NL2017240B1 - werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat - Google Patents

werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat Download PDF

Info

Publication number
NL2017240B1
NL2017240B1 NL2017240A NL2017240A NL2017240B1 NL 2017240 B1 NL2017240 B1 NL 2017240B1 NL 2017240 A NL2017240 A NL 2017240A NL 2017240 A NL2017240 A NL 2017240A NL 2017240 B1 NL2017240 B1 NL 2017240B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tar
containing asphalt
granulate
asphalt granulate
cooling
Prior art date
Application number
NL2017240A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelus Isodorus Jansen Antonius
Martines Maria Busser Johannes
Original Assignee
A Jansen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A Jansen B V filed Critical A Jansen B V
Priority to NL2017240A priority Critical patent/NL2017240B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2017240B1 publication Critical patent/NL2017240B1/nl

Links

Landscapes

  • Working-Up Tar And Pitch (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat. Het teerhoudend asfaltgranulaat omvat ten minste met mineraal aggregaat verbonden teermateriaal. De werkwijze omvat de stappen van Het verschaffen van teerhoudend asfaltgranulaat, het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat en het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht voor het van het mineraal aggregaat breken van ten minste een gedeelte van het teermateriaal. Door het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat wordt het teermateriaal relatief brosser, en is er relatief minder energie nodig om het teermateriaal van het granulaat te breken. Met de werkwijze kan op een doeltreffende en eenvoudige wijze teerhoudend asfaltgranulaat gereinigd worden. De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting waarmee de werkwijze kan worden uitgevoerd.

Description

Korte aanduiding: werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat omvattende ten minste met mineraal aggregaat verbonden teermateriaal.
Asfaltgranulaat wordt verkregen door het breken van asfaltpuin (verkregen door sloop van bitumineuze verhardingen) of door het frezen van bitumineuze wegverhardingen of dijkbekledingen. Het asfaltgranulaat kan toegepast worden als hoogwaardige grondstof in de beton- of asfaltindustrie.
In teerhoudend asfalt zit als bindmiddel (steenkool)teer dat door het hoge gehalte aan PAK (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) gevaren kan opleveren voor volksgezondheid en het milieu. Indien asfaltgranulaat meer dan 75 mg/kg PAK-10 (VROM) bevat is er sprake van teerhoudend asfaltgranulaat (TAG). Er wordt hierbij verwezen naar Besluit bodemkwaliteit (Bbk; [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)]) op basis van: • Besluit van 22 november 2007 (Staatsblad nr. 469), laatstelijk gewijzigd 29 april 2008 (Staatsblad 160); • Regeling van 13 december 2007 (staatscourant nr. 247), laatstelijk gewijzigd 2 april 2009 (Staatscourant 67)). TAG mag sinds 2001 niet meer worden toegepast en volgens het Bbk ook niet worden hergebruikt. Omdat zich nog grote hoeveelheden teerhoudende materialen in het wegennet van Nederland bevinden, is het onontkoombaar dat in de komende jaren veel TAG vrij zal komen bij onderhouds- en sloopwerkzaamheden aan wegen. Dit geldt zowel voor Rijkswegen als voor het secundaire wegennet.
Zoals beschreven is in EP 1022391 A1, kan TAG gereinigd worden door middel van thermisch reinigen. Door verhitting van TAG bij een hoge temperatuur wordt het teer dat aanwezig is in het TAG verbrand. De vrijkomende verontreinigde gassen worden daarna via een geavanceerd proces gereinigd. Wat overblijft is schoon zand, grind en vulstof. Dit gereinigde materiaal mag vervolgens weer worden toegepast als hoogwaardige grondstof in de beton- of asfaltindustrie.
Het is een nadeel van de bekende werkwijze voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat dat deze relatief veel energie kost door de hoge temperaturen die toegepast dienen te worden tijdens het verwarmen. Dit maakt de thans bekende werkwijze relatief duur.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat te verschaffen die goedkoper, en in het bijzonder efficiënter is.
Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat. Het teerhoudend asfaltgranulaat omvat ten minste met mineraal aggregaat verbonden teermateriaal. De werkwijze omvat de stappen van het verschaffen van teerhoudend asfaltgranulaat. Volgens de onderhavige uitvinding wordt het teerhoudend asfaltgranulaat gekoeld, en wordt er op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat een kracht uitgeoefend. Door het verlagen van de temperatuur zal het teermateriaal zich significant minder taai gedragen dan bij hogere temperaturen. Door het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat wordt het teermateriaal relatief brosser, waardoor er relatief minder energie nodig is om voor een breuk te zorgen, waardoor het teermateriaal sneller zal kunnen afbreken van het mineraal aggregaat. De koeling en de kracht die wordt uitgeoefend is daarbij zodanig ingericht en/of gekozen dat daarmee ten minste een gedeelte van het teermateriaal wordt afgebroken van het mineraal aggregaat. Na het afbreken kan het afgebroken teermateriaal worden afgevoerd, waardoor het resterende materiaal minder teermateriaal omvat.
Met de werkwijze is het derhalve mogelijk om het teergehalte in het teerhoudend asfaltmateriaal te verkleinen, net zolang totdat het asfaltgranulaat minder dan 75 mg/kg PAK-10 (VROM) bevat en er dus volgens de definitie geen sprake meer is van teerhoudend asfaltgranulaat (TAG). Bij voorkeur wordt uiteraard getracht om het gehalte aan teermateriaal aanzienlijk te verkleinen, bijvoorbeeld tot minder dan 50 mg/kg PAK-10, in het bijzonder tot minder dan 25 mg/kg PAK-10, zoals bijvoorbeeld minder dan 10 mg/kg PAK-10. Meting van het teergehalte in het asfaltmateriaal vindt bijvoorbeeld conform het besluit bodemkwaliteit plaats, dat door een daartoe gecertificeerd laboratorium kan worden uitgevoerd.
Het koelen van het teerhoudend materiaal, en het uitoefenen van een kracht op het teerhoudend asfaltgranulaat kan -in vergelijking tot de thans bekende werkwijze van het thermisch reinigen- op relatief eenvoudige en goedkope wijze plaatsvinden. Daarmee verschaft de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding een goedkope en eenvoudige manier voor het reinigen van teerhoudend asfaltgranulaat, waarmee het doel van de onderhavige uitvinding bereikt is.
Voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen navolgend worden toegelicht.
Het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat kan op eenvoudige wijze plaatsvinden wanneer een koelmiddel wordt toegevoerd. Het is daarbij denkbaar dat het koelmiddel rechtstreeks op het teerhoudend asfaltgranulaat wordt aangebracht. Alternatief is het denkbaar dat het teerhoudend asfaltgranulaat in een koelinrichting gevoerd wordt waarin het koelmiddel wordt toegepast. Door middel van een in de koelinrichting voorziene warmtewisselaar kan dan het teerhoudend asfaltgranulaat gekoeld worden.
Ongeacht de wijze van koelen, direct of indirect, wordt het teerhoudend asfaltgranulaat bij voorkeur gekoeld tot beneden 10 °C, omdat gebleken is dat bij die temperatuur teer reeds brosse eigenschappen vertoont. Koelen tot beneden 0 °C, zoals bijvoorbeeld beneden 0 °C zorgt voor verbeterde brosse eigenschappen van het teerhoudend asfaltgranulaat. De temperatuur kan op vele manieren gemeten worden, bijvoorbeeld met een infrarood thermometer die puntsgewijs kan controleren of de gewenste temperatuur bereikt is. Alternatief kan een thermische camera worden toegepast, waarmee de temperatuur van een oppervlak van het asfaltgranulaat in beeld gebracht kan worden. Met beide methodes kan in ieder geval gekeken worden naar de temperatuur van het buitenoppervlak van het granulaat. Het is daarbij denkbaar dat de kern van het granulaat een iets hogere temperatuur heeft, maar aangezien het granulaat een relatief kleine korrelgrootte heeft (orde-grootte 0 tot 50 mm) wordt aangenomen dat de kerntemperatuur vergelijkbaar is. Om de inhomogeniteiten in temperatuur tegen te gaan, kan ervoor gekozen worden om te koelen tot beneden -10 °C. Hierdoor wordt tevens een buffer gecreëerd tegen opwarmen, bijvoorbeeld ten gevolge van de kracht die wordt uitgeoefend op het teerhoudend asfaltgranulaat. Koelen tot beneden -25 °C zorgt voor een gedegen brosheid, en zorgt er tevens voor dat het materiaal gedurende lange tijd onder de 0 °C is, waardoor de effectiviteit van het verwijderen verhoogd wordt.
Koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat kan op eenvoudige wijze tot stand gebracht worden wanneer het koelmiddel een cryogene vloeistof is. De cryogene vloeistof kan rechtstreeks op het asfaltgranulaat worden aangebracht, bijvoorbeeld door middel van verneveling. Het heeft daarbij de voorkeur wanneer het asfaltgranulaat in een relatief dunne laag wordt aangevoerd, waarna de cryogene vloeistof door vernevelaars over de dunne laag wordt gespoten. Het aanvoeren kan bijvoorbeeld door middel van transporteurs plaatsvinden.
De cryogene vloeistof kan gekozen zijn uit de groep bestaande uit vloeibare stikstof, vloeibaar argon, vloeibare waterstof, vloeibaar helium, en vloeibaar kooldioxide. In het bijzonder de toepassing van vloeibare stikstof is bijzonder goedkoop. Daarbij heeft vloeibare stikstof een kookpunt van -196 °C, waardoor een groot temperatuurverschil met de omgeving aanwezig is, en er daardoor relatief weinig vloeibare stikstof nodig is om het teerhoudend asfaltgranulaat tot de gewenste temperatuur te koelen.
In een uitvoeringsvorm, wordt er gebruik gemaakt van breekmiddelen voor het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht. De breekmiddelen kunnen bijvoorbeeld een breker, in het bijzonder een stationaire breker zoals bekkenbreker, roterende breker, of kegelbreker omvatten. Andere breekmiddelen zijn uiteraard denkbaar. De breekmiddelen kunnen bijvoorbeeld een impactor omvatten, zoals een vertical shaft impactor, of horizontal shaft impactor. Deze brekers en impactors zijn relatief goedkoop voor wat betreft hun exploitatiekosten, en goed in staat om een geschikte kracht uit te oefenen op het teerhoudend asfaltgranulaat. Bijzonder goede resultaten worden verkregen met een vertical shaft impactor, in het bijzonder van het type en uitvoering BHS RSMX VSI Rotor Centrifugal Crusher. Voordelig aan de VSI impactor is dat het toegevoerde materiaal wordt onderworpen aan een botsing met hoge snelheid, waardoor het materiaal op natuurlijke wijze kan breken over reeds aanwezige breuklijnen. Door koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat voor het breken, zal de breuk in hoofdzaak op het scheidingsvlak van het teermateriaal en het asfaltgranulaat plaatsvinden, waardoor een hoge efficiëntie van vrijmaken van teermateriaal verkregen wordt.
In een uitvoeringsvorm, omvat de werkwijze de stap van het, na het uitoefenen van een kracht op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat, transporteren van het gebroken teerhoudend asfaltgranulaat en het vervolgens scheiden van ten minste een deel van het afgebroken teermateriaal van het resterende asfaltgranulaat. Hierbij wordt dus het materiaal gebroken, en vervolgens het teermateriaal en het asfaltgranulaat samen getransporteerd, en vervolgens gescheiden. Ten behoeve van het scheiden kunnen scheidingsmiddelen worden toegepast. In het bijzonder wordt een zeeftechniek toegepast, zoals onder toepassing van schudzeef, trommelzeef en/of stangenzeef.
Volgens een aspect, verschaft de uitvinding een inrichting waarmee de hierboven beschreven werkwijze kan worden uitgevoerd. De inrichting volgens de uitvinding is voorzien van:
Toevoermiddelen voor het toevoeren van teerhoudend asfaltgranulaat;
Koelmiddelen voor het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat;
Breekmiddelen voor het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht voor het van het mineraal aggregaat breken van ten minste een gedeelte van het teermateriaal; en
Afvoermiddelen voor het afvoeren van het afgebroken teermateriaal.
Met de inrichting kan op relatief eenvoudige en goedkope wijze de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding worden uitgevoerd. De inrichting is relatief goedkoop, eenvoudig, en duurzaam. Verdere voordelen zijn reeds aan de hand van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding toegelicht.
Voordelige uitvoeringsvormen van de inrichting worden hieronder nader toegelicht.
In een uitvoeringsvorm, omvatten de breekmiddelen een breker of impactor. Zoals reeds vermeld kan dat een stationaire breker zijn zoals een bekkenbreker, roterende breker, of kegelbreker. Een vertical shaft impactor, of horizontal shaft impactor is ook denkbaar.
De koelmiddelen zijn in een uitvoeringsvorm ingericht voor het toevoeren van een koelmiddel. Deze koelmiddelen kunnen zijn ingericht voor het rechtstreeks aan het teerhoudend asfaltgranulaat toevoeren van het koelmiddel. Alternatief, of aanvullend, kunnen de koelmiddelen een koelinrichting met warmtewisselaar omvatten voor het op indirecte wijze koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat. De koelmiddelen kunnen een cryogene vloeistof omvatten, zoals hierboven reeds omschreven. De cryogene vloeistof kan rechtstreeks op het granulaat worden aangebracht, of kan in de warmtewisselaar voorzien zijn.
De breekmiddelen zijn in een uitvoeringsvorm stroomafwaarts van de koelmiddelen geplaatst. Daarmee wordt het granulaat eerst gekoeld, en vervolgens pas gebroken.
In een alternatieve uitvoeringsvorm, zijn de koelmiddelen in de breekmiddelen voorzien. Daarmee wordt het granulaat in de breekmiddelen gekoeld. Een dergelijke uitvoering is bijzonder effectief, en daarbij bijzonder compact.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. In de figuren tonen:
Fig. 1 - een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 2 - een schematisch zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 3 - een schematisch zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 1 toont een schematisch aanzicht van een inrichting 1 voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat C. De inrichting 1 omvat in grote lijn toevoermiddelen 2 voor het toevoeren van teerhoudend asfaltgranulaat G; koelmiddelen 3 voor het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat; breekmiddelen 4 voor het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht voor het van het mineraal aggregaat breken van ten minste een gedeelte van het teermateriaal; alsmede afvoermiddelen 6 voor het afvoeren van het afgebroken teermateriaal.
De toevoermiddelen 2 omvatten in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een schematisch getoonde eindloze transporteur 21 die roteerbaar aandrijfbaar is voor het toevoeren van teerhoudend asfaltgranulaat aan een opening 41 van de breekmiddelen 4.
Boven de transporteur 21 zijn de koelmiddelen 3 voorzien. De koelmiddelen omvatten twee sproeielementen 32, bijvoorbeeld in de vorm van vernevelaars, die zijn aangesloten op een bron 31 voor koelmiddel (schematisch weergegeven). Het koelmiddel, bijvoorbeeld cryogene vloeistof in de vorm van vloeibaar stikstof, kan via de sproeielementen 32 op het zich op de transporteur 21 bevindend teerhoudend granulaat C gesproeid of verneveld worden. Koeling vindt dan met name plaats door middel van geforceerde convectie.
In een alternatieve, hier niet getoonde uitvoeringsvorm, omvatten de koelmiddelen een warmtewisselaar. De warmtewisselaar wordt met het koelmiddel gekoeld. Het granulaat C wordt in de warmtewisselaar gebracht. Door indirecte koeling via de warmtewisselaar wordt het granulaat C gekoeld. Deze koeling vindt met name plaats door middel van straling en natuurlijke convectie. Er kunnen luchtcirculatiemiddelen voorzien zijn voor het in de warmtewisselaar tot stand brengen van geforceerde convectie.
Weer verwijzend naar Fig. 1, is te zien dat een temperatuursensor 33 is voorzien nabij de sproeielementen 32. De temperatuursensor 33 is ingericht voor het meten van de temperatuur van een oppervlak van het teerhoudend asfaltgranulaat C. De temperatuursensor kan verbonden zijn met een besturing (niet getoond) waarmee indien gewenst de sproeielementen 32 bestuurd kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld de temperatuur van de opslag aangepast worden, of de temperatuur van de gesproeide vloeistof, of de massastroom van gesproeide vloeistof, of de snelheid van de transporteur 21. Dergelijke aansturingen van de sproeielementen 32 en de transporteur 21 voor het op een gewenste temperatuur krijgen van het granulaat C zijn op zich voor de vakman bekend.
Met de koelmiddelen 3 wordt het granulaat gekoeld. In het bijzonder wordt het granulaat gekoeld tot een temperatuur van ongeveer beneden 0 °C. Aangezien de breekmiddelen 4 stroomafwaarts voorzien zijn, en het granulaat enigszins kan opwarmen tijdens het transport, kan het granulaat gekoeld worden tot beneden -10 °C, in het bijzonder zelfs tot beneden -25 °C. Daarmee wordt tevens rekening gehouden met het feit dat het granulaat nog kan opwarmen in de breekmiddelen 4 zelf, bijvoorbeeld door de invloed van de uitgeoefende kracht, en door de temperatuur van de breekmiddelen 4 zelf.
De breekmiddelen 4 omvatten in de getoonde uitvoeringsvorm een op zich voor de vakman bekende breker in de vorm van een Horizontal Shaft Impactor (HSI). De HSI 4 omvat een ingang 41 en een uitgang 42. Tussen de ingang 41 en de uitgang 42 is een rotor 44 met hamerelementen 45 voorzien. Boven de rotor zijn een eerste fase aanbeeld 46 en een tweede fase aanbeeld 47 voorzien. Door middel van het roteren van de rotor 44, zullen de hamerelementen 45 op het toegevoerde granulaat C slaan, waardoor dit naar de eerste fase 46 en/of tweede fase 47 aanbeelden worden geslagen. Ten gevolge van de daardoor op het granulaat C uitgeoefende kracht zal ten minste een gedeelte van het teermateriaal van het mineraal aggregaat gebroken worden. Het afgebroken materiaal en het resterende mineraal aggregaat zal naar de uitlaat 42 gevoerd worden onder invloed van zwaartekracht.
Onder de uitlaat 42 van de breekmiddelen 4 zijn scheidingsmiddelen 5 geplaatst. Deze omvatten een huis 52 waarin een filterelement 51, in het bijzonder een zeef 51, geplaatst is. Het afgebroken teermateriaal is relatief klein, en zal door het filterelement 51 kunnen bewegen, tot in opslagmiddelen 6 in de vorm van een hopper 61. Het overgebleven, resterende mineraal aggregaat dat niet door het filter past zal via verdere transportmiddelen 7 in de vorm van een transporteur 71 kunnen worden afgevoerd. Dit resterende mineraal aggregaat is nagenoeg vrij van teermateriaal, en bevat zo weinig teermateriaal dat het geen teerhoudend asfaltgranulaat meer is. Dit materiaal kan worden opgeslagen en later weer hergebruikt worden.
Het is denkbaar dat een enkele stap niet voldoende is om het resterende mineraal aggregaat teervrij te maken. In dat geval kan het bij transporteur 71 afgevoerde teerhoudend asfaltgranulaat een verdere schoonmaakstap ondergaan. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat het afgevoerde materiaal nogmaals door de koelmiddelen en de breekmiddelen gevoerd wordt. De inrichting kan, als alternatief of aanvullend, verdere koelmiddelen en verdere breekmiddelen (niet getoond) omvatten, zodat feitelijk de werkwijze voor het verwijderen van teerhoudend materiaal uit teerhoudend asfaltgranulaat een of meerdere malen herhaald wordt. Tijdens het herhalen van de werkwijze kan bijvoorbeeld een andere, bijvoorbeeld hogere of lagere, temperatuur worden toegepast. Ook kan gebruik gemaakt worden van breekmiddelen die anders zijn dan de eerste breekmiddelen. Op deze wijze kan het proces nauwkeurig worden afgestemd op het zo optimaal mogelijk verwijderen van teerhoudend materiaal.
Het in de hopper 61 opgeslagen teerhoudend materiaal kan, indien gewenst, verder nog in een transporthouder 8 geplaatst worden. De transporthouder 8 kan dan naar een thermische reinigingsinrichting getransporteerd worden, alwaar het teerhoudend materiaal op conventionele wijze thermisch gereinigd wordt. Andere manieren van afvoeren van het teerhoudend materiaal zijn uiteraard denkbaar.
Fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. Omwille van beknoptheid, zal met name ingegaan worden op de verschillen ten opzichte van Fig. 1. Daarbij zijn dezelfde of soortgelijke onderdelen telkens voorzien van met Fig. 1 overeenkomende referentiecijfers.
Fig. 2 toont daarbij met name verschillen in de toevoer van materiaal C aan de breker 4, en afvoer van het materiaal C van de breker 4. De breker 4 is dezelfde als getoond in Fig. 1, alhoewel het duidelijk moge zijn voor de vakman dat het type breker 4 in principe elke gewenste en geschikte breker zou kunnen zijn.
Voor toevoer van het materiaal aan de breekmiddelen 4 is een schuin opgestelde transporteur 2 voorzien. De transporteur 2 is inwendig en uitwendig voorzien van koelmiddelen 3 in de vorm van warmtewisselaars 131 aan de buitenzijde en een centrale warmtewisselaar 132. De warmtewisselaars 131, 132 zijn ingericht om het inwendige 121 van de transporteur op effectieve wijze te koelen tot een zodanige temperatuur dat tijdens het verblijf van het granulaat C in de transporteur 2, het granulaat C zal afkoelen tot een gewenste temperatuur, zoals bijvoorbeeld lager dan 0 °C, of lager dan -10 °C, of zelfs lager dan -25 °C, zoals hierboven reeds werd toegelicht, om het teermateriaal brosser te maken voordat het in de breekmiddelen 4 gevoerd wordt. De vakman is op zich bekend met de dimensionering en besturing van warmtewisselaars, en toegepaste koelmiddelen, om tot de gewenste temperatuur te komen. Net als vermeld bij Fig. 1, is het denkbaar dat de transporteur 2 in Fig. 2 voorzien is van temperatuursensoren waarmee de temperatuur meetbaar is, bijvoorbeeld van het warmtewisselende medium in de warmtewisselaars 131, 132, en/of van het inwendige 121 van de transporteur 2.
Om het proces te sturen, en het granulaat C op de gewenste temperatuur te krijgen, is het denkbaar dat de transporteur 2 voorzien is van niet getoonde schroefmiddelen voor het gelijkmatig toevoeren van granulaat C aan de breekmiddelen 4. Variëren van de snelheid van de schroefmiddelen kan dan de verblijfstijd van het granulaat in de koelmiddelen 3 bepalen, en daarmee dus mede de daadwerkelijke temperatuur van het granulaat dat in de breekmiddelen gevoerd wordt. De transporteur 2 kan in een alternatieve uitvoeringsvorm voorzien zijn van niet getoonde klepmiddelen nabij de ingang 41 van de breekmiddelen 4. De klepmiddelen kunnen dan geopend worden zodra het granulaat C de gewenste temperatuur heeft, waarna ze onder invloed van zwaartekracht naar de breekmiddelen 4 zullen bewegen.
Het gekoelde TAG zal in de breekmiddelen 4 onderworpen worden aan een externe kracht, waardoor teerhoudend materiaal zal afbreken. De breekmiddelen voeren het teerhoudend materiaal samen met het resterende (in principe grotendeels) teervrije asfaltgranulaat af, via daartoe voorziene transportmiddelen 7 in de vorm van een schuin opgestelde transporteur 71. Deze transporteur voert het gebroken materiaal naar scheidingsmiddelen 5 in de vorm van schematisch weergegeven zeefmiddelen 51 waarmee het fijne teermateriaal gescheiden kan worden van het relatief grove teervrije asfaltgranulaat. Het asfaltgranulaat wordt in de getoonde uitvoeringsvorm opgeslagen in een opslag 81, en het teermateriaal (inclusief fijnere deeltjes asfaltgranulaat) in een verdere opslag 82. Verwerking van het teermateriaal kan dan zoals hierboven reeds beschreven op conventionele wijze plaatsvinden, en het teervrije asfaltgranulaat kan op dienovereenkomstig beschreven wijze worden hergebruikt
Fig. 3 toont een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, waarin een vertical shaft impactor 4 wordt toegepast. De inrichting 1 omvat toevoermiddelen 2 voor het toevoeren van teerhoudend asfaltgranulaat C in de vorm van twee transporteurs 21. Voor elke transporteur zijn koelmiddelen 3 voor het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat C voorzien. Door toepassing van twee transporteurs kan een verbeterde koeling op het granulaat C verkregen worden bij een hogere materiaalstroom, omdat het teerhoudend asfaltgranulaat kan worden toegevoerd in een relatief dunnere laag die daardoor effectiever gekoeld kan worden. Het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat wordt vervolgens toegevoerd aan de breekmiddelen 4 in de vorm van een vertical shaft impactor 4 voor het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat C uitoefenen van een kracht voor het van het mineraal aggregaat breken van ten minste een gedeelte van het teermateriaal. De vertical shaft impactor werkt, in het kort, als volgt. Het materiaal C wordt toegevoerd aan de crusher 4 in hopper B. Daar landt het toegevoerde granulaat C op een draaitafel D die door middel van as J en aandrijving K roteerbaar wordt aangedreven. Impellors E op de tafel D slingeren het materiaal C naar de buitenste wand van de VSI crusher 4. Daar slaat het materiaal op aambeelden F, die ondersteund worden door hangers G bevestigd in bevestiging H. De kracht waarmee het materiaal C op de aambeelden F wordt geslingerd, kan geregeld worden met behulp van de snelheid waarmee de draaitafel D draait. De aambeeldenring F kan uiteraard ook op andere wijze zijn uitgevoerd teneinde het materiaal op een geschikte wijze te breken, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een rotsring (rock shelf). De VSI crusher 4 kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een BHS RSMX VSI Rotor Centrifugal Crusher, van de firma BHS Sonthofen GmbH, Duitsland.
Het gebroken materiaal wordt door middel van een afvoer 6 naar scheidingsmiddelen 5 afgevoerd. Na scheiding wordt het materiaal naar opslagmiddelen 8 in de vorm van een opslag 81 voor teerhoudend materiaal en een opslag voor asfaltgranulaat gevoerd.
De uitvinding is hierboven toegelicht aan de hand van enkele mogelijke uitvoeringsvormen. Binnen het kader van de uitvinding zijn modificaties denkbaar. De gevraagde bescherming wordt bepaald door de aangehechte conclusies.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat omvattende ten minste met mineraal aggregaat verbonden teermateriaal, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: Het verschaffen van teerhoudend asfaltgranulaat; Het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat; Het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht voor het van het mineraal aggregaat breken van ten minste een gedeelte van het teermateriaal; Het afvoeren van het afgebroken teermateriaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap van het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat omvat het toevoeren van een koelmiddel.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het koelmiddel een cryogene vloeistof is.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de cryogene vloeistof gekozen is uit de groep bestaande uit vloeibare stikstof, vloeibaar argon, vloeibare waterstof, vloeibaar helium, en vloeibaar kooldioxide.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de cryogene vloeistof vloeibare stikstof is.
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij gebruik wordt gemaakt van breekmiddelen voor de stap van het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de breekmiddelen een breker omvatten.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de stap omvat van het, na het uitoefenen van een kracht op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat, transporteren van het gebroken teerhoudend asfaltgranulaat en het vervolgens scheiden van ten minste een deel van het afgebroken teermateriaal van het resterende asfaltgranulaat.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij ten behoeve van het scheiden scheidingsmiddelen worden toegepast.
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het teermateriaal gekoeld wordt tot beneden 10 °C, zoals bijvoorbeeld beneden 0 °C, in het bijzonder beneden -10 °C, nog meer in het bijzonder beneden -25 °C.
11. Inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat omvattende ten minste met mineraal aggregaat verbonden teermateriaal, waarbij de inrichting voorzien is van: Toevoermiddelen voor het toevoeren van teerhoudend asfaltgranulaat; Koelmiddelen voor het koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat; Breekmiddelen voor het op het gekoelde teerhoudend asfaltgranulaat uitoefenen van een kracht voor het van het mineraal aggregaat breken van ten minste een gedeelte van het teermateriaal; Afvoermiddelen voor het afvoeren van het afgebroken teermateriaal.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de breekmiddelen een breker omvatten.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de koelmiddelen zijn ingericht voor het toevoeren van een koelmiddel.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de koelmiddelen zijn ingericht voor het rechtstreeks aan het teerhoudend asfaltgranulaat toevoeren van het koelmiddel.
15. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de koelmiddelen een warmtewisselaar omvatten voor het op indirecte wijze koelen van het teerhoudend asfaltgranulaat.
16. Inrichting volgens een van de conclusies 11 tot 15, waarbij de breekmiddelen stroomafwaarts van de koelmiddelen geplaatst zijn.
NL2017240A 2016-07-26 2016-07-26 werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat NL2017240B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017240A NL2017240B1 (nl) 2016-07-26 2016-07-26 werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017240A NL2017240B1 (nl) 2016-07-26 2016-07-26 werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2017240B1 true NL2017240B1 (nl) 2018-01-31

Family

ID=61223538

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017240A NL2017240B1 (nl) 2016-07-26 2016-07-26 werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2017240B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7264124B2 (en) Systems and methods for sorting recyclables at a material recovery facility
US7341156B2 (en) Systems and methods for sorting, collecting data pertaining to and certifying recyclables at a material recovery facility
US8672248B2 (en) Asphalt material recycling system and method with ball screener and impact and cutting choppers
KR101379913B1 (ko) 폐콘크리트로부터 모래를 재생하는 폐콘크리트 리사이클링 시스템 및 방법
TW397713B (en) Optoelectronic classification apparatus
KR20060109938A (ko) 분쇄 및 분말 고무 생산 장치 및 그 공정
US10369575B2 (en) Process for cleaning dirty post-consumer waste glass
NL2017240B1 (nl) werkwijze en inrichting voor het scheiden van teer uit teerhoudend asfaltgranulaat
KR101296529B1 (ko) 순환골재 제조시스템
JP2017039126A (ja) 微粉末製造システム、方法及び装置
CN100406126C (zh) 金属罐回收系统
WO2018089287A1 (en) Processing waste cathode ray tube glass with other waste glass into a powder
KR20150069984A (ko) 폐콘크리트로부터 모래를 재생하는 폐콘크리트 리사이클링 시스템 및 방법
JP2006088087A (ja) 製砂装置
WO2012095626A1 (en) Apparatus for crushing glass or ceramic material
US20190344285A1 (en) Process For Cleaning Dirty Post-Consumer Waste Glass
TW201509531A (zh) 粉碎裝置
KR101629369B1 (ko) 폐비닐 선별 시스템
JP4479476B2 (ja) アスファルトプラントを活用した廃棄コンクリートのリサイクル方法
TWI706113B (zh) 具有至少一阻塞體移除裝置的燃燒設備
CN116060172B (zh) 一种公路交通施工用废料回收装置
SCOPE METHOD OF TEST FOR SOIL AND AGGREGATE SAMPLE PREPARATION
JP2004237200A (ja) 摩砕プラント
CN103293018A (zh) 用于电子废弃物板卡的回收与取样装置及方法