NL2019947B1

NL2019947B1 - Method for the separation of a coating from coated glass waste and apparatus suitable for this purpose

Info

Publication number: NL2019947B1
Application number: NL2019947A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Ernst Ralf Creteer Mijndert
Original assignee: Cornelis Ernst Ralf Creteer Mijndert
Priority date: 2017-11-21
Filing date: 2017-11-21
Publication date: 2019-05-27

Claims

1. Een werkwijze voor het scheiden van een loodcomponent uit met lood gecoat glas, bijvoorbeeld glas afkomstig van een CRT recyclageproces, waarbij het gecoate glas wordt gebroken en gemalen zodat een fijngemalen materiaal wordt verkregen, welke een mengsel van een glasfractie en een loodfractie omvat, met het kenmerk, dat de loodfractie wordt gescheiden van de glasfractie op basis van een verschil in soortelijke massa en / of dichtheid.

2. De werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scheiding op basis van een verschil in soortelijke massa en / of dichtheid wordt verkregen door toepassing van een processtap die gebruik maakt van een luchtstroom en / of luchtturbulentie, waarbij de glasfractie wordt gescheiden van de loodfractie.

3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verkregen mengsel van een glasfractie en een loodfractie een deeltjesgrootte heeft tussen 15 en 40 pm.

4. De werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het verkregen mengsel van een glasfractie en een loodfractie een deeltjesgrootte heeft tussen 20 en 35 pm, bij voorkeur tussen 20 en 35 pm.

5. De werkwijze volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de scheiding op basis van een verschil in soortelijke massa en / of dichtheid wordt verbeterd door toepassing van een vacuüm.

6. De werkwijze volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het vermalen van het gecoate glas wordt verkregen door gebruik van een vermalingseenheid, welke een molen omvat.

7. De werkwijze volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het vermalen van het gecoate glas wordt verkregen door gebruik van een molen, welke vermalingshulpmiddelen omvat.

8. De werkwijze volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat voor, tijdens of na de scheiding een wervelstroom wordt toegepast, waarbij de loodfractie tijdelijk wordt gemagnetiseerd.

9. De werkwijze volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de scheiding aan alle vereiste specificaties voldoet, waarbij een scheidingsefficiëntie van minstens 90 %, bij voorkeur minstens 95 %, wordt bereikt voor de scheiding van de loodfractie van de glasfractie.

10. Een inrichting voor het scheiden van een loodcomponent uit met lood gecoat glas, bijvoorbeeld glas afkomstig van een CRT recyclageproces, waarbij deze inrichting een vermalingseenheid (1) omvat, met het kenmerk, dat de inrichting een scheidingseenheid (2) omvat, welke geschikt is voor scheiding op basis van een verschil in soortelijke massa en / of dichtheid.

11. De inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de scheidingseenheid een in snelheid verstelbare wind- en / of turbulentie-generator (15) omvat.

12. De inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de scheidingseenheid een vacuümgenerator (18) omvat.

13. De inrichting volgens één van de conclusies 10-12, met het kenmerk, dat de scheidingseenheid optioneel een non-ferroscheider (19) omvat, welke geschikt is voor de inductie van een wervelstroom in de scheidingseenheid.

14. De inrichting volgens één van de conclusies 10-13, met het kenmerk, dat deze inrichting een transportband (10) geschikt voor aanvoer van materialen afkomstig uit de vermalingseenheid, meerder pijpleidingen (11) geschikt voor aan- en afvoer van materialen van en naar de scheidingseenheid (2) en twee of meer opslagcontainers (3, 4) omvat.

15. Een faciliteit geschikt voor de recyclage van CRT-afval, met het kenmerk, dat deze faciliteit een breekeenheid (7), een trommeleenheid (6) , een scheidingseenheid op basis van röntgenstraling (5), een vermalingseenheid (1), een specifieke scheidingseenheid (2) en opslagcontainers (3, 4, 8, 9) omvat, welke onderling verbonden zijn via transportbanden (10) en pijpleidingen (11) en waarbij de specifieke scheidingseenheid (2) geschikt is voor scheiding op basis van een verschil in soortelijke massa en / of dichtheid, waarbij deze specifieke scheidingseenheid een in snelheid verstelbare wind- en / of turbulentiegenerator (18), een vacuümgenerator (18) en een optionele non-ferroscheider (19) omvat.