NL2027135B1 - Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen. - Google Patents

Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL2027135B1
NL2027135B1 NL2027135A NL2027135A NL2027135B1 NL 2027135 B1 NL2027135 B1 NL 2027135B1 NL 2027135 A NL2027135 A NL 2027135A NL 2027135 A NL2027135 A NL 2027135A NL 2027135 B1 NL2027135 B1 NL 2027135B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crop
harvesting machine
retained
harvesting
harvested
Prior art date
Application number
NL2027135A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Engels Marcus
Michiel Engels Christiaan
Maria Engels Franciscus
Original Assignee
Engels Familie Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Engels Familie Holding B V filed Critical Engels Familie Holding B V
Priority to NL2027135A priority Critical patent/NL2027135B1/nl
Priority to US18/257,406 priority patent/US20240099195A1/en
Priority to EP21827239.1A priority patent/EP4262352A1/en
Priority to PCT/NL2021/050752 priority patent/WO2022131907A1/en
Priority to CA3202278A priority patent/CA3202278A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2027135B1 publication Critical patent/NL2027135B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/007Harvesting of standing crops of asparagus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/20Delivering mechanisms for harvesters or mowers with conveyor belts
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/22Delivering mechanisms for harvesters or mowers for standing stalks

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een oogstmachine voor het oogsten van Iangwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges, waarbij de zich in een rijrichting verplaatsende oogstmachine is voorzien van ten minste een invoerorgaan waarmee een gewas tot in de oogstmachine in te voeren is, van ten minste een op het invoerorgaan volgend vasthoudorgaan waarmee het ingevoerde gewas vast te houden is, alsmede van ten minste een scheidingsorgaan waarmee een te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden is van een overig deel van het gewas.

Description

Korte aanduiding: Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen. Beschrijving De uitvinding heeft betrekking op een oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges, waarbij de zich in een rijrichting verplaatsende oogstmachine is voorzien van ten minste een invoerorgaan waarmee een gewas tot in de oogstmachine in te voeren is, van ten minste een op het invoerorgaan volgend vasthoudorgaan waarmee het ingevoerde gewas vast te houden is, alsmede van ten minste een scheidingsorgaan waarmee een te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden is van een overig deel van het gewas.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een in dit document beschreven oogstmachine voor het oogsten van gewassen.
Uit US 4.918.909 is een oogstmachine voor groene asperges bekend. De oogstmachine omvat invoertanden voor het invoeren van een groene asperge tussen transportbanden van de oogstmachine waarbij tussen de transportbanden de te oogsten groene asperge wordt vastgehouden. De oogstmachine omvat verder een scheidingsorgaan met een snijmechanisme. Het snijmechanisme wordt geactiveerd na detectie van een vastgehouden groene asperge middels detectiemiddelen zoals een microschakelaar. Dergelijke detectiemiddelen leiden relatief vaak tot een foutieve detectie waardoor het scheidingsorgaan niet optimaal werkt, waardoor het snijmechanisme niet wordt geactiveerd of op verkeerde momenten wordt geactiveerd.
Met name omstandigheden op het veld, zoals bijvoorbeeld modder en/of weersomstandigheden kan het aantal fout uitgevoerde snijhandelingen door een verkeerde detectie van de detectiemiddelen drastisch doen toenemen.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterde oogstmachine te verschaffen. Een aanvullend doel van de onderhavige oogstmachine is om het aantal foutief uitgevoerde snijhandelingen van een vastgehouden gewas te reduceren.
Ten minste een van deze doelen wordt bereikt middels een oogstmachine zoals gedefinieerd in conclusie 1.
De oogstmachine is een machine voor het oogsten van langwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges.
De zich in een rijrichting over het land verplaatsbare oogstmachine is voorzien van ten minste een invoerorgaan waarmee ten minste een gewas tot in de oogstmachine in te voeren is, van ten minste een op het invoerorgaan volgend vasthoudorgaan waarmee het ingevoerde gewas vast te houden is, alsmede van ten minste een scheidingsorgaan waarmee een te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden is van een overig deel van het gewas.
Het scheidingsorgaan is voorzien van ten minste één een snijmechanisme omvattend rollichaam dat langs het vastgehouden gewas over een vooraf bepaalde lengte van het gewas verplaatsbaar is tussen een beginpositie en een eindpositie waarin een activatie van het snijmechanisme plaatsvindt om het te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden van het overig deel van het gewas.
Het voordeel van een dergelijke oogstmachine is dat hiermee op een effectieve en verbeterde wijze gewassen, in het bijzonder groene asperges, te oogsten zijn.
Deze machine is ontworpen om de benodigde arbeid en werkzaamheden voor het oogsten van gewassen te reduceren, kortom efficiënter uit te voeren.
Door de uitvoering van het scheidingsorgaan wordt een vastgehouden gewas op consistente wijze geoogst waardoor er geen of in elk relatief weinig foutieve afsnijhandelingen van de oogstmachine zijn.
Het selecteren of invoeren, vastklemmen en afsnijden van de gewassen kan middels de hierboven beschreven oogstmachine automatisch en met een relatief hoge betrouwbaarheid worden uitgevoerd.
Tevens zijn er bijvoorbeeld geen detectiemiddelen noodzakelijk om het afsnijden of snijden van het gewas te starten, enkel het bereiken van de eindpositie van het rollichaam is voldoende om de afsnijdhandeling middels het snijmechanisme uit te voeren.
Het vasthoudorgaan kan zijn uitgevoerd als een klemband, dat wil zeggen twee eindeloze transportbanden waartussen het gewas te klemmen en vast te houden is.
Aan de voorkant van de klemband is een invoerorgaan gemonteerd dat ervoor zorgt dat elk langwerpige gewas met een bepaalde hoogte gemeten vanaf het land door de voorwaartse verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting naar de ingang van het vasthoudorgaan, bijvoorbeeld de klemband, wordt verplaatst.
Zodra het middels het vasthoudorgaan vastgehouden gewas in contact komt met het scheidingsorgaan, kan een rollichaam van het scheidingsorgaan worden verplaatst langs het langwerpige gewas tussen een beginpositie en een eindpositie.
Door het bereiken van de eindpositie vindt een activatie van het snijmechanisme plaats om het te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden van het overige deel van het gewas. Door het rollichaam langs het vastgehouden gewas te verplaatsen wordt verzekerd dat het ingevoerde en vastgehouden gewas wordt afgesneden middels het snijmechanisme op het moment dat het rollichaam de eindpositie bereikt. Op deze wijze behoeft de oogstmachine geen detectiemiddelen zoals een microschakelaar, terwijl de oogstefficiëntie van de oogstmachine kan worden verhoogd onafhankelijk van de omstandigheden op het veld. De gewenste eindpositie is vooraf in te stellen voor het instellen van een minimale lengte van het te oogsten deel van elk gewas.
In een aspect van de oogstmachine is door de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting het rollichaam automatisch in contact te brengen met het vastgehouden gewas. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het vasthoudorgaan zodanig in te richten dat de positie van het vastgehouden gewas in hoofdzaak constant te houden is terwijl de oogstmachine zich in de rijrichting verplaatst. Door de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting inclusief het eveneens aan de oogstmachine bevestigde scheidingsorgaan, in het bijzonder het rollichaam daarvan, komt het scheidingsorgaan middels het rollichaam op een bepaald moment door de verplaatsing in de rijrichting ten opzichte van het vastgehouden gewas in contact met het gewas. Door dit contact kan het rollichaam van het scheidingsorgaan automatisch worden geactiveerd om te verplaatsen naar de eindpositie. Een vasthoudorgaan kan bijvoorbeeld een klemband zijn die is aangedreven om een gewas te verplaatsen tegengesteld aan de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting, zodat de positie van het vastgehouden gewas door de tegengestelde verplaatsingen nagenoeg constant te houden is, dat wil zeggen ondanks dat de oogstmachine zich verplaatst in de rijrichting, verplaatst het vastgehouden gewas middels het aangedreven vasthoudorgaan zich niet of slechts minimaal.
In een ander aspect van de oogstmachine is het scheidingsorgaan geconfigureerd om de zich in hoofdzaak parallel aan het land uitstrekkende rijrichting automatisch om te zetten in een in hoofdzaak naar het land gerichte verplaatsing van het rollichaam vanuit de beginpositie naar de eindpositie. Bij deze uitvoering behoeft het rollichaam geen eigen aandrijving om zich te verplaatsen tussen begin- en eindpunt, waardoor de oogstmachine relatief eenvoudig met relatief weinig componenten uit te voeren is. Op deze wijze is een betrouwbare en robuuste oogstmachine te verschaffen met een relatief lange levensduur. De zich in hoofdzaak parallel aan het land uitstrekkende rijrichting wordt automatisch nadat het rollichaam contact maakt met het vastgehouden gewas in een naar het land gerichte verplaatsing van het rollichaam vanuit de beginpositie naar de eindpositie omgezet. De automatische omzetting kan volledig mechanisch worden uitgevoerd door het scheidingsorgaan te voorzien van een scharnierconstructie, bijvoorbeeld met een parallellogram stangenstelsel, waarmee het rollichaam is verbonden met de oogstmachine voor het omzetten van een normaliter zich in hoofdzaak in een horizontale richting zich uitstrekkende verplaatsingsrichting in een verplaatsing van het rollichaam in een in hoofdzaak verticale richting.
In een verder aspect van de oogstmachine is het scheidingsorgaan voorzien van een terugbrengmechanisme, bijvoorbeeld een veermechanisme om na het scheiden van het te oogsten deel het rollichaam van de eindpositie te verplaatsen naar de beginpositie. Met behulp van het terugbrengmechanisme wordt het rollichaam automatisch teruggebracht naar de beginpositie en wordt het rollichaam ook daarin gehouden indien er geen contact is of wordt gemaakt met een vastgehouden gewas. Na het afsnijden van het gewas, ondervindt het rollichaam geen tegendruk meer van het op het land groeiende gewas, aangezien het te oogsten deel van het gewas is gescheiden van de rest van het gewas, waarbij de rest van het gewas kan zijn gevormd door de ondergrondse wortels van het gewas maar ook door andere bovengrondse delen van het gewas.
In een nog verder aspect van de oogstmachine omvat het rollichaam een rol in de vorm van een diabolo die tegen het gewas te positioneren is om het rollichaam langs het vastgehouden gewas te verplaatsen tussen begin- en eindpositie. Middels de diabolo-rol wordt ervoor gezorgd dat bij het contact met het gewas, het gewas naar het midden van de rol tussen de twee komvormige diabolo-delen wordt verplaatst en daar wordt gehouden door de diabolo vorm zodat een correcte oriëntatie van het vastgehouden gewas ten opzichte van het daarover verplaatsbare rollichaam is en blijft verzekerd.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze te verschaffen waarmee het oogsten van gewassen te verbeteren en/of te optimaliseren is. Een aanvullend doel van de werkwijze is om het aantal foutief uitgevoerde snijhandelingen van een vastgehouden gewas te minimaliseren.
Ten minste een van deze doelen wordt bereikt middels een werkwijze zoals gedefinieerd in een bijgesloten onafhankelijk werkwijze conclusie.
De werkwijze voor het middels een oogstmachine oogsten van langwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges, omvat de volgende 5 stappen: een gewas wordt ingevoerd tot in de zich in een rijrichting over het land verplaatsende oogstmachine, in de oogstmachine wordt het gewas vastgehouden, en een te oogsten deel van het vastgehouden gewas wordt gescheiden van een overig deel van het gewas middels een scheidingsorgaan dat is voorzien van ten minste één een snijmechanisme omvattend rollichaam dat langs het vastgehouden gewas over een vooraf bepaalde lengte van het gewas wordt verplaatst tussen een beginpositie en een eindpositie waarin een activatie van het snijmechanisme plaatsvindt zodat het te oogsten deel van het vastgehouden gewas wordt gescheiden van het overig deel van het gewas. Het voordeel van een dergelijke werkwijze is dat hiermee op een effectieve en verbeterde wijze gewassen, in het bijzonder groene asperges, te oogsten zijn.
Verder is middels de werkwijze het oogstproces op een relatief optimale en efficiënte wijze uit te voeren. Door het rollichaam langs het te oogsten gewas te verplaatsen wordt op betrouwbare wijze verzekerd dat elk ingevoerd en vastgehouden gewas wordt afgesneden middels het snijmechanisme op het moment dat het rollichaam de eindpositie bereikt. Op deze wijze worden foutieve afsnijhandelingen vermeden of in elk geval sterk gereduceerd.
In een aspect van de werkwijze wordt door de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting het rollichaam automatisch in contact gebracht met het vastgehouden gewas. Verder kan de zich in hoofdzaak parallel aan het land uitstrekkende rijrichting automatisch worden omgezet in een in hoofdzaak naar het land gerichte verplaatsing van het rollichaam vanuit de beginpositie naar de eindpositie. Tevens kan na het scheiden van het te oogsten deel het rollichaam van de eindpositie automatisch worden verplaatst naar de beginpositie. Om onnodige herhalingen te voorkomen wordt voor de voordelen van deze werkwijze stappen verwezen naar hierboven reeds genoemde voordelen van de oogstmachine.
De hierboven beschreven aspecten zullen hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld in combinatie met de figuren worden uitgelegd. De uitvinding is echter niet tot de hierna beschreven uitvoeringsvoorbeelden beperkt. Veel meer is een aantal varianten en modificaties mogelijk, die eveneens van de gedachte van de uitvinding gebruikmaken en derhalve in het beschermingsgebied vallen. In het bijzonder wordt de mogelijkheid genoemd om de eigenschappen/aspecten die enkel zijn genoemd in de beschrijving en/of zijn getoond in de figuren te combineren met de eigenschappen van de conclusies voor zover compatibel. Daarbij wordt verwezen naar de volgende figuren, waarin: Fig. 1a,b op schematische wijze onderdelen van een oogstmachine tonen; Fig. 2a,b op schematische wijze een perspectivisch aanzicht, alsmede een vooraanzicht tonen van een aantal onderdelen van de cogstmachine; Fig. 3a, b verschillende aanzichten tonen van een aantal onderdelen van de oogstmachine zonder een aantal in figuren 1a-2b getoonde onderdelen van de oogstmachine; Fig. 4a,b zijaanzichten tonen van de in fig. 3a,b getoonde onderdelen; Fig. 5 een aanzicht toont van de in fig. 3a,b getoonde onderdelen met een relatief schuin ingevoerde asperge.
In de figuren worden dezelfde onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingstekens.
De in de figuren getoonde componenten van de oogstmachine 1 voor het oogsten van langwerpige gewassen, worden hierna uitgelegd aan de hand van het oogsten van groene asperges. De in dit document beschreven oogstmachine 1 is echter niet beperkt tot het oogsten van groene asperges.
De aspergeplant is geschikt voor een meerjarige teelt. In het voorjaar groeien aspergestengels een voor een uit de kroon van de plant naar boven. Wanneer een stengel 20-30cm, bijvoorbeeld ongeveer 25cm, boven de grond uitsteekt is de ideale oogstlengte behaald. De stengel wordt vervolgens rond het grondoppervlakte afgesneden. Belangrijk is dat er bij het afsnijden geen andere, nabij groeiende stengels worden beschadigd. De aspergeplanten staan in veelvoud in een rij achter elkaar. Een heel perceel wordt gevuld door meerdere rijen naast elkaar te planten. Tussen de rijen is een bepaalde afstand nodig voor teelt technische aspecten, de afstand tussen de rijen kan ook worden gebruikt om oogstwerkzaamheden uit te voeren.
De in de figuren 1a,b getoonde onderdelen van de oogstmachine 1 omvatten een frame 3 dat middels wielen 5 op een aangedreven wijze verplaatsbaar is over het land/aspergeveld in een rijrichting R1 voor het oogsten van groene asperges
100. Die wielen 5 zijn in bedrijf gepositioneerd tussen de rijen met aspergeplanten om de oogstmachine in de rijrichting R1 te verplaatsen om groene asperges te oogsten.
De aandrijving voor het verplaatsen van de oogstmachine in de rijrichting R1 is niet getoond in de figuren.
In de figuren 2a-5 worden bepaalde onderdelen van de in de figuren 1a,b getoonde oogstmachine 1 meer in detail of met minder onderdelen van de oogstmachine 1 getoond.
De zich in een rijrichting R1 over het land verplaatsbare oogstmachine 1 is voorzien van ten minste een invoerorgaan 7. Het getoonde invoerorgaan 7 omvat drie invoerkanalen 7a, 7b, 7c.
Elk trechtervormig invoerkanaal is gevormd door twee driehoekvormige invoerelementen 9 die ervoor zorgen dat aspergestengels van een bepaalde hoogte door de voorwaartse beweging in de rijrichting R1 van de machine 1 tot in de machine 1 worden ingevoerd.
In totaal omvat de machine 1 vier invoerelementen 9 voor het vormen van drie invoerkanalen 7a, 7b, 7c.
Met de getoonde machine 1 is het derhalve mogelijk om drie groene asperges nagenoeg simultaan te oogsten.
De oogstmachine omvat verder ten minste een op het invoerorgaan 9 volgend vasthoudorgaan 11 waarmee de ingevoerde asperges vast te houden zijn.
Het vasthoudorgaan 11 omvat drie naast elkaar gelegen identiek uitgevoerde klembanden 11a, 11b, 11c.
Elke klemband omvat twee eindeloze aangedreven transportbanden waartussen het gewas te klemmen en vast te houden is.
Door de verplaatsing van de machine 1 in de rijrichting R wordt een nog steeds met de plant verbonden asperge 100 middels een van de gevormde invoerkanalen 7a, 7b, 7c naar een van de ingangen van de klembanden 114, 11b, 11c bewogen.
In fig. 1b is getoond hoe een asperge 100 tot in de machine 1 wordt ingevoerd en middels de klemband 11a wordt vastgehouden.
Middels een met een as van een wiel 5 verbonden overbrengmechanisme 15 worden de transportbanden van de klembanden 11a, 11b, 11c aangedreven.
Hierdoor is het mogelijk om de transportbanden van de klembanden 114, 11b, 11c (fig. 2a) op een zodanige wijze te roteren dat een middels een klemband vastgehouden asperge tegengesteld aan de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting R1 wordt verplaatst, zodat ondanks een verplaatsing van de machine 1 in de rijrichting 1 de vastgehouden asperge 100 op dezelfde positie ten opzichte van de aspergeplant kan worden vastgehouden.
Anders gezegd, het vasthoudorgaan 11 is zodanig in te richten dat de positie van de vastgehouden asperge in hoofdzaak constant te houden is ten opzichte van een aspergeplant waarvan een vastgehouden groene asperge geoogst gaat worden met behulp van de oogstmachine 1, terwijl de oogstmachine 1 zelf zich in de rijrichting R1 verplaatst. Verder omvat de machine 1 een scheidingsorgaan 19. Het scheidingsorgaan 19 omvat in de machine 1 drie identiek uitgevoerde scheidingsmechanismen 19a, 19b, 19c, waarbij elk scheidingsmechanisme behoort bij een van de drie identiek uitgevoerde klembanden 11a, 11b, 11c. Middels het scheidingsorgaan 19 is een te oogsten deel van het vastgehouden gewas, de groene asperge te scheiden is van een overig deel van het gewas, de rest van de aspergeplant.
Elk scheidingsmechanisme 19a, 19b, 19c van het scheidingsorgaan 19 is voorzien van een snijmechanisme omvattend rollichaam 21a, 21b, 21c dat langs de vastgehouden asperge 100 over een vooraf bepaalde lengte van de asperge verplaatsbaar is tussen een beginpositie, zie rollichaam 21b in figuur 1b of 2b, of rollichaam 21a in figuur 3b of 4a en een eindpositie, zie rollichaam 21a in figuur 1b, 2b, 4b of 5. In de eindpositie van het rollichaam vindt een activatie van het snijmechanisme plaats om de vastgehouden asperge af te snijden en te oogsten. Elke klemband kan zijn uitgevoerd als de klemband 11a zoals getoond in fig. 1b, ondanks dat dit niet is getoond in de figuren. De klemband 114 is voorzien van twee secties 11a’, 11a”. Een direct op het invoerorgaan 7 volgende sectie 11a’ van de klemband 11a van het vasthoudorgaan 11 strekt zich in hoofdzaak parallel uit aan het land, dat wil zeggen normaliter in hoofdzaak horizontaal zoals weergegeven door de virtuele gestippelde lijn 125. Een tweede sectie 11a” van de klemband 114 van het vasthoudorgaan 11 vormt een scherpe hoek a met het land of de horizontale lijn 125 zoals getoond in fig. 1b. Bijvoorbeeld een hoek a tussen 10 en 45 graden. Middels de tweede sectie 11a” van de klemband 11a wordt de van de plant losgesneden asperge 100° (accent teken geeft een van de plant losgesneden asperge weer) ten opzichte van het land omhoog verplaatst zodat er ruimte ontstaat om op het einde van de klemband de geoogste asperge 100’ in een verzamelbak 150 of iets dergelijks te laten vallen. De direct op het invoerorgaan 7 volgende sectie 11a’ is tussen de tweede sectie 11a” en het invoerorgaan 7 gelegen. Door de verplaatsing van de oogstmachine 1 in de rijrichting R1 wordt de vastgehouden asperge 100 ondanks de aangedreven transportbanden van de klemband om de positie van de asperge 100 ten opzichte van de rest van de aspergeplant (niet getoond) nagenoeg constant te houden ten opzichte van het frame 3 verplaatst, en eveneens ten opzichte van de direct of indirect op het frame 3 bevestigde verzamelbak 150 en het aan het frame 3 bevestigde scheidingsorgaan 19. Derhalve is door de verplaatsing van de oogstmachine 1 in de rijrichting het rollichaam 271a,21b,21c van het scheidingsorgaan 19 automatisch in contact te brengen met de door de klembanden 114,11b,11c vastgehouden asperge(s)
100. Elk scheidingsmechanisme 194,19b,19c van het scheidingsorgaan is geconfigureerd om de zich in hoofdzaak parallel aan het land uitstrekkende rijrichting R1 automatisch om te zetten in een in hoofdzaak naar het land gerichte verplaatsing P1 van het rollichaam vanuit de beginpositie naar de eindpositie van het rollichaam 21a,b,c. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het scheidingsmechanisme 19a,b,c voorzien een scharnierconstructie 30 waarmee het rollichaam 214,b,c is verbonden met het frame 3 van de oogstmachine 1. Aan een onderzijde van elke klemband 11a,b,c bevindt zich een niet aangedreven rol van het rollichaam 21a,b,c dat middels de scharnierconstructie 30 met het frame 3 van de oogstmachine 1 is verbonden en derhalve bij een verplaatsing van de oogstmachine 1 in de door pijl R1 aangegeven richting mee wordt verplaatst ten opzichte van de asperge 100 in de door pijl R1 aangegeven richting. De direct aan de onderzijde genoemde positie is de reeds genoemde beginpositie van het rollichaam 21a,b,c. De rol van het rollichaam 21a,b,c is een diabolorol en het rollichaam 21a is bevestigd aan een vrij beweegbare zwenkarm 31 (zie fig. 4a). De zwenkarm 31 omvat twee zich parallel uitstrekkende stangen/stroken 31a, 31b (fig. 3a). die met elkaar zijn verbonden (fig. 2a). De zwenkarm 31 is met een aantal andere stangen onderdeel van een stangenstelsel dat werkt als een parallellogram vierstangenmechanisme. Met een terugbrengmechanisme (niet getoond) bijvoorbeeld een veermechanisme tussen de scharnierconstructie 30 en het frame 3 wordt het rollichaam in de beginpositie gehouden of gebracht nadat een groene asperge 100 is afgesneden van de aspergeplant. Nabij de rol van het rollichaam 21a,b,c, aan de onderzijde, is het snijmechanisme (niet getoond) in de vorm van een aangedreven mes gemonteerd dat automatisch na het bereiken van de eindpositie van het rollichaam een snijbeweging in de rijrichting R1 van de machine 1 kan uitvoeren voor het afsnijden van de asperge 100. Zodra een aspergestengel 100 is vastgeklemd door de klemband 11a,b,c en wordt vastgehouden terwijl de machine 1 verder wordt verplaatst in de rijrichting R1 komt het rollichaam 21a,b,c op bepaald moment in contact met de aspergestengel 100. Na contact beweegt het rollichaam 21a,b,c als gevolg van de verplaatsing in de rijrichting ten opzichte van de boven de aspergeplant vastgehouden asperge met behulp van de scharnierconstructie 30 in de door pijl P1 aangegeven richting naar de grond. Zoals getoond in figuur 5 is de zwenkarm 31 vrij beweegbaar, waardoor de rol 21a van het rollichaam een relatief scheef staande (zie hoek B in figuur
5) aspergestengel in de rijrichting van de machine zonder problemen kan volgen. Met andere woorden, de scharnierconstructie is geconfigureerd om op flexibele wijze middels het rollichaam 21a de vastgehouden asperge 100 te volgen tussen de begin- en eindpositie. De aspergestengel 100 zoals getoond in figuur 5 die door de klemband 11a wordt vastgehouden strekt zich niet loodrecht naar beneden naar het land uit (zie hoek B in figuur 5). Hiervoor is de zwenkarm 31 van de scharnierconstructie flexibel uitgevoerd, bijvoorbeeld door de zwenkarm te vervaardigen van een flexibel materiaal zoals verenstaal en/of met speling scharnierbaar verbonden met de andere stangen/armen van de scharnierconstructie. Het rollichaam 21a,b,c wordt na het afsnijden van de asperge 100’ voortbewogen door de machine 1 en de afgesneden en nog steeds door de klemband vastgehouden asperge 100° blijft op de oorspronkelijke positie ten opzichte van de aspergeplant (niet getoond). Middels het terugbrengmechanisme (niet getoond) is de scharnierconstructie 30 en het daarmee verbonden rollichaam 21a terug te bewegen in richting van de klemband 11a naar de beginpositie. Op deze manier beweegt het rollichaam zich derhalve tussen de snijvlakken van de afgesneden aspergestengel 100’ en de plant. De afgesneden asperge 100’ wordt nog steeds vastgehouden door de klemband zoals reeds hierboven genoemd.
De hoogte van het invoerorgaan 9 en daarmee de hoogte van het vasthoudorgaan is zodanig in te stellen dat enkel gewassen met een minimale hoogte tot in de oogstmachine in te voeren zijn. Op deze wijze worden geen langwerpige gewassen geoogst die nog niet de gewenste lengte (lengte hoogte) hebben. Op het frame 3 kunnen instelmiddelen zijn voorzien voor het instellen van de hoogte van het invoerorgaan en het vasthoudorgaan ten opzichte van het land.
Hoewel de getoonde oogstmachine is voorzien van drie verschillende naast elkaar opgestelde invoerkanalen, klembanden en scheidingsmechanismes, is het uiteraard mogelijk om de oogstmachine {niet getoond) te voorzien van slechts een enkel invoerkanaal gevormd door twee invoerelementen, van slechts een enkele klemband alsmede van slechts een enkel scheidingsmechanisme. Uiteraard zijn ook andere aantallen mogelijk zodat met een niet getoonde oogstmachine bijvoorbeeld 2, 4 of meer asperges simultaan te oogsten zijn.

Claims (19)

CONCLUSIES
1. Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges, waarbij de zich in een rijrichting over het land verplaatsbare oogstmachine is voorzien van ten minste een invoerorgaan waarmee ten minste een gewas tot in de oogstmachine in te voeren is, van ten minste een op het invoerorgaan volgend vasthoudorgaan waarmee het ingevoerde gewas vast te houden is, alsmede van ten minste een scheidingsorgaan waarmee een te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden is van een overig deel van het gewas, waarbij het scheidingsorgaan is voorzien van ten minste één een snijmechanisme omvattend rollichaam dat langs het vastgehouden gewas over een lengte van het gewas verplaatsbaar is tussen een beginpositie en een eindpositie waarin met behulp van het snijmechanisme het te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden is van het overige deel van het gewas.
2. Oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij het rollichaam langs het vastgehouden gewas over een vooraf bepaalde lengte van het gewas verplaatsbaar is tussen een beginpositie en een eindpositie waarin een activatie van het snijmechanisme plaatsvindt om het te oogsten deel van het vastgehouden gewas te scheiden van het overige deel van het gewas.
3. Oogstmachine volgens conclusie 1 of 2, waarbij door de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting het rollichaam automatisch in contact te brengen is met het vastgehouden gewas.
4. Oogstmachine volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het scheidingsorgaan is geconfigureerd om de zich in hoofdzaak parallel aan het land uitstrekkende rijrichting automatisch om te zetten in een in hoofdzaak naar het land gerichte verplaatsing van het rollichaam vanuit de beginpositie naar de eindpositie.
5. Oogstmachine volgens een der voorgaande conclusie, waarbij het scheidingsorgaan een scharnierconstructie omvat waarmee het rollichaam is verbonden met de oogstmachine.
6. Oogstmachine volgens conclusie 5, waarbij de scharnierconstructie een parallellogram stangenstelsel omvat.
7. Oogstmachine volgens conclusie 5 of 6, waarbij de scharnierconstructie is geconfigureerd om op flexibele wijze middels het rollichaam het vastgehouden gewas te volgen tussen de begin- en eindpositie.
8. Oogstmachine volgens een der voorgaande conclusie, waarbij het scheidingsorgaan is voorzien van een terugbrengmechanisme, bijvoorbeeld een veermechanisme om na het scheiden van het te oogsten deel het rollichaam van de eindpositie te verplaatsen naar de beginpositie.
9. Oogstmachine volgens een der voorgaande conclusie, waarbij het rollichaam een rol in de vorm van een diabolo omvat die tegen het gewas te positioneren is om het rollichaam langs het vastgehouden gewas te verplaatsen tussen begin- en eindpositie.
10. Oogstmachine volgens een der voorgaande conclusie, waarbij een direct op het invoerorgaan volgende sectie van het vasthoudorgaan zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan het land.
11. Oogstmachine volgens conclusie 10, waarbij een tweede sectie van het vasthoudorgaan een scherpe hoek vormt met het land zodat het geoogste deel van het gewas ten opzichte van het land omhoog te verplaatsen is, waarbij de direct op het invoerorgaan volgende sectie tussen de tweede sectie en het invoerorgaan is gelegen.
12. Oogstmachine volgens een der voorgaande conclusie, waarbij de oogstmachine is voorzien van verschillende naast elkaar opgestelde invoerorganen, vasthoudorganen en scheidingsorganen.
13. Oogstmachine volgens een der voorgaande conclusie, waarbij de hoogte van het invoerorgaan zodanig in te stellen is dat gewassen met een minimale in te stellen hoogte tot in de oogstmachine in te voeren zijn.
14. Werkwijze voor het middels een oogstmachine oogsten van langwerpige gewassen zoals bijvoorbeeld groene asperges, waarbij een gewas wordt ingevoerd tot in de zich in een rijrichting over het land verplaatsende oogstmachine, in de oogstmachine wordt het gewas vastgehouden, en een te oogsten deel van het vastgehouden gewas wordt gescheiden van een overig deel van het gewas middels een scheidingsorgaan dat is voorzien van ten minste één een snijmechanisme omvattend rollichaam dat langs het vastgehouden gewas over een lengte van het gewas wordt verplaatst tussen een beginpositie en een eindpositie waarin met behulp van het snijmechanisme het te oogsten deel van het vastgehouden gewas wordt gescheiden van het overig deel van het gewas.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het rollichaam langs het vastgehouden gewas over een vooraf bepaalde lengte van het gewas wordt verplaatst tussen een beginpositie en een eindpositie waarin een activatie van het snijmechanisme plaatsvindt zodat het te oogsten deel van het vastgehouden gewas wordt gescheiden van het overige deel van het gewas.
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij door de verplaatsing van de oogstmachine in de rijrichting het rollichaam automatisch in contact wordt gebracht met het vastgehouden gewas.
17. Werkwijze volgens conclusie 14, 15 of 16, waarbij de zich in hoofdzaak parallel aan het land uitstrekkende rijrichting automatisch wordt omgezet in een in hoofdzaak naar het land gerichte verplaatsing van het rollichaam vanuit de beginpositie naar de eindpositie.
18. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusie 14-17, waarbij na het scheiden van het te oogsten deel het rollichaam van de eindpositie automatisch wordt verplaatst naar de beginpositie.
19. Gebruik van een oogstmachine volgens een der voorgaande conclusies voor het oogsten van gewassen.
NL2027135A 2020-12-17 2020-12-17 Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen. NL2027135B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027135A NL2027135B1 (nl) 2020-12-17 2020-12-17 Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen.
US18/257,406 US20240099195A1 (en) 2020-12-17 2021-12-09 A harvesting machine for harvesting elongated plants as well as a method for harvesting elongated plants
EP21827239.1A EP4262352A1 (en) 2020-12-17 2021-12-09 Harvesting machine for harvesting oblong crops and method for harvesting oblong crops
PCT/NL2021/050752 WO2022131907A1 (en) 2020-12-17 2021-12-09 Harvesting machine for harvesting oblong crops and method for harvesting oblong crops
CA3202278A CA3202278A1 (en) 2020-12-17 2021-12-09 Harvesting machine for harvesting oblong crops and method for harvesting oblong crops

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027135A NL2027135B1 (nl) 2020-12-17 2020-12-17 Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2027135B1 true NL2027135B1 (nl) 2022-07-11

Family

ID=74183494

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2027135A NL2027135B1 (nl) 2020-12-17 2020-12-17 Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20240099195A1 (nl)
EP (1) EP4262352A1 (nl)
CA (1) CA3202278A1 (nl)
NL (1) NL2027135B1 (nl)
WO (1) WO2022131907A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4512145A (en) * 1982-11-08 1985-04-23 Spear Harvesters Asparagus harvester
US4918909A (en) 1987-08-31 1990-04-24 Linero Pty. Ltd. Green asparagus harvester
JPH06178608A (ja) * 1992-12-11 1994-06-28 Kubota Corp 結球野菜の外葉拡開装置
EP3824715A2 (en) * 2019-11-21 2021-05-26 Tumoba Vegetable Harvesters B.V. Harvesting device for vegetable plants

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4512145A (en) * 1982-11-08 1985-04-23 Spear Harvesters Asparagus harvester
US4918909A (en) 1987-08-31 1990-04-24 Linero Pty. Ltd. Green asparagus harvester
JPH06178608A (ja) * 1992-12-11 1994-06-28 Kubota Corp 結球野菜の外葉拡開装置
EP3824715A2 (en) * 2019-11-21 2021-05-26 Tumoba Vegetable Harvesters B.V. Harvesting device for vegetable plants

Also Published As

Publication number Publication date
CA3202278A1 (en) 2022-06-23
EP4262352A1 (en) 2023-10-25
US20240099195A1 (en) 2024-03-28
WO2022131907A1 (en) 2022-06-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2289304B1 (en) Harvester
US4891932A (en) Grain-saver dam for combine cutter bar
MX2013014335A (es) Mecanismo de recorte con cosechadora mecanizada.
US11606906B2 (en) Harvesting inter-seeded crops
US6779329B2 (en) Vinous crop harvesting apparatus and method
CN101312643B (zh) 选择性收割机
NL2027135B1 (nl) Oogstmachine voor het oogsten van langwerpige gewassen alsmede werkwijze voor het oogsten van langwerpige gewassen.
US4244165A (en) Harvester apparatus
NL2017172B1 (nl) Loofbewerkingsinrichting alsmede rooimachine omvattende een dergelijke loofbewerkingsinrichting
US6708474B2 (en) Single pass tobacco harvester and method
US2675663A (en) Bean picker
US6024178A (en) Direct harvester device and method
US5167110A (en) One pass bean cutting and windrowing apparatus
JP3863898B2 (ja) 根菜収穫機
US3616861A (en) Pickup device for row-crop harvesting
Hansen et al. MECHANICAL HARVESTING OF STRAWBERRIES IN W CHIGAN
Wingate-Hill Performance of a top-lifting harvester for early onions
US3410064A (en) Rotary plant knocker for a seed harvester
JP3863897B2 (ja) 根菜収穫機
US3842915A (en) Bean harvesting machine and method
JP3863899B2 (ja) 根菜収穫機
WO2020053841A1 (en) Onion harvesting machine with ability to cut stems
JP2016096749A (ja) 刈り倒し機
US1132149A (en) Beet-harvester.
SU934966A1 (ru) Машина дл уборки луковиц цветочных культур