NL2015848B1 - Plank for laying a wooden floor in a design. - Google Patents

Plank for laying a wooden floor in a design. Download PDF

Info

Publication number
NL2015848B1
NL2015848B1 NL2015848A NL2015848A NL2015848B1 NL 2015848 B1 NL2015848 B1 NL 2015848B1 NL 2015848 A NL2015848 A NL 2015848A NL 2015848 A NL2015848 A NL 2015848A NL 2015848 B1 NL2015848 B1 NL 2015848B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
width
longitudinal side
plank
longitudinal
distance
Prior art date
Application number
NL2015848A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Oerlemans Bart
Original Assignee
Beugt Houtzagerij En Parketindustrie B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beugt Houtzagerij En Parketindustrie B V filed Critical Beugt Houtzagerij En Parketindustrie B V
Priority to EP16180362.2A priority Critical patent/EP3128102B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2015848B1 publication Critical patent/NL2015848B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/04Flooring or floor layers composed of a number of similar elements only of wood or with a top layer of wood, e.g. with wooden or metal connecting members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0107Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/02Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections
    • E04F2201/021Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections with separate protrusions
    • E04F2201/022Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections with separate protrusions with tongue or grooves alternating longitudinally along the edge

Abstract

Een plank 1 voor het leggen van een houten vloer in visgraatmotief, is voorzien van twee lengtezijden waarvan een eerste lengtezijde 7 is voorzien van een hoofdgroef 15 en een tweede lengtezijde 9 is voorzien van een hoofdveer 17, en twee breedtezijden 11, 13, die beide zijn voorzien van een dwarsveer 19, 21. De beide dwarsveren aan de breedtezijden zijn recht tegenover elkaar en in het midden van de breedtezijde aanwezig. De tweede lengtezijde 9 is voorts voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige hulpgroeven 23, 25, die elk nabij een uiteinde van de lengtezijde aanwezig zijn, waarbij de afstand 27 tussen een uiteinde van een dwarsveer 19, 21 tot aan de verst daarvan verwijderde lengtezijde even groot is als de afstand 29 van een breedtezijde tot aan het verst daarvan afgelegen uiteinde van de hulpgroef 23, 25 nabij deze breedtezijde.A plank 1 for laying a wooden floor in a herringbone pattern is provided with two longitudinal sides, a first longitudinal side 7 having a main groove 15 and a second longitudinal side 9 having a main spring 17, and two width sides 11, 13, both of which are provided with a transverse spring 19, 21. The two transverse springs are present on the width sides opposite each other and in the middle of the width side. The second longitudinal side 9 is further provided with two spaced apart auxiliary grooves 23, 25, which are each located near an end of the longitudinal side, wherein the distance 27 between an end of a transverse spring 19, 21 up to the longitudinal side furthest away from it is as great as the distance 29 from a width side to the furthest end of the auxiliary groove 23, 25 near this width side.

Description

Plank voor het leggen van een houten vloer in een motief BESCHRIJVING:Plank for laying a wooden floor in a design DESCRIPTION:

Gebied van de uitvindingFIELD OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een plank voor het leggen van een houten vloer in een motief, welke plank is voorzien van een onderzijde waarmee de plank bij plaatsing op een ondergrond komt te liggen, een bovenzijde die na plaatsing een loopoppervlak vormt, twee lengtezijden waarvan een eerste lengtezijde is voorzien van een hoofdgroef en een tweede lengtezijde is voorzien van een hoofdveer, en twee breedtezijden, waarvan ten minste één breedtezijde is voorzien van een dwarsveer.The invention relates to a board for laying a wooden floor in a motif, which board is provided with a bottom side with which the board comes to lie on a surface when placed, a top side which forms a walking surface after placement, two longitudinal sides of which one first longitudinal side is provided with a main groove and a second longitudinal side is provided with a main spring, and two width sides, at least one width side of which is provided with a transverse spring.

Stand van de techniekState of the art

Een dergelijke plank is bekend uit US 1 787 027 A. Bij deze bekende plank is in de andere breedtezijde een groef aanwezig. Bij het leggen van deze planken in een visgraatmotief worden de veren in groeven van naburige planken geschoven zodat de planken ten opzichte van elkaar gefixeerd zijn en niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven. Voor het leggen van een visgraatmotief zijn er naast dergelijke planken ook planken nodig met een gespiegeld uiterlijk. Met andere woorden: voor het leggen van het visgraatmotief zijn zowel ‘rechtse’ als ‘linkse’ planken nodig.Such a board is known from US 1 787 027 A. With this known board there is a groove in the other width side. When these boards are laid in a herringbone pattern, the springs are slid into grooves of adjacent boards so that the boards are fixed relative to each other and cannot shift relative to each other. Laying a herringbone pattern requires, in addition to such planks, planks with a mirrored appearance. In other words, laying the herringbone pattern requires both "right" and "left" planks.

Nadeel hiervan is dat twee verschillende planken geproduceerd moeten worden en dat de kans op verwisselen aanwezig is. Hierdoor dient men tijdens het leggen constant alert te blijven en komt het regelmatig voor dat een verkeerde plank gebruikt is hetgeen weer hersteld moet worden. Ook kan blijken dat er te veel planken van de ene soort en te weinig van de andere soort in een levering zitten, waardoor eerst omruiling plaats dient te vinden alvorens de vloer af gemaakt kan worden.The disadvantage of this is that two different boards have to be produced and that there is a chance of switching. As a result, one must remain constantly alert during installation and it often happens that a wrong plank has been used, which must be repaired. It can also appear that there are too many shelves of one type and too few of the other in a delivery, which means that exchange must first take place before the floor can be finished.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een plank van de in de aanhef omschreven soort waarmee een vloer in een motief, waaronder een visgraatmotief, gelegd kan worden en waarbij de hierboven beschreven nadelen van de bekende planken zich niet voordoen. Hiertoe is de plank volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de andere breedtezijde is voorzien van een verdere dwarsveer, waarbij de beide dwarsveren aan de breedtezijden recht tegenover elkaar en in het midden van de breedtezijde aanwezig zijn, en dat de tweede lengtezijde voorts is voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige hulpgroeven, die elk nabij een uiteinde van de lengtezijde aanwezig zijn, waarbij de afstand tussen een uiteinde van een dwarsveer aan de breedtezijde tot aan de verst daarvan verwijderde lengtezijde even groot of nagenoeg even groot is als de afstand van een breedtezijde tot aan het verst daarvan afgelegen uiteinde van de hulpgroef in de tweede lengtezijde nabij deze breedtezijde. Voor het leggen van een vloer in visgraatmotief met de planken volgens de uitvinding zijn er geen ‘’linkse’ en ‘rechtse’ planken nodig, maar kan met één soort planken volstaan worden, terwijl toch alle planken ten opzichte van elkaar opgesloten worden en niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven. Hierdoor ‘pakt men bij het leggen nooit mis’ en kan het niet voorkomen dat er te weinig van de ene en te veel van de andere zijn.An object of the invention is to provide a board of the type described in the preamble with which a floor can be laid in a design, including a herringbone design, and wherein the above-described disadvantages of the known boards do not occur. To this end, the board according to the invention is characterized in that the other width side is provided with a further transverse spring, the two transverse springs on the width sides being directly opposite each other and in the middle of the width side, and that the second length side is furthermore provided with two spaced apart auxiliary grooves, each of which is present near an end of the longitudinal side, wherein the distance between an end of a transverse spring on the width side up to the furthest distance away from it is equal to or substantially equal to the distance of a width side to the furthest end of the auxiliary groove in the second longitudinal side near this width side. Laying a floor in herringbone pattern with the planks according to the invention does not require "left" and "right" planks, but one type of planks is sufficient, while all planks are nevertheless locked in relation to each other and not can shift relative to each other. As a result, "people never miss when laying" and it cannot happen that there are too few of one and too many of the other.

Opgemerkt wordt dat uit WO 98/38401 A een plank bekend is waarmee ook een visgraatmotief gelegd kan worden zonder dat daarbij een andere ‘gespiegelde’ plank nodig is. Echter, bij deze bekende plank bevinden zich groeven in beide breedtezijden zodat er geen verband aanwezig is tussen de kopse zijden en de daartegenaan aanwezige lengtezijden. Dit kan opgelost worden door daar waar nodig losse veren in de kopse kanten aan te brengen, maar dit vergt weer extra handelingen tijdens het leggen met de kans dat soms de extra veer vergeten wordt. Bovendien geven losse veren altijd een minder goede passing omdat er ruimte voor het veertje dient te zijn.It is noted that from WO 98/38401 A a board is known with which a herringbone pattern can also be laid without the need for another "mirrored" board. However, with this known board there are grooves in both width sides so that there is no relationship between the end faces and the length sides present against it. This can be solved by placing loose springs in the ends, where necessary, but this requires additional actions during laying, with the chance that sometimes the extra spring will be forgotten. In addition, loose springs always give a less good fit because there should be room for the feather.

Voorts wordt opgemerkt dat uit US 2 187 672 A een plank bekend is waarmee ook een visgraatmotief gelegd kan worden zonder dat daarbij een andere ‘gespiegelde’ plank nodig is. Hierbij bevindt zich in een breedtezijde een groef en is aan de andere breedtezijde een veer aanwezig zodat er wel verband aanwezig is tussen de kopse zijden en de lengtezijden. Echter, hierbij zijn de lengtezijden over een helft voorzien van een groef en over de andere helft voorzien van een veer. Hierbij is het voor het leggen van een visgraat motief noodzakelijk dat de lengte van de plank twee keer zo groot is als de breedte. Dit geeft beperkingen aan het uiterlijk van de vloer waardoor het visgraatpatroon moeilijker in het motief te herkennen is.It is further noted that from US 2 187 672 A a board is known with which a herringbone pattern can also be laid without the need for another "mirrored" board. Hereby there is a groove in one width side and a spring is present on the other width side so that there is a relationship between the end sides and the longitudinal sides. However, the longitudinal sides are here provided with a groove on one half and with a spring on the other half. For laying a herringbone pattern it is necessary that the length of the board is twice as long as the width. This places limitations on the appearance of the floor, making the herringbone pattern more difficult to recognize in the motif.

Om de planken in een dubbel visgraadmotief te kunnen leggen is een uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de tweede lengtezijde voorts is voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige verdere hulpgroeven nabij de hulpgroeven, welke verdere hulpgroeven elk op een afstand van de nabij aanwezige hulpgroef aanwezig is van twee keer de afstand van elke hulpgroef tot de nabij gelegen breedtezijde. Voor het leggen van de planken in een drievoudig visgraadmotief zijn twee nog verdere hulpgroeven aanwezig die ook weer op een afstand van twee keer de afstand van elke hulpgroef tot de nabij gelegen breedtezijde van de verdere hulpgroeven aanwezig zijn.In order to be able to lay the boards in a double fishing grade motif, an embodiment of the board according to the invention is characterized in that the second longitudinal side is furthermore provided with two further auxiliary grooves near the auxiliary grooves, which further auxiliary grooves are each spaced apart from the auxiliary grooves. adjacent auxiliary groove is present from twice the distance of each auxiliary groove from the adjacent width side. Two even further auxiliary grooves are present for laying the planks in a triple fishing grade motif which are also present at a distance of twice the distance of each auxiliary groove from the adjacent width side of the further auxiliary grooves.

Om de planken in een blokmotief te kunnen leggen is een verdere uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat over de hele tweede lengtezijde hulpgroeven aanwezig zijn, waarbij naburige hulpgroeven op een afstand van twee keer de afstand van elke hulpgroef tot de nabij gelegen breedtezijde aanwezig zijn.In order to be able to lay the boards in a block motif, a further embodiment of the board according to the invention is characterized in that auxiliary grooves are present over the entire second longitudinal side, wherein adjacent auxiliary grooves are at a distance of twice the distance of each auxiliary groove from the adjacent width side. present.

Om een optimale fixatie van de planken ten opzichte van elkaar te verkrijgen, is een uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de lengte van de dwarsveer aan de breedtezijde gelijk of nagenoeg gelijk is aan de lengte van de hulpgroef in de tweede lengtezijde, zodat de dwarsveer aan beide uiteinden is opgesloten in de hulpgroef.In order to obtain an optimum fixation of the boards relative to each other, an embodiment of the board according to the invention is characterized in that the length of the transverse spring on the width side is equal to or substantially equal to the length of the auxiliary groove in the second longitudinal side, so that the transverse spring is confined at both ends in the auxiliary groove.

Om over de hele breedte de planken ten opzichte van elkaar te fixeren, is een verdere uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat tussen de dwarsveer aan de breedtezijde en de beide lengtezijden subgroeven aanwezig zijn, zodat de planken over de volledige breedte met de groeven en veren in elkaar geschoven zijn.In order to fix the boards relative to each other over the entire width, a further embodiment of the board according to the invention is characterized in that sub-grooves are provided between the widthwise transverse spring and the two longitudinal sides, so that the boards have the full width with the grooves and springs are pushed together.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de hoofdveer aan de tweede lengtezijde zich tussen de hulpgroeven in de tweede lengtezijde uitstrekt. Hierdoor komen ook aan de lengtezijden naburige planken over een groter deel van de lengte met elkaar in ingrijping.A still further embodiment of the board according to the invention is characterized in that the main spring on the second longitudinal side extends between the auxiliary grooves in the second longitudinal side. As a result, neighboring planks also engage with each other over a larger part of the length along the length sides.

Om naburige planken over een nog groter deel van de lengte in elkaar te laten grijpen, is een verdere uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat tussen elke hulpgroef in de tweede lengtezijde en de dichtstbijzijnde breedtezijde een subveer aanwezig is.To allow neighboring boards to interlock over an even greater part of the length, a further embodiment of the board according to the invention is characterized in that a sub-spring is present between each auxiliary groove in the second longitudinal side and the nearest width side.

Bij voorkeur strekt de hoofdgroef in de eerste lengtezijde zich over de gehele eerste lengtezijde uit, zodat ook de eerste lengtezijde over een zo groot mogelijke lengte in ingrijping is met een naburige plank. Bovendien is het hierdoor mogelijk om de planken ook in een dubbel visgraatmotief te leggen (telkens twee planken over de volledige lengte tegen elkaar en de paren in visgraatmotief leggen). Weliswaar kunnen de dwarsveren aan de kopse kanten dan wel in de in de eerste lengtezijde aanwezige hoofdgroef verschuiven, waardoor tijdens het leggen ervoor gewaakt moet worden dat de planken niet ten opzichte van elkaar verschuiven, maar in een eenmaal gelegde vloer zijn de planken toch allemaal opgesloten.The main groove in the first longitudinal side preferably extends over the entire first longitudinal side, so that also the first longitudinal side is in engagement with an adjacent board over the greatest possible length. Moreover, this makes it possible to lay the planks also in a double herringbone pattern (in each case, place two planks over the entire length against each other and the pairs in a herringbone pattern). It is true that the transverse springs may shift at the ends or in the main groove present in the first longitudinal side, so that during laying it must be ensured that the boards do not shift relative to each other, but in a floor once laid the boards are all locked up. .

Beknopte omschrijving van de tekeningenBrief description of the drawings

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de plank volgens de uitvinding en met de planken gelegde vloeren. Hierbij toont:The invention will be explained in more detail below with reference to exemplary embodiments of the board according to the invention and floors laid with the boards, shown in the drawings. Hereby shows:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding; Figuur 2 een tweetal van de in figuur 1 weergegeven planken in perspectief in een stand waarin ze in elkaar geschoven worden;Figure 1 shows a first embodiment of the shelf according to the invention; Figure 2 shows two of the boards shown in Figure 1 in perspective in a position in which they are pushed together;

Figuur 3 een aantal van de in figuur 1 weergegeven planken in visgraatpositie voordat ze in elkaar geschoven worden;Figure 3 shows a number of the planks shown in Figure 1 in herringbone position before they are pushed together;

Figuur 4 de in figuur 3 weergegeven planken nadat ze in elkaar geschoven zijn;Figure 4 shows the boards shown in Figure 3 after they have been pushed together;

Figuur 5 de van de in figuur 1 weergegeven planken in een dubbel visgraatmotief;Figure 5 shows the boards shown in Figure 1 in a double herringbone pattern;

Figuur 6 een tweede uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding;Figure 6 shows a second embodiment of the shelf according to the invention;

Figuur 7 een aantal van de in figuur 6 weergegeven planken in dubbel visgraatpositie voordat ze in elkaar geschoven worden;Figure 7 shows a number of the planks shown in Figure 6 in a double herringbone position before they are pushed together;

Figuur 8 een derde uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding; enFigure 8 shows a third embodiment of the shelf according to the invention; and

Figuur 9 een aantal van de in figuur 8 weergegeven planken in blokpositie voordat ze in elkaar geschoven worden.Figure 9 shows a number of the planks shown in Figure 8 in block position before they are pushed together.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningenDetailed description of the drawings

In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvorm van de plank volgens de uitvinding weergegeven. De plank 1 is voorzien van een onderzijde 3 (zie figuur 2) waarmee de plank bij plaatsing op een ondergrond komt te liggen en een bovenzijde 5 die na plaatsing een loopoppervlak vormt. De plank heeft twee lengtezijden 7, 9 waarvan een eerste lengtezijde 7 is voorzien van een hoofdgroef 15 die zich over de gehele eerste lengtezijde uitstrekt en waarvan een tweede lengtezijde 9 is voorzien van een hoofd veer 17.Figure 1 shows a first embodiment of the shelf according to the invention. The board 1 is provided with a bottom side 3 (see figure 2) with which the board comes to lie on a surface when placed and a top side 5 which forms a running surface after placement. The board has two longitudinal sides 7, 9 of which a first longitudinal side 7 is provided with a main groove 15 which extends over the entire first longitudinal side and of which a second longitudinal side 9 is provided with a main spring 17.

Deze tweede lengtezijde 9 is voorts voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige hulpgroeven 23, 25, die elk nabij een uiteinde van de lengtezijde aanwezig zijn. De hoofdveer 17 strekt zich hierbij tussen de beide hulpgroeven 23, 25 uit. Tussen elke hulpgroef 23, 25 en de dichtstbijzijnde breedtezijde 11, 13 is een subveer 37 aanwezig.This second longitudinal side 9 is furthermore provided with two spaced apart auxiliary grooves 23, 25, which are each located near one end of the longitudinal side. The main spring 17 here extends between the two auxiliary grooves 23, 25. A sub-spring 37 is present between each auxiliary groove 23, 25 and the nearest width side 11, 13.

De plank heeft voorts twee breedtezijden 11, 13, die beide zijn voorzien van een dwarsveer 19, 21. De beide dwarsveren 19, 21 zijn recht tegenover elkaar en in het midden van de breedtezijde 11, 13 aanwezig. Tussen de dwarsveren 19, 21 aan de breedtezijde 11, 13 en de beide lengtezijden 7, 9 zijn subgroeven 35 aanwezig.The board furthermore has two width sides 11, 13, both of which are provided with a transverse spring 19, 21. The two transverse springs 19, 21 are present opposite each other and in the middle of the width side 11, 13. Sub-grooves 35 are present between the transverse springs 19, 21 on the width side 11, 13 and the two longitudinal sides 7, 9.

De afstand 27 tussen een uiteinde van een dwarsveer 19, 21 aan de breedtezijde tot aan de verst daarvan verwijderde lengtezijde is even groot als de afstand 29 van een breedtezijde tot aan het verst daarvan afgelegen uiteinde van de hulpgroef 23, 25 in de tweede lengtezijde 9 nabij deze breedtezijde.The distance 27 between one end of a transverse spring 19, 21 on the width side up to the furthest side away from it is as great as the distance 29 from a width side to the furthest end of the auxiliary groove 23, 25 in the second length side 9 near this width side.

De lengte 31 van de dwarsveer 19, 21 aan de breedtezijde 11, 13 is nagenoeg gelijk aan (iets kleiner dan) de lengte 33 van de hulpgroef 23, 25 in de tweede lengtezijde 9.The length 31 of the transverse spring 19, 21 on the width side 11, 13 is substantially equal to (slightly smaller than) the length 33 of the auxiliary groove 23, 25 in the second length side 9.

Ter illustratie zijn in figuur 2 een tweetal planken 1 in perspectief weergegeven in een stand waarin ze in elkaar geschoven worden.For illustration, two shelves 1 are shown in perspective in figure 2 in a position in which they are pushed into each other.

In de figuren 3 en 4 zijn een aantal planken in visgraatpositie weergegeven voordat respectievelijk nadat ze in elkaar geschoven zijn.Figures 3 and 4 show a number of planks in herringbone position before or after they have been pushed together.

De planken 1 kunnen ook in een dubbel visgraatmotief worden gelegd. Dit is ter illustratie weergegeven in figuur 5.The boards 1 can also be laid in a double herringbone pattern. This is shown in Figure 5 for illustration.

In figuur 6 is een tweede uitvoeringsvorm van de plank 41 volgens de uitvinding weergegeven. Alle onderdelen die gelijk zijn aan die van de hiervoor beschreven eerste uitvoeringsvorm zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. De tweede lengtezijde 9 van deze plank 41 is voorts voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige verdere hulpgroeven 43 en 45 die op afstand naast de hulpgroeven 23 en 25 aanwezig zijn. Deze verdere hulp groeven zijn elk op een afstand 47 van de nabij aanwezige hulpgroef aanwezig. Deze afstand is gelijk aan twee keer de afstand 49 van elke hulpgroef 23 tot de nabij gelegen breedtezijde 11.Figure 6 shows a second embodiment of the shelf 41 according to the invention. All parts that are the same as those of the first embodiment described above are designated by the same reference numerals. The second longitudinal side 9 of this board 41 is furthermore provided with two further auxiliary grooves 43 and 45 which are spaced apart and which are present at a distance next to the auxiliary grooves 23 and 25. These further auxiliary grooves are each present at a distance 47 from the adjacent auxiliary groove. This distance is equal to twice the distance 49 of each auxiliary groove 23 from the adjacent width side 11.

In figuur 7 zijn een aantal planken 41 in dubbel visgraatpositie weergegeven voordat ze tot een dubbel visgraadmotief in elkaar worden geschoven.In figure 7 a number of shelves 41 are shown in a double herringbone position before they are pushed together into a double fishing grade motif.

In figuur 8 is een derde uitvoeringsvorm van de plank 51 volgens de uitvinding weergegeven. Alle onderdelen die gelijk zijn aan die van de hiervoor beschreven tweede uitvoeringsvorm zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Over de hele tweede lengtezijde 9 zijn hulpgroeven 43, 45 en 53 aanwezig, waarbij naburige hulpgroeven op een afstand 55 van elkaar aanwezig zijn. Deze afstand is gelijk aan twee keer de afstand 49 van elke hulpgroef tot de nabij gelegen breedtezijde aanwezig zijn.Figure 8 shows a third embodiment of the shelf 51 according to the invention. All parts that are the same as those of the second embodiment described above are designated with the same reference numerals. Auxiliary grooves 43, 45 and 53 are provided along the entire second longitudinal side 9, with adjacent auxiliary grooves being spaced apart 55. This distance is equal to twice the distance 49 of each auxiliary groove to the adjacent width side.

In figuur 9 zijn een aantal planken 51 in blokpositie voordat ze in elkaar tot een blokmotief worden geschoven.In Figure 9, a number of boards 51 are in block position before they are pushed into a block motif.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.Although in the foregoing the invention has been elucidated with reference to the drawings, it should be noted that the invention is by no means limited to the embodiments shown in the drawings. The invention also extends to all embodiments deviating from the embodiments shown in the drawings within the scope defined by the claims.

Claims (8)

1. Plank (1; 41; 51) voor het leggen van een houten vloer in een motief, welke plank (1; 41; 51) is voorzien van een onderzijde (3) waarmee de plank bij plaatsing op een ondergrond komt te liggen, een bovenzijde (5) die na plaatsing een loopoppervlak vormt, twee lengtezijden (7, 9) waarvan een eerste lengtezijde (7) is voorzien van een hoofdgroef (15) en een tweede lengtezijde (9) is voorzien van een hoofdveer (17), en twee breedtezijden (11, 13), waarvan ten minste één breedtezijde (11) is voorzien van een dwarsveer (19), met het kenmerk, dat de andere breedtezijde (13) is voorzien van een verdere dwarsveer (21), waarbij de beide dwarsveren (19, 21) aan de breedtezijden (11, 13) recht tegenover elkaar en in het midden van de breedtezijde aanwezig zijn, en dat de tweede lengtezijde (9) voorts is voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige hulpgroeven (23, 25), die elk nabij een uiteinde van de lengtezijde aanwezig zijn, waarbij de afstand (27) tussen een uiteinde van een dwarsveer (19, 21) aan de breedtezijde tot aan de verst daarvan verwijderde lengtezijde even groot of nagenoeg even groot is als de afstand (29) van een breedtezijde tot aan het verst daarvan afgelegen uiteinde van de hulpgroef (23, 25) in de tweede lengtezijde (9) nabij deze breedtezijde.A plank (1; 41; 51) for laying a wooden floor in a design, which plank (1; 41; 51) is provided with an underside (3) with which the plank comes to lie on a surface when placed, an upper side (5) which after placement forms a running surface, two longitudinal sides (7, 9) of which a first longitudinal side (7) is provided with a main groove (15) and a second longitudinal side (9) is provided with a main spring (17), and two width sides (11, 13), at least one width side (11) of which is provided with a transverse spring (19), characterized in that the other width side (13) is provided with a further transverse spring (21), the two transverse springs (19, 21) are present on the width sides (11, 13) directly opposite each other and in the middle of the width side, and that the second length side (9) is furthermore provided with two spaced apart auxiliary grooves (23, 25 each of which is present near an end of the longitudinal side, the distance (27) between an end of a transverse cr (19, 21) on the width side up to the furthest distance away from it is as large or substantially as large as the distance (29) from a width side to the furthest end of the auxiliary groove (23, 25) in the second longitudinal side (9) near this width side. 2. Plank (41; 51) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede lengtezijde (9) voorts is voorzien van twee op afstand van elkaar aanwezige verdere hulpgroeven (43, 45) nabij de hulpgroeven (23, 25), welke verdere hulpgroeven elk op een afstand (47) van de nabij aanwezige hulpgroef aanwezig is van twee keer de afstand (49) van elke hulpgroef (23, 25) tot de nabij gelegen breedtezijde (11, 13).Plank (41; 51) according to claim 1, characterized in that the second longitudinal side (9) is furthermore provided with two further auxiliary grooves (43, 45) spaced apart from each other adjacent the auxiliary grooves (23, 25), which further auxiliary grooves are each present at a distance (47) from the adjacent auxiliary groove from twice the distance (49) of each auxiliary groove (23, 25) from the adjacent width side (11, 13). 3. Plank (51) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat over de hele tweede lengtezijde (9) hulpgroeven (43, 45, 53) aanwezig zijn, waarbij naburige hulpgroeven op een afstand (55) van twee keer de afstand (49) van elke hulpgroef (23, 25) tot de nabij gelegen breedtezijde (11, 13) aanwezig zijn.Plank (51) according to claim 1 or 2, characterized in that auxiliary grooves (43, 45, 53) are provided over the entire second longitudinal side (9), wherein adjacent auxiliary grooves at a distance (55) of twice the distance (49) from each auxiliary groove (23, 25) to the adjacent width side (11, 13). 4. Plank volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat de lengte (31) van de dwarsveer (19, 21) aan de breedtezijde (11, 13) gelijk of nagenoeg gelijk is aan de lengte (33) van de hulpgroef (23, 25) in de tweede lengtezijde (9).Plank according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the length (31) of the transverse spring (19, 21) on the width side (11, 13) is equal to or substantially equal to the length (33) of the auxiliary groove (23, 25) in the second longitudinal side (9). 5. Plank volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat tussen de dwarsveer (19), (21) aan de breedtezijde (11, 13) en de beide lengtezijden (7, 9) subgroeven (35) aanwezig zijn.Plank according to claim 1, 2, 3 or 4, characterized in that sub grooves (35) are provided between the transverse spring (19), (21) on the width side (11, 13) and the two longitudinal sides (7, 9) to be. 6. Plank volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de veer (17) aan de tweede lengtezijde (9) zich tussen de hulpgroeven (23, 25) in de tweede lengtezijde uitstrekt.Plank according to claim 5, characterized in that the spring (17) on the second longitudinal side (9) extends between the auxiliary grooves (23, 25) in the second longitudinal side. 7. Plank volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat tussen elke hulpgroef (23, 25) in de tweede lengtezijde (9) en de dichtstbijzijnde breedtezijde (11, 13) een subveer (37) aanwezig is.Plank according to claim 5 or 6, characterized in that a sub-spring (37) is provided between each auxiliary groove (23, 25) in the second longitudinal side (9) and the nearest width side (11, 13). 8. Plank volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoofdgroef (15) in de eerste lengtezijde (7) zich over de gehele eerste lengtezijde uitstrekt.Plank according to one of the preceding claims, characterized in that the main groove (15) in the first longitudinal side (7) extends over the entire first longitudinal side.
NL2015848A 2015-08-06 2015-11-25 Plank for laying a wooden floor in a design. NL2015848B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP16180362.2A EP3128102B1 (en) 2015-08-06 2016-07-20 Board for a wooden floor with a motif

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015278 2015-08-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015848B1 true NL2015848B1 (en) 2017-02-21

Family

ID=55405407

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015848A NL2015848B1 (en) 2015-08-06 2015-11-25 Plank for laying a wooden floor in a design.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2015848B1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1787027A (en) * 1929-02-20 1930-12-30 Wasleff Alex Herringbone flooring
US2187672A (en) * 1934-09-27 1940-01-16 Axel G W Wedberg Three ply flooring
WO1998038401A1 (en) * 1997-02-26 1998-09-03 Tarkett Ab Parquet fillet
WO2002075074A1 (en) * 2001-03-21 2002-09-26 Faxe Design A/S A flooring consisting of floor tiles connected to each other by tonque and groovejoints and fastened to the sub floor by covered fasteners

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1787027A (en) * 1929-02-20 1930-12-30 Wasleff Alex Herringbone flooring
US2187672A (en) * 1934-09-27 1940-01-16 Axel G W Wedberg Three ply flooring
WO1998038401A1 (en) * 1997-02-26 1998-09-03 Tarkett Ab Parquet fillet
WO2002075074A1 (en) * 2001-03-21 2002-09-26 Faxe Design A/S A flooring consisting of floor tiles connected to each other by tonque and groovejoints and fastened to the sub floor by covered fasteners

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN111237308B (en) Mechanical locking system for building panels
BE1018514A3 (en) CONICAL CABLE JOB.
BR0212995B1 (en) floor comprised of rectangular floorboards.
BE1021833B1 (en) PANEL
EP3128102B1 (en) Board for a wooden floor with a motif
JP2017519950A5 (en)
US8973328B2 (en) Floor tile expansion joint
US20150224379A1 (en) Agility ladder
EP3276104B1 (en) Herringbone surface decorative material and manufacturing method thereof
EA027624B1 (en) Panel of a floor covering having a locking surface sloped along a lateral edge
BE1022985B1 (en) Floor panel for forming a floor covering
NL2015848B1 (en) Plank for laying a wooden floor in a design.
WO2007030871A1 (en) Modular storage system
UA82250C2 (en) Covering for arrangement on underlayer surface, in particular on floor, covering part for use in covering and method for connecting covering parts
US20150050448A1 (en) Strip foam floor mat
US11834844B2 (en) Flooring panel and a floor covering with such panel
KR102093881B1 (en) Deck fixing apparatus
JP6767957B2 (en) Return road side derailment prevention structure of chain flight type sludge scraper
US1511869A (en) Rail joint
NL1028311C2 (en) Plank arrangement with planks joined end to end, has coupling piece slid into space formed by opposing grooves in adjacent plank coupling sides
BE1025342B1 (en) WALL OR CEILING PANEL AND WALL OR CEILING DEVICE
EA042996B1 (en) FLOORING PANEL
US798430A (en) Book-shelf.
BE1017532A6 (en) Panel for floor covering, has space that defines predetermined distance between upper edges of floor panels which are locked through coupler
NL1018328C1 (en) Parquet system comprises parquet tiles or strips which have lengths and breadths which fall within the ratio series 1/2:1:1:2:3.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191201