NL2024112B1 - Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel - Google Patents
Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel Download PDFInfo
- Publication number
- NL2024112B1 NL2024112B1 NL2024112A NL2024112A NL2024112B1 NL 2024112 B1 NL2024112 B1 NL 2024112B1 NL 2024112 A NL2024112 A NL 2024112A NL 2024112 A NL2024112 A NL 2024112A NL 2024112 B1 NL2024112 B1 NL 2024112B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- metacarpal
- prosthesis
- hand
- prosthesis according
- plate
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/30—Joints
- A61F2/42—Joints for wrists or ankles; for hands, e.g. fingers; for feet, e.g. toes
- A61F2/4241—Joints for wrists or ankles; for hands, e.g. fingers; for feet, e.g. toes for hands, e.g. fingers
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/30—Joints
- A61F2002/30001—Additional features of subject-matter classified in A61F2/28, A61F2/30 and subgroups thereof
- A61F2002/30621—Features concerning the anatomical functioning or articulation of the prosthetic joint
- A61F2002/30649—Ball-and-socket joints
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/30—Joints
- A61F2/42—Joints for wrists or ankles; for hands, e.g. fingers; for feet, e.g. toes
- A61F2/4241—Joints for wrists or ankles; for hands, e.g. fingers; for feet, e.g. toes for hands, e.g. fingers
- A61F2002/4256—Joints for wrists or ankles; for hands, e.g. fingers; for feet, e.g. toes for hands, e.g. fingers for carpo-metacarpal joints, i.e. CMC joints
- A61F2002/4258—Joints for wrists or ankles; for hands, e.g. fingers; for feet, e.g. toes for hands, e.g. fingers for carpo-metacarpal joints, i.e. CMC joints for trapezo-metacarpal joints of thumbs
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2310/00—Prostheses classified in A61F2/28 or A61F2/30 - A61F2/44 being constructed from or coated with a particular material
- A61F2310/00389—The prosthesis being coated or covered with a particular material
- A61F2310/00592—Coating or prosthesis-covering structure made of ceramics or of ceramic-like compounds
- A61F2310/00796—Coating or prosthesis-covering structure made of a phosphorus-containing compound, e.g. hydroxy(l)apatite
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
- Cardiology (AREA)
- Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
- Transplantation (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Vascular Medicine (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Prostheses (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen van de hand, welke prothese een eerste en een tweede element omvat, waarbij het eerste element een eerste bevestigingsdeel omvat, welk eerste bevestigingsdeel geconfigureerd is voor bevestiging aan os metacarpale I, en het tweede element een tweede bevestigingsdeel omvat, welk tweede bevestigingsdeel geconfigureerd is voor bevestiging aan het tweede handbeen, welk eerste en tweede element beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij het tweede handbeen os metacarpale II van de hand is en het tweede bevestigingsdeel geconfigureerd is voor aanbrenging vanaf de radiale zijde van os metacarpale II. De uitvinding betreft tevens een combinatie van een prothese volgens de uitvinding en tenminste een bevestigingsmiddel.
Description
Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel De uitvinding betreft een prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen van de hand, welke prothese een eerste en een tweede element omvat, waarbij het eerste element een eerste bevestigingsdeel omvat, welk eerste bevestigingsdeel geconfigureerd is voor bevestiging aan os metacarpale I, en het tweede element een tweede bevestigingsdeel omvat, welk tweede bevestigingsdeel geconfigureerd is voor bevestiging aan het tweede handbeen, welk eerste en tweede element beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar.
Duimbasisprotheses zijn algemeen bekend voor de behandeling van artrose van het duimbasisgewricht, oftewel het eerste carpometacarpale gewricht (CMC1l). Bij bekende duimbasisprotheses wordt het beschadigde CMCl gewricht vervangen door een kogelgewricht (ball-in-socket). Daarbij wordt operatief een kom (cupje) geplaatst in os trapezium en een steel met nek en kop in os metacarpale I. Hiermee wordt een goede beweeglijkheid van de duim gegarandeerd en behoudt deze ook zijn lengte.
Dergelijke protheses leveren echter niet het gewenste resultaat wanneer deze toegepast worden indien ook het onderliggende scafo-trapezo-trapezoidale (STT) gewricht artrotische veranderingen laat zien. Als immers het CMC1 vervangen wordt, blijft de artrose in het STT gewricht bestaan en kan de patiënt hiervan klachten houden.
Uit recente literatuur blijkt een trapeziëctomie voor artrose van het CMCl gewricht een effectieve behandeling. Daarbij wordt het os trapezium geheel verwijderd. Bij wie echter klachten ontstaan door inzakking van os metacarpale I,
is een gewrichtsvervangende operatie geen optie meer aangezien geen sprake meer is van een os trapezium. Het plaatsen van een kom {(cupje) is niet meer mogelijk.
Het is nu een doel van de uitvinding om een prothese te verschaffen, waarbij tenminste één van de bovenstaande nadelen verminderd of zelfs voorkomen wordt.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een prothese volgens de aanhef, met het kenmerk dat het tweede handbeen os metacarpale II van de hand is en het tweede bevestigingsdeel geconfigureerd is voor aanbrenging vanaf de radiale zijde van os metacarpale II.
Door het tweede element van de prothese middels het tweede bevestigingsdeel te bevestigen aan os metacarpale II {MC2) kan na een trapeziëctomie de beweeglijkheid van de duim gewaarborgd blijven, zonder dat de gebruikelijke verkorting van de duim optreedt. Bij bevestiging aan os metacarpale II worden de axiale krachten die de buig- en strekpezen van de duim normaliter via het CMCl en het STT gewricht overbrengen op de radius, omgeleid via het capitatum op de proximale carpale rij naar de radius.
In het bijzonder is aanbrenging van het tweede bevestigingsdeel vanaf de radiale zijde van os metacarpale II voordelig. Deze zijde van os metacarpale II kan door middel van een eenvoudige dissectie toegankelijk gemaakt worden tijdens de operatie. Daarbij hoeft het gewrichtsvlak van os metacarpale II met het trapezolideum niet aangeroerd te worden. Verder kan door bevestiging aan de radiale zijde van os metacarpale II het os trapezium weggenomen worden, waardoor geen verdere belasting van aangedane gewrichtsvlakken optreedt. Hierdoor zijn patiënten die ook aan de onderzijde van het os trapezium artroseverschijnselen hebben, ook wel panartrose van het os trapezium, niet meer afhankelijk van het instandhouden van het os trapezium voor het plaatsen van een gewrichtskom (cupje).
De prothese volgens de uitvinding voorziet ook in een tot op heden niet beschikbare stabiele salvagemogelijkheid voor patiënten die inzakkingsklachten hebben na een trapeziëctomie. De ophangplastieken die nu toegepast worden om deze secundaire inzakking tegen te gaan, zijn vaak teleurstellend. Evenzo de artrodese tussen os metacarpale I en os metacarpale II, waarbij een hoog percentage non-unions gezien wordt en waarbij geen beweging meer mogelijk is in het duimbasisgewricht. De aanbrenging aan os metacarpale II om een vervangende basis voor het duimbasisgewricht te vormen, zorgt ervoor dat een goede beweeglijkheid van de duim hersteld kan worden in voornoemde probleemgevallen.
Het eerste bevestigingsdeel kan, middels op zichzelf bekende wijzen, proximaal aangebracht worden aan of in os metacarpale I.
De radiale zijde van os metacarpale II is conform medische nomenclatuur de zijde gelegen aan de duimzijde, dus de laterale zijde van de hand waar de radius, ook wel het spaakbeen, naar de pols loopt.
Een andere uitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding, is een prothese waarbij het tweede bevestigingsdeel een plaat omvat, welke plaat aan een eerste zijde correspondeert met de glooiende vorm van de radiale buitenzijde van os metacarpale II van de hand.
Door een plaat te bevestigen aan de buitenzijde van os metacarpale II kan basis gegeven worden aan de eerder genoemde afleidingsroute. Deze plaat, welke bij voorkeur voorgevormd is, volgt de glooiende vorm van os metacarpale II en wordt hieraan hoekstabiel verankerd.
Een uitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding is ook een prothese waarbij de plaat tenminste één bevestigingsgat omvat voor het opnemen van een bevestigingsmiddel zoals bijvoorbeeld een schroef, pen of peg, waarbij het tenminste één bevestigingsgat doorgaand is en zich uitstrekt tot de eerste zijde.
Door de plaat te voorzien van een bevestigingsgat, bij voorkeur tenminste twee bevestigingsgaten, voor gebruik met bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schroeven, kan de plaat zeer stevig tegen de radiale zijde van MC2 getrokken worden. De bevestigingsgaten zijn bij voorkeur evenredig verspreid over de plaat, zodat de plaat tenminste distaal en proximaal, en zonodig ook tussenliggend, verankerd kan worden.
De doorgaande bevestigingsgaten strekken zich uit tot de eerste zijde, waardoor de eerste zijde strak tegen de radiale zijde van os metacarpale II getrokken kan worden. Zo kan een stevige verbinding verkregen worden tussen de plaat van het tweede bevestigingsdeel en os metacarpale II.
Hiervoor kunnen op zich bekende schroeven gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld bicorticale, unicorticale of unicorticale far-cortex-abutting schroeven, al dan niet in locking uitvoering en al dan niet tenminste deels hydroxyapatiet gecoat. De schroeven kunnen ook uitgevoerd zijn als biocomposiet schroeven van bijvoorbeeld hydroxyapatiet en tricalciumfosfaat voor een verbeterde osseo-integratie.
De bevestigingsgaten kunnen aan de tegenover de eerste zijde gelegen zijde gevormd zijn voor het sturen en/of verzinken van de bevestigingsmiddelen.
Ook een prothese volgens de uitvinding, is een uitvoeringsvorm waarbij tenminste één van het tenminste één bevestigingsgat voorzien is van eerste borgingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld binnenschroefdraad of een reliëfstructuur, voor het ten opzichte van de plaat hoekstabiel aan de plaat verankeren van een bevestigingsmiddel.
Om te voorkomen dat de plaat ten opzichte van het bevestigingsmiddel kan kantelen, waarbij de hoek tussen de plaat en het bevestigingsmiddel verandert, is het voordelig om bevestigingsgaten te voorzien van borgingsmiddelen. Door de borgingsmiddelen kan de hoek tussen het bevestigingsmiddel en de plaat gefixeerd worden, waarbij dus een hoekstabiele 5 verbinding tussen de plaat en het bevestigingsmiddel verkregen kan worden.
De borgingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld binnenschroefdraad omvatten, waarbij de binnenschroefdraad correspondeert met aan het bevestigingsmiddel aangebrachte schroefdraad. De binnenschroefdraad kan bijvoorbeeld zelfborgend zijn. Alternatief of aanvullend kan ook een reliëfstructuur de gewenste hoekstabiliteit geven of versterken, waarbij bij bevestiging de reliëfstructuur zorgt voor een verhoogde frictie of zelfs vervorming van het bevestigingsmiddel voor het verkrijgen van het borgende effect.
In een andere uitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding omvat de plaat tenminste één bevestigingspen, welke tenminste één bevestigingspen zich van de eerste zijde uitstrekt en geconfigureerd is voor het bevestigen van de plaat aan os metacarpale II.
Om de plaatsing van de prothese te vereenvoudigen, kan aan de eerste zijde van de plaat, welke zijde bij gebruik tegen os metacarpale II aanligt, een bevestigingspen worden voorzien. De bevestigingspen kan, tenminste ten dele, hydroxyapatiet gecoat zijn voor het verkrijgen van een goede osseo-integratie van de bevestigingspen met het botweefsel.
De bevestigingspen kan haaks ten opzichte van de eerste zijde geplaatst zijn, maar er kan ook een andere hoek gekozen worden, bijvoorbeeld ten behoeve van eenvoudige plaatsing, waarbij de bevestigingspen dienstdoet als geleider.
De plaat wordt middels de bevestigingspen tevens bevestigd aan os metacarpale II. Door een corresponderend boorgat in os metacarpale II te maken, bijvoorbeeld gebruikmakend van een mal of boorhulp, kan de bevestigingspen tevens de plaat bevestigen of verankeren aan os metacarpale II. Het is bekend hoe een vormgesloten verbinding tussen de bevestigingspen en beenweefsel verkregen kan worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding, omvat het tweede bevestigingsdeel een intramedullaire pen, welke intramedullaire pen langwerpig is en geconfigureerd is voor het, via het gewrichtsvlak van os metacarpale II en het trapezium, intramedullair inbrengen in de mergholte van os metacarpale II.
Door het tweede element middels een intramedullaire pen van het tweede bevestigingsdeel vanaf de radiale zijde van os metacarpale II in de mergholte van os metacarpale II aan te brengen, kan met een kleinere dissectie gewerkt worden. Bij het uitvoeren van een trapeziëctomie wordt het gewrichtsvlak van os metacarpale II en os trapezium al eenvoudig bereikbaar. De mergholte kan toegankelijk en pasklaar gemaakt worden door gebruik te maken van een flexibele ruimer, of ruimende boor, zoals gebruikelijk is bij bekende geboorde technieken.
Om voldoende inbrengdiepte van de intramedullaire pen mogelijk te maken, is een medullaire ruimte nodig. Deze ruimte van de mergholte kan eventueel door middel van een flexibele gecanuleerde ruimer pasgemaakt worden.
Ook hoeft de intrinsieke musculatuur, zoals de eerste dorsale interosseus, niet van os metacarpale II afgeschoven te worden, zoals bij bevestiging van een andere uitvoeringsvorm, waarbij het tweede bevestigingsdeel een plaat omvat, wel het geval is. Ook is er, door de grotendeels intraosseale plaatsing, minder kans dat het tweede bevestigingsdeel door de huid voelbaar is.
Cok volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een prothese, waarbij de intramedullaire pen gekromd is,
waarbij de kromming correspondeert met de curvatuur van de mergholte van os metacarpale II.
Door de intramedullaire pen een gekromde vorm te geven die correspondeert met de curvatuur van de binnenwand van de mergholte van os metacarpale II, wordt draaiing van de intramedullaire pen ten opzichte van os metacarpale II voorkomen. De gekromde of gebogen vorm is bij voorkeur voorgevormd.
In een andere uitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding, is de intramedullaire pen tenminste deels voorzien van een coating van hydroxyapatiet.
Om een optimale verbinding te waarborgen tussen het bevestigingsdeel aan het botmateriaal van de mergholte, kan de intramedullaire pen voorzien worden hydroxyapatiet. Hiermee wordt osseo-integratie bevorderd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding, omvat de intramedullaire pen tenminste twee fixeergaten voor het hoekstabiel verankeren van de intramedullaire pen in de mergholte van os metacarpale II, waarbij de tenminste twee fixeergaten haaks zijn aangebracht ten opzichte van de langsas van de intramedullaire pen en waarbij de respectieve assen van de fixeergaten onder een hoek groter dan 5° ten opzichte van elkaar aangebracht zijn, bij voorkeur onder een hoek tussen 45° en 135°, bij voorkeur onder een hoek van 90°.
Door middel van fixeergaten voorzien in de intramedullaire pen, kan de intramedullaire pen hoekstabiel verankerd worden aan os metacarpale II. Hiervoor wordt, bijvoorbeeld met een hiertoe ingerichte inrichting of mal, de cortex van os metacarpale II minimaal invasief doorboord. Door deze boringen kunnen bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schroeven, aangebracht worden. De fixeergaten kunnen voor dit doel voorzien zijn van inwendige schroefdraad.
Teneinde een hoekstabiele fixatie te krijgen van het tweede element ten opzichte van os metacarpale II, is het wenselijk de intramedullaire pen met tenminste twee, onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebrachte, bevestigingsmiddelen vast te zetten. De hoek dient, om de gewenste hoekstabiliteit te krijgen, tenminste 5° graden te zijn. Een dergelijke kleine hoek kan wenselijk zijn voor het minimaal invasief boren of ontwijken van vitale structuren, zoals zenuw- of bloedbanen. Bij voorkeur ligt de hoek tussen 45° en 135°, waardoor een betere fixatie ten opzichte van twee assen verkregen wordt. Bij voorkeur is de hoek ongeveer 90°. Bij een dergelijke hoek wordt zelfs met slechts twee bevestigingsmiddelen, zoals schroeven of bouten, een zeer effectieve fixatie verkregen tegen verdraaiing.
Ook een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, is een prothese waarbij het tweede element tevens een derde bevestigingsdeel omvat geconfigureerd voor bevestiging aan os trapezoideum van de hand.
Wanneer ten opzichte van het tweede bevestigingsdeel, bij bevestiging aan os metacarpale II, in proximale richting tevens een derde bevestigingsdeel is voorzien voor bevestiging aan os trapezoideum, kunnen de krachten eventueel ook deels via os trapezoideum afgeleid worden naar proximaal. Dit derde bevestigingsdeel kan op soortgelijke wijze als het tweede bevestigingsdeel geschikt gemaakt worden voor bevestiging aan os trapezoideum.
Ook volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een prothese waarbij het eerste element aan het tweede element gekoppeld is door een kogelgewricht.
Aangezien het duimbasisgewricht een zadelgewricht is dat veel beweging toestaat, zoals flexie, extensie, abductie, adductie en oppositie, is het wenselijk een kogelgewricht toe te passen voor het koppelen van de ten opzichte van elkaar beweegbare eerste en tweede element. Een kogelgewricht (ball- in-socket) omvat daarbij een tenminste deels komvormige holte en een corresponderend tenminste deels bolvormige kogel die draaibaar in de holte aangebracht is.
De prothese kan ook uitgevoerd worden als salvage optie in het geval van het falen van de proximale component van een bestaande prothese. Bijvoorbeeld in het geval van malpositie van de kom (cup), wanneer deze losgeraakt is, of wanneer deze door slijtage onbruikbaar is geworden. Hierdoor kan een bijvoorbeeld in os trapezium aangebrachte kom eenvoudig vervangen worden door het tweede element van de prothese volgens de uitvinding, waarbij een bij de reeds in os metacarpale I aangebrachte gewrichtsvervanging passend gewrichtsdeel gebruikt wordt op het tweede element, zoals bijvoorbeeld een passende kom. Het eerste element, bevestigd aan os metacarpale I wordt dan feitelijk hergebruikt van de bestaande prothese.
In een andere uitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding omvat het kogelgewricht een eerste deel, welke eerste deel een althans deels komvormige holte omvat, welke eerste deel aangebracht is aan het eerste element en waarbij het kogelgewricht een tweede deel omvat, welk tweede deel een althans deels bolvormige kogel omvat, welk tweede deel aangebracht is aan het tweede element en waarbij het bolvormige deel van de kogel draaibaar aangebracht is in de holte.
In bekende protheses voor vervanging van het duimbasisgewricht wordt in het os trapezium een kom of cupje aangebracht. Aan het proximale uiteinde van os metacarpale I wordt dan een pen met kogelkop bevestigd. Bij bestaande protheses treedt na verloop van tijd regelmatig malpositie of losraken van de kom op, wat leidt tot luxaties en klachten. Hoewel deze bekende oriëntatie ook met de prothese volgens de uitvinding gerealiseerd kan worden, is tevens voorzien dat deze bevestiging omgekeerd wordt. Hierbij wordt de kom aan het eerste element bevestigd en de kogel aan het tweede element.
Met de mechanische fixatie van het eerste bevestigingsdeel, welke bijvoorbeeld wigvormig is en in het proximale uiteinde van os metacarpale I aangebracht is, en bevestiging van het eerste deel van het kogelgewricht, welk deel de kom omvat, aan het eerste element, is malpositie niet meer een probleem. De axiale belasting die optreedt op de kom, versterkt de bevestiging van de kom juist.
De uitvinding betreft tevens een combinatie van een prothese volgens de uitvinding en tenminste één bevestigingsmiddel, zoals een tenminste deels hydroxyapatiet gecoate peg, waarbij het tenminste één bevestigingsmiddel langwerpig is en aan of nabij een eerste uiteinde is voorzien van tweede borgingsmiddelen voor het hoekstabiel verankeren van het tenminste één bevestigingsmiddel in tenminste één van het tenminste één bevestigingsgat voorzien van eerste borgingsmiddelen, en aan een tweede uiteinde geconfigureerd is voor het middels een vormgesloten verbinding bevestigen van de plaat aan os metacarpale II.
Voor het bevestigen van de plaat van het tweede bevestigingsdeel aan os metacarpale II, is voorzien dat een peg wordt voorzien van tweede borgingsmiddelen. Deze borgingsmiddelen kunnen corresponderen met eventueel in de bevestigingsgaten van het tweede bevestigingsdeel voorziene eerste borgingsmiddelen. De borgingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld schroefdraad of een reliëfstructuur zijn.
Door de borgingsmiddelen kan een peg hoekstabiel in de plaat verankerd worden. Hierdoor kan voor aanbrenging van de prothese een passende peg gekozen worden, waarna deze peg verankerd wordt in de plaat. Daarna kan de peg dienstdoen als geleiding bij het plaatsen van de prothese, alsook voor bevestiging zorgen van het tweede bevestigingsdeel van de prothese.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de prothese volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de prothese volgens de uitvinding, geplaatst in een hand.
Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van de prothese volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont in perspectivisch aanzicht een derde uitvoeringsvorm van de prothese volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont in perspectivisch aanzicht een derde uitvoeringsvorm van de prothese volgens de uitvinding, geplaatst in een hand.
In de figuurbeschrijving worden os metacarpale I en os metacarpale II aangeduid als respectievelijk MC1l en MC2.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een prothese 1 volgens de uitvinding. De prothese 1 heeft een eerste element 2 met een eerste bevestigingsdeel 3. Het tweede element 4 heeft een tweede bevestigingsdeel 5 in de vorm van een langwerpig plaat. In de plaat zijn doorlopende bevestigingsgaten 6, 7 evenredig aangebracht voor het opnemen van bevestigingsmiddelen. De kromming van de plaat is duidelijk zichtbaar, waarbij de kromming van de plaat aan de montagezijde, ook wel eerste zijde, overeenkomt met de licht concave vorm van de radiale zijde van MC2. De kromming van de montagezijde van de plaat correspondeert dus tenminste met de kromming van de radiale zijde van MC2 in het coronale vlak. Bij bevestiging van het tweede bevestigingsdeel 5 aan MC2, zal de montagezijde of eerste zijde ulnair georiënteerd zijn. De daartegenover gelegen zijde 8 van het tweede bevestigingsdeel 5 is radiaal georiënteerd.
Het distale einde 9 van het tweede element eindigt nabij een bevestigingsgat 7. Nabij het proximale einde 10 van het tweede element is een deels bolvormige kop 11 aangebracht welke een kogelgewricht vormt met de in op het tweede element 2 aangebracht kom Figuur 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van de prothese 1 volgens de uitvinding, geplaatst in een hand 12. Het eerste bevestigingsdeel 3 is aangebracht in het proximale einde 13 van MC1 14. Os trapezium is reeds uitgenomen. Aan MC2 15 is het tweede bevestigingsdeel 5 bevestigd door middel van bevestigingsmiddelen 16, 17 aangebracht in de bevestigingsgaten 6, 7. In het deels opengewerkte MC2 15, is goed zichtbaar hoe de bicorticale schroeven 17 het tweede bevestigingsdeel 5 vast verbinden aan de radiale zijde van MC2 15 trekken. In het meest proximaal gelegen bevestigingsgat 6 is een pen 16 aangebracht. Het is duidelijk zichtbaar hoe de prothese 1 zorgt voor afleiding van de krachten via MC2 15 en os trapezoideum 18 naar proximaal 19, aangeduid met pijl 19. De distale 20 richting is aangeduid met pijl 20.
Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van de prothese 31 volgens de uitvinding. Het eerste element van de prothese is in dit figuur niet getoond. Het tweede element 34 heeft een tweede bevestigingsdeel 35, waarin doorlopende bevestigingsgaten 37 evenredig aangebracht zijn voor het opnemen van bevestigingsmiddelen. De doorlopende bevestigingsgaten 37 zijn gerangschikt aan het distale einde 39 van het tweede bevestigingsdeel 35. Richting het proximale einde 40, waaraan ook de kogelkop 41 van het kogelgewricht aangebracht is, is ook een bevestigingspen 42 aangebracht. Deze bevestigingspen 42 vormt een geheel met het tweede element 34.
Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm van de prothese 51 volgens de uitvinding. De prothese 51 heeft een eerste element 52 met een eerste bevestigingsdeel 53. Het tweede element 54 heeft een tweede bevestigingsdeel 55 in de vorm van een intramedullaire pen 62. In de intramedullaire pen 62 zijn, eventueel doorlopende, fixeergaten 56, 57 aangebracht voor het opnemen van bevestigingsmiddelen. De fixeergaten 56, 57 zijn ten opzichte van elkaar onder een hoek aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm maken het fixeergat 56 nabij het distale einde 59 van het tweede element 54 en het richting proximaal 60 daarnaast gelegen fixeergat 57 een hoek van ongeveer 90° met elkaar in min of meer parallelle vlakken, gezien vanuit de langsas van de langwerpige intramedullaire pen 62.
Figuur 5 toont een derde uitvoeringsvorm van de prothese 51 volgens de uitvinding, geplaatst in een hand 82. Het eerste bevestigingsdeel 53 is aangebracht in het proximale einde 83 van MC1 84. Os trapezium is reeds uitgenomen. Het tweede bevestigingsdeel 55 in de vorm van de intramedullaire pen 62 is in de mergholte 86 van MC2 85 aangebracht door inbrenging via de radiale zijde van MC2 85, door het gewrichtsvlak 87 welke zich tussen MC2 85 en het reeds uitgenomen os trapezium bevindt. In het deels opengewerkte MC2 85, is goed zichtbaar hoe de intramedullaire pen 62 de inwendige curvatuur van de mergholte 86 volgt, waardoor draaiing reeds voorkomen wordt. De fixeerschroeven 67, die onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebracht zijn, fixeren de intramedullaire pen 62 ten opzichte van MC2 85 hoekstabiel. Alternatief kunnen ook bouten en blinde fixeergaten gebruikt worden voor het fixeren. De proximale 19 en distale 20 richtingen zijn aangeduid met pijlen 19, 20.
Claims (13)
1. Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen van de hand, welke prothese een eerste en een tweede element omvat, waarbij het eerste element een eerste bevestigingsdeel omvat, welk eerste bevestigingsdeel geconfigureerd is voor bevestiging aan os metacarpale I, en het tweede element een tweede bevestigingsdeel omvat, welk tweede bevestigingsdeel geconfigureerd is voor bevestiging aan het tweede handbeen, welk eerste en tweede element beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar, met het kenmerk dat het tweede handbeen os metacarpale II van de hand is en het tweede bevestigingsdeel geconfigureerd is voor aanbrenging vanaf de radiale zijde van os metacarpale II.
2. Prothese volgens conclusie 1, waarbij het tweede bevestigingsdeel een plaat omvat, welke plaat aan een eerste zijde correspondeert met de glooiende vorm van de radiale buitenzijde van os metacarpale II van de hand.
3. Prothese volgens conclusie 2, waarbij de plaat tenminste één bevestigingsgat omvat voor het opnemen van een bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld een schroef, pen of peg, waarbij het tenminste één bevestigingsgat doorgaand is en zich uitstrekt tot de eerste zijde.
4. Prothese volgens conclusie 3, waarbij tenminste één van het tenminste één bevestigingsgat voorzien is van eerste borgingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld binnenschroefdraad of een reliëfstructuur, voor het ten opzichte van de plaat hoekstabiel aan de plaat verankeren van een bevestigingsmiddel.
5. Prothese volgens één van de conclusies 2 - 4, waarbij de plaat tenminste één bevestigingspen omvat, welke tenminste één bevestigingspen zich van de eerste zijde uitstrekt en geconfigureerd is voor het bevestigen van de plaat aan os metacarpale II.
6. Prothese volgens conclusie 1, waarbij het tweede bevestigingsdeel een intramedullaire pen omvat, welke intramedullaire pen langwerpig is en geconfigureerd is voor het, via het gewrichtsvlak van os metacarpale II en het trapezium, intramedullair inbrengen in de mergholte van os metacarpale II.
7. Prothese volgens conclusie 6, waarbij de intramedullaire pen gekromd is, waarbij de kromming correspondeert met de curvatuur van de mergholte van os metacarpale II.
8. Prothese volgens één van de conclusies 6 of 7, waarbij de intramedullaire pen tenminste deels is voorzien van een coating van hydroxyapatiet.
9. Prothese volgens één van de conclusies 6 - 8, waarbij de intramedullaire pen tenminste twee fixeergaten omvat voor het hoekstabiel verankeren van de intramedullaire pen in de mergholte van os metacarpale II, waarbij de tenminste twee fixeergaten haaks zijn aangebracht ten opzichte van de langsas van de intramedullaire pen en waarbij de respectieve assen van de fixeergaten onder een hoek groter dan 59 ten opzichte van elkaar aangebracht zijn, bij voorkeur onder een hoek tussen 45° en 135°, bij voorkeur onder een hoek van 90°,
10. Prothese volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede element tevens een derde bevestigingsdeel omvat geconfigureerd voor bevestiging aan os trapezoïdeum van de hand.
11. Prothese volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste element aan het tweede element gekoppeld is door een kogelgewricht.
12. Prothese volgens conclusie 11, waarbij het kogelgewricht een eerste deel omvat, welke eerste deel een althans deels komvormige holte omvat, welke eerste deel aangebracht is aan het eerste element en waarbij het kogelgewricht een tweede deel omvat, welk tweede deel een althans deels bolvormige kogel omvat, welk tweede deel aangebracht is aan het tweede element en waarbij het bolvormige deel van de kogel draaibaar aangebracht is in de holte.
13. Combinatie van een prothese volgens één van de conclusies 4 of 5 en tenminste één bevestigingsmiddel, zoals een tenminste deels hydroxyapatiet gecoate peg, waarbij het tenminste één bevestigingsmiddel langwerpig is en aan of nabij een eerste uiteinde is voorzien van tweede borgingsmiddelen voor het hoekstabiel verankeren van het tenminste éen bevestigingsmiddel in tenminste één van het tenminste één bevestigingsgat voorzien van eerste borgingsmiddelen, en aan een tweede uiteinde geconfigureerd is voor het middels een vormgesloten verbinding bevestigen van de plaat aan os metacarpale II.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2024112A NL2024112B1 (nl) | 2019-10-28 | 2019-10-28 | Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel |
EP20800736.9A EP4051186A1 (en) | 2019-10-28 | 2020-10-21 | Prosthesis for movably coupling os metacarpale i of a hand to a second metacarpal bone and a combination of a prosthesis and a fastening means |
US17/772,212 US20220401223A1 (en) | 2019-10-28 | 2020-10-21 | Prosthesis for Movably Couplings os Metacarpale I of a Hand to a Second Metacarpal Bone and a Combination of a Prosthesis and a Fastening Means |
PCT/NL2020/050651 WO2021086176A1 (en) | 2019-10-28 | 2020-10-21 | Prosthesis for movably coupling os metacarpale i of a hand to a second metacarpal bone and a combination of a prosthesis and a fastening means |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2024112A NL2024112B1 (nl) | 2019-10-28 | 2019-10-28 | Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2024112B1 true NL2024112B1 (nl) | 2021-07-19 |
Family
ID=68733571
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2024112A NL2024112B1 (nl) | 2019-10-28 | 2019-10-28 | Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20220401223A1 (nl) |
EP (1) | EP4051186A1 (nl) |
NL (1) | NL2024112B1 (nl) |
WO (1) | WO2021086176A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP4031035A4 (en) * | 2019-12-19 | 2024-01-17 | Wright Medical Technology, Inc. | IMPLANT WITH INTRAMEDULLARY PART AND EXTRAMEDULLARY PART WITH VARIABLE ANGLE |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20130197655A1 (en) * | 2012-01-26 | 2013-08-01 | Aptis Medical, Llc | Prosthesis for the basal joint of the thumb |
US20160302935A1 (en) * | 2013-12-10 | 2016-10-20 | Swemac Innovation Ab | Attachment member and connecting member for a carpometacarpal thumb joint prosthesis and carpometacarpal thumb joint prosthesis |
US20180168814A1 (en) * | 2012-10-19 | 2018-06-21 | Aptis Medical, Llc | Prosthesis including ball and socket arrangement |
US20190167437A1 (en) * | 2016-02-10 | 2019-06-06 | National University Of Ireland, Galway | Implant for a bone joint |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2015200226A1 (en) * | 2014-06-25 | 2015-12-30 | Acumed Llc | Bone fixation with a pin and a collar |
US9801670B2 (en) * | 2014-06-30 | 2017-10-31 | DePuy Synthes Products, Inc. | Locking first metacarpal plate |
-
2019
- 2019-10-28 NL NL2024112A patent/NL2024112B1/nl active
-
2020
- 2020-10-21 US US17/772,212 patent/US20220401223A1/en active Pending
- 2020-10-21 EP EP20800736.9A patent/EP4051186A1/en active Pending
- 2020-10-21 WO PCT/NL2020/050651 patent/WO2021086176A1/en unknown
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20130197655A1 (en) * | 2012-01-26 | 2013-08-01 | Aptis Medical, Llc | Prosthesis for the basal joint of the thumb |
US20180168814A1 (en) * | 2012-10-19 | 2018-06-21 | Aptis Medical, Llc | Prosthesis including ball and socket arrangement |
US20160302935A1 (en) * | 2013-12-10 | 2016-10-20 | Swemac Innovation Ab | Attachment member and connecting member for a carpometacarpal thumb joint prosthesis and carpometacarpal thumb joint prosthesis |
US20190167437A1 (en) * | 2016-02-10 | 2019-06-06 | National University Of Ireland, Galway | Implant for a bone joint |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2021086176A1 (en) | 2021-05-06 |
US20220401223A1 (en) | 2022-12-22 |
EP4051186A1 (en) | 2022-09-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1352622B1 (en) | Distal component for wrist prosthesis | |
AU643211B2 (en) | Joint prosthesis | |
CN109069276B (zh) | 用于骨关节的植入物 | |
US20220338997A1 (en) | Modular Rotational Device For Torsionally Stabilizing An Endoprosthesis | |
US7419507B2 (en) | Elbow arthroplasty system | |
US8372154B2 (en) | Method and apparatus for wrist arthroplasty | |
US20220296376A1 (en) | Ameliorating joint conditions including injuries and diseases | |
EP1810643A2 (en) | Acetabular cup with rigid fasteners | |
EP1897517A1 (en) | Method and apparatus for wrist anthroplasty | |
JP2010099496A (ja) | 関節面インプラント | |
AU2007250537A1 (en) | Ankle fusion plate | |
ES2872934T3 (es) | Aparato para artroplastia de reemplazo articular | |
JP2013523319A (ja) | 大腿ベース部および脛骨ベース部 | |
JP2013508078A (ja) | 引張部材を有する関節外に埋め込み可能な機械的エネルギー吸収アセンブリ、および埋め込み方法 | |
JP2011519303A (ja) | 大腿骨及び脛骨用基部構成要素 | |
NL2024112B1 (nl) | Prothese voor het beweegbaar koppelen van os metacarpale I van een hand aan een tweede handbeen en een combinatie van een prothese en een bevestigingsmiddel | |
US11051946B2 (en) | Joint surface replacement system | |
US10238425B2 (en) | Implantable assembly for a knee joint and method for mounting an implantable assembly for a knee joint | |
WO2024218762A1 (en) | Bone fixation implant arrangement |