NL2019970B1 - Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer - Google Patents

Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer Download PDF

Info

Publication number
NL2019970B1
NL2019970B1 NL2019970A NL2019970A NL2019970B1 NL 2019970 B1 NL2019970 B1 NL 2019970B1 NL 2019970 A NL2019970 A NL 2019970A NL 2019970 A NL2019970 A NL 2019970A NL 2019970 B1 NL2019970 B1 NL 2019970B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
feed
cover
elongated
lifting arm
elongate
Prior art date
Application number
NL2019970A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Jozef Van Der Gun Antonius
Original Assignee
Johannes Jozef Van Der Gun Antonius
Monica Adriana Maria Van Der Gun De Jong
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Jozef Van Der Gun Antonius, Monica Adriana Maria Van Der Gun De Jong filed Critical Johannes Jozef Van Der Gun Antonius
Priority to NL2019970A priority Critical patent/NL2019970B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2019970B1 publication Critical patent/NL2019970B1/nl

Links

Classifications

    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/51Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture specially adapted for storing agricultural or horticultural products

Landscapes

  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Abstract

Inrichting voor het afdekken van voer. VOor het beperken van het risico op het verlies aan voedsel en/of besmetting daarvan omvat de inrichting een frame omvat met een voorzijde en een achterzijde, de inrichting aan de achterzijde ervan is voorzien van — een eerste langwerpig element, — een tweede element, en — een afdekking gevormd uit flexibel materiaal, waarbij ten minste een deel van de afdekking zich uitstrekt tussen het eerste langwerpige element en het tweede element; en de inrichting een motor omvat voor het tussen i) een eerste relatief lage stand van het eerste langwerpige element en ii) een tweede relatief hoge stand van het eerste langwerpige element bewegen omvat.

Description

Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afdekken van voer.
Het is in het vak bekend om veevoer, zoals snijmais, in de buitenlucht op te slaan. Het opslaan gebeurt bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een silo welke twee opstaande parallelle wanden omvat, waarbij het voer tussen de opstaande wanden wordt gestort en aangedrukt. Het voer wordt vervolgens met folie afgedekt om het af te schermen tegen water (regen), tegen zuurstof (dat leidt tot broei, en in feite betekent dat nutriënten niet langer beschikbaar zijn voor vee omdat deze nutriënten door micro-organismen zijn geconsumeerd), en tegen dieren zoals vogels. De dieren eten niet alleen maïskorrels op (verlies aan nutriënten), maar kunnen door hun uitwerpselen ook bacteriën zoals Salmonella verspreiden. Indien een dier zoals een koe met Salmonella besmet raakt, kan het nodig zijn dit dier uit de productie te halen (verkopen voor de slacht), hetgeen een kostenpost betekent.
Een inrichting voor het afdekken van voer is bekend uit EP2534 939.
Een probleem is dat met regelmaat voer moet worden weggenomen voor het voeren van vee of dergelijke. Daarbij wordt hetzij - het voer steeds weer afgedekt na het wegnemen van een deel van het voer hetgeen werk is; dan wel - het voer tussentijds niet afgedekt, met de bovengenoemde nadelen als gevolg.
De onderhavige uitvinding beoogt een afdek-inrichting te verschaffen waarmee ten minste een van deze problemen kan worden verminderd.
Hiertoe wordt een inrichting volgens de aanhef gekenmerkt doordat de inrichting een frame omvat met een voorzijde en een achterzijde, de inrichting aan de achterzijde ervan is voorzien van - een eerste langwerpig element, - een tweede element, en - een afdekking gevormd uit flexibel materiaal, waarbij ten minste een deel van de afdekking zich uitstrekt tussen het eerste langwerpige element en het tweede element; en de inrichting een motor omvat voor het tussen i) een eerste relatief lage stand van het eerste langwerpige element en ii) een tweede relatief hoge stand van het eerste langwerpige element bewegen omvat.
Een dergelijke inrichting kan boven het voer worden geplaatst en op gezette tijden worden verplaatst. Daartoe omvat het frame van de inrichting met voordeel wielen. Voor het wegnemen van voer zal het eerste element en daarmee ten minste een sectie van de afdekking naar de tweede stand worden gebracht waardoor toegang tot het voer wordt verschaft. Na het wegnemen van het voer wordt de afdekking weer over het voer aangebracht door het eerste langwerpige element naar de eerste stand te brengen. Dit wordt vergemakkelijkt door de zwaartekracht (het gewicht van het eerste langwerpige element).
De inrichting volgens de uitvinding kan op de folie waarmee het voer is afgedekt staan, en dan staat de inrichting volgens de uitvinding niet in de weg. Dat wil zeggen, er is na het optillen van de afscherming direct vrij toegang tot het voer.
Door het gewicht ervan draagt dit ertoe bij dat de wind niet onder de afdekking kan komen. Het tweede element is daarom met voordeel ook een tweede langwerpig element.
De langwerpige elementen hebben bijvoorbeeld de vorm van metalen of kunststof buizen, of houten balken. Tijdens gebruik strekken de langwerpige elementen zich dwars op een lengterichting van de inrichting gedefinieerd door de voorzijde en de achterzijde uit.
De langwerpige elementen zullen in de praktijk een lengte hebben van ten minste 3 meter, zoals 4-10 meter. De lengte van het eerste langwerpige element wordt zodanig gekozen dat dit tussen de breedte van een silo zoals gedefinieerd door de twee parallelle opstaande wanden past. Het tweede langwerpige element kan vast met het frame zijn verbonden, of het kan los zijn. Het tweede langwerpige element kan een zodanige lengte hebben dat het op de opstaande wanden van de silo kan rusten, of kan in plaats daarvan ook op het met folie afgedekte voer rusten.
Het is ook mogelijk twee of meer inrichtingen te gebruiken, waardoor de langwerpige elementen korter kunnen zijn.
Het flexibele materiaal van de afdekking van de inrichting is bijvoorbeeld een folie. Het flexibele materiaal is bij voorkeur nabij de eerste langsrand ervan met het eerste langwerpige element verbonden en op afstand van de eerste langsrand met het tweede langwerpige element verbonden.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting een flexibel element omvat, waarbij het flexibele element zich vanaf het frame naar het eerste langwerpige element uitstrekt en voor het met het flexibele element optillen van het eerste langwerpige element werkzaam met het eerste langwerpige element is verbonden.
Het flexibele element is bijvoorbeeld een touw, kabel of ketting. De afstand kan bijvoorbeeld worden gevarieerd door het flexibele element op te wikkelen. Door het flexibele element aan het eerste langwerpige element bevestigen (of nabij het eerste langwerpige element aan de afdekking welke weer met het eerste langwerpige element is verbonden), kan het eerste langwerpige element op eenvoudige wijze worden opgetild naar de tweede stand. Gebruikelijk zal meer dan een flexibel element worden gebruikt, zoals twee, waardoor het eerste langwerpige element gemakkelijk horizontaal kan worden gehouden en/of worden opgetild. Met voordeel wordt hiervoor een enkele motor gebruikt.
De afdekking zal zijn voorzien van gaten of ogen (lussen) die het flexibele element doorlaten, welke ervoor zorgen dat de afdekking slechts over beperkte lengte kan gaan hangen, d.w.z. het voer goed vrij wordt gegeven.
De inrichting is ingericht om voor het naar de tweede relatief hoge stand brengen de lengte van het flexibele element tussen het eerste langwerpige element en de motor te verkleinen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat tussen het eerste langwerpige element en het tweede element zich ten minste een verder langwerpig element bevindt dat met de afdekking is verbonden, en het flexibele element zich voorbij het verdere element naar het eerste element uitstrekt.
Bij het naar de tweede relatief hoge stand bewegen zullen plaatsen waar de afdekking met het verdere element is verbonden als aanslag voor het eerste langwerpige element fungeren en zal de sectie van de afdekking met het eerste langwerpige element en het verdere langwerpige element worden opgetild. Hierdoor wordt de afstand waarover de afdekking in de tweede relatief hoge stand tussen twee aanliggende langwerpige elementen naar beneden hangt verkort en is het veevoer gemakkelijker toegankelijk om het voor het voeren van vee weg te nemen.
Het verdere element is met voordeel aan het frame van de inrichting opgehangen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting als het verdere langwerpige element een nabij het tweede element verschaft verder langwerpig element omvat, welk verdere langwerpige element een grotere lengte heeft dan het eerste langwerpige element.
Aldus kan het eerste langwerpige element nog tussen twee opstaande wanden van een silo beweegbaar zijn, terwijl het verdere langwerpige element op de opstaande wanden kan rusten. Aldus kan de afdekking netjes verticaal worden gehangen. Eventuele verdere elementen tussen het relatief lange verdere element en het eerste langwerpige element zullen een lengte hebben die kleiner is dan het relatief lange verdere langwerpige element zodat ook deze tussen de opstaande wanden van de silo passen. De verdere langwerpige elementen helpen om de afdekking over althans nagenoeg de volle breedte van de silo het voer af te schermen. Ook helpen zij de afdekking verticaal te houden in het geval het eerste langwerpige element op de bodem van de silo rust, zoals in de eerste stand bij voorkeur het geval is.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting een detector omvat voor het detecteren van het slaphangen van het flexibele element, waarbij de inrichting is ingericht om in reactie op het detecteren van slaphangen door de detector de motor uit te schakelen.
Hierdoor kan het tot op de grond neerlaten van het eerste element worden gedetecteerd. Een boer kan meteen met de weggenomen lading voer wegrijden en hoeft niet bij het afdekken aanwezig te zijn.
De detector kan een hefboom met een dwarsarm omvatten, waarbij de dwarsarm op het flexibele element rust. Wanneer het flexibele element slap gaat hangen, draait de hefboom welke bijvoorbeeld een contact-schakelaar in kan drukken.
De inrichting kan een stuureenheid omvatten voor het inschakelen/uitschakelen van de motor, welke stuureenheid verder verbonden is met de detector voor het op basis daarvan uitschakelen van de motor.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting wielen omvat.
Dit maakt dat de inrichting gemakkelijk kan worden verplaatst. Deze is bijvoorbeeld verrijdbaar op opstaande betonnen wanden van de silo, maar met voordeel ook op met folie afgedekt voer. Teneinde deze folie niet te beschadigen zullen relatief brede wielen (breedte > 5 cm, met voordeel ten minste 10 cm) de voorkeur genieten.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de afdekking een afdekking is welke doorgaande openingen omvat.
Aldus kan doelmatig ophoping van regenwater worden voorkomen, welk regenwater bij het naar de tweede relatief hoge stand brengen in een keer door de afdekking zou worden afgegeven. Verder vergroot het regenwater het gewicht van de afdekking, waardoor dan een sterkere motor nodig zou zijn, hetgeen de kosten verhoogt. De afdekking heeft bijvoorbeeld de vorm van een net, hetgeen volstaat om vogels de toegang tot het voer te bemoeilijken. In geval van het gebruik van een folie voorzien van een gatenpatroon kan ook de toegang van zuurstof tot het voer enigszins worden beperkt. Wanneer de afdekking niet wordt opgerold zal in het geval van het gebruik van folie als afdekking de windbelasting in de tweede stand groter zijn, iets waarop de sterkte van de inrichting en de afmetingen van de inrichting moeten worden gedimensioneerd.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het frame van de inrichting een hefarm omvat welke als geleiding voor het flexibele element fungeert.
Aldus kan de afdekking gemakkelijk aan een kopse zijde van het voer voor het voer worden gebracht om het af te schermen zonder dat de inrichting erg dicht bij de kopse zijde moet worden gebracht of heel frequent moet worden verplaatst. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk de inrichting slechts eens per week een stukje te moeten verplaatsen. De geleiding wordt met voordeel gevormd door een oog of katrolwiel.
Dit bevindt zich met voordeel in een distaai uiteinde-sectie van de hefarm, zoals aan het distale uiteinde.
De inrichting omvat bij voorkeur twee op een afstand van ten minste 1 m geplaatste hefarmen. Aldus kan het eerste element gemakkelijker horizontaal worden gehouden, en dus de toegang tot het voer gemakkelijker worden verzekerd.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hefarm een scharnierende hefarm is, waarbij door het opheffen van het eerste langwerpige element de scharnierende hefarm in een stand van de afdekking gelegen tussen een relatief lage eerste stand van de hefarm en een tweede relatief hoge stand van de hefarm scharniert.
Hierdoor beweegt de sectie van de afdekking die met het eerste langwerpige element is verbonden tezamen met het eerste langwerpige element na het bereiken van een zekere hoogte in de richting van de voorzijde van de inrichting, en kan ook de bovenzijde van het voer vrij komen te liggen om te kunnen worden weggenomen. Omgekeerd zorgt na het wegnemen van voer het neerlaten naar de eerste stand ervoor dat de afdekking zich op afstand van het voer bevindt, waardoor ook in geval van gebruik van een net de afdekking zich op afstand van het voer bevindt en vogels moeilijker toegang hebben tot het voer.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting een sensor omvat voor het uitschakelen van de motor wanneer de hefarm de relatief hoge stand heeft bereikt.
De sensor is bijvoorbeeld een contact-sensor. De inrichting kan een stuureenheid omvatten voor het inschakelen/uitschakelen van de motor, welke stuureenheid verder verbonden is met de sensor voor het detecteren van de stand van de ten minste ene hefarm.
Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het afdekken van voer in een silo, waarbij inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 10 wordt gebruikt, en voor het wegnemen van een deel van het voer voor het eerste langwerpige element van een eerste relatief lage stand naar een tweede relatief hoge stand wordt bewogen.
Dit is een belangrijke toepassing van de inrichting volgens de uitvinding.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het voer zich in een silo bevindt.
Het voer zal gebruikelijk met een folie zijn afgedekt.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat dat de inrichting op het voer is geplaatst.
Aldus staat de inrichting niet in de weg bij het wegnemen van voer.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. IA tot Fig. IE een perspectivisch achteraanzicht, een perspectivisch vooraanzicht, een achteraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht van een inrichting voor het afdekken van voer tonen.
Fig. IA tot Fig. IE tonen een perspectivisch achteraanzicht, een perspectivisch vooraanzicht, een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht van een inrichting voor het afdekken van voer, welke inrichting 100 een voorzijde 101 en een achterzijde 102, welke inrichting 100 een frame 110 omvat. Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm is het frame 110 voorzien van wielen 111 voor het over met folie afgedekte silage zoals snijmais rijden van de inrichting 100.
Het frame 110 is voorzien van twee staanders 120 en twee hefarmen 130, welke hefarmen 130 aan de proximale uiteinden ervan scharnierbaar zijn verbonden met het frame 110.
De inrichting 100 omvat verder een afdekking 140, hier in de vorm van een net 140, voor het afdekken van een kops uiteinde van partij snijmais opgesloten tussen twee opstaande muren van een silo. Een dergelijke silo is in het vak alom bekend en heeft een lengte van bijv. 65 m.
De inrichting 100 volgens de uitvinding is bij gebruik ervan op de met folie afgedekte snijmais geplaatst, en kan wanneer het voer verbruikt wordt, worden verder gereden in de lengterichting van de silo. Bovenop de snijmais staat de inrichting 100 niet in de weg wanneer voer moet worden weggenomen voor het voeren van vee.
De afdekking 140 is nabij een langsrand ervan verbonden met een eerste langwerpig element 151 in de vorm van een buis met een lengte van 6 m.
De afdekking 140 is nabij een tegenover de genoemde langsrand gelegen tweede langsrand van de afdekking 140 verbonden met een tweede langwerpig element 152, eveneens in de vorm van een buis met een lengte van 6 m. Deze zal in de praktijk bovenop het met folie afdekte voer van de silo (niet weergegeven) liggen. Dit maakt het moeilijk dat wind onder de afdekking 140 komt.
Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn verdere langwerpige elementen 153 verschaft welke middels banden 155 of ander flexibel materiaal zoals touw, bijvoorbeeld door vormsluiting, met de afdekking 140 zijn verbonden. De verdere langwerpige elementen dragen ertoe bij dat een met het eerste langwerpige element 151 verbonden sectie van de afdekking mooi verticaal hangt en de wind er minder vat op heeft en ook aan de uiteinden die zich nabij de opstaande wanden bevinden de silage goed afdekt.
Bij de hier afgebeelde figuren bevindt de afdekking zich in een stand waarin die het voer afdekt. In de eerste stand ligt het eerste langwerpige element 151 bij voorkeur op de bodem teneinde te vermijden dat wind onder de afdekking 140 komt. Om toegang tot het voer te krijgen moet de afdekking 140 worden opgetild door het eerste langwerpige element 151 van een eerste relatief lage stand naar een tweede relatief hoge stand te brengen. Dit geschiedt met behulp van een motor 160, welke een as 161 aandrijft voorzien van twee spoelen 162 waarbij op elk een flexibel element 163, hier touw, kan worden gewikkeld en afgewikkeld. Bij deze uitvoeringsvorm zijn er twee touwen die op twee spoelen 162 worden opgewikkeld. De touwen 163 zijn over staanders 120 die aan de distale uiteinden zijn voorzien van katrolwielen 121 geleid en vervolgens door ogen of zoals hier over katrolwielen 131 van hefarmen 130. De touwen zijn aan het eerste langwerpige element 151 bevestigd en lopen tussen de afdekking 140 en de verdere elementen 153 door.
Door met de motor 160 het touw op de spoelen 162 te wikkelen, wordt het eerste langwerpige element 151 opgetild. Zodra het bij een naastgelegen verder langwerpig element 153 komt, wordt dit door het eerste langwerpige element 151 opgetild. Het aldus optillen van het eerste langwerpige element 151 met de afdekking 140 gaat door tot het geheel van opgetilde eerste langwerpige element en sectie van de afdekking tegen de distale uiteinden van de hefarmen 130 komt. Deze zijn scharnierbaar aan het frame 110 bevestigd. Hierdoor wordt het eerste langwerpige element 151 samen met afdekking richting de voorzijde 101 van de inrichting 100 bewogen, waardoor ook de bovenzijde van het voer vrij kan komen te liggen.
Met voordeel is een sensor 180 voorzien welke contact van de opgetilde afdekking detecteert en via een stuureenheid 190 de motor 160 uitschakelt.
Voor het weer afdekken van het voer wordt de draairichting van de motor 160 omgekeerd en worden de touwen van de spoelen 162 afgewikkeld.
Het inschakelen van de motor 160 door de stuureenheid 190 geschiedt met voordeel met behulp van een afstandsbediening. Een boer kan dan reeds bij het naderen van de silo de afdekking 140 naar de tweede stand brengen, zodat hij niet hoeft te wachten.
Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn de hefarmen 130 nabij de distale uiteinden ervan onderling verbonden middels een dwarsbalk 135. Hieraan is het verdere langwerpige element 153' opgehangen.
Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van een batterij 191 die wordt gevoed door een zonnepaneel 192 voor het verschaffen van stroom aan de motor 160 en de stuureenheid 190.

Claims (13)

  1. C O N C L U S T F, s
    1. Inrichting (100) voor het afdekken van voer, met het kenmerk, dat de inrichting (100) een frame (110) omvat met een voorzijde (101) en een achterzijde (102), de inrichting (100) aan de achterzijde (102) ervan is voorzien van - een eerste langwerpig element (151), - een tweede element (152), en - een afdekking (140) gevormd uit flexibel materiaal, waarbij ten minste een deel van de afdekking (140) zich uitstrekt tussen het eerste langwerpige element (151) en het tweede element (152); en de inrichting (100) een motor (160) omvat voor het tussen i) een eerste relatief lage stand van het eerste langwerpige element (151) en ii) een tweede relatief hoge stand van het eerste langwerpige element (151) bewegen omvat.
  2. 2. Inrichting (100) volgens conclusie 1, waarbij de inrichting (100) een flexibel element (163) omvat, waarbij het flexibele element (163) zich vanaf het frame (110) naar het eerste langwerpige element (151) uitstrekt en voor het met het flexibele element (163) optillen van het eerste langwerpige element (151) werkzaam met het eerste langwerpige element (151) is verbonden.
  3. 3. Inrichting (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij tussen het eerste langwerpige element (151) en het tweede element (152) zich ten minste een verder langwerpig element (153) bevindt dat met de afdekking (140) is verbonden, en het flexibele element (163) zich voorbij het verdere element naar het eerste element uitstrekt.
  4. 4. Inrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (100) als het verdere langwerpige element (153') een nabij het tweede element (152) verschaft verder langwerpig element (153) omvat, welk verdere langwerpige element (153') een grotere lengte heeft dan het eerste langwerpige element (151).
  5. 5. Inrichting (100) volgens een van de conclusies 2 tot 4, waarbij de inrichting (100) een detector omvat voor het detecteren van het slaphangen van het flexibele element (163), waarbij de inrichting (100) is ingericht om in reactie op het detecteren van slaphangen door de detector de motor (160) uit te schakelen.
  6. 6. Inrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (100) wielen (111) omvat.
  7. 7. Inrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afdekking (140) een afdekking (140) is welke doorgaande openingen omvat.
  8. 8. Inrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het frame (110) van de inrichting (100) een hefarm (130) omvat welke als geleiding voor het flexibele element (163) fungeert.
  9. 9. Inrichting (100) volgens conclusie 8, waarbij de hefarm (130) een scharnierende hefarm (130) is, waarbij door het opheffen van het eerste langwerpige element (151) de scharnierende hefarm (130) in een stand van de afdekking (140) gelegen tussen een relatief lage eerste stand van de hefarm (130) en een tweede relatief hoge stand van de hefarm (130) scharniert.
  10. 10. Inrichting (100) volgens conclusie 9, waarbij de inrichting (100) een sensor (180) omvat voor het uitschakelen van de motor (160) wanneer de hefarm (130) de relatief hoge stand heeft bereikt.
  11. 11. Werkwijze voor het afdekken van voer in een silo, met het kenmerk, dat inrichting (100) volgens een van de conclusies 1 tot 10 wordt gebruikt, en voor het wegnemen van een deel van het voer voor het eerste langwerpige element (151) van een eerste relatief lage stand naar een tweede relatief hoge stand wordt bewogen.
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het voer zich in een silo bevindt.
  13. 13. Werkwijze volgens een van de conclusies 11 of 12, waarbij dat de inrichting (100) op het voer is geplaatst.
NL2019970A 2017-11-24 2017-11-24 Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer NL2019970B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019970A NL2019970B1 (nl) 2017-11-24 2017-11-24 Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019970A NL2019970B1 (nl) 2017-11-24 2017-11-24 Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019970B1 true NL2019970B1 (nl) 2019-05-31

Family

ID=66791915

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019970A NL2019970B1 (nl) 2017-11-24 2017-11-24 Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2019970B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3420211A (en) Turkey handling machine
BE1023719B1 (nl) Werkwijze voor het naar een vleespluimveestal overbrengen van voorgebroede eieren en daarbij toegepaste overlegmachine
US8651050B2 (en) Automatic animal retrieving platform assembly
NL1035302C2 (nl) Diervoederinrichting.
US8240276B1 (en) Squeeze chute apparatus
US3921586A (en) Crowd gate for milking parlor holding areas
NL2019970B1 (nl) Afdek-inrichting alsmede een werkwijze voor het afdekken van voer
JP2010207212A (ja) 鹿の捕獲装置とその使用方法
US3452718A (en) Device for loading turkeys in trucks
CN102613147A (zh) 鱼缸高效无伤害捕鱼装置
US3805744A (en) Apparatus for catching and crating poultry
US2458582A (en) Cattle restraining device
US8210128B1 (en) Counterweighted crowd gate for milking parlor
NL2014488B1 (en) Exercising and amusement system for animals
US4123993A (en) Animal handling means
NL2011721C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het losmaken van diervoer.
EP0329631A1 (en) Pulling-off the hide or skin of animal carcasses
US20020094771A1 (en) Rack and method for cleaning and processing game or domestic animals
CN114800548A (zh) 畜禽舍用抓取装置
NL2010090C2 (nl) Werkwijze voor het in een warenhuis aanbrengen van een flexibele luchtslang.
DE102014112177A1 (de) Kabelaufwickler mit Halterung
CN110545662B (zh) 驱逐设备和设置这种装置的挤奶设施
KR200463284Y1 (ko) 원형베일 조사료의 자동 급이기
US3389690A (en) Method of loading turkeys and the like
US2521487A (en) Hog handling apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221201