NL2026774B1 - Demontagemachine voor het demonteren van een band van een velg, en werkwijze voor het demonteren van een band van een velg. - Google Patents

Abstract

Demontagemachine voor het demonteren van een band van een velg, omvattende een dragend basisframe dat is voorzien van: - een opstaand draaglichaam voor een velg, welk draaglichaam is verbonden met het basisframe, motorisch roteerbaar is ten opzichte van het basisframe over een rotatie-as die zich in een verticale richting uitstrekt, en is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het in gefixeerde positie bevestigen van een velg op een bovenzijde van het draaglichaam, zodanig dat een hoofdas van de aldus gefixeerde velg zich in een richting uitstrekt die samenvalt met de centrale rotatie-as van het draaglichaam, waardoor een rotatie van het draaglichaam resulteert in een rotatie van de gefixeerde velg over de hoofdas, - een vast met het basisframe verbonden opstaande kolom die op afstand staat van het draaglichaam, welke kolom is voorzien van een geleidingsarm en een hulparm die zich van de kolom af uitstrekken in de richting van het draaglichaam, en welke onafhankelijk van elkaar beweegbaar zijn verbonden met de kolom, zodat de geleidingsarm en de hulparm onafhankelijk van elkaar in een werkpositie gesteld kunnen worden als afzonderlijke werkinstrumenten voor het demonteren van een band van een op het draaglichaam gefixeerde velg.

Description

Demontagemachine voor het demonteren van een band van een velg, en werkwijze voor het demonteren van een band van een velg.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een demontagemachine voor het demonteren van een band van een velg, en een werkwijze voor het demonteren van een band van een velg.

In het betreffende vakgebied is een type demontagemachine bekend dat een dragend basisframe omvat dat is voorzien van: - een opstaand draaglichaam voor een velg, welk draaglichaam is verbonden met het basisframe, motorisch roteerbaar is ten opzichte van het basisframe over een rotatie-as die zich in een verticale richting uitstrekt, en is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het in gefixeerde positie bevestigen van een velg op een bovenzijde van het draaglichaam, zodanig dat een hoofdas van de aldus gefixeerde velg zich in een richting uitstrekt die samenvalt met de centrale rotatie-as van het draaglichaam, waardoor een rotatie van het draaglichaam resulteert in een rotatie van de gefixeerde velg over de hoofdas, - een vast met het basisframe verbonden opstaande kolom die op afstand staat van het draaglichaam, welke kolom is voorzien van een geleidingsarm welke in een werkpositie gesteld kan worden als werkinstrument voor het demonteren van een band van een op het draaglichaam gefixeerde velg, waarbij de kolom is voorzien van een motorisch aangedreven stelmechanisme voor het in hoogte verstellen van de geleidingsarm op de kolom, en de geleidingsarm aan een distaal einde is voorzien van een geleidingskop met een geleidingsvlak dat ontworpen is voor het geleiden van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg wanneer de geleidingsarm in werkpositie is gesteld tussen de buitenrand van de velg en de binnenrand van de band.

Om een band van de velg te demonteren, dient bij dit type demontagemachine de gebruiker een bandenlichter of bandenijzer toe te passen, om handmatig een eerste deel van de binnenrand van de band zowel over de buitenrand van de velg als over de geleidingskop te verplaatsen. De geleidingskop is hierbij in werkpositie opgesteld, te weten aanliggend tegen de buitenrand van de velg. Nabij de geleidingskop plaatst de gebruiker een bandenlichter tussen de binnenrand van de band en de velgrand, zodanig dat het uiteinde de binnenrand van de band aangrijpt, terwijl het nabijgelegen middengedeelte van de bandenlichter in contact is met de velgrand. De velgrand vormt aldus een tijdelijk scharnierpunt voor een hefboombeweging van de bandenlichter, waarmee de gebruiker de binnenrand over de velgrand en over de geleidingskop heen trekt.

Vervolgens wordt de velg door het draaglichaam geroteerd terwijl de geleidingskop een vaste werkpositie behoudt, zodat het overige deel van de band dat nog binnen de buitenrand van de velg ligt, door de geleidingskop over de buitenrand heen wordt geleid, totdat de gehele binnenrand van de band buiten de velg is gebracht.

Een nadeel van het gebruik van deze demontagemachine is dat deze een handmatige eerste stap vereist, die de nodige kracht kost. Bij deze handelingen kan de gebruiker zelfs een blessure oplopen. Bovendien is er een risico op beschadiging van de velg of band wanneer de handmatige stap niet gecontroleerd wordt uitgevoerd.

In het Amerikaanse octrooi US 10,000,101 wordt derhalve voorgesteld om een demontagemachine te voorzien van een motorisch beweegbare haak die onderdeel is van de geleidingskop. Deze haak grijpt aan op een binnenrand van de band, zowel bij het verplaatsen van een eerste deel van de binnenrand over de velg, als ook tijdens de daarna volgende rotatie van de velg waarbij het overige deel van de band over de velg wordt geleid door de haak en de geleidingskop.

Hoewel deze demontagemachine dankzij de motorisch beweegbare haak een verbetering is ten opzichte van het handmatig verplaatsen van een eerste deel van de binnenrand van de band, zijn er ook nadelen verbonden aan deze specifieke uitvoering.

Een belangrijk nadeel is dat de haak tijdens rotatie van de velg, voortdurend een aanzienlijke kracht uitoefent op de binnenrand van de band waarbij aanzienlijke wrijving en rek optreedt hetgeen de sterkte en integriteit van de binnenrand kan verlagen.

De onderhavige uitvinding is erop gericht om de bovengenoemde nadelen van bekende demontagemachines uit de stand van de techniek, weg te nemen of te verminderen.

Deze doelstelling wordt door een eerste aspect van de uitvinding bereikt, welk aspect is gericht op een demontagemachine voor het demonteren van een band van een velg, omvattende een dragend basisframe dat is voorzien van:

- een opstaand draaglichaam voor een velg, welk draaglichaam is verbonden met het basisframe, motorisch roteerbaar is ten opzichte van het basisframe over een rotatie-as die zich in een verticale richting uitstrekt, en is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het in gefixeerde positie bevestigen van een velg op een bovenzijde van het draaglichaam, zodanig dat een hoofdas van de aldus gefixeerde velg zich in een richting uitstrekt die samenvalt met de centrale rotatie-as van het draaglichaam, waardoor een rotatie van het draaglichaam resulteert in een rotatie van de gefixeerde velg over de hoofdas,

- een vast met het basisframe verbonden opstaande kolom die op afstand staat van het draaglichaam, welke kolom is voorzien van een geleidingsarm en een hulparm die zich van de kolom af uitstrekken in de richting van het draaglichaam, en welke onafhankelijk van elkaar beweegbaar zijn verbonden met de kolom, zodat de geleidingsarm en de hulparm onafhankelijk van elkaar in een werkpositie gesteld kunnen worden als afzonderlijke werkinstrumenten voor het demonteren van een band van een op het draaglichaam gefixeerde velg,

waarbij de kolom is voorzien van een motorisch aangedreven stelmechanisme voor het in hoogte verstellen van de geleidingsarm op de kolom, en de geleidingsarm aan een distaal einde is voorzien van een geleidingskop met een geleidingsvlak dat ontworpen is voor het geleiden van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg wanneer de geleidingsarm in werkpositie verkeert tussen de buitenrand van de velg en de binnenrand van de band, waarbij de hulparm met een proximaal einde zwenkbaar is verbonden aan de kolom, en een distaal einde is voorzien van een haakarm waarvan een distaal einde is verbonden met een haak, welke haak ontworpen is om aan te grijpen achter een binnenrand van een band wanneer de hulparm in werkpositie is gesteld, waarbij de haakarm een motorisch aangedreven haakmechamisme omvat voor het in een verticale richting bewegen van de haak voor het verplaatsen van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg wanneer de hulparm in werkpositie is gesteld,

en waarbij de hulparm dusdanig zwenkbaar is verbonden aan de kolom, dat de haak een cirkelvormig traject af kan leggen rondom de rotatie-as van het draaglichaam.

Een dergelijke demontagemachine is geschikt om bij het demonteren van een band van een velg, op voordelige wijze de volgende stappen achtereenvolgens uit te voeren: i) het opstellen van de hulparm en de geleidingsarm in hun respectievelijke werkposities ten opzichte van het draaglichaam waarop een velg met gemonteerde band is gefixeerd, waarbij de geleidingskop aanliggend tegen de buitenrand van de velg is opgesteld, en de haak van de haakarm in de nabijheid verkeert van de geleidingskop en in aangrijpend contact is gesteld achter een eerste deel van de binnenrand van de band; ii) het verticaal opwaarts bewegen van de haak zodat het eerste deel van de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt verplaatst, en tegelijkertijd over het geleidingsvlak van de geleidingskop wordt verplaatst; iii) het op een vaste hoogte brengen van de haak waarbij deze boven de buitenrand van de velg verkeert terwijl deze in aangrijpend contact blijft met de binnenrand van de band; iv) het vervolgens roteren van het draaglichaam waardoor de gefixeerde velg en de band worden geroteerd, terwijl de haak in aangrijpend contact blijft met het eerste deel van de binnenrand van de band tijdens de rotatie van de velg, zodat de haak meebeweegt met het cirkelvormig traject dat de binnenrand van de band aflegt tijdens de rotatie van de velg, en waarbij tegelijkertijd de geleidingskop in de werkpositie wordt gehouden zodat een passerend deel van de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt geleid door het geleidingsvlak.

Met bovenstaande wijze van demonteren wordt bereikt dat de voornaamste kracht die de haak op de binnenrand van de band uitoefent, beperkt is tot het initieel verplaatsen over de buitenrand van de velg en over de geleidingskop. Tijdens het vervolgens roteren van de velg beweegt de haak met de binnenrand mee, en is het krachtenspel tussen haak en binnenrand zeer gering, omdat van wrijving geen sprake is, en de rek vrijwel verwaarloosbaar is. De wrijvings- en rekkrachten die de binnenrand van de band ondervindt tijdens rotatie zijn aldus beperkt tot de interactie met het geleidingsvlak van de geleidingskop, waardoor de binnenrand van de band aan minder rek- en wrijvingskrachten wordt blootgesteld tijdens 5 demontage van de band.

De uitvinding bereikt dit voordeel ten opzichte van de stand van de techniek, doordat de hulparm welke voorzien is van de motorisch beweegbare haak, zwenkbaar is opgesteld en onafhankelijk beweegbaar is van de geleidingskop die tijdens rotatie juist op een vaste plaats wordt gehouden.

Aldus verschaft de uitvinding een demontagemachine voorzien van een motorisch beweegbare haak welke het voordeel biedt dat minder schade door rek en wrijving optreedt tijdens het demonteren van een band van een velg.

In de context van de uitvinding wordt opgemerkt, dat de hulparm bij voorkeur zwenkbaar is verbonden aan de kolom zonder motorische aandrijving. Het opstellen van de hulparm in werkpositie wordt hierbij handmatig uitgevoerd, en het volgen van een cirkelvormig traject om het draaglichaam gebeurt automatisch wanneer de velg wordt geroteerd.

Het heeft de voorkeur bij de demontagemachine volgens de uitvinding, dat de hulparm ten minste twee aan elkaar geschakelde geledingen omvat, waarbij een eerste geleding met een proximaal einde zwenkbaar is verbonden aan de kolom, en met een distaal einde zwenkbaar is verbonden aan een proximaal einde van een tweede geleding, waarbij een distaal einde van de tweede geleding het distale einde van de hulparm vormt.

Een dergelijke uitvoering van de hulparm is zeer geschikt voor het toestaan dat de haak een cirkelvormig traject af kan leggen rondom de rotatie-as van het draaglichaam.

Als alternatief, kan de hulparm zijn opgebouwd uit een eerste geleding met een proximaal einde dat zwenkbaar is verbonden aan de kolom, en waarvan een distaal einde is voorzien van een uitschuifbare tweede geleding, waardoor de lengte van de hulparm kan worden gevarieerd.

Bij de demontagemachine volgens de uitvinding, is het voordelig dat één of meer zwenkbare verbindingen van de hulparm dusdanig zijn uitgevoerd dat de zwenkbare verbinding een zwenking om een verticale as bewerkstelligt.

Een geschikte zwenkbare verbinding in dit verband is een scharnierverbinding. Met bijzondere voorkeur is bij de demontagemachine volgens de uitvinding, de hulparm zwenkbaar verbonden aan de kolom op een hoogte die boven de maximaal instelbare hoogte van de geleidingsarm ligt.

Aldus wordt de onafhankelijke beweegbaarheid van hulparm en geleidingsarm zo min mogelijk beperkt.

Bij de demontagemachine volgens de uitvinding, kan het motorisch aangedreven haakmechanisme een werkarm omvatten die met een distaal einde verbonden is aan de haak, en welk distaal einde langs een verticale as beweegbaar is, en bij voorkeur beweegbaar over een afstand van minimaal 15 tot 45 cm.

Bijvoorbeeld omvat het haakmechanisme een telescopisch beweegbare werkarm. De reikwijdte van de beweging komt overeen met de afstand waarover de binnenrand van een band verplaatst moet worden vanuit een gemonteerde positie naar een gedemonteerde positie.

Met verdere voorkeur is bij de demontagemachine volgens de uitvinding, de haak roteerbaar opgesteld ten opzichte van het distale einde van de hulparm, zodanig dat een rotatie van de haak over een verticale rotatieas mogelijk is.

Een dergelijke rotatie draagt verder bij aan het meebewegen van de haak achter de binnenrand van de band tijdens het roteren van het draaglichaam met de daarop gefixeerde velg. Bovendien kan de roterende haak eenvoudig handmatig worden gericht wanneer deze in werkpositie wordt gesteld voor aangrijping op de band.

De demontagemachine volgens de uitvinding, is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de haakarm een koppellichaam omvat dat aan een eerste einde is verbonden met de haak, en met een tweede einde is verbonden aan het haakmechanisme.

Bij voorkeur is het koppellichaam langwerpig en in verticale richting opgesteld, en heeft bijvoorbeeld een lengte van 30 - 40 cm.

Het is voordelig voor de uitvinding, wanneer de haak losneembaar is verbonden aan het haakmechanisme door een koppelverbinding. Aldus kan bij de demontagemachine een bepaald type haak eenvoudig worden verwisseld voor een ander type haak, bijvoorbeeld om de haakarm geschikt te maken voor een ander type velg of band. Voor de demontagemachine is het aantrekkelijk dat deze een pneumatische motor als krachtbron omvat voor de motorische aandrijving van het haakmechanisme.

Omdat het haakmechanisme een relatief grote kracht moet uitoefenen onder grote weerstand bij het verticaal verplaatsen van een binnenrand van de band over de velg, is het voordelig om dit met pneumatische aandrijving uit te voeren.

Ten aanzien van de haak van de demontagemachine volgens de uitvinding, is het voordelig wanneer de haak is uitgevoerd als een gekromd lichaam dat een brugsegment en een haaksegment omvat, waarbij het brugsegment en haaksegment tegenover elkaar zijn opgesteld in een gemeenschappelijk verticaal vlak, en waarbij het brugsegment een bovenste segment van de haak is, en het haaksegment een onderste segment van de haak is dat is ingericht voor het aangrijpen achter een binnenrand van een band, waarbij het brugsegment zich over een brugiengte uitstrekt vanaf een eerste einde dat is verbonden aan de haakarm tot aan een tweede einde dat is verbonden aan het haaksegment, en het haaksegment zich over een haaklengte uitstrekt vanaf een eerste einde verbonden aan het brugsegment tot aan een tweede einde dat samenvalt met een vrij uiteinde van de haak, waarbij de bruglengte in horizontale richting groter is dan de haaklengte in horizontale richting, in het bijzonder 2 tot 6 maal groter.

Een dergelijke haak bewerkstelligt door het langere brugsegment, dat het haaksegment in een ruimte onder en achter de buitenrand van de velg kan steken, waar de binnenrand van de band tegen de velg aanligt in gemonteerde toestand. Door de haak van bovenaf naar beneden te bewegen tegen de binnenrand van de velg, wordt het haaksegment achter de binnenrand van de band gedwongen zodat deze in aangrijpende positie komt te staan met de band. Tijdens het vervolgens omhoog bewegen van de haak, wordt eerst het horizontaal langere brugsegment over de velg verplaatst, waarbij de haak tegelijkertijd radiaal naar buiten wordt verplaatst en de band over de velg wordt getild.

In de praktijk is bijvoorbeeld de aangrijplengte van de haak in horizontale richting 2 tot 5 cm, en de bruglengte in horizontale richting is bijvoorbeeld 4 tot 20 cm. Bij een dergelijke uitvoering van de haak van de demontagemachine, is het voordelig dat een einddeel van het haaksegment dat het vrije uiteinde van de haak omvat, onder een hoek staat met het horizontale vlak in het gebied van 0 tot 30 graden, en bij voorkeur taps toeloopt in de richting van het vrije uiteinde.

Bij verdere voorkeur heeft het vrije uiteinde hierbij een afgeronde top, hetgeen het bewegen van het haaksegment achter de binnenrand verder kan verbeteren.

Verder is het voordelig voor een dergelijke uitvoering van de haak, dat het brugsegment een denkbeeldige bruglijn definieert die het eerste einde en het tweede einde van het brugsegment doorsnijdt, welke bruglijn een diagonale oriëntatie heeft ten opzichte van het horizontale vlak, en bij voorkeur onder een hoek staat van 30 tot 80 graden met het horizontale vlak. Het is voordelig bij de demontagemachine volgens de uitvinding, dat de haak een buitenzijde heeft met een buitenopperviak dat afgeronde oppervlakken omvat.

Aangezien de haak over de velg, dan wel over de geleidingskop wordt bewogen om de band over de velg te verplaatsen, is het voordelig dat de buitenzijde van de haak afgeronde oppervlakken teneinde optredende wrijvingsweerstanden te verlagen.

Bijzondere voorkeur heeft het bij de demontagemachine volgens de uitvinding, dat het geleidingsvlak is voorzien van een verdiept verticaal glijspoor waarover een buitenzijde van de haak glijdend bewogen kan worden, in het bijzonder tijdens het in een verticale richting bewegen van de haak bij het verplaatsen van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg.

Aldus wordt met de haak de binnenrand van de band over de velg verplaatst zonder dat de haak in glijdend contact is met de velg. Bovendien verlaagt het verdiept verticaal glijspoor de wrijvingsweerstand wanneer de haak over het geleidingsvlak wordt verplaatst in verticale richting. Bij een voorkeursuitvoering van de demontagemachine volgens de uitvinding, omvat het geleidingsvlak van de geleidingskop een bult welke, tijdens het demonteren van een band van een op het draaglichaam gefixeerde velg, interacteert met de binnenrand van de band zodat de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt verplaatst.

Als het geleidingsvlak volgens bovenstaande uitvoeringen is voorzien van een verdiept verticaal glijspoor en een buit, dan staan deze bij voorkeur op afstand van elkaar.

Bij voorkeur omvat de demontagemachine volgens de uitvinding, een elektromotor als krachtbron omvat voor het motorisch aandrijven van het roteerbare draaglichaam, en/of de in hoogte beweegbare geleidingsarm.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoering van de demontagemachine, is het draaglichaam gemonteerd op een tafel welke horizontaal verschuifbaar is ten opzichte van het basisframe door motorische aandrijving, bij voorkeur elektromotorische aandrijving.

Deze tafel laat toe, dat de gefixeerde velg in een geschikte positie kan worden gesteld zodat de geleidingsarm in werkpositie verkeert. Als alternatief, kan de geleidingskop horizontaal verschuifbaar ten opzichte van de kolom zijn uitgevoerd, onder een motorische aandrijving.

Bij de demontagemachine volgens de uitvinding omvatten de bevestigingsmiddelen voor het fixeren van de velg bij voorkeur tenminste een bout en een bijpassende moer.

Het is tevens voordelig, wanneer de bout beweegbaar is tussen een werkstand en een ruststand, zodanig dat de bout in ruststand geheel of gedeeltelijk verzonken is in het uiteinde van het draaglichaam, en in werkstand uitsteekt boven het uiteinde. Daarbij is de bout bij voorkeur motorisch beweegbaar vanuit de ruststand naar de werkstand onder pneumatische druk.

Het is praktisch voordelig wanneer bij de demontagemachine volgens de uitvinding binnen het basisframe een of meer krachtbronnen voor motorische aandrijving zijn opgesteld.

Verder is het praktisch voordelig dat de demontagemachine volgens de uitvinding voorzien is van besturingseenheden voor de motorische aandrijving van beweegbare onderdelen, en bij voorkeur tevens bedieningspedalen omvat in het basisframe voor het bedienen van een of meer besturingseenheden.

De uitvinding heeft volgens een tweede aspect, betrekking op een werkwijze voor het demonteren van een band van een velg met een demontagemachine volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de achtereenvolgende stappen van: i) het opstellen van de hulparm en de geleidingsarm in hun respectievelijke werkposities ten opzichte van het draaglichaam waarop een velg met gemonteerde band is gefixeerd, waarbij de geleidingskop aanliggend tegen de buitenrand van de velg is opgesteld, en de haak van de haakarm in de nabijheid verkeert van de geleidingskop en in aangrijpend contact is gesteld achter een eerste deel van de binnenrand van de band; ii) het verticaal opwaarts bewegen van de haak zodat het eerste deel van de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt verplaatst, en tegelijkertijd over het geleidingsviak van de geleidingskop wordt verplaatst; iii) het op een vaste hoogte brengen van de haak waarbij deze boven de buitenrand van de velg verkeert terwijl deze in aangrijpend contact blijft met de binnenrand van de band; iv) het vervolgens roteren van het draaglichaam waardoor de gefixeerde velg en de band worden geroteerd, terwijl de haak in aangrijpend contact blijft met het eerste deel van de binnenrand van de band tijdens de rotatie van de velg, zodat de haak meebeweegt met het cirkelvormig traject dat de binnenrand van de band aflegt tijdens de rotatie van de velg, en waarbij tegelijkertijd de geleidingskop in de werkpositie wordt gehouden zodat een passerend deel van de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt geleid door het geleidingsvlak.

De voordelen van een dergelijke wijze van demontage van een band van een velg, zijn reeds hierboven besproken, t.w. het verminderen van het risico op beschadiging van de band of de velg.

Het heeft bij deze werkwijze de voorkeur, dat tijdens stap ii) de haak in glijdend contact over de geleidingskop wordt bewogen, waarbij bij voorkeur de geleidingskop is voorzien van een verdiept verticaal glijspoor waarover een buitenzijde van de haak glijdend bewogen kan worden.

Deze werkwijze leidt tot verdere verlaging van het risico op beschadiging van de band of de velg tijdens de demontage van de band van de velg. Voorbeelden De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding welke zijn weergegeven in de bijgevoegde figuren, waarbij: - Figuur 1 een aanzicht in perspectief geeft van de demontagemachine volgens de uitvinding; - Figuur 2 een zijaanzicht is van een uitvoering van de haak van de demontagemachine; - Figuur 3 een bovenaanzicht biedt van een deel van de demontagemachine tijdens demontage van een band van een velg; - Figuur 4 een bovenaanzicht geeft van een uitvoering van het geleidingsviak van de geleidingskop van de demontagemachine. Figuur 1 toont een demontagemachine 1 voor het demonteren van een band van een velg. De machine 1 omvat een dragend basisframe 3 dat is voorzien van een opstaand draaglichaam 9 voor een velg (niet weergegeven), en een kolom 20 die op afstand van het draaglichaam 9 is opgesteld. Het draaglichaam 9 is elektromotorisch roteerbaar ten opzichte van het basisframe 3 over een rotatie-as 11 die zich in een verticale richting uitstrekt, en is voorzien van een bout 14 voor het in gefixeerde positie bevestigen van een velg op een bovenzijde 10 van het draaglichaam 9, zodanig dat een hoofdas van de aldus gefixeerde velg zich in een richting uitstrekt die samenvalt met de centrale rotatie- as 11, waardoor een rotatie van het draaglichaam resulteert in een rotatie van de gefixeerde velg over de hoofdas. het draaglichaam 9 is gemonteerd op een tafel 5 welke horizontaal verschuifbaar is ten opzichte van het basisframe 3 door elektromotorische aandrijving.

De opstaande kolom 20 is voorzien van een geleidingsarm 26 en een elektromotorisch aangedreven stelmechanisme 22 voor het in hoogte verstellen van de geleidingsarm 26 op de kolom 20. De geleidingsarm is aan een distaa! einde voorzien van een geleidingskop 28 met een geleidingsvlak 29 dat ontworpen is voor het geleiden van een binnenrand van een band {niet weergegeven) over een buitenrand van de velg wanneer de geleidingsarm 26 in werkpositie is gesteld tussen de buitenrand van de velg en de binnenrand van de band.

Aan de bovenzijde van de kolom 20 is een hulparm 30 verbonden welke is opgebouwd uit twee aan elkaar geschakelde geledingen 32 en 34, waarbij de proximale geleding 32 zwenkbaar is verbonden aan de kolom 20 door een verticale scharnieras 36. De distale geleding 34 is verbonden aan proximale geleding 32 door een verticale scharnieras 38. Aan het distale einde van de geleding 34 is een haakarm 40 verbonden. Aldus kan de haakarm een cirkelvormig traject afleggen rondom de rotatie-as 11 van het draaglichaam 9.

De haakarm 40 omvat een pneumatisch aangedreven haakmechamisme 42, met een telescopisch beweegbare werkarm 44, voor het in een verticale richting bewegen van een losneembaar verbonden koppellichaam 46 waaraan een haak 48 vast is verbonden voor het verplaatsen van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg. Het koppellichaam 46 is bovendien roteerbaar verbonden met de werkarm 44 zodat de haak 48 in een gewenste richting kan worden gedraaid. De haak 48 is bij voorkeur beweegbaar over een verticale afstand van minimaal 15 tot 45 cm.

Figuur 2 toont in detail de haak 48 weergegeven in fig. 1, in een dwarsdoorsnede in een verticaal vlak, dat aan het uiteinde van koppellichaam 46 vast is verbonden. De haak 48 heeft een buitenzijde 50 en een binnenzijde 52, en is verdeeld in een brugsegment 54 en een haaksegment 60. Het brugsegment strekt zich uit over een bruglengte vanaf een eerste einde 56 dat is verbonden aan het koppellichaam 48, tot aan een tweede einde 58 dat is verbonden met het haaksegment 60. Het haaksegment strekt zich over een haaklengte uit vanaf het tweede einde 58 tot een vrij uiteinde van de haak 62. De bruglengte in horizontale richting is aangeduid als bL en de de haaklengte in horizontale richting als hL, waarbij de waarde van bL ongeveer 2,5 maal groter is dan hL.

Een einddeel van het haaksegment 60 dat het vrije uiteinde van de haak 62 omvat, staat onder een hoek staat met het horizontale vlak van ongeveer 15 graden.

Het brugsegment 54 omvat een denkbeeldige bruglijn 64 die het eerste einde 56 en het tweede einde 58 van het brugsegment doorsnijdt, welke bruglijn 64 een diagonale oriëntatie heeft ten opzichte van het horizontale vlak, onder een hoek van ongeveer 60 graden met het horizontale vlak.

De buitenzijde 50 van de haak omvat afgeronde oppervlakken.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een deel van de demontagemachine tijdens de demontagefase, waarin de bovenzijde 71 van een band 70 op een velg 72 wordt gemonteerd terwijl deze op de bovenzijde 10 van het draaglichaam is gefixeerd door een topmoer 74 vast aan te draaien op de bout 14. De geleidingsarm 26 is zo gepositioneerd dat de geleidingskop 28 met een voorzijde 68 tangentieel tegen de buitenrand 78 van de velg aanligt, terwijl de binnenrand 76 van de band op het geleidingsvlak 29 van de geleidingskop 28 ligt.

Voorafgaand aan de getoonde situatie is een eerste, initieel deel van de binnenrand van de band 70 reeds over de buitenrand 78 van de velg gebracht, waartoe de haak 48 (voor het overzicht in fig. 3 slechts getoond met het eraan verbonden koppellichaam 46) in aangrijpend contact is gebracht achter het weergegeven deel van de binnenrand 76, en verticaal omhoog is bewogen waarbij de binnenrand 76 over de buitenrand 78 van de velg is verplaatst, en vervolgens de haak op enkele centimeter hoogte boven de buitenrand 78 van de velg wordt gehouden.

In de getoonde situatie wordt een rotatie van de bovenzijde 10 van het draaglichaam uitgevoerd, zodanig dat de velg met de band in de rotatierichting R, t.w. linksom, draait. De haak 48 zal in aangrijping op de binnenrand 76 meebewegen met de draairichting van de velg met de band. Door de rotatie wordt ter hoogte van de geleidingskop 28 de binnenrand 76 van de band verplaatst vanuit een gemonteerde positie waarbij de binnenrand van de band 76 achter de buitenrand 78 van de velg steekt (onderaan weergegeven met een gestippelde lijn voor binnenrand 76), naar een gedemonteerde positie waarbij de binnenrand buiten de buitenrand van de velg is gebracht (bovenaan weergegeven met een gestippelde lijn voor buitenrand 78). Wanneer het draaglichaam 9 volledig is geroteerd, bevindt de gehele binnenrand 76 zich buiten de buitenrand 78 van de velg 72 en is de band gedemonteerd. Figuur 4 toont een bovenaanzicht van een uitvoering van het geleidingsvlak 29 van de geleidingskop 28 die verbonden is aan geleidingsarm 26 en welke kan worden toegepast in de situatie getoond in fig. 3.

Het geleidingsvlak is dusdanig gevormd, dat de voorzijde 68 een concave vorm heeft, teneinde goed aan te sluiten op de buitenrand 78 van de velg. Het tegenoverliggende geleidingsvlak heeft een bultvormige zone 80 en een verdiept verticaal glijspoor 82.

Dit glijspoor 82 is geschikt om hierover een buitenzijde 50 van de haak 48 (zie fig. 2) glijdend te bewegen tijdens het in een verticale richting bewegen van de haak bij het verplaatsen van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg. Aldus kan de haak 48 de binnenrand van een band zeer nabij de geleidingskop 28 verplaatsen over de buitenrand van velg, terwijl de haak 48 bij de vervolgstappen van demontage met de binnenrand van de band meebeweegt, terwijl de geleidingskop 28 in vaste werkpositie blijft.

Claims (23)

Conclusies

1. Demontagemachine voor het demonteren van een band van een velg, omvattende een dragend basisframe dat is voorzien van: - een opstaand draaglichaam voor een velg, welk draaglichaam is verbonden met het basisframe, motorisch roteerbaar is ten opzichte van het basisframe over een rotatie-as die zich in een verticale richting uitstrekt, en is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het in gefixeerde positie bevestigen van een velg op een bovenzijde van het draaglichaam, zodanig dat een hoofdas van de aldus gefixeerde velg zich in een richting uitstrekt die samenvalt met de centrale rotatie-as van het draaglichaam, waardoor een rotatie van het draaglichaam resulteert in een rotatie van de gefixeerde velg over de hoofdas, - een vast met het basisframe verbonden opstaande kolom die op afstand staat van het draaglichaam, welke kolom is voorzien van een geleidingsarm en een hulparm die zich van de kolom af uitstrekken in de richting van het draaglichaam, en welke onafhankelijk van elkaar beweegbaar zijn verbonden met de kolom, zodat de geleidingsarm en de hulparm onafhankelijk van elkaar in een werkpositie gesteld kunnen worden als afzonderlijke werkinstrumenten voor het demonteren van een band van een op het draaglichaam gefixeerde velg, waarbij de kolom is voorzien van een motorisch aangedreven stelmechanisme voor het in hoogte verstellen van de geleidingsarm op de kolom, en de geleidingsarm aan een distaal einde is voorzien van een geleidingskop met een geleidingsvlak dat ontworpen is voor het geleiden van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg wanneer de geleidingsarm in werkpositie verkeert tussen de buitenrand van de velg en de binnenrand van de band, waarbij de hulparm met een proximaal einde zwenkbaar is verbonden aan de kolom, en een distaal einde is voorzien van een haakarm waarvan een distaal einde is verbonden met een haak, welke haak ontworpen is om aan te grijpen achter een binnenrand van een band wanneer de hulparm in werkpositie is gesteld, waarbij de haakarm een motorisch aangedreven haakmechamisme omvat voor het in een verticale richting bewegen van de haak voor het verplaatsen van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg wanneer de hulparm in werkpositie is gesteld,

en waarbij de hulparm dusdanig zwenkbaar is verbonden aan de kolom, dat de haak een cirkelvormig traject af kan leggen rondom de rotatie-as van het draaglichaam.

2 Demontagemachine volgens conclusie 1, waarbij de hulparm ten minste twee aan elkaar geschakelde geledingen omvat, waarbij een eerste geleding met een proximaal einde zwenkbaar is verbonden aan de kolom, en met een distaal einde zwenkbaar is verbonden aan een proximaal einde van een tweede geleding, waarbij een distaal einde van de tweede geleding het distale einde van de hulparm vormt.

3. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij één of meer zwenkbare verbindingen van de hulparm dusdanig zijn uitgevoerd dat de zwenkbare verbinding een zwenking om een verticale as bewerkstelligt.

4. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hulparm zwenkbaar is verbonden aan de kolom op een hoogte die boven de maximaal instelbare hoogte van de geleidingsarm ligt.

5. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het motorisch aangedreven haakmechanisme een werkarm omvat die met een distaal! einde verbonden is aan de haak, en welk distaal einde langs een verticale as beweegbaar is, en bij voorkeur beweegbaar over een afstand van minimaal 15 tot 45 cm.

6. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de haak roteerbaar is opgesteld ten opzichte van het distale einde van de hulparm, zodanig dat een rotatie van de haak over een verticale rotatieas mogelijk is.

7. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de haakarm een koppellichaam omvat dat aan een eerste einde is verbonden met de haak, en met een tweede einde is verbonden aan het haakmechanisme.

8. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de haak losneembaar is verbonden aan het haakmechanisme door een koppelverbinding.

9 Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de demontagemachine een pneumatische motor als krachtbron omvat voor de motorische aandrijving van het haakmechanisme.

10. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de haak is uitgevoerd als een gekromd lichaam dat een brugsegment en een haaksegment omvat, waarbij het brugsegment en haaksegment tegenover elkaar zijn opgesteld in een gemeenschappelijk verticaal vlak, en waarbij het brugsegment een bovenste segment van de haak is, en het haaksegment een onderste segment van de haak is dat is ingericht voor het aangrijpen achter een binnenrand van een band, waarbij het brugsegment zich over een bruglengte uitstrekt vanaf een eerste einde dat is verbonden aan de haakarm tot aan een tweede einde dat is verbonden aan het haaksegment, en het haaksegment zich over een haaklengte uitstrekt vanaf een eerste einde verbonden aan het brugsegment tot aan een tweede einde dat samenvalt met een vrij uiteinde van de haak, waarbij de bruglengte in horizontale richting groter is dan de haaklengte in horizontale richting, in het bijzonder 2 tot 6 maal groter.

11. Demontagemachine volgens conclusie 10, waarbij een einddeel van het haaksegment dat het vrije uiteinde van de haak omvat, onder een hoek staat met het horizontale vlak in het gebied van 0 tot 30 graden, en bij voorkeur taps toeloopt in de richting van het vrije uiteinde.

12. Demontagemachine volgens conclusie 10 of 11, waarbij het brugsegment een denkbeeldige bruglijn definieert die het eerste einde en het tweede einde van het brugsegment doorsnijdt, welke bruglijn een diagonale oriëntatie heeft ten opzichte van het horizontale vlak, en bij voorkeur onder een hoek staat van 30 tot 80 graden met het horizontale vlak.

13. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de haak een buitenzijde heeft met een buitenoppervlak dat afgeronde oppervlakken omvat.

14. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het geleidingsvlak is voorzien van een verdiept verticaal glijspoor waarover een buitenzijde van de haak glijdend bewogen kan worden, in het bijzonder tijdens het in een verticale richting bewegen van de haak bij het verplaatsen van een binnenrand van een band over een buitenrand van de velg.

15. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het geleidingsvlak van de geleidingskop een bult omvat welke, tijdens het demonteren van een band van een op het draaglichaam gefixeerde velg, interacteert met de binnenrand van de band zodat de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt verplaatst.

16. Demontagemachine volgens conclusie 14 en 15, waarbij in het geleidingsvlak het verdiept verticaal glijspoor en de bult op afstand staan van elkaar.

17. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de demontagemachine een elektromotor als krachtbron omvat voor het motorisch aandrijven van het roteerbare draaglichaam, en/of de in hoogte beweegbare geleidingsarm.

18. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het draaglichaam is gemonteerd op een tafel welke horizontaal verschuifbaar is ten opzichte van het basistrame door motorische aandrijving, bij voorkeur elektromotorische aandrijving.

19. Demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen voor het fixeren van de velg, tenminste een bout en een bijpassende moer omvatten.

20. Demontagemachine een van de voorgaande conclusies, waarbij binnen het basisframe een of meer krachtbronnen voor motorische aandrijving zijn opgesteld.

21. Demontagemachine een van de voorgaande conclusies, dat is voorzien van besturingseenheden voor de motorische aandrijving van beweegbare onderdelen, en bij voorkeur tevens omvattende bedieningspedalen in het basisframe voor het bedienen van een of meer besturingseenheden.

22, Werkwijze voor het demonteren van een band van een velg met een demontagemachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende de achtereenvolgende stappen van: i) het opstellen van de hulparm en de geleidingsarm in hun respectievelijke werkposities ten opzichte van het draaglichaam waarop een velg met gemonteerde band is gefixeerd, waarbij de geleidingskop aanliggend tegen de buitenrand van de velg is opgesteld, en de haak van de haakarm in de nabijheid verkeert van de geleidingskop en in aangrijpend contact is gesteld achter een eerste deel van de binnenrand van de band; ii) het verticaal opwaarts bewegen van de haak zodat het eerste deel van de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt verplaatst, en tegelijkertijd over het geleidingsvlak van de geleidingskop wordt verplaatst; iii) het op een vaste hoogte brengen van de haak waarbij deze boven de buitenrand van de velg verkeert terwijl deze in aangrijpend contact blijft met de binnenrand van de band; iv) het vervolgens roteren van het draaglichaam waardoor de gefixeerde velg en de band worden geroteerd, terwijl de haak in aangrijpend contact blijft met het eerste deel van de binnenrand van de band tijdens de rotatie van de velg, zodat de haak meebeweegt met het cirkelvormig traject dat de binnenrand van de band aflegt tijdens de rotatie van de velg, en waarbij tegelijkertijd de geleidingskop in de werkpositie wordt gehouden zodat een passerend deel van de binnenrand van de band over de buitenrand van de velg wordt geleid door het geleidingsvlak.

23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij tijdens stap ii) de haak in glijdend contact over de geleidingskop wordt bewogen, waarbij bij voorkeur de geleidingskop is voorzien van een verdiept verticaal glijspoor waarover een buitenzijde van de haak glijdend bewogen kan worden.