NL2021803B1 - Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel - Google Patents

Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel Download PDF

Info

Publication number
NL2021803B1
NL2021803B1 NL2021803A NL2021803A NL2021803B1 NL 2021803 B1 NL2021803 B1 NL 2021803B1 NL 2021803 A NL2021803 A NL 2021803A NL 2021803 A NL2021803 A NL 2021803A NL 2021803 B1 NL2021803 B1 NL 2021803B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mattress
hardness
base
inserts
subject
Prior art date
Application number
NL2021803A
Other languages
English (en)
Inventor
Palman Jean-Paul
Original Assignee
Perzona Int B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Perzona Int B V filed Critical Perzona Int B V
Priority to NL2021803A priority Critical patent/NL2021803B1/nl
Priority to EP19202719.1A priority patent/EP3698675A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2021803B1 publication Critical patent/NL2021803B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/14Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays
    • A47C27/15Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays consisting of two or more layers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/14Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays
    • A47C27/142Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays with projections, depressions or cavities
    • A47C27/144Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays with projections, depressions or cavities inside the mattress or cushion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/14Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays
    • A47C27/142Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays with projections, depressions or cavities
    • A47C27/146Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays with projections, depressions or cavities on the outside surface of the mattress or cushion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/14Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays
    • A47C27/148Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays of different resilience
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C31/00Details or accessories for chairs, beds, or the like, not provided for in other groups of this subclass, e.g. upholstery fasteners, mattress protectors, stretching devices for mattress nets
    • A47C31/12Means, e.g. measuring means for adapting chairs, beds or mattresses to the shape or weight of persons
    • A47C31/123Means, e.g. measuring means for adapting chairs, beds or mattresses to the shape or weight of persons for beds or mattresses

Landscapes

  • Mattresses And Other Support Structures For Chairs And Beds (AREA)

Abstract

Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding betreft een matras of matrasbasis, omvattende een schuimmateriaal met een basishardheid, waarbij zowel een eerste als een tweede overliggend oppervlak in zones zijn ingedeeld gelegen aan weerszijden van een fictieve middellijn, loodrecht op de lengterichting van de matras of matrasbasis, waarbij het eerste en het tweede oppervlak elk minstens één zone omvatten met een zonale hardheid lager dan de genoemde basishardheid, welke verlaging in hardheid het resultaat is van één of meerdere insnijdingen en / of insnijdingspatronen in de oppervlaktelaag ter hoogte van de genoemde zones. Een tweede en derde aspect betreffen respectievelijk een matrassamenstel van een matrasbasis en een matras, welke matras een schuimlaag met één of meerdere holten voorzien van inzetstukken omvat, en een werkwijze voor het voorzien van dit matrassamenstel.

Description

MATRASBASIS, SAMENSTEL VAN EEN MATRASBASIS EN EEN MATRAS EN EEN WERKWIJZE VOOR HET VOORZIEN VAN DIT SAMENSTEL
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op gepersonaliseerde slaapproducten. Meerbepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied van gepersonaliseerde matrassen.
STAND DER TECHNIEK
Een onjuiste houding tijdens het slapen kan de oorzaak zijn van velerlei problemen, voornamelijk rugklachten. Het gebruik van een slaapsysteem dat niet is aangepast aan de persoonlijke behoeften en kenmerken van een subject is hierbij vaak de oorzaak. Belangrijke kenmerken voor slaapproducten zoals matrassen en kussens omvatten het bieden van ondersteuning en het verlagen van de druk ter hoogte van bepaalde lichaamszones.
Tegenwoordig zijn gepersonaliseerde systemen bekend die trachten een product te leveren dat is gemaakt volgens de behoeften van het subject. Hierbij wordt vaak een best fit aangeleverd uit een gamma standaard producten. In de meest voorkomende gevallen wordt het optimale systeem berekend op basis van de lengte van de gebruiker, waarbij de steungebieden worden gedefinieerd op basis van de gemeten lengte.
Andere systemen in de stand van de techniek zijn gericht op het aanbieden van een product dat een optimale gewichtsverdeling verschaft in plaats van een drukverlagende oplossing aan te bieden. Van matrassen en kussens gemaakt uit visco-elastisch schuim of geheugenschuim is bekend dat ze een optimale gewichtsverdeling bieden. Deze producten hebben echter nadelen omdat ze slecht ventileren en omdat het materiaal letterlijk het lichaam omsluit, wat vlotte mobiliteit van het subject bemoeilijkt.
Een algemeen probleem dat zich bovendien stelt bij de genoemde producten is de permanente aard van deze slaapproducten. Zij kunnen namelijk niet worden aangepast door het subject om de ondersteuningskarakteristieken of de comfortkarakteristieken te wijzigen. Aangezien een slaapproduct zoals een matras doorgaans een lange levensduur heeft tot wel 15 jaar, dient dergelijk product aanpasbaar te zijn teneinde in te kunnen spelen op het veranderende lichaam en / of op de gewijzigde slaapvoorkeuren van het subject.
WO 2014 105 045 beschrijft een visco-elastische schuimmatras met inzetstukken in de lengterichting van de matras, welke de mobiliteit van het subject op de matras verbeteren. De matras van WO '045 biedt echter geen persoonlijk maatwerk dat ondersteuning biedt op de vereiste punten, noch laat het enige aanpassingen toe door het subject.
US 2014 059 776 beschrijft een op schuim gebaseerde matrasbeschermer met verschillende lagen van verschillende dichtheid. US'776 omvat echter geen matras of matrasbasis met verschillende hardheden of dichtheden gebaseerd op het lichaam van een subject, waarbij verschillende ondersteuningsprofielen te realiseren zijn.
US 2005 210 595 beschrijft een schuimmatras welke verschillende hardheden en / of dichtheden omvat. De matras is bovendien overlangs om te draaien dankzij zijn symmetrische opbouw. Hierbij worden evenwel geen verschillende ondersteunings- en / of comfortprofielen aan het subject voorzien.
DE 20 212 460 beschrijft een schuimproduct met één of meerdere insnijdingen, welke de hardheid en / of densiteit van het product verlagen. Middels het in- en uitschuiven van de uitgesneden schuimstukken kan de hardheid en / of de densiteit lokaal worden aangepast. De aard van de insnijdingen laat echter geen nauwkeurige hardheidsinstelling toe en is praktisch erg moeilijk correct uit te voeren door een subject. Noch is de hardheid op enige manier gecorreleerd met de lichaamsbouw van het subject.
Er is bijgevolg nood aan een gepersonaliseerd slaapproduct, aangepast aan de specifieke lichaamsbouw van een subject, waarbij de ondersteunings- en comfortkarakteristieken van het product middels eenvoudige ingrepen kunnen worden aangepast aan een wijzigende lichaamsbouw en / of andere wijzigende omstandigheden.
De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Tot dit doel verschaft de huidige uitvinding een matras of matrasbasis volgens conclusie 1. De matras of matrasbasis omvat twee overliggende oppervlakken, welke zijn ingedeeld in zones met een zonale hardheid welke lager is dan de basishardheid van de matras of matrasbasis. Deze zones zijn gelegen aan weerszijden van een fictieve middellijn, loodrecht op de lengterichting van de matras of matrasbasis. De matras of matrasbasis kenmerkt zich door het feit dat het eerste en het tweede oppervlak elk minstens één zone omvatten met een zonale hardheid lager dan de basishardheid, waarbij de verlaging in hardheid het resultaat is van één of meerdere insnijdingen en / of insnijdingspatronen in de oppervlaktelaag ter hoogte van deze zones.
De matras of matrasbasis kan dusdanig volgens twee verschillende oriëntaties worden gebruikt. Afhankelijk van de locatie van de verschillende zones met verlaagde zonale hardheid, kan het subject ervoor kiezen de matras overlangs om te draaien en / of te roteren zodat de genoemde zones zich ter hoogte van de gewenste lichaamslocaties en / of lichaamsdelen bevinden. Op deze wijze kan louter middels het wijzigen van de oriëntatie van de matras of matrasbasis een ander comfortgevoel en / of comforttype worden voorzien ten aanzien van het subject.
Voorkeursvormen van de matras of matrasbasis worden weergegeven in de volgconclusies 2 tot en met 12.
Een tweede aspect betreft een matrassamenstel volgens conclusie 13. Het matrassamenstel omvat een matrasbasis volgens het eerste aspect en een matras omvattende een schuimlaag en één of meerdere inzetstukken, welke inzetstukken zijn ingebed in holten van de schuimlaag.
Het voordeel van het samenstel zit in de unieke combinatie tussen een matrasbasis met zones met verlaagde zonale hardheid en een matras met inzetstukken, welke de hardheid van de matras lokaal verhogen. De matrasbasis en de matras zijn los beweegbaar van elkaar in het samenstel, waardoor verschillende oriëntaties van de matrasbasis ten opzichte van de matras verschillende ondersteunings- en comfortervaringen aan het subject verlenen.
Voorkeursvormen van het matrassamenstel worden weergegeven in de volgconclusies 14 tot en met 19.
Een specifieke voorkeursvorm betreft het matrassamenstel volgens conclusie 15, waarbij de inzetstukken een hardheid hebben begrepen tussen 1,5 en 6,0 kPa, en een densiteit hebben begrepen tussen 20 en 80 kg/m3.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het voorzien van een matrassamenstel volgens conclusie 20. Het matrassamenstel omvat een matrasbasis en een matras, waarbij de werkwijze, op basis van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject, toelaat een vereiste positie en een vereiste hardheid van inzetstukken in de matras, en een geprefereerde positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras te bepalen.
Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de volgconclusies 21 tot en met 24.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont het zijaanzicht van een voorkeursvorm van de matrasbasis volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont het zijaanzicht van een voorkeursvorm van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3a toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van de matrasbasis volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3b toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3c toont het perspectivisch aanzicht van een andere voorkeursvorm van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding betreft een matras of matrasbasis, omvattende een schuimmateriaal met een basishardheid, welke matras of matrasbasis een eerste, vlak oppervlak omvat en overliggend aan het genoemde eerste oppervlak, een tweede, vlak oppervlak omvat. Zowel het eerste als het tweede oppervlak omvatten een oppervlaktelaag en zijn geschikt om een subject te dragen. De oppervlakken zijn ingedeeld in zones met een zonale hardheid, gelegen aan weerszijden van een fictieve middellijn, loodrecht op de lengterichting van de matras of matrasbasis. De onderhavige uitvinding kenmerkt zich in het feit dat het eerste en het tweede oppervlak elk minstens één zone omvatten met een zonale hardheid lager dan de basishardheid van de matras of matrasbasis. Deze verlaging in hardheid is het resultaat van één of meerdere insnijdingen en / of insnijdingspatronen in de oppervlaktelaag ter hoogte van de genoemde zones. De matras of matrasbasis is dusdanig geschikt om een subject te dragen op zowel het eerste als het tweede oppervlak, waarbij de zones een gewijzigd ligcomfort bieden aan het subject.
De matras of matrasbasis volgens de onderhavige uitvinding omvat minstens één zone met een zonale hardheid welke lager is dan de basishardheid op zowel het eerste oppervlak als het tweede oppervlak, waardoor de matras minstens volgens twee verschillende oriëntaties kan gebruikt worden. Afhankelijk van de locatie van de verschillende zones met verlaagde zonale hardheid, kan het subject ervoor kiezen de matras overlangs om te draaien en / of te roteren zodat de genoemde zones zich ter hoogte van de gewenste lichaamslocaties en / of lichaamsdelen bevinden. Lichaamslocaties of lichaamsdelen welke typisch een grotere mate aan inzinking in een matras of matrasbasis vereisen, dit om een voldoende comfortabel gevoel aan het subject te verlenen, zijn onder andere de schouders en de heup. Dergelijke inzinking respecteert de natuurlijke kromming van de wervelkolom, waarbij een evenwichtige drukverdeling over het lichaam van het subject ontstaat. Op deze wijze kan louter middels het wijzigen van de oriëntatie van de matras of matrasbasis een ander comfortgevoel en / of comforttype worden voorzien ten aanzien van het subject. Zones met verlaagde zonale hardheid bieden een zonaal grotere inzinking in de matras of matrasbasis.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
Een, de en het refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.
Wanneer ongeveer of rond in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer of rond gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
Met de termen matras of matrasbasis wordt een groot, meestal rechthoekig, kussen aangeduid, geschikt voor het ondersteunen van een liggend lichaam. Een matras of matrasbasis kan alleenstaand op zichzelf worden gebruikt, alsook als een onderdeel van een matrassamenstel, een sofa, slaapsofa, zetel, bed, of elke equivalente inrichting geschikt om op te liggen, rusten en / of slapen. Matrassen worden gewoonlijk bovenop een bedbodem geplaatst die vast kan zijn, zoals in het geval van een platformbed, of elastisch, zoals bij een boxspring of een lattenbodem het geval is. Een matras of matrasbasis bestaat doorgaans uit een gewatteerde hoes, meestal vervaardigd uit een sterke stof, welke hoes gevuld is met vezels, stro, katoen, schuimrubber of andere geschikte vulmaterialen. Matrassen kunnen ook worden gevuld met een raamwerk van veren, met lucht of water, of met een verscheidenheid aan natuurlijke vezels. Volgens de onderhavige uitvinding omvat de matras of matrasbasis een schuimmateriaal.
Met een schuimmateriaal wordt in het kader van de onderhavige uitvinding elk materiaal uit de groep van latexschuim, traagschuim / memory foam, schuim met hoge dichteid, of combinaties ervan aangeduid. Latexschuim in matrassen is normaliter een mengsel van natuurlijke en synthetische latex. Er bestaan echter matrassen vervaardigd uit louter natuurlijk latex, welke geen toegevoegde chemicaliën bevatten. Traagschuim, of ook memory foam, is samengesteld uit een visco-elastisch schuimmateriaal, alsook een steviger polyurethaanschuim. Traagschuim wordt typisch beïnvloed door de temperatuur van het lichaam dat er op rust. Dit aspect uit zich in het zogenaamde memory- of geheugeneffect, waarbij het schuim zacht wordt en zich conformeert aan de lichaamsvorm van het subject, dit als reactie op de lichaamstemperatuur en het lichaamsgewicht. Schuim met hoge dichtheid omvat typisch polyurethaanschuim.
De term basishardheid, of meer algemeen hardheid duidt op de mate waarin een materiaal weerstand biedt aan permanente mechanische vervorming. In deze context zijn de termen elastische vervorming en plastische vervorming relevant. Bij het uitoefenen van een geringe kracht op een oppervlak, treedt elastische vervorming op. Dit impliceert dat, indien de kracht wordt weggenomen, het oppervlak zijn oorspronkelijke vorm aanneemt. Bij het uitoefenen van een kracht op een oppervlak, treedt een bepaalde druk op die een schuifspanning in het materiaal veroorzaakt. Wanneer deze schuifspanning een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, ontstaat er een permanente vervorming, zoals een deuk, kras of scheur, in het materiaal. In dit geval spreekt men over plastische vervorming. De druk waarbij een permanente, plastische vervorming optreedt, is kenmerkend voor de hardheid van een materiaal. De term zonale hardheid beslaat een plaatselijke hardheid, welke niet kenmerkend is voor een volledig voorwerp of materiaal, maar slechts voor een gedeelte ervan.
Een methode geschikt voor het bepalen van de hardheid is beschreven in de ISOnorm 3386. Deze norm omvat de hardheidsbepaling van materialen met een dichtheid tot 250 kg/m3 en voorziet tevens een methode voor het berekenen van de zogenaamde compressiestresswaarden van deze materialen. Een compressiestress- en / of rekkarakteristiek is een maat voor de belastingsdragende eigenschappen van een materiaal.
De oppervlaktelaag is in de context van de onderhavige uitvinding de laag van de matras of de matrasbasis welke zichtbaar is aan de buitenzijde ervan, en strekt zich uit naar de binnenzijde van de matras, waar de oppervlaktelaag overgaat in de kern van de matras of matrasbasis.
Met de term middellijn wordt een fictieve lijn aangeduid, welke de matras dwars op de lengterichting in twee helften verdeelt.
De term insnijding, of bij uitbreiding insnijdingspatroon, duidt op een opzettelijk aangebrachte snede, inkeping, opening, of combinaties ervan, al dan niet volgens een welbepaald patroon, in de oppervlaktelaag van de onderhavige matras of matrasbasis. De insnijding en / of het insnijdingspatroon wordt aangebracht om de oppervlaktelaag op bepaalde plaatsen van aangepaste materiaaleigenschappen te voorzien.
Bij voorkeur omvatten het eerste en het tweede oppervlak elk twee zones, gelegen aan weerszijden van de fictieve middellijn. De matras of matrasbasis is hierdoor volgens minstens 4 verschillende oriëntaties te gebruiken. De oriëntatie van de matrasbasis bepaalt welke zones zich onder specifieke lichaamslocaties of lichaamsdelen van het subject bevinden. Bijgevolg voorziet een enkele matras of matrasbasis volgens de onderhavige uitvinding minstens vier verschillende types comfort aan een subject, daar zones mogelijks beschikken over gewijzigde materiaaleigenschappen, omvattende hardheid, elasticiteit, densiteit, veerkracht, treksterkte, thermische geleidbaarheid, vochtbestendigheid, kleur, of combinaties ervan.
Meer bij voorkeur is de zonale hardheid van minstens drie van deze zones lager dan de basishardheid van het schuimmateriaal zelf. Zones met een lagere hardheid bieden een zekere inzinking aan de lichaamsdelen of lichaamslocaties van het subject welke op deze zones liggen. De matras of matrasbasis kan volgens deze uitvoeringsvorm dus op minstens vier manieren worden georiënteerd, waarbij inzinkingszones anders gepositioneerd zijn ten opzichte van het subject. Dit geeft een subject de mogelijkheid om het comfortgevoel te wijzigen, eenvoudigweg door de oriëntatie van de matras of matrasbasis aan te passen.
Volgens een uitvoeringsvorm kunnen vier oriëntaties worden gedefinieerd. In deze uitvoeringsvorm zal een eerste oriëntatie voorzien in een stevige ondersteuning van het subject, een tweede oriëntatie zal voorzien in een stevige ondersteuning van het subject, met een zone met verlaagde hardheid ter hoogte van de schouders van het subject, een derde oriëntatie zal voorzien in een matige ondersteuning van het subject met een zone met verlaagde hardheid ter hoogte van de schouders van het subject, en een vierde oriëntatie zal voorzien in een zachte ondersteuning van het subject met een zone met verlaagde hardheid ter hoogte van de schouders van het subject.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm strekken de insnijdingen en / of insnijdingspatronen zich uit in een richting naar de kern van de matras of matrasbasis toe, waarbij deze richting in hoofdzaak loodrecht op de oppervlaktelaag is georiënteerd. Insnijdingen welke te sterk afwijken van deze richting geven aanleiding tot een minderwaardig ligcomfort ten aanzien van het subject en leveren minder verlaging van de zonale hardheid op dan wanneer deze insnijding loodrecht op de oppervlaktelaag zijn georiënteerd. Insnijdingen gericht naar de kern van de matras of de matrasbasis behoeven dus een beperktere diepte dan insnijdingen onder een hiervan afwijkende hoek, teneinde eenzelfde hardheidsverlaging te bewerkstelligen. Aangezien diepere insnijdingen de matrasintegriteit negatief beïnvloeden, i.e. een verhoogd risico op scheuren en een potentiële verlaging van de levensduur van de matras of matrasbasis, zijn ondiepe insnijdingen meer wenselijk dan diepe insnijdingen. Teneinde een voldoende hardheidsverlaging te verkrijgen middels ondiepe insnijdingen, is een loodrechte insnijding geprefereerd.
De insnijdingen en / of de insnijdingspatronen hebben volgens een uitvoeringsvorm een diepte begrepen tussen 0,5 en 5,0 cm. Binnen het genoemde bereik wordt een optimaal evenwicht tussen fysieke integriteit van de matras of matrasbasis en een comfortabele hardheidsverlaging ter hoogte van de zones bewerkstelligd. Meer ondiepe insnijdingen waarborgen een goede integriteit, maar hebben nauwelijks een hardheidsverlaging als resultaat, terwijl diepere insnijdingen een te grote hardheidsverlaging induceren. Hierbij wordt een inzinking verkregen welke niet langer bijdraagt aan een verhoogd ligcomfort ten aanzien van het subject, daar de matras of matrasbasis in dit geval te weinig ondersteuning gaat bieden. Bovendien zorgen danig diepe insnijdingen voor een matras welke mogelijks scheurvorming en / of vervorming vertoont, waardoor de levensduur aanzienlijk beperkt wordt en / of het verkregen ligcomfort suboptimaal is. Bij voorkeur is de diepte van de insnijdingen tussen 1,0 en 4,0 cm begrepen. De gemiddelde breedte van de insnijdingen en / of de insnijdingspatronen is doorgaans begrepen tussen 0,5 en 7,0 cm, bij voorkeur tussen 1,0 en 6,0 cm.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de drie zones met een zonale hardheid lager dan de basishardheid respectievelijk insnijdingen met een diepte begrepen tussen 3,3 en 3,7 cm, insnijdingen met een diepte van begrepen tussen 2,9 en 3,3 cm en insnijdingen met een diepte begrepen tussen 1,0 en 3,0 cm. Meer bij voorkeur omvatten de drie zones respectievelijk insnijdingen met een diepte van ongeveer 3,5 cm, insnijdingen met een diepte van ongeveer 3,1 cm en insnijdingen met een diepte begrepen tussen 1,0 en 3,0 cm.
Het schuimmateriaal van de matras of matrasbasis heeft een basishardheid begrepen tussen 2,0 en 5,5 kPa. Een matras of matrasbasis met een hardheid binnen dit bereik verleent een optimale steun aan een subject, terzelfdertijd in staat om een voldoende mate van comfort te voorzien. Bij voorkeur is de basishardheid tussen 3,0 en 4,5 kPa begrepen. In het kader van de onderhavige uitvinding, waarbij de matras of matrasbasis wordt voorzien zones met een verlaagde zonale hardheid, kan de basishardheid voldoende hoog worden gekozen, i.e. boven 3,0 kPa. Hierdoor wordt een bijzonder goede ondersteuning aan het lichaam van het subject verleend. De zones met een verlaagde zonale hardheid, geven de matras of matrasbasis een toegevoegd comfort mee, gericht op specifieke lichaamsdelen en / of lichaamslocaties. Hoe groter de basishardheid is, hoe meer zones noodzakelijk zijn en / of hoe groter de behoefde hardheidsverlaging verlaging ter hoogte van deze zones is, teneinde een aanvaardbaar comfort te creëren voor het subject. Hoe lager de basishardheid is, hoe minder zones noodzakelijk zijn, doch hoe genuanceerder de vereiste hardheidsverschillen zijn teneinde voldoende ondersteuning te blijven leveren. Meer bij voorkeur is de basishardheid van het schuimmateriaal tussen 3,5 en 3,9 kPa begrepen. Binnen dit bereik wordt een optimale steun verwezenlijkt en kan slechts met een klein aantal zones met verlaagde hardheid een optimaal ligcomfort verkregen worden. Meest bij voorkeur is de basishardheid 3,7 kPa.
De zonale hardheid van de genoemde zones met verlaagde zonale hardheid is volgens een uitvoeringsvorm begrepen tussen 1,0 en 25,0 % lager dan de basishardheid van het schuimmateriaal. Een hardheidsverschil van 1,0 tot 25,0 % is wenselijk daar een kleiner verschil nagenoeg geen toegevoegd comfort levert aan het subject. Grotere hardheidsverschillen zorgen niet langer voor een optimale ondersteuning daar de natuurlijke kromming van het lichaam, en in het bijzonder de wervelkolom, van het subject te veel wordt uitvergroot. Dergelijk grote verschillen kunnen na verloop van tijd aanleiding geven tot rugproblemen. Bij voorkeur is de zonale hardheid van de genoemde zones tussen 2,5 en 10,0 % lager dan de basishardheid van het schuimmateriaal. Binnen dit bereik werd het hardheidsverschil optimaal bevonden, en werd een goed evenwicht tussen ondersteuning van het lichaam en het leveren van een toegevoegd comfort bereikt.
Een verdere of andere uitvoeringsvorm betreft de matras of matrasbasis waarbij het schuimmateriaal een densiteit heeft welke begrepen is tussen 25 en 65 kg/m3. Met de term densiteit wordt aangeduid hoeveel massa van een materiaal aanwezig is in een bepaald volume. ISO-norm 845 specifieert een methode voor het bepalen van de schijnbare totale dichtheid en de schijnbare kerndichtheid van cellulaire kunststoffen en rubbers. Een densiteit binnen dit bereik waarborgt de handelbaarheid van de matras of matrasbasis. Gezien het doel van de onderhavige uitvinding grotendeels gestaafd is op het de oriëntatie van de matras of matrasbasis, is het noodzakelijk dat deze matras of matrasbasis gemakkelijk te verplaatsen, te verschuiven, om te draaien en / of op te heffen is. Bovendien is een matras of matrasbasis waarbij het schuimmateriaal een densiteit heeft lager dan 25 kg/m3 onvoldoende in staat de nodige steun aan subject te leveren. Vanaf een densiteit van 65 kg/m3 neemt het comfort voor het subject sterk af. Bij voorkeur is de densiteit van het schuimmateriaal begrepen tussen 50 en 60 kg/m3. Gezien de onderhavige uitvinding zones met een verlaagde zonale hardheid omvat, bewerkstelligd middels de aanwezigheid van insnijdingen en / of een insnijdingspatroon, is een eerder hoge densiteit voor het schuimmateriaal geprefereerd. Het voorzien van de insnijdingen en/of het insnijdingspatroon brengt immers ook een verlaging van de densiteit met zich mee in deze zones. Meest bij voorkeur is de densiteit van het schuimmateriaal 53 kg/m3.
De zones met een verlaagde zonale hardheid hebben volgens een uitvoeringsvorm tevens een verlaagde densiteit, welke gemiddeld tussen 1,0 en 25,0 % lager is dan de densiteit van het schuimmateriaal. De verlaging in densiteit is inherent het gevolg van de gemaakte insnijdingen en / of het insnijdingspatroon, doch dient binnen het genoemde bereik te liggen, teneinde een optimaal ligcomfort aan het subject te verlenen. Bij voorkeur is de densiteit van de genoemde zones 2,5 tot 10,0 % lager.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm heeft het schuimmateriaal een maximale treksterkte welke minstens 65 kPa is en een veerkracht welke minstens 45 % is. Treksterkte en duurzaamheid zijn voornamelijk in het kader van levensduur en duurzaamheid van de matrasbasis of de matras cruciale parameters. Een matrasbasis of matras dient immers gemiddeld tien tot vijftien jaar mee te gaan. Binnen deze tijdsspanne is het uiteraard de bedoeling dat de kwaliteit van de matras of matrasbasis zo weinig mogelijk achteruit gaat. Met een maximale treksterkte van minstens 65 kPa en een veerkracht van minstens 45 % is de levensduur van een matras of matrasbasis volgens de onderhavige uitvinding gegarandeerd.
Ultieme treksterkte (UTS), vaak verkort tot treksterkte (TS), is het vermogen van een materiaal of structuur om belastingen te weerstaan die het materiaal uitrekken en/of verlengen. De ultieme treksterkte wordt gemeten door de maximale spanning die een materiaal kan weerstaan terwijl het wordt uitgerekt, dit voordat het materiaal breekt. ISO-norm 1798 specificeert een methode voor het bepalen van de sterkte- en vervormingseigenschappen van flexibele cellulaire materialen wanneer een teststuk met een constante snelheid wordt verlengd tot het breekt. Naast de maximale treksterkte, voorziet ISO-norm 1798 tevens in een methode voor het bepalen van de maximale uitrekking.
In de materiaalwetenschappen is veerkracht het vermogen van een materiaal om energie te absorberen wanneer het elastisch wordt vervormd, welke energie opnieuw wordt vrijgegeven bij het wegnemen van de vervorming. Veerkracht wordt gedefinieerd als de maximale energie die kan worden opgenomen tot aan de elastische limiet, zonder een permanente vervorming te creëren. ISO-norm 8307 specificeert een testmethode voor het bepalen van de veerkracht door balterugslag van flexibele cellulaire polymere materialen.
Bij voorkeur is de maximale treksterkte van het schuimmateriaal minstens 100 kPa en de veerkracht van het schuimmateriaal minstens 55 %. Een hogere treksterkte en hogere veerkracht impliceren een langere levensduur van de matras of matrasbasis. Gezien in de matras of matrasbasis insnijdingen en / of een insnijdingspatroon worden aangebracht is een materiaal met hoge treksterkte en een hoge veerkracht een groot voordeel in het kader van de uitvinding. Het is bovendien de bedoeling dat de matras of matrasbasis op regelmatige basis van oriëntatie wordt veranderd. Aangezien dit een hoge gebruiksdruk op de matras of matrasbasis met zich meebrengt, is een hoge veerkracht en hoge treksterkte van het schuimmateriaal gewenst. Meest bij voorkeur is de maximale treksterkte van het schuimmateriaal minstens 120 kPa en de veerkracht van het schuimmateriaal minstens 60 %.
In het kader van de genoemde hoge gebruiksdruk is ook een grote, maximale uitrekking van het schuimmateriaal wenselijk. Volgens een uitvoeringsvorm is de maximale uitrekking van het schuimmateriaal minstens 60 %. Bij voorkeur is de maximale uitrekking minstens 80 %. Meest bij voorkeur is de maximale uitrekking minstens 100 %.
De matras of matrasbasis volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen heeft doorgaans een dikte welke begrepen is tussen 12,0 en 15,0 cm. Binnen deze ranges verleent de matras of matrasbasis een goed ligcomfort aan het subject en is het mogelijk voldoende diepe insnijdingen in de matras of matrasbasis aan te brengen zonder hierbij de integriteit van de matras of matrasbasis te benadelen. Bij voorkeur is de dikte van de matras of matrasbasis begrepen tussen 13,0 en 14,0 cm.
Het schuimmateriaal omvat volgens een uitvoeringsvorm polyurethaanschuim. Polyurethaan (PUR en / of PU) of polyurethaanschuim is een organisch polymeer dat doorgaans thermohardend is van aard. Polyurethaan kan tevens zijn thermoplastisch zijn. Polyurethaanpolymeren ontstaat door de reactie tussen een di- of tri-polyisocyanaat met een polyol. Polyurethaan geniet de voorkeur aangezien het over de gewenste materiaaleigenschappen beschikt en bovendien gemakkelijk bewerkbaar is, wat het aanbrengen van insnijdingen en / of insnijdingspatronen vereenvoudigt.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een matrassamenstel van een matrasbasis volgens één van de uitvoeringsvormen zoals hierboven beschreven en een matras. Het matrassamenstel is geschikt voor het dragen van een subject. De matras is hierbij voorzien van een schuimlaag, welke schuimlaag één of meerdere holten omvat. Deze holten strekken zich dwars op de lengterichting van de matras uit en zijn geschikt voor het omvatten van één of meerdere inzetstukken.
De inzetstukken zijn mogelijks langwerpig in de transversale richting van de matras. Voor de doeleinden van de onderhavige uitvinding moet de genoemde dwarsrichting worden begrepen als evenwijdig aan de breedte van de matras. Meer in het bijzonder moet transversaal ook worden opgevat als een richting loodrecht op de lengteas van het lichaam van een gebruiker.
In een uitvoeringsvorm omvatten de inzetstukken een schuim met een hardheid begrepen tussen 1,5 en 6,0 kPa, en een densiteit begrepen tussen 20 en 80 kg/m3. Het schuimmateriaal van de matras is doorgaans visco-elastisch. Het is bekend dat visco-elastische schuimmaterialen een drukverlagend vermogen hebben. Matrassen en kussens van visco-elastisch schuim creëren een 'zwevende' ervaring waarbij het lichaam tijdens het slapen een virtuele staat van gewichtloosheid bereikt. Lange tijd werd vastgesteld dat dit zweefslapen de meest optimale manier was om ergonomische problemen op te lossen of te voorkomen. Het blijft echter noodzakelijk om op bepaalde locaties van het lichaam voldoende ondersteuning te blijven voorzien. Daartoe hebben de inzetstukken bij voorkeur een dichtheid tussen 25 en 65 kg/m3. Door inzetstukken met eenzelfde en / of een verschillende hardheid te verschaffen op verschillende intervallen in de matras volgens de onderhavige uitvinding, zijn in de transversale richting van de matras steunpunten voorzien voor het lichaam van de gebruiker. Deze punten verbeteren de ergonomische aard van de matras en zorgen voor een optimale slaapervaring. Het bleek dat buiten dit bereik de inzetstukken onvoldoende ondersteuning gaven, of dat het comfort voor het subject afnam.
In het bijzonder het samenstel omvattende en matrasbasis volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding en de matras zoals hierbij beschreven, zorgen voor een optimale ondersteuning en een optimaal ligcomfort ten aanzien van een subject. Het voordeel van het samenstel zit in de unieke combinatie tussen een matrasbasis met zones met verlaagde zonale hardheid en een matras met transversale inzetstukken, welke de hardheid van de matras lokaal verhogen. De matrasbasis en de matras zijn los beweegbaar van elkaar in het samenstel, waardoor verschillende oriëntaties van de matrasbasis ten opzichte van de matras verschillende ondersteunings- en comfortervaringen aan het subject verlenen. Dit maakt het onderhavige samenstel ideaal indien een blijvende aanpasbaarheid van de ligkarakteristieken gewenst is. Het subject kan immers gewoon bij zich thuis, en op eigen beweging, de matrasbasis omdraaien over diens verschillende assen en hierdoor de positie van de verschillende zones met verlaagde zonale hardheid anders oriënteren ten opzichte van de matras.
Onder normale omstandigheden heeft een matras of matrassamenstel een levensduur van ongeveer 10 tot 15 jaar. Gedurende die tijdsspanne kan het menselijk lichaam significante veranderingen ondergaan (bijvoorbeeld gewichtsverlies of -toename, zwangerschap etc.). De huidige uitvinding maakt het mogelijk om het schuimartikel aan te passen aan de lichaamsveranderingen van het subject. Volgens een uitvoeringsvorm kunnen de inzetstukken van de matras worden verwijderd en vervangen, afhankelijk van veranderingen in het lichaam van het subject.
De schuimlaag van de matras omvat heeft bovendien een dichtheid die een relatief hoge mate van materiaalduurzaamheid verschaft. De dichtheid van de schuimlaag kan ook andere kenmerken van het schuim beïnvloeden, zoals de manier waarop de schuimlaag reageert op druk en het gevoel van het schuim. In sommige uitvoeringsvormen heeft de schuimlaag een dichtheid van niet minder dan ongeveer 30 kg/m3 en niet meer dan ongeveer 150 kg/m3. In andere uitvoeringsvormen kan de schuimlaag een dichtheid van tenminste ongeveer 40 kg/m3 en niet meer dan ongeveer 135 kg/m3 hebben. In nog andere uitvoeringsvormen kan de schuimlaag een dichtheid van tenminste ongeveer 50 kg/m3 en niet meer dan ongeveer 120 kg/m3 hebben.
In een uitvoeringsvorm kan genoemde schuimlaag een niet-netvormig netwerk, namelijk met intacte cellen, of een netvormig schuim zijn, namelijk met skeletachtige cellulaire structuur met open cellen. De matras in het samenstel kan mogelijks zijn voorzien van een toplaag die over het bovenoppervlak van matras is geplaatst en wordt ondersteund door deze matras. De toplaag omvat bij voorkeur een niet-visco-elastisch materiaal.
In een uitvoeringsvorm kan de niet-visco-elastische toplaag rusten op de matras zonder daaraan te zijn bevestigd. In een andere uitvoeringsvorm kunnen de lagen aan elkaar worden bevestigd door een cohesief bindmateriaal, en/of door bijvoorbeeld co-extrusie.
Zowel het bovenoppervlak als het onderoppervlak van de verschillende elementen in het matrassamenstel kunnen in hoofdzaak vlak zijn. In andere uitvoeringsvormen kan tenminste één van deze oppervlakken niet vlak zijn.
Volgens een uitvoeringsvorm is de toplaag bij voorkeur een zacht polyurethaanschuim of een visco-elastisch schuim. De toplaag zal bij voorkeur het ademend vermogen van de matras verbeteren. Visco-elastisch schuimmateriaal laat geen goede ventilatie toe, waardoor een niet-visco-elastische toplaag het ademend vermogen van het matrassamenstel verder verbetert. Dit voorkomt het zweten van een subject gedurende de slaap.
Volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm is genoemde toplaag een op water gebaseerd (polyurethaan) schuim dat polyolen omvat, bij voorkeur polyolen van vegetatieve oorsprong.
Met meer voorkeur wordt het genoemde schuim door geldeeltjes afgewisseld, wat de mechanische en fysische kenmerken alsmede het ademend vermogen van het schuim vergroot, waardoor het materiaal bijzonder geschikt is voor gebruik als een toplaag in de onderhavige uitvinding. Bij voorkeur hebben de geldeeltjes een grootte van 1 tot 5 mm en omvatten ze 5 tot 20% van het totale volume van de schuimmatrix van de toplaag. De toplaag zal bij voorkeur een dichtheid hebben van tussen 40 en 70 kg/m3, met meer voorkeur tussen 50 en 60 kg/m3, zoals ongeveer 55 kg/ m3, gemeten volgens ISO-norm 845. De hardheid van de toplaag ligt bij voorkeur tussen 0,5 en 1,5 kPa, met meer voorkeur tussen 0,6 en 1,3 kPa, zoals 0,8 kPa, indien gemeten volgens ISO-standaard 3386. De treksterkte van de toplaag zal bij voorkeur liggen tussen 35 en 55 kPa, met meer voorkeur tussen 40 en 50 kPa, zoals 45 kPa, gemeten volgens ISO-norm 1798. De veerkracht door balterugslag van de toplaag is bij voorkeur hoger dan 40 %, met meer voorkeur tussen 50 en 80 % gemeten volgens ISO-norm 8307. De compressie van de toplaag is bij voorkeur lager dan 5 % (gemeten volgens ISO-standaard 1856). Elk van deze parameters draagt bij aan een optimaal ventilerende en comfortabele toplaag.
De inzetstukken zijn volgens een uitvoeringsvorm verspreid over de matras, waarbij de positie van de inzetstukken correspondeert met posities op het lichaam van het subject, welke posities ondersteuning vereisen. De unieke combinatie van de matrasbasis en de matras op maat levert hierbij een optimale ondersteuning aan een veelzijdigheid aan subjecten met verschillende lichaamsbouw en/of eigenschappen, terzelfdertijd een bijzonder goed ligcomfort voorziend. Het betreffende samenstel laat toe specifieke lichaamslocaties en / of lichaamszones van meer of minder steun te voorzien, waardoor een ondersteuningspatroon wordt verkregen dat volledig inspeelt op de persoonlijke situatie van elk subject.
De hardheid en / of de posities van de inzetstukken zijn gekozen op basis van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject, hierbij voorziend in een optimale ondersteuning. Parameters omvatten mogelijks informatie over lichaamsgewicht, gewicht, positie van de schouders de heup, de dijen, de knieën, de onderbenen en / of de voeten. Deze locaties op het lichaam blijken extra ondersteuning nodig te hebben om een ergonomische manier van slapen te bieden.
Het matrassamenstel is volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm op verschillende manieren te configureren, namelijk door het kiezen van een positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras. Deze keuze wordt gemaakt op basis van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject. Naargelang de gewenste ondersteuning en / of het gewenste comfort kan de oriëntatie van de matrasbasis ten opzichte van de matras worden gekozen. Een matrasproducent is tevens in staat om op basis van bepaalde lichaamsparameters van het subject een geprefereerde oriëntatie van de matrasbasis ten opzichte van de matras te bepalen.
In een verdere of afzonderlijke uitvoeringsvorm hebben de inzetstukken een hardheid welke begrepen is tussen 1,8 en 5,0 kPa.
In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm kunnen 5 klassen van inzetstukken worden gebruikt in de onderhavige uitvinding, waarbij de inzetstukken worden geclassificeerd volgens hardheid. Volgens een voorkeursvorm heeft klasse I (extra zacht) een hardheid tussen 1,0 en 2,5 kPa, klasse II (zacht) heeft een hardheid tussen 2,5 en 3,5 kPa, klasse III (medium) heeft een hardheid tussen 3,5 en 3,9 kPA, klasse IV (hard) heeft een hardheid tussen 4,0 en 4,5 kPa en klasse V (extra hard) heeft een hardheid van meer dan 4,5 kPa.
De inzetstukken hebben volgens een uitvoeringsvorm een treksterkte die hoger is dan 50 kPa, bij voorkeur tussen 50 en 150 kPa.
In nog een verdere of andere uitvoeringsvorm is de maximale vervorming van de in zetstukken hoger dan 50 %, bij voorkeur tussen 60 en 160 %, gemeten volgens de ISO-norm 1798.
De veerkracht door balterugslag van de inzetstukken is bij voorkeur hoger dan 40 %, met meer voorkeur tussen 50 en 80 %.
De compressie van de inzetstukken is bij voorkeur lager dan 10 % (gemeten volgens ISO-norm 1856. De natte compressie, gemeten volgens NFT-norm 56 112 is bij voorkeur lager dan 50 %.
In principe kunnen genoemde inzetstukken worden vervaardigd uit elk geschikt schuimmateriaal met de kenmerken zoals hierboven beschreven. Bij voorkeur zijn de inzetstukken vervaardigd uit een schuim met hoge veerkracht (HR-schuim) of een koudschuim. Schuim met hoge veerkracht heeft een minder uniforme, meer willekeurige, celstructuur die verschilt van conventionele producten. De verschillende celstructuur helpt bij het toevoegen van ondersteuning, comfort en veerkracht of stuiteren. Schuimen met hoge veerkracht hebben een hoge ondersteuningsfactor en een grotere oppervlakteweerstand dan conventionele schuimen. Door de uitvinders werd gevonden dat de combinatie van viscoelastisch schuim met HR-inzetstukken voorzien in een perfecte combinatie van drukverlagende eigenschappen en ondersteuning.
In een uitvoeringsvorm kan genoemd HR-schuim niet-netvormig zijn. In een andere uitvoeringsvorm kan genoemd HR-schuim worden verknoopt.
Geschikte schuimen die kunnen worden gebruikt in een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn onder andere, doch niet beperkt tot, HR28, HR38, HR43, HR45, HR55M, HR60, of combinaties ervan.
Volgens een meest geprefereerde uitvoeringsvorm omvatten de inzetstukken een polyurethaanschuim.
Volgens een voorkeursvorm hebben de inzetstukken een maximale diameter welke begrepen is tussen 3 en 6 cm, bij voorkeur ongeveer 4 cm. Diameters buiten dit bereik zijn niet effectief of tasten het comfort van de gebruiker aan. Bij voorkeur zullen de genoemde inzetstukken een cirkelvormige, hexagonale, vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnedevorm hebben.
Volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm zijn genoemde inzetstukken buisvormig. De inzetstukken zijn hierbij volledig ingebed in de visco-elastische schuimlaag. De inzetstukken kunnen zijn voorzien in een discontinu patroon langs een dwarslijn van het voorwerp. Het inzetstuk kan bijvoorbeeld een opstelling van bollen op regelmatige punten van een dergelijke dwarslijn zijn.
Volgens een andere uitvoeringsvorm kan genoemd inzetstuk een opeenvolging van afzonderlijke cilinders zijn, bij voorkeur cilinders met dezelfde afmetingen, op discrete afstanden langs genoemde dwarslijn.
Volgens een andere, meest geprefereerde uitvoeringsvorm strekken de inzetstukken zich over de gehele breedte van de matras uit. De inzetstukken kunnen worden aangebracht in holtes, die zich uitstrekken van de ene kant van de matras naar de andere kant en waarbij de inzetstukken de gehele breedte van de matras overspannen. Als alternatief, bijvoorbeeld voor een tweepersoonsmatras, kunnen inzetstukken worden verschaft die slechts de helft van de breedte van de matras beslaan. In een dergelijk geval kan een tweepersoonsmatras worden verschaft die is gepersonaliseerd voor twee subjecten, waarbij op een helft de inzetstukken worden gepositioneerd voor één subject en de andere helft is aangepast voor een tweede subject.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het voorzien van een op maat gemaakt matrassamenstel aan een subject. Dit matrassamenstel omvattende een matrasbasis en een matras, waarbij de matrasbasis minstens twee zones met een verlaagde zonale hardheid omvat, en de matras een schuimlaag voorzien van één of meerdere holten, en één of meerdere inzetstukken omvat. De inzetstukken zijn hierbij ingebed in de holten van de schuimlaag. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de volgende stappen: (a) het verkrijgen van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject, (b) het bepalen van een vereiste positie en een vereiste hardheid van genoemde inzetstukken van de matras op basis van de lichaamsparameters, (c) het bepalen van een geprefereerde positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras op basis van de lichaamsparameters, (d) het vervaardigen van de matrasbasis, omvattende de zones met verlaagde zonale hardheid, (e) het vervaardigen van de matras, omvattende de inzetstukken met de vereiste hardheid op de vereiste posities, en (f) het samenstellen van het matrassamenstel overeenkomstig de geprefereerde positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras.
De onderhavige werkwijze laat toe een op maat gemaakt matrassamenstel te voorzien aan een subject, welk matrassamenstel volledig is afgestemd op de specifieke eisen van velerlei lichaamstypes en / of vormen. De matrasbasis voorziet hierbij in zones met een verlaagde hardheid, welke vorm geven aan zogenaamde comfortzones en / of inzinkingszones, terwijl de matras zelf hierbij voorziet in locaties met een grotere stevigheid. De unieke combinatie tussen beide lagen garandeert een erg genuanceerd ondersteuningsprofiel van het matrassamenstel dat aan velerlei eisen kan voldoen. De unieke opbouw van het matrassamenstel laat bovendien toe dat het matrassamenstel nog na vervaardiging ervan kan worden aangepast aan, al dan niet tijdelijke, omstandigheden, waarbij het ondersteuningsprofiel kan worden gewijzigd door het kiezen van een andere oriëntatie van de matrasbasis ten opzichte van de matras, of mogelijks door het verwisselen en / of vervangen van inzetstukken in de matras.
Bij voorkeur worden de zones met een verlaagde zonale hardheid verkregen middels het voorzien van één of meerdere insnijdingen en / of insnijdingspatronen in de matrasbodem in stap d. Het voorzien van insnijdingen en/of insnijdingspatronen is een eenduidige manier om de hardheid van de matrasbasis zonaal aan te passen en laat een grote variatie in verkregen hardheid toe. Bovendien is het voorzien van insnijdingen een kostenefficiënte manier om een hardheidsverlaging te bewerkstelligen.
De lichaamsparameters worden volgens een uitvoeringsvorm gekozen uit de groep van gewicht, lengte, schouderbreedte, heupbreedte, of combinaties ervan. De genoemde parameters betreffen lichaamsdelen en / of lichaamslocaties welke een aangepaste ondersteuning vereisen. Op basis van deze parameters kan enerzijds worden bepaald door een matrasproducent welke inzetstukken op welke locatie vereist zijn om een correcte ondersteuning van het subject te bewerkstelligen, anderzijds kan tevens de voorkeursoriëntatie van de matrasbasis ten opzichte van de matras worden bepaald. De bepaalde voorkeuren betreffen indicaties en/ of aanbevelingen op basis waarvan het matrassamenstel wordt vervaardigd en voorzien aan het subject. Het samenstel laat evenwel toe achteraf de oriëntatie te veranderen en / ofte kiezen voor aangepaste inzetstukken.
De lichaamsparameters worden volgens een uitvoeringsvorm verkregen middels het bevragen van het subject in stap a, op een wijze gekozen uit de groep van een gesprek, een telefoongesprek, het invullen van een vragenlijst, het invullen van een online vragenlijst, het invullen van een reeks meerkeuzelijsten en / of tekstvelden, of combinaties ervan. Bij voorkeur gebeurt het verzamelen van de parameters via een online vragenlijst.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm worden lichaamsparameters verkregen middels het opmeten van het lichaam van het subject en / of het maken van een lichaamsscan met behulp bijvoorbeeld een 3D-camera. Bij voorkeur zullen deze lichaamsparameters vervolgens worden gebruikt om de vereiste hardheid en posities van inzetstukken in de matras te bepalen.
Volgens nog een verdere of andere uitvoeringsvorm worden lichaamsparameters verkregen middels het maken van een dieptebeeld van het lichaam van genoemd subject met behulp van een dieptecamera- of dieptesensorsysteem omvattende één of meerdere dieptecamera's of dieptesensoren. Op basis van het verkregen dieptebeeld, worden lichaamsparameters van het individu bepaald. Deze parameters vormen de basis voor het bepalen van de positie en / of hardheid van de inzetstukken zoals hierboven beschreven.
De werkwijze voorziet volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm een matrassamenstel volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING
Het in Fig. 1 getoonde zijaanzicht van een voorkeursvorm van de matrasbasis 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat twee oppervlakken O, O' en vier zones 2, 3, 4 en 5 gelegen in deze oppervlakken O, O'. Fig. 3a toont een equivalent perspectivisch aanzicht van de matrasbasis 1. De matrasbasis 1 heeft een hoogte H (ofwel dikte) van 13,5 cm. Drie van deze zones zones 3, 4 en 5 hebben een zonale hardheid welke lager is dan de basishardheid van het schuimmateriaal waaruit de matrasbasis 1 is vervaardigd. De verlaagde, zonale hardheid wordt verkregen middels de insnijdingen en / of insnijdingspatronen 6, 6' en 6 welke zijn aangebracht in de oppervlaktelaag van de oppervlakken O en O'. De insnijdingen 6, 6' en 6 strekken zich uit over de volledige breedte B van de matrasbasis 1. De vier zones 2, 3, 4 en 5 hebben als gevolg van de verschillende insnijdingen en / of insnijdingspatronen 6, 6' en 6 een verschillende zonale hardheid, waardoor de matrasbasis 1 volgens vier verschillende oriëntaties kan worden toegepast. Wanneer een subject gaat liggen met de schouders ter hoogte van zone 2, ook een eerste oriëntatie genoemd, ervaart het subject een stevige ondersteuning over het gehele lichaam. Met de schouders ter hoogte van zone 3, ofwel volgens een tweede oriëntatie, ervaart het subject een stevige ondersteuning met een verlaagde hardheid ter hoogte van de schouders. Hierdoor zinken de schouders licht in de matrasbasis 1, wat de natuurlijke kromming van de rug bevordert. Wanneer het subject op de matrasbasis 1 gaat liggen met de schouders ter hoogte van zone 4, overeenkomstig een derde oriëntatie, ervaart het subject een matige ondersteuning met een verlaagde hardheid ter hoogte van de schouders. Zone 5 ten slotte, overeenkomstig een vijfde oriëntatie, zorgt voor een zachte ondersteuning met verlaagde hardheid ter hoogte van de schouders. De verschillende hardheden worden verkregen middels de insnijdingen 6, welke een diepte hebben van ongeveer 3,5 cm en een gebogen vorm hebben. De insnijdingen 6 leveren een licht verlaagde zonale hardheid op ter hoogte van zone
3. De insnijdingen 6' zorgen voor een matige verlaging van de zonale hardheid ter hoogte van zone 4, en hebben een diepte van ongeveer 3,1 cm, loodrecht op het oppervlak O georiënteerd. De grootste verlaging in zonale hardheid wordt verkregen middels de insnijdingen 6 ter hoogte van de zone 5, welke een diepte hebben begrepen tussen ongeveer 1,0 cm en ongeveer 3,0 cm. De zones 4 en 5 omvatten bovendien een één of meerdere insnijdingen in de lengterichting van de matrasbasis 1, met een diepte van ongeveer 4,0 cm.
Zoals weergegeven in Fig. 2 wordt de matrasbasis 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding gebruikt in een matrassamenstel volgens het tweede aspect. De matrasbasis 1 ondersteunt hierbij een matras 7. Mogelijks wordt de matras bedekt door een toplaag 10.
Fig. 3b toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding. Het samenstel omvat een matrasbasis 1 en een matras 7, omvattende een schuimlaag 8 en inzetstukken 9 met een hardheid begrepen tussen 1,5 en 6,0 kPa, en een densiteit begrepen tussen 20 en 80 kg/m3.
Zoals weergegeven in Fig. 3c omvat het matrassamenstel volgens een voorkeursvorm een matrasbasis 1, een matras 7 en een toplaag 10.
Lijst van de op Figuren 1 t.e.m. 3c aangeduide onderdelen:
matrasbasis zone met zonale hardheid gelijk aan de basishardheid zone met zonale hardheid licht verlaagd t.o.v. de basishardheid zone met zonale hardheid matig verlaagd t.o.v. de basishardheid zone met zonale hardheid zwaar verlaagd t.o.v. de basishardheid gebogen insnijdingen met een diepte van ongeveer 3,5 cm
6' rechte insnijdingen met een diepte van ongeveer 3,1 cm insnijdingen met een diepte begrepen tussen 1,0 cm en 3,0 cm matras in een matrassamenstel schuimmateriaal van de matras inzetstukken toplaag in een matrassamenstel
O eerste oppervlak van de matrasbasis
O' tweede oppervlak van de matrasbasis
B breedte van de matrasbasis
H hoogte (dikte) van de matrasbasis

Claims (24)

1. Een matras of matrasbasis, omvattende een schuimmateriaal met een basishardheid, welke matras of matrasbasis een eerste, vlak oppervlak omvat en overliggend aan het genoemde eerste oppervlak, een tweede, vlak oppervlak omvat, waarbij zowel het eerste als het tweede oppervlak een oppervlaktelaag omvatten en geschikt zijn om een subject te dragen, waarbij de oppervlakken in zones met een zonale hardheid zijn ingedeeld, gelegen aan weerszijden van een fictieve middellijn, loodrecht op de lengterichting van de matras of matrasbasis, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede oppervlak elk minstens één zone omvatten met een zonale hardheid lager dan de basishardheid van de matras of matrasbasis, en waarbij de verlaging in hardheid het resultaat is van één of meerdere insnijdingen en / of insnijdingspatronen in de oppervlaktelaag ter hoogte van deze zones.
2. Matras of matrasbasis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede oppervlak elk twee zones omvatten, gelegen aan weerszijden van de fictieve middellijn.
3. Matras of matrasbasis volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zonale hardheid van minstens drie van de zones lager is dan de basishardheid van de matras of matrasbasis.
4. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de insnijdingen en / of insnijdingspatronen zich uitstrekken in een richting naar de kern van de matras of matrasbasis toe, en waarbij de richting in hoofdzaak loodrecht op de oppervlaktelaag is georiënteerd.
5. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de insnijdingen en / of de insnijdingspatronen een diepte hebben welke begrepen is tussen 0,5 en 5,0 cm, bij voorkeur tussen 1,0 en 4,0 cm.
6. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het schuimmateriaal een basishardheid heeft welke begrepen is tussen 2,0 en 5,5 kPa, bij voorkeur tussen 3,0 en 4,5 kPa.
7. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de zonale hardheid van de genoemde zones met verlaagde zonale hardheid tussen 1,0 en 25,0 %, bij voorkeur tussen 2,5 en 10,0 %, lager is dan de basishardheid van het schuimmateriaal.
8. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het schuimmateriaal een densiteit heeft welke begrepen is tussen 25 en 65 kg/m3, bij voorkeur tussen 50 en 60 kg/m3.
9. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de zones met een verlaagde zonale hardheid een densiteit hebben welke tussen 1,0 en 25,0 %, bij voorkeur tussen 2,5 en 10,0 %, lager is dan de densiteit van het schuimmateriaal.
10. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het schuimmateriaal een maximale treksterkte heeft welke minstens 65 kPa is en een veerkracht heeft welke minstens 45 % is.
11. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de matras of matrasbasis een dikte heeft welke begrepen is tussen 12,0 en 15,0 cm, bij voorkeur tussen 13,0 en 14,0 cm.
12. Matras of matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de matras of matrasbasis koudschuim omvat met .
13. Een matrassamenstel van een matrasbasis volgens één der voorgaande conclusies 1-12 en een matras, geschikt voor het dragen van een subject, welke matras een schuimlaag voorzien van één of meerdere holten omvat, welke holten zich uitstrekken dwars op de lengterichting van de matras, met het kenmerk, dat de matras één of meerdere inzetstukken omvat, welke inzetstukken zijn ingebed in de holten van de schuimlaag
14. Matrassamenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de inzetstukken een schuim omvatten met een hardheid begrepen tussen 1,5 en 6,0 kPa, en een densiteit begrepen tussen 20 en 80 kg/m3.
15. Matrassamenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de hardheid en / of densiteit van de inzetstukken verschillend is, waarbij de hardheid correspondeert met de vereiste ondersteuning van het subject.
16. Matrassamenstel volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de inzetstukken verspreid zijn over de matras, waarbij de positie van de inzetstukken correspondeert met posities op het lichaam van het subject, welke posities ondersteuning vereisen.
17. Matrassamenstel volgens één der voorgaande conclusies 14 of 16, met het kenmerk, dat de hardheid en / of posities van de inzetstukken zijn gekozen op basis van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject.
18. Matrassamenstel volgens één der voorgaande conclusies 14-17, met het kenmerk, dat de positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras wordt gekozen op basis van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject.
19. Matrassamenstel volgens één der voorgaande conclusies 14-18, met het kenmerk, dat de inzetstukken polyurethaanschuim omvatten.
20. Werkwijze voor het voorzien van een op maat gemaakt matrassamenstel aan een subject, het matrassamenstel omvattende een matrasbasis en een matras, de matrasbasis omvattende minstens twee zones met een verlaagde zonale hardheid, en de matras omvattende een schuimlaag voorzien van één of meerdere holten, en één of meerdere inzetstukken, welke inzetstukken zijn ingebed in de holten van de schuimlaag, omvattende de stappen:
a. het verkrijgen van één of meerdere lichaamsparameters geassocieerd met het subject,
b. het bepalen van een vereiste positie en een vereiste hardheid van genoemde inzetstukken van de matras op basis van de lichaamsparameters,
c. het bepalen van een geprefereerde positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras op basis van de lichaamsparameters,
d. het vervaardigen van de matrasbasis, omvattende de zones met verlaagde zonale hardheid,
e. het vervaardigen van de matras, omvattende de inzetstukken met de vereiste hardheid op de vereiste posities, en
f. het samenstellen van het matrassamenstel overeenkomstig de geprefereerde positie van de matrasbasis ten opzichte van de matras.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de zones met een verlaagde zonale hardheid worden verkregen middels het voorzien van één of meerdere insnijdingen en / of insnijdingspatronen in de matrasbodem in stap d.
22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de lichaamsparameters worden gekozen uit de groep van gewicht, lengte, schouderbreedte, heupbreedte, of combinaties ervan.
23. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 20-22, met het kenmerk, dat de lichaamsparameters worden verkregen middels het bevragen van het subject in stap a, op een wijze gekozen uit de groep van een gesprek, een telefoongesprek, het invullen van een vragenlijst, het invullen van een online vragenlijst, het invullen van een reeks meerkeuzelijsten en / of tekstvelden, of combinaties ervan.
24. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 20-23, waarbij een matrassamenstel volgens conclusie 13-19 wordt voorzien.
NL2021803A 2018-10-12 2018-10-12 Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel NL2021803B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2021803A NL2021803B1 (nl) 2018-10-12 2018-10-12 Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel
EP19202719.1A EP3698675A1 (en) 2018-10-12 2019-10-11 Mattress base, assembly of a mattress base and a mattress and a method for providing this assembly

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2021803A NL2021803B1 (nl) 2018-10-12 2018-10-12 Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2021803B1 true NL2021803B1 (nl) 2020-05-13

Family

ID=65199547

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2021803A NL2021803B1 (nl) 2018-10-12 2018-10-12 Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3698675A1 (nl)
NL (1) NL2021803B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3944791A1 (de) * 2020-07-30 2022-02-02 Emma Sleep GmbH Schaumstoffkern für eine matratze sowie matratze

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2026708B1 (en) * 2020-10-20 2022-06-16 Maxtrass B V Adaptable mattress
WO2022086327A1 (en) 2020-10-20 2022-04-28 Maxtrass B.V. Adaptable mattress

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20212460U1 (de) 2002-08-11 2002-12-19 Gerhardt, Michael, 74354 Besigheim Individuelle Härteeinstellung der einzelnen Zonen bei Mehrzonenmatratzen durch den Matratzennutzer
US20050115003A1 (en) * 2002-06-01 2005-06-02 Torbet Philip A. Internal contour foam mattress
US20050210595A1 (en) 2004-03-23 2005-09-29 Di Stasio Anthony A Mattress having reticulated viscoelastic foam
EP2322060A1 (de) * 2009-11-16 2011-05-18 Recticel Bedding (Schweiz) AG Matratzensystem für ein Bett
JP2013240479A (ja) * 2012-05-21 2013-12-05 France Bed Co Ltd マットレス装置
US20140059776A1 (en) 2012-08-29 2014-03-06 Sinomax Usa, Inc. Adjustable mattress topper
WO2014105045A1 (en) 2012-12-28 2014-07-03 Tempur-Pedic Management, Llc Enhanced mobility mattress
EP3023034A2 (en) * 2014-10-29 2016-05-25 Perzona Benelux B.V. Viscoelastic foam product with inserts

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050115003A1 (en) * 2002-06-01 2005-06-02 Torbet Philip A. Internal contour foam mattress
DE20212460U1 (de) 2002-08-11 2002-12-19 Gerhardt, Michael, 74354 Besigheim Individuelle Härteeinstellung der einzelnen Zonen bei Mehrzonenmatratzen durch den Matratzennutzer
US20050210595A1 (en) 2004-03-23 2005-09-29 Di Stasio Anthony A Mattress having reticulated viscoelastic foam
EP2322060A1 (de) * 2009-11-16 2011-05-18 Recticel Bedding (Schweiz) AG Matratzensystem für ein Bett
JP2013240479A (ja) * 2012-05-21 2013-12-05 France Bed Co Ltd マットレス装置
US20140059776A1 (en) 2012-08-29 2014-03-06 Sinomax Usa, Inc. Adjustable mattress topper
WO2014105045A1 (en) 2012-12-28 2014-07-03 Tempur-Pedic Management, Llc Enhanced mobility mattress
EP3023034A2 (en) * 2014-10-29 2016-05-25 Perzona Benelux B.V. Viscoelastic foam product with inserts

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3944791A1 (de) * 2020-07-30 2022-02-02 Emma Sleep GmbH Schaumstoffkern für eine matratze sowie matratze
US11819135B2 (en) 2020-07-30 2023-11-21 Emma Sleep Gmbh Foam core for a mattress and mattress

Also Published As

Publication number Publication date
EP3698675A1 (en) 2020-08-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2021803B1 (nl) Matrasbasis, samenstel van een matrasbasis en een matras en een werkwijze voor het voorzien van dit samenstel
EP1935388B1 (en) Multi-walled gelastic material
US8932692B2 (en) Cushions comprising deformable members and related methods
DK2337477T3 (en) Method of manufacturing an aged mattress assembly
US8359689B2 (en) Mattress adapted for supporting heavy weight persons
CA2811506C (en) Multi-walled gelastic mattress system
EP2012623B1 (en) Process for preparing an apparatus comprising a gel layer
US8628067B2 (en) Cushions comprising core structures and related methods
US5669094A (en) Mattress with visco-elastic, temperature sensitive top layer
US20060248652A1 (en) Foam spring mattress
US20120031800A1 (en) Gel putties, articles comprising same, and methods of forming such gel putties and articles
EP3023034B1 (en) Method for providing a personalized mattress
EP2481318B1 (en) Method for manufacturing a mattress or a mattress-pillow combination and components used therein
US20140223666A1 (en) Skin irritant reduction cushioning construction
US11918118B2 (en) Knee cushions
Dénes et al. Comparative study of body pressure distribution on the user-cushion interfaces with various support elasticities
US20190045942A1 (en) Mattress Containing Ergonomic and Firmness-Regulating Endoskeleton
NL2013707B1 (en) Viscoelastic foam product with inserts.
CA3073201A1 (en) Three dimensional polylactide fiber matrix layer for bedding products
EP2692265B1 (en) Support apparatus with gel layer and process for its preparation
US20190053631A1 (en) Pre-conditioned three dimensional polymeric fiber matrix layer for bedding products
BE1014337A6 (nl) Hoofdkussen.
TR202010978A2 (tr) Yay karkasi ve yatak üreti̇mi̇
AU3827002A (en) Cushion

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: SLEEPTRADE HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: PERZONA INTERNATIONAL B.V.

Effective date: 20231204