NL2016729B1 - Betonegaliseerwagen, en Systeem van Betonvloer en een dergelijke Egaliseerwagen - Google Patents

Abstract

Een betonegaliseerwagen voor egaliseren van een nog niet uitgeharde betonvloer, die evenwijdige wapeningsprofielen met een onderlinge afstand d2 heeft, omvat een wagenframe; een aan het wagenframe bevestigd egaliseermes; en ten minste één wielenset. De wielenset draagt een daarmee geassocieerd deel van het wagenframe op nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen dwars op de bewegingsrichting,en ten minste twee wielen met elk een eigen rotatie-as. De rotatie-assen hebben een onderlinge afstand d1 ten opzichte van elkaar. De afstand d1 is ongelijk aan de afstand d2. De rotatie-assen van de wielen in de wielenset zijn beweegbaar in een verticale richting en zodanig onderling gekoppeld dat een gemiddelde verticale positie van de rotatie-assen ten opzichte van het wagenframe in hoofdzaak constant blijft bij, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in de bewegingsrichting dwars op de bewapeningsprofielen, bijvoorbeeld door middel van gekoppelde hydraulische cilinders.

Description

Betonegaliseerwagen, en Systeem van Betonvloer en een dergelijke Egaliseerwagen GEBIED VAN DE UITVINDING

[ 01 ] De uitvinding heeft betrekking op een systeem van een betonvloer en een betonegaliseerwagen. De betonvloer omvat een vloerbewapening met bewapeningsprofielen, waarbij de bewapeningsprofielen een onderlinge afstand hebben; en over de vloerbewapening gestorte en nog niet uitgeharde beton. De betonegaliseewagen is geschikt om, tijdens gebruik, in een voortbewegingsrichting over de betonvloer te worden bewogen zodat de nog niet uitgeharde beton door de betonegaliseerwagen wordt geëgaliseerd; en een egaliseermes voor het op een gedefinieerde hoogte egaliseren van de nog niet uitgeharde beton gedurende; tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen inde voortbewegingsrichting dwars op de bewapeningsprofielen.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

[ 02 ] Een dergelijke betonvloer en betonegaliseerwagen zijn uit de praktijk bekend. De wagen met daaraan het egaliseermes wordt over de net gestorte betonvloer getrokken, waarbij de wielen van de wagen in de praktijk niet over maar door de net gestorte beton zullen rijden. In het beton zijn wapeningsprofielen aanwezig, bijvoorbeeld een vlechtwerk van betonijzeiprofielen, waardoor de wielen feitelijk over deze wapeningprofielen zullen voortbewegen. Aangezien de wapeningsprofielen een onderlinge afstand hebben, zullen de wielen een op- en neergaande beweging maken wanneer deze respectievelijk op een wapeningsprofël en tussen wapeningsprofielen komen.

[ 03 ] De ophanging van het mes ondervind derhalve ook een op- en neergaande beweging. Nu is het mogelijk om het egaliseermes met behulp van een instelbare hoogte en een regeling van deze hoogte naar een gewenst hoogteniveau te brengen. Echter, bij de aanzienlijke op- en neergaande beweging van de wielen van de egaliseerwagen zijn bekende regelingen niet in staat om het egaliseermes goed op een gedefinieerde hoogte te houden. Het gevolg is dat het oppervlak van de uitgeharde betonvloer niet mooi egaal verloop en hoogteverschillen vertoont.

[ 04 ] EP 2 853 638 A1 van aanvraagster beschrijft een betonegaliseerwagen en een systeem van een betonvloer en een dergelijke wagen, waarbij de wagen twee wielensets uit meerdere wielen omvat die over een afstand ten opzichte van elkaar zijn verschoven. Deze afstand tussen de assen van de wielen is ongelijk aan de afstand tussen de bewapeingsprofielen. Deze bekende betonegaliseerwagen is al een grote verbetering ten opzichte van eerder bekende wagens voor het verkrijgen van uitgeharde betonvloeren met een grote mate van vlakheid. Echter, er is sprake van een toenemende eisen met betrekking tot de vlakheid van betonvloeren, waar de bekende egaliseerwagens tekort schieten, en derhalve ook voor egaliseerwagens waarmee dergelijke vlakheden kunnen worden gerealiseerd.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

[ 05 ] Het is een doelstelling van de uitvinding om tekortkomingen van bekende egaliseerwagens op te heffen.

[ 06 ] Een dergelijke doelstelling wordt bereikt met een systeem van een betonvloer en een betonegaliseerwagen, waarbij de betonvloer omvat evenwijdige wapeningsprofielen met een onderlinge afstand en over de wapeningsprofielen gestorte en nog niet uitgeharde beton, en de betonegaliseerwagen geschikt is om, tijdens gebruik, in een voortbewegingsrichting over de betonvloer te worden bewogen zodat nog niet uitgeharde beton door de betonegaliseerwagen wordt geëgaliseerd, welke betonegaliseerwagen omvat - een wagenframe; - een aan het wagenframe bevestigd egaliseermes voor het op een gedefinieerde hoogte egaliseren van de nog niet uitgeharde beton gedurende, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in een voortbewegingsrichting dwars op de wapeningsprofielen; en - ten minste één wielenset, welke de of elke wielenset - - is geconstrueerd en aangebracht aan het wagenframe teneinde een daarmee geassocieerd deel van het wagenframe te kunnen dragen op nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen die zich, tijdens gebruik, uitstrekken in een richting dwars op de bewegingsrichting, - - omvat ten minste twee wielen met elk een eigen rotatie-as, welke rotatie-assen een onderlinge afstand ten opzichte van elkaar hebben in een richting dwars op de rotatie-assen, en welke onderlinge afstand tussen de rotatieassen ongelijk is aan de onderlinge afstand tussen de wapeningsprofielen of een veelvoud daarvan, - welke rotatie-assen van de wielen in de wielenset beweegbaar zijn in een verticale richting dwars op de voortbewegingsrichting en zodanig onderling gekoppeld zijn dat een gemiddelde verticale positie van de rotatie-assen ten opzichte van het wagenframe althans in hoofdzaak constant blijft bij, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in de bewegingsrichting dwars op de bewapeningsprofielen.

[ 07 ] In een ander aspect verschaft de uitvinding een betonegaliseerwagen voor gebruik in bovengenoemd systeem, en geschikt om, tijdens gebruik, in een voortbewegingsrichting over een betonvloer te worden bewogen zodat nog niet uitgeharde beton door de betonegaliseerwagen wordt geëgaliseerd, welke betonvloer omvat evenwijdige wapeningsprofielen met een onderlinge afstand en over de bewapeningsprofielen gestorte en nog niet uitgeharde beton, waarbij de betonegaliseerwagen omvat - een wagenframe; - een aan het wagenframe bevestigd egaliseermes voor het op een gedefinieerde hoogte egaliseren van de nog niet uitgeharde beton gedurende, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in een voortbewegingsrichting dwars op de wapeningsprofielen; en - ten minste één wielenset, waarbij de of elke wielenset - - is geconstrueerd en aangebracht aan het wagenframe teneinde een daarmee geassocieerd deel van het wagenframe te kunnen dragen op nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen die zich, tijdens gebruik, uitstrekken in een richting dwars op de bewegingsrichting, - - omvat ten minste twee wielen met elk een eigen rotatie-as, welke rotatie-assen een onderlinge afstand ten opzichte van elkaar hebben in een richting dwars op de rotatie-assen, en welke onderlinge afstand tussen de rotatieassen ongelijk is aan de onderlinge afstand tussen de wapeningsprofielen of een veelvoud daarvan, - welke rotatie-assen van de wielen in de wielenset beweegbaar zijn in een verticale richting dwars op de voortbewegingsrichting en zodanig onderling gekoppeld zijn dat een gemiddelde verticale positie van de rotatie-assen ten opzichte van het wagenframe althans in hoofdzaak constant blijft bij, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in de bewegingsrichting dwars op de bewapeningsprofielen [ 08 ] In een uitvoeringsvorm zijn de rotatie-assen van de wielen in de wielenset elk geassocieerd met een eigen hydraulische cilinder voor het bepalen van verticale posities van de respectieve rotatie-assen, en deze hydraulische cilinders elk zijn verbonden met een gemeenschappelijke bekrachtigingsleiding voor bekrachtiging van de hydraulische cilinders.

[ 09 ] In een uitvoeringsvorm zijn de rotatie-assen van de wielen in de wielenset elk opgenomen in een eigen draagarm, welke draagarmen elk scharnierend met het wagenframe zijn gekoppeld, en elke draagarm is gekoppeld met de respectieve hydraulische cilinder geassocieerd met de rotatie-as opgenomen in die arm.

[ 10 ] In een uitvoeringsvorm is de betonegaliseerwagen omvat ten minste een wielenset geassocieerd met een rechterzijde en een wielenset geassocieerd met een linkerzijde van de betonegaliseerwagen zoals gezien met betrekking tot de voortbewegingsrichting.

[11 ] In een uitvoeringsvorm omvat de betonegaliseerwagen een hydraulische inrichting die is ingericht om een gedetineerde hoogte van het egaliseermes te regelen door regeling van een hydraulische druk in de bekrachtingsleiding geassocieerd met een wielenset aan de linkerzijde en van een hydraulische druk in de bekrachtingsleiding geassocieerd meteen wielenset aan de rechterzijde van de betonegaliseerwagen, optioneel door middel van een PID-regeling van de hydraulische druk.

[ 12 ] In een uitvoeringsvorm is het egaliseermesgekoppeld met een meetvoorziening voor het bepalen van een hoogte van het egaliseermes, welke meetvoorziening optioneel een lasermeetinrichting omvat.

[ 13 ] In een uitvoeringsvorm is het egaliseermes star met het wagenframe is gekoppeld.

[ 14 ] In een uitvoeringsvorm komt de onderlinge afstand tussen de rotatie-assen van de wielen in een wielenset overeen met een fractie van de afstand tussen wapeningsprofielen in de betonvloer, of deze fractie plus één of meer malen de afstand tussen de wapeningsprofielen.

[ 15 ] In een uitvoeringsvorm is de fractie bepaald door één gedeeld door het aantal wielen in de wielenset.

[ 16 ] In een uitvoeringsvorm is de afstand tussen de rotatie-assen van de wielen in de wielenset instelbaar.

[ 17 ] In een uitvoeringsvorm omvatten de nabij elkaar gelegen bewapeningsprofielen zeven, optioneel vijf, naast elkaar gelegen wapingsprofielen en/of een aantal van binnen een afstand overeenkomend met een helft, optioneel een kwart, van de lengte van de betonegeliseerwagen, zoals gemeten inde voortbewegingsrichting van de betonegaliseerwagen, naast elkaar liggende wapingsprofielen.

[ 18 ] In een ander aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het leggen van een betonvloer uit het bovengenoemd systeem en/of met behulp van de bovengenoemde betonegaliseerwagen, omvattende - het aanbrengen van een vloerbewapening met wapeningsprofielen, waarbij de wapeningsprofielen een onderlinge afstand hebben zodanig dat de onderlinge afstand tussen de rotatie-assen van wielen in een wielenset van de betonvloeregaliseerinrichting ongelijk is aan de onderlinge afstand tussen de wapeningsprofielen of een veelvoud daarvan; - het storten van beton voor het vormen van de betonvloer; en - het egaliseren van de net gestorte betonvloer met de betonvloeregaliseerinrichting in een voortbewegingsrichting dwars op de wapeningsprofielen.

[ 19 ] In nog een ander aspect verschaft de uitvinding een betonvloervolgens het bovengenoemd systeem en/of vervaardigd met de bovengenoemde werkwijze.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

[ 20 ] Verdere kenmerken en voordelen van de uitvindingen zullen duidelijk worden aan de hand van de onderstaande beschrijving door middel van niet beperkende en niet-uitsluitende uitvoeringsvoorbeelden. Deze uitvoeringsvorbeelden moeten niet als beperkend voor de uitvinding worden beschouwd. De vakman zal op basis hiervan andere alternatieven en equivalente uitvoeringsvoorbeelden kunnen realiseren die binnen de beschermingsomvang vallen. De uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin gelijke of gelijksoortige verwijzingssymbolen verwijzen naar gelijke, gelijksoortige of overeenkomstige onderdelen, en waarin figuur 1 een aanzicht in perspectief toont van een uitvoeringsvorm van de betonvloeregaliseerwagen volgens de uitvinding; figuur 2 een schematisch detail toont van de achterzijde met een wielenset van de betonvloeregaliseerwagen van figuur 1; en figuren 3A en 3B een schematische weergave tonen van posities van de wielen in de wielenset van figuur 2.

BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN

[ 21 ] Een betonegaliseerwagen 1 is getoond in figuur 1, en bestaat uit een achterste deel 100, en een voorste deel 200 voor voorstuwing en besturing van de wagen 1 in de, tijdens gebruik, voortbewegingsrichting R. De egaliseerwagen omvat een wagenframe 150, 250 in het achterste deel 100. Een voorsteframedeel 250 van het wagenframe is scharnierbaar rond een verticale as met het wagenframedeel 150 van het wagenframe gekoppeld. Hydraulische besturingscilinders 255 zijn aan weerszijden van het wagenframedeel 150 met dat wagenframedeel en het voorsteframedeel 250 verbonden om het voorsteframedeel 250 te kunnen roteren met betrekking tot het wagenframedeel 150 voor besturing van de egaliseerwagen 1. Het wagenframe is, in de getoonde uitvoeringsvorm, uitschuifbaar met behulp van een hydraulische cilinder 155. Tijdens gebruik is het wagenframedeel 150 uitgeschoven voor een maximale lengte van de egaliseerwagen, hetgeen van voordeel isom een vlakke betonvloer te verkrijgen. Voor transport en opslag kan het wagenframe worden ingeschoven voor het verkleinen van de omvang van de egaliseerwagen.

[ 22 ] Het wagenframe 150, 250 is aan de achterzijde voorzien van twee wielensets 110, 120 aan respectievelijk de rechter- en linkerzijde van het wagenframe(deel) 150 van de egaliseerwagen 1, zoals gezien in de voortbewegingsrichting R. Aan de achterzijde is het wagenframe 150 aan de onderzijde daarvan voorzien van een egaliseermes 10, dat vast met het wagenframe 150 is verbonden. Aan de voorzijde omvat de egaliseerwagen twee wielensets 210, 220 aan respectievelijk de rechter- en linkerzijde van het voorsteframedeel 250. Op het voorsteframedeel 250 zijn verder een motor voor voortstuwing van de egaliseerwagen en een hydraulische inrichting voor besturing en regeling door hydraulische bediening van de diverse hydraulische cilinders aangebracht. Deze onderdelen zijn relatief zwaar en dragen bij aan het gewicht dat door de voorste wielensets 210, 220 wordt gedragen. Het achterste deel dat door de achterste wielensets 110, 120 wordt gedragen is relatief lichter van gewicht.

[ 23 ] De betonvloer A is een net gestorte betonvloer met daarin wapeningsprofielen in de vorm van een vlechtwerk van betonijzerprofielen B die haaks op elkaar staan. De wapeningsprofielen hebben een onderlinge afstand d2, zoals in de figuren 2, 3A en 3B is aangegeven. Als de betonvloer net is gestort dan is de beton nog niet uitgehard, dus nog vloeibaar of viskeus, zodat de betonvloer met behulp van de egaliseerwagen 1 kan worden geëgaliseerd. De egaliseerwagen wordt daartoe in de voortbewegingsrichting R over de betonvloer A bewogen. Het egaliseermes 10 wordt op een hoogte A1 gehouden en een overmaat aan beton wordt door het egaliseermes in de voortbewegingsrichting R geduwd. De in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm heeft daarnaast nog een hulpegaliseermes 15 om een vooregalisatie van de beton te bewerkstelligen voorafgaand aan het egaliseren door hetfeitelijke egaliseermes 10. Achter het egaliseermes 10 resulteert dan een glad egaal oppervlak van de betonvloer. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de egaliseerwagen voorts nog een gladstrijkplaat 16 achter het egaliseermes 10 voor het, naar behoefte, glad strijken van het geëgaliseerde beton voor het verkrijgen van een gladdere betonvloer. De gladstrijkplaat 16 kan op- en neerwaarts worden bewogen met betrekking tot het wagenframe om het in een gewenste verticale positie te brengen. In een nabewerking kan een betonvloer vervolgens in het algemeen nog worden afgewerkt met behulp van zogeheten vlindermachines net voordat de beton volledig is uitgehard.

[ 24 ] Omdat de beton nog vloeibaar of viskeus is, zullen de wielen van de wielensets van de egaliseerwagen 1 niet zozeer over, maar doorde betonvloer rijden. De wielen zullen steunen op de wapeningsprofielen B die zich dwars op de voortbewegingsrichting R uitstrekken. De wielen kunnen elk afzonderlijk een op- en neerwaartse beweging ondergaan ten opzichte van het wagenframe 150, 250, omdat de rotatie-as van elk wiel roteerbaar is gelagerd in een eigen draagarm, die scharnierbaar is gekoppeld met het wagenframe. Op elke arm is een hydraulische cilinder werkzaam om een neerwaartse kracht op de draagarm uit te oefenen.

[ 25 ] De wielenset 110 aan de rechter achterzijde van de egaliseerwagen bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm uit drie wielen 111, 112, 113, die elk roteerbaar zijn gelagerd in respectieve armen 114, 115, 116. Deze armen zijn elk scharnierbaar gekoppeld met het wagenframe 150, en op elke arm is een respectieve hydraulische cilinder 117, 118, 119 werkzaam. Deze hydraulische cilinders 117, 118, 119 van de wielenset 110 worden bekrachtigd door dezelfde bekrachtigingsdruk in een gemeenschappelijke hydraulische bekrachtigingsleiding 110.1 geassocieerd met de eerste wielenset. Het verhogen van deze bekrachtigingsdrukdoor het toevoeren van olie in de bekrachtigingsleiding resulteert in het neerwaarts drukken van de wielen in de wielenset 110 met betrekking tot het wagenframe 150. Omdat de wielen steunen op de wapeningsprofielen B zal het frame daarom omhoog bewegen met toenemende bekrachtigingsdruk, en omlaag bewegen met afnemende bekrachtigingsdrukin en afvoer van olie uit de bekrachtigingsleiding. In de figuren is alleen de bekrachtigingsleiding 110.1 voor de wielenset 110 getoond. De wielensets 120, 210 en 220 hebben elk hun eigen bekrachtigingsleiding voorhoogte-instelling van het framedeel dat is geassocieerd met de betreffende wielensets, maar deze zijn niet zichtbaar in de figuren.

[ 26 ] De wielen in een wielenset rusten op nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen, die twee tot ongeveer zeven, optioneel vijf, naast elkaar gelegen wapingsprofielen en/of een aantal van binnen een afstand overeenkomend met een helft, optioneel een kwart of 10%, van de lengte van de betonegeliseerwagen, zoals gemeten in de voortbewegingsrichting (R) van de betonegaliseerwagen, naast elkaar liggende bewapingsprofielen omvat. Dit is een indicatie van het aantal naast elkaar gelegen wapeningsprofielen waarop op een aantal daarvan, die niet naast elkaar hoeven te liggen, de wielen van een wielenset kunnen steunen. In degetoonde uitvoeringsvorm steunen de wielen in een enkele wielenset op maximaal twee naast elkaar gelegen wapeningsprofielen. De wielen in de getoonde uitvoeringsvorm zouden in een andere uitvoeringsvorm ook een grotere onderlinge afstand tot elkaar kunnen hebben, zodat de wielenset op maximaal drie wapeningsprofielen rust. Het aantal nabij elkaar gelegen wapeningsstaven waarop de wielen van een wielenset steunt zal afhankelijk zijn van de toepassing, de onderlinge afstand van de wapeningsprofielen, de lengte van de betonegaliseerwagen, de grootte van de wielen, etcetera.

[ 27 ] Doordat de hydraulische cilinders geassocieerd met de wielen in de enkele wielenset 110 door een gemeenschappelijke bekrachtigingsleiding door dezelfde bekrachtigingsdruk worden bekrachtigd zijn de op- en neerwaartse bewegingen van deze wielen met elkaar gekoppeld. Bijvoorbeeld, een opwaartse beweging van één van de wielen in de wielenset bij gelijkblijvende bekrachtigingsdruk zal in een gemiddeld neerwaartse beweging van de andere twee wielen in de wielenset resulteren.

[ 28 ] De wielen in elke wielenset hebben elk hun eigen rotatie-as dwars op de voortbewegingsrichting en evenwijdig aan het te egaliseren oppervlak. Dit is schematisch getoond in de figuren 2, 3a en 3b voor de rechter wielenset 110, maar geldt op vergelijkbare wijze ook voor de linker wielenset 120, en ook voor de wielensets 210, 220 aan de voorzijde van de betonegalisserwagen. De assen 111.1, 112.1, 113.1 van respectievelijk de wielen 111, 112, 113 in de wielenset 110 hebben een onderlinge afstand d1 in een richting dwars op de rotatie-asen en evenwijdig aan de voortbewegingsrichting R en een langsas van de betonegaliseerwagen 1. De afstand tussen naast elkaar liggende wapeningsprofielen is gelijk aan d2. De onderlinge afstand d1 tussen de rotatie-assen is ongelijk aan de afstand d2 tussen de wapeningsprofielen. In de getoonde uitvoeringsvorm is de onderlinge afstand d1 tussen de rotatie-assen 1/3 van de afstand d2 tussen de bewapeningsprofielen. De afstand d1 is daarmee een fractie van de afstand d2, waarbij deze fractie wordt gegeven door één gedeeld door het aantal wielen in de wielenset, in dit uitvoeringsvoorbeeld drie wielen. Deze onderlinge afstand zou in een andere uitvoeringsvorm ook deze fractie plus één of meer malen de afstand D2 tussen de wapeningsprofielen kunnen zijn.

[ 29 ] Figuur 2 toont dat rotatie-as 111.1 van het wiel 111 zich direct boven een wapeningsprofiel B bevindt. Alle wielen in een wielenset worden door hun respectieve bekrachtigingscilinders neerwaarts gedrukt in contact meteen wapeningsprofiel B. In de situatie van figuur 2 steunt wiel 112 op het zelfde wapeningsprofiel als wiel 111 en steunt wiel 113 op het in de bewegingsrichting R gezien volgende wapeningsprofiel.

De posities van de respectieve rotatie-assen is ook weergegeven in figuur 2. De figuren 3A en 3B tonen situaties vlak voor het bereiken van de positie volgens figuur 2, waarbij de situatie van figuur 3B na het bereiken van de situatie van figuur 3A optreedt. In de situatie van figuur 3A maken alle drie de wielen in de wielenset 110 contact met hetzelfde wapeningsprofiel B. In de situatie van figuur 3B maakt wiel 113 contact met twee wapeningsprofielen en bevindt de rotatie-as van wiel 113 zich boven het midden tussen deze beide wapeningsprofielen. In de figuren 3A en 3B zijn ook de posities van de rotatie-assen 111.1, 112.1, 113.1 van de wielen 111, 112, 113 van de wielenset 110 weergegeven. Het is zichtbaar in de figuren 2, 3A en 3B dat de posities van deze assen afwisselend hoger en lager ten opzichte van elkaar zijn. Een gemiddelde positie van deze assen ondervindt maar een heel beperkte hoogtevariatie. De rechterzijde van het wagenframe 150 is ook onderhevig aan deze gemiddelde hoogtevariatie door de koppeling van de wielen via hun respectieve ophangarmen 114, 115, 116 en hydraulische cilinders 117, 118, 119 met de rechterzijde van het wagenframe.

[ 30 ] De wielen 121, 122, 123 en respectieve rotatie-assen 121.1, 122.1, 123.1 van de wielenset 120 ondergaan eenzelfde beweging bij voortbewegen over de betonvloer. De door middel van de respectieve draagarmen 124, 125, 126 en hydraulische cilinders 127, 128, 129 met de wielen 121, 122, 123 gekoppelde linkerzijde van het wagenframe 150 ondergaat daarmee ook een hoogtevariatie die sterk is gereduceerd met betrekking tot de hoogtevariaties van de afzonderlijke rotatie-assen van de wielen in de wielenset 120.

[ 31 ] Aan het wagenframe 150 zijn voorts door middel van staanders 181 meetinrichtingen 180 aan de linker- en rechterzijde van het wagenframe bevestigd, waarmee een hoogte van de linker- en rechterzijde van (de achterzijde van) het wagenframe en daarmee van het egaliseermes 10 kan worden bepaald. De meetinrichtingen zijn op die positie aan het wagenframe bevestigd waar ook het egaliseermes met het wagenframe is gekoppeld waarmee direct de hoogtepositie van het egeliseermes aan de linker- en rechterzijde daarvan wordt gemeten. Een laserinrichting is opgesteld in de ruimte waarin de betonvloer wordt gelegd en er wordt een laserstraal vanuit deze inrichting dusdanig doorheen de ruimte geroteerd dat deze laserstraal een vlak evenwijdig aan het oppervlak van de te egaliseren betonvloer bepaald. Deze laserstraal wordt met de meetinrichting gedetecteerd, en daarmee het referentievlak dat door de roterende laserstraal wordt bepaald. Een hoogteverandering van de achterzijde van het het wagenframe 150 en dus het egaliseermes 10 kan daarmee worden gedetecteerd, en door middel van een signaalleiding naar een regelinrichting op het voorste deel 200 van de egaliseerwagen worden toegevoerd.

[ 32 ] Deze regelinrichting stuurt een hydraulische sturing aan, waarmee de bekrachtigingsdruk en olievolume in de bekrachtigingsleidingen van de hydraulische cilinders van respectievelijk de wielensets 110, 120 van de rechter- en linkerzijde van het wagenframe wordt geregeld en de hoogte wordt ingesteld om het egaliseermes 10 op de gedefinieerde hoogte te brengen en te houden. De linker- en rechterzijde van het wagenframe en het egaliseermes worden elk afzonderlijk geregeld om het egaliseermes op de gedefinieerde hoogte te houden. In figuur 2 is de gedefinieerde hoogte van het egaliseermes 10 aangeduid met A1. Dit is eveneens de hoogte van het bovenoppervlak van de geëgaliseerde betonvloer A en komt overeen met de hoogtepositie van de onderzijde van het egaliseermes 10.

[ 33 ] In alternatieve uitvoeringsvormen kan een wielenset zijn voorzien van twee of meer dan drie wielen. De onderlinge afstand d1 van de rotatie-assen in een wielenset is bij voorkeur (ongeveer) gelijk aan de afstand d2 tussen de bewapeningsprofielen gedeeld door het aantal wielen in de wielenset In nog een alternatieve uitvoeringsvorm is de afstand d1 tussen de wielrotatie-assen in een wielenset instelbaar in afhankelijkheid van de aftstandd2 tussen de wapeningsprofielen B en met het aantal wielen in een wielenset, zoals hierboven is uiteengezet. De afstand tussen de wielen in een wielenset kan bijvoorbeeld instelbaar zijn door het keunnen verschuiven van de assen daarvan in de respectieve draagarmen. Volgens nog een andere uitvoeringsvorm is de afstand d1 tussen de wielrotatie-assen de hierboven genoemde fractie plus een geheel aantal malen de afstand d2 tussen de wapeningsprofielen, zolang de afstand tussen de rotatie-assen van wielen in een wielenset niet te groot wordt. De wagen zou anders kunnen gaan vervormen of kantelen bij voortbewegen over de wapeningsprofielen, hetgeen de nauwkeurigheid van de hoogte-instelling van het egaliseermes niet ten goede komt.

Dit is gerelateerd aan het aantal nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen waarop de wielenset steunt.

[34 ] De wielen 111, 112, 113, 121, 122, 123 in de wielensets 110, 120 zijn smal uitgevoerd. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de breedte van deze wielen 1 cm. De breedte ligt bij voorkeur in het bereik van 0,5 tot 3 centimeter. De door de wielen in de nog vloeibare of viskeuze beton getrokken voren of sporen zullen daarmee smal zijn en eenvoudig dichtvloeien. Volgens de getoonde uitvoering zijn de wielen uitgevoerd in aluminium, in het bijzonder van een gesneden aluminium plaat. Wielen uit andere metalen of uit een kunststof zijn echter ook mogelijk. De diameter van de wielen wordt bij voorkeur zo groot mogelijk gekozen, zodat de op- en neergaande beweging van de wielen en daarmee van het wagenframe nog verder wordt beperkt. In de getoonde uitvoering is een wieldiameter van 60cm gekozen.

[ 35 ] De signaalleidingen vanaf de meetinrichtingen 180 en de diverse hydraulische leidingen verlopen naar het voorste deel 200 van de egaliseerwagen. De hydraulische sturing en de regeling zijn op het voorste deel aangebracht. Daarmee is het gewicht hiervan aanwezig op het voorste deel 200 en niet op het achterste deel 100 met het egaliseermes 10, die aldus weer zo licht mogelijk wordt gehouden.

[ 36 ] In de getoonde uitvoeringsvorm is het voorste deel200 van de egaliseerwagen ook voorzien van wielensets 210, 220 aan respectievelijk de rechter-en linkerzijde van het voorsteframedeel 250. Elk van deze wielensets omvat twee wielen 211,212, 222, 223 die op eenzelfde wijze met het voorsteframedeel zijn gekoppeld door middel van respectieve draagarmen en hydraulische cilinders als de wielen in de wielensets 110, 120 aan de achterzijde met het wagenframe 150. Ook de rotatie-assen van de wielen van de afzonderlijke wielensets 210, 220 aan de voorzijde hebben een onderlinge afstand die verschillend is van de afstand tussen de wapeningsprofielen, zoals bij de wielensets 110, 120 aan de achterzijde.

[ 37 ] Op het wagenframe 150 is een electronisch waterpas 185 aangebracht.

Een signaal van dit electronisch waterpas wordt naar een hydraulische regelaar op het voorsteframedeel toegevoerd voor het regelen van een druk van de bekrachtigingsleidingen van de hydraulische cilinders van de wielensets 210, 220 aan de voorzijde. Deze druk en het olievolume wordt zodanig geregeld dat het wagenframe 150 horizontaal wordt gehouden tijdens voortbewegen van de egaliseerwagen. De hoogte van de achterzijde van het wagenframe en van het egaliseermes 10 wordt dus geregeld met behulp van de meetinrichtingen 180, en de hoogte van de voorzijde vervolgens op basis van het electronische waterpas 185.

[ 38 ] De wielen 211,212, 212, 222 aan de voorzijde zijn voorzien van brede luchtbanden of gevulkaniseerde banden om het gewicht te dragen. Gevulkaniseerde banden hebben veelal de voorkeur omdat deze niet kunnen lek rijden.

[ 39 ] De regelingen voor de hydraulsiche cilinders voor de hoogte- instelling van de egaliseerwagen 1 bepalen een hoogteverschillen uit de gedefinieerde hoogte en de gemeten hoogtes. Deze verschillen worden ingevoerd in PID-regelaars in de regelingen, die vervolgens de hydraulische sturing aanstuurt om de hydraulische cilinders van een druk te voorzien. Door middel van het kiezen van waardes voor de proportionele, integrerende en differentiërende parameters in de PID-regelaar wordt een zeer nauwkeurige en vloeiende hoogte-instelling van het egaliseermes 10

Claims (14)

1. Een systeem van een betonvloer(A) en een betonegaliseerwagen (1), waarbij de betonvloer omvat evenwijdige wapeningsprofielen (B) met een onderlinge afstand (d2) en over de wapeningsprofielen gestorte en nog niet uitgeharde beton, en de betonegaliseerwagen geschikt is om, tijdens gebruik, in een voortbewegingsrichting (R) over de betonvloer (A) te worden bewogen zodat nog niet uitgeharde beton door de betonegaliseerwagen wordt geëgaliseerd, welke betonegaliseerwagen omvat - een wagenframe (150, 250); - een aan het wagenframe bevestigd egaliseermes(IO) voor het op een gedefinieerde hoogte (A1) egaliseren van de nog niet uitgeharde beton gedurende, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in een voortbewegingsrichting dwars op de wapeningsprofielen; en - ten minste één wielenset (110, 120, 210, 220), waarbij de of elke wielenset --is geconstrueerd en aangebracht aan het wagenframe (150, 250) teneinde een daarmee geassocieerd deel van het wagenframe te kunnen dragen op nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen die zich, tijdens gebruik, uitstrekken in een richting dwars op de bewegingsrichting, -- omvatten minste twee wielen (111, 112, 113; 121, 122, 123; 211,212; 221, 222) met elk een eigen rotatie-as (111.1, 112.1, 113.1; 121.1, 122.1, 123.1; 211.1, 212.1; 221.1,222.1), welke rotatie-assen een onderlinge afstand (d1) ten opzichte van elkaar hebben in een richting dwars op de rotatie-assen, en welke onderlinge afstand (d 1) tussen de rotatieassen ongelijk is aan de onderlinge afstand (d2) tussen de wapeningsprofielen of een veelvoud daarvan, - welke rotatie-assen van de wielen in de wielenset beweegbaar zijn in een verticale richting dwars op de voortbewegingsrichting en zodanig onderling gekoppeld zijn dat een gemiddelde verticale positie van de rotatie-assen ten opzichte van het wagenframe althans in hoofdzaak constant blijft bij, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in de bewegingsrichting dwars op de bewapeningsprofielen.

2. Een betonegaliseerwagen voor gebruik in het systeem volgens conclusie 1, en geschikt om, tijdens gebruik, in een voortbewegingsrichting (R) over een betonvloer (A) te worden bewogen zodat nog niet uitgeharde beton door de betonegaliseerwagen wordt geëgaliseerd, welke betonvloer omvat evenwijdige wapeningsprofielen met een onderlinge afstand (d2) en over de bewapeningsprofielen gestorte en nog niet uitgeharde beton, waarbij de betonegaliseerwagen omvat - een wagenframe (150, 250); - een aan het wagenframe bevestigd egaliseermes (10) voor het op een gedefinieerde hoogte (A1) egaliseren van de nog niet uitgeharde beton gedurende, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in een voortbewegingsrichting dwars op de wapeningsprofielen; en - ten minste één wielenset (110; 120; 210; 220), waarbij de of elke wielenset - - is geconstrueerd en aangebracht aan het wagenframe (150, 250) teneinde een daarmee geassocieerd deel van het wagenframe te kunnen dragen op nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen die zich, tijdens gebruik, uitstrekken in een richting dwars op de bewegingsrichting, -- omvatten minste twee wielen (111, 112, 113; 121, 122, 123; 211, 212; 221, 222) met elk een eigen rotatie-as (111.1, 112.1, 113.1; 121.1, 122.1, 123.1; 211.1, 212.1; 221.1,222.1), welke rotatie-assen een onderlinge afstand (d1) ten opzichte van elkaar hebben in een richting dwars op de rotatie-assen, en welke onderlinge afstand (d1) tussen de rotatieassen ongelijk is aan de onderlinge afstand (d2) tussen de wapeningsprofielen of een veelvoud daarvan, - welke rotatie-assen van de wielen in de wielenset beweegbaar zijn in een verticale richting dwars op de voortbewegingsrichting en zodanig onderling gekoppeld zijn dat een gemiddelde verticale positie van de rotatie-assen ten opzichte van het wagenframe althans in hoofdzaak constant blijft bij, tijdens gebruik, voortbewegen van de betonegaliseerwagen in de bewegingsrichting dwars op de bewapeningsprofielen

3. Het system of de betonegaliseerwagen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de rotatie-assen (111.1, 112.1, 113.1; 121.1, 122.1, 123.1; 211.1,212.1; 221.1,222.1) van de wielen (111, 112, 113; 121, 122, 123; 211, 212; 221, 222) in de wielenset (110; 120; 210; 220) elk zijn geassocieerd met een eigen hydraulische cilinder (117, 118, 119; 127, 128, 129; 217, 218; 227, 228)voor het bepalen van verticale posities van de respectieve rotatie-assen, en deze hydraulische cilinders elk zijn verbonden met een gemeenschappelijke bekrachtigingsleiding (110.1) voor bekrachtiging van de hydraulische cilinders.

4. Het system of de betonegaliseerwagen volgens de voorgaande conclusie, waarbij de rotatie-assen van de wielen in de wielenset elk zijn opgenomen in een eigen draagarm (114, 115, 116; 124, 125, 126; 211, 212; 221, 222), welke draagarmen elk scharnierend met het wagenframe (150, 250) zijn gekoppeld, en elke draagarm is gekoppeld met de respectieve hydraulische cilinder geassocieerd met de rotatie-as opgenomen in die draagarm.

5. Het system of de betonegaliseerwagen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de betonegaliseerwagen (100)omvat ten minsteeen wielenset (110, 210) geassocieerd met een rechterzijde en een wielenset (120, 220) geassocieerd met een linkerzijde van de betonegaliseerwagen zoals gezien met betrekking tot de voortbewegingsrichting (R).

6. Het system of de betonegaliseerwagen volgens de voorgaande conclusie en conclusie 3 of 4, waarbij de betonegaliseerwagen een hydraulische inrichting omvat die is ingericht om een gedetineerde hoogte (A1) van het egaliseermes (10) te regelen door regeling van een hydraulische druk in de bekrachtingsleiding geassocieerd meteen wielenset aan de linkerzijde en van een hydraulische druk in de bekrachtingsleiding geassocieerd met een wielenset aan de rechterzijde van de betonegaliseerwagen, optioneel door middel van een PID-regeling van de respectieve hydraulische druk.

7. Het system of de betonegaliseerwagen volgens de voorgaande conclusie, waarbij het egaliseermes (10) is gekoppeld met een meetvoorziening (180) voor het bepalen van een hoogte van het egaliseermes (10), welke meetvoorziening optioneel een lasermeetinrichting omvat.

8. Het system of de betonegaliseerwagen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het egaliseermes star met het wagenframe is gekoppeld.

9. Het system of de betonegaliseerwagen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de onderlinge afstand (d1) tussen de rotatie-assen van de wielen in een wielenset overeenkomt met een fractie van de afstand (d2) tussen wapeningsprofielen (B) in de betonvloer (A), of deze fractie plus één of meer malen de afstand (d2) tussen de wapeningsprofielen.

10. Het system of de betonegaliseerwagen volgens de voorgaande conclusie, waarbij de fractie is bepaald door één gedeeld door het aantal wielen in de wielenset.

11. Het system of de betonegaliseerwagen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand (d1) tussen de rotatie-assen van de wielen in de wielenset instelbaar is.

12. Het system of de betonegaliseerwagen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de nabij elkaar gelegen wapeningsprofielen zeven, optioneel vijf, naast elkaar gelegen wapingsprofielen en/of een aantal van binnen een afstand overeenkomend met een helft, optioneel een kwart van de lengte van de betonegeliseerwagen, zoals gemeten in de voortbewegingsrichting (R) van de betonegaliseerwagen, naast elkaar liggende wapingsprofielen omvat.

13. Werkwijze voor het leggen van een betonvloer (A) uit het systeem en/of met behulp van de betonegaliseerwagen (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, omvattende - het aanbrengen van een vloerbewapening met wapeningsprofielen (B), waarbij de wapeningsprofielen een onderlinge afstand (d2) hebben zodanig dat de onderlinge afstand (d 1) tussen de rotatie-assen van wielen in een wielenset van de betonvloeregaliseerinrichting ongelijk is aan de onderlinge afstand (d2) tussen de wapeningsprofielen of een veelvoud daarvan; - het storten van beton voor het vormen van de betonvloer; en - het egaliseren van de net gestorte betonvloer met de betonvloeregaliseerinrichting in een voortbewegingsrichting (R) dwars op de wapeningsprofielen.

14. Betonvloer (A) volgens het systeem van één of meer van de conclusies 1-12 en/of vervaardigd met de werkwijze volgens de voorgaande conclusie.