NL2019241B1 - Bagagehouder en cassette - Google Patents

Abstract

Bagagehouder en cassette Een bagagehouder (10), zoals bijvoorbeeld een koffer of een reistas, omvat een door een al of niet harde schaal begrensde kamer (15) die bestemd en ingericht is om bagage te ontvangen. De houder is voorzien van rolmiddelen in de vorm van een stel Wielen (30) aan overstaande langszij den. Hiermee is de houder over een ondergrond verrijdbaar, waartoe elk van de Wielen een loopvlak omvat. Aan elk van de langszij den gaat het loopvlak uit van een band welke vanaf het Wiel (30) een langwerpige baan (35) volgt die zich over althans een deel van een lengte van die langszij de althans in hoofdzaak rechtlijnig uitstrekt. Althans in genoemde baan reikt het loopvlak van de band voorbij een rugzijde van de houder opdat daarmee ook op een trapopgang kan worden afgesteund.

Description

Bagagehouder en cassette

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bagagehouder omvattende ten minste één door een al of niet harde schaal begrensde kamer die bestemd en ingericht is om bagage te ontvangen, welke houder is voorzien van rolmiddelen, omvattende ten minste een eerste stel wielen aan overstaande langszij den van de houder waarmee de houder over een ondergrond verrijdbaar is, welke wielen ieder een loopvlak omvatten.

Bagagehouders worden in uiteenlopende vormen, maten en materialen op grote schaal door reizigers toegepast voor het meevoeren van bagage. Het gaat daarbij om koffers met een harde of zachte schaal en reistassen. Werden koffers en reistassen van oudsher simpelweg al of niet door een kruier gedragen; tegenwoordig worden veel koffers en grotere reistassen vaak uitgevoerd met een stel w ielen opdat de koffer of reistas tevens verrijdbaar is. Aldus kan de koffer of reistas over een vlakke ondergrond door de reiziger worden voort getrokken of voort geduwd. Met name bij een gevulde koffer of reistas en bij grotere maten levert dit voor de reiziger een aanzienlijke verlichting op wanneer diegene bagage met zich meevoert. Dit verklaart dan ook meteen de grote populariteit van koffers en reistassen die met dergelijke rolmiddelen zijn uitgevoerd. Niettemin is de reiziger nog steeds op spierkracht aangewezen als met de koffer of zware reistas een trap dient te w'orden genomen, omdat de conventionele rolmiddelen in een dergelijke situatie gewoonlijk geen uitkomst bieden.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een koffer en/of reistas die niet alleen op een vlakke ondergrond maar tevens bij trappen assistentie biedt.

Om het beoogde doel te bereiken, heeft een bagagehouder van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de rolmiddelen aan elk van de langszij den een loopvlak omvatten dat uitgaat van een band welke een langwerpige baan volgt over althans een deel van een lengte van die langszijde en zich daarbij althans in hoofdzaak rechtlijnig uitstrekt, w'aarbij althans in genoemde baan het loopvlak van de band voorbij een rugzijde van de houder reikt. Aldus bieden de rolmiddelen een langwerpige loopvlak dat in staat is om de treden van een trap te overbruggen, terwijl de genoemde wielen tevens op een vlakke ondergrond een assistentie bieden.

Een bijzonder praktische uitvoeringsvorm van de bagagehouder volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de rolmiddelen tegenover elk van het eerste stel wielen een tweede wiel omvatten, waarover de band met het loopvlak wordt ontvangen en in een eindloze baan naar het betreffende van het eerste stel wielen wordt terug geleid. Aldus wordt op een bijzonder praktische wijze invulling gegeven aan een loopvlak dat zich behalve over het tweede wiel tevens over een langwerpig traject uitstrekt.

Op zichzelf bieden het loopvlak met de wielen een basis waarop de bagagehouder onder alle genoemde omstandigheden kan afsteunen om aldus een last voor de gebruiker te verkleinen. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de bagagehouder volgens de uitvinding heeft evenwel als kenmerk dat de rolmiddelen bekrachtigingsmiddelen omvatten die een rotatie van ten minste één van de wielen ten minste ondersteunen in ten minste een rotatierichting. Aldus bieden de rolmiddelen en het loopvlak niet slechts een afsteuning aan de bagagehouder maar wordt bovendien een actieve assistentie geboden die een reiziger helpt om de last van het meevoeren van de bagagehouder te verlichten.

De bekrachtigingsmiddelen kunnen van uiteenlopende aard zijn. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de bagagehouder volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt doordat de bekrachtigingsmiddelen veermiddelen omvatten die in een eerste rotatierichting van het ten minste ene wiel aanspannen en zich in een tweede rotatierichting van het ten minste ene wiel ontspannen. Aldus wordt de potentiële energie die nodig is voor de bekrachtiging van de wielen bij een trapopgang ontleent aan de kinetische energie die door de gebruiker wordt ontwikkeld als de bagagehouder over een vlakke ondergrond wordt voortgetrokken. De bekrachtiging is aldus van volledig mechanische oorsprong.

In plaats daarvan kan de potentiële energie die voor de aandrijving van de wielen is benodigd ook worden onttrokken aan een daartoe in of bij de bagagehouder voorziene energiebron. Daartoe heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de bagagehouder volgens de uitvinding als kenmerk dat de bekrachtigingsmiddelen een elektromotor met een zelfstandige elektrische voedingsbron omvatten, welke elektromotor de band in ten minste een rotatierichting aandrijft. Aldus kan een bekrachtiging van de wielen en het loopvlak niet slechts over een trapopgang maar tevens over een vlakke ondergrond worden geboden, althans zolang de elektrische voedingsbron strekt. Het gaat daarbij in het bijzonder om een oplaadbare voedingsbron die behalve vanuit bijvoorbeeld een lichtnet ook door een dynamo kan worden herladen als de bagagehouder w'ordt voortgetrokken.

Op zichzelf kunnen de rolmiddelen integraal met de bagagehouder worden voorzien. In een belangrijke voorkeursuitvoeringsvorm is de bagagehouder volgens de uitvinding evenwel gekenmerkt doordat de rolmiddelen zijn opgenomen in een zelfstandige cassette die aan de betreffende langszijde met de houder is verbonden, en in het bijzonder daaraan losneembaar is gekoppeld. Aldus kunnen de rolmiddelen aan een bagagehouder worden gekoppeld om die bagagehouder een rol-assistentie te bieden. Ook kan in het geval van reparatie of onderhoud de betreffende cassette eenvoudig worden afgekoppeld en desgewenst worden vervangen. De uitvinding heeft dan ook tevens betrekking op een cassette, omvattende een vormvaste schaal met een holte die ruimte biedt aan de rolmiddelen zoals toegepast in de bagagehouder volgens de uitvinding.

Thans zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een bagagehouder volgens de uitvinding; figuur 2 de bagagehouder van figuur 1 in vooraanzicht; figuur 3 de bagagehouder van figuur 1 in een opengewerkt zijaanzicht; en figuur 4 een explosietekening van de rolmiddelen zoals toegepast in de bagagehouder van figuur 1.

Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven.

Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

De bagagehouder van figuur 1 tot en met 3 omvat een bagagekoffer 10 met daarin een kamer 15 voor het ontvangen van bagage met een inhoud van circa 125 liter die door een harde schaal wordt begrensd. Voor een gemakkelijk hanteren van de koffer is daaraan een telescopisch uitstelbaar handvat 20 voorzien en omvat de koffer rolmiddelen met een eerste stel fluisterstille wielen 30; aan elke langszijde één. Aldus kan de koffer 10 aan het handvat 20 over een vlakke ondergrond worden voortgetrokken ter assistentie van de gebruiker.

De wielen 30 zijn voorzien van een band 31 van rubber of een elastomeer kunststof en bieden daarmee een fluisterstil en comfortabel loopvlak 32. Door conform de uitvinding relatief grote en fluisterstille wielen toe te passen, wordt niet alleen comfort aan de gebruiker maar tevens een akoestische verlichting voor de omgeving geboden.

In figuur 4 is een explosietekening van de rolmiddelen weergegeven zoals die in de bagagehouder van figuur 1 tot en met 3 zijn toegepast. De rolmiddelen omvatten in dit voorbeeld, naast het eerste stel wielen 30, tevens een tweede stel wielen 33,40 aan elk van de langszij den van de bagagehouder. Dit tweede stel wielen omvat een verder wiel 33 op dezelfde wielas als het eerste wiel 30 in combinatie met een tweede wiel 40 dat in figuur 1 en 2 goeddeels aan het oog is onttrokken. Over dit tweede stel wielen 33,40 loopt een eindloze band 34 met een verder loopvlak 35, welke in een continu traject wordt teruggeleid. Dit verdere loopvlak 35 loopt conform de uitvinding niet louter rondom de wielen 33, maar strekt zich tevens over althans een deel van de betreffende langszijde uit.

Daarbij volgt de band 34 met het loopvlak 35 een althans in hoofdzaak rechtlijnige baan over althans een deel van die lengte. Het loopvlak 35 reikt voorbij een rugzijde 11 van de houder 10 opdat daarmee in contact wordt getreden met de treden van een trap. Deze langwerpige band 34 overbrugt een afstand tussen opeenvolgende treden van een trap, zodat op een trap ten minste eenzelfde vorm van ondersteuning wordt geboden als op een vlakke ondergrond. Eventueel kan een extra ondersteuning worden geboden door althans één van de wielen 30,33.40 van een bekrachtiging te voorzien. Aldus biedt de bagagehouder tevens bij een trapopgang een al of niet bekrachtigde rol-ondersteuning. hi een specifieke uitvoeringsvorm zijn de wielen 30 ter bekrachtiging aan een spiraalveer gekoppeld die zich aanspant terwijl de koffer over een vlakke ondergrond wordt voortgetrokken. Door middel van een daartoe bijvoorbeeld aan het handvat 20 voorzien, maar niet nader getoonde, bedieningsmiddelen kan deze veerspanning worden ingezet indien met de koffer een trapopgang dient te worden overbrugd. De opgebouwde veerspanning wordt daarbij vrijgegeven om de daarin geaccumuleerde potentiële energie om te zetten in een kinetische aandrijving van de wielen 30.

In plaats van een dergelijke mechanische ondersteuning kan desgewenst ook een elektrische energiebron worden voorzien in combinatie met een elektromotor voor elk van de wielen. De energiebron is daarbij in het bijzonder een herlaadbare accu die bij elk van de wielen 30 individueel is voorzien of bijvoorbeeld in de houder 15 zelf is ondergebracht gemeenschappelijk voor beide wielen. Ook in dit geval voorziet het handvat 20 bij voorkeur in bedieningsmiddelen waarmee de elektromotoren in werking kunnen worden gesteld. Aldus wordt zowel op een vlakke ondergrond als op een hellende trapopgang een adequate ondersteuning geboden.

Figuur 4 toont in de vorm van een explosietekening een afzonderlijke cassette 50 die voorziet in een dergelijke al of niet bekrachtigde rol-ondersteuning. De cassette biedt plaats aan de wielen 30,33,40 voor de banden 31,34, en kan door middel van daaraan voorziene verbindingsmiddelen 55 eenvoudig met een daarop afgestemde bagagehouder 10,15 worden gekoppeld. Bij een hierop niet voorbereide koffer of reistas kan de cassette desgewenst ook door middel van een stel spanbanden of anderszins daaraan worden vastgezet. De cassette 50 biedt behalve aan de wielen 30,33, 40 en de banden 31,34, tevens een fraaie harde schaal 53 als beschermende ommanteling.

In de cassette 50 kan tevens een herlaadbare accu worden ondergebracht die een niet nader getoonde elektromotor voedt, welke via een adequate tandwieloverbrenging 56 met ten minste één van wielen 33 is gekoppeld. Dit wiel 33 omvat inwendig een vertanding voor aangrijping van de tandwieloverbrenging 56. Ook uitwendig is op het wiel 33 een vertanding aangebracht voor een slipvrije aandrijving van de tweede band 34, die hier is uitgevoerd als een getande riem met aan een buitenzijde het loopvlak 35 en aan een tegenoverliggende binnenzijde een vertanding die aangrijpt op de buiten vertanding van het wiel 33. Een elektronisch aansturing zorgt voor een constant toerental van de motor, waarbij tevens zender- en ontvanger middelen zijn voorzien voor een synchronisatie met een overeenkomstige cassette aan de ander zijde van de koffer. Tussen de eerste wielen 30 en de tandwieloverbrenging is een regelbare koppeling voorzien die de wielen 30 desgewenst loskoppelt en in vrijloop brengt dan wel aan het verdere wiel 33 en/of louter aan de aandrijving 56 koppelt. In het laatste geval kan uit het rollende wiel 30 kinetische energie worden gewonnen en via de elektromotor of separate dynamo aan de voedingsbron worden terug geleverd. In het bijzonder bij een afdaling kan aldus op bijzonder efficiënte wijze de bedrijfsduur van de voedingsbron worden verlengd.

De rolmiddelen zijn aldus ondergebracht in een integrale uitbreiding aan weerszijden van de koffer in de vorm van een zelfstandig aankoppelbare en afneembare zelfstandige cassette. De uitvinding heeft tevens betrekking op een dergelijke zelfstandige cassette die aan een bestaande en al of niet daartoe gemodificeerde koffer kan worden voorzien. Daarbij kan in het bijzonder worden uitgegaan van een wisselsysteem, waarbij op een uitgiftepunt een standaard koffer wordt voorzien van een stel dergelijke cassettes met een volledig geladen accu en elektro-aandrijving om vervolgens fluisterstil en ondersteund zijn weg te vervolgen. Op een terugweeg worden de cassettes weer ingeleverd om te worden herladen en andermaal te worden uitgegeven. Een dergelijk uitgiftepunt zou bijvoorbeeld op een vliegveld of (trein)station kunnen worden voorzien.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen moge lijk. hi het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is uitgegaan van een koffer met een harde schaal, hi plaats daarvan kan de uitvinding tevens worden toegepast op een koffer met een zachte, vervormbare schaal en ook op reistassen die van een rol-ondersteuning zijn voorzien. Desgewenst kan in de koffer bij de wielen een dynamo worden voorzien om een daarin ondergebrachte accu bij te laden indien de koffer worden voortgetrokken of daarmee wordt afgedaald. Aldus w'ordt een hybride invulling aan dit deel van de uitvinding gegeven.

In het voorbeeld is uitgegaan van twee afzonderlijke wielen op een gemeenschappelijke wielas waarvan respectievelijk het eerste en verdere loopvlak uitgaan. In plaats daarvan kan ook met afzonderlijke wielen op afzonderlijke wielassen worden uitgegaan en tevens is het mogelijk om van een gemeenschappelijk wiel uit te gaan waarvan beide loopvlakken uitgaan, dat wil zeggen dat louter een eindloze band wordt toegepast dat voorziet in zowel het rollende loopvlak voor een rol-ondersteuning, als het langwerpige loopvlak voor een trapondersteuning. hi veel steden levert het veel irritatie dat miljoenen toeristen overdag, maar ook ‘s-avonds en 's-nachts, met hun rolkoffers door het centrum lopen en daarbij oorverdovend veel lawaai produceren. Veel steden willen hieraan een einde maken maar zien zich dusverre niet voor een oplossing gesteld. De onderhavige uitvinding biedt hier uitkomst. Wanneer al deze koffers verplicht op een vliegveld of station bij aankomst met een stel rolcassettes volgens de uitvinding worden uitgerust, levert dat zowel voor de gebruiker als voor de omgeving onmiskenbare voordelen. De cassettes worden bijvoorbeeld met spanbanden aan een koffer bevestigd als de koffer niet al voor aankoppeling met de cassettes is voorbereid. De fluisterstille elastomere wielen leveren een drastische reductie van het rolgeluid tot vrijwel nihil. De gebruiker verkrijgt een rol-ondersteuning, wat met name bij het overbruggen van grotere afstanden van pas zal zijn. En bij het nemen van een trap of anderszins opgang wordt deze ondersteuning voortgezet door de langwerpige band die over de wielen loopt. Bij het verlaten van de stad worden de cassettes weer ingeleverd om door (tussenkomst van) het uitgiftestation te worden herladen en nagekeken.

De maten van de getoonde rolkoffer zijn louter ter illustratie gegeven. De uitvinding is evenwel toepasbaar ongeacht de specifieke maten en vorm van de bagagehouder, hoewel de daardoor geboden rol- en trapondersteuning een belangrijkere bijdrage zal leveren aan het gebruiksgemak naarmate de bagagehouder omvangrijker is.

Claims (8)

1. Bagagehouder omvattende ten minste één door een al of niet harde schaal begrensde kamer die bestemd en ingericht is om bagage te ontvangen, welke houder is voorzien van rolmiddelen, omvattende ten minste een eerste stel wielen aan overstaande langszij den van de houder waarmee de houder over een ondergrond verrijdbaar is, welke wielen ieder een loopvlak omvatten, met het kenmerk dat de rolmiddelen aan elk van de langszij den een loopvlak omvatten dat uitgaat van een band welke een langwerpige baan volgt over althans een deel van een lengte van die langszijde en zich daarbij althans in hoofdzaak rechtlijnig uitstrekt, waarbij althans in genoemde baan het loopvlak van de band voorbij een rugzijde van de houder reikt.

2. Bagagehouder volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de rolmiddelen tegenover elk van het eerste stel wielen een tweede w'iel omvatten, waarover de band met het loopvlak wordt ontvangen en in een eindloze baan naar het betreffende van het eerste stel wielen wordt terug geleid.

3. Bagagehouder volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de rolmiddelen bekrachtigingsmiddelen omvatten die een rotatie van ten minste één van de wielen ten minste ondersteunen in ten minste een rotatierichting.

4. Bagagehouder volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de bekrachtigingsmiddelen veermiddelen omvatten die in een eerste rotatierichting van het ten minste ene wiel aanspannen en zich in een twoede rotatierichting van het ten minste ene wiel ontspannen.

5. Bagagehouder volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk dat de bekrachtigingsmiddelen een elektromotor met een zelfstandige elektrische voedingsbron omvatten, welke elektromotor het ten minste ene wiel in ten minste één rotatierichting aandrijft.

6. Bagagehouder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de rolmiddelen zijn opgenomen in een zelfstandige cassette die aan de betreffende langszijde met de houder is verbonden, en in het bijzonder daaraan losneembaar is gekoppeld.

7. Bagagehouder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat een eerste loopvlak uitgaat van een eerste band over één van het eerste stel wielen en dat een tweede loopvlak uitgaat van een eindloze band die over een stel verdere wielen is geleid en daarbij de langwerpige baan volgt over althans een deel van de langszijde van de houder.

8. Cassette omvattende een vormvaste schaal met een holte die ruimte biedt aan de rolmiddelen zoals toegepast in de bagagehouder volgens één of meer der voorgaande conclusies.