NL2026425B1 - Systeem voor het regelen van de atmosfeer in ten minste één met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte, combinatie van het systeem en een dergelijke ruimte, en werkwijze voor het regelen van de atmosfeer in een dergelijke ruimte - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het regelen van de atmosfeer in ten minste een met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte voor het opslaan van een bepaalde hoeveelheid producten, in het bij zonder land- en/of tuinbouwproducten, omvattend: - ten minste een op de ruimte aan te sluiten luchtbehandelingsinrichting voor het wijzigen van de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte - meetmiddelen voor het meten van een hoeveelheid van ten minste een metaboliet van de land- en/of tuinbouwproducten in de ruimte, en - een verwerkingseenheid, ingericht voor het op basis van de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid metaboliet bepalen van een hoeveelheid door de producten gedurende een bepaalde periode in de ruimte geproduceerde en in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte gebrachte metaboliet, waarbij de verwerkingseenheid ingericht is om de hoeveelheid te bepalen over een periode waarin de luchtbehandelingsinrichting in bedrijf is of kan zij n.

Description

Systeem voor het regelen van de atmosfeer in ten minste één met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte, combinatie van het systeem en een dergelijke ruimte, en werkwijze voor het regelen van de atmosfeer in een dergelijke ruimte De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het regelen van de atmosfeer in ten minste één met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte voor het opslaan van producten zoals land- en/of tuinbouwproducten, omvattend ten minste één op de ruimte aan te sluiten tuchtbehandelingsinrichting voor het wijzigen van de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte.

Land- en tuinbouwproducten, in het bijzonder appels en peren, zijn qua oogst gebonden aan een bepaald seizoen. Er bestaat echter een behoefte om dergelijke producten ook buiten deze oogstperiode voor consumptie aan consumenten aan te kunnen bieden. Om die reden is het wenselijk om de producten op te kunnen slaan. Het metabolisme van landbouw- en tainbouwproducten zorgt er echter voor dat deze producten tijdens de opslag metabolieten afgeven. Het kan hierbij enerzijds gaan om producten van verademing, zoals CO,, of fytohormonen zoals ethyleen, maar ook bijvoorbeeld vocht of warmte. Tijdens de opslag kunnen de houdbaarheid en kwaliteit van het product verminderen, waardoor het daarna niet meer zeker is dat het product voldoet aan de eisen voor althans gebruikelijke consumptie, om welke reden het vernietigd dient te worden of verwerkt dient te worden tot restproduct. Men heeft eerder in een testomgeving een dergelijke productie van metabolieten bepaald in een volledig afgesloten ruimte, en om voorgenoemde redenen is het product na deze test niet meer geschikt voor consumptie.

Om de producten tegen de invloed van metabolieten te beschermen is het bekend om dergelijke producten op te slaan in een ruimte in koelhuizen, waarin het bekend is om een systeem volgens de aanhef toe te passen, waarvan voorbeelden bekend zijn uit Nederlands octrooi 1020331 of Nederlands octrooi 1005743. Met de luchtbehandelingsinrichting van een dergelijk systeem is het mogelijk om de concentratie van bepaalde stoffen te verminderen of juist te vermeerderen. Daartoe kan de luchtbehandelingsinrichting een gaswasinrichting omvatten, ook wel bekend onder de naam ‘scrubber’, bijvoorbeeld voor het verlagen van het gehalte aan CO. De mate waarin de concentratie van de metabolieten wordt verminderd door een luchtbehandelingsinrichting tijdens een verwijderingsactie kan variëren en hangt onder meer af van de capaciteit, de condities, de instellingen, en het effect van de voorgaande actie uitgevoerd door de luchtbehandelingsinrichting.

In de praktijk ontbreekt het op dit moment aan een methode om de kwaliteit van de opslag van land- en tuinbouwproducten in dergelijke koelhuizen op een min of meer objectieve wijze vast te stellen, met het oog op vergelijking van de opslagcondities met andere opslagprocessen.

De uitvinding heeft als doel het verschaffen van een systeem waarmee het mogelijk is om de opslagkarakteristieken te vergelijken, en mogelijk de opslagcondities te besturen op basis van de uitkomsten hiervan.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door middel van een systeem volgens de aanhef, gekenmerkt door: - meetmiddelen voor het meten van een hoeveelheid van ten minste één metaboliet van de land- en/of tuinbouwproducten in de ruimte, en - een verwerkingseenheid, ingericht voor het op basis van de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid metaboliet bepalen van een hoeveelheid door de producten gedurende een bepaalde periode in de ruimte geproduceerde en in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte gebrachte metaboliet, waarbij de verwerkingseenheid ingericht is om de hoeveelheid te bepalen over een periode waarin de luchtbehandelingsinrichting in bedrijf is of kan zijn.

Door de meting van de productie van ten minste één maar mogelijk meerdere metabolieten in de vrije ruimte van de in hoofdzaak luchtdichte ruimte door de bepaalde hoeveelheid producten, en de verwerking van deze gegevens door de verwerkingseenheid, samen met de gegevens over eventuele wijziging van de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte door eenmalig en/of meermalig zoals regelmatig of onregelmatig gebruik van één of meerdere luchtbehandelingsinrichtingen, om te komen tot een hoeveelheid metaboliet die in de bepaalde periode in de ruimte, meer in het bijzonder de vrije ruimte, geproduceerd is, wordt een gegeven verkregen, hierna ook wel het “productiegetal” genoemd, waarmee de opslagcondities goed gekarakteriseerd kan worden, bij voorbeeld ten behoeve van vergelijking met andere opslagprocessen. Omdat de verwerkingseenheid hierbij ingericht is om de hoeveelheid te bepalen over een periode waarin de lachtbehandelingsinrichting in bedrijf is of kan zijn, is het niet nodig om de luchtbehandelingsinrichtingen voor de bepaling stil te leggen, waardoor de opslagcondities beter geborgd zijn.

De periode waarover de productie wordt bepaald kan hierbij de gehele opslagperiode zijn of omvatten waarin het land- en/of tuinbouwproduct in de ruimte is opgeslagen, waartoe de verwerkingseenheid mogelijk ook een detector heeft voor het detecteren wanneer deuren van de ruimte geopend en/of gesloten worden. Het tijdsbestek kan echter ook slechts een gedeelte van deze periode betreffenen/of een periode die niet gedefinieerd is als deel van de periode van opslag van het land- en/of tuinbouwproduct in de ruimte, zoals bij voorbeeld een periode van een week, of een periode tussen één of meerdere opeenvolgende acties van de luchtbehandelingsinrichting. De tijdsperiode waarin gemeten wordt kan echter korter zijn dan de periode waarover de productie wordt bepaald, waarbij de periode waarover de productie wordt bepaald aan de hand van de gegevens over de meetperiode naar rato wordt omgerekend, bij voorbeeld dat gedurende één periode tussen inschakeling en uitschakeling van een luchtbehandelingsinrichting wordt gemeten, en waarbij aan de hand van deze meting, op basis van het tevens geregistreerde aantal inschakelingen de totale productie bepaald kan worden.

Voor de werking van de uitvinding verdient het de voorkeur wanneer de ruimte waarop het systeem wordt aangesloten een ruimte is met een goede menging, dat wil zeggen een menging zodanig de samenstelling van de atmosfeer zoveel mogelijk homogeen is en/of zodanig dat de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte op verschillende plaatsen in de ruimte zo min mogelijk verschilt. Om een dergelijke menging te bereiken kan bijvoorbeeld een luchtcirculator in of in gasverbinding met de ruimte zijn aangebracht en/of kunnen af- en/of toevoerleidingen van de fuchtbehandelingsinrichtingen op een daartoe geschikte locatie, bij voorbeeld op afstand van elkaar, bijvoorbeeld in tegenoverliggende wanden, op de ruimte worden aangesloten.

Het vrije volume komt hierbij neer op het totale volume van de ruimte, met aftrek van de ruimte die wordt ingenomen door in de ruimte aangebrachte zaken zoals de land- en/of tuinbouwproducten en/of houders daarvoor.In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding is de verwerkingseenheid ingericht om de hoeveelheid in de ruimte geproduceerde metaboliet per gewichtseenheid van de in de ruimte opgeslagen producten en/of per tijdseenheid te bepalen.

Het op die manier verkregen getal is beter te vergelijken met productiegetallen van andere processen, omdat het hiermee in grotere mate losgekoppeld is van de periode van opslag en/of de hoeveelheid in de ruimte opgeslagen producten. De eenheid van het productiegetal betreft bijvoorbeeld de hoeveelheid metaboliet in kilogrammen per 100 ton opgeslagen product en/of per 24 uur.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding is de verwerkingseenheid verder ingericht voor het uitvoeren van een vergelijkingsstap, inhoudende het vergelijken van de bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet met ten minste één van: - een hoeveelheid geproduceerde metaboliet in de en/of een andere ruimte, onder dezelfde of andere omstandigheden, zoals temperatuur en/of de concentratie van ten minste één metaboliet, zuurstof en/of stikstof: en/of - ten minste één referentiewaarde.

Het productiegetal dat door de verwerkingseenheid bepaald is kan goed gebruikt worden om de opslagcondities te karakteriseren en/of te vergelijken met andere opslagprocessen en/of referentiewaarden. Hoewel het ook mogelijk is om deze vergelijking handmatig uit te laten voeren, bijvoorbeeld door een menselijke operator, bestaat ook de mogelijkheid om de verwerkingseenheid deze uit te laten voeren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem verder een besturingseenheid voor het besturen van het systeem, waarbij de besturingseenheid ingericht is om het systeem te besturen op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.

Wanneer er in het systeem sprake is van een besturingseenheid die het systeem aanstuurt op basis van een geproduceerd productiegetal, dan is het mogelijk om de opslagcondities beter te reguleren. Enerzijds kan het productiegetal gebruikt worden om de opslagcondities van dezelfde batch nog tijdens de opslag zelf aan te passen, maar anderzijds is het ook mogelijk om een bepaald productiegetal te gebruiken om een toekomstig opslagproces van een volgende batch op een geschikte of althans meer geschikte wijze in te stellen. Op die manier is het mogelijk om te komen tot omstandigheden (zoals temperatuur en/of gehalte aan zuurstof en/of koolstofdioxide en/of ethyleen) waarbij de vermindering van kwaliteit van het product beperkt wordt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem verder preparaattoevoerinrichting voor het aan de ruimte toevoeren van een of meerdere preparaten voor het beïnvloeden van de respiratie van de land- en/of tuinbouwproducten, waarbij de besturingseenheid is ingericht om de preparaattoevoerinrichting te besturen op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.

Om de respiratie van de land- en/of tuinbouwproducten te beïnvloeden kan ervoor gekozen worden om preparaten toe te voeren, voor welk doel een preparaattoevoerinrichting voorzien kan zijn. Bij voorkeur worden deze tevens bestuurd door de besturingseenheid van het systeem, en bij voorkeur eveneens op basis van het productiegetal en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap. Voorbeelden van preparaten die op die manier kunnen worden toegevoegd zijn bijvoorbeeld preparaten die 1-methylcyclopropeen omvatten, welk middel bekend is om rijping af te remmen. AgroFresh Solutions, Inc. biedt een dergelijk preparaat aan onder de merknaam SmartFresh™ en FruitSmart, Inc. biedt een dergelijk preparaat aan onder de naam Fruitsmart '".

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding zijn de meetmiddelen aangebracht in de luchtbehandelingsinrichting en zijn deze ingericht voor het meten van een concentratie van ten minste één metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat van de luchtbehandelingsinrichting en voorts zijn ingericht voor het meten van een debiet door de luchtbehandelingsinrichting, en is de verwerkingseenheid ingericht om de hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet te bepalen op basis van de met de meetmiddelen gemeten concentratie van de metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat in de Juchtbehandelingsinrichting en het met de meetmiddelen gemeten debiet door de tuchtbehandelingsinrichting.

De verwerkingseenheid kan hierbij op die manier de productie van de metaboliet per tijdseenheid bepalen door op basis van het verschil in concentratie voor en na de tuchtbehandelingsinrichting en het debiet een absolute hoeveelheid metaboliet te bepalen die door de luchtbehandelingsinrichting is verwijderd tijdens een bepaalde periode van opslag, of althans een bepaalde periode van inschakeling van de luchtbehandelingsinrichting binnen deze periode van opslag. Door vervolgens tevens het aantal periodes van inschakeling te registreren en de verwijdering per periode (voor zover van toepassing gecompenseerd voor verschillen in inschakelingsduur) te vermenigvuldigen, kan de totale verwijdering tijdens de periode van opslag bepaald worden.

Het meten van de verwijdering op de voorgenoemde wijze kan tijdens elke periode van 5 mschakeling plaatsvinden, maar kan in de vorm van een steekproef ook over slechts een gedeelte van deze periodes worden gedaan.

Men kan deze metingen continu uitvoeren door het product van de concentratie nabij de uitlaat en het debiet integreren over de tijd en dit af trekken van de integraal van het product van de concentratie en het debiet aan de inlaat.

Het is echter ook mogelijk om de metingen een aantal keer per tijdseenheid uit te voeren, zoals bijvoorbeeld eens per minuut.

Het is gebleken dat het aanbrengen van de meetmiddelen in de luchtbehandelingsinrichting (dat wil zeggen de inrichting zelf en/of eventuele toe- en/of afvoerleidingen naar de ruimte van deze inrichting) ertoe leidt dat het effect van de luchtbehandelingsinrichting directer gemeten kan worden dan bij plaatsing van de meetmiddelen op andere locaties.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding zijn de meetmiddelen aanbrengbaar in de ruimte en zijn deze ingericht voor het meten van een concentratie van ten minste één metaboliet in de ruimte, en is de verwerkingseenheid ingericht om de hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet te bepalen op basis van de met de meetmiddelen gemeten concentratie en een vrij volume in de ruimte.

De verwerkingseenheid kan hierbij de productie van de metaboliet over een bepaalde periode van opslag of althans een bepaalde periode van inschakeling van de tuchtbehandelingsinrichting bepalen door de verandering van de concentratie in de ruimte, vermenigvuldigd met het vrije volume, te integreren over de tijd.

Om te bepalen hoeveel metaboliet geproduceerd is, is het enerzijds mogelijk om tijdens één of meer dan één inschakeling van de luchtbehandelingsinrichting (dat wil zeggen: gedurende een periode waarin de luchtbehandelingsinrichting de lucht behandelt) te meten in welke mate de concentratie daalt als gevolg van de behandeling tijdens deze ene of meer dan één inschakeling.

Anderzijds is het mogelijk om, gedurende een periode waarin de luchtbehandelingsinrichting de lucht niet behandelt te meten in welke mate de concentratie aan metabolieten in de ruimte stijgt als gevolg van het niet uitvoeren van luchtbehandeling door de luchtbehandelingsinrichting.

Door vervolgens in beide gevallen tevens het aantal periodes van inschakeling of uitschakeling te registreren en de verwijdering of toename per periode (waar van toepassing gecorrigeerd voor verschillen in inschakelingsduur) te vermenigvuldigen met het vrije volume en het aantal inschakelingen, kan de totale productie tijdens de periode van opslag bepaald worden.

In de methode volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm Kan hiervoor gebruik worden gemaakt van een grafiek waarin de metabolietconcentratie(s) ten opzichte van de tijd zijn weergegeven.

Deze methode kan bij voorbeeld uitgevoerd worden als vorm van een controle van het bepaalde productiegetal aan de hand van de bepaling volgens de voorgaande uitvoeringsvorm, of als alternatief hiervoor.

Omdat elk van beide methodes zijn eigen voordelen heeft, kunnen deze voorkeursuitvoeringsvorm en de voorgaande voorkeursuitvoeringsvorm niet alleen als alternatieven worden beschouwd, maar ook als voorkeursuitvoeringsvormen die gezamenlijk in één systeem worden toegepast.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat de tuchtbehandelingsinrichting ten minste één gaswasinrichting, voor het uit de atmosfeer wassen van de ten minste één metaboliet.

Er zijn diverse manieren denkbaar om de atmosfeer te behandelen, maar een gaswasinrichting, waarbij één of meerdere metaboliet uit de atmosfeer wordt gewassen, is een bijzonder effectieve manier om gassen te verwijderen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat de gaswasinrichting ten minste één van: - een met een adsorptiemedium, zoals actieve kool en/of een katalysator, zoals platina en/of een legering van platina en palladium te vullen of gevulde adsorptieinrichting voor het adsorberen van ten minste één metaboliet, en omvat - een met een katalysator, zoals platina en/of een legering van platina en palladium, te vullen of gevulde reactor voor het omzetten van ten minste één metaboliet.

Dergelijke gaswasinrichtingen zijn bekend. Enerzijds zijn bijvoorbeeld adsorptieinrichtingen bekend, welke gebruikt kunnen worden om een grote verscheidenheid aan metabolieten te verwijderen. Indien in dat geval gekozen wordt voor de plaatsing van meetmiddelen in een lachtbehandelingsinrichting volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm, dan verdient het derhalve de voorkeur om meetmiddelen te voorzien die specifiek de concentraties van verschillende met de adsorptieinrichting te verwijderen metabolieten kunnen registreren.

Anderzijds zijn ook gaswasinrichtingen bekend welke een reactor omvatten waarin metabolieten onder invloed van een geschikte katalysator kunnen worden omgezet in andere producten zodat deze kunnen worden afgevoerd.

In beide soorten gaswasinrichtingen is bij voorkeur een thermometer voorzien, welke in het geval van een reactor bij voorkeur gekoppeld is aan een Klimaatregeling. Het is namelijk gebleken dat de efficiëntie van dergelijke gaswasinrichtingen over een breed gebied afneemt naarmate de temperatuur toeneemt, om welke reden het doorgaans gewenst is om de temperatuur binnen dit gebied zo laag mogelijk te houden of althans de temperatuur te registreren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding is het systeem ingericht voor het regenereren of doen regenereren van het adsorptiemedium wanneer de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid of het verloop van de hoeveelheid een drempelwaarde overschrijdt.

Adsorptieinrichtingen hebben een bepaalde adsorptiecapaciteit die naarmate er meer adsorptie heeft plaatsgevonden afneemt. Om te voorkomen dat de adsorptieinrichting op een gegeven moment onvoldoende zal functioneren, verdient het aanbeveling om het systeem in te richten dat het adsorptiemedium tijdig geregenereerd wordt. Regeneratiemethoden zijn overigens op zichzelf bekend en daarom hier niet beschreven. In het systeem volgens de uitvinding worden de meetmiddelen die gebruikt worden voor het bepalen van de productie van metaboliet daarom bij voorkeur tevens gebruikt voor het bepalen van het moment waarop regeneratie nodig is.

Onder ‘regenereren’ kan in dit verband verstaan worden dat het systeem, bij voorbeeld in de vorm van een besturing door de besturingseenheid, ingericht is zodanig dat het autonoom in de regeneratie voorziet, terwijl men onder ‘doen regenereren’ kan verstaan dat het systeem, bijvoorbeeld de verwerkingseenheid van het systeem, een bijvoorbeeld auditief waarschuwingssignaal afgeeft dat een operator zal aanzetten om over te gaan tot regeneratie.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem verder een koel- en/of verwarmingsinrichting voor het regelen van de temperatuur in de ruimte.

Zoals reeds benoemd kunnen opgeslagen land- en/of tuinbouwproducten tijdens de opslag tevens warmte afgeven, waardoor de temperatuur in de ruimte zonder verder ingrijpen stijgt. Om dit te voorkomen, omvat het systeem bij voorbeeld een thermostaat met een klimaatregeling, welke thermostaat de klimaatregeling kan besturen om de temperatuur in de ruimte op of rond een ingestelde waarde te houden.

De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een systeem volgens de uitvinding en ten minste één met een gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte, zoals een ruimte ingericht voor het opslaan voor landbouw- en/of tuinbouwproducten, in het bijzonder bewaarfruit, meer in het bijzonder appels en/of peren en/of kiwi’s en/of bewaargroenten, meer in het bijzonder kolen en/of uien.

De ruimte betreft bij voorkeur een ruimte met een goede menging zoals hiervoor omschreven.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is de combinatie verder voorzien is van ten minste één opening voor het uitwisselen van ten minste één gas tussen de ruimte en de omgeving van de ruimte, zoals een in de ruimte aangebrachte en/of een met de ruimte in verbinding staande overdrukklep en/of onderdrukklep, en omvat de combinatie middelen voor het bepalen van de hoeveelheid uitgewisseld gas, en is de verwerkingseenheid ingericht voor het bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet compenseren voor de bepaalde hoeveelheid uitgewisseld gas.

Het kan wenselijk zijn om in de ruimte één of meer dan één al dan niet afsluitbare opening aan te brengen, welke gebruikt kan worden voor het uitwisselen (bijvoorbeeld door wegspoelen of invoeren) van ten minste één gas tussen de ruimte en de omgeving van de ruimte. Op die manier kan bij voorbeeld schade aan de ruimte en/of het product opgeslagen in de ruimte voorkomen worden als gevolg van bijvoorbeeld overdruk en/of onderdruk. Het systeem heeft op die manier bijvoorbeeld de mogelijkheid om te compenseren voor drukschommelingen in de atmosfeer buiten de ruimte en/of binnen de ruimte.

Een geschikt voorbeeld van een dergelijke opening is bij voorbeeld een overdrukklep en/of een onderdrukklep, welke openen bij respectievelijk overdruk en onderdruk in de ruimte, en sluiten nadat deze situatie is opgeheven.

In de praktijk kan het zo zijn dat een aanzienlijk deel van de verwijdering van de metabolieten uit de ruimte kan worden toegeschreven aan deze uitwisseling. Zo kan bijvoorbeeld tot 10 of zelfs tot 20 volumeprocent van de hoeveelheid aan metabolieten op deze wijze verwijderd worden. Om die reden is de combinatie bij voorkeur zodanig geconfigureerd dat de verwerkingseenheid van het systeem compenseert voor deze uitwisseling. Hiertoe is de combinatie bij voorkeur voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van de uitwisselingsstroom en — duur en het daaruit bepalen van de hoeveelheid met de omgeving uitgewisseld gas, waarbij deze bepaling door de verwerkingseenheid wordt meegenomen bij de bepaling van het productiegetal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat de luchtbehandelingsinrichting ten minste een toevoerinrichting voor het aan de ruimte toevoeren van één of meerdere gassen zoals lucht, stikstof of althans stikstofrijke lucht, en omvat de combinatie middelen voor het bepalen van de hoeveelheid toegevoerd gas, en is de verwerkingseenheid ingericht voor het bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet compenseren voor de bepaalde hoeveelheid toegevoerd gas.

Naast de hiervoor aan de hand van het systeem beschreven behandeling van lucht door het wassen van een gas, is het zoals hiervoor tevens genoemd mogelijk om gassen uit te wisselen met de omgeving, waarbij bij voorkeur ook gassen worden toegevoerd aan de ruimte, om zodoende de verhouding tussen de gassen in de ruimte te beïnvloeden. Via een opening, zoals een overdrukklep, kan gas uit de ruimte ontsnappen. De toe te voeren gassen kunnen bij voorbeeld stikstof, stikstofrijke lucht of lucht met de samenstelling van de buitenlucht omvatten en/of mengsels daarvan, maar het is ook mogelijk om als alternatief en/of daarnaast andere gassen voor dit doel toe te voegen.

De middelen om deze toevoer te bepalen kunnen enerzijds uitgevoerd zijn als middelen aangebracht nabij de toevoerinrichting, maar ook uitgevoerd zijn doordat de verwerkingseenheid ingericht is om de toevoer te berekenen aan de hand van de instelling van de toevoerinrichting.

Om het productiegetal op nauwkeurige wijze te bepalen zijn de hiervoor beschreven detectiemiddelen in het bijzonder ingericht voor het detecteren van de toevoerstroom en —duur, zodat deze door de verwerkingseenheid meegenomen kan worden bij de bepaling van het productiegetal.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het regelen van de atmosfeer in ten minste één met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte, omvattende de stappen van: a) het in de ruimte opslaan van een bepaalde hoeveelheid producten, in het bijzonder land- en/of tuinbouwproducten; b) het met ten minste één op de ruimte aan te sluiten luchtbehandelingsinrichting wijzigen IO van de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte, c) het met meetmiddelen meten van een hoeveelheid van ten minste één metaboliet van de land- en/of tuinbouwproducten in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte, en d) het met een verwerkingseenheid op basis van de in stap c) met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid metaboliet bepalen van een hoeveelheid door de producten gedurende een bepaalde periode in de ruimte geproduceerde en in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte gebrachte metaboliet, over een periode waarin de luchtbehandelingsinrichting in bedrijf is of kan zijn. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt stap c) althans gedeeltelijk tijdens stap b) uitgevoerd.

Door tijdens de wijziging van de samenstelling van de atmosfeer met de 209 luchtbehandelingsinrichting met de meetmiddelen de hoeveelheid metaboliet te meten, bij voorkeur continu te meten, kan een betrouwbaarder beeld worden verkregen van de opslagcondities in de ruimte, waardoor het op grond daarvan te bepalen productiegetal tevens in betrouwbaarheid toeneemt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de stap d) de stap dl) van het bepalen van de hoeveelheid metaboliet per gewichtseenheid van de in de ruimte opgeslagen producten en/of per tijdseenheid.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder de stap e) van het, bij voorkeur door de verwerkingseenheid, vergelijken van de bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet met ten minste één van: - een hoeveelheid geproduceerde metaboliet in de en/of een andere ruimte, onder dezelfde of andere omstandigheden, zoals temperatuur en/of de concentratie van ten minste één metaboliet, zuurstof en/of stikstof; en/of - ten minste één referentiewaarde.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder de stap f) van het, bij voorkeur met een besturingseenheid, besturen van de het systeem, zoals de luchtbehandelingsinrichting van het systeem, op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze verder de stap g) van het, bij voorkeur met preparaattoevoerinrichting, aan de ruimte toevoeren van een of meerdere preparaten voor het beïnvloeden van de respiratie van de landbouw- en/of tuinbouwproducten, op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de stap c) de stap cl) van het met daartoe in de luchtbehandelingsinrichting aangebrachte meetmiddelen meten van een concentratie van ten minste één metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat van de tuchtbehandelingsinrichting, en omvat de werkwijze de stap h) van het met de meetmiddelen meten van een debiet door de luchtbehandelingsinrichting en omvat de stap d) de stap d2) van het bepalen van de hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet op basis van de met de meetmiddelen in stap cl) gemeten concentratie van de metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat in de luchtbehandelingsinrichting en het met de meetmiddelen in stap h) gemeten debiet door de tuchtbehandelingsinrichting.

In deze uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt, zoals met betrekking tot het systeem reeds is omschreven, aan de hand van het verschil tussen de concentratie nabij de inlaat en nabij de uitlaat en het gemeten debiet aldus bepaald hoeveel metaboliet verwijderd is door de luchtbehandelingsinrichting gedurende een periode van inschakeling, en door dit naar rato te vermenigvuldigen met het aantal inschakelingen, de periode van opslag.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de stap c) de stap c2) van het met daartoe in de ruimte aangebrachte meetmiddelen meten van een concentratie van ten minste één metaboliet in de ruimte, en omvat de stap d) de stap d3) van het bepalen van hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet op basis van de in stap c2) met de meetmiddelen gemeten concentratie en een vrij volume in de ruimte.

In deze uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt, zoals met betrekking tot het systeem reeds is omschreven, de mate van verwijdering van metabolieten door de tuchtbehandelingsinrichtingen gedurende een periode van inschakeling bepaald op basis van het verschil in concentraties in de vrije ruimte gedurende de periode van inschakeling, hetzij te kijken naar afname gedurende een periode van inschakeling, hetzij door te kijken naar de toename gedurende periodes waarin de luchtbehandelingsinrichting is uitgeschakeld. Door dit resultaat te vermenigvuldigen met het aantal inschakelingen kan de totale productie bepaald worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de stap b) de stap bl) van het met ten minste één gaswasinrichting uit de atmosfeer wassen van de ten minste één metaboliet.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de gaswasinrichting een adsorptiemedium, zoals actieve kool, en omvat de werkwijze voorts de stap i) van het regenereren of doen regenereren van het adsorptiemedium wanneer de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid of het verloop van de hoeveelheid een drempelwaarde overschrijdt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stap j) van het althans tijdens stap a) regelen van de temperatuur in de ruimte, bij voorkeur met een koel- en/of verwarmingsinrichting.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stappen van: k) het door ten minste één opening uitwisselen van ten minste één gas tussen de ruimte en de omgeving van de ruimte, en 1) het bepalen van de hoeveelheid in stap k) uitgewisseld gas waarbij de stap d) de stap d4) omvat van het bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet compenseren voor de in stap |) bepaalde hoeveelheid uitgewisseld gas.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stappen van: m) het met een daartoe verschafte ten minste één toevoerinrichting aan de ruimte toevoeren van één of meerdere gassen zoals lucht, stikstof of althans stikstofrijke lucht, en n) het bepalen van de hoeveelheid in stap m) toegevoerd gas waarbij de stap d) de stap d5) omvat van het bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet compenseren voor de in stap n) bepaalde hoeveelheid toegevoerd gas.

De voordelen van de werkwijze en de voorkeursuitvoeringsvormen zijn reeds toegelicht aan de hand van het systeem en/of de combinatie volgens de uitvinding en gelden eveneens voor de werkwijze volgens de uitvinding. De werkwijze volgens de uitvinding, of althans stappen daarvan, worden bij voorkeur herhaald.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden onder verwijzing naar de tekeningen, waarin: Figuur 1 een schematische weergave is van een systeem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, Figuur 2 een stroomschema toont van een eerste werkwijze volgens de uitvinding, Figuur 3 een stroomschema toont van een tweede werkwijze volgens de uitvinding, Figuur 4 een schematische weergave is van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, en Figuur 5 schematisch het verloop van een aantal voor het bewaken van de opslag relevante parameters in de tijd toont.

In figuur 1 is een combinatie 1 volgens de uitvinding getoond. De combinatie Ì omvat een in hoofdzaak luchtdichte ruimte 2 en een systeem 3 voor het regelen van de atmosfeer in de ruimte 2, In de ruimte 2 kan een bepaalde hoeveelheid producten zoals land- en/of {ainbouwproducten worden opgeslagen door deze in te voeren via deur 4, welke ruimte 2 na plaatsing van de producten erin een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte vrijlaat.

Het systeem 3 volgens de uitvinding omvat een aantal lachtbehandelingsinrichtingen, te weten twee gaswasinrichtingen 10, 20, waaronder een adsorptieinrichting 10 voor het adsorberen van koolstofdioxide en een reactor 20 voor het omzetten van metabolieten in af te voeren producten, en tevens een stikstoftoevoerinrichting 30 en een luchttoevoerinrichting 40. Daarnaast IO omvat het systeem een koel- en/of verwarmingsinrichting (klimaatregeling) 50 en een preparaattoevoerinrichting 60. Deze inrichtingen 10, 20, 30, 40, 50, 60 zijn telkens verbonden met een verwerkingseenheid 100, welke verbonden is met een aantal in de ruimte 2 aangebrachte sensoren 110, 111, 112, 113, 114 voor het meten van de concentratie in de ruimte 2 van respectievelijk zuurstof (O2), koolstofdioxide (CO:), ten minste één metaboliet, alsmede temperatuur (T) en druk (p). Op basis van de met sensoren 110, 111, 112, 113, 114 gemeten waarden wordt door de verwerkingseenheid 100 besloten over het in- of uitschakelen van de inrichtingen 10, 20, 30, 40, 50, 60 om daarmee de atmosfeer in de ruimte 2 in bij voorbeeld samenstelling en/of temperatuur te wijzigen op het moment dat daartoe de noodzaak zou ontstaan.

Het systeem 3 is zo ingericht dat gasstromen via toevoerleidingen 11, 21 de respectievelijke gaswasinrichtingen 10, 20 in kunnen stromen, en via terugvoerleidingen 12, 22 naar de ruimte 2 terug kunnen vloeien. In de toevoerleidingen 11, 21 en terugvoerleidingen 12, 22 zijn concentratiemeetmiddelen 13, 14, 23, 24 aangebracht die de concentratie in de stroom door de leidingen 11, 12, 21, 22 meten, en in de toevoerleidingen 11, 21 (maar mogelijk alternatief of tevens in de terugvoerleidingen 12, 22) zijn debietmeetmiddelen 15, 25 aangebracht voor het meten van het debiet door de toevoerleidingen 11, 21, om zodoende te kunnen bepalen hoeveel in de respectievelijke gaswasinrichtingen 10, 20 verwijderd. wordt. De gaswasinrichtingen 10, 20 zijn tevens voorzien van thermometers 16, 26, welke de temperatuur in de respectievelijke inrichtingen 19, 20 kunnen meten, en welke in het geval van de thermometer 26 verbonden kan zijn met een klimaatregeling om de temperatuur in de inrichting 20 op een gewenste waarde kan houden. De meetmiddelen 13, 14, 15, 23, 24, 25 zijn verbonden met de verwerkingseenheid 100, zodat de gemeten waarden door de verwerkingseenheid 100 verwerkt kunnen worden.

In de toevoerleidmgen 31, 41 van de toevoerinrichtingen 30, 40 zijn eveneens debietmeetmiddelen 32, 42 aangebracht welke het debiet en de duur meten van de toevoer van de respectievelijke gassen naar de ruimte 2. Ook deze debietmeetmiddelen 32, 42 zijn verbonden met de verwerkingseenheid 100, zodat de gemeten waarden door de verwerkingseenheid 100 verwerkt kunnen worden.

De ruimte 2 staat in gasverbinding met een luchtbuffer 50 voorzien van een overdrukventiel 51 en een onderdrukventiel 52, welke elk zijn ingericht voor het uitwisselen van lucht met de omgeving van de combinatie 1, waarbij ventielen 51, 52 in het bijzonder ingericht zijn voor het voorkomen van een situatie van overdruk, bijvoorbeeld door de toevoer van gas door toevoerinrichtingen 30, 40, respectievelijk onderdruk, bijvoorbeeld als gevolg van temperatuurschommelingen. Ook in deze luchtbuffer 50 zijn debietmiddelen 53 aangebracht om te meten hoeveel lucht door deze Iuchtbuffer 50 wordt uitgewisseld met de omgeving.

De verwerkingseenheid 100 is daarbij ingericht om op basis van ten minste een aantal van de sensoren 13, 14, 15, 23, 24, 25, 53, 110, 111, 112 te bepalen wat de metabolietproductie is, ook wel bekend als het productiegetal, in de ruimte 2 volgens een of meerdere van de werkwijzen zoals hierna wordt toegelicht aan de hand van figuur 2 en 3. Dit bepaalde productiegetal kan worden weergegeven op uitleeseenheid 101. Bij gelijkblijvende concentratie in de atmosfeer van de ruimte 2 is de productie gelijk aan de verwijdering.

Opgemerkt dient te worden dat de meetmiddelen 13 en 23 tevens gebruikt kunnen worden {5 om de concentratie in de ruime 2 te meten, door lucht uit de ruimte 2 te laten recirculeren via de leidingen 11, 12, 21, 22 naar luchtbehandelingsinrichtingen 10 en 20, waarbij eventueel een bypass gecreëerd kan zijn om de fuchtbehandelingsinrichting 10, 20 zelf te passeren. Dit meetproces, waaronder het inschakelen van de genoemde eventuele bypass, kan gecontroleerd zijn door de verwerkingseenheid 100.

De werkwijze 1000 volgens figuur 2 omvat de stap 1001 van het in de ruimte 2 opslaan van een bepaalde hoeveelheid producten, in het bijzonder land- en/of tuinbouwproducten, zodanig dat deze hoeveelheid een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte in de ruimte 2 vrijlaten. Door de opslag van de producten zullen deze metabolieten afscheiden, waardoor de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte 2 de neiging heeft om te veranderen. Om deze verandering te detecteren wordt in stap 1002 gedurende een bepaalde periode met in de ruimte 2 aangebrachte sensoren 110, 111, 112, en/of meetmiddelen 13 en 23 zoals hierboven omschreven een hoeveelheid metaboliet in de ruimte 2 gemeten, en wordt, zo nodig, op basis daarvan in stap 1003 met ten minste een van de luchtbehandelingsinrichtingen de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte 2 gewijzigd.

In de uitvoeringsvorm 1000 van de werkwijze volgens de uitvinding wordt daarbij in stap 1004 met meetmiddelen 13, 14, 23, 24 in de toevoerleidingen 11, 21 en terugvoerleidingen 12, 22 van de gaswasinrichtingen 10, 20 bepaald wat de concentratie is van de gassen stroomopwaarts en stroomafwaarts van de respectievelijke gaswasinrichtingen 10, 20, en met de debietmeetmiddelen 15, 25 wordt het debiet en de duur van dit debiet door deze inrichtingen 10, 20 over een bepaalde periode, bij voorkeur een periode van inschakeling van de respectievelijke gaswasinrichting 10, 20 of een periode van opslag van de producten, bepaald.

Tevens wordt in stap 1005 met debietmeetmiddelen 32, 42 bepaald wat, voor zover van toepassing, respectievelijk het instroomdebiet en de duur van dit debiet is als gevolg van inschakeling van de stikstoftoevoerinrichting 30, resp. de luchttoevoerinrichting 40 over de bepaalde periode.

In stap 1006 wordt met behulp van de debietmeetmiddelen 53 bepaald wat, voor zover van toepassing, respectievelijk het instroom- of uitstroomdebiet en de duur van het betreffende debiet is als gevolg van onder- of overdruk in de ruimte 2. In stap 1007 wordt op basis van de in stap 1004 gemeten waarden door de verwerkingseenheid 100 bepaald. hoeveel metaboliet in de gaswasinrichtingen 10, 20 gedurende de periode uit ruimte 2 is verwijderd, op basis van het verschil in concentratie zoals gemeten met de concentratiemeetmiddelen 13, 14, respectievelijk 23, 24, vermenigvuldigd met het debiet zoals gemeten met respectievelijke debietmeetmiddelen 15, 25. Tevens wordt in stap 1008 op basis van de in stappen 1005 en 1006 bepaalde waarden bepaald in welke mate de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte 2 is gewijzigd door respectievelijk toevoer door de toevoerinrichtingen.

De optelsom van de waarden uit de stappen 1007 en 1008, gecompenseerd voor wijziging van de concentratie op basis van de in stap 1002 bepaalde waarde, oftewel de toename of afname in metabolietconcentratie in de ruimte 2, zoals die vervolgens in de stap 1009 wordt uitgevoerd is vervolgens een maat voor de totale metabolietproductie in de ruimte 2 over de bepaalde periode.

Door deze bepaalde totale metabolietproductie gedurende de in stap 1002 bepaalde periode te delen op de in stap 1001 bepaalde hoeveelheid product en de duur van de bepaalde periode wordt het productiegetal bepaald; de hoeveelheid in de ruimte geproduceerde metaboliet per gewichtseenheid per tijdseenheid uitgedrukt in een eenheid van bijvoorbeeld hoeveelheid metaboliet in kilogrammen per 100 ton opgeslagen product per 24 uur.

In de stap 1010 wordt dit productiegetal door de verwerkingseenheid vergeleken met andere productiegetallen, zoals referentiewaarden en/of producticgetallen uit eerdere opslagprocessen, aan de hand waarvan het opslagproces al dan niet wordt bij gestuurd in stap 1011. De werkwijze 1100 volgens figuur 3 omvat de met de stappen 1001-1003, 1005, 1006 overeenkomstige respectievelijke stappen 1101-1103, 1106, 1107. In deze werkwijze omvat de stap 1104 echter het op basis van het bekende vrije volume in de ruimte en de in stap 1102 gemeten concentraties over de periode, bepalen van het verschil in concentratie in de ruimte 2 over een bepaalde periode waarin de luchtbehandelingsinrichting de lucht in de ruimte Juist wel of juist niet behandelt, waarbij in stap 1105 op basis van het bekende vrije volume in de ruimte 2 de absolute toename of afname aan metaboliet in de ruimte 2 wordt bepaald.

In de stap 1108 wordt op basis van de in stap 1105 bepaalde toename, gecompenseerd voor acties van de gaswasinrichtingen zoals die door verwerkingseenheid 100 aangestuurd zijn, en de in stappen 1106, 1107 bepaalde waarden eveneens in stap 1009 een productiegetal bepaald, waarna eveneens met de stappen 1010, 1011 overeenkomstige stappen 1110, 1111 zullen worden uitgevoerd. De uitvinding is niet beperkt tot het gebruik van het systeem 3 in combinatie met slechts een enkele ruimte 2. Zoals in figuur 4 getoond is het ook mogelijk dat het systeem 3 de samenstelling van de atmosfeer in een aantal ruimten 2, 2’regelt. Hoewel hier twee ruimten 2, 2° zijn getoond is het aantal hiertoe overigens geenszins beperkt. In de praktijk is het systeem telkens slechts een relatief korte tijd operationeel, bij voorbeeld een uur per dag. Daarom kan dus een enkele luchtbehandelingsinrichting, zoals een gaswasinrichting van het systeem 3 gebruikt worden voor het behandelen van de atmosfeer in meerdere ruimten. Daartoe Kan het systeem 3 door leidingen met een aantal ruimten 2, 2°, … verbonden zijn, en kan door middel van bestuurbare kleppen 10A, 10B, 20A, 20B, 30A, 30B, 40A, 40B, 50A, 50B, 60A, 60B in die leidingen gedurende een bepaalde tijd een fluidumverbinding tussen het systeem 3 en de betreffende ruimte 2,2’, … tot stand worden gebracht. In figuur 5 is het verloop van een aantal voor het bewaken van de opslag relevante parameters in de tijd toont. In deze grafiek is het verloop van de gemeten en ingestelde streefwaarde voor de concentratie van zuurstof (O,) en koolstofdioxide (CO) getoond. Daarnaast is per dag cumulatief getoond hoe lang de adsorptieimrichting 10 is ingeschakeld (in minuten) en hoe lang de stikstoftoevoer 30 en beluchtingsinrichting 40 zijn ingeschakeld (in seconden). Duidelijk wordt uit deze grafiek dat de adsorptieinrichting 10 op 6 januari bijvoorbeeld rond 04:00 uur gedurende ongeveer 8 minuten ingeschakeld, en rond 12:00 eveneens gedurende ongeveer 8 minuten.

In de grafiek in figuur 5 is duidelijk te zien hoe de gemeten concentratie van koolstofdioxide toeneemt tijdens de opslag, waarbij deze vervolgens afneemt op het moment dat de adsorptieinrichting 10 wordt ingeschakeld. Toename van de concentratie koolstofdioxide gaat tevens gepaard met cen daling van de concentratie zuurstof in de ruimte. De totale productie aan koolstofdioxide kan aan de hand van de grafiek nu bepaald worden door te meten hoeveel de afname bedraagt in concentratie tussen althans in- en de daaropvolgende uitschakeling van de adsorptieinrichting 10 vermenigvuldigd met het aantal inschakelingen van de adsorptieinrichting 10, eventueel gecorrigeerd voor verschillen in inschakelingstijd. Alternatief of aanvullend kan in plaats van de afname gebruik worden gemaakt van de toename tussen een uitschakeling en de daaropvolgende inschakeling.

Overigens is de uitvinding niet tot de voorgaande voorbeelden beperkt. Zo dient opgemerkt te worden dat het systeem en op overeenkomstige wijze de werkwijze niet beperkt zijn tot de opslag van fruit of andere land- en/of tuinbouwproducten voor menselijke consumptie, maar dat deze bijvoorbeeld tevens gebruikt kunnen worden voor de opslag van sierteeltproducten of droge grondstoffen, zoals granen en zaden.

De beschermingsomvang wordt dan ook gedefinieerd. aan de hand van de hierna volgende conclusies.

Claims (27)

1. Conclusies l. Systeem voor het regelen van de atmosfeer in ten minste één met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte voor het opslaan van een bepaalde hoeveelheid producten, in het bijzonder land- en/of tuinbouwproducten, omvattend ten minste één op de ruimte aan te sluiten luchtbehandelingsinrichting voor het wijzigen van de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte gekenmerkt door - meetmiddelen voor het meten van een hoeveelheid van ten minste één metaboliet van de land- en/of tuinbouwproducten in de ruimte, en - een verwerkingseenheid, ingericht voor het op basis van de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid metaboliet bepalen van een hoeveelheid door de producten gedurende een bepaalde periode in de ruimte geproduceerde en in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte gebrachte metaboliet, waarbij de verwerkingseenheid ingericht is om de hoeveelheid te bepalen over een periode waarin de luchtbehandelingsinrichting in bedrijf is of kan zijn.
2. 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de verwerkingseenheid is ingericht om de hoeveelheid in de ruimte geproduceerde metaboliet per gewichtseenheid van de in de ruimte opgeslagen producten en/of per tijdseenheid te bepalen.
3. 3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verwerkingseenheid verder is ingericht voor het uitvoeren van een vergelijkingsstap, inhoudende het vergelijken van de bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet met ten minste één van: - een hoeveelheid geproduceerde metaboliet in de en/of een andere ruimte, onder dezelfde of andere omstandigheden, zoals temperatuur en/of de concentratie van ten minste één metaboliet, zuurstof en/of stikstof; en/of - ten minste één referentiewaarde.
4. 4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het systeem verder een besturingseenheid omvat voor het besturen van het systeem, waarbij de besturingseenheid ingericht is om het systeem te besturen op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.
5. 5. Systeem volgens conclusie 4, verder omvattend preparaattoevoerinrichting voor het aan de ruimte toevoeren van een of meerdere preparaten voor het beïnvloeden van de respiratie van de land- en/of tuinbouwproducten, waarbij de besturingseenheid is ingericht om de preparaattoevoerinrichting te besturen op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.
6. 6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetmiddelen zijn aangebracht in de luchtbehandelingsinrichting en zijn ingericht voor het meten van een concentratie van ten minste één metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat van de tuchtbehandelingsinrichting en voorts zijn ingericht voor het meten van een debiet door de luchtbehandelingsinrichting, en waarbij de verwerkingseenheid is ingericht om de hoeveelheid van de in de raimte geproduceerde metaboliet te bepalen op basis van de met de meetmiddelen gemeten concentratie van de metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat in de tuchtbehandelingsinrichting en het met de meetmiddelen gemeten debiet door de tuchtbehandelingsinrichting.
7. 7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetmiddelen aanbrengbaar zijn in de ruimte en zijn ingericht voor het meten van een concentratie van ten minste één metaboliet in de ruimte, en waarbij de verwerkingseenheid is ingericht om de hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet te bepalen op basis van de met de meetmiddelen gemeten concentratie en een vrij volume in de ruimte.
8. 8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de luchtbehandelingsinrichting ten minste één gaswasinrichting omvat, voor het uit de atmosfeer wassen van de ten minste één metaboliet.
9. 9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij de gaswasinrichting ten minste één omvat van: - een met een adsorptiemedium, zoals actieve kool en/of een te vullen of gevulde adsorptieinrichting voor het adsorberen van ten minste één metaboliet, en - een met een katalysator, zoals platina en/of een legering van platina en palladium, te vullen of gevulde reactor voor het omzetten van ten minste één metaboliet.
10. 10. Systeem volgens conclusie 9, waarbij het systeem is ingericht voor het regenereren of doen regenereren van het adsorptiemedium wanneer de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid of het verloop van de hoeveelheid een drempelwaarde overschrijdt.
11. 11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattend een koel- en/of verwarmingsinrichting voor het regelen van de temperatuur in de ruimte.
12. 12. Combinatie van een systeem volgens een der voorgaande conclusies en ten minste één met een gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte, zoals een ruimte ingericht voor het opslaan voor landbouw- en/of tuinbouwproducten, in het bijzonder bewaarfruit, meer in het bijzonder appels en/of peren en/of kiwi’s en/of bewaargroenten, meer in het bijzonder kolen en/of uien.
13. 13. Combinatie volgens conclusie 12, waarbij de combinatie verder voorzien is van ten minste één opening voor het uitwisselen van ten minste één gas tussen de ruimte en de omgeving van de ruimte, zoals een in de ruimte aangebrachte en/of cen met de ruimte in verbinding staande overdrukklep en/of onderdrukklep, waarbij de combinatie middelen omvat voor het bepalen van de hoeveelheid uitgewisseld gas, en waarbij de verwerkingseenheid is ingericht om bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet te compenseren voor de bepaalde hoeveelheid uitgewisseld gas.
14. 14. Combinatie volgens conclusie 13, waarbij de luchtbehandelingsinrichting ten minste één toevoerinrichting omvat voor het aan de ruimte toevoeren van één of meerdere gassen zoals lucht, stikstof of althans stikstofrijke lucht, waarbij de combinatie middelen omvat voor het bepalen van de hoeveelheid toegevoerd gas, en waarbij de verwerkingseenheid is ingericht om bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet te compenseren voor de bepaalde hoeveelheid toegevoerd gas.
15. 15. Werkwijze voor het regelen van de atmosfeer in ten minste één met gas gevulde, in hoofdzaak luchtdichte ruimte, omvattende de stappen van: a) het in de ruimte opslaan van een bepaalde hoeveelheid producten, in het bijzonder land- en/of tuinbouwproducten; b) het met ten minste één op de ruimte aan te sluiten luchtbehandelingsinrichting wijzigen van de samenstelling van de atmosfeer in de ruimte; c) het met meetmiddelen meten van een hoeveelheid van ten minste één metaboliet van de land- en/of tuinbouwproducten in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte, en d) het met een verwerkingseenheid op basis van de in stap c) met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid metaboliet bepalen van een hoeveelheid door de producten gedurende een bepaalde periode in de ruimte geproduceerde en in een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte van de ruimte gebrachte metaboliet, over een periode waarin de Iuchtbehandelingsinrichting in bedrijf is of kan zijn
16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij stap c) althans gedeeltelijk tijdens stap b) wordt uitgevoerd.
17. 17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij de stap d) de stap dt) omvat van het bepalen van de hoeveelheid metaboliet per gewichtseenheid van de in de ruimte opgeslagen producten en/of per tijdseenheid.
18. 18. Werkwijze volgens conclusie 15, 16 of 17, verder omvattende de stap e) van het, bij voorkeur door de verwerkingseenheid, vergelijken van de bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet met ten minste één van: - een hoeveelheid geproduceerde metaboliet in de en/of een andere ruimte, onder dezelfde of andere omstandigheden, zoals temperatuur en/of de concentratie van ten minste één metaboliet, zuurstof en/of stikstof: en/of - ten minste één referentiewaarde.
19. 19. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 18, verder omvattende de stap f) van het, bij voorkeur met een besturingseenheid, besturen van de het systeem, zoals de lachtbehandelingsinrichting van het systeem, op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.
20. 20. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 19, verder omvattende de stap g) van het, bij voorkeur met preparaattoevoerinrichting, aan de ruimte toevoeren van een of meerdere preparaten voor het beïnvloeden van de respiratie van de landbouw- en/of tuinbouwproducten, op basis van de door de verwerkingseenheid bepaalde hoeveelheid geproduceerde metaboliet en/of de uitkomsten van de vergelijkingsstap.
21. 21. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 20, waarbij de stap c) de stap cl) omvat van het met daartoe in de luchtbehandelingsinrichting aangebrachte meetmiddelen meten van een concentratie van ten minste één metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat van de luchtbehandelingsinrichting, waarbij de werkwijze de stap h) omvat van het met de meetmiddelen meten van een debiet door de Iuchtbehandelingsinrichting en waarbij de stap d) de stap d2) omvat van het bepalen van de hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet op basis van de met de meetmiddelen in stap cl) gemeten concentratie van de metaboliet nabij de inlaat en de uitlaat in de tuchtbehandelingsinrichting en het met de meetmiddelen in stap h) gemeten debiet door de luchtbehandelingsinrichting.
22. 22. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 21, waarbij de stap c) de stap c2) omvat van het met daartoe in de ruimte aangebrachte meetmiddelen meten van een concentratie van ten minste één metaboliet in de ruimte, waarbij de stap d) de stap d3) omvat van het bepalen van hoeveelheid van de in de ruimte geproduceerde metaboliet op basis van de in stap c2) met de meetmiddelen gemeten concentratie en een vrij volume in de ruimte.
23. 23. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 22, waarbij de stap b) de stap bl) omvat van het met ten minste één gaswasinrichting uit de atmosfeer wassen van de ten minste één metaboliet.
24. 24. Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij de gaswasinrichting een adsorptiemedium, zoals actieve kool omvat, en waarbij de werkwijze voorts de stap i) omvat van het regenereren of doen regenereren van het adsorptiemedium wanneer de met de meetmiddelen gemeten hoeveelheid of het verloop van de hoeveelheid een drempelwaarde overschrijdt.
25. 25. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 24, omvattende de stap j) van het althans tijdens stap a) regelen van de temperatuur in de ruimte, bij voorkeur met een koel- en/of verwarmingsinrichting.
26. 26. Werkwijze volgens een der conclusies 15 tot en met 25, omvattende de stappen van: k) het door ten minste één opening uitwisselen van ten minste één gas tussen de ruimte en de omgeving van de ruimte, en 1) het bepalen van de hoeveelheid in stap k) uitgewisseld gas waarbij de stap d) de stap d4) omvat van het bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet compenseren voor de in stap 1) bepaalde hoeveelheid uitgewisseld gas.
27. 27. Werkwijze volgens 26, omvattende de stappen van: m) het met een daartoe verschafte ten minste één toevoerinrichting aan de ruimte toevoeren van één of meerdere gassen zoals lucht, stikstof of althans sukstofrijke lucht, en n) het bepalen van de hoeveelheid in stap m) toegevoerd gas,

    waarbij de stap d) de stap d5) omvat van het bij het bepalen van de geproduceerde hoeveelheid metaboliet compenseren voor de in stap n) bepaalde hoeveelheid toegevoerd gas.