NL2019375B1 - Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen - Google Patents

Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen Download PDF

Info

Publication number
NL2019375B1
NL2019375B1 NL2019375A NL2019375A NL2019375B1 NL 2019375 B1 NL2019375 B1 NL 2019375B1 NL 2019375 A NL2019375 A NL 2019375A NL 2019375 A NL2019375 A NL 2019375A NL 2019375 B1 NL2019375 B1 NL 2019375B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
subset
dairy
heat stress
animals
herd
Prior art date
Application number
NL2019375A
Other languages
English (en)
Inventor
De Groot Ester
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL2019375A priority Critical patent/NL2019375B1/nl
Priority to PCT/NL2018/050459 priority patent/WO2019027319A1/en
Priority to CA3069800A priority patent/CA3069800A1/en
Priority to US16/632,214 priority patent/US20200229391A1/en
Priority to EP18749586.6A priority patent/EP3661356A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2019375B1 publication Critical patent/NL2019375B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0047Air-conditioning, e.g. ventilation, of animal housings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Abstract

Een melkdierbewakingssysteem voor een kudde melkdieren omvat een verblijfsruimte voor de kudde melkdieren, een of meer bestuurbare hittestressverminderingsmiddelen voor terugdringen of voorkomen van hittestress bij de melkdieren, en een besturingssysteem voor het melkdierbewakingssysteem‚ dat omvat een subsetbepalingsinrichting, voor bepalen of ingeven van een subset van de kudde, een identificatiesysteem voor het identificeren van de melkdieren uit tenminste de subset, en een hittestressdetectiesysteem voor het detecteren van een waarde van een hittestressindicator bij een melkdier van de subset. Het besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer hittestressverminderingsmiddelen bij meerdere van de melkdieren, in het bijzonder bij in hoofdzaak de gehele kudde in de verblijfsruimte. De subset van de dieren zijn de indicatordieren, die eerder hitttestress vertonen, waardoor de besturing alle koeien gaat koelen, om te voorkomen dat de andere dieren hittestress gaan krijgen voordat die merkbaar wordt. Doordat nu maar een deel van de dieren hoeft te worden gevolgd is dat makkelijker, nauwkeuriger en betrouwbaarder.

Description

Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen
De onderhavige heeft betrekking op een melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen.
Dergelijke systemen zijn op zich bekend in de stand van de techniek. Zo openbaart document W008039150A1 een inrichting die individuele dieren identificeert, de temperatuur van de huid en/of het lichaam van het betreffende dier meet, en vervolgens koelmiddelen in te schakelen op basis van onder andere de gemeten huid- of lichaamstemperatuur, en/of wanneer de gemeten luchttemperatuur of luchtvochtigheid een drempelwaarde overschrijdt. Het aldus koelen van melkdieren voorkomt een verlaging van de melkproductie, en is dientengevolge een belangrijk middel om niet alleen het dierenwelzijn, maar ook de melkproductie te verbeteren. Bij zeer warm weer kan de productieverlaging tot wel € 5,- per dier per dag bedragen.
Een nadeel van deze bekende inrichting is dat onvoldoende rekening wordt gehouden met andere omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat de dieren meer of minder daadwerkelijke hittestress ondervinden. Net als bij mensen gaat het er vaak om hoe koud of warm, of vochtig enzovoort een dier het vindt, in plaats van hoe koud of warm, of vochtig enz. het daadwerkelijk is. Bovendien is de inrichting nodeloos ingewikkeld vanwege de vereiste dieridentificatie.
De onderhavige uitvinding heeft dan ook ten doel om een melkdierbewakingssysteem van de in de inleiding genoemde soort te verschaffen die op een eenvoudige manier kan bereiken dat toch de meeste, zo niet alle melkdieren in de kudde minder hittestress ondervinden.
De uitvinding bereikt dit doel met een melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 1, in het bijzonder een melkdierbewakingssysteem voor een kudde melkdieren omvattende een verblijfsruimte voor de kudde melkdieren, een of meer bestuurbare hittestressverminderingsmiddelen die zijn ingericht voor terugdringen of voorkomen van hittestress bij melkdieren, en een besturingssysteem voor het besturen van het melkdierbewakingssysteem, dat omvat een subsetbepalingsinrichting, voor bepalen of ingeven van een subset van de kudde, welke subset kleiner is dan de gehele kudde, een identificatiesysteem voor het identificeren van de melkdieren uit althans de subset, een hittestressdetector voor het detecteren van een waarde van ten minste één hittestressindicator bij ten minste één melkdier van de subset, waarbij het besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer hittestressverminderingsmiddelen bij meerdere van de melkdieren, in het bijzonder bij in hoofdzaak de gehele kudde in de verblijfsruimte.
De uitvinding maakt hierbij gebruik van het inzicht dat niet elk dier even gevoelig is voor hittestress, en dat juist die dieren die het gevoeligst zijn voor hittestress een goede graadmeter kunnen zijn om maatregelen op te baseren die die hittestress bij andere dieren kunnen voorkomen voordat die optreedt en dus ook voordat die bij die andere melkdieren kan worden gemeten. En dit kan worden bereikt door slechts een subset van melkdieren te bewaken, hetgeen veel eenvoudiger is dan het bewaken van alle melkdieren in de kudde. Bijvoorbeeld zal het altijd weleens voorkomen dat een dier in de kudde even niet kan worden bewaakt, omdat het wordt verdekt door andere dieren of apparatuur, of er anderszins een storing in het melkdierbewakingssysteem optreedt. Soms wordt dan geen risico genomen, en worden er onnodige koelacties ondernomen. De kans daarop is veel groter dan op het uit de bewaking vallen van een dier van een (veel kleinere) subset. Daarom hoeven hiertegen ook geen of althans veel minder stringente maatregelen te worden genomen. Maar ook is het eenvoudiger om de weinige dieren van een (kleine) subset uit elkaar te houden, zodat het identificatiesysteem in beginsel eenvoudiger kan zijn en de kans op foutieve identificatie ook kleiner zal zijn. Het melkdierbewakingssysteem kan op deze wijze eenvoudiger en toch betrouwbaarder zijn.
Hier wordt opgemerkt dat het melkdierbewakingssysteem volgens de uitvinding in beginsel tevens andere onderdelen zal omvatten, zoals een melkinrichting, met name een of meer melkrobots. Deze onderdelen raken op zich echter niet aan de kern van de vinding, en zullen hier niet nader worden toegelicht.
Bijzondere uitvoeringsvormen zijn beschreven in de afhankelijke conclusies, alsmede in het nu volgende deel van de beschrijving. In uitvoeringsvormen bedraagt de subset tussen 1 en 10% van het aantal dieren van de kudde. Bij een dergelijk percentage dieren kan een goede verhouding tussen betrouwbaarheid van de besturing en inspanning/kosten voor het systeem worden bereikt. Het percentage is enigszins afhankelijk van de kuddegrootte, waarbij een grotere kudde een kleinere procentuele subsetgrootte toelaat bij gelijke statistische betrouwbaarheid. Bovendien kan een en ander afhankelijk zijn van individuele diereigenschappen. Als er een of meer zeer gevoelige dieren in de kudde zijn, kan het reeds voldoende zijn om deze te bewaken. Mede daarom bedraagt de subset in het bijzonder tussen 1 en 10 melkdieren van de kudde. Hierbij geldt dat het bewaken van één enkel zeer gevoelig melkdier voldoende kan zijn, waarbij de statistische betrouwbaarheid echter toeneemt bij grotere aantallen melkdieren in de subset. Bij tot 10 melkdieren is er in de meeste gevallen ook bij een grote kudde statistisch gezien voldoende betrouwbaarheid.
In uitvoeringsvormen omvat de subsetbepalingsinrichting een invoermiddel zoals een toetsenbord of een gegevensverbinding. Aldus kan een boer of andere bedienende persoon die melkdieren in de subset invoeren die een betrouwbaar bewakingssysteem opleveren. Deze subset kan door de boer of bedienende persoon worden bijgewerkt op basis van waarnemingen en/of veranderingen in de samenstelling van de kudde. Als een dier uit de subset de kudde verlaat (bij droogstaan, afkalven, slacht of dergelijke) kan of moet de subset worden aangepast. Hierbij wordt opgemerkt dat de kudde volgens deze uitvinding in beginsel alleen lacterende melkdieren bevat. Ook als de gevoeligheid van een of meer dieren in de subset of de rest van de kudde verandert, kan het zinvol zijn de samenstelling en/of grootte van de subset te wijzigen. Dit kan eenvoudig door middel van het invoermiddel, zoals een toetsenbord of scanner of dergelijke.
Bij de onderhavige uitvinding is het nodig dat er een dieridentificatiesysteem is verschaft. In uitvoeringsvormen omvat het identificatiesysteem ten minste één van een tagleessysteem, en een camerasysteem met dierherkenningsprogrammatuur. Een tagleessysteem omvat bijvoorbeeld een taglezer en een stel door de dieren gedragen tags. Uiteraard dragen hierbij tenminste de dieren van de subset een dergelijke tag, die een RFID-chip of andere transponder bevat. Alternatief of aanvullend omvat het dieridentificatiesysteem een camerasysteem met dierherkenningsprogrammatuur. Het systeem is daarbij ingericht voor het bepalen van een dieridentiteit op basis van een of meer eigenschappen zoals een vorm, afmeting, vlekkenpatroon, barcode of ander al dan niet aangebracht ID-kenmerk van het dier. Met voordeel omvat het camerasysteem meerdere camera's, verspreid over het verblijfsgebied van de kudde zoals de stal, zodat de melkdieren van tenminste de subset betrouwbaar kunnen worden bewaakt. Met voordeel is ten minste één camera onder besturing van de besturingsinrichting beweegbaar opgesteld, en omvat de dierherkenningsprogrammatuur voorts diervolgprogrammatuur om een herkend dier te kunnen volgen. Dergelijke programmatuur is op zich in de stand van de techniek bekend, en maakt de bewakingsinrichting nog betrouwbaarder.
In het bijzonder is het dieridentificatiesysteem werkzaam verschaft op of bij een onderdeel van de verblijfsruimte dat betrouwbaar wordt bezocht door in beginsel alle dieren in de kudde. Een voorbeeld daarvan is een melkinrichting, met name een melkrobot, die altijd een dieridentificatiesysteem omvat om melkdieren te herkennen en de melking in te richten en uit te voeren in afhankelijkheid van de identificatie. Daarnaast zijn al dan niet automatische voersystemen zoals een voerhek of een concentraatstation, en in het bijzonder drenkinrichtingen zeer geschikt voor opstellen van een dieridentificatiesysteem, omdat deze elke dag meerdere keren zullen worden bezocht. Aldus kan elk melkdier, ook van de subset, tenminste op dat moment betrouwbaar worden gemonitord. Ook kan een diervolgend dierherkenningssysteem een eventueel zoekgeraakt dier vanaf daar betrouwbaar opnieuw gaan volgen. Ook is het mogelijk dat er een dierherkenningssysteem is verschaft op een voertuig of vliegtuig dat zich door de verblijfsruimte beweegt. Een dergelijke bewegend tuig biedt het voordeel dat het veel meer interactiemomenten met de dieren kent, en aldus meer in echttijd informatie over de hittestress kan verzamelen.
In uitvoeringsvormen omvat het hittestressdetectiesysteem ten minste één van een camerasysteem met diergedragherkenningsprogrammatuur, een activiteitsmeter, en een thermometer voor meten van een huid-, oor- of kerntemperatuur van het melkdier van de subset. Hierbij is het mogelijk dat het camerasysteem voor hittestressdetectie en een camerasysteem voor dierherkenning één geheel vormen met alleen toegevoegde programmatuur voor nu twee doeleinden. Diergedrag dat duidt op hittestress omvat bijvoorbeeld puffen of hijgen, of langdurig of vaak achtereen met de voorpoten hoger staan dan met de achterpoten. Daarnaast zullen melkdieren met beginnende of gevorderde hittestress vaak minder actief zijn. Aldus zal de waargenomen verplaatsing in snelheid en/of afstand en of het aantal bewegingen kleiner zijn dan gemiddeld voor dat melkdier. Bijvoorbeeld is het camerasysteem met diergedragherkenningsprogrammatuur ingericht voor herkennen en meten van dergelijke verplaatsingen en/of bewegingen. Alternatief of aanvullend kunnen de melkdieren van de subset zijn uitgerust met een activiteitsmeter, zoals een stappenteller of (her)kauwsensor, zoals bijvoorbeeld geleverd door de firma's Nedap of SCR. Ook kan een thermometer zijn verschaft die is ingericht voor meten van een huidtemperatuur, een oortemperatuur of een kerntemperatuur van het melkdier. De huidtemperatuur kan bijvoorbeeld worden gemeten met behulp van een thermometer die op de huid wordt gedrukt, zoals bij een melkinrichting of voerstation. Aldaar wordt bij voorkeur ook de dieridentiteit bepaald met een tagleesinrichting of dergelijke. Alternatief of aanvullend kan een oortemperatuur worden bepaald, zoals met behulp van een oormerk met (infrarood) thermometer, bijvoorbeeld de Cow Manager van Agis Automatisering. Verder alternatief of aanvullend kan een kerntemperatuurmeter zijn verschaft, zoals bijvoorbeeld een melkthermometer, waarbij de melktemperatuur een goede proxy is voor de kerntemperatuur van het dier.
Voorts is met voordeel een uitleessysteem verschaft voor uitlezen van een of meer op de melkdieren verschafte sensorinrichtingen, zoals de thermometer(s) en/of activiteitsmeters. Aldus kan de toestand van het of elk betreffende melkdier vaker, tot zelfs in echttijd, worden bewaakt, doordat het uitleessysteem overeenkomstig vaker, of zelfs in echttijd, de gemeten waarden doorgeeft aan de besturing. Alternatief is het mogelijk dat een tagleesinrichting telkens de informatie op een op het dier gedragen sensorinrichting, zoals in een halsband of oortag, uitleest en naar de besturing stuurt.
Een groot voordeel van de onderhavige uitvinding is dat dergelijke diergedragen sensoren slechts op de melkdieren van de subset hoeven te zijn verschaft. Dit kan veel kosten voor de benodigde materialen besparen, naast tijd voor aanbrengen, onderhouden en uitlezen van de sensoren. Ook kan aldus de hoeveelheid te verwerken informatie beperkt blijven. Alternatief is het mogelijk om toch meerdere, in het bijzonder alle, andere dieren van de kudde te voorzien van een of meer genoemde sensorinrichtingen. Aldus blijft het mogelijk om rekening te houden met afwijkende of alarmerende waarden bij een of meer dieren buiten de subset. In uitvoeringsvormen is het hittestressdetectiesysteem voorts ingericht voor bepalen van een waarde van ten minste één hittestressindicator bij ten minste één melkdier van de kudde buiten de subset, en is de subsetbepalingsinrichting ingericht voor automatisch aanpassen van de subset in afhankelijkheid van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier buiten de subset en van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier van de subset. Aldus is het systeem, de besturing, aangepast voor bijstellen van de subset van te bewaken melkdieren, om nieuwe gegevens die daartoe aanleiding geven automatisch te verwerken tot wijzigingen van die subset. In het algemeen is het besturingssysteem ingericht voor inschakelen van de (algemene) hittestressverminderingsmiddelen als een melkdier uit de subset een parameterwaarde geeft die een grens over- of onderschrijdt, zoals een te hoge huid- of kerntemperatuur of een te laag aantal stappen en/of herkauwbewegingen per tijdseenheid. Als een ander melkdier dat een of meer keer doet vóór een subset-melkdier, dan wordt dat andere melkdier toegevoegd, of vervangt het andere melkdier een ander melkdier uit de subset, zoals het minst kritische melkdier uit de subset.
De hittestressverminderingsmiddelen zijn niet bijzonder beperkt. Opgemerkt wordt wel dat deze middelen in beginsel bedoeld zijn om hittestress voor meer dan een melkdier te verminderen. De middelen zijn nadrukkelijk niet bedoeld voor individuele hittestressvermindering, hetgeen immers ook individuele hittestressmeting voor elk melkdier met zich mee zou brengen. In uitvoeringsvormen omvatten de hittestressverminderingsmiddelen ten minste één van een ventilatiesysteem, vernevelaars/sproeiers, en een airconditioning. Dergelijke middelen zijn goed geschikt om voor meerdere melkdieren tegelijk zodanig de omgeving te conditioneren dat de hittestress bij aangedane melkdieren, zoals uit de subset, wordt teruggedrongen, en bij nog niet aangedane melkdieren niet eens optreedt. Een dergelijk ventilatiesysteem omvat met voordeel door de besturing op basis van de gedetecteerde waarde van de hittestressindicator bestuurbare ventilatieopeningen of ventilatoren, voor een deel van of heel de stal. Alternatief of aanvullend omvatten de middelen een luchtbehandelingstoestel dat gekoelde en of gedroogde lucht de verblijfsruimte in blaast. Alternatief of aanvullend omvatten de middelen een of meer sproeiers of vernevelaars die water in de verblijfsruimte kunnen verspreiden, hetzij direct op de melkdieren, zodat deze via verdamping van het water op de huid kunnen afkoelen, of voor ventilatoren, zodat deze met geforceerde verdamping de rondgeblazen lucht extra kunnen koelen. Andere hittestressverminderingsmiddelen worden niet uitgesloten, zoals daar zijn bestuurbare zonneschermen tegen verminderen, althans besturen, van de zoninstraling.
Met voordeel omvat het systeem voorts een werkzaam met de besturing verbonden meetinrichting voor het meten van een waarde van een weersparameter, zoals een luchtvochtigheid, een omgevingstemperatuur of een zonne-instraling. De besturing kan aldus mede op basis van deze bepaalde parameterwaarde de hittestressverminderingsmiddelen besturen. Bijvoorbeeld heeft het minder zin om vernevelaars of sproeiers te gebruiken als de bepaalde luchtvochtigheid boven een drempelwaarde ligt.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin in de enige figuur een niet-beperkende uitvoeringsvorm is getoond.
De Figuur toont een melkdierbewakingsinrichting 1 met een stal 2 met melkkoeien 3-1 en een indicatorkoe 3-2, elk met een ID-tag 4 aan een halsband. De indicatorkoe 3-2 draagt voorts een huidthermometer 5 en een stappenteller 6.
De ID-tag 4 is afleesbaar door een taglezer 7 van een melkbox 8 met een melkrobot 9. Met 10 is een besturing aangeduid, met een toetsenbord 11.
Voorts zijn verschaft camera's 12, een sproeier 13, ventilatoren 14 en een airco 15, alsmede een luchtthermometer 16 en een luchtvochtigheidsmeter 17.
In de stal 2 van de inrichting 1 bevindt zich een kudde koeien, hier eenvoudigheidshalve slechts zeven dieren, maar in de praktijk vaak veel meer, tot wel enkele honderden dieren. Van deze dieren is het grootste deel een "normale" koe 3-1, zonder een speciale status. Enkele dieren hebben echter de status indicatorkoe 3-2 gekregen, omdat daarvan bekend is dat zij gevoeliger zijn voor hittestress, en er eerder nadelige gevolgen van ondervinden, althans dat deze hittestress eerder zichtbare of anderszins meetbare symptomen geeft. De status van de indicatorkoeien 3-2 kan vooraf zijn ingegeven in de besturing 10 via het toetsenbord 11, of via een andere wijze, zoals een gegevensverbinding.
De verhouding tussen het aantal indicatorkoeien 3-2 en het aantal niet-indicatorkoeien 3-1 is hier 1: 6, zodat slechts een zesde van alle koeien hoeft te worden bewaakt. Bij grotere kuddes kan deze verhouding vaak nog verder naar beneden, zoals naar 1:10 of zelfs 1:100. Een en ander is afhankelijk van de relatieve gevoeligheid van de koeien 3-1, 3-2, en de gewenste gevoeligheid/nauwkeurigheid, maar in de praktijk is het vrij eenvoudig om een aantal te bepalen dat geschikte informatie geeft aan de veehouder.
De indicatorkoeien 3-2 dragen aan hun halsband naast een ID-tag 4, die elke koe 3-1, 3-2 draagt, bovendien een huidthermometer 5 en/of een stappenteller 6. De laatste twee zijn voorbeelden van meetmiddelen voor het bepalen van een hittestresswaarde of althans van een daaraan gekoppelde parameterwaarde. De huidthermometer 5 dient hierbij voor het meten van een huidtemperatuur van de indicatorkoe 3-2, die zal oplopen bij hittestress. De stappenteller 6 is een activiteitsmeter die de activiteit van de indicatorkoe 3-2 meet als het aantal stappen per tijdseenheid. Als er hittestress ontstaat zal de indicatorkoe 3-2 langzaam maar zeker minder actief tot zelfs lusteloos worden, hetgeen tot uitdrukking zal komen in een kleiner aantal stappen per tijdseenheid. Andere hittestressindicatormeetmiddelen zijn niet uitgesloten, en zijn bijvoorbeeld een ademhalingsmeter. Koeien die last krijgen van de warmte gaan meer hijgen, hetgeen dus tot uitdrukking komt in een hogere ademhalingsfrequentie.
De gemeten hittestress is een indicatie dat de betroffen koeien, hier dus indicatorkoeien 3-2, een slechter welzijn hebben, en mede daardoor minder zullen eten en minder melk zullen geven. Aangezien de melkgift slechts twee- a driemaal daags plaatsvindt, kan het vaststellen van hittestress via melkgift vaak te laat zijn. Het is dus van belang voor welzijn en melkgift om tijdig hittestress te kunnen detecteren om een daling van de melkgift vóór te zijn. En dat kan het beste bij indicatorkoeien 3-2 die er het snelste zicht- of meetbare last van krijgen. Aldus wordt een melkgiftdaling bij de meeste andere koeien 3-1 voorkomen voordat die merkbaar op zal treden. Bovendien is het aldus voldoende om een kleiner aantal koeien te monitoren, hetgeen eenvoudiger is, terwijl dat nauwkeuriger kan, mede omdat meetmiddelen maar voor een beperkt aantal dieren nodig is.
De hittestress zou ook kunnen worden bepaald via een camerasysteem met camera's 12, die verbonden zijn met de besturing 10, waarin een beeldverwerkingsprogramma, dat bijvoorbeeld activiteit van indicatorkoeien 3-2 bepaalt uit de beelden. Daarnaast kan het camerasysteem worden gebruikt om de indicatorkoeien 3-2 te herkennen in de kudde. Het is daarbij voordelig dat slechts een minderheid van de koeien van de kudde indicatorkoeien 3-2 zijn, en de rest gewone koeien 3-1. Daardoor zal de beeldverwerking minder koeien hoeven te onderscheiden, hetgeen de herkenning betrouwbaarder maakt. Ook zou de ID-tag 4 een optische markering kunnen omvatten, zoals een barcode of specifieke kleur of dergelijke. Vaak omvat de ID-tag een RFID-chip die afleesbaar is in bijvoorbeeld de melkbox 8, door een aldaar verschafte taglezer 7. Deze is voordelig om op basis van de vastgestelde dieridentiteit de melkrobot 9 te kunnen bedienen. Ook kan aldaar een of elke meetinrichting, zoals de huidthermometer 5 of de activiteitsmeter/stappenteller 6 worden uitgelezen en gekoppeld aan de dieridentiteit naar de besturing gezonden.
Op basis van een of meer van de boven beschreven wijzen verzamelt de besturing 10 gegevens over mogelijke hittestress bij de indicatorkoeien 3-2. Mocht de besturing 10 vaststellen dat er sprake is van hittestress, door vergelijken van de een of meer van de gemeten waarden met referentie- of drempelwaarde en vaststellen of er een over- of onderschrijding is, dan kan de besturing een of meer koelmiddelen inschakelen. Daartoe zijn bijvoorbeeld verschaft een sproeier 13 die water kan vernevelen of op de koeien 3-1 en 3-2 kan sproeien. Het in de lucht of op de huid verdampende water zorgt dan indirect of direct voor verkoeling. Aanvullend of alternatief zijn bijvoorbeeld ventilatoren 14 verschaft die de lucht in de stal in beweging kunnen zetten. Dit kan ook de verdamping bevorderen. Aanvullend of alternatief kan er een airco 15 zijn verschaft, die de lucht in de stal 2 actief kan koelen, maar ook de luchtvochtigheid verlagen zodat verdamping eveneens kan worden bevorderd. De besturing 10 kan op basis van de mate van hittestress, d.w.z. de mate van over- of onderschrijding van de drempel- of referentiewaarden een of meer van genoemde verkoelingsmiddelen 13, 14, 15 bedienen en aansturen.
Bovendien is het mogelijk om toch ook voor een of meer andere koeien 3-1, d.w.z. niet-indicatorkoeien 3-1, een hittestressindicator te bewaken, bijvoorbeeld met behulp van de camera's 12. Ingeval de besturing, bij voorkeur herhaald, vaststelt dat er bij een of meer van de niet-indicatorkoeien 3-1 hittestress optreedt vóórdat die bij een of meer indicatorkoeien optreedt, dan kan de besturing besluiten de minst hittestressgevoelige indicatorkoeien 3-2 vervangen door de een of meer niet-indicatorkoeien 3-1 bij wie eerder hittestress is vastgesteld. Van deze koeien verwisselt de besturing 10 dan de status/indeling. Aldus kan de besturing telkens de set indicatorkoeien 3-2 optimaliseren. Hierbij geldt dat het systeem 1, in het bijzonder de besturing 10, de identiteit van de betreffende niet-indicatorkoe(ien) 3-1 moet kunnen vaststellen. Dit kan minimaal door een alarm aan de veehouder te geven, zodat deze de betreffende identiteit kan vaststellen en de betreffende koe(ien) kan invoeren via het toetsenbord 11. Eventueel kan het geautomatiseerd zijn door de betreffende niet-indicatorkoe met dezelfde camera's 12 te volgen totdat deze een taglezer 7 passeren, waarbij de ID-tag 4 wordt uitgelezen, en de identiteit bekend wordt. Nog weer alternatief kan van elke koe, 3-1 en 3-2, beeldherkenningsinformatie zijn opgeslagen, zodat elke koe door de besturing kan worden herkend. Nog steeds is het voor de besturing dan eenvoudiger om slechts een deel van de koeien te hoeven bewaken voor wat betreft hittestress, zodat de rekencapaciteit of het dataverkeer dergelijke overeenkomstig beperkt kan blijven.
In plaats van een of meer camera's 12 kunnen ook andere hittestressindicatormeetmiddelen worden gebruikt, zoals een melkthermometer, die een kerntemperatuurindicatie is. De melktemperatuur wordt natuurlijk tijdens een melking gemeten, zodat dat slechts tweemaal daags gebeurt. Niettemin kan ook dergelijke aanvullende informatie worden gebruikt om althans de subset "indicatorkoeien" 3-2 aan te passen.
De getoonde uitvoeringsvormen dienen slechts ter uitleg van de uitvinding, zonder deze te beperken. De beschermingsomvang wordt gedefinieerd aan de hand van de bijgevoegde conclusies.

Claims (7)

1. Melkdierbewakingssysteem voor een kudde melkdieren omvattende - een verblijfsruimte voor de kudde melkdieren, - een of meer bestuurbare hittestressverminderingsmiddelen die zijn ingericht voor terugdringen of voorkomen van hittestress bij melkdieren, en - een besturingssysteem voor het besturen van het melkdierbewakingssysteem, dat omvat - een subsetbepalingsinrichting, voor bepalen of ingeven van een subset van de kudde, welke subset kleiner is dan de gehele kudde, - een identificatiesysteem voor het identificeren van de melkdieren uit althans de subset, - een hittestressdetectiesysteem voor het detecteren van een waarde van ten minste één hittestressindicator bij ten minste één melkdier van de subset, waarbij het besturingssysteem is ingericht voor in afhankelijkheid van de ten minste ene gedetecteerde waarde besturen van de een of meer hittestressverminderingsmiddelen bij meerdere van de melkdieren, in het bijzonder bij in hoofdzaak de gehele kudde in de verblijfsruimte.
2. Melkdierbewakingssysteem volgens conclusie 1, waarbij de subset tussen 1 en 10% van het aantal dieren van de kudde bedraagt, in het bijzonder tussen 1 en 10 melkdieren van de kudde.
3. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de subsetbepalingsinrichting een invoermiddel omvat zoals een toetsenbord of een gegevensverbinding.
4. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het identificatiesysteem ten minste één omvat van een tagleessysteem, een camerasysteem met dierherkenningsprogrammatuur.
5. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hittestressdetector ten minste één omvat van een camerasysteem met diergedragherkenningsprogrammatuur, een activiteitsmeter, en een thermometer voor meten van een huid-, oor- of kerntemperatuur van het melkdier van de subset.
6. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hittestressdetectiesysteem voorts is ingericht voor bepalen van een waarde van ten minste één hittestressindicator bij ten minste één melkdier van de kudde buiten de subset, en waarbij de subsetbepalingsinrichting is ingericht voor automatisch aanpassen van de subset in afhankelijkheid van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier buiten de subset en van de ten minste ene bepaalde waarde bij het ten minste ene melkdier van de subset.
7. Melkdierbewakingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hittestressverminderingsmiddelen ten minste één omvatten van een ventilatiesysteem, vernevelaars/sproeiers, en een airconditioning.
NL2019375A 2017-07-31 2017-07-31 Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen NL2019375B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019375A NL2019375B1 (nl) 2017-07-31 2017-07-31 Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen
PCT/NL2018/050459 WO2019027319A1 (en) 2017-07-31 2018-07-10 DAIRY ANIMAL MONITORING SYSTEM COMPRISING A MEANS FOR REDUCING THERMAL STRESS
CA3069800A CA3069800A1 (en) 2017-07-31 2018-07-10 Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means
US16/632,214 US20200229391A1 (en) 2017-07-31 2018-07-10 Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means
EP18749586.6A EP3661356A1 (en) 2017-07-31 2018-07-10 Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019375A NL2019375B1 (nl) 2017-07-31 2017-07-31 Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019375B1 true NL2019375B1 (nl) 2019-02-19

Family

ID=59656144

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019375A NL2019375B1 (nl) 2017-07-31 2017-07-31 Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2019375B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008039150A1 (en) * 2006-09-29 2008-04-03 Delaval Holding Ab A method and control system for decreasing the thermal load on animals
EP2005819A1 (en) * 2007-06-22 2008-12-24 DeLaval Holding AB Method and apparatus for cooling an animal
WO2011130538A2 (en) * 2010-04-16 2011-10-20 C-Lock Inc. Method and system for monitoring and reducing ruminant methane production
US20130006065A1 (en) * 2009-02-03 2013-01-03 Faunus Ltd. System and methods for health monitoring of anonymous animals in livestock groups
WO2016053104A1 (en) * 2014-10-02 2016-04-07 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap Farm system

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008039150A1 (en) * 2006-09-29 2008-04-03 Delaval Holding Ab A method and control system for decreasing the thermal load on animals
EP2005819A1 (en) * 2007-06-22 2008-12-24 DeLaval Holding AB Method and apparatus for cooling an animal
US20130006065A1 (en) * 2009-02-03 2013-01-03 Faunus Ltd. System and methods for health monitoring of anonymous animals in livestock groups
WO2011130538A2 (en) * 2010-04-16 2011-10-20 C-Lock Inc. Method and system for monitoring and reducing ruminant methane production
WO2016053104A1 (en) * 2014-10-02 2016-04-07 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap Farm system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20200229391A1 (en) Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means
Maselyne et al. Validation of a High Frequency Radio Frequency Identification (HF RFID) system for registering feeding patterns of growing-finishing pigs
US10667496B2 (en) Bovine rumination and estrus prediction system (BRES) and method
EP2943146B1 (en) Method and system for generating an oestrus attention signal for a cattle animal
MX2015006775A (es) Sistemas y metodos para pronosticar una consecuencia clinica del estado de un sujeto.
NL2012893B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het beheren van melkdieren.
CN113287140A (zh) 昆虫养殖控制装置及方法
KR102040276B1 (ko) 축산 지식 정보를 기반으로 하는 가축의 사양관리 시스템
EP2496075A1 (en) Method and system for measuring the mobility of an animal
EP0903980A1 (en) A system and a method for monitoring the physical condition of a herd of livestock
CN212589620U (zh) 对家畜的活动进行检测的活动检测设备
NL1031625C2 (nl) Diagnosewerkwijze alsmede diagnose-inrichting voor een dieridentificatiesysteem, in het bijzonder een dieridentificatiesysteem van een melkinstallatie en melkinstallatie met een dieridentificatiesysteem.
NL2020076B1 (nl) Melkdierbewakingssysteem met stressverminderingsmiddelen
US20210212292A1 (en) Holding area and method executed in a holding area
NL2019375B1 (nl) Melkdierbewakingssysteem met hittestressverminderingsmiddelen
NL2008005C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het beheren van een groep melkdieren.
NL2009456C2 (en) Method and system for creating a map of a barn.
JP7089098B2 (ja) 行動特定装置、行動特定方法、及びプログラム
NL2013609B1 (nl) Veediermanagementsysteem.
NL1036285C2 (nl) Selectiesysteem en werkwijze voor het selecteren van een tochtig dier.
KR102334566B1 (ko) 뒤영벌의 활동량 측정 장치 및 방법
NL1008840C2 (nl) Veemanagementsysteem met geursensor.
NL2018073B1 (nl) Werkwijze voor het op afstand monitoren van bewegingsgedrag van boerderijdieren
CN110558248B (zh) 一种猪只数量监控装置
CA2854344A1 (en) Infrared thermography and behaviour information for identification of biolically important states in animals

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200801