NL2026987B1

NL2026987B1 - Damwand pers

Info

Publication number: NL2026987B1
Application number: NL2026987A
Authority: NL
Inventors: Stienstra Gerrit
Original assignee: Stienstra & Van Der Wal Beheer B V
Priority date: 2020-11-26
Filing date: 2020-11-26
Publication date: 2022-07-04

Abstract

De uitvinding betreft een damwandpers voor het in de grond persen van damwandplanken, welke damwand pers omvat: — een frame met een koppeling voor bevestiging aan de arm van bijvoorbeeld een graafmachine; — ten minste vier aan het frame, parallel aan elkaar en in een gezamenlijk persvlak aangebrachte hydraulische perscilinders, waarbij elke perscilinder aan het vrije eind een plankklem heeft voor het vastklemmen op een damwandplank; — een lineaire geleiding aangebracht op het frame en parallel aan de perscilinders; — een langs de lineaire geleiding vrij verplaatsbare steunklem voor het vastklemmen van ten minste twee aan elkaar grenzende damwandplanken, waarbij de steunklem is aangebracht op afstand van het persvlak.

Description

Damwand pers De uitvinding betreft een damwandpers voor het in de grond persen van stalen damwandplanken, welke damwand pers omvat: — een frame met een koppeling voor bevestiging aan de arm van bijvoorbeeld een graafmachine; — ten minste vier aan het frame, parallel aan elkaar en in een gezamenlijk persvlak aangebrachte hydraulische perscilinders, waarbij elke perscilinder aan het vrije eind een plankklem heeft voor het vastklemmen op een damwandplank.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit US 2007144360. Een dergelijke damwandpers heeft een frame, dat langs een verticale geleiding geleid wordt.

Deze verticale geleiding is gemonteerd op een kraan en steunt af op de grond.

Met deze bekende damwandpers worden stalen damwandplanken gekoppeld aan de perscilinders en door het hydraulisch uitschuiven van de perscilinders, waarbij het frame aan de verticale geleiding wordt gefixeerd, worden de damwandplanken één voor één in de grond geperst.

Bij het bereiken van de maximale slag van elke perscilinder wordt het frame langs de geleiding omlaag geschoven, terwijl alle perscilinders weer ingetrokken worden.

Het nadeel van deze verticale geleiding is dat deze een aanzienlijke massa heeft, die naast de massa van de stalen damwandplanken, ook door de kraan getild moet worden.

Hierdoor moet voor de damwandpers volgens de stand van techniek een relatief zware kraan gebruikt worden, die niet op elke locatie, in het bijzonder bij zwakke oevers en kades, gebruikt kan worden.

Het gebruik van deze damwandpers volgens de stand van techniek zonder de verticale geleiding is ook niet mogelijk omdat een perscilinder het gehele frame kan scheef drukken, waardoor de bovenzijden van de stalen damwandplanken kunnen verbuigen en een volgende persgang niet meer uitgevoerd kan worden.

Het is dan ook een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt bereikt met een damwandpers volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt door: — een lineaire geleiding aangebracht op het frame en parallel aan de perscilinders; — een langs de lineaire geleiding vrij verplaatsbare steunklem voor het vastklemmen van ten minste twee aan elkaar grenzende damwandplanken, waarbij de steunklem is aangebracht op afstand van het persvlak.

Stalen damwandplanken hebben altijd een gegolfd profiel, zodat de resulterende damwand dwars op de damwand grote krachten kan opvangen. Diverse gegolfde profielen zijn gestandaardiseerd en worden aangeduid met een codering, zoals bijvoorbeeld IIN, IIS, IVN, IVS, L, RL, V, VS, VI, VII.

Met de damwandpers volgens de uitvinding grijpen de plankklemmen elk op een damwandplank aan in een zelde persvlak. De steunklem daarentegen grijpt aan op twee aangrenzende damwandplanken en buiten dit persvlak. De twee plankklemmen en de steunklem zijn, in persrichting gezien, in een driehoek aangebracht, waardoor bij gebruik van één van de andere perscilinders de damwandpers niet kan kantelen, dan wel scheef gedrukt kan worden. Hierdoor is het gebruik van een verticale geleiding, zoals bij de damwandpers volgens de stand van techniek, niet nodig en kan er dus een lichtere kraan of graafmachine worden toegepast.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de damwandpers volgens de uitvinding, is de steunklem gecentreerd aangebracht ten opzichte van de plaatklemmen van de ten minste vier perscilinders gezien in de richting loodrecht op het persvlak.

Hierdoor wordt de driehoek van twee plaatklemmen en de steunklem in het midden van de damwandpers gevormd, zodat een symmetrische belasting van de damwandpers verkregen wordt.

Bij voorkeur omvat de steunklem een hydraulische klauw. Daarbij omvat verder bij voorkeur elke plankklem een hydraulische klauw.

Met de hydraulische klauwen kan een goede klemkracht op de damwandplanken verkregen worden en kunnen de klauwen gemakkelijk losgenomen worden van de damwandplanken. Daarnaast is reeds vanuit de kraan of graafmachine hydrauliek aanwezig, wat de bekrachtiging van de damwandpers vereenvoudigd.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het in de grondpersen van een set van tenminste vier in elkaar geschoven damwandplanken, welke werkwijze de stappen omvat: — het verschaffen van een set van tenminste vier in elkaar geschoven damwandplanken en het in opgerichte stand op de grond plaatsen van de set; (a) het verschaffen van een damwandpers volgens de uitvinding; (b) het op de bovenrand van de set plaatsen van de damwandpers, waarbij elk van de plankklemmen op een damwandplank van de set klemt en waarbij de steunklem om ten minste twee aangrenzende damwandplanken grijpt; (c) het na elkaar uitschuiven van de twee perscilinders, die aangrijpen op de aan elkaar grenzende damwandplanken, waar de steunklem op aangrijpt, ten einde de damwandplanken deels in de grond te persen; (d) het met de steunklem vastklemmen van de ten minste twee aangrenzende damwandplanken; (e) het na elkaar uitschuiven van de overige perscilinders, ten einde de overige damwandplanken deels in de grond te persen; (f) het gelijktijdig inschuiven van de ten minste vier perscilinders en het losnemen van de steunklem; {g) het herhalen van de stappen {c) - (f) totdat de damwandplanken op een gewenste diepte in de grond geperst zijn.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van de damwandpers volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een schematisch bovenaanzicht van de damwandpers volgens figuur 1.

Figuur 3 toont de damwandpers volgens figuur 1 aangebracht aan de arm van een graafmachine.

Figure 4 - 7 tonen de verschillende stappen van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een damwandpers 1 volgens de uitvinding. De damwandpers 1 heeft een frame 2 met een snelkoppeling 3 voor bevestiging aan een arm van bijvoorbeeld een graafmachine.

Aan het frame 2 zijn vier perscilinders 4 aangebracht met elk een plankklem in de vorm van een hydraulische klauw 5. Verder is aan het frame 2 een lineaire geleiding 6, 7 voorzien, waaraan een steunklem in de vorm van een hydraulische klauw 8 is aangebracht.

In figuur 2 is een schematisch bovenaanzicht getoond van de damwandpers 1 aangebracht op een viertal damwandplanken

9. Deze damwandplanken 9 zijn via kraaldelen 10 met elkaar verbonden.

Op elke damwandplank 9 is een hydraulische klauw 5 van een perscilinder geklemd. De hydraulische klauwen 5 liggen daarbij in een persvlak 11. De steunklem 8 klemt om twee aangrenzende damwandplanken 9 en ligt daarbij buiten het persvlak 11. Hierdoor ontstaat een stabiele afsteuning van de damwandpers 1 volgens de uitvinding.

In figuur 3 is de damwandpers 1 opgehangen aan een arm 12 van een graafmachine of kraan. De damwandpers 1 staat daarbij met de plankklemmen 5 op de damwandplanken 5.

In figuur 4 is de damwandpers 1 aangebracht op de 5 damwandplanken 9 in meer detail getoond. De plankklemmen 5 zijn daarbij elk op een damwandplank 9 vastgeklemd. De steunklem 8 rust op de damwandplanken 9, maar klemt op dit moment niet. In figuur 4 wordt de tweede perscilinder van links in de tekening aangestuurd, waardoor de bijbehorende damwandplank 9 voor een deel in de grond gedrukt wordt.

Vervolgens, zoals getoond in figuur 5 wordt de derde perscilinder 4 uitgeschoven waardoor een tweede damwandplank 9 in de grond gedrukt wordt. Na het uitschuiven van de derde perscilinder 4 wordt de steunklem 8 vastgeklemd op de twee ingedrukte damwandplanken 9 om zo een stevige ondersteuning voor de damwandpers 1 te krijgen.

Daarna wordt, zoals getoond in figuur 6, de eerste perscilinder 4, gezien vanaf links in de tekening, uitgestuurd om de betreffende damwandplank 9 in de grond te persen. En tenslotte wordt, zoals getoond in figuur 7, de vierde perscilinder 4 uitgestuurd, waarna alle damwandplanken 9 ongeveer evenveel in de grond gedrukt zijn.

Nu kunnen de perscilinder 4 tegelijk weer ingetrokken worden, waarbij de arm 12 van de graafmachine gelijktijdig iets zal zakken, waarna het proces zich herhaald om de damwandplanken 9 weer een stuk in de grond te persen.

Claims

Conclusies

1. Damwandpers voor het in de grond persen van damwandplanken, welke damwand pers omvat: — een frame met een koppeling voor bevestiging aan de arm van bijvoorbeeld een graafmachine; — ten minste vier aan het frame, parallel aan elkaar en in een gezamenlijk persvlak aangebrachte hydraulische perscilinders, waarbij elke perscilinder aan het vrije eind een plankklem heeft voor het vastklemmen op een damwandplank gekenmerkt door - een lineaire geleiding aangebracht op het frame en parallel aan de perscilinders; - een langs de lineaire geleiding vrij verplaatsbare steunklem voor het vastklemmen van ten minste twee aan elkaar grenzende damwandplanken, waarbij de steunklem is aangebracht op afstand van het persvlak.

2. Damwandpers volgens conclusie 1, waarbij de steunklem gecentreerd is aangebracht ten opzichte van de plaatklemmen van de ten minste vier perscilinders gezien in de richting loodrecht op het persvlak.

3. Damwandpers volgens conclusie 1 of 2, waarbij de steunklem een hydraulische klauw omvat.

4. Damwandpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke plankklem een hydraulische klauw omvat.

5. Werkwijze voor het in de grondpersen van een set van tenminste vier in elkaar geschoven damwandplanken, welke werkwijze de stappen omvat: — het verschaffen van een set van tenminste vier in elkaar geschoven damwandplanken en het in opgerichte stand op de grond plaatsen van de set; (a) het verschaffen van een damwandpers volgens één

: van de voorgaande conclusies;

{b) het op de bovenrand van de set plaatsen van de damwandpers, waarbij elk van de plankklemmen op een damwandplank van de set klemt en waarbij de steunklem om ten minste twee aangrenzende damwandplanken grijpt;

(¢) het na elkaar uitschuiven van de twee perscilinders, die aangrijpen op de aan elkaar grenzende damwandplanken, waar de steunklem op aangrijpt, ten einde de damwandplanken deels in de grond te persen;

{d) het met de steunklem vastklemmen van de ten minste twee aangrenzende damwandplanken;

{e) het na elkaar uitschuiven van de overige perscilinders, ten einde de overige damwandplanken deels in de grond te persen;

{(f) het gelijktijdig inschuiven van de ten minste vier perscilinders en het losnemen van de steunklem;

(g) het herhalen van de stappen (c}) - (f) totdat de damwandplanken op een gewenste diepte in de grond geperst zijn.