NL2023965B1 - Zonnepanelensamenstel, set van ten minste één zonnepanelensamenstel en een aantal bevestigingselementen, dak waarop een dergelijke set is aangebracht, en werkwijze voor het op een dak monteren van zonnepanelen - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een zonnepanelensamenstel, omvattende: - een aantal in een rij opgestelde zonnepanelen; - een eerste langwerpig profiel, dat aan een eerste zijde van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen is verbonden, en - een tweede langwerpig profiel, dat aan een tweede, aan de eerste zijde tegenovergelegen, zij de van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen is verbonden. De uitvinding heeft verder betrekking op een set van ten minste een dergelijk zonnepanelensamenstel en een aantal bevestigingselementen. De uitvinding heeft ook betrekking op een dak waarop een dergelijke set is aangebracht. De uitvinding ziet voorts op een werkwijze voor het op een dak monteren van zonnepanelen. De uitvinding ziet tevens op een hij sinrichting voor het ophij sen van een zonnepanelensamenstel.

Description

ZONNEPANELENSAMENSTEL, SET VAN TEN MINSTE ÉEN ZONNEPANELENSAMENSTEL EN EEN AANTAL BEVESTIGINGSELEMENTEN, DAK WAAROP EEN DERGELIJKE SET IS AANGEBRACHT, EN WERKWIJZE VOOR HET OP

EEN DAK MONTEREN VAN ZONNEPANELEN De uitvinding ziet op een zonnepanelensamenstel, alsmede op een set van ten minste één zonnepanelensamenstel en een aantal bevestigingselementen, alsook op een dak waarop een dergelijke set is aangebracht. en verder op een werkwijze voor het op een dak monteren van zonnepanelen. Voorts ziet de uitvinding op een hijsinrichting voor het ophijsen van een zonnepanclensamenstel.

Zonnepanelen worden thans per stuk op een dak gemonteerd, hetgeen tijdrovend is. Het is een doel van de uitvinding om het op een dak monteren van zonnepanelen te versnellen en/of te vergemakkelijken.

Dit doel wordt bereikt met een zonnepanelensamenstel, dat volgens de uitvinding omvat: - een aantal in een rij opgestelde zonnepanelen; - een eerste langwerpig profiel, dat aan een eerste zijde van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen is verbonden, en - een tweede langwerpig profiel, dat aan een tweede, aan de eerste zijde tegenovergelegen, zijde van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen is verbonden.

De eerste en tweede profielen verbinden het aantal in een rij opgestelde zonnepanelen onderling, zodanig, dat het zonnepanelensamenstel met het aantal m een rij opgestelde zonnepanelen als één geheel kan worden gehanteerd en als één geheel op een dak kan worden gemonteerd. Hierdoor kan het op een dak monteren van de zonnepanelen relatief snel en/of eenvoudig plaatsvinden.

Het vervaardigen van een zonnepanelensamenstel kan bijvoorbeeld off-site, bijvoorbeeld in een fabriek, plaatsvinden, waarbij het zonnepanelensamenstel daama naar een locatie wordt verplaatst alwaar het bijvoorbeeld op een dak zal worden gemonteerd.

Een ander voordeel van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding kan zijn, dat het zonnepanelensamenstel zelf kan worden opgehesen, bijvoorbeeld aan het eerste. maar bij voorkeur aan het tweede profiel, daar het tweede profiel in een op een dak aangebrachte toestand praktisch het bovenste profiel kan zijn. Doordat het zonnepanelensamenstel zelf wordt opgehesen hoeven er geen hulpmiddelen te worden verschaft waarmee het zonnepanelensamenstel kan worden opgehesen.

Het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding kan in het bijzonder geschikt zijn voor montage op een schuin dak, i.e. een dak met een helling ten opzichte van de horizontaal.

Opgemerkt wordt, dat onder een aantal zonnepanelen in het bijzonder meerdere zonnepanelen, ofwel meer dan één zonnepaneel, wordt bedoeld. Praktisch omvat een rij en daarmee een samenstel bijvoorbeeld twaalf zonnepanelen, maar elk gewenst aantal zonnepanelen is denkbaar.

Eén zonnepanelensamenstel omvat bij voorkeur uitsluitend 1n een rij opgestelde zonnepanelen, en dus niet meerdere rijen, ofwel geen matrix van zonnepanelen. Hierbij kunnen wel meerdere zonnepanelensamenstellen op een dak bevestigd worden, zodat het dak uitemdelijk wel cen matrix van zonnepanelen, gevormd door meerdere zonnepanelensamenstellen volgens de uitvinding, omvat.

Het eerste en/of tweede profiel kan van elk geschikt materiaal zijn vervaardigd, zoals bijvoorbeeld aluminium.

Het eerste en/of tweede profiel is bij voorkeur zodanig stevig uitgevoerd en/of vormgegeven, dat het zonnepanelensamenstel aan het eerste en/of tweede profiel kan worden opgehesen. Hieronder zal nader worden toegelicht, dat in het bijzonder het tweede profiel hiertoe een bevestigingsuitsteeksel en/of een aangrijpdeel kan omvatten, welke respectievelijk kunnen aanhaken en/of aangrijpen op een haakvormig deel, respectievelijk deel van de hijsmrichting.

Het eerste profiel en/of het tweede profiel kan op elke geschikte wijze met een genoemde zijde van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen zijn verbonden. Praktisch kan het eerste profiel en/of het tweede profiel hiertoe een opneemruimte definiëren waarin een rand van de zonnepanelen is opgenomen.

De opneemruimte wordt bijvoorbeeld gedefinieerd door een eerste profieldeel dat parallel is opgesteld aan de omtreksrand van het zonnepaneel aan de betreffende zijde van het zonnepaneel en daarbij eventueel aanligt tegen die omtreksrand, alsmede een tweede profieldeel dat zich onder een bij voorkeur rechte hoek met het eerste profieldeel uitstrekt en bijvoorbeeld een zich nabij de omtrekstrand bevindend deel van de onderzijde van het zonnepaneel ondersteunt. Desgewenst kan de opneemruimte verder zijn gedefinieerd door een derde profieldeel dat aan een aan het tweede profieldeel tegenovergelegen einde van het eerste profieldeel is opgesteld en zich onder een, eventueel rechte of scherpe. hoek met het eerst profieldeel uitstrekt.

In een uitvoeringsvorm van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding zijn het eerste profiel en het tweede profiel zodanig uitgevoerd, dat het eerste profiel van een volgende rij zonnepanelen steunt tegen het tweede profiel van een vorige rij zonnepanelen Hiertoe kunnen het eerste profiel en tweede profiel op elke geschikte wijze zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan er sprake van zijn, dat het eerste profieldeel van het eerste profiel van de volgende rij zonnepanelen aanligt en daardoor steunt tegen het eerste profieldeel van het tweede profiel van de vorige rij zonnepanelen.

Aanvullend of alternatief kan het tweede profiel zijn ingericht om aan te grijpen op een volgende rij zonnepanelen of op een eerste profiel van een volgende rij zonnepanelen. Hiertoe kan het tweede profiel een zich vanaf het eerste profieldeel uitstrekkend aangrijpprofieldeel bezitten. dat bijvoorbeeld aangrijpt op de zonnepanelen van de volgende rij of bijvoorbeeld op het derde profieldeel van het eerste profiel van de zonnepanelen van de volgende rij. Het aangrijpprofieldeel kan hierbij aan een aan het tweede profieldeel tegenovergelegen einde van het eerste profieldeel zijn opgesteld en zich onder een, eventueel rechte of scherpe. hoek met het eerst profieldeel uitstrekt en zich onder een, eventueel rechte of scherpe, hoek met het eerst profieldeel uitstrekken. Meer in het bijzonder kunnen het derde profieldeel en het aangrijpprofieldeel van het tweede profiel zich in een in hoofdzaak tegenovergestelde richting van het eerste profieldeel uitstrekken. Het aangrijpprofieldeel kan verder zijn ingericht om aan te grijpen op een deel van een hijsinrichting die gebruikt kan worden om het zonnepanelensamenstel op te hijsen. In een andere uitvoeringsvorm van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding omvat het eerste profiel en/of het tweede profiel een gat voor het opnemen van bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een schroef, bout of dergelijk en/of een invoegelement, waarmee een zonnepaneel met het eerste profiel en/of het tweede profiel kan worden verbonden. Meer in het bijzonder kan het tweede profieldeel voorzien zijn van het genoemde gat. Hierbij kan desgewenst tevens een klemelement zijn verschaft dat klemt op ten minste één zonnepaneel van de rij zonnepanelen, in het bijzonder op een bovenste omtreksrand daarvan, waarbij de bevestigingsmiddelen het klemelement met het eerste profiel en/of het tweede profiel verbinden.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding omvatten het eerste profiel en/of het tweede profiel een bevestigingsuitsteeksel. Een dergelijk bevestigingsuitsteeksel kan samenwerken met bevestigingselementen, zoals hieronder nader zal worden toegelicht.

Een dergelijk bevestigingsuitsteeksel kan desgewenst ook samenwerken met een haakvormig deel van een hijsinrichting die gebruikt kan worden om het zonnepanelensamenstel op te hijsen. Hierbij kan het bevestigingsuitsteeksel aanhaken op het haakvormige deel van de hijsinrichting.

In nog weer cen andere uitvoeringsvorm van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding omvatten het eerste profiel en/of het tweede profiel ten minste één opstelprofieldeel met behulp waarvan het eerste profiel en/of het tweede profiel direct of indirect op het dak kan worden opgesteld.

Het ten minste ene opstelprofieldeel kan of kunnen zich bijvoorbeeld parallel aan en met een bepaalde afstand van het tweede profieldeel uitstrekken. Het eventueel in het tweede profieldeel verschafte gat maakt mogelijk dat de hierboven beschreven bevestigingsmiddelen,

zoals de schroef, bout of dergelijk zich in een ruimte tussen het tweede profieldeel en het ten minste ene opstelprofieldeel kan uitstrekken.

Tussen het ten minste ene opstelprofieldeel en het tweede profieldeel kunnen verbindingsprofieldelen zich uitstrekken. welke het ten minste ene opstelprofieldeel en het tweede profieldeel onderling verbinden.

Het genoemde bevestigingsuitsteeksel kan zich bijvoorbeeld vanaf het ten minste ene opstelprofieldeel uitstrekken, meer in het bijzonder bijvoorbeeld onder een in hoofdzaak rechte hoek daarmee.

In een uitvoeringsvorm van de set omvat deze ten minste één zonnepanelensamenstel zoals hierboven omschreven met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, alleen of in willekeurig welke combinatie, en een aantal bevestigingselementen, waarbij de bevestigingselementen zijn ingericht om direct of mdirect op een dak bevestigd te worden en waarmee het eerste of tweede profiel van een genoemd zonnepanelensamenstel verbonden kan worden.

Door de bevestigingselementen direct of indirect op een dak te bevestigen en het eerste en tweede profiel daarna met respectieve bevestigmgselementen te verbinden kan het ten minste ene zonnepanelensamenstel eenvoudig op een dak gemonteerd worden.

Doordat de bevestigingselementen voorafgaand aan de verbinding met het zonnepanelensamenstel direct of indirect op het dak bevestigd worden, zijn de bevestigingsmiddelen tijdens de direct of indirecte montage op het dak vrij toegankelijk, zodat de montage daarvan relatief makkelijk kan plaatsvinden.

Praktisch worden er meerdere bevestigingselementen gebruikt voor het op het dak bevestigen van het eerste profiel en het tweede profiel van een genoemd zonnepanelensamenstel.

In een andere uitvoeringsvorm van de set definiëren de bevestigingselementen een uitsteekselopneemrummte voor het opnemen van het bevestigingsuitsteeksel van het eerste of tweede profiel.

Door het aanbrengen van het bevestigingsuitsteeksel van het eerste of tweede profiel in de uitsteekselopneemruimte van de bevestigingselementen kunnen het eerste profiel en tweede profiel eenvoudig met respectieve bevestigingselementen verbonden worden.

De uitsteekselopneemruimte kan bijvoorbeeld gevormd worden door een in hoofdzaak haakvormig deel van de bevestigingselementen. Hierbij kan er sprake van zijn, dat het bevestigmgsuitsteeksel van een genoemd eerste of tweede profiel in de door het haakvormige deel gevormde uitsteekselopneemruimte vastgeklikt wordt.

Bij een directe bevestiging op het dak kan er sprake van zijn, dat de bevestigingselementen met bevestigmgsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een schroef, bout of dergelijk direct op het dak bevestigd worden.

Bij een indirecte bevestiging op het dak kan er sprake van zijn, dat er derde langwerpige profielen op het dak bevestigd worden, bijvoorbeeld met bevestigmgsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een schroef, bout of dergelijk, en dat de bevestigmgselementen op de langwerpige profielen bevestigd worden, bijvoorbeeld met bevestigmgsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een schroef, bout of 5 dergelijk. Hiertoe omvat de set volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding een aantal derde langwerpige profielen, welke zijn ingericht om op het dak bevestigd te worden en voor het daarop bevestigen van de bevestigingselementen.

Of er wordt gekozen voor een directe of indirecte bevestiging van de bevestigmgselementen op het dak kan bijvoorbeeld afhangen van het tvpe dak.

De derde langwerpige profielen kunnen in een in hoofdzaak haakse richting op de eerste en tweede profielen zijn opgesteld. Praktisch kunnen de eerste en tweede profielen hierbij in hoofdzaak horizontaal zijn opgesteld en de derde profielen in hoofdzaak schuin opwaarts.

In een uitvoeringsvorm van het dak is daarop een set zoals hierboven omschreven met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, alleen of in willekeurig welke combinatie, aangebracht, waarbij op het dak een aantal van de genoemde bevestigingselementen, direct of indirect, is bevestigd, en waarbij het eerste profiel van althans een eerste van een genoemd zonnepanelensamenstel is verbonden met een eerste aantal bevestigingselementen en het tweede profiel van dat zonnepanelensamenstel is verbonden met een tweede aantal bevestigingselementen.

Het dak kan in het bijzonder een schum dak zijn, 1.e. een dak met een helling ten opzichte van de horizontaal. Bij montage op een dergelijk schuin dak kan het eerste profiel praktisch het onderste profiel zijn en het tweede profiel het bovenste profiel.

Hierbij kan er sprake van zijn, dat het tweede aantal bevestigingselementen 180° geroteerd ten opzichte van het eerste aantal bevestigingselementen op het dak is bevestigd.

In een andere uitvoeringsvorm van het dak volgens de uitvinding zijn zowel het eerste profiel als het tweede profiel van een eerste zonnepanelensamenstel via de bevestigingselementen met het dak verbonden, en waarbij het eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel met het tweede profiel van het eerste zonnepanelensamenstel is verbonden.

Het verbinden van het eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel met het tweede profiel van het eerste (vorige) zonnepanelensamenstel kan plaatsvinden zoals hierboven is toegelicht aan de hand van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het op een dak monteren van zonnepanelen volgens de uitvinding, omvat de werkwijze de volgende, in elke geschikte volgorde uit te voeren, stappen: a) het verschaffen van een set zoals hierboven omschreven met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, alleen of in willekeurig welke combinatie;

b) het direct of indirect op het dak bevestigen van een aantal genoemde bevestigmgselementen; c) het verbinden van het eerste profiel van althans een eerste van een genoemd zonnepanelensamenstel met een eerste aantal bevestigingselementen en het verbinden van het tweede profiel van dat zonnepanelensamenstel met een tweede aantal bevestigingselementen.

Voordelen van een dergelijke werkwijze zijn hierboven reeds beschreven aan de hand van het samenstel en/of de set en/of het dak.

Volgens de uitvinding kan het voordelig zijn wanneer stap b) voorafgaand aan stap c) wordt uitgevoerd. Hierdoor zijn de bevestigingselementen tijdens het uitvoeren van stap b) vrij toegankelijk, waardoor ze eenvoudig op het dak bevestigd kunnen worden. Daarna kan het zonnepanelensamenstel in stap c) eenvoudig met de bevestigingselementen verbonden worden, bijvoorbeeld door het klikken van de bevestigingsuitsteeksels van het eerste en tweede profiel in de uitsteekselopneemruimte van respectieve bevestigingselementen. Het eerste zonnepanelensamenstel kan in het geval van een schuin dak praktisch het onderste zonnepanelensamenstel zijn.

In gen uitvoermgsvorm van de werkwijze volgens de uitvmding omvat deze verder stap d) van het verbinden van het eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel met het tweede profiel van het eerste zonnepanelensamenstel en het verbinden van het tweede profiel van het volgende zonnepanelensamenstel met een volgend aantal bevestigingselementen.

Het verbinden van het eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel met het tweede profiel van het eerste (vorige) zonnepanelensamenstel kan plaatsvinden zoals hierboven is toegelicht aan de hand van het zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding.

Stap d) geldt eveneens voor nog verdere volgende zonnepanelensamenstellen, waarbij het eerste profiel van een verder volgend zonnepanelenstel wordt verbonden met het tweede profiel van een reeds op het dak bevestigd zonnepanelensamenstel, 1.e. cen vorig zonnepanelensamenstel dat het eerste zonnepanelensamenstel kan zijn of een eerder volgend zonnepanelensamenstel.

Het genoemde volgende aantal bevestigingselementen is bij voorkeur voorafgaand aan stap d) direct of indirect op het dak bevestigd. De bevestigingselementen kunnen hierbij zowel vóór als na de verbinding van het genoemde eerste zonnepanelensamenstel met de bevestigingselementen in stap c) direct of indirect op het dak zijn bevestigd. Het kan bijvoorbeeld voordelig zijn om eerst alle bevestigingselementen op het dak te bevestigen, en daarna het eerste en de volgende zonnepanelensamenstellen daarmee te verbinden.

Indien in stap b) de bevestigingselementen indirect op het dak bevestigd zullen worden, kan de werkwijze stap ¢) omvatten van het bevestigen van derde langwerpige profielen op het dak, bijvoorbeeld met bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een schroef, bout of dergelijk. Stap e)

wordt hierbij uitgevoerd voorafgaand aan stap b). In stap b) worden de bevestigingselementen op de derde langwerpige profielen bevestigd.

Voorafgaand aan of tijdens stap c) en/of stap d) kan het eerste, respectievelijk volgende, zonnepanelensamenstel naar het dak worden gehesen. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden met gebruik van een hijsinrichting volgens de uitvinding.

Bij voorkeur wordt hierbij het eerste, respectievelijk volgende, zonnepanelensamenstel opgehesen aan het tweede profiel van dat zonnepanelensamenstel. Het tweede profiel is bij een schuin dak het bovenste profiel. Een voordeel van het ophijsen van een zonnepanelensamenstel aan het tweede profiel is dat geen hulpmiddelen hoeven te worden verschaft voor het ophijsen van een zonnepanelensamenstel.

Praktisch kan na het ophijsen van een zonnepanelensamenstel naar een dak eerst het eerste profiel van een eerste zonnepanelensamenstel met het eerste aantal bevestigingselementen of van een volgend zonnepanelensamenstel met een tweede profiel van het eerste zonnepanelensamenstel worden verbonden, en kan daarna de hijsinrichting zakken zodat het zonnepanelensamenstel met zijn tweede profiel met het tweede aantal bevestigingselementen kan worden verbonden. Tijdens het zakken kan het zonnepanelensamenstel bij voorkeur scharnieren en zich daarbij parallel aan de dakhelling gaan uitstrekken.

Zoals duidelijk zal zijn uit het voorgaande worden de bevestigingselementen praktisch niet met een zonnepanelensamenstel mee opgehesen, maar zijn deze reeds direct of indirect op het dak bevestigd zodat het zonnepanelensamenstel eenvoudig daarmee kan worden verbonden.

In een utvoeringsvorm van een hijsinrichting volgens de uitvinding voor het ophijsen van een zonnepanelensamenstel zoals hierboven omschreven met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, alleen of in willekeurig welke combinatie, is de hijsinrichting ingericht om met het tweede profiel van een genoemd zonnepanelensamenstel verbonden te worden. Het tweede profiel van een genoemd zonnepanelensamenstel is in de praktijk het bovenste profiel, waardoor het praktisch is om het zonnepanelensamenstel daaraan op te hijsen. De hijsinrichting kan hierbij een haakvormig deel bezitten waarop het bevestigingsuitsteeksel van het tweede profiel kan aanhaken. Aanvullend of alternatief kan de hijsinrichting een deel omvatten waarop het aangrijpdeel van het tweede profiel kan aangrijpen.

De hijsinrichting kan scharnierbaar zijn, zodat het zonnepanelensamenstel zich in een in hoofdzaak verticaal vlak kan uitstrekken tijdens het ophijsen daarvan, en bij het op een dak aanbrengen daarvan kan scharnieren en zich onder een hoek die in hoofdzaak gelijk is aan de dakhelling kan uitstrekken.

Praktisch kan hierbij eerst het eerste profiel van een eerste zonnepanelensamenstel met het eerste aantal bevestigingselementen of van een volgend zonnepanelensamenstel met een tweede profiel van het eerste zonnepanelensamenstel worden verbonden, en kan daarna de hijsinrichting zakken zodat het zonnepanelensamenstel scharniert en zich in hoofdzaak parallel aan de dakhelling zal uitstrekken en kan het tweede profiel met het tweede aantal bevestigingselementen worden verbonden.

De hijsinrichting kan bijvoorbeeld met een kraan of dergelijk verbonden worden.

De uitvinding wordt hieronder verder toegelicht met verwijzing naar de aangehechte schematische figuren, waarin: Figuur 1 in perspectivisch aanzicht een dak met een zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding toont; Figuren 2A, 2B, en 2C dwarsdoorsneden van profielen tonen, waarbij figuur 2A het eerste profiel van een eerste zonnepanelensamenstel toont; figuur 2B het tweede profiel van een eerste zonnepanelensamenstel en eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel toont, en figuur 2C het tweede profiel van het volgende zonnepanelensamenstel toont; Figuur 3 het ophijsen van een zonnepanelensamenstel volgens de uitvinding toont, en Figuren 4A en 4B een in figuur 3 gebruikte hijsinrichting in meer detail in zijaanzicht tonen.

In de figuren worden gelijke elementen met gelijke verwijzingsgetallen aangeduid.

Figuur 1 toont een dak 1 met in dit geval twee zonnepanelensamenstellen 2 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Elk zonnepanelensamenstel 2 omvat een aantal, in dit geval twaalf, in een in hoofdzaak horizontale rij opgestelde zonnepanelen 3, welke aan hun onderzijde met een eerste langwerpig profiel 4 en aan hun bovenzijde met een tweede langwerpig profiel 5 zijn verbonden, zie ook de figuren 2A — 2C. In dit voorbeeld zijn de eerste en tweede profielen 4, 5 met behulp van bevestigingselementen 9 en schroeven 10 op derde langwerpige profielen 6 bevestigd. welke derde profielen 6 met behulp van bouten 7 en hoekprofielen 8 op het dak 1 zijn bevestigd. De derde profielen strekken zich met hun langsrichting in hoofdzaak haaks op de langsrichting van de eerste en tweede profielen 4, 5 uit. Het dak 1 uit dit voorbeeld is een golfplaatdak, waarbij een indirect bevestiging zoals getoond geschikt is. Bij andere typen daken kan er alternatief sprake van zijn, dat de derde profielen 6, hoekprofielen 8, en bouten 7 niet verschaft zijn, maar dat de bevestigingselementen 9 direct op het dak 1 bevestigd worden.

De figuren 2A — 2C tonen de eerste en tweede profielen 4, 5 in meer detail. Hieruit blijkt, dat het eerste profiel 4 en het tweede profiel 5 elk een opneemruimte 20 definiëren, waarin een onderste, respectievelijk bovenste omtreksrand van de zonnepanelen 3 is opgenomen. De opneemruimte 20 wordt hierbij gevormd door een eerste profieldeel 21 dat parallel is opgesteld aan de omtreksrand van het zonnepaneel 3 aan de betreffende zijde van het zonnepaneel 3, een tweede profieldeel 22 dat zich onder een in dit geval rechte hoek met het eerste profieldeel 21 uitstrekt en een zich nabij de omtrekstrand bevindend deel van de onderzijde van het zonnepaneel 3 ondersteunt, en een derde profieldeel 23 dat aan een aan het tweede profieldeel 22 tegenovergelegen einde van het eerste profieldeel 21 is opgesteld en zich onder een hoek met het eerst profieldeel 21 uitstrekt. In dit voorbeeld is de hoek tussen het derde profieldeel 23 en het eerste profieldeel 21 in hoofdzaak 90° voor het eerste profiel 4 en net iets klemer dan 90° voor het tweede profiel 5. In het getoonde voorbeeld ligt de onderste omtreksrand van het zonnepaneel 3 aan tegen het eerste profieldeel 21 van het eerste profiel 4, zodat deze daartegen kan steunen. Tussen de rand van het zonnepaneel 3 en het eerste profieldeel 21 van het tweede profiel 5 is in dit voorbeeld een leemte aanwezig.

Zoals verder blijkt uit de figuren 2A — 2C, steunt het eerste profiel 4 van een volgende, hoger gelegen rij zonnepanelen 3 tegen het tweede profiel 5 van een eerder, lager gelegen rij zonnepanelen. Het tweede profiel 5 vertoont in dit voorbeeld een aangrijpprofieldeel 24, dat zich in hoofdzaak in het verlengde van het derde profieldeel 23 uitstrekt. Het aangrijpprofieldeel 24 grijpt aan op het derde profieldeel 23 van het eerste profiel 4 van de hoger gelegen Tij zonnepanelen 3.

Het tweede profieldeel 22 van het eerste en tweede profiel 4, 5 vertoont in het in de figuren 2A — 2C getoonde voorbeeld een gat 25 voor het ontvangen van een schroef of bout 26 en een invoegelement 32 waarmee het zonnepaneel 3 via een klem 33 met het eerste profiel 4 en het tweede profiel 5 is verbonden. Hierbij klemt de klem 33 op één aan het einde van een rij opgesteld zonnepaneel 3 of op twee naburige zonnepanelen 3, in het bijzonder op een bovenste omtreksrand daarvan, en verbindt de schroef of bout 26 de klem 33 met het eerste en tweede profiel 4, 5 door middel van een invoegelement 32 dat met behulp van een snapverbinding in het gat 25 is aangebracht, en is een moer 31 verschaft voor het vastschroeven van de schroef of bout 26 ten opzichte van het invoegelement 32. Het gat 25 kan een langwerpig gat zijn dat zich over de lengte van het profiel 4, 5 uitstrekt, of een lokaal gat.

Parallel aan en met een bepaalde afstand van het tweede profieldeel 22 strekt in dit uitvoeringsvoorbeeld ten minste één opstelprofieldeel 27 zich uit met behulp waarvan het eerste profiel 4 en het tweede profiel 5 direct of indirect via het derde profiel 6 op het dak 1 kan worden opgesteld. In dit voorbeeld heeft het eerste profiel 4 één opstelprofieldeel en het tweede profiel 5 twee opstelprofieldelen 27, maar duidelijk is dat elk aantal opstelprofieldelen kan zijn verschaft. Het opstelprofieldeel 27 en tweede profieldeel 22 zijn via verbindingsprofieldelen 28 met elkaar verbonden.

Onder een in dit voorbeeld rechte hoek met het opstelprofieldeel 27 strekt een bevestigingsuitsteeksel 29 zich uit. Het bevestigingsuitsteeksel 29 kan in dit voorbeeld door klikken in het in dit geval haakvormige bevestigingselement 9 worden geklikt, in het bijzonder in een opneemruimte 30 van het bevestigingselement 9. Door de bevestigingselementen 9 op het dak 1 te bevestigen, eventueel indirect via het genoemde derde profiel 6, en de bevestigingsuitsteeksels 29 van het eerste en tweede profiel 4, 5 daarin te haken kan althans het onderste samenstel 2 met de rij zonnepanelen 3 eenvoudig op het dak 1 worden bevestigd, zoals blijkt uit de figuren 2A en 2B.

Met andere woorden, de eerste en tweede profielen 4, 5 van een eerste, onderste rij zonnepanelen 3 kunnen beide met behulp van bevestigingselementen 9 op het dak 1 worden bevestigd. Verdere rijen zonnepanelen, die boven de eerste, onderste rij zijn opgesteld. zijn in dit voorbeeld met hun tweede profiel 5 via een bevestigingselement 9 met het dak 1 verbonden, maar met hun eerste profiel 4 via een tweede profiel 5 van een daaronder opgestelde rij zonnepanelen 3 met het dak 1 verbonden.

Figuur 3 toont dat het zonnepanelensamenstel 2 uit de figuren 1, 2A — 2C eenvoudig kan worden opgehesen om in één keer op een dak te worden gemonteerd. Hiertoe is een hijsinrichting met een hijsbalk 50 verschaft, welke hijsbalk 50 een aantal. in dit geval drie, hijsklemmen 52 heeft die via respectieve kettingen 51 met de hijsbalk 50 zijn verbonden. De hijsklemmen 52 zijn hierbij verbonden met het tweede profiel 5 van een zonnepanelensamenstel 2, zoals ook blijkt uit de figuren 4A en 4B. Hiertoe omvat in dit voorbeeld elke hijsklem 52 een haakvormig deel 53 waarop het bevestigingsuitsteeksel 29 van het tweede profiel 5 kan aanhaken, alsmede een deel 54 waarop het aangrijpdeel 24 van het tweede profiel 5 kan aangrijpen. Zoals blijkt uit de figuren 4A en 4B omvat de hijsklem 52 een scharnierpunt 54, zodat het zonnepanelensamenstel 2 zich in een in hoofdzaak verticaal vlak kan uitstrekken tijdens het ophijsen daarvan, zie ook figuur 3 en figuur 4A, en bij het op een dak aanbrengen daarvan kan scharnieren en zich onder een hoek die in hoofdzaak gelijk is aan de dakhelling kan uitstrekken, zie figuur 4B. De in figuur 4B getoonde dakhelling is ongeveer 15°, maar duidelijk is dat het zonnepanelensamenstel op elk dak kan worden geplaatst, bij voorkeur op een schuin dak met een helling ten opzichte van de horizontaal die groter is dan 0° en kleiner is dan 90°. Hoewel de uitvinding hierboven is toegelicht aan de hand van een aantal specifieke voorbeelden en uitvoeringsvormen, is de uitvinding daartoe niet beperkt. In plaats daarvan beslaat de uitvinding ook de door de navolgende conclusies gedefinieerde materie.

Claims (16)

Conclusies

1. Zonnepanelensamenstel, omvattende: - een aantal in cen rij opgestelde zonnepanelen: - een eerste langwerpig profiel, dat aan een eerste zijde van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen is verbonden, en - een tweede langwerpig profiel, dat aan een tweede, aan de eerste zijde tegenovergelegen, zijde van de rij zonnepanelen met de zonnepanelen is verbonden.

2. Zonnepanelensamenstel volgens conclusie 1, waarbij het eerste profiel en/of het tweede profiel een opneemruimte definiëren waarin een rand van de zonnepanelen is opgenomen.

3. Zonnepanelensamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste profiel en het tweede profiel zodanig zijn uitgevoerd. dat het eerste profiel van een volgende rij zonnepanelen steunt tegen het tweede profiel van een vorige rij zonnepanelen.

4. Zonnepanelensamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste profiel en/of het tweede profiel een bevestigingsuitsteeksel omvatten.

5. Set van ten minste één zonnepanelensamenstel volgens een der conclusies 1 — 4 en een aantal bevestigingselementen, waarbij de bevestigingselementen zijn ingericht om direct of indirect op een dak bevestigd te worden en waarmee het eerste of tweede profiel van een genoemd zonnepanelensamenstel verbonden kan worden.

6. Set volgens conclusie 5, waarbij de bevestigingselementen een uitsteekselopneemruimte definiëren voor het opnemen van het bevestigingsuitsteeksel van het eerste of tweede profiel.

7. Set volgens een der conclusies 5 of 6, verder omvattende een aantal derde langwerpige profielen. welke zijn ingericht om op het dak bevestigd te worden en voor het daarop bevestigen van de bevestigingselementen.

8. Dak waarop een set volgens een der conclusies 5 — 7 is aangebracht, waarbij op het dak een aantal van de genoemde bevestigingselementen, direct of indirect, is bevestigd, en waarbij het eerste profiel van althans een eerste van een genoemd zonnepanelensamenstel is verbonden met een eerste aantal bevestigingselementen en het tweede profiel van dat zonnepanelensamenstel is verbonden met een tweede aantal bevestigingselementen.

9. Dak volgens conclusie 8, waarbij het tweede aantal bevestigingselementen 180° geroteerd ten opzichte van het eerste aantal bevestigingselementen op het dak is bevestigd.

10. Dak volgens conclusie 8 of 9, waarbij zowel het eerste profiel als het tweede profiel van een eerste zonnepanelensamenstel via de bevestigingselementen met het dak zijn verbonden, en waarbij het eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel met het tweede profiel van het eerste zonnepanelensamenstel 1s verbonden.

11. Werkwijze voor het op een dak monteren van zonnepanelen, omvattende de volgende, in elke geschikte volgorde uit te voeren, stappen: a) het verschaffen van een set volgens een der conclusies 5 — 7; b) het direct of indirect op het dak bevestigen van een aantal genoemde bevestigingselementen; c) het verbinden van het eerste profiel van althans een eerste van een genoemd zonnepanelensamenstel met gen eerste aantal bevestigingselementen en het verbinden van het tweede profiel van dat zonnepanelensamenstel met een tweede aantal bevestigingselementen.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, verder omvattende stap d) van het verbinden van het eerste profiel van een volgend zonnepanelensamenstel met het tweede profiel van het eerste zonnepanelensamenstel en het verbinden van het tweede profiel van het volgende zonnepanelensamenstel met een volgend aantal bevestigingselementen.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij voorafgaand of tijdens stap c) en/of stap d) het eerste, respectievelijk volgende, zonnepanelensamenstel naar het dak wordt gehesen.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het eerste, respectievelijk volgende, zonnepanelensamenstel wordt opgehesen aan het tweede profiel van dat zonnepanelensamenstel.

15. Hijsinrichting voor het ophijsen van een zonnepanelensamenstel volgens een der conclusies 1 — 4, waarbij de hijsinrichting is ingericht om met het tweede profiel van een genoemd zonnepanelensamenstel verbonden te worden.

16. Hijsinrichting volgens conclusie 15, waarbij de hijsinrichting schamierbaar is, zodat het zonnepanelensamenstel zich in een in hoofdzaak verticaal vlak kan uitstrekken tijdens het ophijsen daarvan, en bij het op een dak aanbrengen daarvan kan scharnieren en zich onder een hoek die in hoofdzaak gelijk is aan de dakhelling kan uitstrekken.