NL2026672B1 - Verbeterde werkwijze en inrichting voor het ontstapelen en uitspreiden van in zakjes verpakte medicatie - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontstapelen en uitspreiden van in zakjes verpakte medicatie welke zakjes opeenvolgend zijn aangebracht in een lintvormige medicatierol, welke werkwijze de volgende stappen omvat: a) het transporteren van de lintvormige medicatierol over een transportbaan; b) het tijdens stap a) ontstapelen en uitspreiden van althans een deel van de medicatie over het zakje. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze .

Description

VERBETERDE WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET ONTSTAPELEN EN

UITSPREIDEN VAN IN ZAKJES VERPAKTE MEDICATIE De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontstapelen en uitspreiden van in zakjes verpakte medicatie welke zakjes opeenvolgend zijn aangebracht in een lintvormige medicatierol, welke werkwijze de volgende stappen omvat: a) het transporteren van de lintvormige medicatierol over een transportbaan; b) het tijdens stap a) ontstapelen en uitspreiden van althans een deel van de medicatie over het zakje.

De werkwijze is bekend op het vakgebied en wordt 0.4. uitgevoerd door een inrichting zoals beschreven in het Nederlands octrooi NL1042664 van de aanvrager.

De bekende werkwijze heeft als nadeel dat niet alle medicatie in het zakje wordt ontstapeld aangezien de medicatie die zich nabij een buitenrand van het zakje bevindt niet in het bereik ligt van stap b).

Daarom heeft de inventieve werkwijze het kenmerk, dat de werkwijze de verdere stap c) omvat: het tijdens stap b) verplaatsen van medicatie die zich nabij een buitenrand van het zakje bevindt richting een middellijn van het zakje, zodanig dat de verplaatste medicatie tijdens stap b) kan worden ontstapeld en worden uitgespreid.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vindt in stap c) het verplaatsen plaats door het schuiven van de medicatie. Op deze manier wordt bewerkstelligd dat de te verplaatsen medicatie zo min mogelijk wordt beschadigd.

In een verdere uitwerking van de voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarin de kans op beschadiging van de medicatie verder is verkleind vindt het schuiven plaats door één of meerdere onder een hoek van bij voorkeur 90° met de transportrichting staande eerste pennen, die repeterend vanaf de buitenzijde richting de middellijn bewegen.

In alle uitvoeringsvormen van de werkwijze heeft het de voorkeur om in stap Cc) de medicatie vanaf een onderzijde van het zakje richting de middellijn te verplaatsen. Hierdoor wordt er tijdens het verplaatsen de medicatie niet tegen de transportbaan aangedrukt, waarmee de kans op beschadiging van de medicatie is verkleind.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze omvattende een transportbaan die is ingericht voor het transporteren van de afgerolde zakjes van de medicatierol, waarin de transportbaan een sectie omvat waarover de zakjes verplaatsbaar zijn en waarin in bedrijf de onderzijde van ten minste één zakje tegen een bovenzijde van de sectie aanligt, en de sectie verspreidingsmiddelen omvat voor het ontstapelen en uitspreiden van althans een deel van de medicatie in een op de sectie liggend zakje, waarin de inrichting is ingericht voor samenwerking met middelen voor het aan- of afvoeren van de medicatierol over de transportbaan.

Er zijn diverse machines, zogenoemde schouwmachines, op de markt die de inhoud van zakjes, welke bij voorbeeld capsules, pillen en/of tabletten bevatten, met behulp van zichtsystemen automatisch controleren op de specifieke soort en aantallen van deze capsules, pillen en/of tabletten. Voor het correct uitvoeren van deze automatische controle is het een vereiste dat de medicatie niet boven op elkaar of te strak tegen elkaar aan ligt.

De zogenaamde Baxterrol, een opgerold lint met medicijnzakjes, wordt steeds meer toegepast voor het op patiëntniveau leveren van de dagelijks in te nemen geneesmiddelen. In de Verenigde Staten leveren apotheken, naast de geneesmiddelen die een patiënt dagelijks of soms meerdere malen per dag, moet innemen, ook vaak supplementen en vitamines aan zo’n patiënt. De geneesmiddelen en dus eventueel ook supplementen, hierna gemakshalve elk afzonderlijk of gezamenlijk aangeduid met de term medicatie, wordt in principe per dag en per innamemoment in een zakje verpakt. De met elkaar verbonden zakjes vormen een lint of ketting.

Direct na het in een zakje verpakken van medicatie ligt de medicatie doorgaans onder in het zakje. In een lint van medicatiezakjes valt de bodemnaad van een medicatiezakje samen met een langszijde, ook wel rand genoemd, van het lint. Het kan gebeuren dat in gevallen waarin bij voorbeeld in een zakje twee tabletten op elkaar liggen, het automatische zichtsysteem bij het tellen van de aantallen slechts één tablet waarneemt en derhalve een foutmelding geeft, welke bij controle door een persoon een zogenaamde valse foutmelding zal blijken te zijn. Ook kunnen twee deels op elkaar liggende tabletten, pillen en/of capsules door een schouwmachine worden gezien als een object met een onherkenbare vorm, waardoor ook een valse foutmelding optreedt.

Het mag duidelijk zijn dat dergelijke valse foutmeldingen, onnodig, meer tijd en meer menselijk handelen vergen. Het is dus van belang dat bij het liggend, dus met het vlak van een zakje in een in hoofdzaak horizontale stand, door een schouwmachine leiden van een lint van medicatiezakjes de medicatie van een positie in de nabijheid van een langszijde van het lint in de richting van het midden van het lint wordt verplaatst en daarbij wordt verspreid en indien nodig ontstapeld.

Er zijn inrichtingen volgens de stand van de techniek die dit met behulp van één of meer trilmodules beogen te bewerkstelligen.

Een in een eerdere aanvraag NL1042664 van de indiener van de onderhavige aanvraag beschreven inrichting voor het ontstapelen en uitspreiden van in zakjes verpakte medicatie omvat om hun as roteerbare in hoofdzaak haaks op de lengterichting van het lint van zakjes staande in hoofdzaak horizontale assen waarop zogenaamde excenters zijn aangebracht die de zakjes op instelbare plaatsen aantikken en in meer en mindere mate optillen.

Door het aantal, type en patroon van op de assen aangebrachte excenters te variëren kan het effect dat de inrichting heeft, worden beïnvloed.

Die inrichting bewerkstelligt reeds een significante verbetering in ontstapeling en verspreiding van medicatie ten opzichte van de tot dan toe bekende systemen.

Diverse gebruikers van de inrichting volgens de eerdere aanvraag van de indiener van de onderhavige aanvraag ervaren een verlaging van het aantal valse fouten bij het schouwen van vijfentwintig procentpunten of zelfs meer.

Een andere inrichting volgens de aanhef van conclusie 5 is bekend op het vakgebied en is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage US2007000805A1. De bekende inrichtingen hebben als nadeel dat de medicatie aan de buitenste randen van het zakje niet door de inrichting wordt ontstapeld en verspreid.

De inrichting volgens de uitvinding verschaft een betrouwbare oplossing met een hoge graad van spreiding en ontstapeling van medicatie en een laag beschadigingsrisico zonder de bovengenoemde nadelen van de bekende inrichtingen.

De inrichting volgens de uitvinding verschaft een oplossing welke de kans op valse foutmeldingen en valse goedmeldingen door schouwmachines als gevolg van stapeling of onvoldoende spreiding van medicatie, althans nagenoeg, kan uitsluiten.

Daartoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de sectie tevens verplaatsingsmiddelen omvat voor het verplaatsen van aan de buitenzijden van een zakje gelegen medicatie naar een positie, waarin de verplaatste medicatie in het bereik komt van de verspreidingsmiddelen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de verplaatsingsmiddelen één of meerdere onder een hoek, bij voorkeur 90°, met de transportrichting staande aangedreven eerste pennen, waarin elke eerste pen in bedrijf een beweging maakt tussen een eerste positie nabij een buitenrand van een zakje op de sectie naar een meer naar de middellijn van het zakje gelegen tweede positie, waarin een kop van de eerste pen op hoogte ligt van de medicatie in een zakje op de sectie.

Met behulp van de pennen kan de medicatie met minimaal risico op beschadigingen naar de middellijn van het zakje worden gebracht.

In een verdere uitwerking van de voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de verplaatsingsmiddelen ten minste één aangedreven nok, waarin op ten minste één uiteinde van de nok een eerste pen is aangebracht, waarin de nok in bedrijf een oscillerende beweging om een nokas maakt.

Bij voorkeur is elke nok in bedrijf onder een op de sectie liggend zakje gepositioneerd, zodanig dat de eerste pennen in bedrijf tussen de nok en het zakje is gelegen.

Met meer voorkeur is althans een deel van de verspreidingsmiddelen geïntegreerd in een nok.

In een meest economische uitwerking van de voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de verspreidingsmiddelen één of meerdere onder een hoek, bij voorkeur 90°, met de transportrichting staande aangedreven tweede pennen, waarin de tweede pennen een roterende beweging om de nokas maken en waarin een kop van de tweede pen op hoogte ligt van de medicatie in een zakje op de sectie.

De inrichting volgens de uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van tekeningen van één of meer uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting.

Daarbij toont: - Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding; - Figuur 2 een schematisch perspectivisch vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding zonder voorplaat; - Figuur 3 een schematisch perspectivisch vooraanzicht van het in Figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding zonder voorplaat met een in de module aanwezig stuk van een lint van medicatiezakjes.

In de figuren hebben gelijke of gelijksoortige delen gelijke of gelijksoortige verwijzingscijfers.

Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de inrichting de transportbaan 1, een achterplaat 14, een voorplaat 1b en een bodemplaat

2. Verdeeld over de lengte van de transportbaan 1 zijn vijf, elk om een eigen, bij het 5 beoogde gebruik van de module in hoofdzaak verticaal staande, as roteerbare verplaatsingselementen of nok 3 als onderdeel van de verplaatsingsmiddelen en binnen de contouren van elk van de vijf verplaatsingselementen 3 een roteerbaar verspreidingselement 4, die de medicatie onstapelen en verspreiden. In het in Figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld vallen de rotatieassen van respectievelijk een verplaatsingselement 3 en het binnen de contouren van dat verplaatsingselement aangebrachte verspreidingselement 4 althans nagenoeg samen. In de getoonde uitvoeringsvorm hebben de verplaatsingselementen 3 een langwerpige vorm. Elk van de verplaatsingselementen 3 omvat in de directe nabijheid van een eerste uiteinde een eerste verplaatsingspen 5a en in de directe nabijheid van het tweede uiteinde een tweede eerste verplaatsingspen 5b.

De uitvinding omvat ook uitvoeringsvormen waarin één of meer van de verspreidingselementen niet binnen de contouren van de verplaatsingselementen, maar tussen twee verplaatsingselementen zijn aangebracht. Dat kan uiteraard wel resulteren in een verlenging van de transportbaan. In een aantal voorkeursuitvoeringen is de totale inwendige breedte, zijnde de afstand tussen de achterplaat 1a en de voorplaat 1b van de transportbaan een aantal, bij voorbeeld vier, millimeter groter dan de breedte van het lint van medicatiezakjes. In een uitvoeringsvorm van de inrichting is de aandrijving van respectievelijk het verplaatsingselement 3 en het verspreidingselement 4 zo ingericht dat het verplaatsingselement 3 een oscillerende rotatie maakt, over een hoek van bij voorbeeld in totaal tachtig graden, terwijl het verspreidingselement 4 volledige rotaties maakt. Dit uitvoeringsvoorbeeld van de beweging van respectievelijk het verplaatsingselement 3 en het verspreidingselement 4 zijn schematisch weergegeven door de twee cirkelboogvormige pijlen 7 in de nabijheid van de uiteinden van het tweede verplaatsingselement en de cirkelboogvormige pijl 8 in het bijbehorende verspreidingselement. De uitvinding omvat ook uitvoeringsvormen van de transportbaan waarin ook het verspreidingselement 4 oscillerende rotaties kan maken in plaats van of in combinatie met volledige, al dan niet continue, rotaties. Tevens kan het verplaatsingselement 3 in sommige uitvoeringsvormen desgewenst volledige rotaties maken en dan continu roteren. De uitvinding voorziet erin dat de frequentie en amplitude, in dit geval dus de verdraaiingshoek, van de oscillatie van een verplaatsingselement en/of van een verspreidingselement naar keuze instelbaar kan zijn, evenals de rotatiesnelheid in geval van continu roteren. De verspreidingselementen 4 oscilleren om de stand, hierna de nulstand genoemd, waarin de lengterichting van het verspreidingselement 4 in hoofdzaak haaks staat op de lengterichting van de achterplaat 1a en de voorplaat 1b van de transportbaan en bij het beoogde gebruik van de module ten minste in hoofdzaak haaks staat op de lengterichting van linten met medicatiezakjes welke voor het ontstapelen en verspreiden van medicatie liggend door de transportbaan 1 worden getransporteerd. In de nulstand bevinden de eerste verplaatsingspennen 5a en 5b van een verspreidingselement 4 zich elk zo dicht mogelijk bij een rand of langszijde van het zakjeslint en kunnen zij derhalve medicatie die zich bij de bodem- of topnaad van een zakje bevindt gericht naar het midden van de zakjes verdringen, dankzij de door de pennen bij het oscilleren van het verspreidingselement 4 beschreven boogvormige traject.

In meerdere uitvoeringsvormen van de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding is de eerste eerste verplaatsingspen 5a van de verspreidingselementen 4, zijnde in het getoonde voorbeeld de eerste verplaatsingspen in de nabijheid van de achterplaat 14, bij voorkeur circa tien millimeter hoger dan de tweede pen 5b van het verplaatsingselement. Dat geldt in diverse uitvoeringsvormen van de transportbaan voor alle verspreidingselementen 4. Het gevolg daarvan is dat het lint van medicatiezakjes dus in de breedterichting van het lint enigszins naar de voorzijde van de module naar beneden hellend door de transportbaan wordt getransporteerd. Daarbij bevindt de bodem van de zakjes, zijnde de positie in de zakjes waarin de medicatie zich bij het vullen van de zakjes in hoofdzaak heeft verzameld, aan de hoge langszijde van het lint van medicatiezakjes. Op deze wijze helpt de zwaartekracht ook mee bij het vanuit de bodem van een zakje in de richting van het midden van het zakje verplaatsen van de medicatie.

Uiteraard voorziet de uitvinding erin dat de eerste verplaatsingspennen 5a en 5b van de verspreidingselementen 4 ook allen dezelfde hoogte kunnen hebben. In diverse uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de eerste verplaatsingspennen in hoogte verstelbare pennen of eenvoudig uitwisselbare pennen. De in hoogte verstelbare uitvoeringsvormen omvatten bij voorbeeld ook pennen in de vorm van een van schroefdraad voorzien element dat in een basiselement, bij voorbeeld een strip of schijf, van een verplaatsingselement 3 kan worden geschroefd.

De pen kan in zo’n geval een bout omvatten, waarbij de bout een goed afgeronde,

eventueel glad gepolijste, kop kan hebben om te voorkomen dat de zakjes waarlangs de eerste verplaatsingspen, dus in dit voorbeeld de afgeronde kop van de bout, beweegt, worden beschadigd. Bij toepassing van eerste verplaatsingspennen 5a en 5b in de vorm van bouten of een ander van schroefdraad voorzien object kunnen de pennen eenvoudig in hoogte worden versteld.

De verspreidingselementen 4 zijn in de in Figuur 1 schematisch weergegeven uitvoeringsvorm in bovenaanzicht in hoofdzaak cirkelvormig en omvatten elk twee tweede verspreidingspennen 6. De uitvinding voorziet er ook voor de tweede verspreidingspennen 6 van de verspreidingselementen 4 in dat deze eenvoudig in hoogte kunnen worden versteld en dat de koppen van deze pennen ook maatregelen, zoals bij voorbeeld een ronde vorm en een glad oppervlak, omvatten welke beschadiging van zakjes kunnen voorkomen. Het optimaliseren van de verspreiding van de medicatie nadat deze door de eerste verplaatsingspennen 5a en 5b in de richting van het midden van een zakje is verplaatst, kan door de individuele verstelbaarheid van de tweede verspreidingspennen 6 snel worden bewerkstelligd. De uitvinding omvat ook uitvoeringsvormen waarin het basiselement van één of meer verplaatsingselementen 3 in een transportbaan cirkelvormig is en het element meer dan twee eerste verplaatsingspennen 5 en meer dan twee tweede verspreidingspennen 6 omvat.

In het in Figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld omvat de basisplaat 2 van de transportbaan vijf rechthoekige gaten 9 met afgeronde hoeken, hierna ook luchtgaten genoemd, waarvan er voor de overzichtelijkheid van de figuur slechts twee van het verwijzingscijfer 9 zijn voorzien.

Deze gaten 9 maken het mogelijk om met behulp van onder de basisplaat 2 met de zuigzijde naar boven gericht, geplaatste ventilatoren onderdruk te creëren in de nabijheid van de onderzijde van een zakjeslint dat liggend door de transportbaan wordt getransporteerd. Deze onderdruk kan bewerkstelligen dat de zich aan de onderzijde bevindende folie van een medicatiezakje in geringe mate naar beneden wordt getrokken. Dit kan twee voor de ontstapeling en verspreiding van medicatie gunstige effecten hebben, en wel: het voor de medicatie creëren van meer bewegingsruimte in een zakje, hetgeen verplaatsing vereenvoudigt, en het verbeteren van het contact tussen de eerste verplaatsingspennen en tweede verspreidingspennen enerzijds en het zakje anderzijds.

Figuur 2 toont een schematisch perspectivisch vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding zonder de voorplaat. In de figuur zijn de eerste verplaatsingspennen 5a en 5b van de verplaatsingselementen 3 duidelijk zichtbaar evenals de tweede verspreidingspennen 6 van de verspreidingselementen 4. Ten behoeve van de overzichtelijkheid van de figuur zijn evenals in Figuur 1 slechts één verplaatsingselement 3 en één verspreidingselement 4 en hun bijbehorende pennen voorzien van een verwijzingscijfer. Voorts is in het in Figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de transportbaan te zien dat deze bij voorbeeld vier onder de basisplaat 2 van de module geplaatste ventilatoren 10 omvat.

Uiteraard voorziet de uitvinding er ook in dat in plaats van of in aanvulling op eventuele onder de basisplaat geplaatste ventilatoren 10 ook één of meer ventilatoren aan de bovenzijde van de transportbaan kunnen worden aangebracht. De hoogten van de in Figuur 2 schematisch weergegeven eerste verplaatsingspennen en tweede verspreidingspennen hebben uitsluitend ten doel een mogelijk globaal ontwerp van de transportbaan volgens de uitvinding nader te illustreren en moeten niet worden uitgelegd als zijnde per se kenmerkende hoogten voor deze pennen.

Figuur 3 toont een schematisch perspectivisch vooraanzicht van het in Figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding zonder voorplaat met een in de module aanwezig stuk van een lint van medicatiezakjes 11. De uitvinding voorziet erin dat de module aan de invoer- of de uitvoerzijde lintgeleidingen kan omvatten met elke gewenste en/of nuttig geachte vorm.

De onderhavige uitvinding omvat zowel inrichtingen waarin in hoofdzaak de gehele in het bovenstaande beschreven transportbaan is ingebouwd als inrichtingen waarin slechts één of meer van de kenmerkende componenten van de transportbaan zijn toegepast. In deze beschrijving en in de conclusies wordt in deze context onder ‘kenmerkende componenten’ verstaan het, al dan niet oscillerend, roteerbare verplaatsingselement 3 en het continu roteerbare verspreidingselement 4 en de bijbehorende pennen 5a, 5b en 6.

De term “en/of” heeft vooral betrekking op één of meer van de items welke vóór en na “en/of” worden vermeld. Bij voorbeeld een zin “item 1 en/of item 2” {en vergelijkbare zinnen) kan betrekking hebben op item 1 en item 2 of op item 1 of item 2. De term “omvatten” (of afgeleiden daarvan) heeft ook betrekking op uitvoeringen waarin de term “omvatten” betekent “bestaan uit”. De term “omvatten” kan derhalve in sommige gevallen betekenen “bestaan uit”, maar kan in andere gevallen betekenen “bevattende ten minste de gedefinieerde soort en optioneel één of meer andere soorten”. In een conclusie sluit het gebruik van het woord omvatten of een afgeleide daarvan de aanwezigheid van elementen of stappen buiten de in de conclusie geclaimde elementen of stappen niet uit.

Waar in de beschrijving de aanduiding “in hoofdzaak haaks” wordt gebruikt, kan dit verwijzen naar een hoek makend binnen het bereik van ten minste tachtig en ten hoogste negentig graden en bij voorkeur binnen het bereik van ten minste vijfentachtig en ten hoogste vijfennegentig graden.

In de beschrijving en in de conclusie zijn de termen spreiden, verspreiden en uitspreiden synoniemen van elkaar en verwijzen zij allen naar het vergroten van de tussenruimte tussen individuele pillen, tabletten en/of capsules welke zich bevinden in een in hoofdzaak in horizontale positie geplaatst zakje.

De in deze beschrijving besproken en in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de uitvinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

Claims (10)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het ontstapelen en uitspreiden van in zakjes (11) verpakte medicatie welke zakjes (11) opeenvolgend zijn aangebracht in een lintvormige medicatierol, welke werkwijze de volgende stappen omvat: a) het transporteren van de lintvormige medicatierol over een transportbaan; b) het tijdens stap a) ontstapelen en uitspreiden van althans een deel van de medicatie over het zakje (11); met het kenmerk, dat de werkwijze de verdere stap omvat: c) het tijdens stap bj verplaatsen van medicatie die zich nabij een buitenrand van het zakje (11) bevindt richting een middellijn van het zakje (11), zodanig dat de verplaatste medicatie tijdens stap b) kan worden ontstapeld en worden uitgespreid;

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin in stap c) het verplaatsen plaatsvindt door het schuiven van de medicatie.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarin in stap c) het schuiven plaatsvindt door één of meerdere onder een hoek van bij voorkeur 90° met de transportrichting staande eerste pennen, die repeterend vanaf de buitenzijde richting de middellijn bewegen.

4. Werkwijze volgens één der vorige conclusies, waarin in stap c) de medicatie vanaf een onderzijde van het zakje (11) richting de middellijn wordt verplaatst.

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-4, omvattende een transportbaan (1) die is ingericht voor het transporteren van de afgerolde zakjes (11) van de medicatierol, waarin de transportbaan (1) een sectie omvat waarover de zakjes (11) verplaatsbaar zijn en waarin in bedrijf de onderzijde van ten minste één zakje (11) tegen een bovenzijde van de sectie aanligt, en de sectie verspreidingsmiddelen (4, 6) omvat voor het ontstapelen en uitspreiden van althans een deel van de medicatie in een op de sectie liggend zakje (11), waarin de inrichting is ingericht voor samenwerking met middelen voor het aan- of afvoeren van de medicatierol over de transportbaan (1), met het kenmerk, dat de sectie tevens verplaatsingsmiddelen (3, 5a, 5b) omvat voor het verplaatsen van aan de buitenzijden van een zakje (11) gelegen medicatie naar een positie, waarin de verplaatste medicatie in het bereik komt van de verspreidingsmiddelen (4, 6).

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin de verplaatsingsmiddelen (3, 5a, 5b) één of meerdere onder een hoek, bij voorkeur 90°, met de transportrichting staande aangedreven eerste pennen (5a, 5b) omvatten, waarin elke eerste pen (5a, 5b) in bedrijf een beweging maakt tussen een eerste positie nabij een buitenrand van een zakje (11) op de sectie naar een meer naar de middellijn van het zakje (11) gelegen tweede positie, waarin een kop van de eerste pen (5a, 5b) op hoogte ligt van de medicatie in een zakje (11) op de sectie.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarin de verplaatsingsmiddelen (3, 5a, 5b) ten minste één aangedreven nok (3) omvatten, waarin op ten minste één uiteinde van de nok (3) een eerste pen (5a, 5b) is aangebracht, waarin de nok (3) in bedrijf een oscillerende beweging om een nokas maakt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin elke nok (3) in bedrijf onder een op de sectie liggend zakje (11) is gepositioneerd, zodanig dat de eerste pennen (5a, 5b} in bedrijf tussen de nok (3) en het zakje (11) zijn gelegen.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarin althans een deel van de verspreidingsmiddelen (4, 6) is geïntegreerd in een nok (3).

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarin de verspreidingsmiddelen (4, 6) één of meerdere onder een hoek, bij voorkeur 90°, met de transportrichting staande aangedreven tweede pennen (6) omvatten, waarin de tweede pennen (6) een roterende beweging om de nokas maken en waarin een kop van de tweede pen (6) op hoogte ligt van de medicatie in een zakje (11) op de sectie.