NL2016638B1 - Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens. - Google Patents

Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens. Download PDF

Info

Publication number
NL2016638B1
NL2016638B1 NL2016638A NL2016638A NL2016638B1 NL 2016638 B1 NL2016638 B1 NL 2016638B1 NL 2016638 A NL2016638 A NL 2016638A NL 2016638 A NL2016638 A NL 2016638A NL 2016638 B1 NL2016638 B1 NL 2016638B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
feeding station
storage container
control unit
conveyor
Prior art date
Application number
NL2016638A
Other languages
English (en)
Inventor
Mannebeck Dieter
Joannes Matheus Vranken Erik
Bernardus Lambertus Hoolboom Wouter
Original Assignee
Fancom Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=56889131&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL2016638(B1) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Fancom Bv filed Critical Fancom Bv
Priority to NL2016638A priority Critical patent/NL2016638B1/nl
Priority to CA2964536A priority patent/CA2964536A1/en
Priority to US15/491,079 priority patent/US10314290B2/en
Priority to PL17167221T priority patent/PL3235376T3/pl
Priority to EP17167221.5A priority patent/EP3235376B1/en
Priority to ES17167221T priority patent/ES2713513T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL2016638B1 publication Critical patent/NL2016638B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0275Automatic devices with mechanisms for delivery of measured doses
    • A01K5/0283Automatic devices with mechanisms for delivery of measured doses by weight
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0225Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper
    • A01K5/0233Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper dispensing by dosing means actively operated by the animal
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/005Fodder distributors with mixer or shredder where fodder, e.g. bales, is conveyed by conveyor or slide to mixing or shredding elements on transversal and horizontal axes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0208Automatic devices with conveyor belts or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0216Automatic devices for the distribution of liquid fodder
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0225Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0258Automatic devices with endless screws
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0275Automatic devices with mechanisms for delivery of measured doses

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Abstract

Een voederstation voor boerderijdieren (45), zoals in het bijzonder voor varkens, is voorzien van een eerste voorraadhouder (3) voor een eerste diervoedselcomponent, een eerste transportbuis (15) aangesloten op de eerste voorraadhouder (3), met een eerste transportschroef (17) die zich inwendig van de eerste transportbuis (15) uitstrekt, en een mondstuk (7) voor opname in de bek van een dier (45). Een eerste uiteinde van de eerste transportschroef (17) is in nabijheid van de eerste voorraadhouder (3) gekoppeld aan een roteerbare eerste aandrijving (21) en een tweede uiteinde van de eerste transportschroef (17) eindigt kort voor het mondstuk (7). Het voederstation (1) is verder voorzien van ten minste een tweede voorraadhouder (5) voor een tweede diervoedselcomponent, een tweede transportbuis (16) aangesloten op de tweede voorraadhouder met een tweede transportschroef (19) die zich inwendig van de tweede transportbuis (16) uitstrekt. Een eerste uiteinde van de tweede transportschroef (19) is in nabijheid van de tweede voorraadhouder (5) gekoppeld aan een tweede aandrijving (23) die onafhankelijk van de eerste aandrijving (21) roteerbaar is. De tweede transportbuis (16) is daarbij samengevoegd met de eerste transportbuis (15) in nabijheid van een tweede uiteinde van de tweede transportschroef (19). De eerste en tweede aandrijvingen (21, 23) zijn door een besturingseenheid (33) in overeenstemming met een gewenste mengverhouding van de eerste en tweede diervoedselcomponenten bedienbaar.

Description

P111307NL00
Titel: VOEDERSTATION VOOR BOERDERIJDIEREN, IN HET
BIJZONDER VOOR VARKENS
De uitvinding heeft betrekking op een voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens.
Uit het Europese octrooischrift met publicatienummer EP0741965 is een voederinrichting bekend, die in het bijzonder geschikt is voor varkens. Deze voederinrichting beschikt over een voorraadhouder voor droogvoeding met daaraan een transportbuis voorzien van een transportmiddel, zoals een transportspindel. Een vrij uiteinde van deze transportbuis kan door het varken als mondstuk in de bek genomen worden. Een in de nabijheid van het vrije uiteinde van de transportbuis aangebracht bedieningselement kan daarbij door contact met het varken worden bediend en het transportmiddel in werking stellen. Een dergelijke voederinrichting is aantrekkelijk, omdat daarmee anders dan bij het gebruik van troggen voedselverspilling in belangrijke mate kan worden voorkomen. Een nadeel dat niettemin in de praktijk wordt ondervonden is dat de varkens die van deze inrichting gebruikmaken onderling verschillende voedselbehoeftes kunnen hebben, terwijl de bekende voederinrichting slechts een enkele soort voedselsamenstelling vanuit de voorraadhouder kan afgeven. In het bijzonder bij automatische aansturing van de bekende voederinrichtingen, met behulp van oor-tag herkenning, is het slechts mogelijk om de rantsoenering individueel per dier te regelen, maar niet de samenstelling van het voer.
Bij vleesvarkens is het door middel van aan de dieren bevestigde transponders, zoals oor-tags of geïmplanteerde transponders, of door bepaling van het gewicht mogelijk om individuele voerbehoeftes vast te stellen. Per dier is het bijvoorbeeld mogelijk om een onderscheid te maken in de behoefte aan diverse voercomponenten die samengesteld kunnen worden door een selectie van startvoer, groeivoer of afmestvoer. Ook aan het individuele diergewicht, al dan niet in combinatie met individuele dierherkenning, kunnen bepaalde voedselbehoeftes worden herkend. Startvoer, groeivoer of afmestvoer kan ook worden samengesteld door twee of meer voedselcomponenten in een specifieke per voersoort vooraf bepaalde verhouding te mengen. Niettemin is het daarbij steeds nodig om verschillende voederinrichtingen te gebruiken en de varkens individueel toegang te geven tot alleen die voederinrichting met het geschikte voer in de voorraadhouder. Deze werkwijze is omslachtig en vereist bovendien belangrijke extra investeringen aan extra voederinrichtingen, aan infrastructuur, zoals afscheidingen en automatisch bedienbare toegangspoorten binnen het dierenverblijf. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat een teveel afgeschermde voederplaats een negatief effect heeft op de frequentie waarmee de voederplaats door verschillende dieren wordt bezocht en de voeding per dier minder goed wordt gedistribueerd. De oorzaak hiervan is een niet efficiënt bezet houden van de voederplaats door een enkel dier, terwijl andere dieren daardoor minder toegang hebben tot het voer dat zij nodig hebben. Een frequente onderbreking bij een minder afgeschermde voederplaats bevordert de toegang van alle dieren tot de voederplaats. Men heeft weliswaar ook gepoogd dit probleem op te lossen door de uitdosering van een compleet rantsoen voer met regelmatige tussenposen te onderbreken en daarmee een etend dier te stimuleren om de voederplaats aan andere dieren beschikbaar te stellen. De met dit portioneren van het complete rantsoen in z.g. batches zijn al betere resultaten bereikt, maar door het aanhouden van wachttijden tussen de batches vermindert wel de totale capaciteit van het systeem. In de praktijk is gebleken dat wanneer andere varkens zich uit eigen beweging kunnen aandienen voor een voedersessie zonder dat er wachttijden zijn, er een nog meer evenwichtige voeding van de gehele kudde kan worden bereikt. Bovendien kan dan ook een hogere capaciteit met het systeem worden gehaald.
Het is daarom een doel van de huidige uitvinding om deze bezwaren op te heffen en de bekende voederinrichting zodanig te verbeteren dat deze als voederstation kan dienen voor het individueel en met precisie voeren van dieren met een onderling verschillende voedselbehoefte.
Daartoe voorziet de uitvinding in een voederstation, zoals gedefinieerd in één of meer van de aan deze beschrijving toegevoegde conclusies. Het verbeterde voedingsstation volgens de uitvinding is ten minste voorzien van: een eerste voorraadhouder voor een eerste diervoedselcomponent, een eerste transportbuis aangesloten op de eerste voorraadhouder, een eerste transportschroef die zich inwendig van de eerste transportbuis uitstrekt, en een mondstuk voor opname in de bek van een dier, waarbij een eerste uiteinde van de eerste transportschroef in de nabijheid van de eerste voorraadhouder gekoppeld is aan een roteerbare eerste aandrijving en een tweede uiteinde van de eerste transportschroef kort voor het mondstuk eindigt, en is verder voorzien van ten minste een tweede voorraadhouder voor een tweede diervoedselcomponent, een tweede transportbuis aangesloten op de tweede voorraadhouder met een tweede transportschroef die zich inwendig van de tweede transportbuis uitstrekt, waarbij een eerste uiteinde van de tweede transportschroef in nabijheid van de tweede voorraadhouder gekoppeld is aan een tweede aandrijving die onafhankelijk van de eerste aandrijving roteerbaar is, waarbij de tweede transportbuis is samengevoegd met de eerste transportbuis in de nabijheid van een tweede uiteinde van de tweede transportschroef, en waarbij de eerste en tweede aandrijvingen door een besturingseenheid bedienbaar zijn in overeenstemming met een gewenste mengverhouding van de eerste en tweede diervoedselcomponenten.
Met een dergelijk voederstation voor boederij dieren, zoals varkens, kunnen de individuele dieren niet alleen individueel worden gerantsoeneerd, maar kunnen zij ook een individueel bepaalde voedselsamenstelling aangeboden krijgen. Omdat hierdoor met minder voedingsstations per dierpopulatie kan worden volstaan kan aanmerkelijk op investeringen worden bespaard. Bovendien kunnen de aanwezige voederstations efficiënter worden ingezet doordat de toegang niet behoeft te worden beperkt door extra afscheidingen en automatisch toegangspoorten. Doordat andere varkens zich bij minder afscheidingen makkelijker kunnen aandienen voor een voedersessie, kan een rantsoen per dier ook continue worden uitgedoseerd. Een dier kan dan aaneensluitend blijven eten of worden onderbroken door een ander dier. Wanneer het rantsoen van een dier waarvan de identiteit is vastgesteld nog niet volledig is uitgedoseerd, omdat het dier verdrongen is of zelf de voedingsafname onderbroken heeft, dan kan deze dosering op elk moment weer worden hervat totdat het volledige rantsoen is afgenomen. Dit kan resulteren in een meer evenwichtige voeding van de gehele kudde, hetgeen door onderzoek in de praktijk lijkt te worden bevestigd.
Bij een voederstation dat voorzien is van een tweede voorraadhouder voor een tweede diervoedselcomponent, met een tweede transportinrichting en een eigen aandrijving die door een besturingseenheid onafhankelijk bedienbaar is, kan het ook van voordeel zijn als de in de eerste en tweede voorraadhouders opgeslagen diervoedselcomponenten droge voedingscomponenten zijn. Bij deze droge voedingscomponenten gaat het bij voorkeur om korrelvormige voedingscomponenten die zich, anders dan droge producten zoals hooi of stro, beter lenen voor aanvoer door een transportinrichting met een transportschroef. Er kan daarbij verder een inrichting voorzien zijn om de droge voedingscomponenten voorafgaand aan afgifte via het mondstuk te mengen met een vloeistof, in het bijzonder water. In een uitvoeringsvariant kan daarbij een vloeistoftoevoer aangesloten zijn op ten minste een enkele van de eerste en tweede transportbuizen stroomopwaarts van het mondstuk. In een verdere variant kan dan de stroomopwaartse aansluiting van de vloeistoftoevoer zodanig ver genoeg stroomopwaarts van het mondstuk aangebracht zijn, dat een brei- of deegachtig gemengd voedsel aan het mondstuk kan worden afgeleverd.
De gewenste mengverhouding kan in een uitvoeringsvariant door de besturingseenheid ten minste deels worden bepaald op basis van dierherkenning middels een aan het dier bevestigde transponder, zoals een RFID-tag. De gewenste mengverhouding kan in een andere uitvoeringsvariant door de besturingseenheid ten minste deels worden bepaald op basis van een diergewicht dat telkens bij aanwezigheid van een dier in het voederstation voor dat dier wordt vastgesteld. In het bijzonder komt een uitvoeringsvariant in aanmerking waarbij de besturingseenheid een modelgebaseerde regelaar is, die de gewenste mengverhouding en hoeveelheid bepaalt met een predictiemodel. Daarmee wordt voor elk individueel dier de voerwinst gemaximaliseerd. In nog weer een andere uitvoeringsvariant kan de gewenste mengverhouding door de besturingseenheid worden bepaald op basis van een combinatie van een dierherkenning en een telkens opnieuw vastgesteld bijbehorend diergewicht. Het diergewicht kan in het voorkomende geval worden bepaald telkens bij aankomst en vertrek van een dier bij het voederstation en daarbij kunnen deze diergewichten door de besturingseenheid aan een bestand worden toegevoegd.
De bediening van de eerste en tweede aandrijvingen kan desgewenst ook nog door de besturingseenheid steeds in overeenstemming worden gehouden met een voor een etend dier geldende eetsnelheid.
Andere voordelige aspecten van de uitvinding zullen nog worden toegelicht aan de hand van de navolgende gedetailleerde beschrijving onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:
Figuur 1 in perspectief een voederstation toont volgens de uitvinding;
Figuur 2 een bovenaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een transportinrichting van het voedselstation uit Figuur 1; en
Figuur 3 een detail zij-aanzicht is, ook gedeeltelijk in doorsnede, van de transportinrichting uit Figuur 2 met zichtbaar het mondstuk aan een vrij uiteinde daarvan.
Een voedingstation 1 volgens de uitvinding is getoond in Figuur 1. Het voedingstation 1 beschikt over een eerste voorraadhouder 3 voor een eerste diervoedselcomponent en een tweede voorraadhouder 5 voor een tweede diervoedselcomponent. Middels een transportinrichting die hieronder nader zal worden beschreven kunnen de eerste en tweede diervoedselcomponenten naar behoefte worden toegevoerd aan een mondstuk 7 dat geplaatst is voor opname in de bek van bijvoorbeeld een varken. In de nabijheid van het mondstuk 7 is een zender en ontvanger 9 geplaatst voor het uitlezen van een aan een varken bevestigde RFID-transponder, waarin uitleesbare informatie over de identiteit van het varken is opgeslagen. Andere vormen van herkenning dan het hier genoemde voorbeeld van een RFID-tag zijn in beginsel ook mogelijk en zijn als daarmee equivalent te beschouwen.
Zoals verder getoond in Figuur 1 zijn ter weerszijden van het mondstuk 7 dranghekken 11, 12 geplaatst, die tijdens het eten de kop van het etende varken beschermen. In Figuur 1 is dranghek 12 deels weggelaten om de onderdelen van het voedingstation beter te laten zien. De rest van het etende varken blijft grotendeels onbeschermd, omdat de praktijk heeft geleerd dat andere varkens zich dan ook (fisiek) kunnen aandienen voor een voedersessie, hetgeen een meer evenwichtige voeding van de gehele kudde tot gevolg heeft. Dierherkenning is alleen voorzien binnen de dranghekken 11, 12, maar andere varkens kunnen wel fisiek een etend varken stimuleren om plaats te maken. Achter het mondstuk 7, waar ook de eerste en tweede voorraadhouders 3, 5 zijn opgesteld kan de transportinrichting ook nog zijn beschermd door additionele afschermelementen 13, 14. In Figuur 1 is afschermelement 14 deels weggelaten om de onderdelen van het voedingstation beter te laten zien. In deze uitvoeringsvorm zijn de afschermelementen 13, 14 kunststof panelen, maar andere gelijksoortige afschermelementen zijn ook mogelijk zoals dranghekken.
In het gedeeltelijke bovenaanzicht van Figuur 2 zijn de beide voorraadhouders voor de duidelijkheid weggelaten, zodat op die voorraadhouders aangesloten eerste en tweede transportbuizen 15, 16 duidelijker te zien zijn. Deze eerste en tweede transportbuizen 15, 16 maken deel uit van de hiervoor genoemde transportinrichting voor de diervoedingscomponenten. Een eerste transportschroef 17 strekt zich uit in het inwendige van de eerste transportbuis 15 en een tweede transportschroef 19 strekt zich inwendig van de tweede transportbuis 16 uit. Een eerste uiteinde van de eerste transportschroef 17 is in nabijheid van de eerste voorraadhouder (niet getoond in Figuur 2) gekoppeld met een eerste rotatie-aandrijving 21. Een eerste uiteinde van de tweede transportschroef 19 is, in nabijheid van de tweede voorraadhouder (niet getoond in Figuur 2) gekoppeld met een tweede rotatie-aandrijving 23. Die eerste en tweede rotatie-aandrijvingen 21, 23 zijn in dit voorbeeld uitgevoerd als motor-reductoreenheden en zijn bij voorkeur via de bijbehorende eerste en tweede transportbuizen 15, 16 aan een frame 25 bevestigd. Aan dit frame 25 kunnen ook de eerste en tweede voorraadhouders 3, 5 zijn bevestigd, waarvan de eerste voorraadhouder 3 (niet getoond in Figuur 2) aansluit op een eerste toevoeropening 27 in de eerste transportbuis 15, en de tweede voorraadhouder 5 aansluit op een tweede toevoeropening 29 in de tweede transportbuis 16.
Ook te zien in Figuur 2 is een schakeleenheid 31, die zich bevindt boven het mondstuk 7 (te zien in Figuur 1), waarop de naar elkaar toe convergerende eerste en tweede transportbuizen 15, 16 aansluiten. De convergerende eerste en tweede transportbuizen 15, 16 worden daartoe met elkaar samengevoegd in de directe nabijheid van het mondstuk 7. De eerste en tweede transportschroeven 17, 19 eindigen met hun vrije uiteinde kort voor de samenvoeging van de eerste en tweede transportbuizen, op een punt dat zich bevindt onder de schakeleenheid 31. Door deze samenvoeging in de directe nabijheid van het mondstuk (7 in Figuur 1) vindt er geen menging plaats van diervoedselcomponenten in de transportbuizen, maar uitsluitend in het mondstuk.
De eerste en tweede rotatie-aandrijvingen 21, 23 worden separaat aangestuurd door een besturingseenheid 33, die in Figuur 1 is getoond, voor een juiste mengverhouding van de eerste en tweede diervoedselcomponenten. De besturingseenheid 33 is in dit voorbeeld uitgevoerd als een modelgebaseerde regelaar, die de gewenste mengverhouding en hoeveelheid bepaalt op basis van een predictiemodel. Daarmee kan dan voor elk individueel dier de voerwinst worden gemaximaliseerd.
Verder is nog in Figuur 2 te zien dat de eerste transportbuis 15 stroomopwaarts van het mondstuk 7 (dat zich onder de schakeleenheid 31 bevindt) een eerste wateraansluiting 35 heeft. De eerste wateraansluiting 35 is uitgerust met een elektromagnetisch bediende afsluiter 37, die eveneens door de besturingseenheid 33 kan worden bestuurd. Ook de tweede transportbuis 16 is in dit voorbeeld voorzien van een tweede wateraansluiting 39 met een bijbehorende elektromagnetische afsluiter 41, die ook kan worden bestuurd door de in Figuur 1 getoonde controle-eenheid 33. Het is gewenst dat de eerste en tweede wateraansluiting 35, 39 elk minstens zover stroomopwaarts van het mondstuk 7 op de transportbuizen 15, 16 zijn aangesloten dat een als droogvoedingscomponent aangeboden diervoedselcomponent als een brij- of deegachtig mengsel aan het mondstuk kan worden afgeleverd.
In het zijaanzicht van Figuur 3 is meer in detail de werking van het voedseltransport- en mengsysteem van het voedingsstation getoond. De boven het mondstuk 7 aangebrachte schakeleenheid 31 is voorzien van een draaibaar opgehangen bedieningsarm 43. De bedieningsarm 43 wordt door de neus van een varken 45 bediend, wanneer deze het mondstuk 7 in de bek neemt. Daardoor neemt de bedieningsarm 43 de stand in die in Figuur 3 gestippeld is getekend en wordt in de schakeleenheid 31 een contact bediend dat met de besturingseenheid (33 in Figuur 1) verbonden is. De schakeleenheid 31 is ook ingericht om signalen te ontvangen van de RFID-zender en ontvanger 9 en is mede hiertoe via een kabelaansluiting 47 (zie Figuur 2) verbonden met de besturingseenheid 33 (in Figuur 1).
Het voedingstation 1, zoals in het deelaanzicht van Figuur 3 is te zien, kan verder nog zijn uitgevoerd met een camera 49 om diergewicht te bepalen. De camera 49 kan eventueel ook worden gebruikt om dierbewegingen te registreren. Ook deze camera 49 kan verbonden zijn met de besturingseenheid 33 (te zien in Figuur 1).
Gelet op het voorgaande zal het de vakman duidelijk zijn dat na herkenning van het dier door uitlezen van een daaraan bevestigde RFID transponder, de voeding automatisch in de gewenste verhouding kan worden samengesteld uit de eerste en tweede voedselcomponenten door de eerste en tweede rotatie-aandrijvingen 21, 23, door aan- en uitschakelen elk met een eigen aantal omwentelingen aan te drijven. Optioneel kan eventueel ook nog de aandrijfsnelheid van de eerste en tweede rotatie-aandrijvingen 21, 23 door instellen van het toerental worden gevarieerd. Daarmee kan er dan bovendien voor worden gezorgd dat de resulterende aanvoersnelheid van de in het mondstuk 7 gecombineerde componenten nog beter en onder alle omstandigheden in overeenstemming is met de eetsnelheid van een etend varken. Nadat het dier stopt met eten, of zodra het betreffende rantsoen is bereikt, worden beide rotatie-aandrijvingen 21, 23 onmiddellijk gestopt en zal geen verlies of verspilling van voedingsmiddelen optreden. Wanneer na de onderbreking van de voeding van een dier zich een dier met een andere identiteit aanbiedt, zal deze niet worden gevoed met restanten van het voorafgaande dier, maar exact en precies de voedselsamenstelling ontvangen die het nodig heeft. Een bijzonder voordeel hierbij is dat er geen restvoer achterblijft dat door een ander dier gestolen kan worden, hetgeen de uitdosering per dier uiterst nauwkeurig maakt.
Het is verder mogelijk om het voederstation in plaats van of als aanvulling op de camera 49 te voorzien van een weeginrichting waarmee het gewicht van het dier dat zich voor voeding aanbiedt kan worden vastgesteld. Een dergelijke weeginrichting is niet in de figuren getoond, maar is op zichzelf volledig conventioneel en aan de vakman bekend. Wanneer een dergelijke weeginrichting ook verbonden is met de besturingseenheid 33 (uit Figuur 1), dan kan net als bij het gebruik van de camera 49 hiervoor door bepaling van het gewicht voorafgaand aan een voedingssessie en na afloop van een voedingssessie een extra controle worden verkregen omtrent de opgenomen voeding en het effect van voorafgaande voedingen. Deze gewichtsgegevens kunnen per dier door de besturingseenheid in een bestand worden opgeslagen. In een vereenvoudigde uitvoering van het voederstation volgens de uitvinding is het ook denkbaar dat de voedselsamenstelling uitsluitend op basis van diergewicht wordt aangepast.
Aldus is onder verwijzing naar de tekeningfiguren een voederstation voor boerderijdieren 45, zoals in het bijzonder voor varkens, beschreven dat is voorzien van een eerste voorraadhouder 3 voor een eerste diervoedselcomponent, een eerste transportbuis 15 aangesloten op de eerste voorraadhouder 3, met een eerste transportschroef 17 die zich inwendig van de eerste transportbuis 15 uitstrekt, en een mondstuk 7 voor opname in de bek van een dier 45. Een eerste uiteinde van de eerste transportschroef 17 is in de nabijheid van de eerste voorraadhouder 3 gekoppeld aan een roteerbare eerste aandrijving 21 en een tweede uiteinde van de eerste transportschroef 17 eindigt kort voor het mondstuk 7. Het voederstation 1 is verder voorzien van ten minste een tweede voorraadhouder 5 voor een tweede diervoedselcomponent, een tweede transportbuis 16 aangesloten op de tweede voorraadhouder 5 met een tweede transportschroef 19 die zich inwendig van de tweede transportbuis 16 uitstrekt. Een eerste uiteinde van de tweede transportschroef 19 is in nabijheid van de tweede voorraadhouder 5 gekoppeld aan een tweede aandrijving 23 die onafhankelijk van de eerste aandrijving 21 roteerbaar is. De tweede transportbuis 16 is daarbij samengevoegd met de eerste transportbuis 15 in nabijheid van een tweede uiteinde van de tweede transportschroef 19, in directe nabijheid van het mondstuk 7. De eerste en tweede aandrijvingen 21, 23 zijn door een besturingseenheid 33 in overeenstemming met een gewenste mengverhouding van de eerste en tweede diervoedselcomponenten bedienbaar.
Verondersteld wordt dat de uitvoering en de werking van de uitvinding uit de voorafgaande beschrijving duidelijk blijken. De uitvinding is daarbij niet beperkt tot om het even welke hierin beschreven uitvoeringsvorm. Omwille van de duidelijkheid en beknoptheid van de beschrijving zijn hier kenmerken beschreven als onderdeel van dezelfde of van afzonderlijke uitvoeringsvormen, het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat binnen de beschermingsomvang van de uitvinding ook uitvoeringsvormen vallen die combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken omvatten. Binnen het vermogen van de deskundige, zijn er veranderingen mogelijk, zoals kinematische omkeringen, die binnen de omvang van de bescherming geacht worden te liggen.

Claims (13)

1. Voederstation voor boerderijdieren, zoals in het bijzonder varkens, voorzien van: een eerste voorraadhouder voor een eerste diervoedselcomponent, een eerste transportbuis aangesloten op de eerste voorraadhouder, een eerste transportschroef die zich inwendig van de eerste transportbuis uitstrekt, en een mondstuk voor opname in de bek van een dier, waarbij een eerste uiteinde van de eerste transportschroef in nabijheid van de eerste voorraadhouder gekoppeld is aan een roteerbare eerste aandrijving en een tweede uiteinde van de eerste transportschroef kort voor het mondstuk eindigt, verder voorzien van ten minste een tweede voorraadhouder voor een tweede diervoedselcomponent, een tweede transportbuis aangesloten op de tweede voorraadhouder met een tweede transportschroef die zich inwendig van de tweede transportbuis uitstrekt, waarbij een eerste uiteinde van de tweede transportschroef in nabijheid van de tweede voorraadhouder gekoppeld is aan een tweede aandrijving die onafhankelijk van de eerste aandrijving roteerbaar is, waarbij de tweede transportbuis is samengevoegd met de eerste transportbuis in nabijheid van een tweede uiteinde van de tweede transportschroef in directe nabijheid van het mondstuk, en waarbij de eerste en tweede aandrijvingen door een besturingseenheid bedienbaar zijn in overeenstemming met een gewenste mengverhouding van de eerste en tweede diervoedselcomponenten.
2. Voederstation volgens conclusie 1, waarbij de in de eerste en tweede voorraadhouders opgeslagen diervoedselcomponenten droge korrelvormige voedingscomponenten zijn.
3. Voederstation volgens conclusie 2, verder voorzien van een inrichting om de droge korrelvormige voedingscomponenten voorafgaand aan afgifte via het mondstuk te mengen met een vloeistof, in het bijzonder water.
4. Voederstation volgens conclusie 3, waarbij een vloeistoftoevoer is aangesloten op ten minste een enkele van de eerste en tweede transportbuizen stroomopwaarts van het mondstuk.
5. Voederstation volgens conclusie 4, waarbij de stroomopwaartse aansluiting van de vloeistoftoevoer ver genoeg stroomopwaarts van het mondstuk is om een brei- of deegachtig gemengd voedsel aan het mondstuk af te leveren.
6. Voederstation volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, waarbij de besturingseenheid een modelgebaseerde regelaar is, die de gewenste mengverhouding en hoeveelheid bepaalt op basis van een predictiemodel.
7. Voederstation volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, waarbij de gewenste mengverhouding door de besturingseenheid ten minste deels wordt bepaald op basis van dierherkenning middels een aan het dier bevestigde transponder, zoals een RFID-tag.
8. Voederstation volgens één van de conclusies 1 tot en met 7, waarbij de gewenste mengverhouding door de besturingseenheid ten minste deels wordt bepaald op basis van een diergewicht dat telkens bij aanwezigheid van een dier in het voederstation voor dat dier wordt vastgesteld.
9. Voederstation volgens één van de conclusies 1 tot en met 8, waarbij de gewenste mengverhouding door de besturingseenheid wordt bepaald op basis van een combinatie van een dierherkenning en een telkens opnieuw vastgesteld bijbehorend diergewicht.
10. Voederstation volgens conclusie 8 of 9, waarbij het diergwicht wordt bepaald met een camera.
11. Voederstation volgens conclusie 8, 9 of 10,waarbij het diergewicht wordt bepaald telkens bij aankomst en bij vertrek van een dier uit het voederstation en waarbij deze diergewicht-gegevens door de besturingseenheid aan een bestand worden toegevoegd.
12. Voederstation volgens één van de conclusies 1 tot en met 11, waarbij de bediening van de eerste en tweede aandrijvingen door de besturingseenheid steeds in overeenstemming wordt gehouden met een voor een etend dier geldende eetsnelheid.
13. Voederstation volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, waarbij de besturingseenheid zodanig is ingericht dat ononderbroken dosering van een individueel rantsoen kan plaatsvinden, maar dat bij onderbreking van de rantsoenafname, een restant van het rantsoen beschikbaar blijft voor latere afname.
NL2016638A 2016-04-20 2016-04-20 Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens. NL2016638B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016638A NL2016638B1 (nl) 2016-04-20 2016-04-20 Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens.
CA2964536A CA2964536A1 (en) 2016-04-20 2017-04-13 Feeding station for farm animals, in particular for pigs
US15/491,079 US10314290B2 (en) 2016-04-20 2017-04-19 Feeding station for farm animals, in particular for pigs
PL17167221T PL3235376T3 (pl) 2016-04-20 2017-04-20 Stanowisko do karmienia dla zwierząt gospodarskich, zwłaszcza dla świń
EP17167221.5A EP3235376B1 (en) 2016-04-20 2017-04-20 Feeding station for farm animals, in particular for pigs
ES17167221T ES2713513T3 (es) 2016-04-20 2017-04-20 Estación de alimentación para animales de granja, en particular para cerdos

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016638A NL2016638B1 (nl) 2016-04-20 2016-04-20 Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016638B1 true NL2016638B1 (nl) 2017-11-07

Family

ID=56889131

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016638A NL2016638B1 (nl) 2016-04-20 2016-04-20 Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US10314290B2 (nl)
EP (1) EP3235376B1 (nl)
CA (1) CA2964536A1 (nl)
ES (1) ES2713513T3 (nl)
NL (1) NL2016638B1 (nl)
PL (1) PL3235376T3 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108308051A (zh) * 2018-04-21 2018-07-24 蚌埠日月仪器研究所有限公司 限量控制饲喂装置
US20200178500A1 (en) * 2018-12-06 2020-06-11 Shane D. Winn Animal Feeder with Selective Access Controlled by Image Recognition
CN110150163B (zh) * 2019-07-03 2021-05-28 中国农业科学院兰州畜牧与兽药研究所 一种动物养殖装置
WO2021050782A1 (en) * 2019-09-10 2021-03-18 Perdue Farms, Inc. A horizontal feed storage system
US20220232800A1 (en) * 2021-01-22 2022-07-28 Smart Hopperz, Inc. Smart hopper and feeder assembly
EP4193832A1 (en) 2021-12-08 2023-06-14 Etienne Trobec Apparatus and method for feeding livestock

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0677245A1 (de) * 1994-04-15 1995-10-18 Gerhard Dipl.-Ing. Vogl Fütterungsanlage
EP0741965A1 (de) * 1995-05-11 1996-11-13 B. Mannebeck Landtechnik GmbH Fütterungseinrichtung für Haustiere, insbesondere Schweine
WO2009090250A1 (en) * 2008-01-18 2009-07-23 Universitat De Lleida Feeder system for farm animals

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3169799A (en) * 1963-01-11 1965-02-16 Hoyle B Puckett Auger feed injector for pneumatic conveyer
US3339530A (en) * 1965-04-29 1967-09-05 Starline Animal feeding system with reversing auger
US3707246A (en) * 1971-03-29 1972-12-26 Modern Mill Inc Speed regulating device for material discharge apparatus
US3901194A (en) * 1974-03-14 1975-08-26 Jack G Meyer Apparatus for mixing and dispensing feed to animals
US4154376A (en) * 1976-05-21 1979-05-15 Jones Robert S Apparatus for discharging predetermined quantities of material
US4735171A (en) * 1982-02-08 1988-04-05 Essex James O Animal feeding apparatus
US4890577A (en) * 1988-05-17 1990-01-02 W. G. Dairy Supply, Inc. Animal feed distribution device
GB8816104D0 (en) 1988-07-01 1988-08-10 Baily M B Method & apparatus for feeding livestock
DE58904913D1 (de) 1988-12-07 1993-08-19 Vogl Gerhard Verfahren zur aufbereitung und zur dosierten abgabe von mischfutter an mehrere abgabestellen und vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens.
DE59209458D1 (de) 1991-11-29 1998-09-17 Johann Steiner Verfahren und vorrichtungen zum versorgen von tieren mit futter
NL1019094C2 (nl) 2001-10-03 2003-04-07 Lely Entpr Ag Inrichting en werkwijze voor het automatisch afgeven van ten minste twee soorten voeder aan dieren.
US6779486B2 (en) 2001-10-17 2004-08-24 Feedlogic Systems Inc. Automatic animal feeder
WO2005067703A2 (en) 2004-01-20 2005-07-28 Hans Rasmussen Devices and system for measurement of individual feed intake for laboratory animals
NL1030489C1 (nl) * 2005-11-22 2007-05-23 Maasland Nv Voerinrichting.
FR2929075B1 (fr) 2008-03-28 2010-08-13 Yves Godrie Dispositif de distribution d'aliments pour animaux d'elevage, mettant en oeuvre des moyens de transfert controles pour delivrer une quantite dosee de produits
US20120104032A1 (en) * 2010-11-02 2012-05-03 Bahn Craig D Feed Dispensing Machine
US9144226B2 (en) * 2011-04-20 2015-09-29 Fat Lump Buster, Llc Animal feed mechanism
NL2011241C2 (nl) * 2013-07-31 2015-02-03 Trioliet Holding B V Inrichting voor het losmaken van veevoer.
KR20220125375A (ko) * 2014-06-23 2022-09-14 펫 노베이션스 엘티디. 동물 사료 공급 시스템

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0677245A1 (de) * 1994-04-15 1995-10-18 Gerhard Dipl.-Ing. Vogl Fütterungsanlage
EP0741965A1 (de) * 1995-05-11 1996-11-13 B. Mannebeck Landtechnik GmbH Fütterungseinrichtung für Haustiere, insbesondere Schweine
WO2009090250A1 (en) * 2008-01-18 2009-07-23 Universitat De Lleida Feeder system for farm animals

Also Published As

Publication number Publication date
EP3235376A1 (en) 2017-10-25
PL3235376T3 (pl) 2019-06-28
US20170303503A1 (en) 2017-10-26
US10314290B2 (en) 2019-06-11
EP3235376B1 (en) 2018-11-28
ES2713513T3 (es) 2019-05-22
CA2964536A1 (en) 2017-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2016638B1 (nl) Voederstation voor boerderijdieren, in het bijzonder voor varkens.
CA3021304C (en) Highly automated system and method of using the same to measure, monitor, manage and control grazing environment and animals
NL1019093C2 (nl) Inrichting voor het automatisch in een periode met een bepaalde lengte afgeven van een bepaalde hoeveelheid voeder aan een dier.
EP0512096B1 (en) Method of feeding animals and apparatus suitable for carrying out said method
NL1019106C2 (nl) Inrichting voor het automatisch in een bepaalde periode afgeven van een bepaalde hoeveelheid van ten minste een voedersoort aan een dier.
US20120325156A1 (en) System and method for weight management of one or more pets
NL9401801A (nl) Constructie met een inrichting voor het melken van dieren.
US20140000522A1 (en) Automatic feed dispenser
NL1019092C2 (nl) Samenstel voor het automatisch in een bepaalde periode afgeven van een hoeveelheid voeder aan een melkdier.
KR101752399B1 (ko) 축사관리 시스템
NL1024675C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het automatisch afgeven van voeder aan een dier.
NL1019090C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het automatisch afgeven van ten minste twee soorten voeder aan dieren.
AU2013316247B2 (en) Milking device
DK200001313A (da) Anlæg samt fremgangsmåde til individuel fodring af dyr
JP2002360096A (ja) 動物への飼料供給装置
KR20160069124A (ko) 돈용 사료급여방법
Dawson Equipment for feeding concentrates in and out of the parlour
EP3338543A1 (en) Feeding method of dairy cows with special dosage of feed and a device performing the said method
Murra The Livestock Industry, 1997-Was It A Good year? What About 1998?; Beef, Pork, and Lamb Production in the US
KR20160069123A (ko) 돈용 사료급여장치

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200501