NL2017981B1 - Fietsslot en combinatie van een fiets met een frame, een trapas, een aan de trapas bevestigde crank, en een fietsslot - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een fietsslot, omvattend een behuizing opgebouwd uit een eerste en een tweede langwerpig behuizingsgedeelte, scharnierbaar ten opzichte van elkaar tussen een gesloten stand, waarin door het eerste en tweede behuizingsgedeelte een kamer wordt gevormd voor het omsluiten van de crank van een fiets, en een geopende stand, waarin de kamer wordt gesplitst, en welk fietsslot verder omvat een aan weerszijden van en in de behuizing aangebrachte eerste opening, voor het doorlaten van een pedaalas van de fiets, en tweede opening voor het doorlaten van de trapas, waarmee de pedaalas via een crank bevestigd is aan de fiets. De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een fiets met een frame, een trapas, een aan de trapas bevestigde crank, en een fietsslot volgens de uitvinding, waarbij het fietsslot in de gesloten stand de crank omsluit.

Description

Fietsslot en combinatie van een fiets met een frame, een trapas, een aan de trapas bevestigde crank, en een fietsslot

De uitvinding heeft betrekking op een fietsslot.

Voertuigen zijn in allerlei vormen bekend en kunnen gebruikt worden voor het vervoer van personen en goederen tussen verschillende locaties. Wanneer het voertuig op de plaats van bestemming wordt achtergelaten zal het dikwijls voorkomen dat men het voertuig in de openbare ruimte dient achter te laten zonder daarbij compleet toezicht te hebben op het voertuig. Hiermee bestaat het risico van diefstal, met name bij voertuigen waarvan het gewicht en het volume zodanig is dat een mens het makkelijk kan verplaatsen, zoals in het bijzonder fietsen.

Om dit probleem op te lossen is het bekend om sloten te voorzien van een slot. Enerzijds zijn er sloten bekend om de omwenteling van het (aangedreven) wiel van de fiets te belemmeren, door vanaf het frame van de fiets een pen tussen de spaken van het wiel door te steken. Anderzijds zijn er sloten bekend die over het algemeen een ketting of snoer met een slot omvatten, waarmee de fiets kan worden verankerd aan een vast object, in het bijzonder straatmeubilair zoals een lantaarnpaal of speciaal hiervoor bedoelde fietsenstallingen. Wanneer geen geschikt vast object voor handen is, bijvoorbeeld omdat stallingen vol zijn, of omdat de lantaarnpalen een dikte hebben die het onmogelijk maakt om het slot om de fiets en de lantaarnpaal aan te brengen, dan wordt ook dit laatste type slot vaak alleen aan de fiets bevestigd. Vaak worden beide typen sloten in combinatie gebruikt.

Het door dieven onrechtmatig verwijderen van dergelijke sloten is over het algemeen wel mogelijk gebleken, maar kost vaak moeite en kracht, hetgeen met name in de openbare ruimte een risico vormt dat de dief betrapt wordt. Om die reden ziet men ook dat fietsen die niet aan een vast object verankerd zijn vaak inclusief slot uit de openbare ruimte worden onttrokken, en daarna buiten het zicht van anderen van het slot worden ontdaan. Over het algemeen ziet men echter dat voor fietsen met een relatief beperkte waarde de op dit moment bekende sloten een redelijke afschrikwekkende werking hebben op dieven, waardoor met deze sloten deze fietsen meestal niet gestolen worden.

Echter met name bij duurdere fietsen, zoals in het bijzonder fietsen met trapondersteuning (zogenaamde e-bikes), ziet men dat de op dit moment bekende sloten onvoldoende diefstal kunnen verhinderen. Alleen zeer zware sloten, waarbij gewichten van het slot van 3 kilogram geen uitzondering zijn, die daarnaast ook vaak duur zijn kunnen over het algemeen enige bescherming bieden. De doelgroep van deze fietsen, voor een aanzienlijk deel bestaand uit mensen met een hogere leeftijd, zal echter vaak niet om kunnen gaan met sloten met een dergelijk hoog gewicht.

Bij sportfietsen zoals racefietsen spelen een aantal andere factoren. Bij een racefiets wordt het van belang geacht om met het oog op het behalen van een maximale snelheid de massa van de racefiets te reduceren en de aërodynamica van de fiets te verbeteren. Ook wordt extra waarde gehecht aan een optimale staat van de lak van de fiets. Bij gebruik van de op dit moment bekende fietssloten bestaat, zeker over langere tijd, echter het risico op beschadiging van lak. Sloten die een redelijke bescherming bieden tegen diefstal zijn daarbij vaak zwaar en weinig aërodynamisch. Om die reden worden sportfietsen en racefietsen in het bijzonder op dit moment dikwijls niet op slot gezet.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde problemen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt bereikt door middel van een fietsslot, omvattend een behuizing opgebouwd uit een eerste en een tweede langwerpig behuizingsgedeelte, scharnierbaar ten opzichte van elkaar tussen een gesloten stand, waarin door het eerste en tweede behuizingsgedeelte een kamer wordt gevormd voor het omsluiten van de crank van een fiets, en een geopende stand, waarin de kamer wordt gesplitst, en welk fietsslot verder omvat een aan weerszijden van en in de behuizing aangebrachte eerste opening, voor het doorlaten van een pedaalas van de fiets, en tweede opening voor het doorlaten van de trapas, waarmee de pedaalas via een crank bevestigd is aan de fiets.

Bij het fietsslot volgens de uitvinding wordt ervoor gekozen om rondom de crank een uit (ten minste) twee behuizingsgedeelten opgebouwde behuizing aan te brengen. In de gesloten stand wordt in de behuizing een kamer gevormd waarin de crank kan worden opgeborgen en waarin deze crank omsloten wordt, terwijl de pedaalas en de trapas door de respectievelijke eerste en tweede opening naar buiten steken. Deze openingen sluiten bij voorkeur aan op respectievelijk de pedaalas en trapas. In de geopende stand kan de gesplitste behuizing van de crank worden afgenomen om daarna hergebruikt te worden.

De eerste en tweede opening zijn bij voorkeur in tegenoverliggende zijwanden aangebracht, waarbij de de eerste en tweede opening bij voorkeur nabij langs de wand op afstand van elkaar geplaatste uiteinden van deze zijwanden zijn aangebracht.

Doordat de behuizingsgedeelten aan elkaar bevestigd zijn, wordt de kans verkleind dat men een van de behuizingsgedeelten kwijt raakt. Ook vergemakkelijkt dit het aanbrengen van het fietsslot.

De in de behuizing gevormde kamer is bij voorkeur voorzien van een bekleding om schade aan de crank te voorkomen. Een dergelijke bekleding kan bijvoorbeeld zijn gemaakt van siliconenmateriaal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvatten het eerste en het tweede behuizingsgedeelte een bodem, en omvat ten minste het eerste behuizingsgedeelte, en bij voorkeur ook het tweede behuizingsgedeelte, een rondom de bodem aangebrachte omtrekswand, en raakt de bovenrand van de omtrekswand van het eerste behuizingsgedeelte het tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand ten minste.

Wanneer het tweede behuizingsgedeelte een bodem omvat en het eerste behuizingsgedeelte een bodem met een van de bodem opstaande en naar het tweede gedeelte gerichte omtrekswand omvat, dan is het gemakkelijk om beide behuizingsgedeelten aan te laten sluiten.

Wanneer bovendien het tweede behuizingsgedeelte ook een omtrekswand omvat die gericht is naar het eerste behuizingsgedeelte, dan bestaat de mogelijkheid om hiermee de stevigheid van het slot verder te vergroten, om de kans op diefstal te verminderen.

Bij voorkeur heeft de behuizing de vorm van een balk, omdat dit de productie vereenvoudigt, en de kans vermindert dat het slot kan blijven haken of onderdelen beschadigt.

In nog een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvat de behuizing verder een basisplaat met een parallelle eerste en tweede rand, waarbij het eerste behuizingsgedeelte met een uiteinde in de lengterichting scharnierbaar bevestigd is langs de eerste rand, waarbij het tweede behuizingsgedeelte met een uiteinde in de lengterichting scharnierbaar is bevestigd langs de tweede rand, en waarbij het eerste en tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand tussen de eerste en de tweede rand op de basisplaat liggen.

Bij deze uitvoeringsvorm is het fietsslot in de gesloten stand in hoofdzaak U-vormig, waarbij de benen van de U-vorm gevormd worden door het eerste en tweede behuizingsgedeelte, en waarbij de basisplaat de verbinding vormt tussen deze twee benen, welke met uiteinden van het eerste en tweede behuizingsgedeelte door middel van een respectievelijk eerste en tweede scharnier aan de basisplaat bevestigd kunnen zijn. Door de U-vorm hoeven het eerste en tweede behuizingsgedeelte vanuit de gesloten stand niet heel ver uit elkaar te worden gebracht om de crank uit de behuizing te verwijderen.

Het scharnierpunt in deze uitvoeringsvorm is bij voorkeur aangebracht nabij de trapas, hetgeen het aanbrengen van het fietsslot vergemakkelijkt.

Deze uitvoeringsvorm is gemakkelijk aan te brengen, is relatief beperkt in gewicht, en hoeft niet ver uit elkaar te worden getrokken om van de crank verwijderd te kunnen worden. Met slechts twee scharnieren is er slechts een beperkt aantal plekken in het fietsslot waar een dief het slot zou kunnen proberen te forceren, hetgeen de veiligheid verhoogt. Ook verlaagt dit de productiekosten.

In weer een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding zijn het eerste en tweede behuizingsgedeelte nabij een uiteinde in de lengterichting van het eerste en tweede behuizingsgedeelte scharnierbaar aan elkaar bevestigd.

Bij deze uitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede behuizingsgedeelte nabij de uiteinden van beide gedeelte rechtstreeks aan elkaar verbonden, waarbij het eerste en tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand in hoofdzaak parallel lopen, en in de geopende stand een V-vorm vormen.

Ook bij deze uitvoeringsvorm is het scharnierpunt bij voorkeur aangebracht nabij de trapas, om het aanbrengen van het fietsslot te vergemakkelijken.

Deze uitvoeringsvorm heeft slechts een beperkt aantal onderdelen, welke een soortgelijk uiterlijk kunnen hebben, en is daardoor goedkoop in productie en gebruik. Deze uitvoeringsvorm is bovendien bijzonder licht in gewicht uit te voeren.

In opnieuw een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding is het tweede behuizingsgedeelte opgebouwd uit ten minste een eerste helft en een tweede helft, waarbij tussen de uiteinden in de lengterichting van het eerste behuizingsgedeelte de eerste helft met een eerste uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan het eerste behuizingsgedeelte, en waarbij het tweede deel met een eerste uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan het eerste deel.

In deze uitvoeringsvorm ligt het scharnierpunt tussen het eerste en het tweede behuizingsgedeelte tussen de uiteinden in de lengterichting van het eerste gedeelte. Het tweede behuizingsgedeelte is opgebouwd uit ten minste twee helften, welke scharnierbaar zijn ten opzichte van elkaar. In de gesloten stand zijn het eerste en tweede gedeelte bij voorkeur parallel aan elkaar, en in de geopende stand is het fietsslot K-vormig.

Om de stabiliteit van de scharnierbeweging te vergroten is het mogelijk om in deze uitvoering het tweede behuizingsgedeelte op meerdere punten scharnierbaar te bevestigen aan het eerste behuizingsgedeelte.

Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat deze zeer compact uit te voeren is, en dat het tweede behuizingsgedeelte niet ver van het eerste behuizingsgedeelte hoeft te worden verwijderd om het fietsslot van een in de kamer opgeborgen crank te kunnen verwijderen.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding overlappen het eerste en het tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand langs elkaar ten minste gedeeltelijk.

Wanneer het eerste en tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand overlappen, dan wordt door de dubbele wanddikte in deze delen de veiligheid van het slot vergroot. Deze overlap kan bijvoorbeeld bestaand uit een (gedeeltelijke) overlap van de omtrekswanden.

Het kan daarbij voordelig zijn om in het gedeelte van het fietsslot dat vanaf de crank naar het frame toe gericht is juist geen overlappende wanden toe te passen, omdat hier de ruimte beperkt is, en dat hiermee de ruimte voor een dubbele wand ten kosten zou gaan van de ruimte voor de crank in de kamer.

In weer een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvat het fietsslot verder blokkeermiddelen voor het in de gesloten stand rondom een aan een trapas bevestigde crank blokkeren van een volledige omwenteling van de crank rondom de trapas.

Het verdient aanbeveling om op het fietsslot middelen te voorzien die verhinderen dat een fiets, wanneer deze op een ondergrond staat een omwenteling kunnen maken.

Deze middelen kunnen bijvoorbeeld de lengte van de crank als het ware zodanig verlengen zodat een complete omwenteling niet meer mogelijk is. Op die manier kan de aandrijving van de fiets wanneer deze beveiligd is met het fietsslot niet gebruikt worden.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvatten de blokkermiddelen een in het verlengde van ten minste een van het eerste en tweede behuizingsgedeelte aan de behuizing aangebrachte langwerpige blokkeerstaaf.

Een langwerpige blokkeerstaaf is eenvoudig in productie en kan bovendien dienst doen als handgreep om het fietsslot aan vast te houden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvat het fietsslot verder een slot, voor het in de gesloten stand vergrendelen van het eerste en het tweede gedeelte ten opzichte van elkaar, zoals een in de behuizing geïntegreerd slot, zoals een cilinderslot.

Wanneer het fietsslot is voorzien van een slot, dan is het mogelijk om het fietsslot in de gesloten stand op slot te zetten. Dit slot is bij voorkeur in de behuizing van het fietsslot geïntegreerd om de kans op forceren van het slot te verminderen.

Onder 'fietsslot' wordt in dit verband verstaan de gehele inrichting die gebruikt wordt om de fiets te beveiligen, waarbij onder 'slot' wordt verstaan de mechaniek die gebruikt wordt om het fietsslot in de gesloten stand te vergrendelen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding is het slot uit ten minste een eerste en een tweede op elkaar aangrijpend slotdeel opgebouwd, waarbij het eerste slotdeel is aangebracht in het eerste behuizingsgedeelte, en waarbij het tweede slotdeel is aangebracht in het tweede behuizingsgedeelte.

Wanneer het slot van het fietsslot uit twee delen is opgebouwd, en wanneer deze delen verspreid zijn over het eerste en tweede behuizingsgedeelte, dan is op die manier te bereiken dat het slot alleen kan functioneren wanneer het eerste en tweede behuizingsgedeelte in een voor het functioneren van het slot gewenste positie zijn gebracht, bij voorkeur de gesloten stand.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvat ten minste een van het eerste en tweede behuizingsgedeelte metaal.

Het is gevonden dat door het gebruik van metaal in de stevigheid van het fietsslot dusdanig verbeterd wordt dat het veel moeite kosten om het slot open te breken. Onder metaal wordt tevens verstaan een legering met een metaal, zoals bijvoorbeeld staal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het fietsslot volgens de uitvinding omvat het slot verder verbindingsmiddelen, zoals een ketting of kabel, met een eerste uiteinde bevestigbaar aan het fietsslot en bij voorkeur de behuizing van het fietsslot, en waarvan het tweede uiteinde voorzien is van bevestigingsmiddelen, voor het verankeren van de verbindingsmiddelen aan een object.

Op die manier is het mogelijk om het fietsslot aan een vast object te bevestigen, om de kans op diefstal van het fietsslot, en daarmee een eventueel in de kamer van het fietsslot aangebrachte crank en de daaraan bevestigde fiets, te verkleinen. De bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een slot zijn.

Het is echter ook mogelijk dat de verbindingsmiddelen en de bevestigingsmiddelen een insteekslot of insteekketting omvatten, waarvan het insteekdeel in het fietsslot volgens de uitvinding kan worden gestoken, en bij voorkeur met behulp van het slot van het fietsslot volgens de uitvinding kan worden vastgezet in het fietsslot.

De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een fiets met een frame, een trapas, een aan de trapas bevestigde crank, en een fietsslot volgens de uitvinding, waarbij het fietsslot in de gesloten stand de crank omsluit.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het fietsslot met elkaar verbonden communicatiemiddelen en een locatiesensor, en omvat de combinatie verder een met de communicatiemiddelen van het fietsslot verbonden server.

Het verdient aanbeveling om het fietsslot te voorzien van een locatiesensor, welke de geografische locatie van de locatiesensor en daarmee het fietsslot kan bepalen, bijvoorbeeld met behulp van een satellietplaatsbepalings-systeem. Deze locatie kan vervolgens, bijvoorbeeld in een vooraf ingesteld interval, door middel van de communicatiemiddelen worden uitgewisseld met een server. Op die manier kan een gebruiker altijd de locatie van het fietsslot volgen, ook als hij de locatie van zijn met het fietsslot beveiligde fiets is vergeten, of als deze fiets onverhoopt is gestolen.

Een dergelijk fietsslot is hiervoor bij voorkeur voorzien van een voeding zoals een batterij. Om de batterijduur te verlengen is het mogelijk dat de communicatiemiddelen en locatiesensor alleen geactiveerd worden als het fietsslot in de gesloten stand is. De communicatiemiddelen, locatiesensor en eventuele voeding zijn bij voorkeur binnen de behuizing aangebracht om deze niet gemakkelijk toegankelijk te maken.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een fietsslot volgens de uitvinding in de geopende stand.

Figuur 2 toont een combinatie van een crank met een trapper met een gedeelte van een variatie op de eerste uitvoeringsvorm van een fietsslot volgens de uitvinding in de geopende stand.

Figuur 3A, 3B en 3C tonen respectievelijk het eerste en tweede behuizingsgedeelte en de basisplaat van het fietsslot volgens de eerste uitvoeringsvorm in perspectivisch aanzicht.

Figuur 4 toont een combinatie van een crank met een trapper met een gedeelte van een tweede uitvoeringsvorm van een fietsslot volgens de uitvinding in de geopende stand.

Figuur 5 toont een combinatie van een crank met een trapper met een gedeelte van een derde uitvoeringsvorm van een fietsslot volgens de uitvinding in de geopende stand.

In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvorm 1 van een fietsslot volgens de uitvinding getoont. Het fietsslot 1 omvat een eerste behuizingsgedeelte 2 en een tweede behuizingsgedeelte 3, welke rondom scharnierpunten 4, 5 bevestigd zijn aan basisplaat 6. In de gesloten stand liggen de delen 2, 3 tegen elkaar aan op de basisplaat 6. Gedeelte 7 overlapt in dat geval met een gedeelte van de wand van behuizingsgedeelte 3. In het fietsslot 1 zijn een slot met een sleutelgat 8 en vergrendeling 9 aangebracht. De behuizingsgedeelten 2, 3 zijn elk voorzien van een in het verlengde van de behuizing liggende blokkeerstaaf 10, 11 voorzien, welke tevens als handgreep fungeren. Nabij de basisplaat 6 zijn de behuizingsgedeelten 2, 3 van fietsslot 1 voorzien van een opening 12, 13 voor het doorlaten van een trapas. Via verbindingseenheid 14 kan fietsslot 1 verbinding maken met server 15 en met satellietplaatsbepalingssysteem 16 zodat een gebruiker de locatie van het slot 1 kan volgen.

In figuur 2 is een gedeelte van een variatie 20 op de uitvoeringsvorm 1 getoond. Hierin is duidelijk dat, net als bij uitvoeringsvorm 1, in de gesloten stand een kamer wordt gevormd. Deze uitvoering 20 heeft ook een eerste behuizingsgedeelte 21, 22 welke overlappen in de gesloten stand, alsmede een basisplaat 23, waaraan de behuizingsgedeelten 21, 22 scharnierbaar zijn bevestigd. Hier is zichtbaar dat het fietsslot, naast de opening 12, 13 voor het doorlaten van de trapas, ook een opening 23, 24 heeft voor het doorlaten van een pedaalas (niet getoond) tussen een trapper 30 en een aan de trapper bevestigde en in de behuizing van slot 20 opgeborgen crank 31, net zoals overigens ook het geval is bij de uitvoering volgens figuur 1. Elk van de behuizingsgedeelten 21, 22 omvat een bodem 25, 27, met opstaande omtrekswanden 26, 28.

Figuur 3 toont de hoofdbestanddelen van het slot 1, namelijk het eerste behuizingsgedeelte 2 in figuur 3A, het tweede behuizingsgedeelte 3 in figuur 3B en de basisplaat 6 in figuur 3C. De behuizingsgedeelten 2, 3 zijn met scharnierpunten 40, 41 scharnierbaar bevestigd aan de basisplaat 6 op respectievelijk scharnieras 42, 43. Behuizingsgedeelte 2 omvat een bodem 44 met een omtrekswand 45 en behuizingsgedeelte 3 omvat eveneens een bodem 46 met omtrekswand 47. In de gesloten stand liggen het eerste behuizingsgedeelte 2 en tweede behuizingsgedeelte 3 met wanden 48, 49 tegen elkaar en met raakwanden 50, 51 op de basisplaat 6. Hierdoor ontstaat in de behuizing een kamer, waarin een crank kan worden omsloten. Om daarbij de pedaalas door te kunnen laten zijn twee eerste openingen 52, 53 voorzien, en voor het doorlaten van de trapas zijn twee tweede openingen 54, 55 voorzien. Slot 8 is opgebouwd uit twee slotdelen 57, 58, verspreid over behuizingsgedeelten 2 en 3, zodat slot 8 alleen werkt in de gesloten stand van fietsslot 1. Slot 8 omvat bijvoorbeeld een sleutelgat 59, en een slotmachaniek 60 welke kan aangrijpen op vergrendeling 9 als deze in uitsparing 61 steekt. Wand 62 overlapt in de gesloten stand gedeeltelijk met wand 63. Figuur 3 toont daarnaast twee kanalen 64, 65 voor het ontvangen van het steekdeel van een insteekslot.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm 70 met een eerste behuizingsgedeelte 71 en een tweede behuizingsgedeelte 72, welke rechtstreeks scharnierbaar aan elkaar bevestigd zijn rondom scharnieras 73. In het fietsslot 70 is opnieuw een crank 31 opgeborgen, met een daaraan bevestigde trapper 30, welke aan de andere kant via een niet getoonde trapas verbonden is met de aandrijving 32 van een fiets.

Figuur 5 toont een derde uitvoeringsvorm 80 met een eerste behuizingsgedeelte 81 en een tweede behuizingsgedeelte 82, opgebouwd uit een eerste helft 83 en een tweede helft 84. Eerste helft 83 is scharnierbaar bevestigd aan eerste behuizingsgedeelte 81 om scharnieras 85, en tweede helft 84 is om scharnieras 86 scharnierbaar bevestigd aan eerste helft 83. Om scharnierassen 87, 88 is tweede helft 84 via stang 89 scharnierbaar bevestigd aan eerste behuizingsgedeelte 81.

Claims (14)

1. Fietsslot, omvattend een behuizing opgebouwd uit een eerste en een tweede langwerpig behuizingsgedeelte, scharnierbaar ten opzichte van elkaar tussen een gesloten stand, waarin door het eerste en tweede behuizingsgedeelte een kamer wordt gevormd voor het omsluiten van de crank van een fiets, en een geopende stand, waarin de kamer wordt gesplitst, en welk fietsslot verder omvat een aan weerszijden van en in de behuizing aangebrachte eerste opening, voor het doorlaten van een pedaalas van de fiets, en tweede opening voor het doorlaten van de trapas, waarmee de pedaalas via een crank bevestigd is aan de fiets.

2. Fietsslot volgens conclusie 1, waarbij het eerste en het tweede behuizingsgedeelte een bodem omvatten, en waarbij ten minste het eerste behuizingsgedeelte, en bij voorkeur ook het tweede behuizingsgedeelte, een rondom de bodem aangebrachte omtrekswand omvat, en waarbij de bovenrand van de omtrekswand van het eerste behuizingsgedeelte het tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand ten minste raakt.

3. Fietsslot volgens conclusie 1 of 2, waarbij de behuizing verder een basisplaat omvat met een parallelle eerste en tweede rand, waarbij het eerste behuizingsgedeelte met een uiteinde in de lengterichting scharnierbaar bevestigd is langs de eerste rand, waarbij het tweede behuizingsgedeelte met een uiteinde in de lengterichting scharnierbaar is bevestigd langs de tweede rand, en waarbij het eerste en tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand tussen de eerste en de tweede rand op de basisplaat liggen.

4. Fietsslot volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en tweede behuizingsgedeelte nabij een uiteinde in de lengterichting van het eerste en tweede behuizingsgedeelte scharnierbaar aan elkaar bevestigd zijn.

5. Fietsslot volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tweede behuizingsgedeelte is opgebouwd uit ten minste een eerste helft en een tweede helft, waarbij tussen de uiteinden in de lengterichting van het eerste behuizingsgedeelte de eerste helft met een eerste uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan het eerste behuizingsgedeelte, en waarbij het tweede deel met een eerste uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan het eerste deel.

6. Fietsslot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en het tweede behuizingsgedeelte in de gesloten stand langs elkaar ten minste gedeeltelijk overlappen.

7. Fietsslot volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattend blokkeermiddelen voor het in de gesloten stand rondom een aan een trapas bevestigde crank blokkeren van een volledige omwenteling van de crank rondom de trapas.

8. Fietsslot volgens conclusie 7, waarbij de blokkermiddelen een in het verlengde van ten minste een van het eerste en tweede behuizingsgedeelte aan de behuizing aangebrachte langwerpige blokkeerstaaf omvatten.

9. Fietsslot volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattend een slot, voor het in de gesloten stand vergrendelen van het eerste en het tweede gedeelte ten opzichte van elkaar, zoals een in de behuizing geïntegreerd slot, zoals een cilinderslot.

10. Fietsslot volgens conclusie 9, waarbij het slot uit ten minste een eerste en een tweede op elkaar aangrijpend slotdeel is opgebouwd, waarbij het eerste slotdeel is aangebracht in het eerste behuizingsgedeelte, en waarbij het tweede slotdeel is aangebracht in het tweede behuizingsgedeelte.

11. Fietsslot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een van het eerste en tweede behuizingsgedeelte metaal omvat.

12. Fietsslot volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattend verbindingsmiddelen, zoals een ketting of kabel, met een eerste uiteinde bevestigbaar aan het fietsslot en bij voorkeur de behuizing van het fietsslot, en waarvan het tweede uiteinde voorzien is van bevestigingsmiddelen, voor het verankeren van de verbindingsmiddelen aan een object.

13. Combinatie van een fiets met een frame, een trapas, een aan de trapas bevestigde crank, en een fietsslot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het fietsslot in de gesloten stand de crank omsluit.

14. Combinatie volgens conclusie 13, waarbij het fietsslot met elkaar verbonden communicatiemiddelen en een locatiesensor omvat, en welke combinatie verder omvat een met de communicatiemiddelen van het fietsslot verbonden server.