NL2022010B1 - Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting - Google Patents

Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting Download PDF

Info

Publication number
NL2022010B1
NL2022010B1 NL2022010A NL2022010A NL2022010B1 NL 2022010 B1 NL2022010 B1 NL 2022010B1 NL 2022010 A NL2022010 A NL 2022010A NL 2022010 A NL2022010 A NL 2022010A NL 2022010 B1 NL2022010 B1 NL 2022010B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
section
flue gas
tray
fryer
Prior art date
Application number
NL2022010A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2022010B9 (nl
Inventor
Wessel Van Den Bosch Petrus
Original Assignee
D N A Machb B V
Wessel Van Den Bosch Petrus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by D N A Machb B V, Wessel Van Den Bosch Petrus filed Critical D N A Machb B V
Priority to NL2022010A priority Critical patent/NL2022010B9/nl
Priority to PCT/NL2019/050739 priority patent/WO2020101487A1/en
Priority to ES19817431T priority patent/ES2930802T3/es
Priority to EP19817431.0A priority patent/EP3880045B1/en
Priority to PL19817431.0T priority patent/PL3880045T3/pl
Priority to EP22191926.9A priority patent/EP4133976A1/en
Priority to US17/294,160 priority patent/US20220007891A1/en
Publication of NL2022010B1 publication Critical patent/NL2022010B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2022010B9 publication Critical patent/NL2022010B9/nl

Links

Classifications

    • A—HUMAN NECESSITIES
    • A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47J—KITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J37/00—Baking; Roasting; Grilling; Frying
    • A47J37/12—Deep fat fryers, e.g. for frying fish or chips
    • A47J37/1242—Deep fat fryers, e.g. for frying fish or chips heated with burners
    • A47J37/1247—Details of the burners; Details of the channels for guiding the combustion gases
    • A—HUMAN NECESSITIES
    • A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23L—FOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L5/00—Preparation or treatment of foods or foodstuffs, in general; Food or foodstuffs obtained thereby; Materials therefor
    • A23L5/10—General methods of cooking foods, e.g. by roasting or frying
    • A23L5/11—General methods of cooking foods, e.g. by roasting or frying using oil
    • A—HUMAN NECESSITIES
    • A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47J—KITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J37/00—Baking; Roasting; Grilling; Frying
    • A47J37/12—Deep fat fryers, e.g. for frying fish or chips
    • A47J37/1276—Constructional details
    • A47J37/129—Frying vessels
    • F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23M—CASINGS, LININGS, WALLS OR DOORS SPECIALLY ADAPTED FOR COMBUSTION CHAMBERS, e.g. FIREBRIDGES; DEVICES FOR DEFLECTING AIR, FLAMES OR COMBUSTION PRODUCTS IN COMBUSTION CHAMBERS; SAFETY ARRANGEMENTS SPECIALLY ADAPTED FOR COMBUSTION APPARATUS; DETAILS OF COMBUSTION CHAMBERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F23M9/00—Baffles or deflectors for air or combustion products; Flame shields
    • F23M9/10—Baffles or deflectors formed as tubes, e.g. in water-tube boilers
    • F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23M—CASINGS, LININGS, WALLS OR DOORS SPECIALLY ADAPTED FOR COMBUSTION CHAMBERS, e.g. FIREBRIDGES; DEVICES FOR DEFLECTING AIR, FLAMES OR COMBUSTION PRODUCTS IN COMBUSTION CHAMBERS; SAFETY ARRANGEMENTS SPECIALLY ADAPTED FOR COMBUSTION APPARATUS; DETAILS OF COMBUSTION CHAMBERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F23M2900/00—Special features of, or arrangements for combustion chambers
    • F23M2900/05005—Sealing means between wall tiles or panels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Frying-Pans Or Fryers (AREA)
  • General Preparation And Processing Of Foods (AREA)

Abstract

Werkwijze en een frituur—inrichting voor het frituren van een voedselproduct in een frituur—inrichting, waarbij de frituur—inrichting een bak voor vet omvat. Voor het verkleinen van de kans op beschadiging van de frituur—inrichting door het frituren en het vergroten van de beschikbaarheid omvat wordt gebruik gemaakt van een frituur—inrichting welke een en waarbij de leidingsectie voor heet rookgas omvat die in het lumen van de bak steekt maar niet met een tegenoverliggende wand is verbonden. De leidingsectie omvat — een veelheid van aanvoerleidingen voor het relatief hete rookgas, en — ten minste een afvoerleiding voor het relatief koude rookgas afkomstig van de veelheid van aanvoerleidingen.

Description

Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het frituren van een voedselproduct in een frituur-inrichting, waarbij de frituur-inrichting
- is ingericht voor het met rookgas verwarmen van vet, en
- een bak omvat, welke bak wandsecties omvat, welke wandsecties ten minste
- een bodemwand,
- een voorwand,
- een achterwand,
- twee opstaande langswanden die de genoemde voorwand en achterwand met elkaar verbinden, omvatten, en de wandsecties een lumen van de bak definiëren; waarbij de bak een vet bevat; en waarbij teneinde het voedselproduct te frituren het vet onder gebruikmaking van een brander wordt verhit, en het voedselproduct in het verhitte vet wordt gefrituurd.
Een dergelijke werkwijze is in het vak algemeen bekend voor het maken van frites, snacks en dergelijke. Tijdens het frituren moet warmte worden toegevoerd. Ten eerste om de temperatuur van het voedselproduct dat veelal uit de koeling komt of op kamertemperatuur is te verhogen. Ten tweede omdat tijdens het frituren waterdamp uit het voedselproduct ontwijkt, hetgeen veel energie kost.
Bij het frituren wordt gebruik gemaakt van een bak met vet. De bak wordt gebruikelijk aan de onderzijde met een brander verhit waarbij de verbrandingsgassen van een eerste zijde van de bak langs de onderzijde van de bak naar een tegenoverliggende tweede zijde van de bak stromen voor het afgeven van warmte aan de bak en daarmee aan het vet. Een probleem is dat de temperatuur van de bodem van de bak zo heet kan worden dat kruimels of dergelijke van het voedselproduct die op de bodem komen daar pyrolyseren en schadelijke stoffen vormen die in het voedselproduct terecht kunnen komen.
Er is een frituur-inrichting bekend welke een tweetal kanalen omvat, welke kanalen een eerste opstaande wand en een tegenover gelegen tweede opstaande wand verbinden en aan de tweede opstaande wand met elkaar in verbinding staan. Hierbij stromen verbrandingsgassen nadat deze langs de bodem zijn gegaan vanaf de eerste opstaande wand via een eerste kanaal naar de tweede opstaande wand en vanaf de tweede opstaande wand via het tweede kanaal weer terug naar de eerste opstaande wand waar de verbrandingsgassen worden afgevoerd. Het vergrote warmtewisselende oppervlak zorgt ervoor dat het warmteverschil tussen de warmte-toevoerende oppervlakken en het vet kleiner kan zijn, waardoor de kans op pyrolyse van vet en/of voedseldeeltjes afkomstig van het te frituren voedsel wordt verkleind.
Een probleem bij de bekende frituur-inrichting is dat in geval een reparatie nodig is, bijvoorbeeld door scheurvorming, deze zeer tijdrovend is. Dit betekent dat de bedrijfstijd geringer is en er dus ook omzet-verlies is.
De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen waarmee doelmatig kan worden gefrituurd maar welke werkwijze sparend werkt voor de frituur-inrichting.
Hiertoe wordt een werkwijze volgens de aanhef gekenmerkt doordat de bak een hoofdwandsectie omvat gekozen uit
- de bodemwand,
- de voorwand, ~ de achterwand, en
- een opstaande langswand;
de frituur-inrichting een verwarmingssectie omvat, waarbij de verwarmingssectie
- een wandeenheid, en
- een leidingsectie, omvat;
waarbij de wandeenheid een inlaat voor relatief heet rookgas en een uitlaat voor relatief koud rookgas omvat, en de leidingsectie vanaf de hoofdwandsectie in het lumen steekt en niet star met de overige wandsecties is verbonden;
en waarbij de leidingsectie die in het lumen van de bak steekt
- ten minste een aanvoerleiding voor het relatief hete rookgas, en
- ten minste een afvoerleiding voor het relatief koude rookgas afkomstig van de ten minste ene aanvoerleiding, omvat;
waarbij voor het verhitten van het vet heet rookgas via de inlaat van de wandeenheid door de leidingsectie en via de uitlaat van de wandeenheid wordt afgevoerd.
Door te frituren onder gebruikmaking van een dergelijke frituur-inrichting wordt de kans op schade aan de frituur-inrichting door het frituren beperkt en wordt een verbeterde beschikbaarheid bereikt aangezien de frituur-inrichting minder snel stuk gaat door dagelijks wisselende temperaturen.
Vlamcontact met de bak en dus plaatselijk zeer hoge temperaturen die kunnen leiden tot pyrolyse kunnen doelmatig worden vermeden. Verder kan met een vergroot warmtewisselend oppervlak worden gewerkt zonder dat dit ten koste gaat van het kunnen reinigen van de binnenzijde van het oppervlak van de bak. Daarmee kan het vet snel worden opgewarmd en gaat dit lang mee, ook omdat pyrolyse doelmatig wordt beperkt.
De warmtewisselende oppervlakte van de verwarmingssectie is bij voorkeur ten minste net zo groot als de opppervlakte van de bodemsectie, met voordeel ten minste 2 keer zo groot en met meer voordeel ten minste 3 keer zo groot.
Bij voorkeur is de leidingsectie in het geheel niet met de overige wandsecties verbonden en met de meeste voorkeur daarmee ook niet in contact. In dat geval heeft de wandeenheid (en meer specifiek de leidingsectie) een vrij distaai uiteinde.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdwandsectie is gekozen uit
- de bodemwand,
- de voorwand, en
- een opstaande langswand.
Deze hebben een betere toegankelijkheid dan de achterwand, waardoor het vervangen gemakkelijker is. De hoofdwandsectie is bij voorkeur de voorwand. Aldus wordt een optimale bereikbaarheid verschaft en kan de down-time in geval van een reparatie worden beperkt.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het totaal van de doorstroombare oppervlakten van de aanvoerleidingen groter is dan de totale doorstroombare oppervlakte van de ten minste ene afvoerleiding.
Een leiding voor rookgas heeft een inwendige doorsnede en het oppervlakte daarvan is de doorstroombare oppervlakte van de leiding. Bij deze gunstige uitvoeringsvorm stroomt het hete rookgas relatief langzaam door de aanvoerleidingen en kan het warmte goed afgeven. Nadat het is afgekoeld stroomt het relatief snel door de afvoerleiding om te worden afgevoerd, gebruikelijk aan een rookkanaal.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de verwarmingssectie de vorm heeft van een verwarmingsmodule welke losneembaar aan de hoofdwandsectie bevestigd is.
Indien warmte-wisselende oppervlak van de verwarmingssectie een scheurtje vertoont of moet worden schoongemaakt, kan het vet uit de bak worden verwijderd en vervolgens de verwarmingssectie snel en gemakkelijk worden uitgenomen. De verwarmingssectie kan desgewenst worden vervangen door een andere verwarmingssectie waardoor de frituur-inrichting direct weer in bedrijf kan worden genomen.
De verwarmingsmodule kan bijvoorbeeld over de rand van de bak worden gehangen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdwandsectie een doorgaande opening omvat en de doorgaande opening van de hoofdwandsectie met de wandeenheid is afgesloten.
Aldus wordt het inbrengen van een korf met frites of ander te frituren product niet gehinderd.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat tussen de wand en de verwarmingssectie een pakking is verschaft.
De pakking omvat gebruikelijk een temperatuur-bestendig en bij voorkeur veerkrachtig materiaal.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de pakking een pakking is welke grafiet omvat.
Gevonden is dat deze goed functioneert bij de wisselende temperatuur-omstandigheden die dagelijks optreden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de frituur-inrichting een verdere inlaat en een verdere uitlaat bevat voor het aan de buitenzijde van een wandsectie leiden van rookgas, welke verdere inlaat is voorzien van een eerste aansluitelement en de afvoer van de verwarmingssectie is voorzien van een tweede aansluitelement voor het losneembaar aansluiten van de uitlaat van de wandeenheid op het eerste aansluitelement.
Aldus kan een energiebesparing worden bereikt.
Deze gunstige uitvoeringsvorm maakt het ook mogelijk om het rookgas aan de achterzijde of zijkant van de frituur-inrichting af te voeren, zoals in de praktijk gebruikelijk is.
Met voordeel omvat de frituur-inrichting een dubbele wand, en biedt de verdere inlaat toegang voor rookgas tot de ruimte tussen de dubbele wand en de wandssectie.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat ten minste een aanvoerleiding van een veelheid van aanvoerleidingen is voorzien van een veelheid van dwars op de lengterichting van de aanvoerleiding verschafte kanalen, welke kanalen
- zich uitstrekken van de buitenwand van de aanvoerleiding via het inwendige van de aanvoerleiding naar een tegenover gelegen deel van de buitenwand van de aanvoerleiding
- een relatief laag gelegen eerste uiteinde en een relatief hoog gelegen tweede uiteinde omvatten voor het kunnen laten passeren van vet uit het lumen door het kanaal.
De kanalen vergroten het warmtewisselende oppervlak en door rookgas verhit vet zal in de kanalen opstijgen en aldus een gelijkmatige en snelle opwarming mogelijk maken.
Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een frituur-inrichting, waarbij de frituur-inrichting is ingericht voor het met rookgas verwarmen van vet en een bak omvat, welke bak wandsecties omvat, welke wandsecties ten minste
- een bodemwand,
- een voorwand,
- een achterwand,
- twee opstaande langswanden die de genoemde voorwand en achterwand met elkaar verbinden, omvatten, en de wandsecties een lumen van de bak definiëren.
Een probleem bij de bekende frituur-inrichting is dat in geval een reparatie nodig is, bijvoorbeeld door scheurvorming, deze zeer tijdrovend is. Dit betekent dat de bedrijfstijd minder is en er dus ook omzet-verlies is.
De onderhavige uitvinding beoogt een frituur-inrichting te verschaffen met een verbeterde beschikbaarheid.
Hiertoe wordt een frituur-inrichting volgens de aanhef gekenmerkt doordat de bak een hoofdwandsectie omvat gekozen uit
- de bodemwand,
- de voorwand, en
- een opstaande langswand;
waarbij de verwarmingssectie
- een wandeenheid, en
- een leidingsectie, omvat;
waarbij de wandeenheid een inlaat voor relatief heet rookgas en een uitlaat voor relatief koud rookgas omvat, en de leidingsectie vanaf de hoofdwandsectie in het lumen steekt en niet star met de overige wandsecties is verbonden;
en waarbij de leidingsectie die in het lumen van de bak steekt
-· ten minste een aanvoerleiding voor het relatief hete rookgas, en
- ten minste een afvoerleiding voor het relatief koude rookgas afkomstig van de ten minste ene aanvoerleiding, omvat.
Aldus wordt een frituur-inrichting verschaft met waarmee vet doelmatig kan worden verhit terwijl schade aan de inrichting door het frituren beperkt blijft.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdwandsectie is gekozen uit
- de bodemwand,
- de voorwand, en
- een opstaande langswand.
Deze hebben een betere toegankelijkheid dan de achterwand, waardoor het vervangen gemakkelijker is. De hoofdwandsectie is bij voorkeur de voorwand. Aldus wordt een optimale bereikbaarheid verschaft.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het totaal van de doorstroombare oppervlakten van de aanvoerleidingen groter is dan de doorstroombare oppervlakte van de afvoerleiding.
Een leiding voor rookgas heeft een inwendige doorsnede en het oppervlakte daarvan is de doorstroombare oppervlakte. Aldus stroomt het hete rookgas relatief langzaam door de aanvoerleidingen en kan het warmte goed afgeven. Nadat het is afgekoeld stroomt het relatief snel door de afvoerleiding om te worden afgevoerd, gebruikelijk aan een rookkanaal.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de verwarmingssectie de vorm heeft van een verwarmingsmodule welke losneembaar aan de hoofdwandsectie bevestigd is.
Indien warmte-wisselend oppervlak een scheurtje vertoont of moet worden schoongemaakt, kan het vet uit de bak worden verwijderd en vervolgens de verwarmingssectie snel en gemakkelijk worden uitgenomen. De verwarmingssectie kan desgewenst worden vervangen door een andere verwarmingssectie waardoor de frituur-inrichting direct weer in bedrijf kan worden genomen.
De verwarmingsmodule kan bijvoorbeeld over de rand van de bak worden gehangen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hoofdwandsectie een doorgaande opening omvat en de doorgaande opening van de hoofdwandsectie met de wandeenheid is afgesloten.
Aldus wordt het inbrengen van een korf met frites of ander te frituren product niet gehinderd.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een frituur-inrichting met de maatregelen van voor de werkwijze beschreven onderconclusies alleen of in elke combinatie, welke kortheidshalve niet zijn herhaald.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat tussen de wand en de verwarmingssectie een pakking is verschaft.
De pakking omvat gebruikelijk een temperatuur-bestendig en bij voorkeur veerkrachtig materiaal.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de pakking een pakking is welke grafiet omvat.
Gevonden is dat een dergelijke pakking goed functioneert bij de wisselende temperatuur-omstandigheden die dagelijks optreden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat ten minste een aanvoerleiding van een veelheid van aanvoerleidingen is voorzien van een veelheid van dwars op de lengterichting van de aanvoerleiding verschafte kanalen, welke kanalen
- zich uitstrekken van de buitenwand van de aanvoerleiding via het inwendige van de aanvoerleiding naar een tegenover gelegen deel van de buitenwand van de aanvoerleiding
- een relatief laag gelegen eerste uiteinde en een relatief hoog gelegen tweede uiteinde omvatten voor het kunnen laten passeren van vet uit het lumen door het kanaal.
De kanalen vergroten het warmtewisselende oppervlak en door rookgas verhit vet zal in de kanalen opstijgen en aldus een gelijkmatige en snelle opwarming mogelijk maken.
Bij voorkeur zullen alle aanvoerleidingen van dergelijke kanalen zijn voorzien.
Met voordeel is ook de afvoerleiding van overeenkomstige kanalen voorzien.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. 1A een perspectivisch aanzicht op een frituur-inrichting volgens de uitvinding toont;
Fig. 1B een explosie-aanzicht van de frituur-inrichting van Fig. IA toont;
Fig. 2A en Fig. 2B een perspectivisch aanzicht op een verwarmingsmodule van de frituur-inrichting van Fig. 1B tonen; en
Fig. 3A en Fig. 3B een perspectivisch vooraanzicht en achteraanzicht tonen op een alternatieve verwarmingssectie voor een frituur-inrichting.
Voor het frituren van een voedselproduct wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een frituur-inrichting 100 (Fig. IA), waarbij de frituur-inrichting 100 een bak 101 omvat, welke bak wandsecties omvat, welke wandsecties ten minste
- een bodemwand 110,
- een voorwand 120,
- een achterwand 130,
- twee opstaande langswanden 140 die de genoemde voorwand 120 en achterwand 130 met elkaar verbinden, omvatten. De bak 101 definieert een lumen 102 waarin voor het frituren vet (daaronder ook begrepen olie; een bij kamertemperatuur vloeibaar vet) aanwezig is.
De inrichting 100 omvat verder een brander 150 waarmee een brandstof zoals gas wordt verbrand, en de hete rookgassen worden gebruikt voor het verhitten van het vet om daar mee te frituren.
De frituur-inrichting 100 omvat een hoofdwandsectie gekozen uit
- de bodemwand 110,
- de voorwand 120, en
- een opstaande langswand 140.
De frituur-inrichting 100 omvat verder een verwarmingssectie 160, welke verwarmingssectie 160
- een wandeenheid 170, en
- een leidingsectie 180, omvat.
De wandeenheid 170 omvat een inlaat 171 voor relatief heet rookgas en een uitlaat 172 voor relatief koud rookgas. De inlaat 171 is verbonden met de brander 150 om hete rookgassen door de leidingsectie 180 te voeren en via de uitlaat 172 af te voeren.
De brander 150 is een venturi-brander, zoals bekend van een CV-installatie.
De leidingsectie 180 steekt vanaf de hoofdwandsectie in het lumen 102 maar is niet vast met de overige wandsecties verbonden.
De leidingsectie 180 die in het lumen van de bak steekt omvat
- een veelheid van aanvoerleidingen 181 voor het relatief hete rookgas, en
- ten minste een afvoerleiding 182 voor het relatief koude rookgas afkomstig van de veelheid van aanvoerleidingen 181.
Het rookgas wordt verdeeld vanuit een bovenstroomse verdeelkamer
173 en opgevangen in de benedenstroomse opvangkamer 174 vanuit welke het via de afvoerleiding 182 via de uitlaat 172 wordt afgevoerd. De afvoerleiding 182 wordt voor gebruik aangesloten op een rookkanaal (niet weergegeven) van de keuken of andere ruimte waarin wordt gefrituurd.
Bij de hier besproken uitvoeringsvorm van de frituur-inrichting 100 heeft de verwarmingssectie 160 de vorm van een verwarmingsmodule 160, welke bevestigbaar is aan de hoofdwandsectie (hier voorwand 120). Daartoe omvat de verwarmingssectie 160 een flens 161 welke middels bouten aan de voorwand 120 bevestigbaar is en via een doorgaande opening 121 in de voorwand in het lumen 102 steekt.
De module kan zijn uitgerust met een of meer temperatuursensoren 190 voor het aansturen van de brander 150.
Voor de afdichting wordt gebruik gemaakt van grafiet-omvattende pakking tussen de flens 161 en de voorwand 120.
Fig. 2Ά en Fig. 2B (met verborgen lijnen) een perspectivisch aanzicht tonen op een verwarmingsmodule van de frituur-inrichting 100 van Fig. 1B.
De verwarmingsmodule 160 omvat tevens de brander 15, waardoor in dien een reparatie nodig snel de kapotte verwarmingsmodule 160 vervangen kan worden door een andere.
Fig. 3A en Fig. 3B tonen een perspectivisch vooraanzicht (met verborgen lijnen weergegeven) en achteraanzicht op een alternatieve verwarmingsmodule 160 voor een frituur-inrichting 100. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de leidingen voor rookgas (aanvoerleidingen 181 en afvoerleiding 182) voorzien van kanalen in de vorm van verticale buisjes 380 die zorgen voor oppervlaktevergroting en voor circulatie van het vloeibare vet in de bak.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct in een frituur-inrichting (100), waarbij de frituur-inrichting (100)
- is ingericht voor het met rookgas verwarmen van vet, en
- een bak (101) omvat, welke bak (101) wandsecties omvat, welke wandsecties ten minste
- een bodemwand (110),
- een voorwand (120),
- een achterwand (130),
- twee opstaande langswanden (140) die de genoemde voorwand (120) en achterwand (130) met elkaar verbinden, omvatten, en de wandsecties een lumen (102) van de bak (101) definiëren;
waarbij de bak (101) een vet bevat; en waarbij teneinde het voedselproduct te frituren het vet onder gebruikmaking van een brander (150) wordt verhit, en het voedselproduct in het verhitte vet wordt gefrituurd;
met het kenmerk, dat de bak (101) een hoofdwandsectie omvat gekozen uit
- de bodemwand (110),
- de voorwand (120),
- de achterwand (130), en
- een opstaande langswand (140);
de frituur-inrichting (100) een verwarmingssectie (160) omvat, waarbij de verwarmingssectie (160)
- een wandeenheid (170), en
- een leidingsectie (180), omvat;
waarbij de wandeenheid (170) een inlaat (171) voor relatief heet rookgas en een uitlaat (172) voor relatief koud rookgas omvat, en de leidingsectie (180) vanaf de hoofdwandsectie in het lumen (102) steekt en niet star met de overige wandsecties is verbonden;
en waarbij de leidingsectie (180) die in het lumen (102) van de bak (101) steekt
- ten minste een aanvoerleiding (181) voor het relatief hete rookgas, en
- ten minste een afvoerleiding (182) voor het relatief koude rookgas afkomstig van de ten minste ene aanvoerleiding (181), omvat;
waarbij voor het verhitten van het vet heet rookgas via de inlaat (171) van de wandeenheid (170) door de leidingsectie (180) en via de uitlaat (172) van de wandeenheid (170) wordt afgevoerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de hoofdwandsectie is gekozen uit
- de bodemwand (110),
- de voorwand (120), en
- een opstaande langswand (140) .
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het totaal van de doorstroombare oppervlakten van de aanvoerleidingen (181) groter is dan de totale doorstroombare oppervlakte van de ten minste ene afvoerleiding (182) .
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verwarmingssectie (160) de vorm heeft van een verwarmingsmodule (160) welke losneembaar aan de hoofdwandsectie bevestigd is.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de hoofdwandsectie een doorgaande opening omvat en de doorgaande opening van de hoofdwandsectie met de wandeenheid (170) is afgesloten.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 4 of 5, waarbij tussen de wand en de verwarmingssectie (160) een pakking is verschaft.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de pakking een pakking is welke grafiet omvat.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de frituur-inrichting (100) een verdere inlaat (171) en een verdere uitlaat (172) bevat voor het aan de buitenzijde van een wandsectie leiden van rookgas, welke verdere inlaat (171) is voorzien van een eerste aansluitelement en de afvoer van de verwarmingssectie (160) is voorzien van een tweede aansluitelement voor het losneembaar aansluiten van de uitlaat (172) van de wandeenheid (170) op het eerste aansluitelement.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een aanvoerleiding (181) van een veelheid van aanvoerleidingen (181) is voorzien van een veelheid van dwars op de lengterichting van de aanvoerleiding verschafte kanalen, welke kanalen
- zich uitstrekken van de buitenwand van de aanvoerleiding (181) via het inwendige van de aanvoerleiding (181) naar een tegenover gelegen deel van de buitenwand van de aanvoerleiding (181)
- een relatief laag gelegen eerste uiteinde en een relatief hoog gelegen tweede uiteinde omvatten voor het kunnen laten passeren van vet uit het lumen door het kanaal.
10. Frituur-inrichting (100), waarbij de frituur-inrichting (100) is ingericht voor het met rookgas verwarmen van vet en een bak (101) omvat, welke bak (101) wandsecties omvat, welke wandsecties ten minste
een bodemwand (110), een voorwand ( 120) , een achterwand (130)
- twee opstaande langswanden (140) die de genoemde voorwand (120) en achterwand (130) met elkaar verbinden, omvatten, en de wandsecties een lumen (102) van de bak (101) definiëren;
met het kenmerk, dat de bak (101) een hoofdwandsectie omvat gekozen uit
- de bodemwand (110),
- de voorwand (120), en
- een opstaande langswand (140);
waarbij de verwarmingssectie (160)
- een wandeenheid (170), en
- een leidingsectie (180), omvat;
waarbij de wandeenheid (170) een inlaat (171) voor relatief heet rookgas en een uitlaat (172) voor relatief koud rookgas omvat, en de leidingsectie (180) vanaf de hoofdwandsectie in het lumen (102) steekt en niet star met de overige wandsecties is verbonden;
en waarbij de leidingsectie (180) die in het lumen (102) van de bak (101) steekt
- ten minste een aanvoerleiding (181) voor het relatief hete rookgas, en
- ten minste een afvoerleiding (182) voor het relatief koude rookgas afkomstig van de ten minste ene aanvoerleiding (181), omvat.
11. Frituur-inrichting (100) volgens conclusie 10, waarbij de hoofdwandsectie is gekozen uit
- de bodemwand (110),
- de voorwand (120), en
- een opstaande langswand (140) .
12. Frituur-inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 of 11, waarbij het totaal van de doorstroombare oppervlakten van de aanvoerleidingen (181) groter is dan de doorstroombare oppervlakte van de afvoerleiding (182) .
13. Frituur-inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 tot 12, waarbij de verwarmingssectie (160) de vorm heeft van een verwarmingsmodule (160) welke losneembaar aan de hoofdwandsectie bevestigd is.
14. Frituur-inrichting (100) volgens conclusie 13, waarbij de hoofdwandsectie een doorgaande opening (121) omvat en de doorgaande opening (121) van de hoofdwandsectie met de wandeenheid (170) is afgesloten.
15. Frituur-inrichting (100) volgens een van de conclusies 13 of 14, waarbij tussen de wand en de verwarmingssectie (160) een pakking is verschaft.
16. Frituur-inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 tot 15, waarbij de pakking een pakking is welke grafiet omvat.
17. Frituur-inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 tot 16, waarbij ten minste een aanvoerleiding (181) van een veelheid van aanvoerleidingen (181) is voorzien van een veelheid van dwars op de lengterichting van de aanvoerleiding verschafte kanalen, welke kanalen
- zich uitstrekken van de buitenwand van de aanvoerleiding (181) via het inwendige van de aanvoerleiding (181) naar een tegenover gelegen deel van de buitenwand van de aanvoerleiding (181)
- een relatief laag gelegen eerste uiteinde en een relatief hoog
5 gelegen tweede uiteinde omvatten voor het kunnen laten passeren van vet uit het lumen door het kanaal.
NL2022010A 2018-11-16 2018-11-16 Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting NL2022010B9 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022010A NL2022010B9 (nl) 2018-11-16 2018-11-16 Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting
PCT/NL2019/050739 WO2020101487A1 (en) 2018-11-16 2019-11-12 A method for deep frying a food product, as well as a deep frying device
ES19817431T ES2930802T3 (es) 2018-11-16 2019-11-12 Método para freír en profundidad un producto alimenticio, así como dispositivo de fritura profunda
EP19817431.0A EP3880045B1 (en) 2018-11-16 2019-11-12 A method for deep frying a food product, as well as a deep frying device
PL19817431.0T PL3880045T3 (pl) 2018-11-16 2019-11-12 Sposób smażenia w głębokim tłuszczu produktu spożywczego, jak również urządzenie do smażenia w głębokim tłuszczu
EP22191926.9A EP4133976A1 (en) 2018-11-16 2019-11-12 A method for deep frying a food product, as well as a deep frying device
US17/294,160 US20220007891A1 (en) 2018-11-16 2019-11-12 A Method For Deep Frying A Food Product, As Well As A Deep Frying Device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022010A NL2022010B9 (nl) 2018-11-16 2018-11-16 Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2022010B1 true NL2022010B1 (nl) 2020-05-26
NL2022010B9 NL2022010B9 (nl) 2020-07-21

Family

ID=68835270

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2022010A NL2022010B9 (nl) 2018-11-16 2018-11-16 Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20220007891A1 (nl)
EP (2) EP3880045B1 (nl)
ES (1) ES2930802T3 (nl)
NL (1) NL2022010B9 (nl)
PL (1) PL3880045T3 (nl)
WO (1) WO2020101487A1 (nl)

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0523927Y2 (nl) * 1988-09-02 1993-06-18
NL1000462C1 (nl) * 1995-05-31 1996-12-03 Hegro B V Frituurinrichting.
DE19746845C1 (de) * 1997-10-23 1998-12-03 Schott Glas Anordnung eines keramischen Heizelementes als Kochzone in einer Aussparung einer Fläche
US5901641A (en) * 1998-11-02 1999-05-11 Afc Enterprises, Inc. Baffle for deep fryer heat exchanger
TR200500074U (tr) * 2005-01-07 2005-03-21 Özti̇ryaki̇ler Madeni̇ Eşya Sanayi̇ Ve Ti̇caret A.Ş. Fritöz (makarna ve patates için)
IT1399523B1 (it) * 2010-03-31 2013-04-19 Angelo Grandi Cucine Societa Per Azioni Apparato per la cottura di alimenti
US11690471B2 (en) * 2015-12-28 2023-07-04 Souhel Khanania Cooking system with burner assembly and heat exchanger
US10928140B2 (en) * 2018-09-25 2021-02-23 Giles Enterprises, Inc. Baffle assembly and heat exchanger with expanding baffles

Also Published As

Publication number Publication date
EP3880045A1 (en) 2021-09-22
EP3880045B1 (en) 2022-08-31
ES2930802T3 (es) 2022-12-22
US20220007891A1 (en) 2022-01-13
PL3880045T3 (pl) 2023-01-30
WO2020101487A1 (en) 2020-05-22
NL2022010B9 (nl) 2020-07-21
EP4133976A1 (en) 2023-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP7181088B2 (ja) 均一な熱交換および改良された洗浄アクセスを有するガスフライヤおよび方法
US4913042A (en) Deep fat fryer
NL8104980A (nl) Werkwijze voor het verwarmen van een met gas gestookte frituurpan of dergelijke inrichting alsmede frituurpan voor het toepassen van de werkwijze.
JPH07163475A (ja) 調理器具
AU2010215892A1 (en) Fryer having an angled frypot bottom
NL2022010B1 (nl) Werkwijze voor het frituren van een voedselproduct, alsmede een frituur-inrichting
JP5896979B2 (ja) グリル皿及び加熱調理器
JP6626312B2 (ja) グリル
US2723617A (en) Broiler rack
JP6709665B2 (ja) グリル
KR101542240B1 (ko) 튀김장치
CN207168217U (zh) 一种商厨用工作台
JP5658578B2 (ja) 加熱調理器
JP6594751B2 (ja) グリル
JP4951316B2 (ja) 食品焼き機
CN206949901U (zh) 一种商厨用荷台柜
KR101545205B1 (ko) 가열성능이 향상된 튀김장치
JP3558380B2 (ja) ガス調理器
JP7137403B2 (ja) 調理器
KR200309891Y1 (ko) 가스 오븐레인지의 컨벡션구조
JP2018126448A (ja) 調理用焼物機器
EP1579794A1 (en) Cooking apparatus
TWM549043U (zh) 雙層直立式烤爐結構
JP3936805B2 (ja) 両面焼グリル
KR20130045046A (ko) 가스 연소식 유수 분리형 튀김기

Legal Events

Date Code Title Description
TK Erratum

Effective date: 20200729

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221201