NL2017195B1 - Spoorwegsein - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een spoorwegsein voor visueel geven van opdrachten, toestemming en informatie aan een treinbestuurder. Overeenkomstig de uitvinding wordt in een eerste aspect een verbeterd spoorwegsein verschaft voor plaatsing langs een spoorbaan voor visuele weergave van seinsignalen zoals opdrachten, toestemming en informatie aan een bestuurder van treinvoertuig, omvattende een licht eenheid omvattende ten minste één seinlicht voor visuele weergave van de seinsignalen; een stuur eenheid, ingericht het activeren van het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid op basis van een ontvangen stuursignaal, met het kenmerk, dat het spoorwegsein verder omvat een draadloze communicatie-eenheid, welke ingericht is voor het draadloos ontvangen van het stuursignaal en het door de stuur eenheid op basis van het stuursignaal aansturen van het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid.

Description

Korte aanduiding: Spoorwegsein

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een spoorwegsein voor visueel geven van opdrachten, toestemming en informatie aan een treinbestuurder.

Spoorweg seinen zoals van het type waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft worden veel toegepast bij spoorwegen. Hedendaagse railinfra omvatten veel van dergelijke seinen die voorzien zijn van lichtbronnen (lampen) waarmee signalen afgegeven kunnen worden aan treinbestuurders (machinisten). Middels het sein kan een treinbestuurder geïnformeerd worden, opdrachten ontvangen of toestemming worden verleend voor een sectie van de railinfra.

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen cabineseinen of cabinesignalering enerzijds en baanseinen of vaste seinen anderzijds. De cabineseinen of signalering vindt plaats in de cabine van de trein en de baanseinen of vaste seinen (ook wel laterale seinen genoemd) staan langs de spoorbaan. Seinen kunnen de vorm hebben van een wit of gekleurd licht, een bord, een beweegbare arm, lichten aan de voor- of achterzijde van een trein, geluidssignalen, gebaren of andere vormen van signalering. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sein in de vorm van een seinbehuizing met een of meerdere lichtbronnen waarbij de lichten wit of gekleurd licht uitstralen.

Dergelijke lichtseinen worden sedert het begin van de twintigste eeuw vrijwel overal ter wereld gebruikt in de algemene kleuren rood, geen en groen. De kleuren zijn gekozen omdat ze maximaal van elkaar verschillen, waardoor de kans op verwarring minimaal is. De kleur geel is in de praktijk eigen meer een amber of oranje kleur dan geel. In het algemeen hebben de verschillende kleuren de volgende betekenis, groen betekend veilig of vrij(e) doorgang, geel betekend waarschuwing dan wel dat het sein van de volgende sectie op rood staat, en rood betekend gevaar of stop dan wel geen doorgang. Per land kan er echte nog verschil zitten in de exacte betekenis van een kleur.

De in Nederland veelvuldig gebruikte seinen zijn relatief eenvoudig en laten gewoonlijk slechts één licht zien, al dan niet in combinatie met een verlicht getal. Er zijn verschillende verschijningsvormen, hoog geplaatste seinen, dwergseinen en snelheidsborden. Bij de hoog geplaatste seinen zijn de lampen boven elkaar geplaats, en zit het rode licht onderaan. De dwergseinen zijn laag geplaatste seinen waarbij de lampen in een driehoek zijn opgesteld. Deze worden alleen gebruikt bij emplacementen waar de treinen niet sneller rijden dan 40 km/h. De snelheidsborden omvatten verlichte getallen die aangeven wat de aldaar geldende maximum snelheid betreft.

Niet alleen in Nederland maar ook elders neemt de dichtheid van het spoorwegennet steeds verder toe. Meer en meer steden en dorpen worden ontsloten en alternatieve en nieuwe spoorwegroutes worden aangelegd. Het bestaande maar ook de nieuwe spoorwegroutes worden in toenemende mate steeds intensiever bereden. Onder andere om de benodigde personen-, en goederentransport capaciteit te waardborgen is het noodzakelijk de kans op storingen significant te verlagen. Verder is er ook in toenemende mate behoefte aan het kortstondig en efficiënt uit kunnen voeren van onderhoudswerkzaamheden aan het spoor. Er bestaat dan ook een algehele behoefte aan een verbeterd, bedrijfszekerder en onderhoudsvriendelijker spoorwegennet.

De uitvinding beoogt in bovengenoemde behoefte te voorzien en overeenkomstig de uitvinding wordt in een eerste aspect een verbeterd spoorwegsein verschaft voor plaatsing langs een spoorbaan voor visuele weergave van seinsignalen zoals opdrachten, toestemming en informatie aan een bestuurder van treinvoertuig, omvattende: een licht eenheid omvattende ten minste één seinlicht voor visuele weergave van de seinsignalen; een stuur eenheid, ingericht het activeren van het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid op basis van een ontvangen stuursignaal, met het kenmerk, dat het spoorwegsein verder omvat een draadloze communicatie-eenheid, welke ingericht is voor het draadloos ontvangen van het stuursignaal en het door de stuur eenheid op basis van het stuursignaal aansturen van het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid.

Zoals gezegd, wordt het spoorwegennet steeds intensiever gebruikt en neemt de dichtheid van het spoorwegennet almaar toe. Enkelsporige baanvakken nemen toe tot meersporige baanvakken, nieuwe routes worden aangelegd en nieuwe dorpen en steden ontsloten.

Baanvakken zijn spoorstukken tussen twee veelal grotere stations. Deze baanvakken kunnen uit één spoor bestaan maar omvatten meestal meerdere sporen. Wanneer er meer sporen zijn, ook wel meersporigheid genoemd, hebben treinen met tegengestelde richtingen een eigen spoor, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een dubbelspoor. Dit in tegenstelling tot een enkelspoor waarbij treinen in beide richtingen gebruik moeten maken van één en hetzelfde spoor.

Naast enkel en dubbelspoor zijn er ook baanvakken waarin drie of soms wel vier sporen parallel aan elkaar lopen en ten minste in Nederland is er in enkele gevallen ook sprake van een zessporig traject. De baanvakken kunnen weer opgedeeld zijn in zogenoemde blokken volgens het blokstelsel. Per blok mag er maar één railvoertuig aanwezig en een baanvak bestaat veelal uit verschillende aaneengeschakelde blokken maar een kort baanvak kan in principe ook uit een enkel blok bestaan.

Uit onderzoek blijkt, dat een groot deel van de storingen in de baanvakken en emplacementen als ook uitval van treinen het directe gevolg zijn van, of ten minste in grote mate gerelateerd zijn aan seinen. Seinstoringen hebben dan ook een grote invloed op de dienstregeling.

Met de toename van de drukte op het spoor en het steeds intensievere gebruik, neemt de behoefte aan een robuust spoor al maar toe en is er derhalve behoefte aan verbeterde seinen waarbij de kans op storingen lager is.

De uitvinding komt aan de bovengenoemde behoefte van robuuste seinen tegemoet door overeenkomstig een eerste aspect van de uitvinding een spoorwegsein te verschaffen die ingericht is voor draadloze communicatie.

Daartoe is het spoorwegsein volgens de uitvinding voorzien van een draadloze communicatie-eenheid. De draadloze communicatie-eenheid is ingericht om ten minste een draadloze communicatieverbinding op te zetten, al dan niet met een centrale server en, al dan niet via de centrale server opdrachten te ontvangen in de vorm van stuursignalen. De stuureenheid van het spoorwegsein ontvangt de stuursignalen van de communicatie-eenheid, op basis waarvan het spoorwegsein bekrachtigd kan worden en de licht eenheid kan wordt aangestuurd waarmee bijvoorbeeld het seinlicht op rood kan worden gezet. Door het op rood zetten van het seinlicht, wordt de betreffende zone, blok of baanvak bezet gemeld. Op deze wijze kan op afstand een spoorwegsein zodanig bestuurd worden dat het betreffende deel van het spoor bezet wordt gemeld en bijvoorbeeld onderhoudswerk kan worden aangevangen of een trein worden verboden de zone binnen te gaan.

Met een dergelijk spoorwegsein volgens de uitvinding, welke een draadloze communicatie eenheid omvat die opdrachten kan ontvangen en doorgeven aan de stuur eenheid van het sein, wordt het mogelijk om op afstand het sein aan te sturen.

Reeds bekende seinen zijn fysiek, bedraad, aangesloten op een schakelkast of seinhuis nabij het spoor. Vanuit deze schakelkast wordt het sein niet alleen van voeding voorzien, maar wordt deze tevens aangestuurd. Vanuit de schakelkast lopen dan ook vele draden richting de seinen, maar ook richting wissels en andere onderdelen van de railinfra.

Indien er een probleem ontstaat in of nabij een schakelkast, hetgeen in de praktijk relatief vaak voorkomt, heeft dit direct invloed op een groot aantal van railinfra onderdelen en dus ook op een aantal seinen.

De uitvinder is tot het inzicht gekomen dat veel van de problemen van een sein niet alleen hun oorzaak vinden in de schakelkast, maar in het bijzonder in de bekabeling van een naar de schakelkast of seinhuis en andere railinfra onderdelen. Zo zijn veel van de kabels niet op de juiste diepte ingegraven. Daardoor worden kabels relatief vaak beschadigd, bijvoorbeeld als gevolg van (graaf)werkzaamheden, verzakkingen, boomwortels, etc. Ook is gebleken dat veel kabels op een andere plek zijn ingegraven dan beschreven volgens de (openbare) register zoals KLIC. Als gevolg daarvan worden soms ook in gebruik zijnde kabels voor loze leidingen aangezien en worden er kabels met graafwerkzaamheden geraakt omdat met had verwacht daar geen kabels aan te treffen.

Om dit probleem op te lossen wordt in een sein voorzien die een draadloze communicatie-eenheid omvat, zodat ten minste de aansturing van het sein draadloos kan geschieden en er althans geen fysieke bedrading nodig is voor het besturen van de seinen. Hierdoor kan, ongeacht de werking en aanwezigheid van een bedrade aansluiting van het sein, het sein altijd worden aangestuurd. Tevens kan ten alle tijden de status van het sein worden uitgelezen, ook wanneer deze niet bekrachtigd kan worden om in stand omgezet te worden van rood naar groen bijvoorbeeld. Indien het sein niet gesteld kan worden naar de andere stand, kan deze bijvoorbeeld wel uitgelezen worden. Zodoende kan bepaald worden of deze reeds in de juiste stand staat, zodat het sein en de bijbehorende zone desondanks alsnog bereden kan worden. Wanneer het sein alleen maar bedraad bestuurd zou worden, is dit niet mogelijk. Er kan dan niet uitgelezen worden of het sein in de juiste of onjuiste stand staat.

Door een spoorwegsein volgens de uitvinding te voorzien van een draadloze communicatie-eenheid wordt het spoorwegseinen geschikt gemaakt om centraal aangestuurd en gecontroleerd te worden, zonder dat daarvoor een aanpassing aan de dienstregeling benodigd is. Het sein kan echter ook via de schakelkast bij het spoor worden aangestuurd, waarbij de communicatie tussen schakelkast en het sein draadloos is uitgevoerd.

Dit heeft diverse voordelen boven de thans bekende aansturing van een spoorwegsein. Ten eerste is bedrading, althans voor besturing, overbodig, hetgeen de robuustheid van de seinen en dus de railinfra ten goede komt. Ten tweede zijn er bijkomstige voordelen, zoals het centraal, op afstand uitlezen en aansturen van de seinen.

In een voorbeeld omvat het spoorwegsein verder een accu, welke ingericht is voor het voeden van de draadloze communicatie-eenheid.

In een voorbeeld omvat het ten minste ene seinlicht een Licht Emitterende Diode, LED lichtbron.

In een voorbeeld omvat het spoorwegsein verder een accu, welke ingericht is voor het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid.

Bij voorkeur is het de licht eenheid van het spoorwegsein voorzien van een of meerdere LED lichtbronnen. Dit zijn bij voorkeur hoog vermogens LED lichtbronnen of ook wel high-power of high-output LEDs genoemd. Dergelijke LEDs zijn in staat om een zeer groot aantal lumen uit te stralen vanuit een relatief klein oppervlak. Dit is nodig omdat de het uit te stralen seinbeeld op grote afstand zichtbaar moet zijn, in allerlei omgevingsomstandigheden zoals lage zon, regen en mist, en om voldoende onderscheidend vermogen te hebben tussen de verschillende seinbeelden (rood/geel/groen/etc.).

In vergelijking met conventionele LEDs kunnen door hoog vermogens LEDs stromen lopen die oplopen tot boven 1 Ampère. Aangezien (over)verhitting een zeer slechte invloed heeft op de levensduur en output efficiency van de LEDs is goede warmte huishouding belangrijk. Dergelijke LEDs worden dan ook bij voorkeur voorzien van een actieve of passieve koeling.

In vergelijking met de lichtbron in een licht eenheid van een conventioneel spoorwegsein, welke in de meeste landen gloeilampen zijn, is een LED, zelfs een hoog vermogen LED, bijzonder energie zuinig, bedrijfszeker en heeft een zeer lange levensduur.

Met een spoorwegsein volgens de uitvinding, welke in een voorbeeld voorzien is van een of meerdere LED lichtbronnen en een of meerdere (al dan niet verwisselbare) bij voorkeur oplaadbare accu’s, is het mogelijk de licht eenheid te voeden vanuit de accu. Ook de stuur eenheid en de draadloze-communicatie eenheid worden bij voorkeur gevoed vanuit de accu. Externe voeding vanuit het seinhuis of dergelijke is daarom niet meer noodzakelijk. Bij voorkeur is het spoorwegsein volgens de uitvinding wel aangesloten op, of aansluitbaar op, de voedingslijnen vanuit het seinhuis. De accu kan dan dienst doen als primaire voedingsbron, waarbij de voeding vanuit het seinhuis als back-up voeding dienst doet en bijvoorbeeld gebruikt kan worden om de accu op te laden. Het is echter ook mogelijk dat de accu dienst doet als secundaire back-up voedingsbron.

Zodoende is heeft het sein geen bekabeling nodig, en is de kans op storing ten gevolge van de kabels minimaal. Dit komt de robuustheid van het sein en dus de gehele railinfra ten goed.

Indien het spoorwegsein voorzien is van een of meerdere accu’s wordt het mogelijk om het spoorwegsein uit te voeren als en in te zetten als mobiel/tijdelijk spoorwegsein. Bij voorkeur is de accu zodanig uitgevoerd dat deze ingericht is voor hoge kortstondige piekbelastingen, een hoge temperatuur bestendigheid bezit en in hoge mate brandveilig is.

In een voorbeeld omvat het spoorwegsein verder een laad-eenheid, welke ingericht is voor het opladen van de accu en bij voorkeur ingericht is om aangesloten te worden op extern zonnepaneel voor het op basis van zonlicht opladen van de accu.

In een voorbeeld omvat het spoorwegsein een geïntegreerd zonnepaneel omvat dat aangesloten is op de laad-eenheid.

Bij voorkeur kan de accu opgeladen worden middels een laad eenheid die ingericht is voor het omvormen van de spanning van de motor naar een voltage geschikt voor het laden van de accu. Verder is de laad-eenheid bij voorkeur geschikt om aangesloten te worden op een extern afzonderlijk zonnepaneel, dan wel op een in of aan de behuizing van de wisselsteller bevestigd zonnepaneel zodat de accu opgeladen kan worden middels zonlicht. Als alternatief kan ook worden voorzien in andere vormen van duurzame energievoorzieningen. Bijvoorbeeld een windmolen met dyname, al dan niet in combinatie met zonnecellen, maar dit kunnen ook inrichtingen zijn die ontworpen zijn om andere vormen van energie naar elektrische energie om te zetten. Bijvoorbeeld waarbij beweging in het spoor (trilling, beweging van de spoorstaven of magnetische inductie door een passerende trein, enz.) omgezet wordt naar elektrische energie die in een accu kan worden opgeslagen.

In een voorbeeld omvat is draadloze communicatie-eenheid ingericht voor een draadloze mobile communicatie over een cellulair mobiel netwerk, in het bijzonder een 2G GSM, 2,5G GPRS of EDGE, 3G UMTS, HSDPA of LTE, 4G LTE Advanced, GSM-R of FRMRS netwerk.

Bij voorkeur vindt de draadloze communicatie plaats over een cellulair mobiel netwerk. Dit kan een conventioneel netwerk zijn UMTS, LTE of LTE Advanced, maar ook een rail specifiek netwerk zoals GSM-R of toekomstig FRMRS of soortgelijk netwerk.

In een voorbeeld is de draadloze communicatie-eenheid redundant uitgevoerd en ingericht is voor het opzetten van ten minste twee simultane draadloze verbindingen, en bij voorkeur over verschillende cellulaire mobiele netwerken.

Ten behoeve van de betrouwbaarheid en bedrijfszekerheid is de draadloze communicatie-eenheid ingericht om een redundante verbinding op te zetten. Dit bij voorkeur gelijktijdig over verschillen netwerken, zoals enerzijds over een GSM-R en anderzijds, gelijktijdig, over een UTMS netwerk. Dit garandeert dat stuursignalen goed ontvangen worden en opdrachten voor het aansturen van het spoorwegsein te allen tijden worden uitgevoerd. Thans dient het ook om fouten tegen te gaan. Indien er een fout optreed in een van de verbindingen en een onjuiste opdracht wordt ontvangen, is de kans zeer klein dat dezelfde fout ook over de andere verbinding op zal treden. Dat maakt dat de opdrachten die gelijktijdig ontvangen worden niet gelijkluidend zijn, waarmee de communicatie-eenheid vast kan stellen dat er een fout in de opdracht zit en deze fout kan signaleren, zonder dat de opdracht wordt uitgevoerd. Bij voorkeur vindt de draadloze communicatie plaats over een cellulair mobiel netwerk. Dit kan een conventioneel netwerk zijn UMTS, LTE of LTE Advanced, maar ook een rail specifiek netwerk zoals GSM-R of toekomstig FRMRS of soortgelijk netwerk.

In een voorbeeld is het sein ingericht voor retrofitting, en zodanig uitgevoerd dat het de besturingsbehuizing van een bestaand sein kan vervangen. Dit heeft als voordeel dat op zeer eenvoudige wijze bestaande seinen geüpgradede kunnen worden naar nieuwe technieken waarbij communicatie draadloos geschied en de voeding bij voorkeur intern wordt verzorgt middels een batterij. Storingen aan kabels kunnen dan snel en eenvoudig verholpen worden omdat enkel de bestaande sein besturingsbehuizing vervangen hoeft te worden door een volgens de uitvinding, waarna het wissel weer in gebruik kan worden genomen. De onderbreking of storingsduur is derhalve kort en na ingebruikname van het nieuwe sein kan desgewenst op een ander tijdstip de bekabeling hersteld worden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van figuren.

Daarin toont:

Figuur 1 een spoorwegsein voor gebruik in een railinfrastructuur.

Voor een beter begrip van de uitvinding zal in de navolgende figuurbeschrijving de overeenkomende onderdelen met identieke referentiecijfers worden aangeduid.

In figuur 1 wordt een spoorwegsein 10 getoond. Spoorwegseinen 10 maken, althans in Nederland, onderdeel uit van het snelheidsstelstel en kunnen in een railvoertuig zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als cabineseingeving dat onderdeel uit kan maken het treinbeïnvloedingsysteem. Spoorwegseinen zijn echter ook veelal uitgevoerd als sein binnen het seinstelsel, waarbij de seinen langs/naast het spoor staan om als zodanig de bestuurder van een treinvoertuig te informeren en/of toestemming te verlenen en/of opdrachten te geven. Daarbij kan informatie bijvoorbeeld betrekking hebben op een advies snelheid of het waarschuwen voor een naderend, volgende spoorsectie die op “rood” staat, toestemming betrekking hebben op het al dan niet mogen inrijden van de spoorsectie en opdrachten geven bijvoorbeeld het (verplicht) reduceren van de snelheid tot onder een aangegeven maximum.

Bij het verschaffen van een opdracht aan de stuur eenheid van het spoorwegsein op basis waarvan de licht eenheid een rood licht afgeeft, is het voor een bestuurder van een treinvoertuig niet toegestaan om de betreffende sectie behorende bij het sein binnen te rijden. Als zodanig levert het activeren van het rode lichtsein van het spoorwegsein een spoorbezetmelding op. Ten behoeve van het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden kan een sein middels het treinbeveiligingssysteem lokaal zodanig binnen het seinhuis worden aangestuurd dat de sectie, het blok, of zone buiten gebruik wordt gesteld en de onderhoudswerkzaamheden veilig kunnen worden aangevangen.

Met een spoorwegsein volgens een aspect van de uitvinding is het mogelijk om een directe draadloze verbinding op te zetten tussen een lokale of bij voorkeur op afstand gelegen centrale server en het sein 10 dit middels de in het sein aanwezige draadloze communicatie-eenheid.

In figuur 1 zijn de diverse onderdelen van een sein volgens een uitvoering van de uitvinding duidelijk zichtbaar. Het in figuur 1 getoonde sein 10 is ingericht voor plaatsing langs een spoorbaan. Het in figuur 1 getoonde sein 10 betreft een zogenoemd hoog geplaats sein en is slechts ter illustratie. De vakman zal begrijpen dat seinen ook in andere vormen voor kunnen komen. De uitvinding is niet beperkt tot de in figuur 1 getoonde variant.

Het sein 10 is ingericht voor het signaleren van seinsignalen aan bestuurders van treinvoertuigen die het sein naderen dan wel passeren. Signaleren dient in de ruimste zin van het woord geïnterpreteerd te worden en omvat informeren, waarschuwen, het geven van opdrachten, geboden, toestemmingen, etc. Een van de belangrijkste functies van het sein is het informeren dan wel toestemming verlenen aan de bestuurder over het al dan niet mogen inrijden van de spoorsectie waartoe het sein 10 behoort. Daartoe omvat het sein 10 een licht eenheid 11. De licht eenheid 11 omvat ten minste één maar veelal drie afzonderlijke seinlichten 11A, 11B, 11C. Althans in Nederland is het gebruikelijk at het bovenste seinlicht 11A dienst doet om een groen licht (visuele weergave van het seinsignaal) af te geven. Het middelste seinlicht 11B dient respectievelijk voor het weergeven van een geel seinsignaal en het onderste seinlicht 11C dient voor het weergegeven van een rood seinsignaal. In neutrale toestand staat het sein op rood en mag een naderende trein derhalve de sectie niet inrijden. Bij een geconstateerde fout of onjuiste aansturing zal het sein eveneens op rood komen te staan (failsafe) Rijdt de trein ondanks het rode sein alsnog de sectie binnen, dan zal in de meeste gevallen het treinbeïnvloedingsysteem ingrijpen en de trein alsnog automatisch tot stilstand brengen.

Slechts in de situatie dat het sein niet op rood staat, kan een trein de sectie binnenrijden. Met het aansturen van het sein, door het sein actief op rood te zetten, dus het rood licht van de licht eenheid te activeren, of door het uitschakelen van het sein, waarmee het sein ook automatisch op rood komt te staan, kan de sectie vrij gehouden worden van treinen. De sectie is daarmee bezetgemeld binnen zowel de treinbeveiliging en binnen de treinbeheersing en vanuit de treinbeheersing kan niet alsnog zogenoemd een rijbaan worden ingelegd voor een door de sectie te passeren trein.

Het is gebruikelijk dat het sein bestuurd wordt vanuit een centrale opdracht vanuit het treinbeheersingssysteem door de treindienstleiding. De treindienstleiding is verantwoordelijk voor de dienstregeling en het inleggen van de rijbaan ten behoeve van het kunnen uitvoeren van de dienstregeling. De opdrachten voor het sein om bijvoorbeeld op rood te springen worden ontvangen via de lokale seinhuizen.

Het spoorwegsein volgens de uitvinding is echter additioneel voorzien van een draadloze communicatie-eenheid 14A. Deze is bij voorkeur in een aparte besturingsbehuizing 14 opgenomen, waar ook de stuur eenheid in is gehuisvest en vanuit waar de licht eenheid 11 op de voeding van het seinhuis (niet weergegeven) is aangesloten. De besturingsbehuizing 14 is bij via een vaste bedrading 15A, 15B op de mast 12 en voet 13 aangesloten en wordt vanuit daar doorgevoerd naar de licht eenheid 11. De besturingsbehuizing omvat verder een omvormer 14B of transformator om de aangeboden voedingspanning vanuit het seinhuis omlaag te transformeren voor de lampen 11A, 11B, 11C van de licht eenheid 11. In de praktijk is dit meestal een transformator die aan primaire zijde 110 Volt omzet naar ongeveer 10 Volt voor de aansturing (drivers) van de lampen. De lampen zijn uitgevoerd als LED lampen en bij voorkeur hoog vermogens LED lampen. De opdrachten die vanuit het seinhuis ontvangen worden, en op basis waarvan de licht eenheid 11 wordt aangestuurd, worden geregeld door de stuur eenheid 14C. Deze is bij voorkeur ook opgenomen in de besturingsbehuizing 14.

Verder omvat besturingsbehuizing 14 nog een accu 14D. De accu of accu’s 14D zijn bij voorkeur in staat om voor geruime tijd de lampen 11A-C van de licht eenheid 11 aan te sturen én de draadloze communicatie-eenheid 14A en stuur eenheid 14C te voeden. De accu’s zijn bij voorkeur lithium-ion dan wel lithium-ion-polymeer accu’s vanwege de gunstige gewicht/capaciteit verhouding en de eigenschap dat ze een hoge piekstroom kunnen leveren. Bij voorkeur kunnen de accu’s intern opgeladen worden via een niet getoonde laad eenheid. Deze laad eenheid kan ofwel direct op de omvormer zijn aangesloten om de accu te laden via de voeding vanuit het seinhuis en/of om de accu te laden via een integraal met de behuizing van het sein verbonden zonnepaneel of een afneembaar zonnepaneel.

Het in figuur 1 getoonde sein 10 is een sein 10 waarbij de lampen 11A-11C in de licht eenheid 11 omvat zijn en de licht eenheid op de mast 12 is geplaatst. De licht eenheid 11 kan echter ook in de besturingsbehuizing 14 zijn opgenomen. In een dergelijke uitvoering wordt het licht via een lichtgeleider richting de mast gevoerd tot aan een lichtuittreedvenster dat zich bevind op dezelfde locatie als de licht eenheid zoals weergegeven in figuur 1. Een dergelijke uitvoering heeft als voordeel dat onderhoud aan de lampen eenvoudiger is. Immers de lampen zitten in de beter toegankelijke besturingsbehuizing in plaats van boven op de mast.

Thans bekende seinen 10 zijn veelal ingericht om de werking van het sein te controleren en te beoordelen of het sein ook conform de opdracht een seinbeeld afgeeft. In bijvoorbeeld conventionele seinen met gloeilampen kan dit gecontroleerd worden door de stroom naar de lampen te bewaken. Afwijking van de verwachte stroom is een indicatie dat de lamp stuk is en het sein derhalve niet naar behoren functioneert.

Met een sein volgens de uitvinding wordt de besturing van het sein, en derhalve het buitendienst stellen van de betreffende sectie, tevens mogelijk via

ontvangen opdrachten vanaf de draadloze communicatie-eenheid 14A. De draadloze communicatie-eenheid is daartoe verbonden met de stuureenheid 14C

De communicatie-eenheid 14A communiceert bij voorkeur over een draadloos cellulair mobiel netwerk met een centrale server. Het gebruikte mobiel netwerk is bij voorkeur een 2G GSM, 2,5G GPRS of EDGE, 3G UMTS, HSDPA of LTE, 4G LTE Advanced, GSM-R of FRMRS netwerk. Bij voorkeur worden er meerdere gelijktijdige verbindingen met de centrale server opgezet en bij voorkeur via verschillende netwerken. Dat maakt de verbinding bijzonder robuust en daarbij is de kans op fouten klein, en indien er een fout optreed kan deze ook eenvoudig vastgesteld worden omdat dan de via verschillende communicatieverbindingen ontvangen opdrachten niet overeenkomen.

Claims (9)

1. Spoorwegsein voor plaatsing langs een spoorbaan voor visuele weergave van seinsignalen zoals opdrachten, toestemming en informatie aan een bestuurder van treinvoertuig, omvattende: een licht eenheid omvattende ten minste één seinlicht voor visuele weergave van de seinsignalen; een stuur eenheid, ingericht het activeren van het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid op basis van een ontvangen stuursignaal, met het kenmerk, dat het spoorwegsein verder omvat een draadloze communicatie-eenheid, welke ingericht is voor het draadloos ontvangen van het stuursignaal en het door de stuur eenheid op basis van het stuursignaal aansturen van het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid.

2. Spoorwegsein volgens conclusie 1, verder omvattende: een accu, welke ingericht is voor het voeden van de draadloze communicatie-eenheid.

3. Spoorwegsein volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ten minste ene seinlicht een Licht Emitterende Diode, LED lichtbron omvat.

4. Spoorwegsein volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: een accu, welke ingericht is voor het ten minste ene seinlicht van de licht eenheid.

5. Spoorwegsein volgens een van de voorgaande conclusies 2-4, verder omvattende een laad-eenheid, welke ingericht is voor het opladen van de accu en bij voorkeur ingericht is om aangesloten te worden op extern zonnepaneel voor het op basis van zonlicht opladen van de accu.

6. Spoorwegsein volgens conclusie 5, waarbij het spoorwegsein verder een geïntegreerd zonnepaneel omvat dat aangesloten is op de laad-eenheid.

7. Spoorwegsein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draadloze communicatie-eenheid ingericht is voor een draadloze mobile communicatie over een cellulair mobiel netwerk, in het bijzonder een 2G GSM, 2,5G GPRS of EDGE, 3G UMTS, HSDPA of LTE, 4G LTE Advanced, GSM-R of FRMRS netwerk.

8. Spoorwegsein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draadloze communicatie-eenheid redundant is uitgevoerd en ingericht is voor het opzetten van ten minste twee simultane draadloze verbindingen.

9. Spoorwegsein volgens conclusie 8, waarbij de ten minste twee simultane draadloze verbindingen opgezet worden over verschillende cellulaire mobiele netwerken.