<Desc/Clms Page number 1>
"Hoofdkussen."
De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoofdkussen voorzien voor het ondersteunen van het hoofd en de nek van een daarop gelegen persoon, bevattende een elastisch samendrukbaar lichaam met een boven-en een onderzijde en met, in zijaanzicht, een eerste randzone, een middelste zone en een tweede randzone, waarbij ten minste de eerste randzone een nekzone vormt voorzien voor het ondersteunen van de nek en waarbij de middelste zone een hoofdzone vormt voorzien voor het ondersteunen van het hoofd. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een orthopedisch kussen waarvan genoemde nekzone voorzien is voor het ondersteunen van de nek van een persoon met hetzij een verminderde cervicale lordose of met een cervicale hyperlordose.
Uit de praktijk en uit de literatuur is het bekend dat het hoofdkussen voor een zachte, continue ondersteuning van zowel de nek als het hoofd zou moeten zorgen. Vooral tijdens de diepslaapfases, wanneer er een maximale spierrelaxatie optreedt, zou de cervicale wervelkolom zowel in zijlig als in ruglig in fysiologische stand volledig ondersteund moeten worden. Bij een totale spierrelaxatie kan de druk op de cervicale wervelkolom namelijk tot 40 kg/crn oplopen.
Volgens de uitvinder dient er naar gestreefd te worden dat zowel de nek als het hoofd met een gelijkmatige druk ondersteund worden. Op deze manier komen het hoofd en de hals van de persoon in de voor hem meest comfortabele anatomische houding te liggen. Dit heeft voor gevolg dat hoofd-, hals en schouderspieren van de persoon
<Desc/Clms Page number 2>
een zeer relaxe of ontspannen houding aannemen, dit terwijl het kussen het hoofd van de persoon goed ondersteunt. Een dergelijk kussen verbetert aldus met andere woorden zowel het orthopedisch comfort als het slaapcomfort van de persoon die erop gelegen is.
Uit de praktijk zijn er reeds een aantal verschillende orthopedische hoofdkussens bekend, waaronder schuim-, gel-, water- en luchtkussens. De bekende orthopedisch schuimkussens bieden het nadeel dat het hoofd niet met een uniforme druk ondersteund wordt tenzij het kussen volledig op maat wordt. Bij orthopedische hoofdkussens met een vaste vorm en een plat bovenoppervlak gaat de druk of spanning op het hoofd en de nek immers groter zijn naarmate de inzakking groter is. Bij orthopedische hoofdkussens met een gevormd bovenvlak gaat de spanning op hoofd en nek groter zijn naarmate de dikte van het materiaal kleiner is (cfr. de wet van Hooke toegepast op orthopedische hoofdkussens). De druk of spanning op het hoofd is onregelmatig en overschrijdt altijd het gemiddelde.
Door deze wisselende spanning op hoofd en nek krijgt men, voor verschillende personen, een wisselende spanning op het hoofd-halssegment en dus meer kans op een verstoring van de neutrale houding. Om effectief te zijn dienen dergelijke orthopedische hoofdkussens aldus volledig op maat gemaakt te worden.
Ten opzichte van orthopedische schuimkussens bieden de orthopedische gel-, water- of luchtkussens het voordeel dat de druk op het hoofd gelijkmatiger verdeeld is. Dergelijke kussens dienen evenwel ook op maat gemaakt te worden en bieden doorgaans niet hetzelfde slaapcomfort als een zacht schuimkussen. De met gel, water of lucht gevulde zak heeft immers een zeker volume zodanig dat wanneer het hoofd op het kussen gelegen is, deze zak volledig onder druk komt te staan en geen verdere indrukking van het kussen meer mogelijk is. Deze
<Desc/Clms Page number 3>
kussens zijn dan ook van een ander type dan deze waarop de uitvinding betrekking heeft aangezien ze geen elastisch samendrukbaar lichaam bevatten tenzij de water-, gel- of luchtzak in een schuimkussen zou ingewerkt worden.
De uitvinding heeft dan ook een nieuw hoofdkussen tot doel dat een elastisch samendrukbaar lichaam bevat en dat voor verschillende hoofden toch voor een gelijkmatige drukverdeling kan zorgen zonder dat hiertoe gebruik dient gemaakt te worden van met vloeistof of gas gevulde zakken die een nadelige invloed op het slaapcomfort hebben.
Tot dit doel is het hoofdkussen volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat in de hoofdzone het elastisch samendrukbaar lichaam voorzien is van een inwendige holte die door een boven-en een onderlaag begrensd wordt, die, in bovenaanzicht, ten minste even groot is als het contact oppervlak tussen de hoofdzone en de achterzijde van het hoofd van genoemde persoon wanneer deze daarop in ruglig gelegen is, en die een zodanige hoogte heeft dat bij het ondersteunen van genoemd hoofd de bovenlaag van de holte niet tegen de onderlaag gedrukt wordt of slechts met een beperkte kracht zodanig dat het gewicht van het hoofd voor maximaal 10% door de onderlaag opgevangen wordt.
Bij voorkeur heeft de inwendige holte in het kussen een zodanige hoogte dat bij het ondersteunen van genoemd hoofd de bovenlaag van de holte niet tegen de onderlaag gedrukt wordt.
Door de aanwezigheid van de inwendige holte rust het hoofd als het ware op een hangmat. Op de eerste plaats zorgt dit voor een gelijkmatige verdeling van de druk onder het hoofd zodanig dat het hoofd automatisch in de meest neutrale positie komt te liggen en er met andere woorden geen hefboomwerking rond een punt met de hoogste druk optreedt. Op de tweede plaats wordt door het hangmateffect de
<Desc/Clms Page number 4>
inzakkingdiepte van het hoofd niet meer door de samendrukking van het materiaal van het kussen beperkt doch wordt deze inzakkingsdiepte door de zwaarte van het hoofd bepaald. Als belangrijk gevolg hiervan is een hoofdkussen waarvan de nekzone voorzien is voor een bepaalde cervicale curvatuur (in ruglig) geschikt voor alle personen met een dergelijke cervicale curvatuur, onafhankelijk van de grootte van hun hoofd.
Bij de bekende orthopedische kussens met een vaste vorm diende voor personen met een groter hoofd de nekzone daarentegen hoger gemaakt te worden dan voor personen met een kleiner hoofd niettegenstaande deze eenzelfde cervicale curvatuur hadden. Bij het hoofdkussen volgens de uitvinding is dit niet het geval omwille van het feit dat een groter hoofd ook zwaarder weegt en aldus dieper in het kussen zakt waardoor de nekzone steeds voor de gewenste ondersteuning van de nek kan zorgen. Bij gebruik als orthopedisch kussen kan met het hoofdkussen volgens de uitvinding aldus met twee verschillende kussens volstaan worden, namelijk met een kussen met een nekzone voorzien voor personen met een sterke cervicale lordose (cervicale hyperlordose) en met een kussen met een nekzone voorzien voor personen met een zwakke cervicale lordose (afgevlakte cervicale curvatuur).
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het hoofdkussen volgens de uitvinding vormt de tweede randzone van het elastisch samendrukbaar lichaam een verdere nekzone zodanig dat het kussen zowel in een eerste als in een tweede positie, waarin het ten opzichte van de eerste positie 180 rond een verticale as gedraaid is, kan gebruikt worden. Bij voorkeur is het kussen een orthopedisch kussen, waarbij de ene nekzone voorzien is voor het ondersteunen van de nek van een persoon met een verminderde cervicale lordose terwijl de andere
<Desc/Clms Page number 5>
nekzone voorzien is voor het ondersteunen van de nek van een persoon met een cervicale hyperlordose.
In deze voorkeursuitvoeringsvorm kan in de praktijk aldus met een type hoofdkussen volstaan worden.
Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een hoofdkussen volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel slechts als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies, te beperken. De in de beschrijving aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin :
Figuur 1 een onderaanzicht weergeeft op een hoofdkussen volgens de uitvinding ; en
Figuren 2 tot 4 doorsneden doorheen het kussen weergeven, respectievelijk volgens de lijnen 11-11, 111-111 en IV-IV in figuur 1.
Het in de figuren weergegeven hoofdkussen is voorzien voor het ondersteunen van het hoofd en de nek van een daarop gelegen persoon en dit met een zo gelijkmatig mogelijk verdeelde druk. Het bevat een nagenoeg rechthoekig, elastisch samendrukbaar lichaam dat uit een natuurlijk en/of synthetisch, soepel schuimmateriaal vervaardigd is. Dit schuimmateriaal kan bijvoorbeeld een polyurethaanschuim zijn doch de voorkeur wordt gegeven aan een latex schuim. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat dit lichaam uit een bovenste, in een vorm gevormd deel 1 en uit een plaatvormig deel 2 dat onderaan in een inkeping tegen het bovenste deel 1 vastgelijmd is.
In zijaanzicht kunnen in het elastisch samendrukbaar lichaam drie zones onderscheiden worden, namelijk opeenvolgend een
<Desc/Clms Page number 6>
eerste randzone 3, een middelste zone 4 en een tweede randzone 5. De eerste randzone 3 vormt een nekzone en is voorzien voor het ondersteunen van de nek van de op het kussen gelegen persoon, in het bijzonder wanneer deze daarop in ruglig gelegen is. De middelste zone 4 vormt een hoofdzone die voorzien is voor het ondersteunen van het hoofd van de op het kussen gelegen persoon. De tweede randzone 5 vormt bij voorkeur eveneens een nekzone zodanig dat het kussen in twee verschillende posities kan gebruikt worden, namelijk in een eerste positie en in een tweede positie waarin het kussen ten opzichte van de eerste positie over 1800 rond een verticale as gedraaid is.
Een essentieel kenmerk van de uitvinding is dat het elastisch samendrukbaar lichaam in de hoofdzone 4 voorzien is van een inwendige holte 6 die in bovenaanzicht ten minste even groot is als het contact oppervlak tussen de bovenzijde van de hoofdzone 4 en de achterzijde van het hoofd van de persoon die in ruglig op het kussen gelegen is. In de weergegeven uitvoeringsvorm gaat het over de holte 6 in het midden van het kussen aangezien een op zijn rug gelegen persoon normaal met zijn hoofd in het midden van het kussen gelegen is.
Zoals weergegeven in figuur 2 wordt de holte 6 bovenaan door een bovenlaag 7 en onderaan door een onderlaag, gevormd door het plaatvormig deel 2, begrensd.
In bovenaanzicht kan de inwendige holte allerlei vormen aannemen doch bij voorkeur is ze in bovenaanzicht nagenoeg ovaalvormig. Ze heeft bijvoorbeeld een lengte I van ongeveer 21 cm en een breedte b van ongeveer 14. 5 cm. Meer algemeen heeft de holte 6 een lengte I van ten minste 18 cm, en bij voorkeur van ten minste 20 cm, en een breedte b van ten minste 12 cm, en bij voorkeur van ten minste 14 cm.
<Desc/Clms Page number 7>
Doordat de holte 6 in bovenaanzicht ten minste even groot is als het contact oppervlak tussen kussen en hoofd, eveneens in bovenaanzicht gezien, wordt het hoofd ondersteund zoals op een hangmat of op een trampoline. Dit betekent dat de ondersteuning vooral bepaald wordt door de trekkrachten die in de bovenlaag 7 optreden in plaats van door de samendrukbaarheid van het materiaal zelf. Zoals hierboven reeds uiteengezet wordt het hoofd hierdoor op een uniforme manier ondersteund of zijn met andere woorden de daarop uitgeoefende krachten gelijkmatig verdeeld, zelfs indien het kussen slechts een beperkte dikte heeft. In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm bestaat de bovenlaag 7 uit een laag schuim, meer bepaald uit een laag latex schuim.
Eventueel zou men deze laag ook uit een dunnere laag kunnen vervaardigen die een sterkere weerstand biedt aan trekkrachten, bijvoorbeeld uit een textiellaag, of zou men een dergelijke laag als versterking in de schuimlaag in kunnen werken.
Om de gewenste uniforme drukverdeling te bekomen, heeft de inwendige holte 6 een zodanige hoogte h dat bij het ondersteunen van het hoofd van de persoon waarvoor het kussen bestemd is, het gewicht van dit hoofd voor maximaal 10% door de onderlaag opgevangen wordt. Een dergelijke druk op de onderlaag 2 kan het gevolg zijn van het feit dat de bovenlaag 7 tot op de onderlaag ingedrukt wordt. Anderzijds is het ook mogelijk dat in de inwendige holte 6 een zeer soepel materiaal ingebracht is, in het bijzonder een zeer zacht schuim, dat maximaal 10% van het gewicht van het hoofd zal dragen doch dat voor een beter terugveren van de bovenlaag 7 zal zorgen. Om de optimale drukverdeling te bekomen, verdient het echter de voorkeur dat bij het ondersteunen van het hoofd van de persoon waarvoor het kussen bestemd is, de bovenlaag 7 niet tot tegen de onderlaag gedrukt wordt.
In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de holte 6 in het
<Desc/Clms Page number 8>
bijzonder ten minste in het midden een hoogte van minimaal 4 cm en bij voorkeur een hoogte van minimaal 5 cm.
Zoals hierboven reeds aangegeven is de nekzone 3 voorzien voor het ondersteunen van de nek van de in het bijzonder in ruglig op het kussen gelegen persoon. Hierbij is deze nekzone 3 voorzien voor het met nagenoeg dezelfde druk als het hoofd ondersteunen van de nek. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de nekzone 3 nagenoeg volledig uit schuim vervaardigd waarbij eventueel kleinere holtes kunnen voorzien worden om, zoals gebruikelijk is bij latex schuimen, de densiteit van het schuim te wijzigen. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen ook hardere of zachtere materialen in de nekzone 3 ingewerkt worden of eventueel zelfs met vloeistof of gas gevulde zakjes.
Een belangrijk voordeel van het hoofdkussen volgens de uitvinding is dat, door de aanpassing van het bovenvlak van de hoofdzone aan het hoofd, het kussen in twee richtingen kan gebruikt worden zonder dat de uniforme verdeling van de druk over het hoofd verloren gaat. Zoals in de weergegeven uitvoeringsvorm kan hierdoor ook de tweede randzone 5 als een nekzone uitgevoerd worden. Bij voorkeur is de eerste nekzone 3 voorzien voor het ondersteunen van de nek van een persoon met een verminderde cervicale lordose (afgevlakte cervicale curvatuur) terwijl de tweede nekzone 5 voorzien is voor het ondersteunen van de nek van een persoon met een vergrote cervicale lordose (cervicale hyperlordose).
Dit kan gerealiseerd worden door de eerste nekzone 3 lager uit te voeren dan de tweede nekzone 5 (zie figuur 2 : hoogtes h1 en h2). Eventueel kan men ook de samendrukbaarheid van de beide nekzones 3,5 instellen om de gewenste ondersteuning te bekomen, waarbij men bijvoorbeeld de eerste nekzone 3 uit een zachter schuim vervaardigd dan de tweede nekzone 5. Dit kan bijvoorbeeld eenvoudig verkregen worden door in de eerste nekzone 3 extra holtes te
<Desc/Clms Page number 9>
voorzien en/of door in de tweede nekzone 5 hardere schuimstukken of andere hardere elementen in te schuimen.
Wat betreft de ondersteuning die door de nekzone of zones geboden wordt, biedt het kussen volgens de uitvinding nog het voordeel dat de ondersteuning van de nek nagenoeg niet door de grootte van het hoofd be nvloedt wordt. Door de aanwezigheid van de inwendige holte 6 in de hoofdzone 4 van het kussen, zal een groter, en dus zwaarder, hoofd immers dieper in het kussen inzakken dan een kleiner hoofd.
Hierdoor is een bepaalde nekzone dan ook geschikt voor een bepaalde cervicale curvatuur, onafhankelijk van de grootte van het hoofd. Het orthopedisch kussen weergegeven in de figuren kan aldus voor beide types van afwijkende cervicale curvaturen gebruikt worden en dit zonder dat nog verdere individuele aanpassingen dienen te gebeuren.
Uit testen is verder nog gebleken dat het kussen volgens de uitvinding niet alleen bijzonder geschikt is voor personen die op hun rug slapen doch ook voor personen die op hun zij slapen en voor zogenoemde buikslapers. Voor de personen die op hun zij slapen zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm, in vooraanzicht gezien, de zones 8,9 naast de centrale inwendige holte 6 verhoogd om aldus nog een betere ondersteuning van hoofd en nek te bekomen. In deze zones 8,9 is verder ook een inwendige holte 10,11 voorzien om een gelijkmatige verdeling van de druk op het hoofd te bekomen. Eventueel kunnen deze holtes 10,11 smaller uitgevoerd (kleinere breedte b1) worden dan de centrale inwendige holte 6 aangezien zij, in tegenstelling tot de centrale holte 6, niet van belang zijn voor het correct ondersteunen van hoofd en nek van een in ruglig gelegen persoon.
Uit de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding zal het duidelijk zijn dat daaraan nog allerlei wijzigingen
<Desc/Clms Page number 10>
aangebracht kunnen worden zonder buiten de draagwijdte van de uitvinding, zoals bepaald door de bijgaande conclusies, te treden.
Het kussen kan bijvoorbeeld ontworpen worden om door personen met een normale cervicale curvatuur gebruikt te worden.
Verder is het ook mogelijk de afmetingen van het kussen aan te passen aan kinderen zodanig dat de nek en het hoofd van deze kinderen ook op een optimale manier ondersteund worden.