NL2023603B1 - Beladingsmodule en werkwijze voor transport van goederen - Google Patents
Beladingsmodule en werkwijze voor transport van goederen Download PDFInfo
- Publication number
- NL2023603B1 NL2023603B1 NL2023603A NL2023603A NL2023603B1 NL 2023603 B1 NL2023603 B1 NL 2023603B1 NL 2023603 A NL2023603 A NL 2023603A NL 2023603 A NL2023603 A NL 2023603A NL 2023603 B1 NL2023603 B1 NL 2023603B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- loading
- row
- rolling elements
- loading module
- load
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66F—HOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
- B66F9/00—Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
- B66F9/06—Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
- B66F9/075—Constructional features or details
- B66F9/12—Platforms; Forks; Other load supporting or gripping members
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P1/00—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
- B60P1/52—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using rollers in the load-transporting element
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Rollers For Roller Conveyors For Transfer (AREA)
- Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)
Abstract
De onderhavige vinding betreft een beladingsmodule, beladingssysteem voorzien daarvan en werkwijze voor transport van goederen. De beladingsmodule volgens de vinding omvat: — een gestel voorzien van: — een draagvlak voorzien van een aantal openingen; — een eerste rij van rolelementen voorzien van een rotatie-as; en — een boven de eerste rij van rolelementen gelegen tweede rij van rolelementen, voorzien van een rotatie-as, en waarbij de rotatie-assen van de tweede rij in hoofdzaak zijn gelegen op een grotere afstand van een ondergrond in vergelijking met de rotatie-assen van de eerste rij, en waarbij de twee rij van rolelementen in een eerste transporttoestand in hoofdzaak ligt onder het draagvlak en in een tweede oppak- of neerzettoestand ten minste gedeeltelijk steken met een contactvlak door de openingen in het draagvlak; en — een in het gestel aangebracht pneumatisch en/of hydraulisch hefelement ingericht voor het schakelen van de beladingsmodule tussen een eerste transporttoestand en een tweede oppak- of neerzettoestand, waarbij het hefelement een slangvormig element omvat.
Description
BELADINGSMODULE EN WERKWIJZE VOOR TRANSPORT VAN GOEDEREN De uitvinding betreft een beladingsmodule voor transport van goederen. Een dergelijke beladingsmodule kan bij voorbeeld worden gebruikt bij het beladen van containers of trucks.
Voor het beladen van containers en laad- of vrachtruimtes van trucks of vrachtwagens wordt veelal gebruik gemaakt van goederen op pallets die met behulp van heftrucks of palletwagens in de laadruimte worden gebracht. In de praktijk resulteert dit in veelvuldig manoeuvreren met dergelijke voertuigen en/of gereedschappen. Dit is veelal arbeidsintensief en vereist specifieke vaardigheden van gebruikers/operators. Bijkomend treden in de praktijk veelvuldig gevaarlijke situaties op met mogelijk schade aan goederen, voertuigen en/of mensen tot gevolg.
De onderhavige vinding heeft tot doel een beladingsmodule te verschaffen waarmee bovengenoemde problemen worden opgeheven of ten minste worden verminderd, en op effectieve wijze bijvoorbeeld een container of laadruimte kan worden beladen.
Dit doel wordt bereikt met de beladingsmodule voor het transport van goederen volgens de vinding, waarbij de beladingsmodule omvattende: — een gestel voorzien van: — een draagvlak voorzien van een aantal openingen; — een eerste rij van rolelementen voorzien van een rotatie-as; en — een boven de eerste rij van rolelementen gelegen tweede rij van rolelementen, voorzien van een rotatie-as, en waarbij de rotatie-assen van de tweede rij in hoofdzaak zijn gelegen op een grotere afstand van een ondergrond in vergelijking met de rotatie-assen van de eerste rij, en waarbij de twee rij van rolelementen in een eerste transporttoestand in hoofdzaak ligt onder het draagvlak en in een tweede oppak- of neerzettoestand ten minste gedeeltelijk steken met een contactvlak door de openingen in het draagvlak; en — een in het gestel aangebracht pneumatisch en/of hydraulisch hefelement ingericht voor het schakelen van de beladingsmodule tussen een eerste transporttoestand en een tweede oppak- of neerzettoestand, waarbij het hefelement een slangvormig element omvat.
Door het gestel van de beladingsmodule te voorzien van een draagvlak kunnen goederen op effectieve wijze op of boven dit draagvlak worden geplaatst. Vervolgens kunnen de goederen worden getransporteerd naar de gewenste locatie. Desgewenst kan hierbij gebruik worden gemaakt van pallets en/of zogeheten slipsheets. Ook is de beladingsmodule volgens de vinding uitermate geschikt voor het transporteren van langgoed, zoals (funderings)palen en dergelijke.
Door het voorzien van een eerste rij van rolelementen kan de module worden verplaatst over een ondergrond. De rolelementen worden bijvoorbeeld gevormd door tonnen, kegels, kogels, wielen, banden en dergelijke. Door het voorzien van een rij van rolelementen wordt bewerkstelligd dat de last van de lading wordt verdeeld over een relatief groot aantal rolelementen en een relatief groot oppervlak. Dit heeft als voordeel dat de puntbelasting op een ondergrond relatief beperkt is in vergelijking tot conventionele systemen. Door verder de rij van rolelementen zich uit te laten strekken over een groot deel van de lengte van de beladingsmodule wordt verder een stabiele positie van het draagvlak tijdens verplaatsing van de beladingsmodule bewerkstelligd. Gaten, kieren, sleuven hebben immers slechts beperkt invloed op enkele van de aanwezige rolelementen in deze eerste rij, waardoor de stabiliteit van de lading op het draagvlak behouden blijft.
Door het voorzien van een tweede rij van rolelementen, waarbij de rotatie-assen van deze rolelementen liggen op cen grotere afstand van de ondergrond, dat wil zeggen in de praktijk hoger, dan de rotatie-assen van de eerste rij van rolelementen, kan een lading op effectieve wijze op het draagvlak worden geplaatst dan wel daar vanaf worden gehaald en op de gewenste locatie worden neergezet. Dit wordt gerealiseerd door gebruik te maken van een pneumatisch en/of hydraulisch hefelement dat is ingericht voor het schakelen tussen de eerste transporttoestand en de tweede oppak- of neerzet toestand.
In de transporttoestand zorgt het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement ervoor dat de tweede rij van rolelementen niet in contact is met de lading op het draagvlak. Dat wil zeggen dat de rolelementen in deze toestand niet steken door openingen in het draagvlak. Derhalve blijft de lading stabiel op dezelfde positie op het draagvlak en kan de beladingmodule volgens de vinding worden verplaatst naar een gewenste locatie.
Door met behulp van het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement de beladingsmodule volgens de vinding over te brengen vanuit de transporttoestand naar de tweede oppak-of neerzettoestand kan lading op effectieve wijze worden neergezet. Dit wordt bewerkstelligd doordat in deze toestand de rolelementen uit de tweede rij van rolelementen ten minste gedeeltelijk steken door de openingen in het draagvlak en daarmee direct of indirect in contact zijn met de lading die daarop is gepositioneerd. Hiermee is het mogelijk de lading te verplaatsen over het draagvlak. Doordat in deze oppak- of neerzettoestand bij voorkeur de rolelementen uit de tweede rij in een rollend contact zijn met de rolelementen uit de eerste rij wordt bewerkstelligd dat bij een verplaatsing van de beladingmodule over de ondergrond de lading ten opzichte van deze ondergrond op nagenoeg dezelfde positie blijft, terwijl de beladingsmodule wordt verplaatst. Immers, de rolelementen uit de eerste rij bewegen over het grondvlak. Doordat de rolelementen uit de tweede rij van rolelement in rollend contact zijn met de eerste rolelementen zullen deze mee roteren in de andere richting. Daardoor zal de lading op nagenoeg dezelfde positie blijven ten opzichte van de ondergrond terwijl het draagvlak als het ware wordt bewogen onder de lading door. Dit is met name voordelig bij het oppakken en/of neerzetten van lading met behulp van een beladingsmodule volgens de vinding. Een bijkomend voordeel is dat de beladingsmodule kan worden toegepast zonder dat aanpassing van bijvoorbeeld het dok vereist is. Zo hoeft bijvoorbeeld geen rails in een ondergrond aangebracht te worden.
De rolelementen zijn bij voorkeur vervaardigd van materiaal met een hoge wrijvings coefficient, zoals polyurethaan, rubber en dergelijke. Het zal duidelijk zijn dat ook toepassing van andere materialen tot de mogelijkheden behoort.
Het hefelement is in een beladingsmodule volgens de vinding uitgevoerd als cen pneumatisch en/of hydraulisch hefelement. Een pneumatisch hefelement is veelal kosteneffectief uit te voeren in vergelijking tot andere hefsystemen en bijkomend betrouwbaar. Bijkomend is pneumatiek veelal beschikbaar, bijvoorbeeld in de vorm van een persluchtsysteem. Verder bijkomend is een dergelijk pneumatisch hefsysteem in de praktijk robuust en wordt de druk in het systeem in hoofdzaak homogeen verdeeld. Dit betekent bijvoorbeeld dat een gelijkmatige hef- of daalbeweging met behulp van het pneumatisch hefelement realiseerbaar is. Het is hierbij gebleken dat in de praktijk een (werk)druk in het bereik van 1 - 10 bar tot een effectieve uitvoeringsvorm voor de pneumatische beladingsmodule leidt, waarbij bij voorkeur een druk wordt gehanteerd in het bereik van 1,5 - 4 bar, en de druk met de meeste voorkeur zo'n 2 bar bedraagt. Als alternatief, of aanvullend, kan het hefelement als een hydraulisch element worden voorzien dat met een vloeistof wordt gevuld. Een dergelijke vloeistof kan water, olie of een andere geschikte vloeistof betreffen.
Een verder bijkomend voordeel van het gebruik van een, momenteel geprefereerd, pneumatisch hefelement is dat dit een relatief schoon onderdeel is in vergelijking met bij voorbeeld een hydraulisch element. Dat maakt onderhoud eenvoudiger.
Met behulp van de beladingsmodule volgens de vinding wordt bewerkstelligd dat een groot deel van de lading, of zelfs de gehele lading, in één keer gepositioneerd kan worden in een container en/of andere laadruimte. Dit reduceert het aantal bewegingen dat tijdens het beladen of uitladen gemaakt hoeft te worden. Het zal duidelijk zijn dat dit de effectiviteit van het beladingsproces en daarmee van het algehele transport sterk verbeterd. Tevens wordt de veiligheid tijdens het beladen verbeterd. Hiermee wordt schade aan goederen en/of personen vermeden.
Bijkomend behoort het in een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm tot de mogelijkheden de beladingsmodule volgens de vinding met lading en al mee te sturen op transport. Hiermee wordt ook het uitladen van een container en/of vrachtruimte vereenvoudigd. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke optie met name interessant is indien sprake is van vaste goederenstromen waarbij bij voorkeur ook sprake is van retourstromen zodat beladingsmodules volgens de vinding op effectieve wijze kunnen worden ingezet.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm volgens de vinding zorgt het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement voor beweging van het draagvlak in hoofdzaak in een verticale richting ten opzichte van de tweede rij van rolelementen. Dit maakt een betrekkelijk eenvoudig systeem voor de beladingsmodule volgens de vinding mogelijk. In een dergelijke uitvoeringsvorm gaat bij het activeren van het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement de module over naar de eerste transporttoestand en wordt in een dergelijke geprefereerde uitvoeringsvorm het draagvlak opgetild, zodanig dat de rolelementen uit de tweede rij van rolelementen niet langer steken door de openingen in het draagvlak. De tweede rij van rolelementen blijven in deze toestand in hoofdzaak in contact met rolelementen uit de eerste rij van IO rolelementen, echter, zonder effect te hebben op de positie van de lading ten opzichte van het draagvlak. Dit heeft als voordeel dat de rotatie-assen van alle rolelementen vast gemonteerd kan worden en dat in deze uitvoeringsvorm enkel het draagvlak in (hoogte) positie varieert ten gevolge van het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement.
Volgens de vinding omvat het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement een slang. Door het uitvoeren van het hefelement, ten minste voor een deel, als een slang kan deze op effectieve wijze worden verwerkt in de beladingsmodule volgens de vinding. Bij voorkeur strekt de slang zich daarbij uit over in hoofdzaak de gehele lengte van de beladingsmodule. Hiermee is het mogelijk een homogene hefbeweging en ook een homogene daalbeweging van het draagvlak ten opzichte van de rolelementen te realiseren. Desgewenst behoort het volgens de vinding tot de mogelijkheden meer dan één slang te voorzien.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is de slang een type brandslang van bijvoorbeeld een canvas of kunststof materiaal met een diameter tussen de 30 en 110 mm, bij voorkeur zo'n 30 tot 52 mm, zodanig dat bij het activeren van het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement het draagvlak over een afstand van zo'n 2-3 cm in opwaartse richting wordt verplaatst.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is de slang zo'n 2,5 cm hoog na activeren daarvan met bijvoorbeeld perslucht, en is in een niet geactiveerde toestand zo'n 70 mm breed en 5 mm hoog. Hierbij geldt dat andere afmetingen en/of aantal slangen mogelijk zijn mede afhankelijk van de specificaties voor de beladingsmodule.
Bij voorkeur wordt ten minste één slang voorzien die zich bij voorkeur uitstrekt in lengterichting van de beladingsmodule volgens de vinding. In alternatieve uitvoeringsvormen zijn meerdere slangen gebruikt die bij voorbeeld parallel liggen of een andersoortig patroon volgen. Ook behoort het tot de mogelijkheden een soort matraselement te voorzien waarmee een groter contactvlak wordt verkregen. Het zal duidelijk zijn dat de keuze voor de vorm en uitvoering van het pneumatisch en/of hydraulisch hefelement onder meer samenhangt met de eigenschappen van de te verplaatsen lading en/of de specificaties van de beladingsmodule volgens de vinding.
Een bijkomend voordeel van het gebruik van een pneumatisch en/of hydraulisch hefelement is dat als bijkomend effect een dempend/afwerend effect voor de lading op het draagvlak wordt verkregen. Zo zullen bijvoorbeeld oneffenheden in de ondergrond in mindere mate doorwerken op de lading die is geplaatst op het draagvlak. Hierdoor wordt schade aan de 5 lading zoveel mogelijk vermeden en wordt tevens het risico op het van het draagvlak vallen van de lading gereduceerd.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is het draagvlak mgericht om opwaarts en/of neerwaarts te bewegen als functie van de (momenteel geprefereerde pneumatische) hefmiddelen.
Tijdens het bewegen van het draagvlak wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een geleider of meerdere geleiders om het draagvlak eenduidig in een in hoofdzaak verticale richting te geleiden tijdens het heffen en/of dalen daarvan.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de beladingsmodule verder een pneumatische koppeling ingericht voor het koppelen van een persluchtbron aan het pneumatische hefelement.
Door het voorzien van een pneumatische koppeling kan het pneumatisch hefelement op effectieve wijze worden gekoppeld aan een bron. Een dergelijke bron is bijvoorbeeld een (aanwezige) persluchtleiding, of een andere bron, waaronder een handpomp, voetpomp of ander pompsysteem. Op deze wijze kan het pneumatisch hefelement op effectieve wijze worden opgeblazen om daarmee in het bijzonder het draagvlak te bewegen ten opzichte van de rolelementen.
De vinding heeft voorts betrekking op een beladingssysteem omvattende één of meer beladingsmodules in een uitvoeringsvorm volgens de vinding, en één of meer (momenteel geprefereerde pneumatische) voorste modules, Een dergelijk beladingssysteem verschaft soortgelijke voordelen en effecten als beschreven voor de beladingsmodule. Een dergelijke voorste module is in hoofdzaak op gelijksoortige wijze uitgevoerd als de beladingsmodule. Bij voorkeur is de voorste module aan de voorzijde voorzien van een neuselement. Voorts is de voorste module bij voorkeur voorzien van een naar de voorzijde toe afnemende hoogte, zodanig dat de voorste module onder een lading gestoken kan worden en/of lading eenvoudiger neer kan zetten.
In het bijzonder kan in het beladingssysteem de gewenste maatvoering worden afgestemd op bijvoorbeeld een containermaat, zoals een 20 ft container, waarbij bij voorbeeld twee beladingsmodules in lengte achter elkaar worden gepositioneerd met twee of vier sporen/rijen naast elkaar. Het zal duidelijk zijn dat andere configuraties voor het beladingssysteem volgens de vinding eveneens tot de mogelijkheden behoren. Zo kan bijvoorbeeld voor een 40 ft container gebruik worden gemaakt van een viertal modules die in lengterichting achter elkaar worden geplaatst en gebruik worden gemaakt van meer dan 3 naast elkaar gepositioneerde sporen. Op deze wijze kan een dergelijke container in een enkele gang worden beladen. Op soortgelijke wijze, kunnen ook andere laadruimtes, zoals van trucks, worden beladen.
In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het beladingssysteem een aantal afstandhouders voor het verbinden van, in de gangbare rijrichting gezien, naast elkaar gepositioneerde beladingsmodules.
Door het voorzien van afstandhouders kunnen de afzonderlijke naast elkaar gelegen beladingsmodules van afzonderlijke zogeheten sporen op een gewenste afstand worden gebracht en daarin worden gehouden. Hiermee wordt een flexibel en robuust beladingssysteem verkregen.
Bij voorkeur zijn de afstandhouders in lengterichting instelbaar voorzien. Hiermee is het mogelijk een fijninstelling te realiseren voor de afstand tussen naastgelegen modules van het beladingssysteem. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk productietoleranties te compenseren. Een dergelijke instelbare afstandhouder maakt gebruik van een instellingsmechanisme, bijvoorbeeld door gebruik te maken van schroeven of bouten. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is het mogelijk om een afstand tot 4 cm speling te overbruggen. In de praktijk blijkt dat dit voldoende speling geeft om een gewenste fijnafstelling mogelijk te maken. Eveneens bij voorkeur is de afstandhouder voorzien van een veerelement, bij voorbeeld verwerkt in de middelen voor het instelbaar voorzien van de lengte van de afstandhouder. Door gebruik van het veerelement wordt een minder star/stijve constructie voor het beladingssysteem volgens de vinding gekregen. Dit is met name voordelig indien sprake is van een ondergrond met enige oneffenheden.
In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het beladingssysteem een steunbalk ingericht voor het in positie houden van de lading bij het neerzetten daarvan.
Bij het neerzetten van een lading, ofwel het ontladen, blijkt in de praktijk dat deze lading tijdens het neerzetten enigszins scheef kan gaan hangen, Hierdoor ontstaat ruimteftussenafstand tussen naastgelegen pallets die zijn geplaatst in een container of andere laadruimte. Dit is veelal ongewenst. Door gebruik te maken van een additionele steunbalk die direct achter de lading op het beladingssysteem volgens een uitvoeringsvorm van de vinding is aangebracht, wordt bewerkstelligd dat de pallet hiermee in voldoende mate wordt geduwd vanaf de beladingsmodule(s) en tussenruimte tussen de achter elkaar geplaatste pallets beperkt blijft. Door te voorkomen, of ten minste te reduceren, dat er kieren tussen de afzonderlijke pallets ontstaan bij het afzetten in de trailer/container kan een laadruimte op effectieve wijze worden beladen.
Als alternatief voor genoemde steunbalk, of in aanvulling op genoemde steunbalk, kan naast de aandrijving via het dubbele rollensysteem de lading daarnaast aan de achterzijde nog extra worden tegengehouden door een soort, aan de grond vastgezette, stang/slagboom achter de lading langs te zetten nadat de het beladingssysteem in de laadruimte van bijvoorbeeld een trailer/container staat en daarna de unit achteruit te rijden waarbij de stang/slagboom de pallets tegenhoudt. Ook behoort het tot de mogelijkheden een gewicht op wielen achter de lading te laten meerijden en wanneer de lading in de trailer/container staat het gewicht ‘op de rem te zetten’ zodat dit de lading tegen houdt wanneer de unit er onderuit getrokken wordt. Eveneens behoort het tot de mogelijkheden om een duwketting met motoraandrijving, gemonteerd aan de achterzijde van het beladingssysteem, te gebruiken om de lading aan te duwen terwijl het systeem achteruit uit de trailer/container wordt getrokken. De ketting duwt daaarbij in hoofdzaak in een horizontale richting tegen de pallets aan.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het beladingssysteem een draagplaat die is ingericht om aangebracht te worden tussen de lading en het draagvlak.
Door het voorzien van een separate draagplaat wordt enerzijds het gewicht van de lading nog beter verdeeld over het gehele draagvlak van het beladingssysteem en wordt anderzijds cen goede aangrijping van de rolelementen uit de tweede rij van rolelementen op de lading verschaft. Hierdoor ontstaat een robuust en goed werkend systeem. Een bijkomend voordeel van gebruik van dergelijke draagplaat is dat ook bij het neerzetten van de lading het hiervoor besproken scheef hangen wordt tegengegaan. Hierdoor kan lading dichter op elkaar in een laadruimte worden gebracht.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het beladingssysteem voorts een automatisch beladingssysteem.
Door het voorzien van een automatisch beladingssysteem kan ladmg op een nog effectievere wijze worden aangebracht op het beladingssysteem volgens de vinding en vervolgens worden getransporteerd in de laadruimte. Een dergelijke automatisch beladingssysteem maakt bijvoorbeeld gebruik van een transportband die is opgenomen in de ondergrond.
De vinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor transport van goederen, de werkwijze omvattende de stappen: — het voorzien van een beladingsmodule en/of beladingssysteem in een uitvoeringsvorm volgens de vinding; — het oppakken van de goederen; — het verplaatsen van de goederen; en — het neerzetten van goederen.
Een dergelijke werkwijze biedt soortgelijke effecten en voordelen als beschreven voor de beladingsmodule en/of beladingssysteem. Het is met name gebleken dat een dergelijke werkwijze een efficiënt en veilig transport mogelijk maakt.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen:
— Figuur 1A een aanzicht van een beladingssysteem met beladingsmodules volgens de vinding; — Figuur 1B een aanzicht van een beladingssysteem met beladingsmodules en voorste modules; — Figuur 2 een zijaanzicht van het beladingssysteem uit figuur 1B; — Figuur 3 een detail van de afstandhouder van het beladingssysteem uit figuur 1B; — Figuur 4 een detail van de koppeling tussen twee achter elkaar geplaatste modules uit het beladingssysteem in figuren 1A en 1B; — Figuur 5A een aanzicht van een beladingsmodule uit een beladingssysteem volgens figuren 1A en 1B; — Figuur 5B een zijaanzicht van een beladingsmodule uit figuur SA; — Figuur 5C een doorsnede van de beladingsmodule uit figuur SA; — Figuur 5D een geëxplodeerde weergave van de beladingsmodule uit figuur SA; — Figuren 6A-D aanzichten van een (pneumatische) voorste module uit het beladingssysteem van figuren IA en 1B; en — Figuren 7A en B tonen het werkingsprincipe van de rijen met rolelementen in de beladingssystemen uit figuren 1A en 1B. Beladingssysteem 2 (figuur 1A) is samengesteld uit een aantal beladingsmodules 4, bij voorkeur in combinatie met (pneumatische) voorste modules 6. Er is een aangrijping 8 voorzien waarmee een heftruck, agv, of ander voertuig beladingssysteem 2 kan transporteren. Desgewenst behoort het ook tot de mogelijkheden een aandrijving direct te voorzien aan beladingssysteem 2. Voorts is beladingssysteem 2 voorzien van duwplaat of dawbalk 10 die optioneel beweegbaar is in richting A over beladingssysteem 2.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn vier sporen naast elkaar voorzien die onderling zijn verbonden met afstandshouders 16. Beladingssysteem 2 strekt zich in lengterichting uit over afstand L en in breedterichting over afstand B. Afstandhouders 16 verbinden twee naastgelegen sporen 12, 14 (figuur 1B). In de getoonde uitvoeringsvorm is afstandhouder 16 ingericht voor het op een onderlinge afstand houden van sporen 12, 14, waarbij de tussenruimte bij voorbeeld ligt in het bereik van 300 - 750 mm, bij voorkeur in het bereik van 400 - 550 mm.
Afstandshouder 16 is in de getoonde uitvoeringsvorm via boutconstructie 18 verbonden met beladingsmodule 4. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt hierbij bij voorkeur gebruik gemaakt van veerelement 20, drukring 22 en contactelementen 24 van module 4 (Figuur 3).
Eerste Tij 26 van rolelementen 28 is in gebruik in contact met een ondergrond. Daar geheel of gedeeltelijk boven gepositioneerd ligt tweede rij 30 van rolelementen 32 (figuur 2). Rolelementen 32 van tweede rij 30 kunnen in de oppak- of neerzettoestand geheel of gedeeltelijk steken door opening 34 aangebracht in draagvlak 36. In de getoonde uitvoeringsvorm is voorste module 6 voorzien van een afnemende dikte gezien in de richting naar de voorzijde van beladingssysteem 2, waarbij aan de voorzijde neuselement 38 is aangebracht. Modules 4,6 zijn in lengterichting L van beladingssysteem 2 onderling gekoppeld met behulp van koppeling 40.
Koppeling 40 (figuur 4) is een type pen-gat verbinding met opening 42, verbindingsblok 44, pennen 46, 48 en spanbussen 50,52. Draagvlak 36 wordt aan de bovenzijde gevormd door vlak 36a en is in de getoonde uitvoeringsvorm aan de zijkanten voorzien van omgezette randen 36b, 36c.
Beladingsmodule 4 (figuur SA-D) is voorzien van ruimte 54 tussen de naast elkaar gelegen rijen van rolelementen 32 van module 4,6 waarin een (momenteel geprefereerd pneumatisch) hefelement in de vorm van slang 56 plaatsbaar is. Rolelementen 28, 32 zijn met behulp van rotatieas 58 aangebracht in module 4. In de getoonde uitvoeringsvorm is voorts sluitplaat 60 voorzien voor het onderling fixeren van de onderdelen van module 4.
Voorste module 6 (figuren 6A-D) is op soortgelijke wijze opgebouwd, waarbij rolelementen 28, 33 in de getoonde uitvoeringsvorm afnemen in diameter in de richting van neuselement 38 om daarmee makkelijker onder de lading te kunnen steken. Deze afname in diameter van rolelementen 28, 32 kan met een continu verloop worden voorzien, of stapsgewijs om het aantal variaties in diameters van rolelementen te beperken.
Rolelementen 28, 32 (Figuur 7A-B) zijn in de getoonde uitvoeringsvorm vast aangebracht voorzien, en zijn in zowel de eerste transporttoestand als het tweede oppak- of neerzettoestand met elkaar in contact met contactvlakken 66. Eerste rolelementen 28 bewegen tijdens verplaatsing van beladingssysteem 2 over ondergrond 64, terwijl rolelementen 32 uit de tweede rij 30 in de oppak- of neerzettoestand in contact zijn met lading 62 doordat deze rolelementen 32 gedeeltelijk uitsteken boven draagvlak 36 door openingen 34 daarin, Optioneel is additioneel draagplaat 67 voorzien tussen lading 62 en contactvlakken 66 van rolelementen 32. Desgewenst behoort ook tot de mogelijkheden om grondvlak 64 te voorzien van optioneel transportbandsysteem 68 voor het automatisch beladen van beladingssysteem 2. Door beweging van bandsysteem 68 wordt in de tweede oppak- of neerzettoestand lading 62 verplaatst over beladingssysteem 2 terwijl deze op dezelfde ruimtelijke positie blijft.
Voor het verplaatsen van lading 62 wordt beladingssysteem 2 samengesteld uit een aantal beladingsmodules 4 die aan de voorzijde van beladingssysteem 2 zijn voorzien van voorste beladingsmodules 6. Modules 4,6 worden in lengterichting onderling verbonden via koppelingen 40 en in breedterichting B met afstandshouders 16 op gewenste positie gehouden, ingeval er sprake is van meerdere sporen 12, 14.
Beladingssysteem 2 wordt tijdens gebruik met neuselement 38 gestoken onder lading 62. Door beladingssysteem 2 te brengen in de tweede oppak- of neerzettoestand door het neerlaten dan wel dalen van hefelement 56 wordt draagvlak 36 bij voorkeur maximaal neerwaarts bewogen ten opzichte van rolelementen 28, 32. Hierdoor komen contactvlakken 66 van rolelementen 32 in contact met lading 62, optioneel via draagplaat 67, en zal lading 62 niet of nagenoeg niet bewegen ten opzichte van ondergrond 64, terwijl beladingssysteem 2 wordt gestoken onder deze lading 62 door. Na positionering van lading 62 op beladingssysteem 2 wordt hefelement 56 geactiveerd. In de getoonde uitvoeringsvorm is activatie mogelijk door het aansluiten van slang 56 op persluchtkoppeling 70 (schematisch aangeduid in figuur 1A). Door het opblazen van slang 56 beweegt draagvlak 36 opwaarts ten opzichte van rolelementen 28, 32. Hierbij komt draagvlak 36 te liggen boven met contactvlak 66 van rolelementen 32 zodat deze rolelementen 32 niet langer in IO contact zijn met lading 62. In deze transporttoestand wordt lading 62 volledig gedragen door draagvlak 36. Door het verplaatsen van beladingssysteem 2 zal in deze transporttoestand ook lading 62 mee bewegen en zich derhalve verplaatsen ten opzichte van ondergrond 64. Bij het bereiken van de gewenste neerzetlocatie voor lading 62 wordt hefelement 56 gedeactiveerd, waarbij in de getoonde uitvoeringsvorm lacht wordt gedrukt uit slang 56, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het gewicht van lading 62. Hierdoor komt lading 62 te liggen op contactvlakken 66 van rolelementen 32. Hierdoor zal bij het terugtrekken van beladingssysteem 2 lading 62 in hoofdzaak op eenzelfde positie blijven ten opzichte van ondergrond 64. Hiermee kan lading 62 op de gewenste locatie worden neergezet en kan vervolgens beladingssysteem 2 worden gebruikt voor transport van andere goederen. Opgemerkt wordt dat het mogelijk is beladingssysteem 2 mee te transporteren met lading 62 om het logistieke transport verder te vereenvoudigen.
De onderhavige vinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
Claims (12)
1. Beladingsmodule voor transport van goederen, de beladingsmodule omvattende: — een gestel voorzien van: — een draagvlak voorzien van een aantal openingen; — een eerste rij van rolelementen voorzien van een rotatie-as; en — een boven de eerste rij van rolelementen gelegen tweede rij van rolelementen, voorzien van een rotatie-as, en waarbij de rotatie-assen van de tweede rij in hoofdzaak zijn gelegen op een grotere afstand van cen ondergrond in vergelijking met de rotatie-assen van de eerste rij, en waarbij de twee rij van rolelementen in een eerste transporttoestand in hoofdzaak ligt onder het draagvlak en in een tweede oppak- of neerzettoestand ten minste gedeeltelijk steken met een contactvlak door de openingen in het draagvlak; en — een in het gestel aangebracht pneumatisch en/of hydraulisch hefelement ingericht voor het schakelen van de beladingsmodule tussen een eerste transporttoestand en een tweede oppak- of neerzettoestand, waarbij het hefelement een slangvormig element omvat.
2. Beladingsmodule volgens conclusie 1, waarin het slangvormige element zich in langsrichting van de beladingsmodule uitstrekt.
3. Beladingsmodule volgens conclusie 1 of 2, waarbij het draagvlak is ingericht om opwaarts en/of neerwaarts te bewegen als functie van het hefelement.
4. Beladingsmodule volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het hefelement een pneumatisch hefelement omvat.
5. Beladingsmodule volgens conclusie 4, verder omvattende een pneumatische koppeling ingericht voor het koppelen van het pneumatisch hefelement aan een persluchtbron.
6. Beladingssysteem, omvattende één of meer beladingsmodules volgens één van de voorgaande conclusies, en één of meer voorste modules.
7. Beladingssysteem volgens conclusie 6, verder omvattende een aantal afstandhouders voor het verbinden van, in de gangbare rijrichting gezien, naast elkaar gepositioneerde beladingsmodules.
8. Beladingssysteem volgens conclusie 7, waarbij de afstandhouders in lengterichting instelbaar zijn.
9. Beladingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 6-8, verder omvattende een steunbalk ingericht voor het in positie houden van de lading bij het neerzetten daarvan.
10. Beladingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 6-9, verder omvattende een draagplaat ingericht voor het aanbrengen tussen de lading en het draagvlak.
11. Beladingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 6-10, verder omvattende een automatisch beladingssysteem.
12. Werkwijze voor transport van goederen, de werkwijze omvattende de stappen: — het voorzien van een beladingsmodule en/of beladingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies; — het oppakken van de goederen; — het verplaatsen van de goederen; en — het neerzetten van de goederen.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2023603A NL2023603B1 (nl) | 2019-08-02 | 2019-08-02 | Beladingsmodule en werkwijze voor transport van goederen |
EP20189180.1A EP3771685B1 (en) | 2019-08-02 | 2020-08-03 | Loading module and method for transport of goods |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2023603A NL2023603B1 (nl) | 2019-08-02 | 2019-08-02 | Beladingsmodule en werkwijze voor transport van goederen |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2023603B1 true NL2023603B1 (nl) | 2021-02-23 |
Family
ID=69187848
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2023603A NL2023603B1 (nl) | 2019-08-02 | 2019-08-02 | Beladingsmodule en werkwijze voor transport van goederen |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3771685B1 (nl) |
NL (1) | NL2023603B1 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3549035A (en) * | 1969-04-18 | 1970-12-22 | Donald W Soper | Fork assist |
US20040191047A1 (en) * | 2001-06-11 | 2004-09-30 | Sjoerd Meijer | Fork-lift with loading system |
US20140301815A1 (en) * | 2011-10-12 | 2014-10-09 | Gebr. Meijer St. Jabik B.V. | Stacker and Method for Displacing Goods |
US20160264385A1 (en) * | 2015-03-10 | 2016-09-15 | Roy C. Burrow | Convertible pallet jack with rollers |
AU2017358322A1 (en) * | 2016-11-11 | 2019-06-13 | Dissing A/S | A device for positioning an object relatively to a support by inflatable air cushion members, a method of operating the device, and a method for moving an object |
-
2019
- 2019-08-02 NL NL2023603A patent/NL2023603B1/nl active
-
2020
- 2020-08-03 EP EP20189180.1A patent/EP3771685B1/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3549035A (en) * | 1969-04-18 | 1970-12-22 | Donald W Soper | Fork assist |
US20040191047A1 (en) * | 2001-06-11 | 2004-09-30 | Sjoerd Meijer | Fork-lift with loading system |
US20140301815A1 (en) * | 2011-10-12 | 2014-10-09 | Gebr. Meijer St. Jabik B.V. | Stacker and Method for Displacing Goods |
US20160264385A1 (en) * | 2015-03-10 | 2016-09-15 | Roy C. Burrow | Convertible pallet jack with rollers |
AU2017358322A1 (en) * | 2016-11-11 | 2019-06-13 | Dissing A/S | A device for positioning an object relatively to a support by inflatable air cushion members, a method of operating the device, and a method for moving an object |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3771685B1 (en) | 2023-05-03 |
EP3771685A1 (en) | 2021-02-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6866139B1 (en) | Conveyor system load transfer devices | |
US11440752B2 (en) | Vehicle loading system | |
EP1963217B1 (en) | Transfer plate and method for loading a cargo space | |
NL8000739A (nl) | Goederentransporteur met lastoverlaadmechanisme. | |
US7438515B2 (en) | Container dump truck and oblique transfer system | |
US20050042068A1 (en) | Forklift with stabilizing forks | |
CN1780748A (zh) | 用于相对于运输车辆装卸存储容器的装置以及相关的系统和方法 | |
NL8700453A (nl) | Laadvloer van een vrachtvoertuig. | |
US20100061834A1 (en) | Platform for carrying and transporting loads with an unrollable floor, and transport device with a platform of this type | |
US8287223B2 (en) | Track follower for a vehicle restraint | |
US6368042B1 (en) | Vehicle loading and unloading system | |
US6966416B2 (en) | Conveyor system | |
US20050244256A1 (en) | Container dump truck and oblique transfer system | |
CN112299065A (zh) | 整车装车系统 | |
US20070020073A1 (en) | System, method and apparatus for loading tractor trailers | |
NL2023603B1 (nl) | Beladingsmodule en werkwijze voor transport van goederen | |
EP0276851A2 (en) | Modular aircraft loader | |
AU2054899A (en) | Loading and unloading system for cargo trucks, their trailers, transport containers and the like | |
EP0000321B1 (en) | Load handling apparatus for loading and unloading of transport vehicles | |
CA2665587A1 (en) | Transport trailer and method | |
EP1028085B1 (en) | Storage area loading and unloading system | |
US5094341A (en) | Apparatus to facilitate movement of objects over a surface | |
US20200223348A1 (en) | Chain Rail Conveyor with Lift Gate | |
JP2934591B2 (ja) | 搬送装置 | |
US20230192425A1 (en) | Apparatus and method for unloading and loading a transport unit |