NL2015731B1 - Clamp system. - Google Patents

Claims (32)

1. Klemsysteem (1) voor het houden van een pijporgaan (2) tijdens het pijpleggen van een vaartuig, omvattende meerdere kleminrichtingen (4) welke radiaal gepositioneerd zijn om een virtuele cilinder (5) bevattende een longitudinale cilinderas (6), waarbij - elke kleminrichting omvat een frictie-eenheid (7) en eenheidaandrijver (8) ingericht om de frictie-eenheid in een radiale richting (9) ten opzichte van de longitudinale cilinderas te bewegen van een inactieve positie (10) waarbij de frictie-eenheid in gebruik gepositioneerd is op een afstand van het pijporgaan naar een actieve positie (11) waarbij de frictie-eenheid in gebruik in contact geplaatst is met het pijporgaan om een klemmende kracht op het pijporgaan in een radiale richting te verschaffen, en vice versa, - de frictie-eenheid omvat een basisconstructie (12) die bevestigd is aan de eenheidaandrijver, en een frictieorgaan (13) bevattende een contactzijde (14) welke in de inactieve positie is gericht naar de longitudinale cilinderas en een basiszijde (15) welke bevestigd is aan de basisconstructie door een eerste zwenkorgaan (16) en een tweede zwenkorgaan (17), en - het eerste zwenkorgaan en het tweede zwenkorgaan zijn ingericht om beweging van het frictieorgaan ten opzichte van de basisconstructie toe te staan.

2. Klemsysteem volgens conclusie 1, waarbij het eerste zwenkorgaan en het tweede zwenkorgaan van elke kleminrichting is ingericht om in gebruik de positie van het frictieorgaan aan te passen aan een deel van het pijporgaan dat in contact staat met de contactzijde van het frictieorgaan welke zich in de actieve positie bevindt om het pijporgaan (2) bevattende een longitudinale pijpas (3) welke zich uitstrekt op een afstand van de longitudinale cilinderas (6) van de virtuele cilinder (5) te klemmen.

3. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste zwenkorgaan en het tweede zwenkorgaan zich bevinden op een orgaanafstand van elkaar in een tangentiële richting (19) welke zich uitstrekt loodrecht op de radiale richting en de longitudinale cilinderas.

4. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij; - het eerste zwenkorgaan in contact staat met de basisconstructie via een eerste basiszwenkverbinding (20) bevattende een eerste basiszwenkas (21) en in contact staat met het frictieorgaan via een eerste orgaanzwenkverbinding (22) bevattende een eerste orgaanzwenkas (23), - het tweede zwenkorgaan in contact staat met de basisconstructies via een tweede basiszwenkverbinding (24) bevattende een tweede basiszwenkas (25) en in contact staat met het frictieorgaan via een tweede orgaanzwenkverbinding (26) bevattende een tweede orgaanzwenkas (27), en - de eerste basiszwenkas, de tweede basiszwenkas, het eerste orgaanzwenkas en het tweede orgaanzwenkas zich in hoofdzaak parallel aan de longitudinale cilinderas uitstrekken.

5. Klemsysteem volgens conclusie 4, waarbij de beweging van het frictieorgaan ten opzichte van de basisconstructie bepaald wordt door het eerste zwenkorgaan die zwenkt om de eerste basiszwenkas en het tweede zwenkorgaan die zwenkt om de tweede basiszwenkas.

6. Klemsysteem volgens conclusie 4 of 5, waarbij het eerste zwenkorgaan en het tweede zwenkorgaan zich bevinden op een eerste asafstand van elkaar in de radiale richting en de tweede basiszwenkas en de tweede orgaanzwenkas zich bevinden op een tweede asafstand van elkaar in de radiale richting.

7. Klemsysteem volgens conclusies 4-6, waarbij de eerste asafstand en de tweede as afstand gelijk aan elkaar zijn.

8. Klemsysteem volgens conclusie 4 of 5, waarbij de eerste basiszwenkas en de eerste orgaanzwenkas samen vallen en de tweede basiszwenkas en de tweede orgaanzwenkas samen vallen.

9. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de contactzijde van het frictieorgaan zich uitstrekt langs de longitudinale cilinderas van een eerste zijwand tot een tweede zijwand over een breedteafstand in de tangentiële richting, en de eerste orgaanzwenkas en de tweede orgaanzwenkas zich bevinden tussen, en inclusief, 0-20% van de breedte afstand van de eerste zijwand en de tweede zijwand, respectievelijk.

10. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de contactzijde van het frictieorgaan zich uitstrekt in de richting van de longitudinale cilinderas van een bovenste wand tot een onderste wand over een lengteafstand, en elk van het eerste zwenkorgaan en tweede zwenkorgaan zich uitstrekken tussen, en inclusief 60-100% van de lengteafstand.

11. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste zwenkorgaan wordt gevormd door meerdere eerste zwenkdelen welke in lijn met elkaar gepositioneerd zijn en het tweede zwenkorgaan wordt gevormd door meerdere tweede zwenkdelen welke in lijn met elkaar gepositioneerd zijn.

12. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste zwenkorgaan en het tweede zwenkorgaan in de inactieve positie de enige steun vormen van het frictieorgaan in de radiale richting ten opzichte van de longitudinale cilinderas en weg van de longitudinale cilinderas.

13. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste het deel van het frictieorgaan dat zich bevindt tussen het eerste en tweede zwenkorgaan een gereduceerde dikte heeft in de radiale richting naar de longitudinale cilinderas voor het vormen van flexibiliteit in het frictieorgaan om in gebruik de vorm van het frictieorgaan aan te passen aan een deel van het pijporgaan dat in contact staat met de contactzijde van het frictieorgaan dat zich in de actieve positie bevindt om het pijporgaan te klemmen.

14. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het contactoppervlak van het frictieorgaan in de inactieve positie een frictieorgaanradius heeft die groter is, bij voorkeur tussen en inclusief 1-5%, dan een pijporgaanradius van een buitenoppervlak van het pijporgaan.

15. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het frictieorgaan omvat een steunelement dat verschaft is tussen het eerste orgaanzwenkas en een tweede orgaanzwenkas, welk steunelement is ingericht om axiale krachten over te brengen in de richting van de longitudinale cilinderas naar de basisconstructie.

16. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het frictieorgaan gemaakt is van staal.

17. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede zwenkorgaan en de basisconstructie gemaakt zijn van staal.

18. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de tangentiële richting de eerste orgaanzwenkas zich bevindt op een orgaanzwenkafstand van de tweede orgaanzwenkas en het eerste basiszwenkas zich bevindt op een basiszwenkafstand van de tweede basisas en het orgaanzwenkafstand groter is dan de basiszwenkafstand.

19. Klemsysteem volgens conclusie 18, waarbij de orgaanzwenkas is tussen en inclusief 10-30% langer dan de basiszwenkas.

20. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij; - het eerste zwenkorgaan omvat een eerste strip bevattende een eerste orgaanrand die in contact staat met het frictieorgaan bij een eerste orgaancontactoppervlak en bevattende een eerste basisrand die in contact staat met de basisconstructie bij een eerste basiscontactoppervlak, - de basiszwenkverbinding wordt gevormd door de eerste orgaanrand die afgerond is om de eerste orgaanzwenkas te bepalen op het eerste orgaancontactoppervlak welke is ingericht om de eerste orgaanrand te ontvangen terwijl zwenkbeweging van het eerste zwenkorgaan om de eerste orgaanzwenkas toe te staan, - de eerste orgaanzwenkverbinding wordt gevormd door de eerste orgaanrand die afgerond is om de eerste orgaanzwenkas te bepalen op het eerste orgaancontactoppervlak welke is ingericht om de eerste orgaanrand te ontvangen terwijl zwenkbeweging van het eerste zwenkorgaan om de eerste orgaanzwenkas toe te staan, - de tweede basiszwenkverbinding wordt gevormd door de tweede orgaanrand die afgerond is om de tweede orgaanzwenkas te bepalen op het tweede orgaancontactoppervlak die is ingericht om de tweede orgaanrand te ontvangen terwijl beweging van het tweede zwenkorgaan om de tweede orgaan zwenkas wordt toegestaan, en - de tweede orgaanzwenkverbinding wordt gevormd door de tweede orgaanrand die afgerond is om de tweede orgaanzwenkas te bepalen op het tweede orgaancontactoppervlak welke is ingericht om de tweede orgaanrand te ontvangen terwijl zwenkbeweging van het tweede zwenkorgaan om de tweede orgaanzwenkas wordt toegestaan.

21. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de basisplaat is gekoppeld aan de basisconstructie via een koppeling welke het frictieorgaan opsluit in de radiale richting en naar de longitudinale cilinderas.

22. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij; - de basisconstructie omvat een opsluitopening welke gericht is naar het frictieorgaan, een openingsafmeting in de tangentiële richting heeft en toegang tot een opsluitkamer verschaft, - het frictieorgaan omvat een opsluituitsteeksel welke zich uitstrekt door de opsluitopening en verbonden is met een opsluitelement welke zich in de opsluitkamer bevindt en een elementafmeting in de tangentiële richting heeft, - de elementafmeting van het opsluitelement langer is dan de openingsafmeting om het frictieorgaan op te sluiten in de radiale richting en naar de longitudinale cilinderas.

23. Klemsysteem volgens conclusie 22, waarbij het steunelement en het opsluituitsteeksel als een enkele constructie gevormd zijn.

24. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de meerdere kleminrichtingen zich in een gefixeerde positie ten opzichte van elkaar bevinden op een steunconstructie.

25. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het klemsysteem vier kleminrichtingen omvat welke gepositioneerd zijn op gelijke afstand van elkaar om de longitudinale cilinderas.

26. Klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het frictieorgaan een frictieschoen is ingericht om het geklemde pijporgaan in een statische positie te houden.

27. Klemsysteem volgens een van de conclusies 1-25, waarbij het frictieorgaan een tensioner is ingericht om het geklemde pijporgaan te bewegen langs de longitudinale cilinderas.

28. Pijplegsysteem voor het leggen van een pijplijn op een zeebodem met een vaartuig, welke pijplegsysteem omvat een klemsysteem volgens een van de voorgaande conclusies.

29. Pijplegsysteem volgens conclusie 28, waarbij het pijplegsysteem een afhangklem van het pijplegsysteem vormt.

30. Pijplegsysteem volgens conclusie 28, waarbij het klemsysteem een beweegbare klem van het pijplegsysteem vormt.

31. Vaartuig omvattende een pijplegsysteem volgens een van de conclusies 28-30.

32. Werkwijze voor het leggen van een pijplijn op een zeebodem met een vaartuig, welke werkwijze omvat de stappen van; - het verschaffen van een pijporgaan aan een klemsysteem volgens een van de conclusies 1-27, welke klemsysteem is verschaft op een vaartuig, het plaatsen van frictie-eenheden van de kleminrichting in de inactieve positie, - het positioneren van het pijporgaan tussen de kleminrichtingen, het verplaatsen van de frictie-eenheden in de actieve positie voor het vast houden van het pijporgaan door het klemmen van het pijporgaan met de frictie-eenheden.