NL2025133B1 - Systeem voor het positioneren van een beeldscherm - Google Patents

Systeem voor het positioneren van een beeldscherm Download PDF

Info

Publication number
NL2025133B1
NL2025133B1 NL2025133A NL2025133A NL2025133B1 NL 2025133 B1 NL2025133 B1 NL 2025133B1 NL 2025133 A NL2025133 A NL 2025133A NL 2025133 A NL2025133 A NL 2025133A NL 2025133 B1 NL2025133 B1 NL 2025133B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
locking
edge
screen
hook
screen body
Prior art date
Application number
NL2025133A
Other languages
English (en)
Inventor
Walterus Timmermans Louis
Joseph Jacobus Marie Bohnen Martijn
Original Assignee
Vogels Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vogels Holding B V filed Critical Vogels Holding B V
Priority to NL2025133A priority Critical patent/NL2025133B1/nl
Priority to EP21161981.2A priority patent/EP3882504B1/en
Priority to ES21161981T priority patent/ES2952682T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL2025133B1 publication Critical patent/NL2025133B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/02Heads
    • F16M11/04Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand
    • F16M11/06Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand allowing pivoting
    • F16M11/10Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand allowing pivoting around a horizontal axis
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/02Heads
    • F16M11/04Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand
    • F16M11/041Allowing quick release of the apparatus
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/02Heads
    • F16M11/04Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand
    • F16M11/06Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand allowing pivoting
    • F16M11/08Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand allowing pivoting around a vertical axis, e.g. panoramic heads
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/20Undercarriages with or without wheels
    • F16M11/2007Undercarriages with or without wheels comprising means allowing pivoting adjustment
    • F16M11/2035Undercarriages with or without wheels comprising means allowing pivoting adjustment in more than one direction
    • F16M11/2064Undercarriages with or without wheels comprising means allowing pivoting adjustment in more than one direction for tilting and panning
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M13/00Other supports for positioning apparatus or articles; Means for steadying hand-held apparatus or articles
    • F16M13/02Other supports for positioning apparatus or articles; Means for steadying hand-held apparatus or articles for supporting on, or attaching to, an object, e.g. tree, gate, window-frame, cycle
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M2200/00Details of stands or supports
    • F16M2200/02Locking means
    • F16M2200/021Locking means for rotational movement
    • F16M2200/024Locking means for rotational movement by positive interaction, e.g. male-female connections

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Overhead Projectors And Projection Screens (AREA)
  • Memory System Of A Hierarchy Structure (AREA)
  • Eye Examination Apparatus (AREA)
  • Waveguide Aerials (AREA)

Abstract

De uitvinding verschaft een systeem voor het positioneren van een beeldscherm. Het systeem omvat een basislichaam, een schermIichaam dat enerzijds is ingericht om star verbonden te zijn met het basislichaam en anderzijds is ingericht om daaraan een beeldscherm te bevestigen, en een borglichaam voor het Iosmaakbaar borgen van de starre verbinding tussen het basislichaam en het schermIichaam. Een van het basislichaam en het schermIichaam heeft een eerste haakrand. Het borglichaam heeft een tweede haakrand waarbij de tweede haakrand verplaatsbaar is ten opzichte van de andere van het basislichaam en het schermIichaam tussen een borgende stand waarin de eerste haakrand en de tweede haakrand op elkaar aangrijpen waardoor of althans mede waardoor het schermIichaam star is verbonden met het basislichaam, en een vrije stand waarin de eerste haakrand en de tweede haakrand dusdanig vrij zijn van elkaar dat het schermIichaam verplaatsbaar is ten opzichte van het basislichaam. Het systeem omvat verder een veerorgaan dat werkzaam is voor het bieden van weerstand tegen verplaatsing van de tweede haakrand van de borgende stand naar de vrije stand. het veerorgaan en de tweede haakrand maken integraal deel uit van het borglichaam.

Description

Korte aanduiding: Systeem voor het positioneren van een beeldscherm. Beschrijving De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het positioneren van een beeldscherm. Bij dergelijke systemen is het bekend gebruik te maken van een schermlichaam en een basislichaam. Het schermlichaam is dan enerzijds ingericht om daaraan een beeldscherm te bevestigen, bijvoorbeeld doordat daarin volgens het VESA systeem bevestigingsgaten zijn voorzien. Anderzijds is het schermlichaam om te zijn of althans te worden verbonden met een basislichaam. Deze verbinding kan semi-permanent zijn in die zin dat deze in beginsel niet bedoeld is om losgenomen te worden behalve bijvoorbeeld bij een verhuizing. De verbinding tussen het schermlichaam en het basislichaam kan ook van het scharnierbare type zijn, bijvoorbeeld om een scherm te kunnen richten naar een kijker. De uitvinding beoogt een systeem te verschaffen dat zich onderscheidt in constructieve eenvoud en de mogelijkheid tot relatief eenvoudige assemblage waardoor de kans op fouten tijdens assemblage wordt verkleind. Hiertoe verschaft de uitvinding een systeem volgens conclusie 1. De maatregel dat het veerorgaan en de tweede haakrand integraal deel uitmaken van het borglichaam brengt met zich mee dat er geen aparte assemblage van het veerorgaan nodig is en dat het veerorgaan geen apart onderdeel vormt. De functionaliteit die dankzij de uitvinding in het borglichaam kan worden geïntegreerd beperkt derhalve het aantal benodigde onderdelen van het systeem en kan bovendien de assemblage van het systeem tijdens productie daarvan vereenvoudigen.
In een uitvoeringsvorm die op relatief eenvoudige wijze kan worden gerealiseerd omvat het veerorgaan ten minste één verende lip, en bij voorkeur twee verende lippen die verdere voorkeur elastisch naar elkaar kunnen worden geknepen ten behoeve van de assemblage van het borglichaam.
Bij toepassing van twee verende lippen zijn in een verder uitvoeringsvorm deze aan van elkaar afgekeerde zijden voorzien van uitsteeksels die zich uitstrekken in uitsparingen in poten van een, in dwarsdoorsnede, U-vormig deel van de andere van het basislichaam en het schermlichaam.
Een constructief gunstige uitvoeringsvorm kan worden verkregen indien het borglichaam een geleiding heeft en de andere van het basislichaam en het schermlichaam een geleide-orgaan heeft dat is ingericht om samen te werken met de geleiding tijdens verplaatsing van de verplaatsbare tweede haakrand van de borgende stand naar de vrije stand, meer in het bijzonder indien het borglichaam aan ieder van twee tegen over elkaar gelegen zijden daarvan een geleiding heeft en waarbij de andere van het basislichaam en het schermlichaam voor iedere geleiding een geleide- orgaan heeft. De twee geleide-organen kunnen zich daarbij naar elkaar toe uitstrekken vanaf poten van een, in dwarsdoorsnede, U-vormig deel van de andere van het basislichaam en het schermlichaam.
Het borglichaam kan met voordeel een kunststof product zijn dat middels spuitgieten is geproduceerd.
In een verdere uitvoeringsvorm heeft het borglichaam in de vrije stand en in de borgende stand dezelfde oriëntatie.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het basislichaam de eerste haakrand en een ophangrand, en omvat het schermlichaam een ophanghaak voor het via de ophanghaak ophangen van het schermlichaam aan de ophangrand van het basislichaam en waarbij het borglichaam verplaatsbaar is ten opzichte van de ophanghaak tussen de borgende stand waarin de eerste haakrand, indien het schermlichaam via de ophanghaak is opgehangen aan de ophangrand, aangrijpt op de eerste haakrand van het basislichaam en de vrije stand waarin de eerste haakrand, indien het schermlichaam via de ophanghaak is opgehangen aan de ophangrand, vrij is van de eerste haakrand.
In een verdere uitvoeringsvorm is de tweede haakrand ten opzichte van de ophanghaak verplaatsbaar van de vrije stand naar een wachtstand in welke wachtstand het borglichaam een andere oriëntatie heeft dan in de borgende stand, en waarbij het borglichaam is ingericht voor het vanwege aanslag door het borglichaam tegen het basislichaam ten minste deels zwenkend verplaatsen van de borghaak van de wachtstand naar de borgende stand. De wachtstand kan daarbij tussen de borgende stand en de vrije stand zijn gelegen.
Bij toepassing van een met elkaar samenwerkende combinatie van een geleiding en geleide-orgaan zoals voorgaand omschreven en een tweede haakrand die naar een wachtstand verplaatsbaar is zoals eveneens voorgaand omschreven, kan het geleide-orgaan zijn ingericht om dusdanig samen te werken met de geleiding tijdens verplaatsing van de borghaak van de vrije stand naar de wachtstand dat de oriëntatie van het borglichaam tijdens de genoemde verplaatsing verandert.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het schermlichaam een langwerpig trekelement dat is verbonden met het borglichaam voor het tegen de werking van het veerorgaan in van de borgende stand naar de vrije stand trekken van het borglichaam. Het trekelement kan daarbij middels een klikverbinding met het borglichaam zijn verbonden. In het geval twee verende lippen worden toegepast zoals voorgaand omschreven kan het trekelement zich verder deels tussen de twee verende lippen uitstrekken.
Teneinde een systeem te verschaffen dat geschikt is om een aan het systeem opgehangen beeldscherm op en neer te kantelen kan het schermlichaam een eerste schermlichaamdeel en een tweede, kantelbaar met het eerste schermlichaamdeel verbonden, schermlichaamdeel omvatten, waarbij het systeem verder een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen van een kantelstand van het tweede schermlichaamdeel omvat het vergrendelmechanisme omvattende een beugel die enerzijds scharnierbaar is verbonden met één van het eerste schermlichaamdeel en het tweede schermlichaamdeel en anderzijds zich uitstrekt in een sleufgat waardoorheen het tweede uiteinde zich verplaatst tijdens het kantelen van het tweede schermlichaamdeel ten opzichte van het eerste schermlichaamdeel, het vergrendelmechanisme verder omvattende een vergrendellichaam voor het vergrendelen van de beugel aan het tweede uiteinde daarvan op een gewenste langspositie binnen het sleufgat.
In een uitvoeringsvorm omvat het vergrendellichaam een zwenkbaar tussen een vergrendelende stand en een niet-vergrendelende stand met de beugel verbonden excenterlichaam dat in de vergrendelende stand de beugel of althans een daarmee verbonden deel aandrukt tegen een deel van de omtreksrand van het sleufgat voor het belemmeren van verplaatsing van de beugel binnen het sleufgat en dat in de niet-vergrendelende stand de beugel of althans een daarmee verbonden deel vrij laat van de omtreksrand van het sleufgat voor het toestaan van verplaatsing van de beugel binnen het sleufgat. Daarbij kunnen discrete kantelstanden worden gedefinieerd indien het sleufgat een aantal uitsparingen omvat voor het daarin opnemen van de beugel of althans een daarmee verbonden deel in de vergrendelende stand van het excenterlichaam.
Een vergrendellichaam zoals bovenstaande omschreven, meer specifiek indien het vergrendellichaam een excenterlichaam omvat, kan ook met voordeel toepassing vinden bij systemen volgens de Stand van de Techniek ongeacht de specifieke wijze waarop een basislichaam en een schermlichaam van een dergelijk systeem met elkaar zijn verbonden.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van als ophangsystemen uitgevoerde positioneringssystemen volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: Figuur 1 toont in isometrisch aanzicht de achterzijde van een ophangsysteem volgens de uitvinding in een verticale stand; Figuur 2 toont in isometrisch aanzicht volgens figuur 1 een van twee schermlichamen van het systeem volgens figuur 1; Figuur 3 toont een deel van figuur 2 meer in detail in gedeeltelijke explosieweergave, Figuur 4 toont in isometrisch aanzicht een borglichaam zoals toegepast voor ieder van de twee schermlichamen van het ophangsysteem volgens figuur 1; Figuren 5a tot en met 5d tonen in zijaanzicht of althans in verticale doorsnede het borglichaam volgens figuur 4 vier achtereenvolgende standen tijdens het losnemen van een bijbehorend schermlichaam van een basislichaam van het systeem; Figuur 6 toont in het isometrisch aanzicht volgens figuur 1 het ophangsysteem in een gekantelde stand; Figuur 7 toont in het isometrisch aanzicht volgens figuur 1 een bij een schermlichaam behorend verder borglichaam zoals toegepast in het ophangsysteem volgens figuren 1 tot en met 6; Figuren 8a tot en met 8c tonen in zijaanzicht of althans in verticale doorsnede drie achtereenvolgende standen tijdens toepassing van het verdere borglichaam volgens figuur 7 waarbij de stand volgens figuur 8a overeenkomt met de verticale stand volgens figuur 1 en de stand volgens figuur 8c overeenkomt met de gekantelde stand volgens figuur 6; Figuur 9 toont in isometrisch aanzicht de voorzijde van een tweede ophangsysteem volgens de uitvinding; Figuur 10 toont een deel van een basislichaam en een kantellichaam deel uitmakend van een schermlichaam van het ophangsysteem volgens figuur 9;
Figuren 11a tot en met 11c tonen in het zijaanzicht of althans in verticale doorsnede drie achtereenvolgende standen tijdens kanteling van het kantellichaam zoals weergegeven in figuur 10; Figuren 12a en 12b tonen in twee isometrische aanzichten 5 respectievelijk de achterzijde en de voorzijde van een borglichaam deel uitmaken van het ophangsysteem volgens figuur 9. Daar waar in de voorgaande en navolgende beschrijving relatieve termen als voorzijde, achterzijde, onderzijde en bovenzijde zijn of worden gebruikt, dienen deze te worden geïnterpreteerd vanuit het perspectief van een kijker naar een beeldscherm dat is bevestigd aan het betreffend ophangsysteem.
Daar waar navolgend een verwijzingscijfer wordt gevolgd door letter a of b om aldus gelijksoortige onderdelen te kunnen duiden zal ook hetzelfde verwijzingscijfer zonder letter a of b worden gebruikt voor zover het onderscheid tussen de betreffende gelijksoortige onderdelen niet van belang is.
Ophangsysteem 1 wordt navolgend toegelicht aan de hand van de omschrijving van figuren 1 tot en met 8c.
Ophangsysteem 1 omvat een basislichaam 2 en twee schermlichamen 3a, 3b.
Het basislichaam 2 heeft een langwerpige vorm.
De lengterichting van basislichaam 2 is een toegepaste vorm van het ophangsysteem 1 horizontaal georiënteerd, waarbij het basislichaam 2 met de achterzijde 6 daarvan tegen een niet nader getoonde wand of dergelijke is bevestigd, bijvoorbeeld met daartoe geschikte schroeven en pluggen die zich door gaten in het basislichaam 2 uitstrekken tot in de betreffende wand.
Aan de bovenzijde is het basislichaam 2 voorzien van een horizontale ophangrand 4 en aan de onderzijde van een horizontale eerste haakrand 5. Ophangrand 4 en eerste haakrand 5 zijn in het bovenaanzicht op afstand van de achterzijde 6 gelegen, en dus in toegepaste vorm op afstand van de wand waartegen het basislichaam 2 is bevestigd. leder van de schermlichamen 3 omvat een bevestigingslichaam 7 en een kantellichaam 8. Bevestigingslichaam 7 en kantellichaam 8 hebben ieder een langwerpige vorm waarbij de respectievelijke lengterichtingen daarvan in de stand van ophangsysteem 1 in figuur 1 verticaal zijn georiënteerd.
Aan hun respectievelijke onderste uiteinden zijn het bevestigingslichaam 7 en het kantellichaam 8 kantelbaar om kantelas 9 met elkaar verbonden.
Aan de hand van de figuren 6 tot en met 8c zal verderop in deze omschrijving dergelijk kantelen nog nader worden omschreven.
Het bevestigingslichaam 7 en het kantellichaam 8 hebben ieder in horizontale dwarsdoorsnede een, althans in hoofdzaak, U vormige dwarsdoorsnede waarbij overigens de lengtes van de poten van de respectievelijke U vormen over de respectievelijke lengtes van het bevestigingslichaam 7 en van het kantellichaam 8 variëren. De lengtes van de respectievelijke lijven van de U-vormen van de horizontale dwarsdoorsnede van het bevestigingslichaam 7 en van het kantellichaam 8, welke lijven de poten van de betreffende U-vorm met elkaar verbinden, zijn dusdanig dat de poten van de U-vorm van het bevestigingslichaam 7 juist binnen de poten van de U- vorm van het kantellichaam 8 passen. In het kantellichaam 8 zijn diverse bevestigingsgaten 10 voorzien, zoals ook sleufgaten, zodat een plat beeldscherm via de betreffende gaten 10 tegen de voorzijde van het betreffend kantellichaam 8 kan worden bevestigd.
In de twee poten van de U-vorm van ieder bevestigingslichaam 7 zijn twee ophanghaken 114, 11b voorzien waarmee het betreffend schermlichaam, meer specifiek het bevestigingslichaam 7 daarvan, kan worden opgehangen aan de ophangrand 4 van basislichaam 2, zoals zichtbaar is in figuren 1 en 6.
Voor ieder schermlichaam 3 omvat het ophangsysteem 1 verder een borglichaam 12 (zie ook figuur 4) dat onder ophanghaken 11 tussen de poten van de U-vorm van het bijbehorende bevestigingslichaam 7 is voorzien. Anders dan basislichaam 2, bevestigingslichamen 7 en kantellichamen 8 die van staal zijn, zijn de borglichamen 12 van kunststof zoals van polyamide bijvoorbeeld van het PAB-type, of van acrylonitril-butadieen-styreen, en zijn dit spuit gegoten producten. leder borglichaam 12 omvat een tweede haakrand 13 die, zoals nog nader zal worden toegelicht aan de hand van de figuren 5a tot en met 5d, onder voorspanning aangrijpt op de eerste haakrand 5. Aldus wordt de verbinding tussen basislichaam 2 en een schermlichaam 3, meer specifiek het bevestigingslichaam 7 daarvan, met behulp van borglichamen 12 geborgd. Aan de voorzijde van tweede haakrand 13 is ieder borglichaam 12 voorzien van een aanslagvlak 23 (figuur 4) waarbij tussen tweede haakrand 13 en aanslagvlak 23 ruimte is voorzien voor de eerste haakrand 5 van het basislichaam 2.
In de beide poten van de U-vorm van ieder bevestigingslichaam 7 zijn twee tegenover elkaar gelegen boringen 14a, 14b (boring 14b niet zichtbaar in de figuren) voorzien. De borglichamen 12 zijn ieder aan hun respectievelijke onderzijden voorzien van twee verende lippen 15a, 15b die op een afstand d1, van elkaar zijn voorzien. Aan de vrije uiteinden van de verende lippen 15a, 15b zijn deze voorzien van van elkaar afgerichte uitstekende pendelen 16a, 16 waarvan de respectievelijke lengtes L aan elkaar gelijk zijn en ongeveer gelijk zijn aan de dikte van de poten van de U-vorm van het bevestigingslichaam 7. In geassembleerde toestand strekken de pendelen 16 zich binnen voornoemde boringen 14 uit. Ten behoeve van de assemblage van borglichaam 12 worden de verende lippen 15 verend naar elkaar toe gedrukt waardoor de afstand tussen de van elkaar afgekeerde uiteinden van de pendelen 16 tijdelijk kleiner is dan de afstand tussen de poten van de U-vorm van het bevestigingslichaam 7. Vanuit die toestand worden de pendelen 16 naar de boringen 14 geschoven alwaar de pendelen 16 vanwege de veerkracht in deze boringen 14 zullen klikken. Borglichaam 12 is verder aan twee tegenover gelegen zijvlakken voorzien van een nokkenbaan 174, 17b (nokkenbaan 17b niet zichtbaar in de figuren). Die spiegel symmetrisch zijn ten opzichte van elkaar. ledere nokkenbaan 17 heeft een liggend deel 17-1 dat aan het aan de voorzijde gelegen uiteinde open is en aan het tegenovergelegen uiteinde daarvan aansluit op een staand deel 17-2 van nokkenbaan 17 dat zelf aan het bovenste uiteinde daarvan aansluit op kamer 17-3 van nokkenbaan
17. Kamer 17-3 is aan de voorzijde van het staande deel 17-2 voorzien en heeft een holle bodem 17-4. De bovenste zijden van het staande deel 17-2 en van kamer 17-3 lopen in elkaar over en vormen gezamenlijk een hellende flank 17-5. Bevestigingslichaam 7 is voorzien van twee penvormige nokken 18a, 18b (nok 18b niet zichtbaar in de figuren) die vanaf de twee poten van de U-vorm van de dwarsdoorsnede van het bevestigingslichaam 7 naar elkaar toe zijn gericht en zich in geassembleerde toestand binnen een bijbehorende nokkenbaan 17 van het borglichaam 12 uitstrekken. Tijdens de assemblage van borglichaam 12 zullen dus niet alleen de pendelen 16 naar elkaar toe worden geknepen om tussen de poten van de U-vorm van het bevestigingslichaam 7 te passen, maar zal het borglichaam 12 dus eveneens dusdanig ten opzichte van het bevestigingslichaam 7 worden gepositioneerd dat de opening van de liggende delen 17-1 van de twee nokkenbanen 17, meer specifiek de open uiteinden daarvan recht tegenover de nokken 18 zijn gelegen, zodat de liggende delen 17-1 over deze nokken 18 kunnen worden geschoven. De veerspanning in de verende lippen 15 is daarbij zodanig dat, zoals in figuur 5a weergegeven, in een eerste ruststand de nokken 18 zich in de respectievelijke staande delen 17-2 van de nokkenbanen 17 gelegen zijn.
Ophangsysteem 1 omvat verder voor ieder van de borglichamen 12 een trekkoord 19 dat aan het bovenste uiteinde daarvan is voorzien van verende kliktanden 20 die klikkend kunnen samenwerken met klikranden 21 van borglichaam
12. De klikranden 21 strekken zich uit boven aanslagvlak 22 (figuur 4). De breedte b van de trekkoorden 19 is vrijwel gelijk aan afstand d1 waardoor, indien de trekkoorden 19 middels een klikverbinding zijn verbonden met een bijbehorend borglichaam 12 de achterzijde van het trekkoord 19 en de achterzijde van borglichaam 12 in lijn met elkaar zijn gelegen en visueel één vlak vormen.
De werking van de borglichamen 12 is als volgt: uitgaande van de geassembleerde toestand volgens figuur 5a waarbij de tweede haakrand 13 borgend aangrijpt op de, niet nader in figuur 5a getoonde eerste haakrand 5 van basislichaam 2 en waarbij de borglichamen 12 zich in de eerste ruststand bevinden, wordt op het trekkoord 19 een neerwaartse trekkracht uitgeoefend. De verende lippen 15 zullen daardoor doorbuigen. Meer specifiek zullen daartoe de verende lippen 15 elastisch vervormen zoals zichtbaar is in figuur 5b. De nokken 18 zullen zich daarbij naar de bovenste uiteinden van de staande delen 17-2 van de nokkenbanen 17 bewegen, of meer specifiek bewegen feitelijk deze staande delen 17-2 ten opzichte van de nokken
18. De tweede haakrand 13 zal tijdens deze beweging buiten het bereik van de bijbehorende eerste haakrand 5 komen. Bij verdere uitoefening van de neerwaartse trekkracht op trekkoord 19 zullen nokken 18 aanslaan tegen de hellende flanken 17-5 en daarlangs bewegen waardoor het borglichaam 12 om de hartlijnen van pendelen 16 zal scharnieren tot het moment dat de gehele flank 17-5 langs de nokken 18 is bewogen. De nokken 18 bevinden zich dan in de kamers 17-3 zoals is weergegeven in figuur 5c. Het vervolgens opheffen van de trekkracht op trekkoord 19 doet het borglichaam 12 weer, vanwege de verende werkzaamheid van lippen 15, omhoog bewegen ten opzichte van het bijbehorend bevestigingslichaam 7 waarbij nok 18 in kamer 17-3 op de holle bodem 17-4 daarvan komt te rusten onder enige elastische voorspanning opgewekt door de verende lippen 15 (figuur 5d). Vanuit deze situatie, waarbij het borglichaam 12 een tweede, hellende, ruststand aanneemt, is het eenvoudig mogelijk de schermlichamen 3, met daaraan bevestigd een plat beeldscherm om de ophangranden 4 te scharnieren en om de schermlichamen 3 samen met het beeldscherm los te nemen van het basislichaam 2. Het vervolgens weer tot stand brengen van een geborgde verbinding tussen de schermlichamen 3 en het basislichaam 2 kan eenvoudig plaatsvinden.
Hiertoe worden de schermlichamen 3 met hun ophanghaken 11 opgehangen aan de ophangrand 4 van het basislichaam 2 waarna de onderste uiteinden van de schermlichamen 3 in de richting van het basislichaam 2, oftewel de wand waartegen het basislichaam 2 is bevestigd, worden gescharnierd. Op een gegeven moment zullen de aanslagvlakken 23 van de respectievelijke borglichamen 12 aanslaan tegen de eerste haakrand 5, waardoor de nokken 18 uit de holle bodems 17-4 worden gedrukt tot in de staande delen 17-2 van de nokkenbanen 17. Daarbij zal het borglichaam 12 weer terug scharnieren van de hellende stand volgens figuur 5d naar de verticale stand volgens figuur 5a. De verende lippen 15 wordt dan ruimte geboden om te ontspannen zodat wederom de borgende situatie volgens figuur 5a wordt gerealiseerd waarbij de tweede haakranden 13 aangrijpen op de eerste haakrand 5.
Daar waar in figuur 1 de kantellichamen 8 een verticale oriëntatie hebben, is in figuur 6 de situatie getoond waarbij de kantellichamen 8 neerwaarts zijn gekanteld om kantelassen 9. Ter begrenzing van de kantelhoek omvat het systeem 1 voor ieder kantellichaam 8 een U-vormige beugel 30. Eén (horizontale) poot van de U-vormige beugel 30 steekt daarbij door scharniergaten die boven de ophanghaken 11 in het betreffend bevestigingslichaam 7 zijn voorzien, meer specifiek in de poten van de U-vorm van de dwarsdoorsnede van het bevestigingslichaam 7. De andere poot van de U-vorm van de beugel 30 strekt zich uit door twee tegenover elkaar gelegen sleufgaten 32a, 32b in de poten van de U-vorm van het kantellichaam 8.
Zoals ook is getoond in figuur 8c zijn de sleufgaten 32 aan de achterzijde daarvan voorzien van een aantal op regelmatige afstand van elkaar voorziene uitsparingen 33. De uitsparingen 33 zijn daarbij ingericht voor het daarin opnemen van de poot van beugel 30 die zich door de sleufgaten 32 uitstrekt. Indien de betreffende poot zich in de bovenste uitsparing 33 bevindt, is kantellichaam 8 verticaal georiënteerd zoals is weergegeven in figuur 1. Indien de betreffende poot zich in de onderste uitsparing 33 uitstrekt heeft het kantellichaam 8 de maximale (neerwaartse) gekantelde stand van ophangsysteem 1 aangenomen zoals is weergegeven in figuur 6.
Voor iedere beugel 30 omvat ophangsysteem 1 verder een als excenterlichaam 34 uitgevoerd verder borglichaam (figuur 7), dat net als borglichaam 12 een spuit gegoten product van kunststof is. Excenterlichaam 34 heeft twee tegenover elkaar gelegen zijwanden 35 waarin scharniergaten 36 zijn voorzien waardoorheen de door sleufgaten 32 uitstrekkende poot van beugel 30 zich uitstrekt.
De zijwanden 35 worden ieder onder andere begrensd door een eerste aanslagrand 37 en een tweede aanslagrand 38 die via afronding 39 op elkaar aansluiten. De twee zijwanden 35 zijn met elkaar verbonden via een golvende verbindingswand 40 die aan de bovenzijde van het excenter lichaam 34 tussen de zijwanden 35 een uitsparing 41 vrijlaat.
Figuur 8a heeft betrekking op de stand volgens figuur 1 waarbij de kantellichamen 8 verticaal zijn georiënteerd. Beugel 30, meer specifiek de bovenste poot daarvan, is opgenomen in de bovenste uitsparing 33. De eerste aanslagrand 37 van het excenterlichaam 34 ligt aan tegen het lijfdeel 42 van de U-vorm van het kantellichaam 8. Door deze aanligging wordt verplaatsing van de bovenste poot van de beugel 30 uit de bovenste uitsparing 33 belemmerd en is de verticale oriëntatie van het kantellichaam 8 geborgd.
Indien een gebruiker de kantellichamen 8 neerwaarts wenst te kantelen, of feitelijk uiteraard meer specifiek het scherm dat aan de kantelarmen 8 is bevestigd, dan kan dit worden bereikt doordat de gebruiker met een vinger aangrijpt in de uitsparing 41 van het excenter lichaam 34. Door een trekbeweging kan de gebruiker het excenterlichaam 34 in de richting van pijn 43 om de hartlijn van de scharniergaten 36 doen scharnieren tot de stand volgens figuur 8b. In die stand ligt de tweede aanslagrand 38 aan tegen het lijfdeel 42 van het kantellichaam 8. Aangezien het excenter lichaam 34 dusdanig is gedimensioneerd dat de horizontale afstand d1 tussen de hartlijn van scharniergaten 36 en de eerste aanslagrand 37 groter is dan de horizontale afstand d2 tussen voornoemde hartlijn en de tweede aanslagrand 38, wordt aldus aan de bovenste poot van beugel 30 ruimte geboden om uit de bovenste uitsparing 33 te bewegen en vervolgens om bij het neerwaarts kantelen van kantellichaam 8 door het sleufgat 32 te verplaatsen. Zodra het kantellichaam 8 zich in een gewenste kantelhoek bevindt kan de gebruiker het excenter lichaam 34 weer terug kantelen om de hartlijn van scharniergaten 36 in de richting 44 waardoor de eerste aanslagrand 37 weer komt aan te liggen tegen lijfdeel 42 en de bovenste poot van beugel 30 weer wordt opgesloten in een uitsparing 33. In figuur 8c is dit in de onderste uitsparing 33.
Ophangsysteem 51 volgens figuur 9 omvat een samengesteld basislichaam 58 en een kantelbaar om kantelas 72 daarmee verbonden samengesteld schermlichaam 59. Het basislichaam 58 omvat een raamwerk 52 dat is ingericht om tegen een wand te worden bevestigd. Het raamwerk 52 omvat liggers 53, staanders
54 met daarin gaten 55 voor bevestiging van de staanders en daarmee van het gehele raamwerk 52 tegen een scheidingwand, en een centrale staander 56 die aan tegenover elkaar gelegen uiteinden daarvan is bevestigd aan de twee liggers 53. Staander 56 heeft een U-vormige dwarsdoorsnede. Basislichaam 58 omvat verder een haaks kantellichaam 81 dat aan één uiteinde scharnierbaar om scharnieras 71 met de centrale staander 56 is verbonden, nabij het onderste uiteinde daarvan. Schermlichaam 59 omvat een stangvormig kantellichaam 82 dat in de figuren 9 tot en met 11 verticaal is georiënteerd en aan het onderste uiteinde daarvan kantelbaar rondom kantelas 72 is verbonden met het kantellichaam 61. Systeem 51 omvat verder een treklichaam 66 dat aan het onderste uiteinde daarvan scharnierbaar om scharnieras 73 is verbonden met de centrale staander 56 en aan een bovenste uiteinde daarvan kantelbaar om kantelas 74 is verbonden met het kantellichaam 82, nabij het bovenste uiteinde daarvan. Het schermlichaam 59 van systeem 51 omvat verder twee zwenkarmen 63, 64 die onderling zwenkbaar om zwenkas 75, die zich evenwijdig uitstrekt aan de hartlijn van kantellichaam 82 met elkaar zijn verbonden. De eerste zwenkarm 63 is tegenover zwenkas 75 zwenkbaar verbonden met het kantellichaam 62, om de hartlijn daarvan. Het schermlichaam 59 omvat verder een bevestigingslichaam 65 dat zich evenwijdig aan zwenkas 75 uitstrekt, met het tweede zwenklichaam 64 is verbonden aan een tegenover zwenkas 75 gelegen uiteinde daarvan. Bevestigingslichaam 65 is ingericht voor bevestiging daartegen van een plat beeldscherm. Voor het borgen van de verticale oriëntatie van het kantellichaam 82 en daarmee van het beeldscherm dat met bevestigingslichaam 85 is verbonden, omvat het ophangsysteem 51 een borgsysteem dat een eerste borglichaam 81 en een tweede borglichaam 82. Het eerste borglichaam 81 maakt daarbij deel uit van het schermlichaam 59 en het tweede borglichaam 82 maakt deel uit van het basislichaam
58. Het eerste borglichaam 81 betreft een spuitgegoten kunststof product en is aan de naar het tweede borglichaam 82 gekeerde zijde voorzien van borghaak 98 (figuur 110). Het eerste borglichaam 81 is star met het kantellichaam 62 verbonden aan het bovenste uiteinde daarvan. Het tweede borglichaam 82 betreft eveneens een kunststof spuitgegoten product en is, althans deels, op en neer verschuifbaar opgenomen tussen de twee poten van de U-vormige dwarsdoorsnede van staander 56. Ten behoeve van voornoemde verschuifbaarheid zijn op tegenover gelegen posities in voornoemde poten naar elkaar toe gerichte penvormige nokken 83a, 83b en 84a, 84b (nokken 83b en 84b niet zichtbaar in de figuren) voorzien. Deze nokken 83, 84 vallen in verticaal georiënteerde nokbaandelen van respectievelijke nokbanen 85a, 85b en 86a, 86b die in tegenover elkaar gelegen zijvlakken van het tweede borglichaam 82 zijn voorzien. Op de respectievelijke bovenste uiteinden van de verticale nokbaandelen van de nokbanen 85, 86 sluiten horizontale nokbaandelen aan die aan het naar het lijf van de U-vorm van de staander 56 gekeerde zijde open zijn voor assemblagedoeleinden.
Het tweede borglichaam 82 omvat aan de onderzijde daarvan twee verende lippen 89a, 89b, die bij assemblage van het tweede borglichaam 82 naar elkaar toe kunnen worden geknepen en aan de van elkaar afgekeerde zijden zijn voorzien van van elkaar af gerichte pendelen 91a, 91b. De respectievelijke pendelen 91 strekken zich uit binnen boringen 93 die in de twee poten, tegenover elkaar, van de U-vormige dwarsdoorsnede van de staander 56 zijn aangebracht. Aan het bovenste uiteinde van staander 56 is het ophangsysteem 51 voorzien van een opsluitlichaam 93 waartegen het tweede borglichaam 82 met de bovenzijde daarvan, althans in de onbediende toestand van het tweede borglichaam 82, aanslaat vanwege de verende werkzaamheden van verende lippen 89, 90.
Het tweede borglichaam 82 omvat verder een centrale opening 94 die aan de onderzijde daarvan wordt begrensd door een horizontale haakrand 95. Aan de voorzijde van haakrand 95 omvat het tweede borglichaam 82 een oplopend oploopvlak
97. In de geborgde verticale stand van het kantellichaam 62 strekt het borghaak 98 van het eerste borglichaam 81 zich uit door de centrale opening 94 en haakt borghaak 98 achter haakrand 95.
Het tweede borglichaam 82 omvat verder een drukvlak 96. Een gebruiker kan door het uitoefenen van een neerwaartse drukkracht op drukvlak 96 bewerkstellingen dat de verende lippen 89 in veren, waardoor het tweede borglichaam 82 neerwaarts verschuift tussen de poten van de staander 56 tegen de verende werkzaamheid van verende lippen 89, 90 in. Aldus komen borghaak 98 en haakrand 95 los van elkaar en kan het kantellichaam 62 naar een gekantelde stand kantelen zoals is weergegeven in figuur 11c. Bij het opheffen van voornoemde drukkracht op het drukvlak, 96 zal het tweede borglichaam 82 weer omhoog verschuiven vanwege de verende werkzaamheid van verende lippen 89, 90. Indien het kantellichaam 62 weer terug wordt gekanteld naar de verticale oriëntatie zal borghaak 98 aanslaan tegen en oplopen langs het oploopvlak 97 waardoor er een neerwaartse kracht op het tweede borglichaam 82 wordt uitgeoefend die de lippen 89, 90 doet in veren en het tweede borglichaam 82 verticaal neerwaarts doet verschuiven totdat borghaak 98 over haakrand 95 beweegt en, vanwege de verende werkzaamheid van lippen 89, 90 borghaak 98 achter haakrand 95 zal haken en aldus de bereikte verticale oriëntatie van het kantellichaam 62 zal borgen.

Claims (19)

CONCLUSIES
1. Systeem (1; 51) voor het positioneren van een beeldscherm, omvattende een basislichaam (2; 58), een schermlichaam (3; 59) dat enerzijds is ingericht om, althans in één stand van het schermlichaam, star verbonden te zijn met het basislichaam (2; 58) en anderzijds is ingericht om daaraan een beeldscherm te bevestigen, en een borglichaam (12; 82) voor het losmaakbaar borgen van de starre verbinding tussen het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59) waarbij één van het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59) een eerste haakrand (5; 98) heeft en het borglichaam (12; 81) een tweede haakrand (13; 95) heeft waarbij de tweede haakrand (13; 95) verplaatsbaar is ten opzichte van de andere van het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59) tussen een borgende stand waarin de eerste haakrand (5; 95) en de tweede haakrand (13; 98) op elkaar aangrijpen waardoor of althans mede waardoor het schermlichaam (3; 59) star is verbonden met het basislichaam (2; 58), en een vrije stand waarin de eerste haakrand (5; 95) en de tweede haakrand (13; 98) dusdanig vrij zijn van elkaar dat het schermlichaam (3; 59) verplaatsbaar is ten opzichte van het basislichaam (2; 58}, het systeem (1; 51} verder omvattende een veerorgaan (15; 89) dat werkzaam is voor het bieden van weerstand tegen verplaatsing van de tweede haakrand (13; 89) van de borgende stand naar de vrije stand, waarbij het veerorgaan (15; 89) en de tweede haakrand (13; 89) integraal deel uitmaken van het borglichaam (12, 81).
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij het veerorgaan ten minste één verende lip (15; 89) omvat.
3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij het veerorgaan twee verende lippen (15a, 15b; 89a, 89b) omvat.
4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij de twee verende lippen (15a, 15b; 89a, 89b) aan van elkaar afgekeerde zijden zijn voorzien van uitsteeksels (16a, 16b; 91a, 91b) die zich uitstrekken in uitsparingen (14; 93) in poten van een, in dwarsdoorsnede, U-vormig deel van de andere van het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59).
5. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het borglichaam (12; 82) een geleiding (17; 85, 86) heeft en de andere van het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59) een geleide-orgaan (18; 83, 84) heeft dat is ingericht om samen te werken met de geleiding (17; 85, 86) tijdens verplaatsing van de verplaatsbare tweede haakrand (13; 95) van de borgende stand naar de vrije stand.
6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij het borglichaam (12; 82) aan ieder van twee tegen over elkaar gelegen zijden daarvan een geleiding (17a, 17b; 85a, 85b, 86a, 86b) heeft en waarbij de andere van het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59) voor iedere geleiding (17a, 17b; 85a, 85b, 86a, 86b) een geleide-orgaan (18a, 18b; 83a, 83b, 84a, 84b) heeft.
7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de twee geleide-organen (18a, 18b; 83a, 83b, 84a, 84b) zich naar elkaar toe uitstrekken vanaf poten van een, in dwarsdoorsnede, U-vormig deel van de andere van het basislichaam (2; 58) en het schermlichaam (3; 59).
8. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het borglichaam (12; 82) een middels spuitgieten geproduceerd product van kunststof is.
9. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het borglichaam (12; 82) in de vrije stand en in de borgende stand dezelfde oriëntatie heeft.
10. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het basislichaam (2) de eerste haakrand (5) en een ophangrand (4) omvat, en het schermlichaam (3) een ophanghaak (11) omvat voor het via de ophanghaak (11) ophangen van het schermlichaam (3) aan de ophangrand (4) van het basislichaam (2) en waarbij het borglichaam (12) verplaatsbaar is ten opzichte van de ophanghaak (11) tussen de borgende stand waarin de eerste haakrand (5), indien het schermlichaam via de ophanghaak (11) is opgehangen aan de ophangrand (4), aangrijpt op de eerste haakrand (5) van het basislichaam (2) en de vrije stand waarin de eerste haakrand (5), indien het schermlichaam (3) via de ophanghaak (11) is opgehangen aan de ophangrand (4), vrij is van de eerste haakrand (5).
11. Systeem volgens conclusie 10, waarbij de tweede haakrand (13) ten opzichte van de ophanghaak (11) verplaatsbaar is van de vrije stand naar een wachtstand in welke wachtstand het borglichaam (12) een andere oriëntatie heeft dan in de borgende stand, en waarbij het borglichaam (12) is ingericht voor het vanwege aanslag door het borglichaam (12) tegen het basislichaam (2) ten minste deels zwenkend verplaatsen van de borghaak van de wachtstand naar de borgende stand.
12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij de wachtstand is gelegen tussen de borgende stand en de vrije stand.
13. Systeem volgens conclusie 5 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 11 of 12, waarbij het geleide-orgaan (18) is ingericht om dusdanig samen te werken met de geleiding (17) tijdens verplaatsing van de borghaak van de vrije stand naar de wachtstand dat de oriëntatie van het borglichaam (12) tijdens de genoemde verplaatsing verandert.
14. Systeem volgens één van de conclusies 10 tot en met 13, waarbij het schermlichaam {3) een langwerpig trekelement (19) omvat dat is verbonden met het borglichaam (12) voor het tegen de werking van het veerorgaan (15) in van de borgende stand naar de vrije stand trekken van het borglichaam (12).
15. Systeem volgens conclusie 14, waarbij het trekelement (19) middels een klikverbinding met het borglichaam (12) is verbonden.
16. Systeem volgens conclusie 3 of een daarvan afhankelijke conclusie en volgens conclusie 14 of 15, waarbij het trekelement (19) zich deels tussen de twee verende lippen (154, 15b) uitstrekt.
17. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het schermlichaam een eerste schermlichaamdeel (7) en een tweede, kantelbaar met het eerste schermlichaamdeel (7) verbonden, schermlichaamdeel (8) omvat, het systeem omvattende een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen van een kantelstand van het tweede schermlichaamdeel het vergrendelmechanisme omvattende een beugel (30) die enerzijds scharnierbaar is verbonden met één van het eerste schermlichaamdeel (7) en het tweede schermlichaamdeel (8) en anderzijds zich uitstrekt in een sleufgat (32) waardoorheen het tweede uiteinde zich verplaatst tijdens het kantelen van het tweede schermlichaamdeel (8) ten opzichte van het eerste schermlichaamdeel (7), het vergrendelmechanisme verder omvattende een vergrendellichaam (34) voor het vergrendelen van de beugel (30) aan het tweede uiteinde daarvan op een gewenste langspositie binnen het sleufgat (32).
18. Systeem volgens conclusie 17, waarbij het vergrendellichaam (34) een zwenkbaar tussen een vergrendelende stand en een niet-vergrendelende stand met de beugel (30) verbonden excenterlichaam (34) omvat dat in de vergrendelende stand de beugel (30) of althans een daarmee verbonden deel aandrukt tegen een deel van de omtreksrand van het sleufgat (32) voor het belemmeren van verplaatsing van de beugel (30) binnen het sleufgat (32) en dat in de niet-vergrendelende stand de beugel (30) of althans een daarmee verbonden deel vrij laat van de omtreksrand van het sleufgat (32) voor het toestaan van verplaatsing van de beugel (30) binnen het sleufgat (32).
19. Systeem volgens conclusie 18, waarbij het sleufgat (32) een aantal uitsparingen (33) omvat voor het daarin opnemen van de beugel (30) of althans een daarmee verbonden deel in de vergrendelende stand van het excenterlichaam (34).
NL2025133A 2020-03-16 2020-03-16 Systeem voor het positioneren van een beeldscherm NL2025133B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2025133A NL2025133B1 (nl) 2020-03-16 2020-03-16 Systeem voor het positioneren van een beeldscherm
EP21161981.2A EP3882504B1 (en) 2020-03-16 2021-03-11 System for positioning a viewing screen
ES21161981T ES2952682T3 (es) 2020-03-16 2021-03-11 Sistema para posicionar una pantalla de visualización

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2025133A NL2025133B1 (nl) 2020-03-16 2020-03-16 Systeem voor het positioneren van een beeldscherm

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2025133B1 true NL2025133B1 (nl) 2021-10-19

Family

ID=70978524

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2025133A NL2025133B1 (nl) 2020-03-16 2020-03-16 Systeem voor het positioneren van een beeldscherm

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3882504B1 (nl)
ES (1) ES2952682T3 (nl)
NL (1) NL2025133B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023146393A1 (en) 2022-01-25 2023-08-03 Vogel's Ip B.V. System for positioning a flat display screen

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN215928920U (zh) * 2021-08-18 2022-03-01 昆山泓杰电子股份有限公司 挂钩快速安装拆卸结构

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3023974A1 (de) * 1980-06-26 1982-01-07 Braun Ag, 6000 Frankfurt Profilschiene zum aufhaengen von geraeten

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3023974A1 (de) * 1980-06-26 1982-01-07 Braun Ag, 6000 Frankfurt Profilschiene zum aufhaengen von geraeten

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023146393A1 (en) 2022-01-25 2023-08-03 Vogel's Ip B.V. System for positioning a flat display screen

Also Published As

Publication number Publication date
EP3882504B1 (en) 2023-08-02
ES2952682T3 (es) 2023-11-03
EP3882504A1 (en) 2021-09-22
EP3882504C0 (en) 2023-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2025133B1 (nl) Systeem voor het positioneren van een beeldscherm
US10485383B2 (en) Tension-mounted pole caddy
US5794902A (en) Shelf bracket for use with a grooved shelf
GB2452624A (en) A cable management arm supporting device
US20060283822A1 (en) Wall hanging system
NZ548840A (en) Height adjustment mechanism for a chair
US8944532B2 (en) Modular apparatus for realization of wardrobes provided with plastic structure
JP7090125B2 (ja) 接続装置
NL1023051C1 (nl) Inrichting geschikt voor het ondersteunen van een component.
JPH03114411A (ja) 物品展示システム
JP2004176262A (ja) 引戸の戸締装置
NL1029553C2 (nl) Systeem voor het afwerken van een rand tussen een plafond en een wand.
NL2005291C2 (nl) Tashaaksysteem.
KR20180003606U (ko) 확장 가능한 주방용 선반
BE1023381B1 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een draagbaar voorwerp aan een voertuig
NL2028635B1 (nl) Systeem voor het positioneren van een beeldscherm.
NL2001072C2 (nl) Verbeterd paneelgordijnsysteem met samenwerkende profielen.
JP4319446B2 (ja) 鏡の支持構造
NL1030413C2 (nl) Demonteerbare stoel.
KR101131177B1 (ko) 서가용 선반의 지지구조
JP4304344B2 (ja) 物品収納具および物品収納家具
JP2843312B2 (ja) 棚載置物落下防止装置
CN2500217Y (zh) 多功能滑轨窗帘杆组
TWI837164B (zh) 儲存系統、用於儲存系統之懸臂式托架、用於儲存系統之懸臂式抽屜組合體、用於儲存系統的抽屜組合體之懸臂式托架、用於壁面安裝式儲存系統的板片安裝方法、用於儲存系統的壁櫥掛桿系統、和壁面安裝式擱置系統
CN218819127U (zh) 电子设备支架和支架保护壳

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VOGEL'S IP B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VOGEL'S HOLDING B.V.

Effective date: 20220516