동차 시트
JP6147911B2 (ja) 可動家具部品用の駆動装置
US4362310A (en) Spray-inhibiting means for use on a road vehicle
KR101786779B1 (ko) 접이 가능한 베이비 카
FR2919196A1 (fr) Descendeur autobloquant a poignee debrayable.
NL1041083B1 (nl) Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.
US5147019A (en) Brake system for luggage case
US4809836A (en) Conveyor retarder
JPH0928924A (ja) 逆進防止装置
CN203496970U (zh) 一种婴儿车自锁装置
US5934438A (en) Gravity conveyor having velocity and back pressure control
CN100361822C (zh) 开闭盖的制动机构及打印机
JP6674439B2 (ja) 引き戸用の取付具
KR101850504B1 (ko) 사물함 링크 도어 장치
JP3168850U (ja) 引き戸の制動装置
CN107627918A (zh) 儿童安全座椅旋转调节机构
US551700A (en) Combined car brake and fender
US893376A (en) Car-brake.
JPH10192509A (ja) パチンコ機
EP1374714B1 (en) Safety belt buckle
US862006A (en) Car-fender.
US355192A (en) Truck