NL2024299B1 - Borgclip en combinatie van een borgclip en een bevestigingsmiddel - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een borgclip, welke borgclip een zich in een hoofdvlak uitstrekkend borglichaam omvat, welk borglichaam een doorgaande uitsparing omvat voor het ten opzichte van de borgclip tegen rotatie borgen van een bij gebruik in de uitsparing aangebracht bevestigingsmiddel, zoals een bout of moer, waarbij aan weerszijden van de uitsparing een eerste respectievelijk tweede afhangend klemdeel aangebracht zijn. De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een borgclip volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel, zoals een bout of moer, welk bevestigingsmiddel een aandrijfdeel heeft, waarbij de uitsparing van het borglichaam vormgesloten is aangebracht om het aandrijfdeel van het bevestigingsmiddel voor het ten opzichte van de borgclip blokkeren van rotatie van het bevestigingsmiddel.

Description

1.

Borgclip en combinatie van een borgclip en een bevestigingsmiddel De uitvinding heeft betrekking op een borgclip. De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een borgclip volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel.

In de industrie worden vloerroosters veelvuldig toegepast. Dergelijke, meestal metalen, vloerroosters worden bevestigd aan een onderliggende flens of ondergrond met behulp van roosterklemmen. Een op de maaswijdte van het rooster afgestemde roosterklem, ook wel kikkerklem, kikkerplaatje of kikker, wordt daarvoor op het rooster aangebracht, waarna de roosterklem middels bijvoorbeeld een schroef of bout door het rooster aan de ondergrond vastgezet kan worden.

In de praktijk komt het vaak voor dat de vloerroosters na verloop van tijd ondeugdelijk bevestigd zijn, waardoor spoedreparaties noodzakelijk zijn of zelfs risico is op letsel. Een belangrijke oorzaak hiervoor is te vinden in losgeraakte bevestigingsmiddelen, meer specifiek, losgeraakte bouten. De vloerroosters zijn vaak zwaar belast en aan mechanische trilling onderhevig.

Het is nu een doel van de uitvinding om een borgclip te voorzien waarmee het losraken van bevestigingsmiddelen van roosterklemmen voorkomen kan worden.

Dit doel wordt bereikt volgens de uitvinding met een borgclip die een zich in een hoofdvlak uitstrekkend borglichaam omvat, welk borglichaam een doorgaande uitsparing omvat voor het ten opzichte van de borgclip tegen rotatie borgen van een bij gebruik in de uitsparing aangebracht bevestigingsmiddel, zoals een bout of moer, waarbij aan weerszijden van de uitsparing een eerste respectievelijk tweede afhangend klemdeel aangebracht zijn.

Met een borgclip volgens de uitvinding, kan rotatie

2.

van een in de uitsparing van de borgclip aangebrachte deel van een bevestigingsmiddel, welk deel een niet rond profiel heeft, eenvoudig voorkomen worden. Het ligt voor de hand om de kop van een bout met een buitenprofiel, zoals bijvoorbeeld een zeskantprofiel volgens DIN 931 of DIN 933, in de uitsparing aan te brengen. Na montage en vastdraaien van de bout, wordt daarvoor de borgclip op zodanige wijze over kop aangebracht dat het borglichaam interfereert met rotatie van de kop.

Rotatie van de borgclip zelf wordt voorkomen doordat de klemdelen om het rooster aangebracht zijn en/of doordat het borglichaam ten opzichte van de gebruikte roosterklem niet kan roteren.

Door de afstand tussen de afhangende klemdelen te laten corresponderen met de breedte van het kikkerplaatje, kan de borgclip om het kikkerplaatje aangebracht worden. De borgclip, die bijvoorbeeld in doorsnede U-vormig is, omsluit dan het kikkerplaatje met de klemdelen.

De afstand tussen de afhangende klemdelen kan alternatief ook corresponderend met bijvoorbeeld de maaswijdte van het rooster gekozen worden, zodat de borgclip bijvoorbeeld om twee tussenbalken van het rooster aangebracht kan worden.

In een andere uitvoeringsvorm van een borgclip volgens de uitvinding, is tenminste één hoofdafmeting van de vorm van de uitsparing kleiner dan een grootste overhoekse afmeting van een bij gebruik in de uitsparing aangebracht bevestigingsmiddel.

Hoewel de bout ook geborgd kan zijn wanneer de boutkop bij rotatie slechts enkelzijdig interfereert met de borgclip, waarbij de borgclip op zich geen relatieve verplaatsing ten opzichte van de boutkop toestaat, bijvoorbeeld doordat de borgeclip ingesloten ligt in een roosterklem, is het voordelig om de vorm van de uitsparing van het borglichaam zodanig te kiezen dat rotatie van een in de

3.

uitsparing aangebrachte boutkop überhaupt niet mogelijk is. Dit wordt bereikt door tenminste één hoofdafmeting van de vorm van de uitsparing kleiner te kiezen dan de grootste overhoekse maat van het deel van het bevestigingsmiddel dat bij gebruik in de uitsparing aangebracht is. Dit heeft als voordeel, dat voor het verkrijgen van een goede borgwerking van de borgclip deze zelf slechts tegen rotatie geblokkeerd hoeft te worden. Een eventuele relatieve verplaatsing ten opzichte van de boutkop verminderd in deze uitvoeringsvorm de werking niet.

Ook een uitvoeringsvorm van een borgclip volgens de uitvinding, is een borgclip waarbij de omtreksrand van de uitsparing tenminste één recht randdeel omvat.

Om het produceren van de borgclip te vereenvoudigen, is het voordelig de omtreksrand tenminste deels recht te maken. Het profiel van een bij gebruik in de borgclip aangebracht bevestigingsmiddel kan bij plaatsing tegen het rechte randdeel aanliggen voor het borgen.

In een uitvoeringsvorm van de borgclip volgens de uitvinding, omvat de omtreksrand van de uitsparing tenminste twee rechte randdelen, bij voorkeur vier rechte randdelen.

Het verdient de voorkeur om de omtreksrand van de uitsparing te voorzien van tenminste twee, het liefst vier rechte randdelen. Hiermee wordt plaatsing van de clip vereenvoudigd in gevallen vereenvoudigd. Ook is het bij productie van de borgclip eenvoudig om rechte randdelen aan te brengen.

Ook volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een borgclip, waarbij tenminste twee rechte randdelen evenwijdig zijn aan elkaar.

Door twee rechte randdelen evenwijdig aan elkaar te maken, kan de maatvoering van de borgclip ten opzichte van het bevestigingsmiddel eenvoudig bepaald worden. Door de hoofdafmeting van de vorm van de uitsparing tussen de

4.

evenwijdige rechte randdelen kleiner te maken dan een grootste overhoekse afmeting van een bij gebruik in de uitsparing aangebracht bevestigingsmiddel, of zelfs corresponderend met bijvoorbeeld de sleutelwijdte van het bevestigingsmiddel, kan de juiste borgclip voor een bepaald bevestigingsmiddel eenvoudig geselecteerd worden door de betreffende maten aan elkaar te relateren.

Een andere uitvoeringsvorm van een borgclip volgens de uitvinding, is een borgclip waarbij een afstand tussen de klemdelen, gemeten op een eerste afstand van, en evenwijdig aan, het hoofdvlak, een eerste lengte heeft en waarbij een kleinste afstand tussen de klemdelen, gemeten op een tweede afstand van, en evenwijdig aan, het hoofdvlak, welke tweede afstand groter is dan de eerste afstand, een tweede lengte heeft, waarbij de tweede lengte kleiner is dan de eerste lengte.

Door de tussen de klemdelen gelegen ruimte van een verjonging te voorzien, waarbij de verjonging op een eerste afstand van het hoofdvlak ligt, kunnen de klemdelen, wanneer deze om een deel van een rooster aangebracht worden, een betere vergrendeling ten opzichte van het rooster bewerkstelligen. Als bijvoorbeeld de tweede afstand groter is dan de hoogte van de roosterklem, en eventueel ook de hoogte van de tussenwanden van het rooster, zal het smallere deel zich na montage onder de onderrand van de roosterklem respectievelijk de tussenwand bevinden. Hierdoor kan de borgclip zelf niet eenvoudig lostrillen of omhoog komen.

De afstand tussen de klemdelen op de tweede afstand van het hoofdvlak kan ook gemeten worden in het verlengde van een klemdeel. Als bijvoorbeeld de klemdelen ongelijke lengte hebben, kan de evenwijdig aan het hoofdvlak gemeten afstand tussen de klemdelen op de tweede afstand bepaald worden ten opzichte van een fictieve verlenging van het kortere klemdeel

5. evenwijdig aan de normaalvector van het hoofdvlak. Het voordelige effect van de versmalling van de tussenruimte kan immers ook bereikt worden met een versmalling waarbij slechts één klemdeel een knik heeft en het andere klemdeel recht is, ook als het rechte klemdeel korter is dan het andere klemdeel.

Ook volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een borgclip waarbij een kleinste afstand tussen de klemdelen, gemeten op een derde afstand van, en evenwijdig aan, het hoofdvlak, welke derde afstand groter is dan de tweede afstand, een derde lengte heeft, waarbij de derde lengte groter is dan de tweede lengte, bij voorkeur groter dan of gelijk is aan de eerste lengte.

Door op een derde afstand, die verder ligt van het hoofdvlak dan de tweede afstand, een grotere tussenruimte te voorzien tussen de klemdelen, wordt plaatsing van de borgclip vereenvoudigd. De tussen de klemdelen gelegen ruimte loopt dan, gezien vanuit de derde afstand richting de eerste afstand, van de derde lengte toe naar de kleinere tweede lengte. Hierdoor worden de klemdelen bij plaatsing automatisch gespreid, wanneer de tweede lengte kleiner is dan de maaswijdte van het rooster waaraan de borgclip aangebracht wordt. In het bijzonder wanneer de derde lengte groter dan of gelijk aan de eerste lengte is, wordt plaatsing nog verder vereenvoudigd. In het bijzonder wanneer de eerste lengte correspondeert met de maaswijdte van het rooster.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een borgclip volgens de uitvinding, neemt de afstand tussen de klemdelen, evenwijdig aan het hoofdvlak gemeten, op een afstand van het hoofdvlak groter dan de tweede afstand, monotoon toe, bij voorkeur strikt monotoon toe.

Op een afstand van het hoofdvlak groter dan de tweede afstand neemt de afstand tussen de klemdelen monotoon, liefst strikt monotoon toe, wanneer de afstand tot het

6. hoofdvlak groter wordt. Hierdoor kan een geleidelijke spreiding van de klemdelen tijdens het plaatsen verkregen worden. De snelheid en curve waarvolgens de afstand toeneemt kan bijvoorbeeld afgestemd worden op de wrijvingscoëfficiënt van de respectieve materialen van de borgclip en het rooster alsook de tijdens plaatsing werkende normaalkracht op de contactoppervlakken tussen beide, zodat plaatsing van de borgclip weinig inspanning kost.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een borgclip volgens de uitvinding, zijn de klemdelen spiegelsymmetrisch.

Bij spiegelsymmetrische klemdelen is er geen voorkeursoriëntatie bij montage, wat bijvoorbeeld de plaatsingsinstructies versimpeld.

Ook volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een borgclip die een uniforme dikte heeft.

Het is voordelig de borgclip te vervaardigen uit plaatmateriaal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een borgclip volgens de uitvinding, is de borgclip vervaardigd van metaal of een legering, bij voorkeur vervaardigd van verenstaal, bij voorkeur van verenstaal met een Mangaanaandeel van ongeveer 65%.

Het is gebleken dat voor de toepassing van de borgclip in industriële toepassingen, een metaal of legering goede eigenschappen heeft wat duurzaamheid, bestendigheid tegen invloeden van chemicaliën, vocht of andere elementen. Daarbij is ook de veerkracht van belang. In het bijzonder is een uit verenstaal vervaardigde borgclip voordelig, aangezien de klemdelen door de veerkracht van het verenstaal een goede plaatsing bevorderen en een stevige borging van de borgclip door middel van de borgdelen. Verenstaal met een Mangaanaandeel van ongeveer 65% heeft voor een borgclip

7. volgens de uitvinding de voorkeur.

Het metaal of de legering van de borgclip kan verduurzaamd worden met bekende technieken, zoals bijvoorbeeld door middel van verzinken, poedercoaten of een andere oppervlaktebescherming.

Ook volgens de uitvinding, is een combinatie van een borgclip volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel, zoals een bout of moer, welk bevestigingsmiddel een aandrijfdeel heeft, waarbij de uitsparing van het borglichaam vormgesloten is aangebracht om het aandrijfdeel van het bevestigingsmiddel voor het ten opzichte van de borgclip blokkeren van rotatie van het bevestigingsmiddel.

Het vormgesloten om een aandrijfdeel, zoals bijvoorbeeld een boutkop of moer, van een bevestigingsmiddel aanbrengen van de borgclip zorgt voor een goede blokkering van rotatie van het bevestigingsmiddel ten opzichte van de borgclip. De vormgesloten passing kan een vrij ruime speling hebben, zolang het bevestigingsmiddel niet vrij kan roteren.

Het bevestigingsmiddel dat bijvoorbeeld aangebracht is door een kikkerklem, wordt door de borgclip tegen rotatie geblokkeerd. De borgclip omklemt op haar beurt de kikkerklem en is daarmee ook tegen rotatie geblokkeerd, aangezien de kikkerklem ten opzichte van het rooster niet kan roteren of verplaatsen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de borgclip volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht.

Figuur 2 toont de borgclip volgens figuur 1 in bovenaanzicht.

Figuur 3 toont de borgclip volgens figuur 1 en 2 in in dwarsdoorsnede aanzicht.

Figuur 4 toont een eerste uitvoeringsvorm van een

8. combinatie van een borgclip volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel in perspectivisch aanzicht.

Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van een combinatie van een borgclip volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel in dwarsdoorsnede aanzicht.

Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van de borgclip volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede aanzicht.

Figuren 1, 2 en 3 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een borgclip 1 volgens de uitvinding. De borgclip 1 heeft een in het borglichaam 2 aangebrachte uitsparing 3. Het afhangende eerste klemdeel 4 en tweede klemdeel 5 zijn aan weerszijden van de uitsparing 3 aangebracht. De uitsparing 3 is een langwerpige rechthoek met een eerste hoofdafmeting d: van de korte zijde en een tweede hoofdafmeting d: van de lange zijde. De omtreksrand 6 van de uitsparing 3 heeft vier rechte randdelen welke paarsgewijs evenwijdig zijn. De hoeken tussen de randdelen zijn afgerond.

Figuur 3 toont verder de eerste lengte 1; van de evenwijdig aan het borglichaam 2 gemeten afstand tussen het eerste klemdeel 4 en het tweede klemdeel 5, gemeten op de eerste afstand hy; van het borglichaam 2. De tweede lengte 1., welke kleiner is dan de eerste lengte 1., is op de tweede afstand h: van het borglichaam 2 gemeten. De klemdelen 4 en 5 lopen vanaf de kleinste lengte 1. weer uiteen en hebben op afstand h: gemeten een tussenafstand l:, die in de getoonde uitvoeringsvorm groter is dan l..

De U-vorm met een verjonging die de doorsnede van de borgclip beschrijft is in het aanzicht van figuur 3 duidelijk herkenbaar.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een combinatie 10 van een borgclip 11 volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel 12. In de uitsparing 13 van de borgclip 11 is de boutkop 14 van de bout 12 aangebracht. Het klemdeel 15

9.

omsluit de roosterklem 16. De bout 12 is door een gat in de roosterklem 16 aangebracht. In deze uitvoeringsvorm wordt rotatie van de borgclip 11 ten opzichte van de roosterklem 16 voorkomen door zowel de klemdelen 15 die de roosterklem 16 omsluiten alsook doordat de borgclip 11 vormgesloten binnen het lage deel van de roosterklem 16 ligt. De overhoekse maat van de boutkop 14 correspondeert met de lange zijde van de uitsparing 13. De sleutelwijdte van de boutkop 14 correspondeert met de korte zijde van de uitsparing. Het volgt duidelijk uit het figuur dat het bevestigingsmiddel 12 niet meer kan roteren ten opzichte van de borgclip 11 en dat de borgclip 11 op haar beurt niet kan roteren of transleren ten opzichte van de roosterklem 16, waardoor een effectieve borging van het bevestigingsmiddel bereikt wordt.

Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van een combinatie 20 van een borgclip 21 volgens de uitvinding en een bevestigingsmiddel 22. De respectieve eerste 26, tweede 27 en derde 28 afstand ten opzichte van het borglichaam 23 voor het meten van de afstand tussen de klemdelen 24, 25 zijn met stippellijnen aangegeven. De boutkop 29 ligt duidelijk ingesloten in het borglichaam 23.

Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van de borgclip 30 volgens de uitvinding met afhangende klemdelen 34 en 35. Het borglichaam 32 is in deze uitvoeringsvorm gebogen, waardoor de rand van de uitsparing 33 deels hoger komt te liggen. Hierdoor wordt een eventuele boutkoop op een hoger punt aangegrepen door de borgclip. Uiteraard kan een gevormd borglichaam, zoals in deze uitvoeringsvorm een voorbeeld van getoond wordt, kan ook in de andere uitvoeringsvormen toegepast worden.

Claims (1)

10.

Conclusies

1. Borgclip, welke borgclip een zich in een hoofdvlak uitstrekkend borglichaam omvat, welk borglichaam een doorgaande uitsparing omvat voor het ten opzichte van de borgclip tegen rotatie borgen van een bij gebruik in de uitsparing aangebracht bevestigingsmiddel, zoals een bout of moer, waarbij aan weerszijden van de uitsparing een eerste respectievelijk tweede afhangend klemdeel aangebracht zijn.

2. Borgclip volgens conclusie 1, waarbij tenminste één hoofdafmeting van de vorm van de uitsparing kleiner is dan een grootste overhoekse afmeting van een bij gebruik in de uitsparing aangebracht bevestigingsmiddel.

3. Borgclip volgens conclusie 1 of 2, waarbij de omtreksrand van de uitsparing tenminste één recht randdeel omvat.

4. Borgclip volgens conclusie 3, waarbij de omtreksrand van de uitsparing tenminste twee rechte randdelen omvat, bij voorkeur vier rechte randdelen omvat.

5. Borgclip volgens conclusie 4, waarbij tenminste twee rechte randdelen evenwijdig zijn aan elkaar.

6. Borgclip volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een afstand tussen de klemdelen, gemeten op een eerste afstand van, en evenwijdig aan, het hoofdvlak, een eerste lengte heeft en waarbij een kleinste afstand tussen de klemdelen, gemeten op een tweede afstand van, en evenwijdig aan, het hoofdvlak, welke tweede afstand groter is dan de eerste afstand, een tweede lengte heeft, waarbij de tweede lengte kleiner is dan de eerste lengte.

7. Borgclip volgens conclusie 6, waarbij een kleinste afstand tussen de klemdelen, gemeten op een derde afstand van, en evenwijdig aan, het hoofdvlak, welke derde afstand groter is dan de tweede afstand, een derde lengte

11. heeft, waarbij de derde lengte groter is dan de tweede lengte, bij voorkeur groter dan of gelijk is aan de eerste lengte.

8. Borgclip volgens conclusie 7, waarbij de afstand tussen de klemdelen, evenwijdig aan het hoofdvlak gemeten, op een afstand van het hoofdvlak groter dan de tweede afstand, monotoon toeneemt, bij voorkeur strikt monotoon toeneemt.

9. Borgclip volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de klemdelen spiegelsymmetrisch zijn.

10. Borgclip volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de borgclip een uniforme dikte heeft.

11. Borgclip volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de borgclip vervaardigd is van metaal of een legering, bij voorkeur vervaardigd is van verenstaal, bij voorkeur van verenstaal met een Mangaanaandeel van ongeveer 65%.

12. Combinatie van een borgclip volgens één van de voorgaande conclusies en een bevestigingsmiddel, zoals een bout of moer, welk bevestigingsmiddel een aandrijfdeel heeft, waarbij de uitsparing van het borglichaam vormgesloten is aangebracht om het aandrijfdeel van het bevestigingsmiddel voor het ten opzichte van de borgclip blokkeren van rotatie van het bevestigingsmiddel.