NL2016343B1 - Inrichting voor het afdalen van personen uit een gebouw. - Google Patents

Inrichting voor het afdalen van personen uit een gebouw. Download PDF

Info

Publication number
NL2016343B1
NL2016343B1 NL2016343A NL2016343A NL2016343B1 NL 2016343 B1 NL2016343 B1 NL 2016343B1 NL 2016343 A NL2016343 A NL 2016343A NL 2016343 A NL2016343 A NL 2016343A NL 2016343 B1 NL2016343 B1 NL 2016343B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
descent
wheel
unit
guide
Prior art date
Application number
NL2016343A
Other languages
English (en)
Inventor
Vogels Matthijs
Cox Geert
Gort Allert
Original Assignee
Xsplatforms B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Xsplatforms B V filed Critical Xsplatforms B V
Priority to US15/743,339 priority Critical patent/US20180200542A1/en
Priority to EP16784592.4A priority patent/EP3319695A1/en
Priority to PCT/NL2016/050511 priority patent/WO2017010877A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2016343B1 publication Critical patent/NL2016343B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B1/00Devices for lowering persons from buildings or the like
    • A62B1/06Devices for lowering persons from buildings or the like by making use of rope-lowering devices
    • A62B1/14Devices for lowering persons from buildings or the like by making use of rope-lowering devices with brakes sliding on the rope
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B1/00Devices for lowering persons from buildings or the like
    • A62B1/06Devices for lowering persons from buildings or the like by making use of rope-lowering devices
    • A62B1/08Devices for lowering persons from buildings or the like by making use of rope-lowering devices with brake mechanisms for the winches or pulleys
    • A62B1/10Devices for lowering persons from buildings or the like by making use of rope-lowering devices with brake mechanisms for the winches or pulleys mechanically operated
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D59/00Self-acting brakes, e.g. coming into operation at a predetermined speed
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H57/00General details of gearing
    • F16H57/08General details of gearing of gearings with members having orbital motion
    • F16H57/10Braking arrangements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D43/00Automatic clutches
    • F16D43/02Automatic clutches actuated entirely mechanically
    • F16D43/04Automatic clutches actuated entirely mechanically controlled by angular speed
    • F16D43/14Automatic clutches actuated entirely mechanically controlled by angular speed with centrifugal masses actuating the clutching members directly in a direction which has at least a radial component; with centrifugal masses themselves being the clutching members
    • F16D43/18Automatic clutches actuated entirely mechanically controlled by angular speed with centrifugal masses actuating the clutching members directly in a direction which has at least a radial component; with centrifugal masses themselves being the clutching members with friction clutching members

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Emergency Lowering Means (AREA)

Abstract

Een inrichting heeft een plafondunit voorzien een kap die bij verschuiven naar een open positie, een geleiding onder invloed van de zwaartekracht naar een schuin naar beneden gerichte stand laat zakken. In deze stand schuift een arm 15 onder invloed van de zwaartekracht of door middel van een gasveer langs de geleiding door een raam naar buiten. Op het uiteinde van de arm bevindt zich een kabelgeleider 19 waarover een afdaalkabel 21 is geslagen. Op de afdaalkabel bevinden zich afdaalunits 27. Elke afdaalunit heeft een kabelwiel 37 waarom de afdaalkabel is geslagen. Het kabelwiel is via een centrifugaalrem met de behuizing van de afdaalunit verbonden. Deze centrifugaalrem zorgt ervoor dat de rotatiesnelheid van het kabelwiel en daarmee de afdaalsnelheid niet te hoog wordt. De afdaalunit heeft voorts een verdere centrifugaalrem die ervoor zorgt dat extra geremd wordt indien de afdaalsnelheid boven een bepaalde grenswaarde uit dreigt uit te komen.

Description

Inrichting voor het afdalen van personen uit een gebouw BESCHRIJVING:
Gebied van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afdalen van personen uit bijvoorbeeld een gebouw, omvattende: een plafondunit voorzien van een uitschuifbare arm met aan het vrije uiteinde een kabelgeleider, een kabeltrommel voorzien van een rem die de rotatiesnelheid van de kabeltrommel beperkt, een op de kabeltrommel gewikkelde en over de kabelgeleider geslagen afdaalkabel met aan het uiteinde koppelmiddelen voor koppeling met een harnas.
Stand van de techniek
Een dergelijke inrichting is bekend uit WO 2007/113886 Al. Bij het evacueren wordt een persoon een harnas omgedaan en dit harnas verbonden met de koppelmiddelen. Vervolgens stapt de persoon uit het raam en wikkelt de afdaalkabel zich gecontroleerd af van de kabeltrommel. De rem zorgt ervoor dat de afdaalkabel zich niet te snel afwikkelt. Nadat deze persoon onder is, maakt deze zich los van het harnas waarna de afdaalkabel zich weer op de kabeltrommel wikkelt door in de kabeltrommel aanwezige wikkelveren. Nu kan een tweede persoon op dezelfde wijze afdalen.
Samenvatting van de uitvinding
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting van de in de aanhef omschreven soort waarmee personen sneller geëvacueerd kunnen worden dan met de bekende inrichting. Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de inrichting voorts ten minste één afdaalunit omvat die in de plafondunit op de afdaalkabel aanwezig is en langs de afdaalkabel verplaatsbaar is, welke afdaalunit een behuizing omvat, alsmede een daarmee verbonden kabelwielas, een op de kabelwielas aanwezig, draaibaar kabelwiel waarom de afdaalkabel is geslagen en dat via een vrijloop en via een centrifugaalrem met de behuizing is verbonden, twee geleidingswielen die de afdaalkabel van en naar het kabelwiel geleiden, en verdere koppelmiddelen voor koppeling met een verder harnas, welke centrifugaalrem twee met elkaar koppelbare delen omvat, waarvan een eerste deel is verbonden met het kabelwiel en een tweede deel in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van de behuizing.
Nadat een eerste persoon zich door de kabeltrommel laat afdalen, kunnen verdere personen met behulp van de afdaalunits langs de afdaalkabel afdalen. Er hoeft niet gewacht te worden tot de eerste persoon helemaal beneden is. Ook hoeft niet gewacht te worden tot de tweede persoon beneden is maar kan kort na de tweede persoon de derde persoon beginnen met afdalen. De afdaalkabel hoeft dus niet tekens na het afdalen van een persoon op gewikkeld te worden. Hierdoor kunnen personen sneller geëvacueerd worden dan met de bekende inrichting.
De vrijloop is ervoor om te voorkomen dat de centrifugaalrem geactiveerd wordt bij het afdalen van de eerste persoon.
Het kabelwiel kan hierbij op de kabelwielas gefixeerd zijn en de kabelwielas kan in de behuizing gelagerd zijn of de kabelwielas kan in de behuizing gefixeerd zijn en het kabelwiel kan op de kabelwielas gelagerd zijn.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de afdaalunit een planetaire tandwielset omvat met drie rotatielichamen, waarvan een eerste rotatielichaam is verbonden het kabelwiel en een tweede rotatielichaam is verbonden met het eerste deel van de centrifugaalrem. Het derde rotatielichaam kan hierbij bevestigd zijn aan de behuizing of de kabelwielas indien deze laatste is bevestigd aan de behuizing. De centrifugaalrem remt de afdaalunit tijdens het afdalen langs de afdaalkabel af. Door toepassing van een planetaire tandwielset kan de afdaalunit compact gehouden worden.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het derde rotatielichaam van de planetaire tandwielset is bevestigd aan een verdere centrifugaalrem omvattende twee met elkaar koppelbare verdere delen, waarvan een eerste verder deel is verbonden met het kabelwiel en een tweede verder deel in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van de behuizing. Deze verdere centrifugaalrem zorgt ervoor dat bij het afdalen van een zwaar persoon extra geremd wordt indien de afdaalsnelheid boven een bepaalde grenswaarde dreigt uit te komen doordat de centrifugaalrem niet voldoende kan remmen.
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat: de afdaalunit voorts een sterwiel omvat voorzien van tanden, welk sterwiel draaibaar met de behuizing is verbonden, waarbij de tanden elk nabij het uiteinde zijn voorzien van een geleidingsgroef, waarbij de geleidingsgroeven in de tanden zich langs een cirkelboog uitstrekken, en waarbij de verdere koppelmiddelen zijn voorzien van een geleidingsprofïel dat zich over een afstand langs een deel van de cirkelboog uitstrekt, welke afstand groter is dan of gelijk is aan twee keer de afstand langs de cirkelboog waarlangs de geleidingsgroeven zich uitstrekken tussen twee naburige tanden.
Deze constructie maakt het mogelijk dat de afdaalunit de kabelgeleider kan passeren. De kabelgeleider is gevormd door een draaibaar kabelwiel die op een wielas aanwezig is. Het sterwiel botst tijdens het afdalen met een tand tegen de wielas en draait daarbij om de wielas over een hoek van ongeveer 90 graden van een horizontale naar een verticale stand. Tijdens het draaien van de afdaalunit en het sterwiel verplaatsen de verdere koppelmiddelen zich door de geleidingsgroeven in de tanden van het sterwiel waarbij de verdere koppelmiddelen dezelfde oriëntatie behouden. Bij voorkeur heeft de afdaalunit twee sterwielen, een aan elke zijde van de afdaalkabel.
Bij voorkeur is de afdaalkabel over een hoek van ten minste 240 graden om het kabelwiel geslagen. Hierdoor is de kans op slippen van de afdaalkabel over het kabelwiel sterk gereduceerd.
Beknopte omschrijving van de tekeningen
Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:
Figuur 1 de inrichting in uitgangspositie;
Figuur 2 de inrichting met weggeschoven behuizing en neergelaten geleiding;
Figuur 3 de inrichting met uitgeschoven arm;
Figuur 4 de inrichting tijdens het afdalen van een eerste persoon;
Figuur 5 de inrichting tijdens het afdalen van een tweede persoon;
Figuur 6 een afdaalunit op de afdaalkabel in doorsnede;
Figuur 7 de afdaalunit op de afdaalkabel met weggelaten behuizing;
Figuur 8 de afdaalunit op de afdaalkabel voor het passeren van de kabelgeleider;
Figuur 9 de afdaalunit op de afdaalkabel na het passeren van de kabelgeleider tijdens het afdalen langs de afdaalkabel; en
Figuur 10 de afdaalunit op de afdaalkabel in vooraanzicht tijdens het passeren van de kabelgeleider.
Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen
In de figuren 1-5 is stapsgewijs het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven tijdens het evacueren van personen aanwezig op een hoge verdieping van een gebouw. De inrichting 1 heeft een plafondunit 3 voorzien van een frame 5 dat tegen het plafond 7 van een verdieping van een gebouw 9 is bevestigd. De plafondunit heeft voorts een kap 11 die ten opzichte van het frame verschoven kan worden. In figuur 1 bevindt de kap 11 zich in gesloten positie. Bij het verschuiven van de kap 11 naar de open positie, zie figuur 2, verdraait een geleiding 13 onder invloed van de zwaartekracht of geforceerd door middel van een (gas)veer van een horizontale stand naar een schuin naar beneden gerichte stand. In de schuin naar beneden gerichte stand schuift een arm 15 onder invloed van de zwaartekracht of geforceerd door middel van een (gas)veer langs de geleiding door een raam 17 naar buiten, zie figuur 3. In de uitgeschoven stand steekt het vrije uiteinde van de arm 15 minimaal 1 meter buiten de muur van het gebouw. Het vrije uiteinde van de arm is voorzien van een kabelgeleider 19 die gevormd is door een geleidingswiel waarover een afdaalkabel 21 is geslagen. Aan het vrije uiteinde van de afdaalkabel is zijn koppelmiddelen in de vorm van een koppeloog 23 aanwezig.
De plafondunit is uitgerust met een geremde lier voorzien van een kabeltrommel 25 waarop de afdaalkabel is gewikkeld. De kabeltrommel is via een centrifugaalrem (niet weergegeven in de figuren) verbonden met het frame van de plafondunit. De centrifugaalrem heeft twee met elkaar samenwerkende delen waarvan er een in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van de kabeltrommel en de andere in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van het frame van de plafondunit. Tussen de kabeltrommel 25 en de kabelgeleider 19 bevinden zich afdaalunits 27 op de afdaalkabel 21.
De eerste persoon 29 die afdaalt maakt geen gebruik van de afdaalunits 27 maar laat zich door de geremde lier naar beneden zakken. Deze persoon trekt hiertoe eerst een harnas aan dat vervolgens aan het koppeloog 23 vastgemaakt wordt. Vervolgens stapt deze persoon 29 uit het raam 17 en wikkelt de afdaalkabel 21 gecontroleerd door de centrifugaalrem van de kabeltrommel 25 af, zie figuur 4. Een tweede persoon 31 kan zich tijdens het afdalen van de eerste persoon 29 gereedmaken door eveneens een harnas aan te trekken en deze te koppelen met de voorste afdaalunit 27. Nadat de eerste persoon begonnen is aan de afdaling kan de tweede persoon zich met behulp van de afdaalunit langs de afdaalkabel naar beneden laten zakken. Een centrifugaalrem in de afdaalunit zorgt ervoor dat de afdaalsnelheid niet te hoog wordt. Een verdere centrifugaalrem in de afdaalunit dient als extra rem voor het geval de eerste centrifugaalrem niet voldoende remkracht kan leveren, met name indien een zwaar persoon afdaalt.
In de figuren 6 en 7 is een van de afdaalunits 27 op de afdaalkabel 21 weergegeven in doorsnede respectievelijk in perspectief met weglating van de behuizing. De afdaalunit heeft een behuizing 33 en een draaibaar daarin gelagerde kabelwielas 35 waarop een kabelwiel 37 is bevestigd waarom de afdaalkabel is geslagen. Voorts heeft de afdaalunit twee geleidingswielen 39 die draaibaar met de behuizing zijn verbonden en die de afdaalkabel van en naar het kabelwiel geleiden. De beide geleidingswielen zijn zodanig gepositioneerd dat de afdaalkabel langs een omegavormig pad door de afdaalunit loopt, waarbij de afdaalkabel over een hoek van ongeveer 270 graden om het kabelwiel is geslagen.
Het kabel wiel 37 is via een vrijloop 41 (zie figuur 7) met de kabelwielas verbonden. Deze vrijloop zorgt ervoor dat indien de afdaalunit stil staat ten opzichte van de plafondunit en de afdaalkabel van de kabeltrommel wikkelt tijdens het afdalen van de eerste persoon, het kabelwiel vrij kan draaien ten opzichte van de behuizing.
De kabelwielas 35 is voorts via een centrifugaalrem 43 met de behuizing verbonden. Deze centrifugaalrem zorgt ervoor dat de rotatiesnelheid van het kabelwiel 37 en daarmee de afdaal snelheid niet te hoog wordt. Deze centrifugaalrem heeft twee met elkaar koppelbare delen, waarvan een eerste deel is verbonden met de kabelwielas of het kabelwiel en een tweede deel in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van de behuizing 33.
De afdaalunit 27 heeft een planetaire tandwielset 44 met drie rotatielichamen, waarvan een eerste rotatielichaam 45 is gevormd door een ringwiel dat via de vrijloop 41 is verbonden met het kabelwiel 37 en een tweede rotatielichaam 47 is gevormd door een zonnewiel dat is bevestigd op de kabelwielas 35. Een derde rotatielichaam 49 van de planetaire tandwielset is gevormd door een planetendrager waarop zich drie draaibare planeetwielen 51 bevinden die in ingrijping zijn met het ringwiel en het zonnewiel. Deze planetendrager is bevestigd aan een eerste deel van een verdere centrifugaalrem 53 (niet zichtbaar in de figuren omdat deze zich aan de achterzijde bevindt) dat is verbonden met het kabelwiel of de kabelwielas. Het tweede deel van deze verdere centrifugaalrem is eveneens in rotatierichting gefixeerd ten opzichte van de behuizing.
De afdaalunit 27 heeft voorts een sterwiel 55 dat draaibaar is verbonden met de behuizing en dat voorzien is van tanden 57. Deze tanden zijn elk nabij het uiteinde voorzien van een geleidingsgroef 59. De geleidingsgroeven in de tanden strekken zich langs een cirkelboog 61 uit. De afdaalunit is voorts voorzien van verdere koppelmiddelen gevormd door een ophangelement 63 voorzien van een verder koppeloog 65. Dit ophangelement is voorzien van een geleidingsprofiel 67 dat zich over een afstand 69 langs een deel van de cirkelboog 61 uitstrekt. Deze afstand 69 is groter dan of gelijk aan twee keer de afstand langs de cirkelboog tussen twee naburige tanden 57. Hierdoor bevindt het geleidingsprofiel 67 zich altijd in twee geleidingsgroeven 59 zodat het de juiste oriëntatie blijft behouden waarbij het tijdens verdraaiing van het sterwiel in de geleidingsgroef van een volgende tand terecht komt.
Ter illustratie toont figuur 8 de afdaalunit 27 op de afdaalkabel 21 voor het passeren van de kabelgeleider en toont figuur 9 de afdaalunit op de afdaalkabel na het passeren van de kabelgeleider tijdens het afdalen langs de afdaalkabel. In beide situaties bevindt het ophangelement 63 zich met het koppeloog 65 naar beneden.
In figuur 10 is de afdaalunit 27 op de afdaalkabel 21 in vooraanzicht weegegeven tijdens het passeren van de kabelgeleider 19. De afdaalunit is voorzien van twee loopwielen 71 die over de uitgeschoven arm 15 lopen totdat de afdaalunit de kabelgeleider passeert.
Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (5)

1. Inrichting (1) voor het afdalen van personen (29,31) uit bijvoorbeeld een gebouw (9), omvattende: een plafondunit (3) voorzien van een uitschuifbare arm (15) met aan het vrije uiteinde een kabelgeleider (19), een kabeltrommel (25) voorzien van een rem die de rotatiesnelheid van de kabeltrommel beperkt, een op de kabeltrommel gewikkelde en over de kabelgeleider geslagen afdaalkabel (21) met aan het uiteinde koppelmiddelen (23) voor koppeling met een harnas, met het kenmerk, dat de inrichting voorts ten minste één afdaalunit (27) omvat die in de plafondunit (3) op de afdaalkabel (21) aanwezig is en langs de afdaalkabel verplaatsbaar is, welke afdaalunit een behuizing (33) omvat, alsmede een daarmee verbonden kabelwielas (35), een op de kabelwielas aanwezig, draaibaar kabelwiel (37) waarom de afdaalkabel is geslagen en dat via een vrijloop (41) een centrifugaalrem (43) met de behuizing is verbonden, twee geleidingswielen (39) die de afdaalkabel van en naar het kabelwiel geleiden, en verdere koppelmiddelen (63) voor koppeling met een verder harnas, welke centrifugaalrem (43) twee met elkaar koppelbare delen omvat, waarvan een eerste deel is verbonden met het kabelwiel (37) en een tweede deel in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van de behuizing (33).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afdaalunit (27) een planetaire tandwielset (44) omvat met drie rotatielichamen, waarvan een eerste rotatielichaam (45) is verbonden met het kabelwiel (37) en een tweede rotatielichaam (47) is verbonden met het eerste deel van de centrifugaalrem (43).
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een derde rotatielichaam (49) van de planetaire tandwielset (44) is bevestigd aan een verdere centrifugaalrem (53) omvattende twee met elkaar koppelbare verdere delen, waarvan een eerste verder deel is verbonden met het kabelwiel (37) en een tweede verder deel in rotatierichting is gefixeerd ten opzichte van de behuizing (33).
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat: de afdaalunit (27) voorts een sterwiel (55) omdat voorzien van tanden (57), welk sterwiel draaibaar met de behuizing (33) is verbonden, waarbij de tanden elk nabij het uiteinde zijn voorzien van een geleidingsgroef (59), waarbij de geleidingsgroeven in de tanden zich langs een cirkelboog (61) uitstrekken, en waarbij de verdere koppelmiddelen (63) zijn voorzien van een geleidingsprofiel (67) dat zich over een afstand (69) langs een deel van de cirkelboog uitstrekt, welke afstand groter is dan of gelijk is aan twee keer de afstand langs de cirkelboog waarlangs de geleidingsgroeven zich uitstrekken tussen twee naburige tanden (57).
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdaalkabel (21) over een hoek van ten minste 240 graden om het kabelwiel (37) is geslagen.
NL2016343A 2015-07-10 2016-03-01 Inrichting voor het afdalen van personen uit een gebouw. NL2016343B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US15/743,339 US20180200542A1 (en) 2015-07-10 2016-07-08 Descending device for persons from a building
EP16784592.4A EP3319695A1 (en) 2015-07-10 2016-07-08 Descending device for persons from a building
PCT/NL2016/050511 WO2017010877A1 (en) 2015-07-10 2016-07-08 Descending device for persons from a building

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015134 2015-07-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016343B1 true NL2016343B1 (nl) 2017-02-02

Family

ID=58398844

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016343A NL2016343B1 (nl) 2015-07-10 2016-03-01 Inrichting voor het afdalen van personen uit een gebouw.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20180200542A1 (nl)
EP (1) EP3319695A1 (nl)
NL (1) NL2016343B1 (nl)

Family Cites Families (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US194228A (en) * 1877-08-14 Improvement in fire-escapes
US3459276A (en) * 1966-10-20 1969-08-05 Kiichiro Fuse Rope device for fire escape
DE1914952A1 (de) * 1969-03-24 1970-10-15 Albert Burges Personenabseileinrichtung
CH529060A (fr) * 1971-03-26 1972-10-15 Virdis Joseph Treuil d'échafaudage
DK136579B (da) * 1976-01-23 1977-10-31 Knud William Petersen Fastgørelsesmekanisme beregnet til fastgørelse til en wire, en line, et tov eller et lignende langstrakt, bøjeligt trækorgan.
AT384741B (de) * 1979-07-31 1987-12-28 Bloder Hans Rettungsgeraet zum abseilen von personen
US4440261A (en) * 1980-11-21 1984-04-03 Clark Mark J Portable high-rise escape device
US4425982A (en) * 1981-03-10 1984-01-17 Kibbie William E Device and method for escaping fire and smoke in high-rise buildings
CA1142900A (en) * 1981-05-06 1983-03-15 Armand Dale Emergency descent device
DE3564764D1 (en) * 1984-03-02 1988-10-13 Wagner Gerd Eberhard Descending device
US4538704A (en) * 1984-03-02 1985-09-03 Advanced Evacuation Systems Multiple-person evacuation method and apparatus
US4703831A (en) * 1986-06-04 1987-11-03 Forest Safety Products, Inc. Fire escape apparatus for use in multi-story buildings and method of escape
US4781269A (en) * 1987-06-18 1988-11-01 Clay Richard B Descent regulator and escape system
US4949812A (en) * 1987-06-29 1990-08-21 Ullapara Holdings Pty. Ltd. Descent system
BR8902978A (pt) * 1989-06-20 1990-12-26 Petroleo Brasileiro Sa Veiculo para fuga de plataforma
US4941549A (en) * 1989-09-19 1990-07-17 Da Tan Liou Fire escape apparatus
GB2269353A (en) * 1992-08-07 1994-02-09 Christopher Passmore Extendible fire escape
AUPN864296A0 (en) * 1996-03-13 1996-04-04 Rogelja, Boris Descender
US6868942B2 (en) * 2002-09-09 2005-03-22 Double Exit Ltd. Emergency escape system
AU2002952251A0 (en) * 2002-10-25 2002-11-07 Terry Victor Lee Escape device
US20040198502A1 (en) * 2003-03-10 2004-10-07 Richardson Michael Troy Downhill zip line thrill ride system
CH697122A5 (it) * 2003-07-11 2008-05-15 Michel Resegatti Dispositivo di auto-salvataggio per edifici multipani.
US20070039788A1 (en) * 2005-08-22 2007-02-22 Fulton Robert H Magnetic braking system for a cable supported vehicle
PL2552549T3 (pl) * 2010-03-30 2015-06-30 Uwe Bergmann Urządzenie do zjazdu po linie
DE102010031208B4 (de) * 2010-07-09 2022-01-13 Andrea Böttcher Vorrichtung und Verfahren zur Aufstiegssicherung
DE102011050630B4 (de) * 2011-05-25 2014-09-11 Dirk Bergmann Rettungsverfahren und Rettungsvorrichtung
DE102012108573A1 (de) * 2012-09-13 2014-03-13 Dirk Bergmann Rettungsverfahren und Rettungsvorrichtung
US9630034B2 (en) * 2014-02-05 2017-04-25 AHS Rescue, LLC Method and apparatus for controlled emergency descent
US10010798B2 (en) * 2014-08-05 2018-07-03 Zip Holdings, Llc Unattended, self-guided, zip-line, tour system and method
US10213700B2 (en) * 2015-10-27 2019-02-26 Zipholdings, Llc Emergency-egress, zip-line system and method
US20170145732A1 (en) * 2015-11-19 2017-05-25 Monti Marsters Emergency Escape System for Disabled Person to Escape a Building

Also Published As

Publication number Publication date
EP3319695A1 (en) 2018-05-16
US20180200542A1 (en) 2018-07-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN110022945B (zh) 具有可控回缩速度的防坠落设备
CN206700524U (zh) 受控下降装置及其所用的离心制动机构以及滚筒装置
TWI668030B (zh) 繞繩下降裝置
TW200900105A (en) Descent device
TW201836673A (zh) 防墜裝置
TW202216245A (zh) 包含雙可致動制動裝置之墜落防護設備
NL2016343B1 (nl) Inrichting voor het afdalen van personen uit een gebouw.
GB2431145A (en) Stair lift
CN102116127A (zh) 防盗自救逃生装置
CN104477724A (zh) 防坠电梯
WO2017010877A1 (en) Descending device for persons from a building
EP3307397B1 (en) Self-braking pulley
US8534420B1 (en) Apparatus and method for safely lowering user from structure
US10745245B2 (en) Governor assembly and elevator
CN104495561A (zh) 电梯的防坠单元
US8695759B1 (en) Apparatus and method for safely lowering user from structure with track-actuated hydraulic brakes
CN1820805B (zh) 高楼逃生救生系统
US646635A (en) Fire-escape.
CN104495559A (zh) 电梯
US728208A (en) Life-saving appliance.
JP2021516082A (ja) 非常脱出用の緩降機
CN103566491A (zh) 人个用高层逃生装置
CN107866008A (zh) 与救援下降装置一起使用的包括安全绳索卷轴的下降系统
KR101032238B1 (ko) 브레이크 기능을 갖는 비상 탈출장치
US20150307197A1 (en) Multi-Use Emergency Descent Device

Legal Events

Date Code Title Description
RE Seizure

Free format text: SEIZURE, PRE-JUDGEMENT ATTACHEMENT

Effective date: 20210216

RE Seizure

Free format text: SEIZURE, PRE-JUDGEMENT ATTACHEMENT

Effective date: 20220128

RF Pledge or confiscation terminated

Free format text: SEIZURE REMOVAL, PRE-JUDGEMENT ATTACHEMENT

Effective date: 20220607